Bibliophiele boek moet aanj
vele voorwaarden voldoen
Herimn.erio.gem aam lboekem
slechte
en
Drie belangrijke herdrukken
Spanning en herinnering
Een
Niets worde aan
toeval
overgelaten
„wonderlijk'
verhaal
UIT DEN BOEKENMOLEN
HEELINQ VAN ONZE DIEP
I QESCHOKTE CULTUUR
Studie over Picasso
W"
Werker heeft recht op
meer sociale
zekerheid
Het machtigste
middel
„Olleke, Bolleke en
2
Woensdag 5 Maart 1947
HET is een niet tegen te spreken
feit, dat in de oorlogsjaren
veel menschen het boek ontdekt of
herontdekt hebben. Men denkt dan
natuurlijk aan de inhoudswaarde,
die velen heeft getroost in de naar
geestige en trieste jaren die wij
hebben meegemaakt en anderen tot
tijdverdrijf (wie schreef eens. dat
men beter kan spreken van dood-
verclrijjf) diende van de lange en
donkere winteravonden. Maar ook
op andere wijze werd het boek ont
dekt. Men ging beseffen, dat het
niet zoo vanzelfsprekend was als
men had gedacht, dat een boek op
goed papier gedrukt was, met een
goede letter, gelijkmatig van kleur,
met een prettig-aandoende zwart
wit verdeeling van de bladzijden en
gebonden in een minstens goeden,
liefst fraaien band.
Het boek werd ook ontdekt als
voorwerp van kunstnijverheid. Na
tuurlijk reageert niet iedereen ge
lijk od het meer of minder fraaie
uiterlijk van een boek. Tusschen
Jozcph Israels, van wien verteld
wordt dat hij de gelezen bladzijden
uit zijn boeken scheurde en ze uit de
Scheveningsche tram liet fladderen,
en Greshoff, die beweerde boeken te
hebben bemind, waar hij geen
woord van kon lezen, alleen omdat
ze er fraai uitzagen en hem aesthc-
tisch bekoorden, liegen vele gra
duaties. Lang niet iedereen meent
dat een boek, ook naar zijn uiter
lijk, moet zijn ,,a thing of beauty, a
joy for ever".
SONNETS AND SONGS
TOWARDS A WORK
TO BE CALLED
Tfir joust!
or i ft;n
imm
0*8
\STfl»CiïT wcajxx V»
Niet
zoo een
voud
'9
HP OCH ontstond in de achter ons
-*■ liggende jaren een groote
vraag naar 'n groote belangstelling
voor het z.g. bibliophicle bock. Dit
houdt een groot gevaar in. Want
men moet goed weten, dat een bock
nog niet bibliophiel is als het ge
drukt wordt op „geschept panier"'
in „kleine oplage", „genummerd"
en soms bovendien nog „gesig
neerd" en veel geld kost. Zoo
eenvoudig is het niet.
Er zijn tijden geweest dat er geen
onderscheid was tusschen een bi
bliophiel en een niet-bibliophiel (of
gewoon) boek. Alle boeken werden
goed verzorgd uitgegeven, op goed
papier gedrukt en in een goeden
band gebonden Toen het bock mas
saproduct werd, ging het net als
met alle massaproducten: er kon
niet meer genoeg aandacht aan
worden besteed. Het moest zoo
goedkoop mogelijk zijn om zooveel
mogelijk menschen in de gelegen
heid te stellen het te koopen en er
kennis van te kunnen nemen. Op de
voordeelen van het goedkoope, voor
ieder toegankelijke boek behoef ik
hier met te wijzen ze zijn er en
hun lof is overvloedig bezongen.
Natuurlijk kwam de reactie, zoo
als in zooveel takken van kunst
nijverheid. Er ontstond weer be
langstelling. zij het bij weinigen,
voor het handwerk, ook voor het
bibliophiele boek. Niet inplaats van
het gewone massaproduct, dat bo
vendien niet noodwendig léélijk
moet zijn, maar er naast.
Goede teksl
AAN welke voorwaarden moet
nu een boek voldoen om tot de
bibliophiele uitgaven gerekend te
worden? Ik zal trachten in het
kort er eenige op te noemen, in de
hoop niet al te onvolledig te zijn.
