KONINKLIJKE GEBOORTE MISTE
JOURNALISTEN-INVASIE
Feestvreugde laaide op
wekenlange spanning
na
„Meester,., de vla
Berichtgeving der kranten was
in 1880 zeer nuchter
Vreugde in de klas bij geboorte
van Prinses Juliana
Alleen Beets
schoot uit
zijn slof
Prinses Juliana kreeg
kostbare cadeaux
Geen speculatie op sensatie
Toen Margriet
gedoopt werd
ER
Februari 1947
3
Met dankbren lach op
Hou straks,
't vriendU) k
wezen
naar aller wensch en
hoop
Getond van 't kraambed opgerezen
De liefste Moeder u ten doop!
Gelijk haar, druk. o Koningsspruit,
Naar lijf en ziel haar wezen uit!
Camouflage
Erkend dient, dat de dichter zijn
teleurstelling, dat het maar een
dochter is meesterlijk heeft weten te
verbergen, ook al fluistert ons een
booze geest wellicht in, dat het nog
veel meesterlijker is, hoe Beets zijn
gebrek aan pof zie achter hoofdlet
ters en uitroepteckens heeft doeD
schuilgaan.
De redactie komt in haar wel
komstwoord aan de jongehorene an
ders dan Beets wel op die teleurstel
ling terug: „De koning en de ko
ningin en met hen de natie, ze
hadden nog liever een Prins zien
geboren worden. Maar dat heeft zoo
niet mogen zijn."
In ditzelfde blad van 1 Septem
ber vinden wij onder Binnenland nog
een tweederde kolom over het heug
lijk gebeuren, waarin wij het offi-
cieele communiqué van de gebouitc
de namen van -de. baby en een stuk
je over de feestvreugde in Den
Haag vinden, terwijl onder Stads
nieuws nog een kwart kolom aan
hetzelfde onderwerp wordt gewijd.
Nóg niet uit!
WIJ zijn no«r even blijven blade
ren, omjat wjj het gevoel had
den: hiermee is het toch niet uit, ver-
P 25 Maart 1S80 liet Koning Willem III het Nederlandsche
volk door zijn vertegenwoordiger officieel mededeeling doen
van de te verwachten blijde gebeurtenis. Dit bericht staat in de
krant van den volgenden dag in de zoo karakteristieke stijl dier
dagen.
„Het heeft Zijne Majesteit den Koning behaagd,
den Raad van Ministers te machtigen, de blijde
tijding ter algemeene kennis te brengen, DAT
HARE MAJESTEIT ONZE GEËERBIEDIGDE
KONINGIN ZICH IN GEZEGENDEN STAAT
BEVINDT".
AAN haar vreugde over deze tij
ding en die vreugde moet
heel groot zijn geweest in die dagen,
toen door vorschillende sterfgeval
len in de Koninklijke familie de toe
komst van den dynastie op het spel
stond geeft de redactie uiting in
een kort stukje van 27 regels, ruim
gedrukt om de aandacht ervoor te
vragen. En op 30 Maart geeft Neer-
lands dichter bij uitnemendheid,
Nicolaas Beets, vermaard ingezetene
van Utrecht, zijn altijd gevoelig hart
lucht in de volgende strophen:
26 MAART 1S80
Nu spreidt de Hoop haar schoonste
stralen,
En doet een zochten rozengloed
Op een lief kinderhoofdje dalen,
Dat ze in 't verschiet aanschouwen
doet.
Wat spruitje zal ons de Almacht
geven,
Om op te wassen bij den troon?
Der Moederliefde zij 't om 't even:
De Koningin verlangt, een zoon.
I
Des moog de Hemel zich ontfermen,
Dat Zij vol vreugd, na korte smart,
Een Prins legge in haars Koninjs
armen.
Een Kind drukke aan haar
Moederhart.
die een naar den maatstaf dier da
gen poëtische, in onze oogen nauwe
lijks kiesche parafraze zijn van den
wensch. die Beets heeft, dat aan het
Oranje-huis een nieuwe stamhouder
zal worden geboren.
Geen reportages
DE volgende maanden van ver
wachting vinden we niets, of zoo
goed als niets meer in de krant over
de blijde gebeurtenis. Ook in Augus
tus niet, niet in de laatste week van
die maand. Geen speciale reportage,
geen samenstroomen van journalis
ten in Den Haag, geen loeren op ie
dere bijzonderheid, geen volgen van
iederen stap van den dokter, niets,
niets, niets! Zelfs het nummer van 31
Augustus rept met geen woord over
de spanning, waarin zoowel de Ko
ninklijke familie als het volk moeten
hebben verkeerd.
