LUC VAN DAM eertijds eenzaam
op groote hoogte
Waar poppen doen als menschen
Freekjes vreemde avontuur (2)
SCHAAKRUBRIEK
DAMRUBRIEK
Van poppenfilmstad in
't Gooi kan niets komen
Viermaal per week
over den Oceaan
Hare Majesteit in
Kriterion
Inbraak met muziek
Zijn laatste kans
Een verhaal voor onze jonge lezers
J. van
onder leiding van B. Springer
Eduard van Beinum
9Tloohd
onder getuige
„Duar zie ik
het park!"
Thuis brandde
nog licht
onder leiding van A. van Steenis
1
VtJ
Si
is
m
De slechtste jury
Zaterdag 18 Januari 1947
3
Irt de Beursstraat, terzijde van de Beurs
in Amsterdam, staat 'n huis. In dat huis
werken drie en dertig jonge kunstenaars.
Zij ontwerpen en maken décors, boet-
seeren, teekenen poppenfiguurtjes, maken
poppenlijjjes, spreiden hun kennis op het
gebied van de mode ten toon, filmen en
experimenteeren. Zij allen met elkaar
maken de poppenjilms, waarvan men er
onlangs een in de bioscoop heeft kunnen
zien („The big four") en die men in den
eerst komenden tijd nog wel meer zal
zien. De ideeën voor de films ontspruiten
aan liet brein van joop Geesink.
Een der medewerkers van Joop Geesink legt de laatste hand
aan de „slee'* uit de poppen-trucfilm ,,The big four".
Vijfduizend beelden
in drie minuten
HET liprt voor de hand, dat er
heel wat komt kijken voor een
poppenfilmpje kant en klaar '8.
Zonder in kleinigheden te treden,
willen wij iets over de totstandko
ming van zoo'n filmpje vertellen.
De poppon zijn doorgaans van een
grootte van pl.m. vijf en twintig
centimeter en het huis, waarin zij
„wonen" is natuurlijk aan hun leng
te aangepast. Wij zagen voor een
nieuw filmpje een interieurtjo
(doorsnee pl.m. 7ft cm.) met een
bank, een kaptafel en allerlei he-
noodigdhedon voor een mondain
dametje.
De poppen zijn beweegbaar en
kunnen in iederen stand worden ge
zet Wil men dus een pop laten loo-
pen, dan moet van iedere beweging
en eiken stand een filmopname ge
maakt worden.
Voor „The big
four" zijn 4040
opnamen ge
maakt en deze
worden in een
tijd van drie mi
nuten vertoond.
Voorloopig zal
men wel geen
poppenfilms van
vóél langeren
vertoonings-
duur kunnen
verwachten.
„The big four"
had een lengte
van 95 meter en
„De drio muske
tiers", dio thans
in opdracht van
Philips gemaakt
wordt, is 55 me.
Een figuur ui, ..De tf V,3"
drie musketierslaatstgenoemde
film, welke niet
in ons land vertoond zaf worden
(Philips werkt immers voornamelijk
voor den export), zullen 150 copieën
in 25 talen gemaakt worden.
Mogelijkheden
JOOP GEESINK vertelde ons een
en ander over de mogelijkheden
op het gebied van de poppenfilm in
ons land. Jammer genoeg zijn er
maar weinige. „Mijn bureau is bere
kend op 20 films per jaar, maar
wanneer ik er iedero maand één
kor maken, zou ik al blij zijn. In
ons land zijn eehter weinig bedrij
ven. die zich do kosten van een
dergelijke reclame kunnen permit-
tceren. Het eerste exemplaar van
een film als „The big four"' komt,
zoo vernamen wij, op f 12.000, maar
wanneer men meer copicen wenscht,
komen er natuurlijk ettelijke hon
derden guldens bij. Zoodoende is
hier weinig afzetgebied. Engeland
beschouwt, in dezen tijd reclame min
of meer als luxe en weigert Brit»
De Rott. Graanstudioclub ver
toonde voor haar leden de K.L.M-
film „Transatlantische Vlucht",
welke voorafgegaan werd door
een causerie van den heer V. II.
L. Dubourq. chef van den Noord-
Atlantischcn dienst van de K.L.M.
