Bibliophiele boek moet aanj vele voorwaarden voldoen Herimn.erio.gem aam lboekem slechte en Drie belangrijke herdrukken Spanning en herinnering Een Niets worde aan toeval overgelaten „wonderlijk' verhaal UIT DEN BOEKENMOLEN HEELINQ VAN ONZE DIEP I QESCHOKTE CULTUUR Studie over Picasso W" Werker heeft recht op meer sociale zekerheid Het machtigste middel „Olleke, Bolleke en 2 Woensdag 5 Maart 1947 HET is een niet tegen te spreken feit, dat in de oorlogsjaren veel menschen het boek ontdekt of herontdekt hebben. Men denkt dan natuurlijk aan de inhoudswaarde, die velen heeft getroost in de naar geestige en trieste jaren die wij hebben meegemaakt en anderen tot tijdverdrijf (wie schreef eens. dat men beter kan spreken van dood- verclrijjf) diende van de lange en donkere winteravonden. Maar ook op andere wijze werd het boek ont dekt. Men ging beseffen, dat het niet zoo vanzelfsprekend was als men had gedacht, dat een boek op goed papier gedrukt was, met een goede letter, gelijkmatig van kleur, met een prettig-aandoende zwart wit verdeeling van de bladzijden en gebonden in een minstens goeden, liefst fraaien band. Het boek werd ook ontdekt als voorwerp van kunstnijverheid. Na tuurlijk reageert niet iedereen ge lijk od het meer of minder fraaie uiterlijk van een boek. Tusschen Jozcph Israels, van wien verteld wordt dat hij de gelezen bladzijden uit zijn boeken scheurde en ze uit de Scheveningsche tram liet fladderen, en Greshoff, die beweerde boeken te hebben bemind, waar hij geen woord van kon lezen, alleen omdat ze er fraai uitzagen en hem aesthc- tisch bekoorden, liegen vele gra duaties. Lang niet iedereen meent dat een boek, ook naar zijn uiter lijk, moet zijn ,,a thing of beauty, a joy for ever". SONNETS AND SONGS TOWARDS A WORK TO BE CALLED Tfir joust! or i ft;n imm 0*8 \STfl»CiïT wcajxx V» Niet zoo een voud '9 HP OCH ontstond in de achter ons -*■ liggende jaren een groote vraag naar 'n groote belangstelling voor het z.g. bibliophicle bock. Dit houdt een groot gevaar in. Want men moet goed weten, dat een bock nog niet bibliophiel is als het ge drukt wordt op „geschept panier"' in „kleine oplage", „genummerd" en soms bovendien nog „gesig neerd" en veel geld kost. Zoo eenvoudig is het niet. Er zijn tijden geweest dat er geen onderscheid was tusschen een bi bliophiel en een niet-bibliophiel (of gewoon) boek. Alle boeken werden goed verzorgd uitgegeven, op goed papier gedrukt en in een goeden band gebonden Toen het bock mas saproduct werd, ging het net als met alle massaproducten: er kon niet meer genoeg aandacht aan worden besteed. Het moest zoo goedkoop mogelijk zijn om zooveel mogelijk menschen in de gelegen heid te stellen het te koopen en er kennis van te kunnen nemen. Op de voordeelen van het goedkoope, voor ieder toegankelijke boek behoef ik hier met te wijzen ze zijn er en hun lof is overvloedig bezongen. Natuurlijk kwam de reactie, zoo als in zooveel takken van kunst nijverheid. Er ontstond weer be langstelling. zij het bij weinigen, voor het handwerk, ook voor het bibliophiele boek. Niet inplaats van het gewone massaproduct, dat bo vendien niet noodwendig léélijk moet zijn, maar er naast. Goede teksl AAN welke voorwaarden moet nu een boek voldoen om tot de bibliophiele uitgaven gerekend te worden? Ik zal trachten in het kort er eenige op te noemen, in de hoop niet al te onvolledig te zijn. In de eerste en voornaamste plaats moet de tekst „de moeite waard zijn". Van den tekst gaat Ch. Nijpels. Frontispice en titelblad, Gedrukt in zwart, en rood, het merk blauw. Letter: Grotrus. Hout snede Rob Steiner. 