LUC VAN DAM eertijds eenzaam op groote hoogte Waar poppen doen als menschen Freekjes vreemde avontuur (2) SCHAAKRUBRIEK DAMRUBRIEK Van poppenfilmstad in 't Gooi kan niets komen Viermaal per week over den Oceaan Hare Majesteit in Kriterion Inbraak met muziek Zijn laatste kans Een verhaal voor onze jonge lezers J. van onder leiding van B. Springer Eduard van Beinum 9Tloohd onder getuige „Duar zie ik het park!" Thuis brandde nog licht onder leiding van A. van Steenis 1 VtJ Si is m De slechtste jury Zaterdag 18 Januari 1947 3 Irt de Beursstraat, terzijde van de Beurs in Amsterdam, staat 'n huis. In dat huis werken drie en dertig jonge kunstenaars. Zij ontwerpen en maken décors, boet- seeren, teekenen poppenfiguurtjes, maken poppenlijjjes, spreiden hun kennis op het gebied van de mode ten toon, filmen en experimenteeren. Zij allen met elkaar maken de poppenjilms, waarvan men er onlangs een in de bioscoop heeft kunnen zien („The big four") en die men in den eerst komenden tijd nog wel meer zal zien. De ideeën voor de films ontspruiten aan liet brein van joop Geesink. Een der medewerkers van Joop Geesink legt de laatste hand aan de „slee'* uit de poppen-trucfilm ,,The big four". Vijfduizend beelden in drie minuten HET liprt voor de hand, dat er heel wat komt kijken voor een poppenfilmpje kant en klaar '8. Zonder in kleinigheden te treden, willen wij iets over de totstandko ming van zoo'n filmpje vertellen. De poppon zijn doorgaans van een grootte van pl.m. vijf en twintig centimeter en het huis, waarin zij „wonen" is natuurlijk aan hun leng te aangepast. Wij zagen voor een nieuw filmpje een interieurtjo (doorsnee pl.m. 7ft cm.) met een bank, een kaptafel en allerlei he- noodigdhedon voor een mondain dametje. De poppen zijn beweegbaar en kunnen in iederen stand worden ge zet Wil men dus een pop laten loo- pen, dan moet van iedere beweging en eiken stand een filmopname ge maakt worden. Voor „The big four" zijn 4040 opnamen ge maakt en deze worden in een tijd van drie mi nuten vertoond. Voorloopig zal men wel geen poppenfilms van vóél langeren vertoonings- duur kunnen verwachten. „The big four" had een lengte van 95 meter en „De drio muske tiers", dio thans in opdracht van Philips gemaakt wordt, is 55 me. Een figuur ui, ..De tf V,3" drie musketierslaatstgenoemde film, welke niet in ons land vertoond zaf worden (Philips werkt immers voornamelijk voor den export), zullen 150 copieën in 25 talen gemaakt worden. Mogelijkheden JOOP GEESINK vertelde ons een en ander over de mogelijkheden op het gebied van de poppenfilm in ons land. Jammer genoeg zijn er maar weinige. „Mijn bureau is bere kend op 20 films per jaar, maar wanneer ik er iedero maand één kor maken, zou ik al blij zijn. In ons land zijn eehter weinig bedrij ven. die zich do kosten van een dergelijke reclame kunnen permit- tceren. Het eerste exemplaar van een film als „The big four"' komt, zoo vernamen wij, op f 12.000, maar wanneer men meer copicen wenscht, komen er natuurlijk ettelijke hon derden guldens bij. Zoodoende is hier weinig afzetgebied. Engeland beschouwt, in dezen tijd reclame min of meer als luxe en weigert Brit» De Rott. Graanstudioclub ver toonde voor haar leden de K.L.M- film „Transatlantische Vlucht", welke voorafgegaan werd door een causerie van den heer V. II. L. Dubourq. chef van den Noord- Atlantischcn dienst van de K.L.M. De heer Dubourq zeide, dat de K.L.M., die