Qk %k, ik wat jij (2) Wie zoekt Montgomery krijgt het bevel over het achtste leger Het is een kwestie van uithooren Profetieën kunnen kwade gevolgen hebben Op bezoek bij helderziende" Hoe God is SPLINTERTJE vertelt uit zijn jeugd' Tegenstrijdige bevelen Zaterdag 22 Februari 1947 ENEER NEPPER, de helderziende, ontving mij in een bedompte, donkere kamer. De ramen waren bijna geheel bedekt met triplex en earton. Waar de kelderlucht vandaan kwam kon ik zoo gauw niet nagaan, vooral omdat ik. toen ik ccnigszins aan de duisternis gewend was ge raakt. al mijn aandacht moest concentreeren op een ouden, grijzen man, die bij een potkachel zijn handen zat te warmen. Zijn klecrcn waren eens zwart geweest en de randen van zijn revers waren versleten. Zijn gelaat was grof, maar niet onvrien delijk en zijn witte haren gaven hem ongetwijfeld iets achtenswaardigs. ("IAAT U zitten," zei meneer Nepper en wees op 'n stoel. Na eenig wedei'zijdsch stilzwij gen begon hij zijn consult. Hij schoof de handpalmen voorIdu rend langs elkaar en sprak vlug achter elkaar korte zinnetjes- ,.U bent zeer bescheiden," zei hij vermanend, „U kunt veel meer he reiken, dan U tot nog toe hebt gedaan. U hebt een goed stel her sens- Zeker, bescheidenheid is goed, maar U moet niet al te be deesd zijn." Ik keek verrast op. Ik eet te weinig „O, dat, is leelijk," vervolgde de helderziende. ,,U eet te weinig. U moet veel meer eten." Ik dankte hem vriendelijk voor den goeden raad. Waar haalde de man den onzin vandaan! liet volgende oogenblik had ik moeite om niet te schateren. „U heeft vaak last van hoofd pijn, mijnheer. Daar moet u voor zichtig mee zijn. En... wat voel ik daar... (hij streek met de hand over zijn linkerzijde)., op deze plaats hebt u onk voortdurend he vige pijnen- Klopt dat?" Ik knikte. Maar ik heb gelukkig nog nooit pijn in mijn linker- of rechterzij gehad. „U heeft een dik blond meisje," vervolgde de helderziende. „Is dat zoo?" Het begon er op tc lijken, dat ik de helderziende was. in plaats van de man tegenover mii. Hij probeerde mii uit te hooren. Nu moet ik op deze plaats de bekentenis doen. dat ik inderdaad een meisje heb. Zn is echter noch dik. noch blond, integendeel. Toch gaf ik den ouden „ziener" gelijk. Hij glimlachte vol trots. Een donker man „Ja, dat zag ik al." zei hij. De goede gooi maakte licm blijkbaar moediger. Er trilde spanning in zijn stem, toen hij zei: ,,En... wat is dat? U deed enke le maanden geleden een belang rijke stap naar verbetering. Een slanke, donkere man. met eer, kwieken loop. was u daarbij be hulpzaam- Is het niet zoo?" Dit was me te kras en ik ont kende botweg, waarna mijnheer Nepper besloot nog eens voor mij te kijken. „Ik zie het toch," hield hij vol. „Onthoud U het maar-" Na enkele waarzeggerspraatjes, die op iedereen van toepassing zijn. zei hij, dat ik hem nu vra gen kon stellen. „Die pijnen in mijn zij» mijnheer hebben die een slechten invloed op mijn prestaties op het gebied van de sport? Ik doe namelijk veel aan sport-, ziet u en..." De „ziener" liet mij niet uit spreken. „Nee. nee. U moet vooral niet aan sport doen. Het kan U het leven kosten." Nog nooit heb ik pijnen in mijn zij gehad. Mijnheer Nepper zag ze toch. Welk een funesten invloed kan deze man hebben op jonge roensche-n, die van sport houden en oergezond zijn, maar die zich gaan storen aan deze bakerpraat jes... ..Dan