In de eerste en voornaamste
plaats moet de tekst „de moeite
waard zijn". Van den tekst gaat
Ch. Nijpels. Frontispice en titelblad, Gedrukt in zwart, en rood, het
merk blauw. Letter: Grotrus. Hout snede Rob Steiner. 1926.
men uit bii het kiezen van vorm,
formaat en lettersoort. De grootte
van de letters, hun onderlinge af
stand, de afstand van de regels ten
opzichte van elkaar, de verhouding
van het bedrukte en onbedrukte ge
deelte van de pagina (de z.g. blad
spiegel en marges) worden zorgvul
dig overwogen. Bij het afdrukken
wordt nauwkeurig toegezien dat de
letters gelijkmatig van kleur zijn,
zoodat niet de eene bladzijde een
diep-zwarten en de andere een grij
zen druk te zien geeft.
Bijzondere aandacht verdient ook
het papier. Dat moet goed zijn, als
het kan met de hand geschept, van
een kleur en hoedanigheid, die den
tekst en de cventueelc illustraties
het best doen uitkomen. Leent de
tekst er zich voor dan zijn goede
illustraties welkom, maar ook een
zuiver typografisch uitgevoerd
boek kan van groote schoonheid
zijn. En als dan een goedverzorgde
band dit fraaie geheel samenvat in
leer, perkament of ook wel een
goede kwaliteit linnen, is er kans
dat een boek ontstaan is, dat stijl
bezit en schoon is en dus voor den
bibliophiel een begeerlijk bezit
vormt.
„Black, de hengst uit de steppen",
geschreven door Walter Farley
vertaald door William Speed en
uitgegeven door Dc Bezige Bij, is
een alleraardigst boek voor ieder,
die graag een ..verhaal" leest en
daarbij geen critischen zin heeft,
noch wat de inhoud, noch wat de
taal aangaat Voor ieder, die zich,
wanneer hij leest: de bek was
open, maar dc tanden stonden wit
en uitdagend op elkaar", een voor
stelling kan vormen van wat hier
gebeurt En dit is slechts een klei
nigheid van alle onwaarschijnlijkhe
den. die hier worden opgedischt.
Neen. ,,De Bezige Bij, die zich in den
oorlog een reputatie verwierf, waar
op wij tot nu toe elk door haar uit
gegeven boek zouden hebben dur
ven koopen, was niet of al te zeer
bezig en in geen geval bij. toen ze
dit prul van de Amerikaansche lit
teratuur" voor onze niet-Engelsch
lezende landgenooten vertaalde en
uitgaf. C'est plus qu' un crime, c'est
une faute, een fout van een firma
die indertijd onze cultuur op peil
trachtte te houden en nu is afge
zakt tot dergelijk zesde -rangs werk.
J. B.
Zorg en liefde
IETS worde aan het toeval
1 overgelaten. Wolfgang Cordan
noemt het ergens (het is weliswaar
erg Duitsch geformuleerd, maar 't
is daarom toch juist) „der vollkom-
mene Band des Optisch-Schönen
mit dem Geist-Schönen". Zoo wordt
een gedicht ook werkelijk oen ge
dicht, een monumentaal stuk proza
een monument.
Dat boeken, waaraan met zooveel
zorg en liefde moet worden ge
werkt, gewoonlijk niet in een groo
te oplage verschijnen, zal "voor
iedereen duidelijk zijn, evenals het
feit dat deze boeken hooger in prijs
zullen moeten zijn dan die, welke in
vele duizenden exemplaren gedrukt
worden. En voor hen die het biblio
phiele boek niet kunnen betalen,
eindig ik met dezen troost: het
laboratoriumwerk, gepleegd in dc
werkplaatsen van de verzorgers
van het bibliophiele boek komt ten
slotte ook ten voordeelc van dc uit
voering van het gewone boek.
Samenvattend haal ik de woor
den aan van Maurice Robert in zijn
charmante boekje „Code de la bi-
bliophilie moderne"
,,Le livrc de luxe est lc beau livre
porté k son maximum de perfection
La perfection ne réside pas dans la
rareté, mais dans la qualité".
CHR. LEEFLANG
I? EN van de gevoelige verliezen,
-1—welke dc Nederlandsche cul
tuur in de bezettingsjaren heeft ge
leden, is het verlies van den beken
den Hiêpanoloog, dr. J. B r o u w e r,
die door de Duitschers werd gefu
silleerd. De schrijver ging heen
maar Spanje, het onderwerp van
zijn denken en werken is nog altijd
een probleem in de Europeesche
samenleving. Het is daarom ver
heugend, dat er thans onder den
titel ,,H et Mysterie van
Spanje" bij J. M. Meulenhoff te
Amsterdam een herdruk is ver
schenen van zjjn „Spaansche Aspec
ten en Perspectieven". De schrijver
beoogt een critisch overzicht te ge
ven van den ontwikkelingsgang
van de Spaansche beschavingsge
schiedenis en de noodige gegevens
te verstrekken opdat de lezer zich
een oordeel kan vormen over het
verleden van Spanje, over het Span-
Je uit onzen tijd, en over de moge-
ijkheden, welke Spanje voor de toe
komst in zich sluit. Dr. Brouwer
heeft Spanje daarbij willen bezien
in zijn historische verhoudingen tot
West-Europa.