met groot© Ameri- kannsche luchtvaartmaatschap, pijen samenwerkt, in den komen den zomer in plants van twee- viermaal op Now York zal gaan vliegen, terwijl men ook zal trach ten dezen dienst tweemaal in plaats van nu eenmaal, op Cura sao door te trekken. Wanneer de door de K L.M. bestelde DC G's in gezet kunnen worden, zal men d a g e 1 ij k s op New York gaan vliegen. De Amerikaansche luchtvaart- imaatschappijen hebben een sche ma ontworpen, waarbij men 88 [vluchten per weck heen en weer naar Europa zal kunnen uitvoe ren, hetgeen een vervoer van der tienduizend passagiers per maand bcteckent. Men hoopt in een tijdsl verloop van vijf a tien jaar den passageprijs van f 950 tot 300 terug te kunnen brengen. H.M. de Koningin heeft Donder dagavond 'n bezoek gebracht aan de Studentenbioscoop ..Kriterion" to Amsterdam H.M. werd o.m. bege leid door den Burgemeester en diens eehtgenoote en door prof. dr. J. M. Romein en mevr. A. Romein- Verschoor. Zij nam plaats op do eerste zyloge, midden tusschcn het publiek. Na afloop va:, de hoofdfilm „ïwan de Verschrikkelijke" van den Rus. Rschen cineast Eisenstein liet H.M. zich in den fojrer den studentenstaf voorstellen. H Zij vorklaarde do film visueel zeer Imponeerend te hebben gevonden, maar de besluiten door de hoofd personen werden wel uiterst snel genomen. schen opdrachtgevers daarvoor de viezen te verstrekken. Daar komt dan nog hij, dat men in ons eigen land onvoldoende begrip heeft Voor do mogelijkheden, die in de poppen- filmindustrie zitten. Do poppenfilm* is nog jong en experimenten wijzen er op, dat er zich allerlei perspectie ven operten. Wel zijn er ook op financieel gebied in Nederland groo te moeilijkheden, maar, zoo zeide ons de heer Geesink, de Nederlan. der is nu eenmaal zoo, dat hij pas het nut en do waarde .van iets in ziet, wanneer andere landen het ja ren eerder hebben ingezien.... Wat heb je er per slot van re kening aan, als ze allemaal tegen je zeggen: dat is leuk, terwijl er ver der niets gebeurt? Wanneer zo je iederen dag een klap op den schouder geven, maar meer niet, dan verdient men daar ook nog geen boterham mee, enneU ziet, ik hen een dik mannetje, en heb heel wat noodig. Dus. IJ gaat straks naar het buitenland? Het zal er wel van moeten ko men. Dolgraag zou ik hier met mijn menschen blijven. Ik heb plannen en ideeën genoeg: in 't Gooi een poppenfilmstad en wat niet al. Op her oogenblik probeer ik het te redden dank zij opdrachten uit Scandinavië en Zwitserland, die scheutiger zijn met hun deviezen. Jifaar van een groot bedrijf in Ne. \jerland zal toch niets kunnen ko menDan maar naar Amerika. U gaat ook kinderfilms maken? Nou voorloopig niet, maar ik heb een aanbod gekregen uit Ame rika. Eén schrijfster zou graag een hoek, dat speelt in Holland, voor de film bewerken. Dat zou dan een film worden van tien minuten. •Wij hebben het gehoord en ge zien. In de Beursstraat in Amster dam werkt een enthousiaste schare menschen. Hun nieuwste producten zijn binnenkort te zien en evenals „The big four" zullen zij aanspraak maken on onze bewondering en waardecring. Albert de Grande, een caféhou der in Chicago, glimlachte goed keurend, toen een van zijn klan ten die blijkbaar een groot mu ziekliefhebber was, anderhalf uur lang het eene muntstuk na het andere in de muziekautomaat in zijn café liet vallen. Nadat de man vertrokken was, bracht De Grande een leege bier ton