De heer Dubourq zeide, dat de
K.L.M., die met groot© Ameri-
kannsche luchtvaartmaatschap,
pijen samenwerkt, in den komen
den zomer in plants van twee-
viermaal op Now York zal gaan
vliegen, terwijl men ook zal trach
ten dezen dienst tweemaal in
plaats van nu eenmaal, op Cura
sao door te trekken. Wanneer de
door de K L.M. bestelde DC G's in
gezet kunnen worden, zal men
d a g e 1 ij k s op New York gaan
vliegen.
De Amerikaansche luchtvaart-
imaatschappijen hebben een sche
ma ontworpen, waarbij men 88
[vluchten per weck heen en weer
naar Europa zal kunnen uitvoe
ren, hetgeen een vervoer van der
tienduizend passagiers per maand
bcteckent. Men hoopt in een tijdsl
verloop van vijf a tien jaar den
passageprijs van f 950 tot 300
terug te kunnen brengen.
H.M. de Koningin heeft Donder
dagavond 'n bezoek gebracht aan de
Studentenbioscoop ..Kriterion" to
Amsterdam H.M. werd o.m. bege
leid door den Burgemeester en
diens eehtgenoote en door prof. dr.
J. M. Romein en mevr. A. Romein-
Verschoor. Zij nam plaats op do
eerste zyloge, midden tusschcn het
publiek.
Na afloop va:, de hoofdfilm „ïwan
de Verschrikkelijke" van den Rus.
Rschen cineast Eisenstein liet H.M.
zich in den fojrer den studentenstaf
voorstellen.
H Zij vorklaarde do film visueel zeer
Imponeerend te hebben gevonden,
maar de besluiten door de hoofd
personen werden wel uiterst snel
genomen.
schen opdrachtgevers daarvoor de
viezen te verstrekken. Daar komt
dan nog hij, dat men in ons eigen
land onvoldoende begrip heeft Voor
do mogelijkheden, die in de poppen-
filmindustrie zitten. Do poppenfilm*
is nog jong en experimenten wijzen
er op, dat er zich allerlei perspectie
ven operten. Wel zijn er ook op
financieel gebied in Nederland groo
te moeilijkheden, maar, zoo zeide
ons de heer Geesink, de Nederlan.
der is nu eenmaal zoo, dat hij pas
het nut en do waarde .van iets in
ziet, wanneer andere landen het ja
ren eerder hebben ingezien....
Wat heb je er per slot van re
kening aan, als ze allemaal tegen je
zeggen: dat is leuk, terwijl er ver
der niets gebeurt?
Wanneer zo je iederen dag
een klap op den schouder geven,
maar meer niet, dan verdient men
daar ook nog geen boterham mee,
enneU ziet, ik hen een dik
mannetje, en heb heel wat noodig.
Dus. IJ gaat straks naar het
buitenland?
Het zal er wel van moeten ko
men. Dolgraag zou ik hier met mijn
menschen blijven. Ik heb plannen
en ideeën genoeg: in 't Gooi een
poppenfilmstad en wat niet al. Op
her oogenblik probeer ik het te
redden dank zij opdrachten uit
Scandinavië en Zwitserland, die
scheutiger zijn met hun deviezen.
Jifaar van een groot bedrijf in Ne.
\jerland zal toch niets kunnen ko
menDan maar naar Amerika.
U gaat ook kinderfilms maken?
Nou voorloopig niet, maar ik
heb een aanbod gekregen uit Ame
rika. Eén schrijfster zou graag een
hoek, dat speelt in Holland, voor
de film bewerken. Dat zou dan een
film worden van tien minuten.
•Wij hebben het gehoord en ge
zien. In de Beursstraat in Amster
dam werkt een enthousiaste schare
menschen. Hun nieuwste producten
zijn binnenkort te zien en evenals
„The big four" zullen zij aanspraak
maken on onze bewondering en
waardecring.
Albert de Grande, een caféhou
der in Chicago, glimlachte goed
keurend, toen een van zijn klan
ten die blijkbaar een groot mu
ziekliefhebber was, anderhalf uur
lang het eene muntstuk na het
andere in de muziekautomaat in
zijn café liet vallen.
Nadat de man vertrokken was,
bracht De Grande een leege bier
ton naar zijn kelder en ontdekte-
dat tijdens het nonstop muziek
programma dieven de spijlen voor
het raam van zijn opslagplaats
hadden weggezaagd en er van-
door waren gegaan met 13 kisten
whisky.
Prof. Kripps, 1ste dirigent v. d
Weensche Opera bevindt zich op
een concert-tournee in Moskon.