Het boek, dat rijk geïllustreerd is
eindigt met een uitgebreide litera
tuuropgave.
Een tweede belangrijke herdruk,
welken wij hebben aan te kondigen,
is die van de „Onpersoonlijke
Herinneringen" van Frans
C o e n e n. Zij verschenen als eerste
deel van de Perpetua-reeks, welke
het licht ziet bij A. W. Bruna en
Zoon's Uitgeversmaatschappij te
Utrecht en waarin belangrijke ro
mans. novellen, briefwisselingen en
dagboeken uit dc Nederlandsche en
buitenlandschc litteratuur zullen
verschijnen.
Zooals men zich zal herinneren
schetst Coenen in dit werk een
groot huis aan een der Amsterdam-
sche grachten en dc familie, die het
bewoonde. Dat huis is het museum
WilletHolthuyscn, waarvan Coe
nen jarenlang conservator geweest
is.
Deze herinneringen zijn in een
koelen stijl, maar buitengemeen
suggestief geschreven. Het vrij lu
gubere slot heeft zelfs een min of
meer beklemmende werking.
Als alle belastingschulden van Ne
derlandsche schrijvers ter vereffe
ning ervan zulk een fijn prozawerk
je zouden opleveren als bij Coenen
het geval was, zou men naar veel
schulden gaan verlangen. In ieder
geval mogen wij dc uitgeefster
dankbaar zijn, dat zij in deze voor
name uitgave, welke door Jan Roe
de werd geïllustreerd, deze herin
neringen opnieuw het licht deed
lien.
Van den „kolonialen' roman van
Theun de Vries: „Dc V r y-
heid gaat in 't rood ge
kleed' die reeds kort na dc be
vrijding bij de Republiek der Lette
ren te Amsterdam verscheen, is
thans een goedkoope uitgave uitge
komen. De schrijver komt in zyn
werk, dat aan het einde van de
18de eeuw speelt, op voor de rech
ten van dc negers.
De hoofdpersoon is David, een
jonge, begaafde negerslaaf. Hij is
een typisch gespleten natuur, die
hecht wortelend in zijn ras. zich
toch sterk aangetrokken gevoelt
tot dc westersche beschaving. De
vrijheid komt. maar het duurt lang
eer de negers ook werkelijk vrij zijn
en zich innerlijk aan den invloed
van de blanken weten te onttrek
ken. Theun de Vries is er niet in
geslaagd zijn werk overal dezelfde
spanning te geven. Dc meeste sfeer
weet hij te leggen in die gedeelten,
waarin hij het leven van de neger
stammen beschrijft.
t» EN „oorlogsboek" van een vrij
1-' uitzonderlijk karakter is
,.A an slag in Par Ij s", een ro
man van de Zweedschc schrijfster
Mar i ka Stier nstedt. (Uitg.
Erven J. Bijleveld te Utrecht). Het
is als het ware een dctective-roman,
met dien verstande echter, dat de
lezer reeds in het begin op de hoog
te is van de omstandigheden waar
onder en door wie de moordaanslag
is gepleegd. De vraag is dan ook
niet „Zal de daderes gepakt wor
den?" maar „Zal zy weten te ont
komen
De schrijfster heeft haar stof op
een boeiende wijze behandeld en zij
weet over het algemeen de aan
dacht gespannen tc houden. Door
het boek loopt een liefdesgeschie
denis, welke geen idylle kan wor
den omdat in wezen de beide figu
ren tot verschillende partijen be-
hooren. De karakters zijn goed ge-
teekend en de vertaling van Greta
Baars-Jelgersma lykt ons goed ge
slaagd.
Een meer reeele herinnering aan
den oorlog geeft het gedenkboek
„Kinderen in Nooa", dat een
overzicht biedt van de kindervoe
ding in de stad Utrecht in den
noodwinter van 1944'45. Er is in
die maanden een ongelooflijke hoe
veelheid prachtig werk verzet on
der leiding van het I.K.O. Het is
goed, dat het boek de herinnering
daaraan levend houdt. In klein be
stek wordt een overzicht gegeven
van het ontstaan en het doel van
de kindervoeding, alsmede van de
organisatie, de financiering en de
resultaten. Het boek dat aan Prin
ses Juliana werd opgedragen, is
verlucht met teekeningen van A.
v. d. Linde. De netto-opbrengst zal
weer ten goede komen van noodlij
dende kinderen.