naar zijn kelder en ontdekte- dat tijdens het nonstop muziek programma dieven de spijlen voor het raam van zijn opslagplaats hadden weggezaagd en er van- door waren gegaan met 13 kisten whisky. Prof. Kripps, 1ste dirigent v. d Weensche Opera bevindt zich op een concert-tournee in Moskon. Kripps is vol lof over het Russisch Staatsorkest en over de aandacht vaD het concerthezoekende publiek. Sportfiguren van j vroeger en nu /"Y NDER dezen Wel stellen wij ons voor op gezette tijden enkele bekende sportfigurenyan vroeger en nu" eens onder de loupe te nemen. Uct komt regel. matig voor dat een of andere be- langrijke figuur op sportgebied zich plots in het licht, der door het publiek op hem gerichte felle schijnwerpers treedtterwijl daarnaast ook sportsmen uit het grijze verleden, wier namen aan het verbleken zijn, soms aanlei- j ding geven om hun sportleven levensloop eens nader te bezien. Wij openen deze serie met onzen Nederlandse/ten bokser Luc van Dam, den meest bekenden bokser dien ons land heeft voort ge- bracht en die Zondag zijn laatste kans om nog mee te gaan tellen op de internationale „markt" te j Parijs krijgt te verdedigen. In Leiden is het eerste inter academiale thenlogoncongrcs na den oorlog gehouden. Wijdings diensten werden geleid door prof. dr. W. J. Kooiman uit Amsterdam en ds. mr. D. C Mulder uit Leiden. Referaten werden gehouden door ds S. J. Popma. studentenpredi. kant en prof. dr. C. J. Bleeker, bei den te Amsterdam. den zijn overwonnen. Morgen, Zondagmiddag, komt Luc van Dam in het „Paleis des Sports" uit tegen Annesade Diouf, een Franschen kleurling, die in 1946 middengewichtkampioen van ïyV zijn al vele groote dagen geweest in het leven van Luc van ■L-s Dam, onzen besten beroepsbokser in het middengewicht. Morgen zal het weer een groote dag voor hem zijn. De belang stellenden in de bokssport weten het: de oorlogsjaren hebben de loopbaan van den populairen Rotterdammer ongunstig beïnvloed; hij heeft zich in dien tijd niet kunnen ontwikkelen tot een hoogte, die hij in normale omstandigheden vrij zeker had kunnen be reiken. En daarom is hij op dit oogenblik in zijn gewichtsklasse wel de ongenaakbare in Nederland, maar nog niet de alom ge vreesde in het buitenland. TOEN Van Dam in 1933 zijn loopbaan als professional be gon, was hij nauwelijks 18 jaar. Hij behaalde vele overwinningen en ook gedurende den oorlog volg de het eene succes na het andere. Luc bokste minstens acht maal tegen Diesen tegen Van Loon, tegen Elten en steeds wpn hij zon der veel moeite. Van Dam heeft krachtige, gespierde beenen, maar in figuurlijken zin waren die toch niet sterk genoeg om de weelde te dragen. Geheel onbegrijpelijk is dit niet. Van Dam was een eenzam? op groote hoogte. Zijn wedstrijden eischten weinig voorbereidingen, want hij behaalde zijn overwin ningen toch wel. Was het wonder, dat zijn training verslapte? De eerste nederlagen NA den oorlog vervolgde Luc van Dam zijn zegetocht. Hij versloeg in Augustus 1945 Wiljy Quentemeyer (het titelgevecht), dwong in September Nico Diessen tot opgeven, schakelde in Novem ber den Belg Andrésabille uit. tot hij op den voor hem onverge- telijken Decemberavond in het Amsterdamsche Concertgebouw op dien verbijsterd harden coun ter van Léon Fouquet liep, die hem minutenlang naar het land der droomen zond. Voor het eerst van zijn leven was Luc van Dam knock out gegaan. Toch was ook dit een