Londen in vlammen
EEN HULDE AAN HELLAS
Hoe Langedijk kampioen werd
Gerbrandy breekt het verzet
tegen Linggadjati
Phenomenale prestaties op een
Hollandsche baan
Al bladerend in
de tijdschriften
4
Zaterdag 11 Januari 1947,
Bovenop staat een brand- i
j weermanvraag mij niet hoe
hij daar gekomen is en
j er springt een groote straal
j water van boven op de bo- j
s venste verdiepingen
5 "NJACHTS, 5.45 uur in de in-
S -LN terlocale telefooncentrale
in Faraday Building, vlak bij de
Kathedraal van St. Paul. liet ge
bouw is vijf verdiepingen hoog;
er werkt een staf van 520 man,
waarvan overigens ongeveer een
kwart vrouwen zijn. Ik zit aan
mijn bureau in het midden van
de hoofdschakelkamer op de der
de verdieping, als er een purper-
keurig d.w.z. een eerste voorloo-
pig bericht binnenkomt van
ter Command, dat vijandelijke
•\!iegtuigofi het district Londen
naderen.
Precies om G.10 uur komt een
pip bericht binnenkomt van Figh-
observatiepost van de R A.F. op
het Luchtvaartministcrie, Bush
House Kingsway dat vijandelijke
vliegtuigen recht boven ons zijn
en dat ons gebouw direct göva.i?
loopt.
Kr worden vrijwilligers ge
daagd om dienst te doen ui de
schakelkamer op de vierde ver
dieping. Zoo goed als de geheele
staf biedt zich aan. De vrouwen
willen ook op haar post blijven,
maar zij krijgen geen gelegen
heid om te kiezen, zij worden
eenvoudig naar de derde verdie
ping gestuurd. Nauwelijks is dit
gebeurd of er is een geweldige
slag tegen het venster van den
liftkoker op de derde verdieping.
Een brandbom
IK ga met twee van de
inspecteurs naar de
achterzijde van het schakelbord,
maar er is niets te zien van eeni-
ge schade. Ik bel de brandwacht
en krijg een \an de observatie
posten op het dak aan het toestel.
Ja zeker, hij weet het.er is zoo
even een brandbom in den liftko
ker gevallen en een paar Home
Guards zijn hem aan het onscha
delijk maken; er zijn juist twee
branden op het dak gebluscht en
een derde begint net, maar men
is er "mee bezig. Het gebouw ligt
rondom in het vuur. Hij gaat ver
der: in den streek van Blak friars,
the Strand. Ludgate-hill, Farring-
donstreet. Cheapside en Cannon-
street zien wij iedere paar minu
ten nieuwe branden uitbreken.
De City staat van den eenen kant
tot den anderen in gloed. Ons g°
bouw steekt heel erg duidelijk af
tegen den gloed. Ik hang den
haak op. Er wordt besloten om
alle vrouwen naar de ondergrond-
sche schuilkelders te sturen. De
meesten vinden het heelemaal
niet prettig en ik moet een depu
tatie van een zestal dames, dat
bepaald verontwaardigd is over
het idee tot andere gedachten
probeeren te brengen.
„O, Adolf", denk ik, „wat heb je
weinig te hopen!"
Vrijwilligers
1V/TEN" is het er nu over
-lVJ- eens dat de vierde
verdieping in haar geheel zal
worden ontruimd. Dit wordt ge
daan en zes vrijwilligers worden
naar de schakelkamer op de zes
de verdieping van den zuidelijken
vleugel, waar dezelfde signalen
ontvangen worden Ms op de net
ontruimde vierde verdieping.
Ik ga de verschillende schakel
kamers eens rond. Ieder is ge
woon aan zijn werk. Een groot
gedeelte van den staf zijn oudge
dienden uit den vorigen oorlog.
Als ik langs een van hen loop,
zegt hij: „deze bombardementsaf
faire doet ie zoo echt denken aan
je jonge jaren, geeft je echt zoo'n
luchtig gevoel, niet?"