Vertelt het hiervoor genoemde
boekje van den arbeid, welke ver
richt werd om onze jeugd lichame
lijk voor ondergang te behoeden, in
dienzelfdcn winter werd een boekje
geschreven, dat handelt over de
„H ygiëne van de zie 1". De
schrijver ervan is een Haagsch arts
d r. F. W. Zeylmans van
Emmichoven, die een aantal
gesprekken weergeeft over tal van
levensproblemen (opvoeding, huwe
lijk, sociale samenleving) en over
meer innerlijke vraagstukken (on
rust, eenzaamheid, haat enz.) Het
boekje vindt zijn oorsprong in de
practijk en welhaast van bladzijde
tot bladzijde vindt men dan ook
klachten, opmerkingen, conclusies
of overwegingen van menschen, die
met deze problemen zaten of er
over nadachten.
De schrijver, die kennelijk een
bewonderaar is van Rudolf Steiner.
Seeft aan het slot van zijn door de
itgcversmaatschappij W. de Haan
N.V. te Utrecht uitgegeven boekje,
een literatuuroverzicht.
Over Pater De Greeve
D r. P. H. R i t t e r J r. heeft ver
voor den oorlog al eens enkele op
den voorgrond tredende figuren in
onze Nederlandsche gemeenschap I
aan een nadere beschouwing onder
worpen en hun persoon en levens
werk geschetst in korte biogra
fieën. Hij heeft deze reeks thans
voortgezet en hij koos daarbij ,,P a-
terHenri de Greeve" als zijn
literair model. De schrijver is ge-
ruimen tijd geïnterneerd geweest
met dezen gevierden kanselrede
naar en radiospreker, die boven
dien o.m. een sociaal werker, een
geleerde (Acgyptoloog), docent,
apologeet en auteur van moralisti
sche geschriften is. Dc vele bewon
deraars van dezen geestelijke zullen
deze karakteristiek van hem gaarne
lezen. Ritter schetst Pater dc Gree
ve op de hem eigen joyeuze en
charmante wjjzc, roemt zijn on-
bluschbare energie, zijn moed, zijn
trouw en zijn groote bewogenheid.
Het boekje verscheen bij de Uitge
verij en Drukkerij Hollandia te
Baarn reeds in een tweeden druk.
PICASSO compareert de laat
ste maanden nogal eens in de
Nederlandsche tijdschriften. Maak
ten wij onlangs melding van een
P'casso-snite van Robert Franrfui-
net m „Criteriumin het maand.
Mr*, cl ..Proloog" wijdt Bernard Ma-
joiick een studie aan den schil
der. in wien wij volgens hem in
iaatste instantie te doen hebben
rnet een grootheid van zuiver ne
gativist ische en destructivistische
geaardheid".
..Picasso's bedrijvigheid bestaat
zoo merkt hij o.rn. op voor
namelijk in een spel met vormen,
abstracte vormen, die het zeker
noodig i tc verstaan, dat wil
zeggen in hun cmotioneele strek
king te onderkennen, alvorens
het mogelijk wordt over te gaan
tot een redelijke appreciatie van
het oeuvre van dezen schilder."
I)e grenzen dezer exegese voor
af reeds trekkend, stelt, de schrij
ver vast. dat dit onderkennen in
de eerste en laatste plaats een
kwestie is van gevoel, van iets
waarvoor op dit gebied de term
ontbreekt, maar waarvoor men in
(ie muziek bet woord muzikali
teit heeft gevonden."
TA R. J. P. VAN PRAAG en dr.
J. Hulsker. die beiden pro
moveerden op een proefschrift,
dat aan belangrijke figuren uit
onze letterkunde is gewijd, n.l.
Hcnr. Roland Holst en Aart v. d.
l eeuw, zeggen hun meening over
eikaars werk.
Er is poëzie van Max Schuchart
cn Bert Voeten en proza van H.
J. Scheepmaker Van den eerste
citeercn wij: S.O.S.
Eén onbedachtzaam moment
En wat in den tijd werd volbracht
Van den jaqenden holenmensch
En den eersten vuursteenslaq
Tot Franklin D. Roosevelt
Zal, in een hooploozen strijd
Om den zin van een verder bestaan,
In den afgrond der eeuwigheid
Spoorloos ten onder gaan.