groote dag voor Van Dam. De nederlaag moest hem tot in keer brengen. En dat sdheen ook aanvankelijk het geval. Drie Belgen werden in de eerste maanden van 1946 verslagen: An drésabille door k.o. in de zesde ronde, Myny door k.o. in de vierae ronde, Anneet gaf het op in de zesde ronde. De Luxemburgscne kampioen Schiltz, verloor op 1 April 1946 in de Rotterdamsche Rivièrehal door interventie van den scheidsrechter. Dan volgt op 9 April de tweede débacle. In Parijs gaat hij nog maals knock-out tegen Dauthuille. Maar Voor de tweede maal richt Van Dam zich op, ook in moree- len zin. Op 18 April wint hij op punten van den Belg Lemmens, 28 Mei verslaat hij den Franscli- man Toniolo op punten, op 9 Juli den Engelschman Billy Stevens. De onbesliste strijd op 7 Augustus tegen zijn vroegeren overwinnaar Laurent Dauthuille. rehabiliteert hem nog niet geheel, maar geeft hoop. Nadien is er nog de wed strijd" geweest tegen Dorus Elten, in November te Amsterdam, waar in de zwaargewicht zich vrij ge makkelijk gewonnen gaf. Noch in Nederland, noch in het buiten land is onze nationale kampioen na dien datum in wedstrijden uit gekomen. Er volgde een korte periode van rust en daarna een maandenlange serieuze training. Eindelijk is het nu zoo ver. Vele deviezen- en andere moeilijkhc- Zal Luc van Dam zijn kans benutten? Frankrijk was en die ook op dit oogenblik nog als zeer sterk ge klasseerd staat. Komt Van Dam zegevierend uit den strijd, dan zal nog Zondag avond zijn manager en promotor, Theo Huizenaar, een nieuw con tract voor hem afsluiten voor een volgenden wedstrijd, eveneens in Parijs, met een nog onbekenden tegenstander. Zelfs is de moge lijkheid niet uitgesloten, dat er binnenkort een gevecht zal wor den georganiseerd om den Euro- peeschen titel tusschen Van Dam en den Franschen kampioen. Marcel Cerdan. Maar dan zal de Nederlandsche kampioen echter op ondubbelzinnige wijze moeten toonen, wat hij werkelijk waard is. En wel direct, morgen aan den dag. Want dit is duidelijk, dat het gevecht tegen Diouf een van de laatste kansen is, die hij krijgt om zich alsnog op de internatio nale „markt" te doen gelden. Debuut van De Bruin In hetzelfde programma, waar in Van Dam bokst, zal ook een andere Rotterdammer. Jan de Bruin, uitkomen tegen Ali Belaid, eveneens een kleurling, die al van den Amsterdammer Nol Klein heeft gewonnen en van Jan Nlco- laas op punten heeft verloren. Dit geeevht is De Bruin's debuut in het buitenland Het is daarom te hopen, dat nervositeit hem geen parten zal spelen. Hij schijnt zich bovendien niet geheel fit te voe len. zoodat we van zijn succes niet overtuigd zijn. Een overwin ning zou ook voor hem een nieu we kans in het buitenland betee- kenen. door \7ORIGE week heb ik v hoe Freekje verteld het Utrechtse jongetje, flat wat meer van de wereld wilde zien, in een verhuis auto kroop" en er in Amsterdam niet uit kon komen Een „rooie" en een zwarte verhu »r brachten hem 's nachts naar I treoht terug. Op de Catharijncsingel zette de zwarte hem uit de wagen en Freekje moest zelf maar trachten thuis te komen. Freekje zocht naar een „smeris", maar vond er geen. Toen ging hij op de stoep van het Jaarbeursgebouw zitten en huilde om zijn moeder. Toen geschiedde het wonder... TOT nu toe is er niets bijzon ders geschied wat Freekje beleefde kunnen alle weggelopen of liever weggereden jongetjes meemaken. Maar wat nu gebeur, de is zo