zal ik maar oppassen," lispelde ik. Hooge hoeden „Ziet. u een belangrijke gebeur tenis in mijn familie?" vroeg ik verder. „Ja, dat had ik al gezien." zei 'de oude fantast. „Ik heb inderdaad hooge hoeden gezien- Dat betee ken t iets plechtigs. Is het een be grafenis of een bruiloft" vischto hij. Ik besloot tc zeggen, dat het een bruiloft was. ,.Ja, dat wist ik al. Een bruiloft" antwoordde de ziener. „Het huwc- Ingezonden mededeeling) LIEFDE ROND 1900. Het was rond 1900. De dochter des huizes had den aanvalligen leeftijd van 21 lentes, de oudste zoon had een vriend, die iederen Zondag trouw een kopje koffie met de familie kwam drinken. Hij was van goeden huize, be schaafd en ontwikkeld en viel zeer in den smaak bij vader en moeder. Bij zijn binnenkomen bloosde de dochter lieftallig. De geschiedenis is oud en altijd nieuw; zij beloofden elkander eeuwig trouw en leefden lang en gelukkig. Zooals vroeger is ook nu het kopje koffie op het Zondagsche bezoekuur van onze meest ïn- üemc vrienden de grootc tracta- tie. Moeder doet dan haar best een echte gezellige sfeer te schep pen. Zij betrekt haar koffie van dezelfde zaak als haar moeder in 1900, zij gaat naar De Gruyter, de koffie- en theezaak. Zooals «vroeger 1 lijk zal over zes weken worden voltrokken." „Hoe is het mogelijk, dat u dat weet," hitste ik hem op, hoewel er niemand in mijn nabije familie is. die ik op cenigerlei wijze met een aanstaand huwelijk in verband kan brengen. Of zou ik misschien zelf" „Vraagt u maar.' zei de heer Nepper. Hij wercl ongeduldig. Ik besloot door te borduren op het thema van dat huwelijk- en eens te kijken of ik zelf de geluk kige was. Roerende geschiedenis „Ja, ziet u," zei ik. „ik maak mij eigenlijk wat ongerust over mijn meisje- „Ah." zei de heer Nepper- „Net wat ik dacht. Is ze ziek?" „Ze sukkelt nog al," hielp ik hem. „Ik heb het daar net maar niet gezegd", verontschuldigde de „zic- nër" zich. ,.lk zie uw meisje voortdurend kuchen. Ze is erg zwak. Ze is twintig, is het niet?" Zie, daar had je het weer. Alle menschen vergissen zich in haar leeftijd. Ik zei echter, dat he: sloot als een bus. „Wacht," zei de helderziende met lieesche stem. „Ik zie twee twee-tjes. Dat kan niet anders be- teckcnen. dan dat uw meisje. 01» haar twee-en-twintigstc jaar ge nezen zal zijn." Ik zuchtte hoorbaar- .,Ja, zoo is het leven, jonge vriend. Zoo ben je gezond en zoo..." Hij bedacht zich. „Weet 11 wat de heele sjoos is?" zei hij. „De ouders van uw meisje komen van het platteland. Zij kan niet tegen het stadsleven. Ze moet naar bui ten. Dat is de cenige oplossing. Maar maakt u zich niet ongerust. Nel wat ik zeg. een tijdje logeeren bet eek ent voor haar alles-" Het goede kind is kerngezond en het ging mij aan het hart nog meer onzin over haar te moeten hooren. Ik keek hem echter bedroefd aan. „Ach, mijnheer,'zei ik. „Dat is onmogelijk- Ze hebben het arm bij haar thuis- Haar Vader stierf en kele jaren geleden. Het meisje moet den kost verdienen voor zichzelf en haar oude moeder..." Ik zuchtte diep en ik raakte zelf bijna onder den indruk van de trieste historie. Wat een leugens had ik in tien minuten niet verzonnen! De va der. die dood zou zijn. - verkeert in blakenden welstand. De ouders van het meisje komen uit het har tje van Amsterdam... Ik ga trouwen ,.Het is diep treurig, meneer," zei de man. Ik was het roerend met hem