Ik lach hartelijk met ande
ren om dezen kwinkslag en ver
volg mijn ronde. Weer den'.: »k:
„Ja, Adolf, oude jongen, je hebt je
werk uitgestippeld voor je, maar
je kunt het niet voor elkaar bren
gen".
Ik kom terug bij mijn bureau
op de derde verdieping; de tele
foon gaat. Headquarters Private
Branch Centrale aan het toestel:
„Of ik ook weet, waar de contro
leur uithangt?" Neen, ik heb hem
na zes uur niet meer gezien, ik
zal informeeren en U terugbel
len".
Ik bel den portier op bij den in
gang van Addle-hill, of hij den
controleur misschien kort gele
den heeft gezien? Ja wel, hij
is op het oogenblik buiten met
een paar Home Guards bezig met
het blusschen van brandbommen,
die gevaarlijk kunnen worden
voor het sousterrain. Ik heb
zoo n gevoel, dat het me een beet
je te machtig wordt. Er staat
niets in de voorschriften van den
directeur van een telefoonkantoor
over controleurs en brandbom
men.
Op het dak
HF.T is nu 8 uur. Uit
de binnenkomende
rapporten blijkt, dat er reusach
tige branden woeden in de stad.
F.en van mijn collega's neemt
mijn, plaats in en ik ga even een
kop thee halen. Dit kost mij niet
langer dan een paar minuten en
daarom besluit ik om naar de ob
servatieposten op het dak van d n
zuidervieugel te gaan kijken. Dit
is een gebouw van negen verdie
pingen.
De liften zijn buiten werking
en dus loop ik op mijn gemak de
trappen op. Ziezoo daar ben ik
boven. De moffen zijn nog altijd
bezig, daarom laat ik mij een sta
len helm geven, alvorens het dak
op te gaan.
Nooit zal ik liet schouwspel ver
goten. waar ik opeens voor kwam
to staan. Wij zijn volkomen o n-
ringd door vuur, in de letterlijke
zin van het woord. Geweldige
vlammentongen lekken over Lud-
i.ito Lil 1 De kathedraal van St.
Paul staat in silhouet tegen een
achtegrond van dwarrelenden
rook en groote rood aungeloopcn
vuurkolommen, terwijl boven ons
hoofd een groote bank van doffen
rooden roo!« en asch hangt.
De stad brandt
EEN geweldige brand
woedt in de omge
ving van Unilever House, andere
vlammen schieten uit boven de
schaduwen, die over de daken van
Fleetstreet rollen. Een onheilspel
lende crloed reikt in de richting
van Old Bailev, bij Waterloo staat
♦Je boel in lichter laaie. Er zijn
verschillende vuren in Upper
Thames-street en de 'oude Vader
Thames weerkaatst een infernaal
tafereel, dat Dante hem zou heb
ben benijd. En ook verder weg
aan den overkant in de buurt van
London-Bridge brandt het gewel
dig.
Diep onder mij. in Queen Yicto-
riastreet komt de brandweer aan
snellen op weg naar de City, in
auto's, die vanaf deze hoogte ge
zien veel weg hebben van kin
derspeelgoed. Wat zou de man,
zoo flitst het door mijn gedach
ten, die de eerste brandspuiten
maakte, welke dienst deden bij
den befaamden grooten brand van
Londen in 16GG, wel zeggen als
hij deze hazewinden van de Lon-
densche brandweer met hun sta
len zenuwen eens zou kunnen zien
uitrukken? Hoe dit uitvinder
heette, kan ik zoo gauw niet meer
bedenken, maar als ik mij goed
herinner, was zijn werkplaats hier
ergens in de buurt, niet ver van
Blackfriars in ieder geval.
Een brandweerman
VLAK bij het Hoofd-
kwartier van het
Leger des Heils in Queen Victoria-
street is brand op een dak ont
staan, en terwijl ik er naar kijk,
schiet er van een verwarde dwar
reling van zwarten rook uit een
brandladder hoog in den gloed van
den dakbrand. Bovenop staat een
brandweerman; vraag mij niet,
hoe hij daar is gekomen, en als
vanuit de diepte van de schadu
wen van de straat l^et gesrage ge
stamp van de pompen hoorbaar
wordt, springt een groote straal
w ater van boven van de ladder
in den vuurhaard op de bovenste
verdiepingen.