Kripps is vol lof over het Russisch
Staatsorkest en over de aandacht
vaD het concerthezoekende publiek.
Sportfiguren van j
vroeger en nu
/"Y NDER dezen Wel stellen wij
ons voor op gezette tijden
enkele bekende sportfigurenyan
vroeger en nu" eens onder de
loupe te nemen. Uct komt regel.
matig voor dat een of andere be-
langrijke figuur op sportgebied
zich plots in het licht, der door
het publiek op hem gerichte felle
schijnwerpers treedtterwijl
daarnaast ook sportsmen uit het
grijze verleden, wier namen aan
het verbleken zijn, soms aanlei- j
ding geven om hun sportleven
levensloop eens nader te bezien.
Wij openen deze serie met onzen
Nederlandse/ten bokser Luc van
Dam, den meest bekenden bokser
dien ons land heeft voort ge-
bracht en die Zondag zijn laatste
kans om nog mee te gaan tellen
op de internationale „markt" te j
Parijs krijgt te verdedigen.
In Leiden is het eerste inter
academiale thenlogoncongrcs na
den oorlog gehouden. Wijdings
diensten werden geleid door prof.
dr. W. J. Kooiman uit Amsterdam
en ds. mr. D. C Mulder uit Leiden.
Referaten werden gehouden door
ds S. J. Popma. studentenpredi.
kant en prof. dr. C. J. Bleeker, bei
den te Amsterdam.
den zijn overwonnen. Morgen,
Zondagmiddag, komt Luc van
Dam in het „Paleis des Sports"
uit tegen Annesade Diouf, een
Franschen kleurling, die in 1946
middengewichtkampioen van
ïyV zijn al vele groote dagen geweest in het leven van Luc van
■L-s Dam, onzen besten beroepsbokser in het middengewicht.
Morgen zal het weer een groote dag voor hem zijn. De belang
stellenden in de bokssport weten het: de oorlogsjaren hebben de
loopbaan van den populairen Rotterdammer ongunstig beïnvloed;
hij heeft zich in dien tijd niet kunnen ontwikkelen tot een hoogte,
die hij in normale omstandigheden vrij zeker had kunnen be
reiken. En daarom is hij op dit oogenblik in zijn gewichtsklasse
wel de ongenaakbare in Nederland, maar nog niet de alom ge
vreesde in het buitenland.
TOEN Van Dam in 1933 zijn
loopbaan als professional be
gon, was hij nauwelijks 18 jaar.
Hij behaalde vele overwinningen
en ook gedurende den oorlog volg
de het eene succes na het andere.
Luc bokste minstens acht maal
tegen Diesen tegen Van Loon,
tegen Elten en steeds wpn hij zon
der veel moeite. Van Dam heeft
krachtige, gespierde beenen, maar
in figuurlijken zin waren die toch
niet sterk genoeg om de weelde te
dragen. Geheel onbegrijpelijk is
dit niet.
Van Dam was een eenzam? op
groote hoogte. Zijn wedstrijden
eischten weinig voorbereidingen,
want hij behaalde zijn overwin
ningen toch wel. Was het wonder,
dat zijn training verslapte?
De eerste nederlagen
NA den oorlog vervolgde Luc
van Dam zijn zegetocht. Hij
versloeg in Augustus 1945 Wiljy
Quentemeyer (het titelgevecht),
dwong in September Nico Diessen
tot opgeven, schakelde in Novem
ber den Belg Andrésabille uit.
tot hij op den voor hem onverge-
telijken Decemberavond in het
Amsterdamsche Concertgebouw
op dien verbijsterd harden coun
ter van Léon Fouquet liep, die
hem minutenlang naar het land
der droomen zond. Voor het eerst
van zijn leven was Luc van Dam
knock out gegaan. Toch was ook
dit een groote dag voor Van Dam.
De nederlaag moest hem tot in
keer brengen. En dat sdheen ook
aanvankelijk het geval.
Drie Belgen werden in de eerste
maanden van 1946 verslagen: An
drésabille door k.o. in de zesde
ronde, Myny door k.o. in de vierae
ronde, Anneet gaf het op in de
zesde ronde. De Luxemburgscne
kampioen Schiltz, verloor op 1
April 1946 in de Rotterdamsche
Rivièrehal door interventie van
den scheidsrechter.
