Londen in vlammen EEN HULDE AAN HELLAS Hoe Langedijk kampioen werd Gerbrandy breekt het verzet tegen Linggadjati Phenomenale prestaties op een Hollandsche baan Al bladerend in de tijdschriften 4 Zaterdag 11 Januari 1947, Bovenop staat een brand- i j weermanvraag mij niet hoe hij daar gekomen is en j er springt een groote straal j water van boven op de bo- j s venste verdiepingen 5 "NJACHTS, 5.45 uur in de in- S -LN terlocale telefooncentrale in Faraday Building, vlak bij de Kathedraal van St. Paul. liet ge bouw is vijf verdiepingen hoog; er werkt een staf van 520 man, waarvan overigens ongeveer een kwart vrouwen zijn. Ik zit aan mijn bureau in het midden van de hoofdschakelkamer op de der de verdieping, als er een purper- keurig d.w.z. een eerste voorloo- pig bericht binnenkomt van ter Command, dat vijandelijke •\!iegtuigofi het district Londen naderen. Precies om G.10 uur komt een pip bericht binnenkomt van Figh- observatiepost van de R A.F. op het Luchtvaartministcrie, Bush House Kingsway dat vijandelijke vliegtuigen recht boven ons zijn en dat ons gebouw direct göva.i? loopt. Kr worden vrijwilligers ge daagd om dienst te doen ui de schakelkamer op de vierde ver dieping. Zoo goed als de geheele staf biedt zich aan. De vrouwen willen ook op haar post blijven, maar zij krijgen geen gelegen heid om te kiezen, zij worden eenvoudig naar de derde verdie ping gestuurd. Nauwelijks is dit gebeurd of er is een geweldige slag tegen het venster van den liftkoker op de derde verdieping. Een brandbom IK ga met twee van de inspecteurs naar de achterzijde van het schakelbord, maar er is niets te zien van eeni- ge schade. Ik bel de brandwacht en krijg een \an de observatie posten op het dak aan het toestel. Ja zeker, hij weet het.er is zoo even een brandbom in den liftko ker gevallen en een paar Home Guards zijn hem aan het onscha delijk maken; er zijn juist twee branden op het dak gebluscht en een derde begint net, maar men is er "mee bezig. Het gebouw ligt rondom in het vuur. Hij gaat ver der: in den streek van Blak friars, the Strand. Ludgate-hill, Farring- donstreet. Cheapside en Cannon- street zien wij iedere paar minu ten nieuwe branden uitbreken. De City staat van den eenen kant tot den anderen in gloed. Ons g° bouw steekt heel erg duidelijk af tegen den gloed. Ik hang den haak op. Er wordt besloten om alle vrouwen naar de ondergrond- sche schuilkelders te sturen. De meesten vinden het heelemaal niet prettig en ik moet een depu tatie van een zestal dames, dat bepaald verontwaardigd is over het idee tot andere gedachten probeeren te brengen. „O, Adolf", denk ik, „wat heb je weinig te hopen!" Vrijwilligers 1V/TEN" is het er nu over -lVJ- eens dat de vierde verdieping in haar geheel zal worden ontruimd. Dit wordt ge daan en zes vrijwilligers worden naar de schakelkamer op de zes de verdieping van den zuidelijken vleugel, waar dezelfde signalen ontvangen worden Ms op de net ontruimde vierde verdieping. Ik ga de verschillende schakel kamers eens rond. Ieder is ge woon aan zijn werk. Een groot gedeelte van den staf zijn oudge dienden uit den vorigen oorlog. Als ik langs een van hen loop, zegt hij: „deze bombardementsaf faire doet ie zoo echt denken aan je jonge jaren, geeft je echt zoo'n luchtig gevoel, niet?" Ik lach hartelijk met ande ren om dezen kwinkslag en ver volg mijn ronde. Weer den'.: »k: „Ja, Adolf, oude jongen, je hebt je werk uitgestippeld voor je, maar je kunt het niet voor elkaar bren gen". Ik kom terug bij mijn bureau op de derde verdieping; de tele foon gaat. Headquarters Private Branch Centrale aan het toestel: „Of ik ook weet, waar de contro leur uithangt?" Neen, ik heb hem na zes uur niet meer gezien, ik zal informeeren en U terugbel len". Ik bel den portier op bij den in gang van Addle-hill, of hij den controleur misschien kort gele den heeft gezien? Ja wel, hij is op het oogenblik buiten met een paar Home Guards bezig met het