eens. „Maar," hervatte de „ziener" het gesprok, „u behoeft zich niet ongerust te maken. Ik zie uw meisje kerngezond voor me. Ik zie dat u binnenkort met haar gaat trouwen. Dan krijgt ze een heel ander leven en zal ze spoedig heclemaal beter zijn." Ik probeerde verheugd te kij ken, hoewel de malligheid me wel een beetje te gortig werd. Ik zei maar niets- Het was koud in de kamer. Een groote klok tikte nadrukkelijk. De man keek op dc klok en streek met een hand over de koude ka chel. ,.NTog iets?" vroeg hij op vrien- delijken toon. Neen, ik had niets meer en gaf hem zijn „loon". Hij legde liet op den schoorsteen- Ik groette hem en zocht mijn weg naar buiten. De sneeuw verblindde mij een oogenblik. Do stijve huizen aan den overkant van de straat vond ik plotseling rnooi- Ik was blij, dat ik uit dat huis weg was. liet was mij in twintig minuten duide lijk geworden, hoe groot het on heil is. dat „een helderziende" kan aanrichten. Huiverend in mijn winterjas liep ik door. Voor den Zondag r~NE Kerk bepaalt in deze weken onze aandacht bij het lijden van den Christus Gods. Waarom toch altyd weer dienzelfden lijdens weg van dien Eénen onze aandacht gewijd Het antwoord vindt ge in Jaco bus 5:11: gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermcr. Dat kan ik niet zien in de na tuur. De natuur kan mij de sporen '.oonen van de almacht Gods en van zijn scheppingsheerlijkueld. Maar de aandachtige beschouwer, die niet met de romantische oogen van den Wanderv'ögel kijkt, ziet er ook de strijd, de bitterheid, dc vraag: waar is God toch? Men kan het ook niet aflezen uit het boek der geschiedenis. Daar lees ik zelfs niet de almacht Gods uit, doch naar het schijnt veeleer de onmacht. Natuur en geschiede nis, Blut und Boden, zijn wel zéér misleidende gidsen gebleken. Ook in mijn eigen hart, in de stem van mijn geweten, kan ik niet af lezen, hoe God is. Het moge al een thermometer zijn, doch één, die niet geijkt is. Het ééne menschenhart reageert anders dan het andere, één en hetzelfde reageert verschillend op verschillende tijden. Dwars door dc hecle schepping loopt de breuk, de scheiding, de zonde. Hoe kan ik dan weten, hoe God is De Kerk der eeuwen neemt ons mede naar den Kruisweg en laat er ons zien, hoe Jezus is. Zóó is God! Zóó, dat Hij rlen mensch niet wil of kan loslaten. Dat hij dien mensch, die Hem vergat en verdeed, trouw bleef tot in den dood. Zóó, dat Hij daar, waar alle menschenuitzicht is afgesneden, Zijn Woord doet triomfeeren. Zoo, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer. V.D.M. De Zatcrdapsche puzzle ,,'k Kan er hcusch niks aan doen--", hijgde dr. Pluizer, toen hij met een angstigen blik op de klok de redactie binnen kwam stuiven, wapperend met het. velle tje papier, waarop de nieuwe op gave zich bevond. „Kan het nog?" Tien minuten voor het sluiten van deze editie en dan nog copie, op een oogenblik dat er alleen nog in tempo gezet kan worden wat inder daad „hot news" is. Dus duizenden puzzelaars te leurstellen? „Dal nooit!" zeiden de zetters en in vijf even groote par tjes geknipt kwam het wekelijksch raadsel bij vijf machines, werd „in lood vereeuwigd", snel tot een ge heel „gebundeld", in proef getrok ken voor de correctie en in den vorm gedeponeerd-. „Gelukt?" vroeg de hersenkron- kelspecialist, die nog immer hijgde. Dc nu volgende discussie worde met den mantel der liefde bedekt. De