Dan volgt op 9 April de tweede
débacle. In Parijs gaat hij nog
maals knock-out tegen Dauthuille.
Maar Voor de tweede maal richt
Van Dam zich op, ook in moree-
len zin. Op 18 April wint hij op
punten van den Belg Lemmens,
28 Mei verslaat hij den Franscli-
man Toniolo op punten, op 9 Juli
den Engelschman Billy Stevens.
De onbesliste strijd op 7 Augustus
tegen zijn vroegeren overwinnaar
Laurent Dauthuille. rehabiliteert
hem nog niet geheel, maar geeft
hoop. Nadien is er nog de wed
strijd" geweest tegen Dorus Elten,
in November te Amsterdam, waar
in de zwaargewicht zich vrij ge
makkelijk gewonnen gaf. Noch in
Nederland, noch in het buiten
land is onze nationale kampioen
na dien datum in wedstrijden uit
gekomen. Er volgde een korte
periode van rust en daarna een
maandenlange serieuze training.
Eindelijk is het nu zoo ver. Vele
deviezen- en andere moeilijkhc-
Zal Luc van Dam zijn kans benutten?
Frankrijk was en die ook op dit
oogenblik nog als zeer sterk ge
klasseerd staat.
Komt Van Dam zegevierend uit
den strijd, dan zal nog Zondag
avond zijn manager en promotor,
Theo Huizenaar, een nieuw con
tract voor hem afsluiten voor een
volgenden wedstrijd, eveneens in
Parijs, met een nog onbekenden
tegenstander. Zelfs is de moge
lijkheid niet uitgesloten, dat er
binnenkort een gevecht zal wor
den georganiseerd om den Euro-
peeschen titel tusschen Van Dam
en den Franschen kampioen.
Marcel Cerdan. Maar dan zal de
Nederlandsche kampioen echter
op ondubbelzinnige wijze moeten
toonen, wat hij werkelijk waard
is. En wel direct, morgen aan den
dag. Want dit is duidelijk, dat het
gevecht tegen Diouf een van de
laatste kansen is, die hij krijgt
om zich alsnog op de internatio
nale „markt" te doen gelden.
Debuut van De Bruin
In hetzelfde programma, waar
in Van Dam bokst, zal ook een
andere Rotterdammer. Jan de
Bruin, uitkomen tegen Ali Belaid,
eveneens een kleurling, die al van
den Amsterdammer Nol Klein
heeft gewonnen en van Jan Nlco-
laas op punten heeft verloren. Dit
geeevht is De Bruin's debuut in
het buitenland Het is daarom te
hopen, dat nervositeit hem geen
parten zal spelen. Hij schijnt zich
bovendien niet geheel fit te voe
len. zoodat we van zijn succes
niet overtuigd zijn. Een overwin
ning zou ook voor hem een nieu
we kans in het buitenland betee-
kenen.
door
\7ORIGE week heb ik
v hoe Freekje
verteld
het Utrechtse
jongetje, flat wat meer van de
wereld wilde zien, in een verhuis
auto kroop" en er in Amsterdam
niet uit kon komen Een „rooie"
en een zwarte verhu »r brachten
hem 's nachts naar I treoht terug.
Op de Catharijncsingel zette de
zwarte hem uit de wagen en
Freekje moest zelf maar trachten
thuis te komen. Freekje zocht
naar een „smeris", maar vond er
geen. Toen ging hij op de stoep
van het Jaarbeursgebouw zitten
en huilde om zijn moeder.
Toen geschiedde
het wonder...
TOT nu toe is er niets bijzon
ders geschied wat Freekje
beleefde kunnen alle weggelopen
of liever weggereden jongetjes
meemaken. Maar wat nu gebeur,
de is zo vreemd, dat ik het nooit
zou geloven als ik, die tot heel
laat in de nacht had zitten schrij
ven cn nog wat na droomde, het
niet zelf gezien had.
Freekjo dan zat te snikken op
de stoep voor de Jaarbeurs cn
geen mens zag iets van zijn ver
driet. Inderdaad, geen mens, maar
wèl do oude Domtoren. Die had
juist half vier geslagen toen hij
dat snikkende hummeltje zag zit
ten.
„Wat is dat nou," bromde hij,
„wat zit daar nou?" En hij boog
zich diep voorover om beter
kunnen zien- Hij boog zo diep tot
hij met z'n windwijzer boven het
Vreeburg hing. ,,Hé, jongetje,"
fluisterde hij „wat doet jij daar?"