blusschen van brandbommen, die gevaarlijk kunnen worden voor het sousterrain. Ik heb zoo n gevoel, dat het me een beet je te machtig wordt. Er staat niets in de voorschriften van den directeur van een telefoonkantoor over controleurs en brandbom men. Op het dak HF.T is nu 8 uur. Uit de binnenkomende rapporten blijkt, dat er reusach tige branden woeden in de stad. F.en van mijn collega's neemt mijn, plaats in en ik ga even een kop thee halen. Dit kost mij niet langer dan een paar minuten en daarom besluit ik om naar de ob servatieposten op het dak van d n zuidervieugel te gaan kijken. Dit is een gebouw van negen verdie pingen. De liften zijn buiten werking en dus loop ik op mijn gemak de trappen op. Ziezoo daar ben ik boven. De moffen zijn nog altijd bezig, daarom laat ik mij een sta len helm geven, alvorens het dak op te gaan. Nooit zal ik liet schouwspel ver goten. waar ik opeens voor kwam to staan. Wij zijn volkomen o n- ringd door vuur, in de letterlijke zin van het woord. Geweldige vlammentongen lekken over Lud- i.ito Lil 1 De kathedraal van St. Paul staat in silhouet tegen een achtegrond van dwarrelenden rook en groote rood aungeloopcn vuurkolommen, terwijl boven ons hoofd een groote bank van doffen rooden roo!« en asch hangt. De stad brandt EEN geweldige brand woedt in de omge ving van Unilever House, andere vlammen schieten uit boven de schaduwen, die over de daken van Fleetstreet rollen. Een onheilspel lende crloed reikt in de richting van Old Bailev, bij Waterloo staat ♦Je boel in lichter laaie. Er zijn verschillende vuren in Upper Thames-street en de 'oude Vader Thames weerkaatst een infernaal tafereel, dat Dante hem zou heb ben benijd. En ook verder weg aan den overkant in de buurt van London-Bridge brandt het gewel dig. Diep onder mij. in Queen Yicto- riastreet komt de brandweer aan snellen op weg naar de City, in auto's, die vanaf deze hoogte ge zien veel weg hebben van kin derspeelgoed. Wat zou de man, zoo flitst het door mijn gedach ten, die de eerste brandspuiten maakte, welke dienst deden bij den befaamden grooten brand van Londen in 16GG, wel zeggen als hij deze hazewinden van de Lon- densche brandweer met hun sta len zenuwen eens zou kunnen zien uitrukken? Hoe dit uitvinder heette, kan ik zoo gauw niet meer bedenken, maar als ik mij goed herinner, was zijn werkplaats hier ergens in de buurt, niet ver van Blackfriars in ieder geval. Een brandweerman VLAK bij het Hoofd- kwartier van het Leger des Heils in Queen Victoria- street is brand op een dak ont staan, en terwijl ik er naar kijk, schiet er van een verwarde dwar reling van zwarten rook uit een brandladder hoog in den gloed van den dakbrand. Bovenop staat een brandweerman; vraag mij niet, hoe hij daar is gekomen, en als vanuit de diepte van de schadu wen van de straat l^et gesrage ge stamp van de pompen hoorbaar wordt, springt een groote straal w ater van boven van de ladder in den vuurhaard op de bovenste verdiepingen. Ik daal weer af naar de scha kelkamers en als ik de brug naar Tc 11 A op de vijfde verdieping van het oude gebouw overga, strijken twee meisjesachtige gedaanten tangs mij heen in het halfduister. Zij hi'bben donkerblauwe pakjes aan en op hun hoofden zie ik stalen helmen met de roode ban den. die het teeken zijn van de brandwacht. Zij sleepen emmers water naar het dak, waar de ma.ineiijke led^en van de hulp- hrandweei bezig zijn de vlammen te bestrijden met hun pompen. De vijfde verdieping is bovenin den Noordervleugel van het ge bouw on op verschillende plaat sen hebben deze meisjes niets dan een glazen dak lusschen zich en de Luftwaffe. Het zijn twee van onze telefoonjuffrouwen. Al die grapjes over „Welk nummer moet U hebben" en over die juffertjes! die zitten te kletsen en theedrin ken bii hun schakelborden, lijken op dit oogenblik wel verschrik kelijk er naast. Werk gaat door lK ga verder naar be- -*■ neden, naar de derde verdieping en bespeur, dat