Ik daal weer af naar de scha
kelkamers en als ik de brug naar
Tc 11 A op de vijfde verdieping van
het oude gebouw overga, strijken
twee meisjesachtige gedaanten
tangs mij heen in het halfduister.
Zij hi'bben donkerblauwe pakjes
aan en op hun hoofden zie ik
stalen helmen met de roode ban
den. die het teeken zijn van de
brandwacht. Zij sleepen emmers
water naar het dak, waar de
ma.ineiijke led^en van de hulp-
hrandweei bezig zijn de vlammen
te bestrijden met hun pompen.
De vijfde verdieping is bovenin
den Noordervleugel van het ge
bouw on op verschillende plaat
sen hebben deze meisjes niets dan
een glazen dak lusschen zich en
de Luftwaffe. Het zijn twee van
onze telefoonjuffrouwen. Al die
grapjes over „Welk nummer moet
U hebben" en over die juffertjes!
die zitten te kletsen en theedrin
ken bii hun schakelborden, lijken
op dit oogenblik wel verschrik
kelijk er naast.
Werk gaat door
lK ga verder naar be-
-*■ neden, naar de derde
verdieping en bespeur, dat de ka
mers vol rook staan. Het bedie
nend personeel zit te hoesten en
hun oogen doen pijn. Zelf zet ik
een ouden bril op, die ik ergens in
een lade vind. om mijn oogen al
thans eenigszins te beschermen.
De telefoon op mijn bureau gaat
Ik neem den haak op. Een abonné
„Nog zoo'n paar redevoeringen
van professor Gerbrandy en ik
denk, dat de afbrokkeling van het
verzet tegen Linggadjati een veel
duidelijker feit zal zijn." (Rommel
aan den anderen kant van de lijn
beklaagt zich er over, dat hij al
meer dan vijf minuten bezig is
om „interlocaal" te pakken te
krijgen; hij wil een gesprek aan
vragen en hij weet vooruit, dat
wij als excuus zullen aanvoeren,
dat het oorlog is. maar hij weet
ook. dat dit een smoes is en dat
wi| hier op kantoor nog altijd be-
zig zijn Kerstmis te vieren. Ver
moedelijk hebben we nu net een
fuif in onzen schuilkelder. Ik be
tuig mijn spijt, dat hij heeft moe
ten wacht, neem zijn aanvraag op
on vertel hem. dat Metropolitan
Exchange in Woodstreet ontruimd
wordt. Het vuur vreet nu zijn weg
m de. City tusschen Aldersgate en
Moorgate.
Tegenstellingen
EN paar menschen
van den staf kome'n
terug van hun avondeten. Zij zit
ten vol verhalen: Wren's kerk
van St. Andrew, dicht bij de
Wardrobe, juist naast ons, staat
nu in lichterlaaie, vertellen ze mij.
Het dak is ingestort en de brand
weer is nu bezig het Crucifix aan
het voorportaal te redden.
Een stuk of wat cafés zijn bezig
open te gaan. Om 7 uur waren zi|
dicht gebleven vanwege het lucht
alarm en het personeel zat. in de-
schuilplaatsen. Maar zouden de
brandweerlieden niet gebaat zijn
roet een dronk? Natuurlijk. En
dus voegen de buffetjuffrouwen
zich bij het groote leger helpers,
dat bezig is de Naziterreur te
t rotseeren.
Het is wel een avond-van vreem
de tegenstellingen. Brandweerlie
den. die hun leven wagen om een
kruis uit de vlammen te redden
en grapjesmakende buffetjuffrou
wen, die bier serveeren aan allen,
die met het reddingswerk bezig
zijn.