vervaardiger van de puzzle beloofde uiteindelijk plechtig nimmer meer te zondigen! De opgave? Wie zoekt. vindt' Hieronder treft men zes en dertig letterparen aan. Hieruit stelt men dc gevraagde woorden samen, waar bij op dc kruisjesrij een vrij bekende zegswijze ontstaat. Veel succes! en ev id nt st se en ev ig nu st zu x....x.. Hemelstreek x x Tn even hooge mate xx.. Gezamenlijke gcloovigen x x Niet nieuw xx Zeeheld xxVlijtig X....X.. Verwaand x x Vcfuwsch dorp x x Orkestleider OPLOSSING VORIGE PUZZLE De betreffende dame betaalde evenveel guldens voor 3 paar kou sen als 7j paren kousen ontving voor f 48.Voor één paar kousen betaalde zij dus evenveel guldens als ze paren kousen voor f 16. - ontving. In het laatste geval is Jus het aantal paren kousen gelijk aan het aantal guldens per paar; het product is f 16.de prijs van een paar kousen is dus f 4. 199 door W. Men ld ijk Ook in India werd ondanks alle moeilijke omstandigheden de Blijde Gebeurtenis in het Prinselijk Gezin gevierd. Een Indische schilder bezig met het. copieeren Pan een portret van II.M. de Koningin. P Nederland is te hoog verzekerd i In de Eerste Kamer drukte prof. Donkersloot (PvdA) zijn bezorgdheid uit over dc hooge i uitgaven voor het departement van Oorlogdie z.i. ten koste i gaan ran de andere departcmcn. i ten. „Onze samenleving vertoont een oorlogsklimaat niet vredes- lendenzen. inplaats van het. om- I gekeerde.' Prof. Donkersloot vergeleek den Nederlandse hén Staat niet een man, die zijn sterf- tekansen zeer somber inziet en j zich daarom zóó hoog verzekert, j dat hg niet meer in zijn levens- j onderhoud kan voorzien. „Volksweerbaarheid" is niet noodig „Ik zie geen plaats voor een para militaire organisatie, in welken vorm ook", zei minister Fiévez in de Eerste Kamer naar aanleiding van opmerkingen van prof. Donkersloot over „Volksweerbaarheid". Indien een organisatie streeft naar verhoo ging der geestelijke en physiekc weerbaarheid van ons volk is dit slechts toe te juichen. Als zij echter stoelt op bepaal de nauw begrensde groepeerin gen, bestaat het gevaar, dat an dere grocpeoringen zich daar te genover zullen stellen. In tegenstelling tot voor 1940 won't de strijdmacht thans door ons volk gevoeld als het bezit van het gehcele volk. Dit is een enorme na tionale winst, en wij mogen niets ris- keeren wat (lit zou kunnen doorkrui den, zoo zei de minister. 279. Ik stond daar op den hoek van het plein en rilde even toen ik hoorde hoe erg de menschen mij haatten. En dc slimme Inktvleccus en de veld heer Knokrinius, die daarvan de schuld waren maakten handig gebruik van die stemming. „Men schen", gilde Inktvleccus: „Aan een prins die ons hongeren laat hebben we niets. Gij hoeft niet langer te gehoorzamen, ik zal jullie leider zijn en ik beloof jullie veel eten!" De menschen begon nen weer te juichen, maar ik luisterde niet lan ger, ik begon weg te hollen, weg van het plein met al die menschen die zoo'n hekel aan mij hadden cn een anderen heerscher wilden en dat alles zonder dat ik er iets aan kon doen Een heelen tijd rende ik radeloos door de bijna verlaten stad, want iedereen was naar het plein gegaan om te luisteren. Ik wist nu precies wat er aan de hand was en moest zelf op gaan treden. Maar hoe? Als ik tegen de menschen ging vertel len, dat er niets van waar was, dat Inktvleccus en Knokrinius zelf de schuld hadden van