vreemd, dat ik het nooit zou geloven als ik, die tot heel laat in de nacht had zitten schrij ven cn nog wat na droomde, het niet zelf gezien had. Freekjo dan zat te snikken op de stoep voor de Jaarbeurs cn geen mens zag iets van zijn ver driet. Inderdaad, geen mens, maar wèl do oude Domtoren. Die had juist half vier geslagen toen hij dat snikkende hummeltje zag zit ten. „Wat is dat nou," bromde hij, „wat zit daar nou?" En hij boog zich diep voorover om beter kunnen zien- Hij boog zo diep tot hij met z'n windwijzer boven het Vreeburg hing. ,,Hé, jongetje," fluisterde hij „wat doet jij daar?" Freekje keek verheugd op, maar zag niemand. De Dom boog nog dieper tot de windwijzer de grond raakte. „Wat is dat nou?" riep Freekje op zijn beurt. „Wie ben jij?" „Ik ben do Dom," gonsde het metalig, „wat doe jij daar?" Freekje was zo blij eindelijk wat aanspraak te hebben dat hij er zich helemaal niet over ver wonderde dat de oude toren met hem spnk, dus vertelde hij de hele geschiedenis. „Tja", zei de Dom en beierde zachtjes, „je bent natuurlijk on gelofelijk dom geweest, nog dom mer dan ik. Maar met standjes schieten we niets op. Jo moet naar huis". „Ja", zei Freekje, „naar m'n moeder." „Je woont in de Prins Hendrik- laan, zei je, niet?", vroeg de Dom, „waar hangt die uit?" „Bij 't park", zei FTeekje. „Nou weet ik nog niets, want erg ver kan ik niet tien, hè, daar ben ik te oud voor. We zullen moeten zoeken, maar hoe?" En weer beierde hij zachtjes en zweeg toen. Freekjes hartje bons de van spanning. Abel Verse, démkampioen van Parijs in dft jaar, is voor mij geen onbekende. Afkomstig uit Vienne (dep. Isère) maakte hij in Lyon, als bediende bij de Banquo de France, kennis met Bonnarcl en de „Damier Lyon na is". In 1925 Verse was toen achttien jaar ontmoette ik hem daar. Hij had toen een zeer persoonlijken stijl en het was moei. lijk vafc op hem te krijgen. Reeds in 1926-'27 speelde hij, samen met zijn vriend King, blindpartijen. In 1932 verloor ik zelf een partij van hem, zocdat zijn overwinning in Parijs voor mij geen verrassing was. Hieronder een party van den nieuwen kampioen uit dezen wed strijd. Abel Verse (Wit)—Aubier (Zwart). 1 34—30, Verse speelt deze ope ning met voorliefde. 1.—, 17—21; 2 30—25, 21—26; 3 35—30, 16—21; 4 31—27, 11—16; 5 30—24. Het oplos sen van schijf 35 is een stokpaardje van den nieuwen kampioen 5. 20x29: 6 33x21, 19x30: 7 25x34, 6— 11:8 39—33, 11—17: 9 44—39, 1—6; 10 49—44, 17—22: 11 33—28, 22x3$: 12 39x28, 7—11: 13 38—33, 14—19; 14 44—39, 19—24: 15 50—44. 10— 16 43—38, 5—10; 17 37—31, 26x 3718 42x31, 21—26; 19 47—42, 26x 37 20 42x31, 14—19; 21 41—37. 10— 14; 22 16—41, 18—23; 23 48—43, Wii speelt zeer consequent. 23.—. 1217; 24 34—29, 23x34; 25 40x20, 15x24; 20 28—23, gaat probecren nieuwe linies te betrekken om ter. rein te winnen 26.19x28; 27 33x 22, 17x28; 28 32x23, 8—12; 29 45— 40, 1318; Zwart zoekt 23 te isolee- ren, maar doet. dat °P primitieve manier, 24—30 was beter. 30 39—34, 18x29; 31 34x23. 9—13; 32 43—39, 13—18: 33 39-34, Jtx29: 34 34x23, 4—9 35 37—32. 9-j|f?; 86 38—33! Listig gespeeld. Dreigt 33—29. 32— 28, enz. waardoor ook tevens 13—18 belet wordt. 36.28?? Merkwaar dig geval van damblindheid. Ziet wel de combinatie naar veld 7 in dien hij 1318 speelt, doch niet liet zetje dat nu komen gaat. De juiste zet was nog steeds 36.24—30; om te trachten 23 te omsingelen. 37 33—29, natuurlijk. 37.—, 24x33; 38 32—28. 