Freekje keek verheugd op, maar
zag niemand. De Dom boog nog
dieper tot de windwijzer de grond
raakte.
„Wat is dat nou?" riep Freekje
op zijn beurt. „Wie ben jij?"
„Ik ben do Dom," gonsde het
metalig, „wat doe jij daar?"
Freekje was zo blij eindelijk
wat aanspraak te hebben dat hij
er zich helemaal niet over ver
wonderde dat de oude toren
met hem spnk, dus vertelde hij
de hele geschiedenis.
„Tja", zei de Dom en beierde
zachtjes, „je bent natuurlijk on
gelofelijk dom geweest, nog dom
mer dan ik. Maar met standjes
schieten we niets op. Jo moet
naar huis".
„Ja", zei Freekje, „naar m'n
moeder."
„Je woont in de Prins Hendrik-
laan, zei je, niet?", vroeg de
Dom, „waar hangt die uit?"
„Bij 't park", zei FTeekje.
„Nou weet ik nog niets, want
erg ver kan ik niet tien, hè, daar
ben ik te oud voor. We zullen
moeten zoeken, maar hoe?" En
weer beierde hij zachtjes en
zweeg toen. Freekjes hartje bons
de van spanning.
Abel Verse, démkampioen van
Parijs in dft jaar, is voor mij geen
onbekende. Afkomstig uit Vienne
(dep. Isère) maakte hij in Lyon, als
bediende bij de Banquo de France,
kennis met Bonnarcl en de „Damier
Lyon na is". In 1925 Verse was
toen achttien jaar ontmoette ik
hem daar. Hij had toen een zeer
persoonlijken stijl en het was moei.
lijk vafc op hem te krijgen. Reeds in
1926-'27 speelde hij, samen met zijn
vriend King, blindpartijen. In 1932
verloor ik zelf een partij van hem,
zocdat zijn overwinning in Parijs
voor mij geen verrassing was.
Hieronder een party van den
nieuwen kampioen uit dezen wed
strijd. Abel Verse (Wit)—Aubier
(Zwart).
1 34—30, Verse speelt deze ope
ning met voorliefde. 1.—, 17—21; 2
30—25, 21—26; 3 35—30, 16—21; 4
31—27, 11—16; 5 30—24. Het oplos
sen van schijf 35 is een stokpaardje
van den nieuwen kampioen 5.
20x29: 6 33x21, 19x30: 7 25x34, 6—
11:8 39—33, 11—17: 9 44—39, 1—6;
10 49—44, 17—22: 11 33—28, 22x3$:
12 39x28, 7—11: 13 38—33, 14—19;
14 44—39, 19—24: 15 50—44. 10—
16 43—38, 5—10; 17 37—31, 26x
3718 42x31, 21—26; 19 47—42, 26x
37 20 42x31, 14—19; 21 41—37. 10—
14; 22 16—41, 18—23; 23 48—43,
Wii speelt zeer consequent. 23.—.
1217; 24 34—29, 23x34; 25 40x20,
15x24; 20 28—23, gaat probecren
nieuwe linies te betrekken om ter.
rein te winnen 26.19x28; 27 33x
22, 17x28; 28 32x23, 8—12; 29 45—
40, 1318; Zwart zoekt 23 te isolee-
ren, maar doet. dat °P primitieve
manier, 24—30 was beter. 30 39—34,
18x29; 31 34x23. 9—13; 32 43—39,
13—18: 33 39-34, Jtx29: 34 34x23,
4—9 35 37—32. 9-j|f?; 86 38—33!
Listig gespeeld. Dreigt 33—29. 32—
28, enz. waardoor ook tevens 13—18
belet wordt. 36.28?? Merkwaar
dig geval van damblindheid. Ziet
wel de combinatie naar veld 7 in
dien hij 1318 speelt, doch niet liet
zetje dat nu komen gaat. De juiste
zet was nog steeds 36.24—30;
om te trachten 23 te omsingelen.
37 33—29, natuurlijk. 37.—, 24x33;
38 32—28. 33x22; 39 27x20, 3—9; 40
23—19, 16—21: 41 41—37, 21—26;
42 19—14, 8—13; 43 14x3, 13—19;
41 3x21, 26x17; 45 31-27, Z*art
geeft op.