hun honger, zouden ze me vast niet geloovenIk ga naar het paleis terug", besloot ik: „Grootvader moet alles hooren, misschien weet hij een oplos sing". Voor een paar goudstukken huurde ik bij een stalhouder een wagen met paarden en begon daarmee de terugreis. En toen ik voortdaverde over den weg, kreeg ik mijn moed weer terug: „Vooruit viervoetige vrienden", riep ik: „Prins Splinterianus heeft haast!" OP 7 Augustus 1942 was Mont gomery in Schotland mot gene raal Paget bij geheime manoeuvres van het Britschc Eerste leger, dat bestemd was voor de invasie van Algerië. Generaal Eisenhouwer was al in Engeland en bezig zijn voorbe reidingen te treffen als opperbevel hebber van deze expeditie. Gene raal Alexander, die net terug was van den veldtocht in Birma, was tot bevelhebber van het Eerste leger onder Eisenhower benoemd. Er kwam een dringende telefoni- che oproep voor Montgomery door uit Londen: hij moest zich onmid dellijk melden bij het Ministerie van Oorlog. Daar kreeg hij van ge neraal Nye, dc sous-chef van de Im perial General Staff, te hooren, dat er veranderingen waren gekomen in rle beschikkingen voor het opperbe vel. Alexander zou in de plaats van Auchinleck opperbevelhebber wor den in het Midden-Oosten en Mont gomery commandant van het Eer- te leger. Hij moest zich den vol genden morgen met Eisenhower in verbinding stellen, Montgomery keerde terug naar zijn hoofdkwartier te Rcigate en ging naar bed. Dpn volgenden mor gen om half acht, net toen hij zich aan het scheren was, kwam zijn aide de camp binnenstormen: het Ministerie an Oorlog was opge beld, dat Montgomery de orders van den vofigen avond als niet gege ven moest beschouwen en dat hij onmiddellijk naar Egypte moest vertrekken om het bevel over het Achtste leger op zich te nemen. Wat was er gebeurd? Generaal Gott was dood, zijn vliegtuig was door de Duitschers neergeschoten net toen hij het commando van het Achtste leger op zich ging nemen. Naar Egypte Montgomery trof haastig zijn toebereidselen. Er werd een Liberator ter zijner beschikking ge steld. die hem nog dienzelfden avond moest wegbrengen. Hij had nog net tijd om David goedendag tc GENERAAL ALEXANDER Monty's chef. FEUILLETON a r b r d i e i e n e r e r e t g e g e g e g e k t m e n a n s n w o o P e r i t e t s u i ij s TU1NKALENDER 22 FEBRUARI. De bollen van d.' Hyacinten, TulpenNarcissen en Crocussen, die in den winter in de gebruikelijke potten of kistjes niet aaide in de kamer in bloei staan, komen een volgend seizoen niet meer voor ditzelfde doel in aanmer king. Doch in tien tuin zullen ze nog wel kunnen worden gebruikt. Na d i- bloei plaatst men de potten ot kistjes met de bolgewassen in een koele kamer. Nadat de bladeren ten slotte gaan afsterven, laat men -te (nrde uitdrogen. Nadien worden ae bollen uit de droge aarde gehaald en des zomers roog bewaard. In het. begin van het najaar kunnen ze >n j ft en tuin worden gelpant. S. L. 1 Mach. 2 rtr Aan den rand van het stuk grond, dat bij het huis van Sanford hoorde, bleven zij staan. Aan den anderen kant van de netjes geknipte haag was een kleine, met wilden wingerd begroeide boom. en daarachter lag een groot, keurig onderhouden gras veld. omzoomd door bedden dubbele madelieven. Er stond een vroolijk gekleurd tuinameublement voor het huis, maar, zoo dacht April, het was niet dc kleur, die het best bij het roze pleisterwerk