33x22; 39 27x20, 3—9; 40 23—19, 16—21: 41 41—37, 21—26; 42 19—14, 8—13; 43 14x3, 13—19; 41 3x21, 26x17; 45 31-27, Z*art geeft op. Eduard van Beinura is na de ziek te, die hem in Parijs overviel, voor de eerste maal weer opgetreden voor het Concertgebouworkest in Amsterdam. Hij word met e^n geest driftig applaus verwelkomd. Tlij verklaarde aan pers\ ertegenwoor. digers desgevraagd dat hij zich nog niet voor de volle 100 pet. kan ge ven, daar de ziekte hem danig beeft aangegrepen. Niettemin hoopt hij het zware programma, dat hem in de komende weken wacht, volledig te kunnen uitvoeren. Do afdeeling voof cinematogra phic der UNESCO heeft een uitwis seling van technici georganiseerd tusschen de verecnigde landen. Feuilleton door Anthony Berkely 69 (^.EDURENDE vijf minuten over- stelpte zij mijnheer Chitterwick met een vloed van woorden, zoodat deze moest, wachten, voordat hij zijn volgende vraag kon stellen, „Wel, in dien zij niets bestelden. vMet U dan misschien ook, of U nog iets anders dan het kopje van den man van tafel hebt weggehaald?" „Neen. alleen maar dat kopje. Hij gaf het mij in de hand en „Nadat hij vertrokken was. hebt U dus niets meer van het tafeltje ver wijderd? Een leeg medicijnfleschje bijvoorbeeld?" „En waarom denkt U, dat ik dit deed?" vroeg de kellnerin wantrou wend. „Alles, wat ik weet, heb ik al aan de politie verteld" Mijnheer Chitterwick haastte zich. haar wantrouwen weg te nemen en waagde het daarna zijn volgende vraag te stellen. „En voor zoover U weep is er niemand aan haar tafeltje geweest, nadat de man vertrokken was?" „De politie heeft me hetzelfde ge vraagd en ik heb toen verteld, dat dit, voor zoover ik op het tafeltje gelet heb. niet het geval was. Maar een eed zou ik er natuurlijk met op kun nen doen. We hebben het ved te druk om op een enkelen gast in het bijzon der te letten". „Ja, dat begrijp ik", zei mijnheer Chitterwick. terwijl zijn teleurstelling groeide. Op geen van de twee be langrijke vragen, die hij gesteld had, had hij een bevredigend antwoord ontvangen. Het gesprek stokte een oogenblik en hij vroeg zich al af of er nog iets anders was. dat hij te vragen had. „Het is eigenlijk grappig, dat U over likeur sprak", verbrak de kell nerin het stilzwijgen. „Eh". schrok mijnheer Chitterwick „Ik zei. dat he» grappig was. dat U over likeur sprak, omdat het me plotseling aan iets deed denken" „Waaraan dan?" „Ik geloof eigenlijk niet", zei de kellnerin weifelend, „dat het be langrijk is". Mijnheer Chitterwick haastte zich haar er van te overtuigen, dat. het be slist de moeite waard zou zijn. „Ja. ik heb er tegen de politie niet over gesproken, omdat het me op dat oogenblik ontschoten was; maar ik herinner me nu. dat ik op een gege ven oogenblik een likeurglas op haar tafeltje heb zien staan Nu U over li keur sprak, dacht ik daar weer aan". „Zag U zag U een likeurglas op juffrouw Sinclair's tafeltje staan?" stootte mijnheer Chitterwick. wit van opwinding, uit. „Wel. dat 'S juist hef grappige. Ik kan het niet werkelijk gezien hebben, want toen ik een minuut later weer naar het tafeltje keek, stond het glas er niet. zoodat ik het waarschijnlijk gedroomd zal hebben Maar het was grappig, dat U juist over likeur moest Gpreken, vindt U niet?" Mijnheer Chitterwick. die het hee- Icmaai niet zoo grappig vond, maakte zich op om achter de feiten te ko men. Het was geen gemakkelijke taak. want hij