JC^ EN nieuwe verschijning in de
rij der tijdschriften is bet in
ternationaal personalistisch tijd
schrift ..Het Keerpunt" onder
hoofdredactie van dr. II. Brug-
rnans. (D. A. Daamen's Uitgevers
maatschappij N.V. Den Haag.)
Ken groote schare van prominen-
re figuren uit binnen- en huiten-
land heeft haar medewerking toe
gezegd. Bevatte het eerste num
mer den buitengewoon belangrij
ken brief van Henry A Wallace
aan Truman, in 't tweede nummer
wordt de brief der „Labourrebel-
len" aan Attlee opgenomen. Prof.
F mil Brunner wijdt een beschou
wing aan ..De geestelijke voor
waarden voor een nieuwen op
bouw".
Uit de balans der recente ge
schiedenis van het avondland
constateert hij, dat ..slechts in de
vernieuwing van het Christelijk
donken en willen dc waarborg
(ligt) voor de heeling van onze
zoo diep geschokte cultuur. Het
is hoog tijd. dat zij die denken cn
zich nu verantwoordelijkheid be
wust zijn, zich opwerken tot het
inzicht, dat het hier kiezen of
doelen is en vastberaden de prac-
tische consequenties hieruit trek
ken. Of wij nemen over dc ge-
heele linie den strijd op tegen de
vervlakking, tegen hei positivis
me cn tegen hef relativisme, dat
zich als verdraagzaamheid voor
doet cn staan in ons gehoele na
tionale en cultureele leven op de
bres voor dc Christelijke waar
heid öf de menschheid van het
.avondland verzinkt in de geeste
loosheid en tyrannie van het
totalitaire collectivisme."
Charles Hyart schrijft over he-
dendaagsche Russische poëzie en
proza en er zijn voorts o.m hij-
dragen over Europa en Indonesië
en over de Fransche wijsbegeerte
(door Gabriel Marcel), Een tijd
schrift rijk aan beloften, dat een
belangrijke plaats onder onze
periodieken kan gaan innemen.
r BOEK betcekent
een wereld des gecstes, waarin
de levenservaring door edele
vormgeving is overgebracht op
het hooge plan der schoone
verbeelding; waarin het men-
schclijk denken zijn rijpe resul
taten openbaartof waarin de
bevinding van zeldzame oogen-
blikken haar voornaam tehuis
heeft gesticht.
(Dr. 7. D. Bierens dc Haan)
Tn
1 Di
het vroegere, keizerlijke
Duitschland, was tc Berlijn ge
vestigd de Verlags-anstalt Scherl
A. G. Zij meende een „Kultur"-daad
te moeten verrichten om het Duit-
sche volk op te voeden tot lezen. De
gemiddelde Duitschcr beperkte dit
hoofdzakelijk tot de dag- en week
bladen, die inderdaad in groote ver
scheidenheid verschenen.
Dc weekbladen waren voorname-
li1k tc vinden in. wat zij noemden,
de „bessere" kringen. Daartoe be
hoorden „Die Woche". „Berliner
Illustrierte Zeitung" cn vele ande
ren. De boven de middenmaat uit
gaande lezers, het intellect, las
„Jugend", „Das Leben" en in het
bijzonder het satirieke weekblad
„Simphzissumus". Dit laatste week
blad was de schepper van de on
sterfelijke figuur van de adellijke
snob serenissimus, de steeds weer-
keerende caricatuur van het keizer
lijke Duitschland.
De uitgeverij Scherl meende nu,
dat er eind moest komen aan hot
privilege van het kleinste deel van
een vólk, om „gcbildet" genoeg te
zijn dit soort lectuur te kunnen
xvaardeeren. Zij kwam op het .lumi
neuze" idee, boeken uit te geven,
waaraan de massa zich langzamer
hand kon „ophijschen" tot de din
gen die des geestes zijn. Zij noemde
dit „sich empor lesen en zij begon
met de uitgave van „Feder und
Schwert", een boek, dat evenwel
nog lang niet op het peil stond van
b.v. „De Graaf van Montc Christo."
Het was eerder tc vergelijken met
dc sensatieromans, die dc ouderen
onder ons zich nog wel herinneren
kunnen, die vroeger huis aan huis
gecolporteerd werden k tien cent
enkele uitgever zou overigens tot
cen experiment bereid zyn.
Ophiischen aan de.,Kill- Zooals ge weet, hebben de Duit-
Rflhprs 7.\c\
tur9 - Pen en zwaard.
De boekenaristocraat en
l de boekenproleet. Kip,
I boerenkool en olifanten-
I huid. - „Lettervreter!"
schers zich dikwijls „vergist" en
niet alleen de uitgevers.