Zij bleven
TJf ET is 10-30 uur. De
11 rook in de scha
kelkamers begint langzaam op te
trekken, er komt weer wat kleur
bij het schakelbord aan den ande
ren kant van het vertrek. Ik loop
er heen en dan begrijp ik, waar
die kleur vandaan komt: er zitten
nog altijd een stuk op zes tele
foonjuffrouwen te werken. Ik
roep den chef even bij me. Ja ze
ker. die meisjes waren niet gaan
theedrinken, toen de order kwam,
dat de vrouwen naar de schuilkel
ders moesten, maar deze zes wa
ren teruggekomen en hadden
dringend gevraagd op hun post te
mogen blijven. Zii waren allemaal
onafgebroken op hun post geble
ven van 6 uur 45 af. Hun tijd was
om te 11 uur. Of ik goed vond.
dat ze tot zoo lang bleven? „Ja,"
zeg ik. Ik zou graag tegen ze wil
len zeggen, dat ze heldinnen zijn,
maar ik weet, dat zij daar niets
van zouden snappen en dus loop
ik maar door.
Tot nu toe is het afweergeschut
tamelijk zwaar geweest, maar nu
houdt het opeens op en hooren we
een ander geluid: het gedreun
\an onze jagers boven ons hoofd.
Ook het gebombardeer schijnt
plotseling te zijn opgehouden.
Wij vragen ons af, of onze ja
gers misschien de vijandelijke
bommenwerpers hebben kunnen
vinden dank zii den gloed van
den brand en ze nu wegjagen. Hop
dit zij, het is zeker, dat de Mof-
fen verdwenen zijn.
Aanval voorbij
'P? R komt bericht van
Fighter Command:
de aanval is voorbij, maar de
brand woedt nog voort, breidt
zich hier en daar nog uit.
Wij gaan door met onzen dienst
tot 7 uur 's morgens. Dan worden
we afgelost door het vrouwelijk
dagpersoneel, dat de nacht lig
gend op slaapplanken in de schuil
kelders van den Zuidervleugel
van Faradaybuilding heeft door
gebracht. Ik draag den dienst over
aan de daginspectrice. De raiders
zijn niet meer teruggekomen en
ik wensch haar succes en een
voorspoedigen dag.
Vervolgens stap ik naar huiten,
Adelle-hill in. op weg naar Wa-
terloostation. Als ik Blackfriars-
bridge overloop, werp ik nog een
iaatsten blik op de kathedraal
van St. Paul. Een roode dageraad,
het werk van 's menschen eigen
duivelachtigheid, kondigt dezen
vijfden morgen na Kerstmis aan.
De moderne Attila uit Berchtes-
gaden heeft handschoen van vuur
en verwoesting als een uitdaging
neergeworpen voor de voeten van
de meest trotsche stad ter wereld
en de doodgewone Londenaars,
mannen en vrouwen, hebben dien
handschoen lachend opgenomen.
Maar in dien lach klixkt de snik
door en die lachsnik zal op den
dag van de verschrikkelijke ver
gelding. die komen gaat, aan den
wand worden geschreven.
(Uit: Reynolds News).
Links en rechts staan huizen in lichter laaie. Terwijl het bombar
dement nog voortgaat doen brandweermannen hun plicht: ook zij
vechten mee in den slag om Engeland"
Onbedoeld succes
E redactie van „Centau r"
(Salm. Amsterdam) vereenig-
de de afleveringen 11 en 12,
noemde het speelsch „Hommage
k la Grèce" en nam er bijdragen
in op over het geboorteland van
onze beschaving van de hand
van dichters, philosophen en beel
dende kunstenaars. Met een posi
tief doel: „In dezen tijd van ont
reddering en onzekerheid schijnt
het ons van belang toe onzen blik
een wijle terug te wenden naar
een cultuur, die in alle tijdperken
van de Westeuropecsche bescha
ving op onderscheidene wijzen
tot de menschelijke verbeelding
heeft gesproken en veelal rich
tinggevend is gebleken wanneer
het heden of het jongst verleden
niet bij machte waren aan het
practisch optreden geestelijk lei
ding of houvast te bieden",
schrijft de redactie. „Ook nu,
meenen wij, kon er van de Hel-
leensehe cultuur weer een kracht
uitgaan: zonder dat zij ons de
normen zal kunnen hergeven, die
verloren dreigen te gaan, vermag
het. beeld, dat zij teikens weet te
verwekken in wie zich op de te
korten van den eigen tijd bezin
nen of zich in de oorzaken van de
huidige cultureele wanhoop ver
diepen. het bewustzijn levend te
houden aan een ideaal van har
monie en geestelijke tucht in een
wereld, waarin de mensch niet
ter wille van een hemelsch heil
aan de plichten van den dag e.n
de heerlijkheden dezer aarde kan
verzaken". Het lijkt zelfs al te pro
pagandistisch voor een tijdschrift
aflevering, maar in ieder geval is
dit laatste deel van den Centaur-
jaargang een belangwekkende
uiting van het streven in de te
genwoordige literatuur in deze
de substielste uiting van ons gees
telijk leven naar de harmonie
van het oude Griekenland, waar
van de verschijning van „Cen
taur" reeds een symptoom was.