Eduard van Beinura is na de ziek
te, die hem in Parijs overviel, voor
de eerste maal weer opgetreden
voor het Concertgebouworkest in
Amsterdam. Hij word met e^n geest
driftig applaus verwelkomd. Tlij
verklaarde aan pers\ ertegenwoor.
digers desgevraagd dat hij zich nog
niet voor de volle 100 pet. kan ge
ven, daar de ziekte hem danig beeft
aangegrepen. Niettemin hoopt hij
het zware programma, dat hem in
de komende weken wacht, volledig
te kunnen uitvoeren.
Do afdeeling voof cinematogra
phic der UNESCO heeft een uitwis
seling van technici georganiseerd
tusschen de verecnigde landen.
Feuilleton
door Anthony Berkely
69
(^.EDURENDE vijf minuten over-
stelpte zij mijnheer Chitterwick
met een vloed van woorden, zoodat
deze moest, wachten, voordat hij zijn
volgende vraag kon stellen, „Wel, in
dien zij niets bestelden. vMet U dan
misschien ook, of U nog iets anders
dan het kopje van den man van tafel
hebt weggehaald?"
„Neen. alleen maar dat kopje. Hij
gaf het mij in de hand en
„Nadat hij vertrokken was. hebt U
dus niets meer van het tafeltje ver
wijderd? Een leeg medicijnfleschje
bijvoorbeeld?"
„En waarom denkt U, dat ik dit
deed?" vroeg de kellnerin wantrou
wend. „Alles, wat ik weet, heb ik al
aan de politie verteld"
Mijnheer Chitterwick haastte zich.
haar wantrouwen weg te nemen en
waagde het daarna zijn volgende
vraag te stellen. „En voor zoover U
weep is er niemand aan haar tafeltje
geweest, nadat de man vertrokken
was?"
„De politie heeft me hetzelfde ge
vraagd en ik heb toen verteld, dat dit,
voor zoover ik op het tafeltje gelet
heb. niet het geval was. Maar een
eed zou ik er natuurlijk met op kun
nen doen. We hebben het ved te druk
om op een enkelen gast in het bijzon
der te letten".
„Ja, dat begrijp ik", zei mijnheer
Chitterwick. terwijl zijn teleurstelling
groeide. Op geen van de twee be
langrijke vragen, die hij gesteld had,
had hij een bevredigend antwoord
ontvangen.
Het gesprek stokte een oogenblik
en hij vroeg zich al af of er nog iets
anders was. dat hij te vragen had.
„Het is eigenlijk grappig, dat U
over likeur sprak", verbrak de kell
nerin het stilzwijgen.
„Eh". schrok mijnheer Chitterwick
„Ik zei. dat he» grappig was. dat U
over likeur sprak, omdat het me
plotseling aan iets deed denken"
„Waaraan dan?"
„Ik geloof eigenlijk niet", zei de
kellnerin weifelend, „dat het be
langrijk is".
Mijnheer Chitterwick haastte zich
haar er van te overtuigen, dat. het be
slist de moeite waard zou zijn.
„Ja. ik heb er tegen de politie niet
over gesproken, omdat het me op dat
oogenblik ontschoten was; maar ik
herinner me nu. dat ik op een gege
ven oogenblik een likeurglas op haar
tafeltje heb zien staan Nu U over li
keur sprak, dacht ik daar weer aan".
„Zag U zag U een likeurglas op
juffrouw Sinclair's tafeltje staan?"
stootte mijnheer Chitterwick. wit van
opwinding, uit.
„Wel. dat 'S juist hef grappige. Ik
kan het niet werkelijk gezien hebben,
want toen ik een minuut later weer
naar het tafeltje keek, stond het glas
er niet. zoodat ik het waarschijnlijk
gedroomd zal hebben Maar het was
grappig, dat U juist over likeur moest
Gpreken, vindt U niet?"
Mijnheer Chitterwick. die het hee-
Icmaai niet zoo grappig vond, maakte
zich op om achter de feiten te ko
men. Het was geen gemakkelijke
taak. want hij wilde het meisje niet
laten weten, hoe belangrijk haar me-
dedeeling was. En daar zij zelf dacht
een hallucinatie te hebben gehad
oordeelde mijnheer Chitterwick het
maar beter, haar in dien waan te la
ten. Ten slotte slaagde hij er in het
volgende uit haar te krijgen:
Kort nadat juffrouw Sinclair's met
gezel haar verlaten had. was de kell
nerin langs het tafeltje geloopen om
te zien of het kopje van juffrouw Sin
clair al leeg was. daar zij het dan
had meegenomen. Daar de koffie nog
niet op was ging zij met haar verdere
werk door. Daarbij drong vaag tot
haar door. dat zij op het tafeltje ook
nog een glas met een geelachtige li
keur had zien staan. Toen haar blik
een paar minuten later weer even op
het tafeltje viel. zag zij het glas ech
ter niet meer en later vergat zij het
geheele voorval
(Wordt vervolgd).