wilde het meisje niet laten weten, hoe belangrijk haar me- dedeeling was. En daar zij zelf dacht een hallucinatie te hebben gehad oordeelde mijnheer Chitterwick het maar beter, haar in dien waan te la ten. Ten slotte slaagde hij er in het volgende uit haar te krijgen: Kort nadat juffrouw Sinclair's met gezel haar verlaten had. was de kell nerin langs het tafeltje geloopen om te zien of het kopje van juffrouw Sin clair al leeg was. daar zij het dan had meegenomen. Daar de koffie nog niet op was ging zij met haar verdere werk door. Daarbij drong vaag tot haar door. dat zij op het tafeltje ook nog een glas met een geelachtige li keur had zien staan. Toen haar blik een paar minuten later weer even op het tafeltje viel. zag zij het glas ech ter niet meer en later vergat zij het geheele voorval (Wordt vervolgd). „Ik heb 't", jubelde de Dom, „dat is 't, natuurlijk-" „Wat?", vroeg Freekje. „Pak jc stevig vast aan het grote kruis onder niljn windwij zer dan gaan we zoeken. Ik zal langzaam over de stad 'zwaaien en als jij het park ziet roep jo „Ho!", dan buig ik weer verder omlaag en laat ie op de grond zakken. Afgesproken?" „Okec", zei Freekje, die dat rare woord wel eens van Annie had gehoord cn hij greep zich vast aari het grote kruis. Lang zaam richtte de Dom zich op cn Freekje zweefde wel 25 meter boven de daken. „Zie jc al wat", vroeg de Dom. „Wel wat", antwoordde Freek je. maar niet het park. Ik zie allemaal grachten. Ik dacht, dat alleen Amsterdam grachten had, dat heeft Annie tenminste ver teld". „Amsterdam, dat is die stad van de Westertoren, niet? Daar babbel Ik nog wel eens '.'nee. als het erg mooi weer is. Ja, daar hebben ze meer water dan hier, maar ook Utrecht heeft mooie grachten, hoor. Nou, ik zwaai verder". „Niks, hoor, geen park", riep Freekje, „Verder!" en de Dom gehoorzaamde. Toen JA, ik zio 'na", juichte Freek je, „heel in de verte allemaal bomen. Daar moet het zijn!" De Dom boog dieper door om ook te kunnen zien. Verlicht door do lantaarns zag hij inderdaad ver weg het park liggen. Maar hoe kon hij Freekje daar neer zetten?" 's Proberen", dacht hij. Hij ging op zijn stenen tenen staan, rekte zich uit. verder en verder, werd wel drie rnaal zo lang als anders cn liet toen Freekje zachtjes op de grond zakken, vlak hij de Koningslaan. „Kan je hot nu verder vin den?". vroeg hij. „Nou. jen of", zei Freekje, „ik woon vlak om do hoek. Dank jo wol, lieve Dom!" „Da's wol goed", bimbamde de Dom, udc groeten. En neem oen goede raad van mij aan: haal nooit meer zulke rare streken uit. Wat zal je Moeder ongerust zijn!" Nee maar, daar had Freekjo nog niet eens aan gedacht. „Denk je?", vroeg hij. „Nog al logisch, dat zijn allo moeders toch altijd als de kin deren zoek zijn!" „Dan ga ik maar gauw naar huis. A'dio!" „Slaap ze", zei de Dom en ging met een zwaai weer rechtop staan. FREEKJE rende naar huis en zag, dat er licht beneden brandde. Omdat hij nog te klein was om aan te bellen klopte hij, nis gewoonlijk, op het raam. „Dat is Nm", hoorde hJ.j moeder roepen en een wip later vloog do deur open en Freekje in Moeders armen. Dat was een lachen, huilen, zoenen cn standjes govèn, alles door elkaar. Vaders voorhoofd zal vol bo7.e rimpels, maar zijn ogen lachten. Annie mompelde iets waar „joch" in voorkwam. Hoewel het al vier uur was moest Freekje nog alles vertel len. En denk je, dat vader, moe der en Annie dat van dc Dom geloofden? Net zo min als jij» maar als je Freekjo eens tegen komt moet ie hem zelf oiaar eens vragen of het niet waar is! Ln Freekje? Als die met zijn moeder „de stad in" gaat en dan langs de Dom loopt, dan kijkt hij altijd omhoog, knikt heel vrien delijk en eens geloofde hij. dat de Dom zachtjes „Adio" terug beierde. Oplossing probleem 25ste rubriek: 1. Th6—fg5: 2. H4 (neemt zwart met een van beide pionnen dan volgt mat met den toren, op ef2: of Kh2 volgt hg5: mat). 