p EN unieke prestatie heeft Jan Langedijk tijdens het twee-
daagsche kampioensfeest van den K.N.S.B. op de baan
van „Kralingen" verricht: op alle vier afstanden bezette hij de
eerste plaats. Nog nooit is het in de geschiedenis van het natio
nale kampioenschap op de lange baan voor amateurs voorge
komen, dat een rijder drie van de vier afstanden won, laat staan
alle vier. Deze prestatie is afkomstig van een man, die reeds tegen
de veertig loopt, maar was dit ook niet de leeftijd van den groo
ten Finschen schaatsenrijder Thunberg, die toen nog buitenge
wone tijden op het Noorsche staal liet noteeren?
Men redeneert foutief, indien
men de conclusie trekt, dat door
de zege van den veteraan van het
gezelschap de jongeren toch eigen
Hik niet veel gepresteerd hebben.
Integendeel. Zij allen hebben goed
en sommigen zelfs uitstekend ge
reden, maar Langedijk was nu
eenmaal in topconditie en dat is
de reden, dat Langedijk onbe
dreigd dit kampioenschap won,
voor de tweede maal in zijn
sehaatsenloopbaan- Er is nog een
feit, waaruit blijkt, dat deze stel
ling juist is. Immers als Lange
dijk den titel kon veroveren om
dat de jeugd niets bijzonders pres
teerde, dan is het onmogelijk om
zulke prachtige tijden te maken
ajs de Oud-karspélaar op beide
dagen heeft gedaan. Want men
moet in uitnemende conditie zijn
anders verbetert con rijder niet t
toch al scherp staande record op
de 1500 meter. Langedijk was ip.
topvorm, anders had hij niet zoo
dicht bij het record op de tien ki
lometer gekomen, een record, dat
wellicht ook verbeterd zou zijn
geworden, als hij niet enkele ron
den-alleen had gereden door den
val van Keyzer. Nog veel meer
argumenten zouden zijn aan te
voeren orn eon ieder to kunnen
overtuigen, welke phenomenale
prestaties Langedijk dit maal op
een Hollandsche baan heeft ver
richt. Op'den eersten dag rued hii
de 5000 meter in iets meer dan 0
De onttroonde kamp>oen Keyzer (met
witte ijsmuts) hangf Langedijk de
krans om.
min. IS sec. en op don tweeden
dag, op de 10-000 meter, noteerde
hij op de helft van den afstand 9
min. 8 sec. dus tien seconden snel
ler en nog vijf kilometer voor de
boeg.