„Ik heb 't", jubelde de Dom,
„dat is 't, natuurlijk-"
„Wat?", vroeg Freekje.
„Pak jc stevig vast aan het
grote kruis onder niljn windwij
zer dan gaan we zoeken. Ik zal
langzaam over de stad 'zwaaien
en als jij het park ziet roep jo
„Ho!", dan buig ik weer verder
omlaag en laat ie op de grond
zakken. Afgesproken?"
„Okec", zei Freekje, die dat
rare woord wel eens van Annie
had gehoord cn hij greep zich
vast aari het grote kruis. Lang
zaam richtte de Dom zich op cn
Freekje zweefde wel 25 meter
boven de daken.
„Zie jc al wat", vroeg de Dom.
„Wel wat", antwoordde Freek
je. maar niet het park. Ik zie
allemaal grachten. Ik dacht, dat
alleen Amsterdam grachten had,
dat heeft Annie tenminste ver
teld".
„Amsterdam, dat is die stad
van de Westertoren, niet? Daar
babbel Ik nog wel eens '.'nee. als
het erg mooi weer is. Ja, daar
hebben ze meer water dan hier,
maar ook Utrecht heeft mooie
grachten, hoor. Nou, ik zwaai
verder".
„Niks, hoor, geen park", riep
Freekje, „Verder!" en de Dom
gehoorzaamde. Toen
JA, ik zio 'na", juichte Freek
je, „heel in de verte allemaal
bomen. Daar moet het zijn!"
De Dom boog dieper door om
ook te kunnen zien. Verlicht door
do lantaarns zag hij inderdaad
ver weg het park liggen. Maar
hoe kon hij Freekje daar neer
zetten?" 's Proberen", dacht hij.
Hij ging op zijn stenen tenen
staan, rekte zich uit. verder en
verder, werd wel drie rnaal zo
lang als anders cn liet toen
Freekje zachtjes op de grond
zakken, vlak hij de Koningslaan.
„Kan je hot nu verder vin
den?". vroeg hij.
„Nou. jen of", zei Freekje, „ik
woon vlak om do hoek. Dank jo
wol, lieve Dom!"
„Da's wol goed", bimbamde de
Dom, udc groeten. En neem oen
goede raad van mij aan: haal
nooit meer zulke rare streken
uit. Wat zal je Moeder ongerust
zijn!"
Nee maar, daar had Freekjo
nog niet eens aan gedacht. „Denk
je?", vroeg hij.
„Nog al logisch, dat zijn allo
moeders toch altijd als de kin
deren zoek zijn!"
„Dan ga ik maar gauw naar
huis. A'dio!"
„Slaap ze", zei de Dom en
ging met een zwaai weer rechtop
staan.
FREEKJE rende naar huis en
zag, dat er licht beneden
brandde. Omdat hij nog te klein
was om aan te bellen klopte hij,
nis gewoonlijk, op het raam.
„Dat is Nm", hoorde hJ.j moeder
roepen en een wip later vloog do
deur open en Freekje in Moeders
armen.
Dat was een lachen, huilen,
zoenen cn standjes govèn, alles
door elkaar. Vaders voorhoofd
zal vol bo7.e rimpels, maar zijn
ogen lachten. Annie mompelde
iets waar „joch" in voorkwam.
Hoewel het al vier uur was
moest Freekje nog alles vertel
len. En denk je, dat vader, moe
der en Annie dat van dc Dom
geloofden? Net zo min als jij»
maar als je Freekjo eens tegen
komt moet ie hem zelf oiaar
eens vragen of het niet waar is!
Ln Freekje? Als die met zijn
moeder „de stad in" gaat en dan
langs de Dom loopt, dan kijkt hij
altijd omhoog, knikt heel vrien
delijk en eens geloofde hij. dat
de Dom zachtjes „Adio" terug
beierde.