de ka mers vol rook staan. Het bedie nend personeel zit te hoesten en hun oogen doen pijn. Zelf zet ik een ouden bril op, die ik ergens in een lade vind. om mijn oogen al thans eenigszins te beschermen. De telefoon op mijn bureau gaat Ik neem den haak op. Een abonné „Nog zoo'n paar redevoeringen van professor Gerbrandy en ik denk, dat de afbrokkeling van het verzet tegen Linggadjati een veel duidelijker feit zal zijn." (Rommel aan den anderen kant van de lijn beklaagt zich er over, dat hij al meer dan vijf minuten bezig is om „interlocaal" te pakken te krijgen; hij wil een gesprek aan vragen en hij weet vooruit, dat wij als excuus zullen aanvoeren, dat het oorlog is. maar hij weet ook. dat dit een smoes is en dat wi| hier op kantoor nog altijd be- zig zijn Kerstmis te vieren. Ver moedelijk hebben we nu net een fuif in onzen schuilkelder. Ik be tuig mijn spijt, dat hij heeft moe ten wacht, neem zijn aanvraag op on vertel hem. dat Metropolitan Exchange in Woodstreet ontruimd wordt. Het vuur vreet nu zijn weg m de. City tusschen Aldersgate en Moorgate. Tegenstellingen EN paar menschen van den staf kome'n terug van hun avondeten. Zij zit ten vol verhalen: Wren's kerk van St. Andrew, dicht bij de Wardrobe, juist naast ons, staat nu in lichterlaaie, vertellen ze mij. Het dak is ingestort en de brand weer is nu bezig het Crucifix aan het voorportaal te redden. Een stuk of wat cafés zijn bezig open te gaan. Om 7 uur waren zi| dicht gebleven vanwege het lucht alarm en het personeel zat. in de- schuilplaatsen. Maar zouden de brandweerlieden niet gebaat zijn roet een dronk? Natuurlijk. En dus voegen de buffetjuffrouwen zich bij het groote leger helpers, dat bezig is de Naziterreur te t rotseeren. Het is wel een avond-van vreem de tegenstellingen. Brandweerlie den. die hun leven wagen om een kruis uit de vlammen te redden en grapjesmakende buffetjuffrou wen, die bier serveeren aan allen, die met het reddingswerk bezig zijn. Zij bleven TJf ET is 10-30 uur. De 11 rook in de scha kelkamers begint langzaam op te trekken, er komt weer wat kleur bij het schakelbord aan den ande ren kant van het vertrek. Ik loop er heen en dan begrijp ik, waar die kleur vandaan komt: er zitten nog altijd een stuk op zes tele foonjuffrouwen te werken. Ik roep den chef even bij me. Ja ze ker. die meisjes waren niet gaan theedrinken, toen de order kwam, dat de vrouwen naar de schuilkel ders moesten, maar deze zes wa ren teruggekomen en hadden dringend gevraagd op hun post te mogen blijven. Zii waren allemaal onafgebroken op hun post geble ven van 6 uur 45 af. Hun tijd was om te 11 uur. Of ik goed vond. dat ze tot zoo lang bleven? „Ja," zeg ik. Ik zou graag tegen ze wil len zeggen, dat ze heldinnen zijn, maar ik weet, dat zij daar niets van zouden snappen en dus loop ik maar door. Tot nu toe is het afweergeschut tamelijk zwaar geweest, maar nu houdt het opeens op en hooren we een ander geluid: het gedreun \an onze jagers boven ons hoofd. Ook het gebombardeer schijnt plotseling te zijn opgehouden. Wij vragen ons af, of onze ja gers misschien de vijandelijke bommenwerpers hebben kunnen vinden dank zii den gloed van den brand en ze nu wegjagen. Hop dit zij, het is zeker, dat de Mof- fen verdwenen zijn. Aanval voorbij 'P? R komt bericht van Fighter Command: de aanval is voorbij, maar de brand woedt nog voort, breidt zich hier en daar nog uit. Wij gaan door met onzen dienst tot 7 uur 's morgens. Dan worden we afgelost door het vrouwelijk dagpersoneel, dat de nacht lig gend op slaapplanken in de schuil kelders van den Zuidervleugel van Faradaybuilding heeft door gebracht. Ik draag den dienst over aan de daginspectrice. De raiders zijn niet meer teruggekomen en ik wensch haar succes en een voorspoedigen dag. Vervolgens stap ik naar huiten, Adelle-hill in. op weg naar Wa- terloostation. Als ik Blackfriars- bridge overloop, werp ik nog een iaatsten blik op de kathedraal van