paste. „Als er geen moord gebeurd is", peinsde Dinah, „dan is Mrs. San- ford bezig een halfje in tweeën te bijten. Zc heeft ons al eens meer weggejaagd". „Wij hebben schoten gehoord", zei April, en krabbel nou niet te rug". Zc ging voorop door den win gerd heen en bleef toen staan. „Er waren twee auto's,,, zei zc nadenkend, „en allebei draaiden ze vanaf de oprijlaan den weg op, na dc schoten. Misschien weet iemand anders al, wie de moordenaar is en zit hem achterna". Zc keek schuins naar Archie en voegde er aan toe: „Misschien komt de moordenaar terug. Misschien zal hij denken, dat wij getuigen zijn ge weest cn ons allemaal neerpaffen". Archic slaakte een gilletje. Het was geen goede imitatie van bang zijn. Dinah fronste haar voorhoofd. „Ik denk niet, dat de moordenaar dat zou doen". „Dinah", zei April, „jij neemt den boel veel tc letterlijk op, dat zegt moeder ook altijd". Toen staken ze het grasveld over naar de oprijlaan. De sporen van banden stonden kris kras op het be ton. „Eigenlijk moesten we die foto- grafecren", zei April, „maar we hebben geen fototoestel. Het grasveld en de tuin lagen ver laten. Er was geen geluid of teeken van leven in de roze gepleisterde villa te bespeuren. Een oogcnbilk stonden ze met zijn drieën bij den hoek van een aangebouwde serre, cn dachten cr over na, wat het vol gende zou zijn, dat ze zouden gaan doen Toen draaide plotseling een grijze open auto de oprijlaan op en de kleine Carstairs doken haastig weg om den hoek van dc serre. De jonge vrQuw, die uit de open wagen stapte was slank en charmant. Haar haar was zoo'n beetje tus- schen rood en goud in, en het viel in groote, losse krullen op haar schouders. Ze had een gebloemde jurk aan en droeg een grooten strooien hoed. April staarde met open mond naar haar. „Kijk eens", fluisterde ze, ..dat is Polly Walker, die too- neclspeelster. Is dat effe een fijn portret!" Toen dc jonge vrouw halverwege de auto en het huis was, scheen ze even te aarzelen. Toen liep ze dap per door en drukte op de bel. Na lang wachten en verscheidene kee- ren bellen deed ze de deur open en liep naar binnen. De drie kleine Carstairs gluur den voorzichtig door de ramen van dc serre, vanwaar ze vaag de groote huiskamer aan den anderen kant konden onderscheiden. Polly Walker kwam binnen door de voordeur, bleef meteen staan en gaf een gil. „Heb ik het niet gezegd?" mom pelde April. De jonge vrouw deed langzaam een paar stappen de kamer in en bukte zich, zoodat de drie bespie ders haar een oogenblik niet kon den zien. Toen kwam ze weer over eind, ging naar de telefoon en nam den hoorn van den haak. „Zc gaat de smerissen opbellen", fluisterde Dinah. ,In orde", fluisterde April terug, die zullen al de aanwijzingen vinden en moeder zal zc uitleggen. Zoo doet Bill Smith in de Clark Cameron boeken het ook". „Maar Superman doet het an ders". zei Archic met een schrille piepstem, „hij Dinah hield haar hand voor zijn mond en siste nijdig: „Hou je mond!" Toen zei ze: „In de boeken van J. J. Lane maakt de detective valsche aanwijzingen om de politie op een dwaalspoor te brengen." „Dat zou moeder ook doen", zei April en ze voegde er de voorspel ling aan toe: „en als zij het niet doet, nou, dan doen wij het!" (Wordt vervolgd) Zoodra Mont gomery in Afri ka was aange komen. begon hij met zijn be kende voortva rendheid. het le ger dat Rommel moest bevech