Vingers te kort
De start in den nt tusschen Lan
gedijk. den nieuwen kampioen, on
Keyzer, den titelhouder van het
vorig seizoen, was zeer snel Key
zer verscheen aan den start met
een gezicht, dat zeide: „Ik heb
niets meer te verliezen, maar alles
te winnen. Langedijk had een ron-
denschema opgesteld met een to
taal tijd van 19 min. 10 sec. Jan
Roos gaf hem telkenmale met de
vingers te kennen hoeveel secon
den de kampioen binnen zijn sche
ma bleef. En het aantal vingers
nam toe. Vier seconden, zes secon
den, enkele ronden later, acht se-
conden, tien seconden. Roos
kwam dus vingers te kort en Hen
ry Roos moest er aan te pas* ko
men om met zijn vingers te assis-
teei'en. En toen kwam de val van
Keyzer, in de elfde ronde, nadat
dus bijna 4400 meter waren gere
den De Lierenaar wankelde even
in de bocht of keek hij le veel om
naar Langedijk.'' Keyzer was zoo
sportief om door tc rijden, rnaar
lag dadelijk een halve baan op
Langedijk achter. De rondentijden
zakten echter, want lagen deze
tijden tot aan de 5000 meter voort
durend binnen de 44 seconden, nu
kwam Langedijk steeds boven de
45 seconden on in de lfie ronde
noteerden wij zelfs 47 sec- Lange
dijk haalde Keyzer in, een pres
tatie, welke hem natuurlijk 'ot
een extra krachtsinspanning had
genoopt. En zoo reed Langedük
zijn 10.000 meter uit in den schit
terenden tijd van 18 min. 07-4 sec.
nog geen zeven seconden boven
het Nederlandsch record van Siem
Heiden (IS min. 00.8 sec. op 3 Fe
bruari 1929 te Groningen).
Officieel record
Tenslotte de record rit van Lan.
gedjjk op de 1500 meter. D? eerste
300 meter legde hij af in 30 sec.,
de volgende ronde in 39 sec- en
toen begreep hij, dat het record
kon worden verbeterd. De volgen
de 400 meter werden afgelegd in
39-4 sec. en in do laatste ronde'
maakte hij 42.6 sec-, totaal 2 min.
31 sec., waarmede hij 0.4 sec. on
der het record van Buyen bleef.
De chronometers, welke werden
gebruikt, waren van den K.N.S.B.
zelf, terwijl scheidsrechter Hoff
mann na den recordnt de baan
liet nameten, hetgeen reglemen
tair is voorgeschreven. Daarbij
bleek, dat de baan de juiste af
metingen had. zoodat erkenning
van het nieuwe Nederlandsche re
cord ongetwijfeld zal volgen-
Groot verschil
Het verschil in het eindklasse
ment tusschen Langedijk en nu
mero twee, den Eindhovenaar
Verbiesen, was buitengewoon
groot, namelijk bijna zes volle
punten. De laatste behoor! niet tot
do groep, die door don K N-S.B.
naar Noorwegen wordt uitgezon
den. doch hij zal op eigen gele-
genheid gaan, evenals de 's Gra*
vclander Kortenoever en mis
schien kan ook de Amsterdammer
Egas. die vijfde in het klassement
werd en ook niet tot de uitverko
renen behoort.1 nog voor geruimen
tijd naar het ITooge Noorden ver
trekken. hetgeen afhankelijk is
van financieeien steun van enke
le enthousiaste personen in de
schaatsensport Buvcn, die dit sei
zoen door allerlei omstandighe
den niet in vorm is, bezette de
vierde plaats. Titelhouder Keyzer
werd zesde vlak voor zijn jeugdi
gen plaatsgenoot Cecs Broekman
die een pracht igen 10.090 meter
reed (slechts tien seconden min
der snel dan Langedijk) en
wien men in de toekomst nog veel
•■crwacht.
Resteert nog te vermelden, dat
de president \an 't Nederlandsch
Olympisch Comité, luitenant-kolo
nel C. F. Pahud do Mortanges». de
«ecretaris van het N O.C-. rnr. van
den Houten, alsmede de chef de
mission voor 1018 de heer K- J- J
Lefsv op den tweed >n dag aan
wezig waren ten einde zich op de
hoogte te stellen van de krachten,
welke de K N S.B. op het oogen-
Plik bezit met betrekking tot de
•uizending, het volgend jaar, naar
de Olvmpische winterspelen te St.
Moritz.
De tweehonderd pagina's tel
lende bundel, die ver uitgaat bo
ven de waarde van een normale
tijdschriftaflevering, bevat een
belangrijke en grondige studie
over de Grieksche dichteres
Sappho van dr. J. D. Meerwalt,
verder beschouwingen van A. Ro
land Holst. prof. dr. W. E. J. Kui
per, dr. R- F. Beerling, dr. D.