Maar dan het blad van 1 Septem
ber 18S0. Uiterlijk ondorscheidt het
zich in niets van zijn voorgangers:
grauw rijen zich ook ditmaal de 5
kolommen drukinkt over de mono
tone vier pagina's waaruit het be
staat, geen opschrift vraagt aan
dacht, poogt ook maar iets uit te
drukken.
Gelukkig is Nicolaas Beets er
weer, om de opening van pag één 'n
bijzonder cachet te geven: hoort hoe
hij de gevoelens der verheugde
Utrechters vertolkt.
31 AUGUSTUS 1880
Laat Oost. en West de blijmaar
hooren,
Die Kroon en Volk vervult met
vreugd.
DEN KONING IS EEN EIND
GEBOREN,
EEN DOCHTER, DIE ZL1N HART
VERHEUGT,
Wees welkom, welkom, Konings
kind!
Vóór Uw geboorte reeds bemind
God doe Zijn zegen nederdalen
Op 't wiegje waar ge in nederligt,
Bcwake uw sluimrend ademhalen
En 't blosje op uw jonq gezichtl
Bloei, groei voorspoedig, Vorsten-
lootj
Elk wenscht U schoon te zien en
groot.
moedelijk. 'Inderdaad. Donderdag 2
September brengt de krant ons
nog het eeu en ander: het bulletin
o\er den gezondheidstoestand van
Moeder en Kind en wat varia over
de feestelijkheden in verschillende
steden. Het bulletin, dat gunstig
luidt, heeft met zijn laatsten zin
ongewild veronderstellen wij be
paald oen comisch effect:
H.MDE KONINGIN heeft rede
lijk wel geslapen; zij bevindt zich
!n bevredigenden toestandm Do
jonggeborene is zeer rustig."
En wat die feestviering betreft,
wij zouden er den indruk uit kun
nen krijgen, dat ons volk toen wel
zeer militaristisch was (o onvolpre
zen schutterij dier dagen!), want er
wordt maar over twee dingen ge
schreven: over parades en over
concerten en de laatste worden zon
der uitzondering bijna gegeven door
een militair muziekcorps. Over de
festiviteiten te Utrecht zelf heeft het
blad 21, zegge en schrijve een en
twintig, regels, te weten 5 over de
parade, die aan den gang was er. de
16 overige over het concert, dat
's avonds op het Lucas Bolwerk zou
lp R ires eenseen tijd, dat de kranten geen pakkende
koppen hadden, dat het nieuws in den meest nuclitercn
vorm werd opgediend, dat het speculeeren op de sensatie
nog niet bestond, althans laten wij ons voorzichtig uit
drukken op een geheel andere wijze geschiedde dan
tegenwoordig.
Wij werden ons de enorme verandering, die zich in den
geest van krant en lezend publiek beide want de ver
andering is van twee kanten gekomen heeft voltrokken,
in de laatste 50 jaar nog weer eens heel duidelijk bewust,
toen wij met het oog op de blijde gebeurtenis in Soestdijk
en onder de versclie indrukken van hoe deze tegenwoordig
door de pers wordt behandeld zaten te bladeren in de oude
nummers van het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dag
blad, die zich netjes aan eengerijd op het Gemeente-archief
van Utrecht bevinden.
Voor ons ligt de jaargang ISSO, want het is onze bedoe
ling, om na te gaan, welke weerslag de geboorte van het
Prinsesje, dat nu al ruim 48 jaren onze Koningin is, in dit
vanouds deftige Utrechtsche blad heeft gevonden.
worden cejreven door de muziek van
de schutterij.
Onder de varia van de feestelijk
heden te Den Haap troffen wij pal
onder elkaar de vnlpende twee be
richtje die de arpelooze lezer als
één peheel leest en omdat zij in deze
combinatie zijn oppenomen bepaald
heel vreemd aandoen.
„Op speciaal verlangen van Z.M
iten Koning heelt de lieer Hoek, dia
HM. bij de bevalling had ter zijde
gestaan, na afloop ten paleize het
diner gebruikt.