Oplossing probleem 25ste rubriek:
1. Th6—fg5: 2. H4 (neemt zwart met
een van beide pionnen dan volgt
mat met den toren, op ef2: of Kh2
volgt hg5: mat). 1.f52. f4 op
gf3: volgt Tgl mat op tf3 volgt
hg3: mat. 1, ef2:; 2. Tf5g3; 3.
hg3: mat.
De Pool Najdorf was bij het uit
breken van den oorlog, tot zijn ge
luk, deelnemer aan het tournooi in
Buenos Aires cn is daar gebleven.
Hij is een schaker van groot kaliber
Als simullaanspelcr is hij ongeëven
aard. Hij heeft het wereldrecord
blindspel op zijn naam met. 40 par
tijen! De jonge Pilnik, ook een re
fugee uit Oost-Europa heeft in Ar
gentinië' het schaken geleerd. Tot
welke hoogte h;i is gekomen blijkt
uit onderstaande partij van 1942.
Beide spelers houden van verwikke
lingen, gaan dus vaak niet in op vcr-
envoudiging van de stelling en krij
gen zoo een partij met duizelingwek
kende mogelijkheden. Ik laat de uit-
roepteekens, die na den 16den zet
bij eiken zet bchooren te staan,, weg.
C^ro Kann. Wit: H. Pilnik, Zwart:
M. Najdorf.
c4c6; 2. d4d5; 3. Pc3—dc4:; 4.
Pc4:Pf6 (om den dubbelpion tc
voorkomen speelt men eerst wel
Pd7); 5. Pf6:cf6: (aanbevolen wordt
gf6:): 6. c3Ld6; 7. Ld3—0—0: 8.
Dh5 (bij beginnende spelers zouden
wij waarschuwen: ontwikkel eerst
vni' f O H<* Dom- nur vorrp
met
KW M
//f -| 'f
y>it
mm
Een tweezet van S. Schreibcr Fiume
uit „L'ltalia Scacchistica".
brengt)g6; 9. Dh4c5: 10. Pe2
Pc6; 11. Lh6—f5 12. Lg5—Db6; 13.
00cd4:: 14. cd4:Tel? (Zwart
verwaarloost den koningsvleugel);
15. Lc4 (nu kan Le6 niet meer we
gens d5)h5; 16. TaelTe4 (maakt
schijnbaar een einde aan Zwart's
aanval, maar nu begint het eerst
recht. Bijna elke stand, die nu volgt
is een studie waard); 17. Pf4Dd4:;
18. Tc4:£e4: (na Del: laat Pg6: de
zwarte pionnenslelling op den ko
ningsvleugel in hopclooze conditie);
19. Ph5:gh5.; 20. Lf6-Dc5 (na
Dc4: beslist Dh5.); 21. Tdl—Kf8 (nu
openen zich nieuwe perspectieven
met Td8); 22. b4 Dame of paard
moet weg)—Pb4:; 23 Dg3 (het lijkt
een probleem, op Lg3: volgt Td8
mat)—Lg4: 24. Td6:—Pd3; 25. Ld3:
Del 26. LflTc8 (ziet er on
schuldig uit, maar verbergt een lis
tigheid); 27. h3Dfl28. Kh2
(op Kfl: volgt Tel mat)Del; 29.
hgl:—hg4:; 30 Dg4:—Dh6 31.
Lg3Tc3 32. f3 en Zwart geeft
op.
Het behoort zoo langzamerhand
tot de literaire folklore dat de toe
kenning van prijzen aan letter
kundigen prompt wordt gevolgd
door protesten tegen de keuze
van de jury. Ook in Frankrijk,
maar men heeft daar een oor
spronkelijke uiting gegeven aan
die protesten. Letterkundigen
hebben namelijk de Arcadius-prijs
Ingesteld, die toegekend wordt
aan de slechtste jury van Frank
rijk in het af geloopen jaar"
Zij werd voor 1946 toegekend
aan de jury voorde Prix Goucourt
(de prijs die in Frankrijk het
hoogst in aanzien staat) voor de
bekroning van Jacques Goutier's
boek Histoir d'un fait divers
Maar ook tegen déze keuze re
gende het protesten. Een van de
juryleden, de bekende schrijver
Francis^ Casco, had trouwens
reeds vóór de beslissing de verga
dering van de Jury verlaten, be-
toogende dat geen van zijn col-
lega's het boek gelezen had