Locnen. R. Blijstra en vele ande-
ren, verzen o.a. van de buiten-
landsche en hier goeddeels nog
onbekende dichters Pierre
Seghcrs, Jean Loewenson, Cayrol,
en van Hedwig Henssen, Aafjes,
Vestdijk, Corden en Nijhoff, il
lustraties van Bantzinger, Per
dok en Willink.
Het nummer is vooral ook be
langwekkend om de sterk wisse
lende appreciatie van de Griofc-
sche cultuur bij al deze schrijvers;
men vindt er alle variaties tus
schen die van den aestheet en
die van den archaeoloog.
Coenen-nummer op komst
HET literaire maandblad A d
Interim kondigt in het Dc-
bernumrner voor den nieuwen
jaargang 'n „koerswijziging" aan.
Was het oorspronkelijk de opzet
uitsluitend poëzie en verhalend
zoowel als beschouwend proza te
geven, dc aandrang van de lezers
om ook een critische rubriek op
te nemen is zoo sterk, dat de re
dactie meent niet langer tegen
stand te moeten bieden. De nieu
we rubriek, welke de Nederland
sche en buitenlandsche litera
tuur behandelt, zal op afwijkend
papier en in 'n anderen opmaak
worden gedrukt. Er wordt voorts
een bijzonder nummer aangekon
digd, dat een bloemlezing uit het
verspreide werk van Frans Coe-
non met een uitvoerige inleiding
van Mr. Barend de Goede zal be
vatten.
Het December-nummer brengt
poëzie van o.a. Gerrit Achterberg,
K. J. Zandstra, C. J. Kelk, Theo
\an Baarcn en Henk Breuker.
Daaronder treft een fantasie ihj
een doek van Marc Chagall door
Zandstra, con beeldrijk vers, vol
verbeelding, dat aldus aanvangt:
Over de donzen treden de- lucht
danst
de gesluierde klank der fijne
hoeven.
Op ht zachte vel, in de wondre
cadans
rijden de twee die niets meer
behoeven
Zij weten, zij vragen niet: waar
heen? vanwaar?
Een licht waaiend ruisen doet
onmerkbaar
vergeten: ze weten alleon nog
elkaar.
Kelk draagt een in mcnioriam
van Slauorhoff hij. Elisabeth Au-
gustin publiceert mijmeringen bij
den dood van haar Moerjer, die
gemarteld en gedood is. Maar het
zijn mijmeringen, welke een
scherp analyseerend knraketr dra
gon. Zij werden geschreven tus
schen 1913—'45, marginalia bij
leven on dood. liefde gn leed.
Eva Raodt do Canter hoeft de
honden bestudeerd en vertelt er
van in Sehastian'us Triomfator.
Verder is or proza vm Cornells
Vtlh on Mary Dorna.
Cultuurbezit behoort
het geheele volk
ITot stroven van do regeering
zal mc^r dan voorheen cr op ge-
rioht zijn door spreiding van het
cultuurbezit over het geheele land
cn door hot verlcenen van steun
aan he'ancrrijRe kunstuitingen on
hot geheele gebied van onze
cultuur deze waarden zooveel
mogelijk aan bot geheele Neder-
landsriie volk, zoowel in de pro
vinciën als in de steden, ten goe-
de tc doen komen.
r~
WJCAMPBELL, de schrijver van dit artikel, was in de dagen van den „slag om Engeland
toen de Duitsche bommenwerpers nacht op nacht de Britsche hoofdstad met brandbommen
bestookten, hoofdambtenaar van een interloc aal telefoonkantoor in Faraday Building. Dit
is het onopgesmukt relaas van de gebeurtenis sen op den avond van den 29sten December
1940, (ontleend aan „Reynold's Neivs" van 29 Dec. 1946) een verhaal van eenvoudigen
moed en plichtsbetrachting temidden van een infernaal geweld. Het ivas een van de zwaarste
bombardementen, die Londen in de elf maanden van de Blitz (Sept. '40 tot Juli '41te ver
duren had.