De heer Guitliams, eigenaar van
het Hótel Café du Commerce, ont
haalde de bezoekers Van zijn eta
blissement eergisteravond on brood
ies met muisjes."
Du sublime au ridiculeniet
waar lezer?
Als een nachtkaars
HET nummer van 3 September
brengt onder algemeen nieuws
nog alleen maar het bewuste bulle
tin; het Stadsnieuws bevat nog één
kolom verslag van de Utrechtsche
feestelijkheden, dat overigens niets
om het lijf heeft.
En dan ja het is vreemd, maar
waar. dan is het bijna uit. Van 40
September vinden we nog met
moeite af en toe een kwart kolomme
tje. een nagekomen bericht over de
festiviteiten, een verhaaltje over de-
aangifte van de baby bij den Bur
gerlijken stand, over de doopjurk en
over de min, „een flinke gezonde,
prachtige boerin uit Voorburg".
Met dit laatste verhaal voelen wij
voor het eerst even contact met de
berichtgeving van onzen eigen tijd,
zij het dan ook, dat wij ons meteen
realiseoren, wat de moderne journa
list van zoo'n bericht zou hebber
gemaakt. En als ons dan op 7 Sep
tember nog de adressen van geluk-
wensch van de beide Kamers der
Staten-Generaal ter kennis zijn ge
bracht, volgt daarop het laatste bul
letin.
„Men telegrafeert ons uit 'sHage,
dat H.M. de Koningin en de jonge
Ptinses wel blijvener zal daarom
geen nader bulletyn worden uit ge
geven"
Disoretie
HEEL anders dan tegenwoordig,
lezer! Maar laten wij nu eens
eerlijk zijn en ons afvragen, of er in
deze eenvoudige, niet opgeschroef
de, discrete wijze van behandelen
van deze blijde gebeurtenis in het
Koninklijk Huis ook niet wat zit,
waar wij pers en lezerspubliek
van dit oogenblik wat van zouden
kunnen en moeten leeren?
Prinses Margriet
werd in 1613 op
den verjaardag
van prins Hern-
hard (29 Juni)
in de St. An
drews Church
aan de Welling-
tonstraat te Ot
tawa gedoopt.
Dr. W infield
Burqgraaff, Ne-
derlandsch vloot-
predikant te
New York ver
richtte de plech
tigheid. Als pe
ten waren be
noemd koningin
Man/ van Enge
land, graaf van
Athlone, presi
dent. Roosevelt,
de ongenoemde
weduwe van een
Nederlander, die
voor ons vader
land den helden
dood icas gestor
ven en de gchee-
le Nederlandsche,
koopvaardijvloot-
-1—vs
zijn momenten in het leven
van een volk, waarop de leden
ervan niet meer als vreemden
achteloos aan elkaar voorbijgaan,
dagen waarop iedereen een beetje
familie is van iedereen, dagen waar
op men op zijn minst bevriend is
met den man of vrouw, die toevallig
in de omgeving is. Zoo was het ook
dien laatsten Aprildag van 1909,
toen de hoop en verwachting niet
(jdel waren gebleken en een blijde
jubel lossloeg uit een volk, dat
oogenschijnljjk zoo gesloten en mis
schien zelfs stug ljjkt.
De spanning had lang geduurd en
sinds de Koningin op 22 December
van het jaar 1908 door tusschen-
komst van den Raad van Ministers
had medegedeeld, dat voor het Ko
ninklijk Huis gezinsvermeerdcrin;
te wachten stond, had men zich
angstig afgevraagd of ditmaal de
hoop niet zou worden teleurgesteld.
Maar gelukkig van dag tot dag,
LI ET was stil in de vijfde klas.
L J tenminste zoo stil als in de
gegeven omstandigheden mogelijk
was. De rekenboekjes lagen open
op de banken, schriften er naast.
Hoofden op de linkerhand ge
steund. pen of potlood schrijvens-
klaar in de andere, peinsden de
kinderen over de puzzles, die pae-
dagogen bedenken om meisjes cn
jongetjes van 11 jaar te peeën.
Meneer liep tusschen de banken
door, kijkend naar het werk, nu
en dan een aanmoedigend klopje
op een gebogen schoudertje uit.
deelend of wel een heel groot lij
kende wijsvinger neerzettend op
het papier bij een domheid, die
een van het stel bezig was te be
gaan.