St. Paul. Een roode dageraad, het werk van 's menschen eigen duivelachtigheid, kondigt dezen vijfden morgen na Kerstmis aan. De moderne Attila uit Berchtes- gaden heeft handschoen van vuur en verwoesting als een uitdaging neergeworpen voor de voeten van de meest trotsche stad ter wereld en de doodgewone Londenaars, mannen en vrouwen, hebben dien handschoen lachend opgenomen. Maar in dien lach klixkt de snik door en die lachsnik zal op den dag van de verschrikkelijke ver gelding. die komen gaat, aan den wand worden geschreven. (Uit: Reynolds News). Links en rechts staan huizen in lichter laaie. Terwijl het bombar dement nog voortgaat doen brandweermannen hun plicht: ook zij vechten mee in den slag om Engeland" Onbedoeld succes E redactie van „Centau r" (Salm. Amsterdam) vereenig- de de afleveringen 11 en 12, noemde het speelsch „Hommage k la Grèce" en nam er bijdragen in op over het geboorteland van onze beschaving van de hand van dichters, philosophen en beel dende kunstenaars. Met een posi tief doel: „In dezen tijd van ont reddering en onzekerheid schijnt het ons van belang toe onzen blik een wijle terug te wenden naar een cultuur, die in alle tijdperken van de Westeuropecsche bescha ving op onderscheidene wijzen tot de menschelijke verbeelding heeft gesproken en veelal rich tinggevend is gebleken wanneer het heden of het jongst verleden niet bij machte waren aan het practisch optreden geestelijk lei ding of houvast te bieden", schrijft de redactie. „Ook nu, meenen wij, kon er van de Hel- leensehe cultuur weer een kracht uitgaan: zonder dat zij ons de normen zal kunnen hergeven, die verloren dreigen te gaan, vermag het. beeld, dat zij teikens weet te verwekken in wie zich op de te korten van den eigen tijd bezin nen of zich in de oorzaken van de huidige cultureele wanhoop ver diepen. het bewustzijn levend te houden aan een ideaal van har monie en geestelijke tucht in een wereld, waarin de mensch niet ter wille van een hemelsch heil aan de plichten van den dag e.n de heerlijkheden dezer aarde kan verzaken". Het lijkt zelfs al te pro pagandistisch voor een tijdschrift aflevering, maar in ieder geval is dit laatste deel van den Centaur- jaargang een belangwekkende uiting van het streven in de te genwoordige literatuur in deze de substielste uiting van ons gees telijk leven naar de harmonie van het oude Griekenland, waar van de verschijning van „Cen taur" reeds een symptoom was. p EN unieke prestatie heeft Jan Langedijk tijdens het twee- daagsche kampioensfeest van den K.N.S.B. op de baan van „Kralingen" verricht: op alle vier afstanden bezette hij de eerste plaats. Nog nooit is het in de geschiedenis van het natio nale kampioenschap op de lange baan voor amateurs voorge komen, dat een rijder drie van de vier afstanden won, laat staan alle vier. Deze prestatie is afkomstig van een man, die reeds tegen de veertig loopt, maar was dit ook niet de leeftijd van den groo ten Finschen schaatsenrijder Thunberg, die toen nog buitenge wone tijden op het Noorsche staal liet noteeren? Men redeneert foutief, indien men de conclusie trekt, dat door de zege van den veteraan van het gezelschap de jongeren toch eigen Hik niet veel gepresteerd hebben. Integendeel. Zij allen hebben goed en sommigen zelfs uitstekend ge reden, maar Langedijk was nu eenmaal in topconditie en dat is de reden, dat Langedijk onbe dreigd dit kampioenschap won, voor de tweede maal in zijn sehaatsenloopbaan- Er is nog een feit, waaruit blijkt, dat deze stel ling juist is. Immers als Lange dijk den titel kon veroveren om dat de jeugd niets bijzonders pres teerde, dan is het onmogelijk om zulke prachtige tijden te maken ajs de Oud-karspélaar op beide dagen heeft gedaan. Want men moet in uitnemende conditie zijn anders verbetert con rijder niet t toch al scherp staande record op de 1500 meter. Langedijk was ip. topvorm, anders had hij niet zoo dicht bij het record op de tien ki lometer