Naast Zweden staat Nederland
bekend als een land waar het meest
gelezen wordt. In bezettingstijd
hebben wij een „vlucht in het boek"
beleefd. Menigeen heeft den „weg
terug" gevonden én ook heden is de
leeshonger niet gestild.
De gelukkige bockenbezitter
keek zijn boekenkast nog eens na
en het herlezen van menig boek,
Een wel bewuste pornografie, xvaar cja^ jn jang niet meer ter hand ge-
de intiemste scenes werden uitge- nomen was. \xrerd tot een vernieuxv-
drukt door geraffineerde stippel- goede en vertrouxvde kennisma-
tjes* king.
Xav,erhCdLnnMon{2Si„hetHo0teRoode Dc wcrkelflke boekenvnend be-
Testament", datmg"n züïteA stie- X'
kern in bed gelezen hebben. Maar J?! K hand nlydt streelend
dit was geen uitgesproken porno- ,-LA
grafie. Het had tenminste Fransche
esprit. Onze vroegere „bescher
mers" noemden dit soort boeken
„Hintertreppen-Utteratur", „Feder
und Schwert" bleek voor de uitge
vers 'n mislukking te zijn. Vele tien
tallen duizenden bleven onverkocht.
En geen enkele uitgever voelt iets
voor een „strop".
Het experiment werd nog eens
herhaald met een ander boek. dat
eveneens faalde.
Het publick was niet te bewegen
zich „empor" te lezen van „edele
vrouwen" en „kwaadaardige gra
ven en baronnen" tot de
hoogte van Goethe,
en Hegel.
zal hij er toe komen een boek uit te
leenen, hij zal het doen met een be
zwaard hart, xvant zijn ex-libris is
geen waarborg, dat hij het terug zal
ontvangen. Hij zal zich dikxvy'ls te
rug trekken in een stille kamer en
den inhoud in zich opnemen met
devote overgave. En wanneer het
boek ook typografisch aan de eisch
van juisten bladspiegel, marge-ver
deeling en zuiveren druk voldoet,
dan doorleeft hy gelukkige uren.
Dit is de boeken-aristocraat.
t de geestelijke
Schiller, Kant
Nederlanders voelen
het lezen van „De Moord op de kei-
per aflevering. Griezelverhalen en dertrap" ons „op te hijscnen" tot
hm f an a) n li iV. i .1 n I LJ an ki X a I1 a1 1 a .1 LTaI .t 1 a3 1
sentimcnteele liefdesgeschiedenis
sen van graven en baronnen, edele
vrouwen en monsters van mannen,
blanke onschuld en zwarte misdaad.
Henriette Roland Holst, Vestdijk,
Du Perron, Bertus Aafjes. Ik noem
maar enkele waarmee ik de vele
anderen niet te kort wil doen. Geen
ER was nog een andere
soort „boekenliefhebbers"
die wij in bezettingstijd gekend
hebben. Zij kochten boeken als
„geldbelegging". Geestelijke goede
ren op speculatie. Goud en slijk.
Een mooie band was een eerste
vereischte. De inhoud konden zij
toch niet beoordcelen. Zy kochten
een reusachtige boekenkast, old-
finish natuurlijk en adverteerden in
het Nationale DagbladPracht ver-
door
JAN HENDRIKS
zameling boeken te koop. Te be
vragen enz.
De kenner vloog er natuurlyk
niet in. Maar de een of andere bun
kerbouwer, die nu geld „zat" had,
wilde toch ook graag tot de intel-
lectueelen gerekend worden. Hij gaf
een bedrag, waarvan U en ik de
heerlijkste x'crzamcling boeken had
den kunnen aanschaffen. Dat wa
ren de boekenproleten.
DE Boekenweek vertoont
een schat van littera
tuur. Ons volk is gezond critisch.
Het zal weten tc kiezen tusschen
het luchtige, het filosofische, het
etische, psychologische, het detec-
tief-je. Dit* laatste is niet als ironie
bedoeld. Persoonlijk lees ik ze
nooit. Maar een eenvoudig, men-
SGhelijk boek kan mii boeien en
x'asthouden, zonder litteratuur tc
zijn. Je kunt niet iederen dag kip
met appelmoes eten. Bij boerenkool
met worst kan ik my dikwyls zeer
behaaglijk voelen.