Meneer was streng en had voor
beeldige orde, maar vandaag was
er onrust voelbaar, die niet sa
menhing met het werk. noch niet
de moeilijkheid van de sommen.
Keer op keer werd er schichtig ge
fluisterd door de twee, die op één
bank zaten, clan wel werd er even
contact tusschen twee banken ge
zocht. Het was bepaald opvallend,
zoo vaak als meneer sssst had ge
zegd en nog opvallender eigenlijk
als je er goed over nadacht, dat
hij het zoo vaak had gezegd zon
der dat er tot nu toe straf op ge.
volgd was.
Meneer kende de oorzaak van
de onrust. Hij wist. dat zijn klas
wachtte op hetzelfde, waar heel
Nederland buiten de muren van
het schoollokaal op zat te wach
ten. hij wist. dat in de hoofdjes
vóór hem de sommenpuzzles ver
drongen werden door een vraag,
die zich overal in het land aan
de gedachten der menschen op
drong: zal het vandaag ge
beuren?
Vandaag was 30 April 1909 en
wat er te gebeuren stond was de
geboorte van een kind. niet zoo
maar een broertje of zusje van
een kind uit de klas. neen het ging
om h e t kipd van het land. Daar
om was iedereen zoo in spanning,
daarom werd er zoo vaak gefluis
terd en daarom was meneer zoo
geduldig, zoo karig met straf.
Daar zat een jongetje
Op de achterste rij van de klas
heelcmaal op zijn eentje zat een
jongen. Als cle hoofdonderwijzer de
klas binnengekomen was zou hij
vast met zijn strenge stem hebben
geïnformeerd, wat hij had uitge
voerd. dat hij daar op zijn eentje
was neergezet. Maar dan zou het
onfeilbare hoofd zich dezen keer
toch eens lekker vergissen, want
hij zat er niet voor straf. Integen
deel, hij bezette een eereplaats.
Want door het smalle hooge raam
in den gangwand en een corres-
pondeorend raam aan den ande
ren kant van de gang kon hij van
zij plaats net het bovenstuk van
den Dom zien. Daarom was hJi
daar neergezet door meneer, want
als de vlag op den toren verscheen
clan zou Utrecht weten, dat het
zoover was. dat er een prins of
prinsesje was geboren. En daar
moest hij van meneer op letten-
Hij voelde zich gewichtig. Ieder
oogenblik keek hij naar dat piep
kleine huisje op dien grooten to
ren, waar de viae moest komen.
Gek idee eigenlijk. Gewoonlijk
kreeg je op ie kop als je maar
even een anderen kant op keek en
nu. nu moest je wel naar bui
ten kijken. Zou meneer er ook
wel eens over denken, hoe vreemd
het heele geval eigenlijk was?
Even ging zijn hoofd in haast
onmerkbaar neenschudden heen
en weer. Mal. dat ze aldoor om
keken naar hem, vragend met
hun oogen. Hij zou toch waarach
tig wel zeggen als er iets was.
Straks ging het meneer vervelen
want die zag alles, had pik-
oogen ook in zijn rug en dan
moest hij weer naar zijn gewone
plaats en dan zouden ze het in de
klas niet dadelijk weten en dan...
Vrij .of niet
En dan... ja eigenlijk hine het
van hem af, of ze al of niet vrij
zouden krijgen- Stel je voor, dat
hij eens niets liet merken, dan
gingen de ramen niet op tijd open
om naar de saluutschoten te luis
teren. Of zou ie die toch hooren
met de ramen dicht? Maar in
ieder geval zouden ze de tel kwijt
zijn. Stel je voor, dat z? niet zijn
allen niet zouden weten, of het
een prins of een prinses was! Hii
moest er stil in zichzelf heel even
van grinniken.
Idioot eigenlijk, dat hij net voor
dit baantje was uitgezocht- Bij
hem thuis waren ze heelcmaal
geen Oranjeklanten, hil zelf trou-
wens ook niet. Als die baby gebo
ren was dan deden ze natuurlijk
allemaal Oranje op in dé klas. ze
hadden het ai bij zich. Maar hij
niet. Hii had het ook bij zich.
maar hij zou het niet op doen,
want hii voelde er niet3 voor. Of
zou hij het toch maar doen als ze
het allemaal deden. Dat was niet
eerlijk, je moest, voor je meening
durven uitkomen. Maar was het
zijn meening? Tenslotte gunde hij
die baby toch alle goeds en bo
vendien had hij geen zin om op te
vallen of uitleg te geven. Zouden
ze met elkaar het Wilhelmus
gaan zingen? Als hij flink was,
moest hij dan eigenlijk blijven
zitten. Maar kon dat wel en wat
zouden ze dan weer zeggen?