gekomen, een record, dat wellicht ook verbeterd zou zijn geworden, als hij niet enkele ron den-alleen had gereden door den val van Keyzer. Nog veel meer argumenten zouden zijn aan te voeren orn eon ieder to kunnen overtuigen, welke phenomenale prestaties Langedijk dit maal op een Hollandsche baan heeft ver richt. Op'den eersten dag rued hii de 5000 meter in iets meer dan 0 De onttroonde kamp>oen Keyzer (met witte ijsmuts) hangf Langedijk de krans om. min. IS sec. en op don tweeden dag, op de 10-000 meter, noteerde hij op de helft van den afstand 9 min. 8 sec. dus tien seconden snel ler en nog vijf kilometer voor de boeg. Vingers te kort De start in den nt tusschen Lan gedijk. den nieuwen kampioen, on Keyzer, den titelhouder van het vorig seizoen, was zeer snel Key zer verscheen aan den start met een gezicht, dat zeide: „Ik heb niets meer te verliezen, maar alles te winnen. Langedijk had een ron- denschema opgesteld met een to taal tijd van 19 min. 10 sec. Jan Roos gaf hem telkenmale met de vingers te kennen hoeveel secon den de kampioen binnen zijn sche ma bleef. En het aantal vingers nam toe. Vier seconden, zes secon den, enkele ronden later, acht se- conden, tien seconden. Roos kwam dus vingers te kort en Hen ry Roos moest er aan te pas* ko men om met zijn vingers te assis- teei'en. En toen kwam de val van Keyzer, in de elfde ronde, nadat dus bijna 4400 meter waren gere den De Lierenaar wankelde even in de bocht of keek hij le veel om naar Langedijk.'' Keyzer was zoo sportief om door tc rijden, rnaar lag dadelijk een halve baan op Langedijk achter. De rondentijden zakten echter, want lagen deze tijden tot aan de 5000 meter voort durend binnen de 44 seconden, nu kwam Langedijk steeds boven de 45 seconden on in de lfie ronde noteerden wij zelfs 47 sec- Lange dijk haalde Keyzer in, een pres tatie, welke hem natuurlijk 'ot een extra krachtsinspanning had genoopt. En zoo reed Langedük zijn 10.000 meter uit in den schit terenden tijd van 18 min. 07-4 sec. nog geen zeven seconden boven het Nederlandsch record van Siem Heiden (IS min. 00.8 sec. op 3 Fe bruari 1929 te Groningen). Officieel record Tenslotte de record rit van Lan. gedjjk op de 1500 meter. D? eerste 300 meter legde hij af in 30 sec., de volgende ronde in 39 sec- en toen begreep hij, dat het record kon worden verbeterd. De volgen de 400 meter werden afgelegd in 39-4 sec. en in do laatste ronde' maakte hij 42.6 sec-, totaal 2 min. 31 sec., waarmede hij 0.4 sec. on der het record van Buyen bleef. De chronometers, welke werden gebruikt, waren van den K.N.S.B. zelf, terwijl scheidsrechter Hoff mann na den recordnt de baan liet nameten, hetgeen reglemen tair is voorgeschreven. Daarbij bleek, dat de baan de juiste af metingen had. zoodat erkenning van het nieuwe Nederlandsche re cord ongetwijfeld zal volgen- Groot verschil Het verschil in het eindklasse ment tusschen Langedijk en nu mero twee, den Eindhovenaar Verbiesen, was buitengewoon groot, namelijk bijna zes volle punten. De laatste behoor! niet tot do groep, die door don K N-S.B. naar Noorwegen wordt uitgezon den. doch hij zal op eigen gele- genheid gaan, evenals de 's Gra* vclander Kortenoever en mis schien kan ook de Amsterdammer Egas. die vijfde in het klassement werd en ook niet tot de uitverko renen behoort.1 nog voor geruimen tijd naar het ITooge Noorden ver trekken. hetgeen afhankelijk is van financieeien steun van enke le enthousiaste personen in de schaatsensport Buvcn, die dit sei zoen door allerlei omstandighe den niet in vorm is, bezette de vierde plaats. Titelhouder Keyzer werd zesde vlak voor zijn jeugdi gen plaatsgenoot Cecs Broekman die een pracht igen 10.090 meter reed (slechts tien seconden min der snel dan Langedijk) en wien men in de toekomst nog veel •■crwacht. Resteert nog te vermelden, dat de president \an 't Nederlandsch Olympisch Comité, luitenant-kolo nel C. F. Pahud do Mortanges». de «ecretaris van het N