In mijn jonge jaren ging myn
critische belangstelling (ik zeg
niet: myn intellect) als „man van
de pers" uit naar vele dingen. Dies
nam ik een „baan" aan bij een rei
zend circus. Mijn taak bestond hier
in, dat ik de eenige olifant van het
circus moest verzorgen met balen
hooi en kuipen met water. Maar
bovendien moest ik het dier dage
lijks met een vervaarlijke borstel
schoonschrobben. De eigenaar was
een dikke, cholerische Bayer. Ver
diept in de reiniging der olifanten
huid hoorde ik plotseling zijn bul
derende stem:
„Noem je dat schrobben? Je
staat 'm te streelen als of het een
marmot is, elender Buchstaben-
fresser!"
Lettervreter. U denkt misschien,
dat ik hevig in m'n wiek geschoten
was? In 't geheel niet. Ik was er
trots op.
Het is zedelijk niet geoorloofd
een maat schappij in stand te hou
den welke de taak ran den arbeid,
dien God den mensch geeft, verlaagt
tot een handeling uit angst, voor
gebrek. Er moet een beroep op be
tere gevoelens worden gedaan. Hard
werken kan alleen worden verlangd
door een gemeenschap, die den wer
ker toont, dat hij bij behoorlijke
inspanning ook verzekerd kan zijn
van een redelijke bestaanszekerheid,
die hem toekomt krachtens sociale
gerechtigheid. Daarom moeten wij
streven naar: sociale zekerheid."
Aldus luiden de laal«ste regels
van mr dr. A'. A. van Rhijns boek
je over „Sociale zekerheid". Zij
geven in hunbeknoptheid weer de
basis, waarop het betoog gebouwd
is, zij zijn a.h.w. een program.
Drang gegroeid
Dr. van Rhijn constateert in
zijn zeer helder en lezenswaardig
boekje uitgegeven door „Vrij Ne
derland". dat vooral in dp Angel
saksische landen en Z.-Amcrika
de drang naar sociale zekerheid
in dc oorlogsjaren sterk is ge
groeid. Toen kende men schier
geen werkloosheid, toen ook wa
ren de werkers behoorlijk verze
kerd tegen dc gevolgen van ziek
te. ongeval, ontvingen bij finan-
cieelen bijstand bij geboorten,
overlijden, enz. Wat bun lot zou
zijn na den wereldbrand bleek
een probleem, dat hun intense
aandacht opeischte. Uit deze on
gerustheid verklaart dr. Van
Rhijn het groote succes dat sir.
William Beveridge oogstte, toen
zijn rapport over sociale verzeke
ring voor alle klasfien der maat-
De kunst van het
lezen opent de
rijkste bronnen
R zijn knappe menschen en
minder knappe. Wy zijn ge
wend enorm verschil te zien tus
schen den professor en den eenvou-
digen man. die zich nooit met we
tenschappelijke theorieën heeft in
gelaten. Maar is het verschil eigen
lijk wel zoo groot?
Het is maar de vraag van welk
standpunt men uitgaat. Dat ken
nis, intelligentie en wijsheid drie
geheel verschillende begrippen zyn
willen wij hier buiten beschouwing
laten. Er is iets anders dat men in
onzen tijd zoo gauw vergeet. Men
kan namelijk de menschen, die
onze aarde bevolken, in twee groo
te groepen verdeelen: zij die wel
lezen en schrijven kunnen en zij die
het niet kunnen. Het verschil tus
schen den analphabeet en den niet-
analphabeet is veel grooter dan dat
tusschen den eenvoudigen am
bachtsman en den professor.
Door het denken (gerust, ook de
meest „intelligente" aap en ook uw
„verstandige" hond kunnen dat
niet) onderscheidt de mensch zich
van alle andere levende wezens. En
de moderne denkpsychologic heeft
ons wel iets geleerd over het innige
verband tusschen het denken en
het taalgebruik. De taal, het ver
mogen gevoelens en gedachten uit
te drukken in voor den mede-
mensch begrijpelijke klanken,
maakt den mensch pas tot mensch.
TT EN belangrijke stap vooruit in
de geschiedenis der beschaving
werd gezet toen de mensch er in
slaagde (waar en wanneer in het
verre verleden gebeurde dit voor
het eerst?) zijn taal in schrifttee-
kens weer te geven. Met het schrift
xx'erd een verkeersmiddel uitgevon
den, waarbij onze moderne vliegtui
gen niet in de schaduw kunnen
staan. Het schrift is het verkeers
middel der menschelijke gedachten,
dat geen afstanden kent en de tij
den trotseert.