Oef. eigenlijk voelde hij zich ge
grepen. meneer kon mooi praten
met zijn eereplaats en zoo. Als er
vandaag niets gebeurde, dan kon
9 9 9 9
hij morgen misschien ziek worden
dan was hij
Een tipje rood
Wat was dat? Een tipje rood
tegen het grijs van het dak? Ja,
ja, de vlag. Hij sprong recht over
eind in zijn bank... de vlag.,
cl e vlag!!
De klas vloog uit de bank,
dromde samen achter in het lo
kaal. Meneer ook, die werd haast
plat gedrukt tegen den muur.
Daar wapperde de vlag!
Een leven als een oordeel, je hoor
de alle klassen door de wanden
en cle zoldering heen.
Toen de stem van meneer: „Op
je plaats allemaal en mondie
dicht, anders kunnen we de scho
ten niet hooren... ramen open!"
Daar dreunde het eerste schot
al. „Tellen, jongens... twee. drie,
vier... acht en veertig, negen en
veertig... vijftig; één en \ijftig
Prinses
Een prinses. Toch even iets van
een teleurstelling, bij de jongens
vooral. Al die drukte voor een
meisje! Maar reeds hoorde je uit
de klas er naast het Wilhelmus.
Nu zii ook. Recht op in de bank,
daar zongen ze het al. Ons jonge
tje nu weer op zijn eigen plaats,
alle principieel© gepieker ten
spijt even enthousiast als de an.
deren.
Wilhelmus van Nassouwe
„Toch wel reusachtig leuk eigen
lijk"
Ben ick van Duijtschen bloet,
„Zoo met elkaar te zingen"
Den Vaderland ghetrouwe
..Het gaat nu veel beter dan in
de les"
Blijf ick tot in den doedt:
„Zou er morgen ook nog vcij
zijn?"
Een Prince van Oraengien
„Of zou er op school getracteerd
worden?"
Ben ick vrij onverveert
„Net als toen met Michiel de Ruy-
ter?"
Den Coning van Hispaengien
„Zouden ze nog een tweede cou
plet zingen?"
Heb ik altiidt gheëert-
„De andere klas is al op de gang"
Ne«n, meneer houdt een toe
spraak. Wat hij zegt, zal wel goed
zijn geweest, maar het dringt niet
door tot de klas. die met. één oor
luistert naar de geluiden van de
gang en met het andere naar die
van de straat achter de speel
plaats, waar je'al hoort van
„Leve de Willemien".
Daar gaat meneer zijn arm om.
hoog, alle armen de hoogte in:
hoera, hoera, hoera! De
deur open en naar buiten.
THRASYBOULOS.
van week op week en van maand
op maand bleven de berichten gun
stig en op 27 April leidde de
Koningin zelfs nog persoonlijk een
huiselijke godsdienstoefening.
Voor 't paleis
VOOR het paleis verdrongen zich
talloozen, nieuwsgierig naar
de laatste berichten. „Wie meet uit
zoo schreef een ooggetuige op
den 28sten April dat niet tc om
schrijven geduld, waarmede honder
den uur aan uur hebben staan turen
naar het statige paleis. Die daar
waren, weinigen eerst, velen later,
honderden toen de lichten in het
palcis werden ontstoken, en duizen
den toen het nacht werd, ze vorm
den een wonder-complete staalkaart
van ons Nederlandsche volk. Er wa
ren de zeer kleine en de kleine
luyden, maar ook de deftige en zeer
deftige dames en heeren, even ge
duldig als hun minder rijke tjjdge-
nooten. Men heeft al den tjjd. of
men heeft geen tjjd, maar weggaan
neen, dat durven ze niet..."