1.f52. f4 op gf3: volgt Tgl mat op tf3 volgt hg3: mat. 1, ef2:; 2. Tf5g3; 3. hg3: mat. De Pool Najdorf was bij het uit breken van den oorlog, tot zijn ge luk, deelnemer aan het tournooi in Buenos Aires cn is daar gebleven. Hij is een schaker van groot kaliber Als simullaanspelcr is hij ongeëven aard. Hij heeft het wereldrecord blindspel op zijn naam met. 40 par tijen! De jonge Pilnik, ook een re fugee uit Oost-Europa heeft in Ar gentinië' het schaken geleerd. Tot welke hoogte h;i is gekomen blijkt uit onderstaande partij van 1942. Beide spelers houden van verwikke lingen, gaan dus vaak niet in op vcr- envoudiging van de stelling en krij gen zoo een partij met duizelingwek kende mogelijkheden. Ik laat de uit- roepteekens, die na den 16den zet bij eiken zet bchooren te staan,, weg. C^ro Kann. Wit: H. Pilnik, Zwart: M. Najdorf. c4c6; 2. d4d5; 3. Pc3—dc4:; 4. Pc4:Pf6 (om den dubbelpion tc voorkomen speelt men eerst wel Pd7); 5. Pf6:cf6: (aanbevolen wordt gf6:): 6. c3Ld6; 7. Ld3—0—0: 8. Dh5 (bij beginnende spelers zouden wij waarschuwen: ontwikkel eerst vni' f O H<* Dom- nur vorrp met KW M //f -| 'f y>it mm Een tweezet van S. Schreibcr Fiume uit „L'ltalia Scacchistica". brengt)g6; 9. Dh4c5: 10. Pe2 Pc6; 11. Lh6—f5 12. Lg5—Db6; 13. 00cd4:: 14. cd4:Tel? (Zwart verwaarloost den koningsvleugel); 15. Lc4 (nu kan Le6 niet meer we gens d5)h5; 16. TaelTe4 (maakt schijnbaar een einde aan Zwart's aanval, maar nu begint het eerst recht. Bijna elke stand, die nu volgt is een studie waard); 17. Pf4Dd4:; 18. Tc4:£e4: (na Del: laat Pg6: de zwarte pionnenslelling op den ko ningsvleugel in hopclooze conditie); 19. Ph5:gh5.; 20. Lf6-Dc5 (na Dc4: beslist Dh5.); 21. Tdl—Kf8 (nu openen zich nieuwe perspectieven met Td8); 22. b4 Dame of paard moet weg)—Pb4:; 23 Dg3 (het lijkt een probleem, op Lg3: volgt Td8 mat)—Lg4: 24. Td6:—Pd3; 25. Ld3: Del 26. LflTc8 (ziet er on schuldig uit, maar verbergt een lis tigheid); 27. h3Dfl28. Kh2 (op Kfl: volgt Tel mat)Del; 29. hgl:—hg4:; 30 Dg4:—Dh6 31. Lg3Tc3 32. f3 en Zwart geeft op. Het behoort zoo langzamerhand tot de literaire folklore dat de toe kenning van prijzen aan letter kundigen prompt wordt gevolgd door protesten tegen de keuze van de jury. Ook in Frankrijk, maar men heeft daar een oor spronkelijke uiting gegeven aan die protesten. Letterkundigen hebben namelijk de Arcadius-prijs Ingesteld, die toegekend wordt aan de slechtste jury van Frank rijk in het af geloopen jaar" Zij werd voor 1946 toegekend aan de jury voorde Prix Goucourt (de prijs die in Frankrijk het hoogst in aanzien staat) voor de bekroning van Jacques Goutier's boek Histoir d'un fait divers Maar ook tegen déze keuze re gende het protesten. Een van de juryleden, de bekende schrijver Francis^ Casco, had trouwens reeds vóór de beslissing de verga dering van de Jury verlaten, be- toogende dat geen van zijn col- lega's het boek gelezen had

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3