O.C-. rnr. van den Houten, alsmede de chef de mission voor 1018 de heer K- J- J Lefsv op den tweed >n dag aan wezig waren ten einde zich op de hoogte te stellen van de krachten, welke de K N S.B. op het oogen- Plik bezit met betrekking tot de •uizending, het volgend jaar, naar de Olvmpische winterspelen te St. Moritz. De tweehonderd pagina's tel lende bundel, die ver uitgaat bo ven de waarde van een normale tijdschriftaflevering, bevat een belangrijke en grondige studie over de Grieksche dichteres Sappho van dr. J. D. Meerwalt, verder beschouwingen van A. Ro land Holst. prof. dr. W. E. J. Kui per, dr. R- F. Beerling, dr. D. Locnen. R. Blijstra en vele ande- ren, verzen o.a. van de buiten- landsche en hier goeddeels nog onbekende dichters Pierre Seghcrs, Jean Loewenson, Cayrol, en van Hedwig Henssen, Aafjes, Vestdijk, Corden en Nijhoff, il lustraties van Bantzinger, Per dok en Willink. Het nummer is vooral ook be langwekkend om de sterk wisse lende appreciatie van de Griofc- sche cultuur bij al deze schrijvers; men vindt er alle variaties tus schen die van den aestheet en die van den archaeoloog. Coenen-nummer op komst HET literaire maandblad A d Interim kondigt in het Dc- bernumrner voor den nieuwen jaargang 'n „koerswijziging" aan. Was het oorspronkelijk de opzet uitsluitend poëzie en verhalend zoowel als beschouwend proza te geven, dc aandrang van de lezers om ook een critische rubriek op te nemen is zoo sterk, dat de re dactie meent niet langer tegen stand te moeten bieden. De nieu we rubriek, welke de Nederland sche en buitenlandsche litera tuur behandelt, zal op afwijkend papier en in 'n anderen opmaak worden gedrukt. Er wordt voorts een bijzonder nummer aangekon digd, dat een bloemlezing uit het verspreide werk van Frans Coe- non met een uitvoerige inleiding van Mr. Barend de Goede zal be vatten. Het December-nummer brengt poëzie van o.a. Gerrit Achterberg, K. J. Zandstra, C. J. Kelk, Theo \an Baarcn en Henk Breuker. Daaronder treft een fantasie ihj een doek van Marc Chagall door Zandstra, con beeldrijk vers, vol verbeelding, dat aldus aanvangt: Over de donzen treden de- lucht danst de gesluierde klank der fijne hoeven. Op ht zachte vel, in de wondre cadans rijden de twee die niets meer behoeven Zij weten, zij vragen niet: waar heen? vanwaar? Een licht waaiend ruisen doet onmerkbaar vergeten: ze weten alleon nog elkaar. Kelk draagt een in mcnioriam van Slauorhoff hij. Elisabeth Au- gustin publiceert mijmeringen bij den dood van haar Moerjer, die gemarteld en gedood is. Maar het zijn mijmeringen, welke een scherp analyseerend knraketr dra gon. Zij werden geschreven tus schen 1913—'45, marginalia bij leven on dood. liefde gn leed. Eva Raodt do Canter hoeft de honden bestudeerd en vertelt er van in Sehastian'us Triomfator. Verder is or proza vm Cornells Vtlh on Mary Dorna. Cultuurbezit behoort het geheele volk ITot stroven van do regeering zal mc^r dan voorheen cr op ge- rioht zijn door spreiding van het cultuurbezit over het geheele land cn door hot verlcenen van steun aan he'ancrrijRe kunstuitingen on hot geheele gebied van onze cultuur deze waarden zooveel mogelijk aan bot geheele Neder- landsriie volk, zoowel in de pro vinciën als in de steden, ten goe- de tc doen komen. r~ WJCAMPBELL, de schrijver van dit artikel, was in de dagen van den „slag om Engeland toen de Duitsche bommenwerpers nacht op nacht de Britsche hoofdstad met brandbommen bestookten, hoofdambtenaar van een interloc aal telefoonkantoor in Faraday Building. Dit is het onopgesmukt relaas van de gebeurtenis sen op den avond van den 29sten December 1940, (ontleend aan „Reynold's Neivs" van 29 Dec. 1946) een verhaal van eenvoudigen moed en plichtsbetrachting temidden van een infernaal geweld. Het ivas een van de zwaarste bombardementen, die Londen in de elf maanden van de Blitz (Sept. '40 tot Juli '41te ver duren had.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 4