Intusschen stroomden, niet alleen
uit alle deelen van het land, maar
overal uit de wereld waar Neder
landers woonden of waar men bij
zonder hartelijke betrekkingen met
ons land onderhield, de geschenken
naar het Haagsche palcis. Zoo zon
den de vrouwen en meisjes uit Suri
name een kindercouvert van Suri-
naamsch goud, de Nederlanders te
Johannesburg schonken een kom,
een schotel en een lepel van zuiver
goud, Zeeland zond een kinderwa
gen van ivoor met verzilverd gar
nituur, Noord-Brabant een kinder
kast van Cuba mahoniehout, enfin
he£ aantal huldeblijken was te groot
om het ook maar bij benadering op
te sommen.
Wachten
De bljjde gebeurtenis liet op zich
wachten, maar eindelyk dan toch
werd de spanning verbroken op
den dertigsten April des morgens
om 6 uur 50 werd de Koningin een
dochter geboren.
De dag, die aanbrak was aan
Oranje gewijd, men zong, juichte en
danste. Een oranje rozet dragen
was niet voldoende, men droeg hoe
den van oranje, parapluies van
oranje, men was oranje van binnen
en van buiten. En naar het woord
van een tijdgenoot klonken de
volksliederen onophoudelijk voor de
openbare gebouwen en in de cafés,
waar meer gezongen werd dan ge
dronken...
In 1938
SOORTGELIJKE herinneringen
bewaren wo aan den 31sten
Januari 1938. Ook toen weer, die
angstige stilte om den troon en ook
toen eindelijk die ongekende vreug
de om dat „Pand, met veel wen-
schen van veel duysendcn verbeyd."
(Vondel).
Geruimen tijd reeds hadden dc ge
dachten van de Nederlanders zich
geconcentreerd om het witte paleis
in Soestdijk, waar eerder twee
zonen van koning Willem II en An
na Paulowna waren geboren. Jour
nalisten van de vaderlandsche cn
van de wereldpers waren reeds
dagen lang geconsigneerd en zjj
hadden de wacht betrokken In het
Badhotel te Baarn. De dagen wer
den weken, het gemeentebestuur
ontving de journalisten, dc V.V.V.
bood hun een thee aan, maar het
wachten werd zenuwsloópend, niet
alleen voor de journalisten, auun
vooral ook voor de fabrikanten van
souvenirs, die er by het vervaardi
gen van hun borden, bekers cn
lepeltjes op hadden gerekend, dat do
blijde gebeurtenis in Januari zou
plaats hebben. Zouden al deze voor
werpen waardeloos worden of zou
toch nog de laatste dag uitkomst
voor hen brengen?
Tastbare spanning
Inderdaad Zondagavond waren er
teckenen, welke er op wezen dat do
spanning toenam, zij was tastbaar
der dan ooit tevoren. De aanwijzin
gen werden sterker, uur na uur ver
streek maar toen dp dag aanbralc
was er nog geen verandering ge
komen. Doch dan tusschen kwart
over negen en half tien komt er be
richt, dat het oogenblik gekomen ia
om de batterijen de gereedstelling
te doen innemen. Hoo lang zal het
nog duren? Dan, enkele minuten
voor tienen rinkelt weer de bel van
dc paleis-lijn in het Badhotel. Het ia
jhr. Dedel, die meedeelt dat er een
prinses geboren is. Slechts enkele
seconden en de heek* wereld van
Oost tot West is van de heugelijke
tjjding op de hoogte.
Als het tien uur is luiden de kerk
klokken in Soest reeds, de batterij
in Baarn lost raeds om 9.55 saluut
schoten, onbekenden schudden
elkaar de hand en passeerende auto
mobilisten bevestigen, als zij de
driekleur tegenover het paleis ont
waren, de nationale kleuren aan hun
wagens. Herauten trekken door
Baarn en het telefoonkantoor in het
Badhotel staat in verbinding met
alle hoeken der wereld.
Feestvreugde
Overal in het land laaide de feest-
vreugde hoog op, een miezerige
motregen kon de feestgangers niet
deren. Do Amsterdamschc beurs
werd oogenblikkeRjk versierd,
's middags werd er vuurwerk afge
stoken, in Utrecht trokken studen
ten en scholieren met muziek door
de stad, voetzoekers knalden op het
Domplein en honderden en nog eens
honderden wachtten op het impo
sante gelui der Domklokken. Zoo
ging er door het gcheele land één
uitbundige, éclatante feestvreugde
en waar maar een draaiorgel was
en er zjjn er vele in deze lage lan
den deed het versierd zjjn plicht.
En de menschhcid liet niet af te
Juichen, te zingen cn te dansen!