ten te reorgani se er en. Dat hg ook zelf de handen wist uit te steken kan men op deze foto zien zeggen en hem een plaats op zijn oude school in Surrey te bezorgen. Men bracht hem een slaapzak en zijn uitrusting voor de tropen. Veel spullen had hij niet noodig. Er zou één aide de camp met hem mee rei zen. Het weer was slecht, daarom werd zijn vertrek een dag uitgesteld. Te gen het vallen van den avond op 10 Aug. vertrok de Liberator met zijn vreemde lading; een slaapzak, een adjudant cn een generaal op proef, een magere, onaanzienlijke figuur in veldtenue, een onbekende voor het groote publiek, een nieu we candidaat voor het bevel in de woestijn, waarheen al zoo velen hem waren voorgegaan en met een fiasco waren geëindigd. Den volgenden morgen vóór het ontbijt landde Montgomery op het vliegveld van Gibraltar, waar hij den heelen dag moest blijven, aan gezien het aan transportvliegtuigen verboden was overdag over de Mid- dellandsche Zee te vliegen, omdat er vliegtuigen van de As kruisten. Bij het krieken van den dag np 11 Aug. zette hij koers naar Caïro, waar hij den volgenden dag om 9 uur 's morgens na een voorspoedi- gen vlucht aankwam. Ontmoeting HIJ reed onmiddellijk per auto naar het hoofdkwartier, waar Auchinleck hem wachtte in een bu reau op de derde verdieping. Voor dezen man, die nu op 't mint stond heen te gaan, moet dit wel een moeilijk moment zijn geweest. Hij had zich de laatste maanden bijna dood gewerkt, cn alles wat hij on dernomen had was op een échec en een catastrophe uitgeloopen. Eerst had hij den bevelhebber van het leger in do woestijn door een ander vervangen en toen ook die weer een mislukking werd had hij net te lang gewacht met het bevel op zich te nemen. Zeker hij was er in ge slaagd om de linie bij Alamein te houden en dc zaak voorloopig te redden, maar toen was het te laat voor hem zelf. Churchill had hem zonder meer ontslagen en Alexan der was hem komen vervangen. En nu was Montgomery er om naar de woestijn te gaan en doen wat Au chinleck niet gelukt was: Rommel te verslaan. Auchinleck was een zenuwcrisis nabij, maar hij had nog twee dagen tot 15 Aug. als opperbevel hebber en hij was van plan zich goed te houden tot het einde. Hij zeide eenvoudigweg tegen Montgo mery: „U weet, dat ik heenga?" „Ja, ik weet het", antwoordde Montgomery. Vervolgens stelde Auchinleck voor, dat Montgomery een paar da gen naar de woestijn zou gaan voor dat hij het opperbevel op den loden overnam cn hiermee was het onder houd ten einde. Pantsercorps ZOODRA Montgomery het bureau uit was, ging hij een van zijn oud-leerlingen, ^eneraal-majoor John Harding, opzoeken, die belast was met de africhting van de troe pen en in Montgomery's oogen een Van de bekwaamste generaals van het leger was. Harding was stom verbaasd hem tc zien cn nog veel verbaasder, toen hij hoorde, wat Montgomery wilde: „Kunt U ge noeg tanks en pantserwagens bij elkaar brengen om drie divisies te formeeren. die als stoottroep kun nen dienen?" Harding zat vol bezwaren. Mont gomery's bezoek was nog een diep creheim. Harding had geen idee wat hij doen kwam: hoe kon hij orders van Montgomery in ontvangst ne men. Rovendior. kon hij in ieder ge val geen pantsekorps te voorschijn tooveren. Montgomery hield aan: „ik wil weten, of er in Egypte op dit oogenblik voldoende materiaal is om een pantserkorps te vormen". Het ei°d van het