Er zijn verscheidene, ingewikkel
de en moer eenvoudige systemen
geweest om de taal schrift'elyk uit
te drukken. Ieder weet, dat het nog
in zxvang zijnde Chineesche systeem
wel heel erg moeilijk is. Maar ook
de veel eenvoudiger methode, die
bij ons in gebruik is, bleef nog zeer
lang voor velen een geheim. Nóg
is een groot gedeelte van de
menschheid analphabeet. in ons In
donesië b.v. ongeveer negentig pro
cent. In onze Middeleeuwen konden
vrijwel alleen de geleerde monniken
lezen en schrijven. Keizer Karei de
Groote. die zoo ijx'erde voor het
stichten van scholen, kon wel lezen
maar niet schrijven en bij wijze van
bandteckening moest hij een kruis
je zetten. Lezen loeren was vroeger
een heel moeilijke bezigheid en pas
in de vorige eeuw. toen men xran
de ou.de spel-methode het oplossen
van raadseltjes als pee-aa-dee:
pad) afstapte, werd het een kunst,
die het kind spelenderwijs binnen
enkele jaren in principe onder de
knie kr(jgt.
NU in deze boekenweek ons aller
aandacht op het boek wordt
geconcentreerd, is het goed ons te
realiseeren welk een groote gave
aan ieder is geschonken, die lezen
en schrijven kan. Hij behoort tot de
intellectueel bevoorrechten op
aarde. Het onnoemelijk vele, dat hij
later nog lecren kan. is gering ten
opzichte van den stap, uien nq
te. toen hy leerde lezen.
Het lezen (enorm gestimuleerd
door de uitvinding der -boekdruk
kunst in dc vijftiende eeuw en de
ontwikkeling der maatschappclyke
x'erhoudingen in later tyden) maakt
voor ieder, die de kunst machtig is,
den weg vrij naar kennis en opent
de bronnen van xvysheid. Vrijwel
alles wat hij weten of waarin hij
zich verdiepen wil kan hij vinden of
nog leeren vinden in dc boeken,
waarin dc rijkdom aan xx'etenschap
en schoonheid, die vele geslachten
verzamelden, ligt opgetast.
Iemand die lezen kan behoeft
niet eenzaam te zijn. Want in de
schatten der literatuur kan hy
edele en onbaatzuchtige vrienden
vinden, die hem in moeilijke uren,
wanneer hij alleen is met zichzelf
en zijn problemen, do hand reiken
en dc nieuwe krachten schenken,
die het leven van hem vraagt.
De B.
Knipperdoileke"
Koning Oeljeboe van Het verre
rijk Mc-Bo-Kasie. zeer verontrust
over den slechten gezondheidstoe
stand van zijn onderdanen, looft een
groote belooning uit voor hem
(haar), die een geneesmiddel tegen
de onbekende kwaal kan vinden.
Olleke, Bolleke cn Knipperdoileke,
zoons van baas Verstandig, beslui
ten de wereld in te trekken Langs
drie verschillende zijden bereiken
zij Holland, waar zij ontdekken, dat
melk hèt middel is tegen de ziekte,
die koning Octjcboc's volk ten doo-
de doemt. Zij kceren alle drie met
een koe in Me-Bo-Kasie terug, juist
op lijd om den stervenden koning te
redden.
Mevrouw M. D o c k e sd e
Wilde, die dit verhaal (Olleke,
Bolleke cn Knipperdoileke", uitgave
M. Vccnman cn Zonen, Wageningen)
schreef, heeft m.i. niet alle moge
lijkheden van het thema gebruikt.
Zij schreef tc veel een propaganda
boekje voor het gebruik van onze
koe-producten. Vertaald zou het een
alleraardigste aanbeveling zijn voor
den zuivel-cxport. Daarmee is niet
gezegd, dat onze kinderen er zich
niet mee amuseeren zouden, integen
deel. Toen mijn dochter de laatste
bladzijde gelezen had, zuchtte ze:
„Prachtig, pappie!", waarmee ze
ongetwijfeld in de eerste plaats dc
zeer geslaagde prentjes van Rie
Kooyman zal hebben bedoeld.
J. VÉES
schappij „from the cradie to the
grave" („van de wieg tot het
graf") verscheen.
Zoowel dc Engelsche coalitie-
regeering tijdens als het Labour-
bewind na den oorlog namen de
voornaamste ideeën uit dit rap
port over en beraamden maatre
gelen ter verwezenlijking. £cer
terecht schenkt dr. Van Rhijn dan
ook veel aandacht aan Bevcrid-
ge's plannen, waarna hij uiteen
zet, hoe dc huidige praktijk in
ons land i6. Ten slotte geeft hij
aan langs welken weg Nederland
tot „sociale zekerheid" voor de ge-
heele bevolking kan geraken.
J. VèES