lied was, dat Harding er in toestemde om te gaan zien, wat hij doen kon. Zij spraken af, dat hij 's middags om 6 uur rap port van zijn bevindingen zou ko men uitbrengen. Ziezoo, dat was één hindernis ge nomen. Montgomery begon met kwestie nummer twee: hij ging Aelxander. met wien hij sinds bei der studiejaren in Camberlcy be vriend was, opzoeken. Kwajongens HA. die Alex." „Ila, die Monty", Beiden wa ren zwaar incognito en hun ont moeting had veel weg van die van een paar opgewekte, maar lichtelijk schuidigde kwajongens. „Laten wij ergens gaan zitten om eens rustig te praten." Montgomery stelde hot hotel Shepheard voor. Ilun beider adju danten zouden vooruitgaan oni oen rustig hoekje uit te zoeken 011 hen vervolgens alleen te laten. Beide mannen waren militair in hart en nieren, maar overigens had den zij niets van elkaar. Montgome ry drukte het zoo uit: „Wij hadden een heel andere mentaliteit, ik prik kelde de gevoelens van anderen en Alex kalmeerde ze. En zoo zaten zij daar nu in het donkere hoekje van Je lounge van hotel-Shcphcard cn bakenden hun positie ten opzichte van elkaar af. Alexander gaf in dit gesprek de eenige order uit, die hij gedurende den heelen veldtocht voor Montgo mery had: „Ga naar de woestijn en geef Rommel op zijn kop". Montgo mery schetste vlug en onstuimig zijn plannen: „De Duitschers heb ben en tankleger, dus moeten wij er ook een hebben. De beslissing moet vallen in de woestijn en nergens anders. Het moreel van de troepen dient te worden hersteld. Er zal een liergroepecring van het heele leger noodig zijn, vermoedelijk ge paard gaancle met de vervanging van bepaalde bevelhebbers. Krijgt hij daarin van Alexander do vrije hand?" „Ja." „Wil hij in Caïro achter Montgo mery staan, hem de hand boven het hoofd houden, probeeren om aan al zijn redelijke verlangens tegemoet te komen?" „Ja." Monty organiseert \\TANNEER hij naar den ovcr- kant van liet tafeltje keek, dan zag Montgomery, dat hij het volkomen vertrouwen had. Maar hij zag ook. dat hij dit vertrouwen en deze vrijheid van handelen alleen zoolang zou hebben, als hij succes zou hebben Als het mis zou loopen, dan lag hij er uit. Zoolang hij het zou probeeren, zou Alexander hem steunen tot het uiterste, maar hij zou heel hard moeten probeeren. Deze stilzwijgende afspraak tus- schen beide mannen is nooit ver broken. In den namiddag verscheen Har ding met zijn rapport: „Ja, hij zou drie pantserdivisies bij elkaar kun nen krijgen". „Begin er dan mee", zei Montgomery. Het volgende punt van dc agenda was: contact krijgen met een ande ren oud-leerling. De Guingand, die chef van de staf was van het veld leger. Hij was al een tijdje in het Midden-Oosten, eerst bij den Inlich tingendienst en nu in doze nieuwe functie. Zij spraken per telefoon met elkaar af, dat zij elkaar den volgenden morgen zouden ontmoe ten op de plek, waar de weg naar Caïro westwaarts naar de open woestijn afbuigt. Montgomery zag Auchinleck nooit terug. En hu 'zou ook niet meer w Caïro terug komen, voordat dit zijn grootste avontuur op dc een of an dere wijze een einde had gevonden. Dien nacht, sliep hii in dc Britsehe ambassade en op 13 Augustus ver trok hij 's morgens om 5 uur per auto. zijn slaapzak bij zich. naar het front, dat \ijf uur rijden weg was. ALAN MOOREITEAD, Montgomery, (Nadruk verboden).

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2