1926. men uit bii het kiezen van vorm, formaat en lettersoort. De grootte van de letters, hun onderlinge af stand, de afstand van de regels ten opzichte van elkaar, de verhouding van het bedrukte en onbedrukte ge deelte van de pagina (de z.g. blad spiegel en marges) worden zorgvul dig overwogen. Bij het afdrukken wordt nauwkeurig toegezien dat de letters gelijkmatig van kleur zijn, zoodat niet de eene bladzijde een diep-zwarten en de andere een grij zen druk te zien geeft. Bijzondere aandacht verdient ook het papier. Dat moet goed zijn, als het kan met de hand geschept, van een kleur en hoedanigheid, die den tekst en de cventueelc illustraties het best doen uitkomen. Leent de tekst er zich voor dan zijn goede illustraties welkom, maar ook een zuiver typografisch uitgevoerd boek kan van groote schoonheid zijn. En als dan een goedverzorgde band dit fraaie geheel samenvat in leer, perkament of ook wel een goede kwaliteit linnen, is er kans dat een boek ontstaan is, dat stijl bezit en schoon is en dus voor den bibliophiel een begeerlijk bezit vormt. „Black, de hengst uit de steppen", geschreven door Walter Farley vertaald door William Speed en uitgegeven door Dc Bezige Bij, is een alleraardigst boek voor ieder, die graag een ..verhaal" leest en daarbij geen critischen zin heeft, noch wat de inhoud, noch wat de taal aangaat Voor ieder, die zich, wanneer hij leest: de bek was open, maar dc tanden stonden wit en uitdagend op elkaar", een voor stelling kan vormen van wat hier gebeurt En dit is slechts een klei nigheid van alle onwaarschijnlijkhe den. die hier worden opgedischt. Neen. ,,De Bezige Bij, die zich in den oorlog een reputatie verwierf, waar op wij tot nu toe elk door haar uit gegeven boek zouden hebben dur ven koopen, was niet of al te zeer bezig en in geen geval bij. toen ze dit prul van de Amerikaansche lit teratuur" voor onze niet-Engelsch lezende landgenooten vertaalde en uitgaf. C'est plus qu' un crime, c'est une faute, een fout van een firma die indertijd onze cultuur op peil trachtte te houden en nu is afge zakt tot dergelijk zesde -rangs werk. J. B. Zorg en liefde IETS worde aan het toeval 1 overgelaten. Wolfgang Cordan noemt het ergens (het is weliswaar erg Duitsch geformuleerd, maar 't is daarom toch juist) „der vollkom- mene Band des Optisch-Schönen mit dem Geist-Schönen". Zoo wordt een gedicht ook werkelijk oen ge dicht, een monumentaal stuk proza een monument. Dat boeken, waaraan met zooveel zorg en liefde moet worden ge werkt, gewoonlijk niet in een groo te oplage verschijnen, zal "voor iedereen duidelijk zijn, evenals het feit dat deze boeken hooger in prijs zullen moeten zijn dan die, welke in vele duizenden exemplaren gedrukt worden. En voor hen die het biblio phiele boek niet kunnen betalen, eindig ik met dezen troost: het laboratoriumwerk, gepleegd in dc werkplaatsen van de verzorgers van het bibliophiele boek komt ten slotte ook ten voordeelc van dc uit voering van het gewone boek. Samenvattend haal ik de woor den aan van Maurice Robert in zijn charmante boekje „Code de la bi- bliophilie moderne" ,,Le livrc de luxe est lc beau livre porté k son maximum de perfection La perfection ne réside pas dans la rareté, mais dans la qualité". CHR. LEEFLANG I? EN van de gevoelige verliezen, -1—welke dc Nederlandsche cul tuur in de bezettingsjaren heeft ge leden, is het verlies van den beken den Hiêpanoloog, dr. J. B r o u w e r, die door de Duitschers werd gefu silleerd. De schrijver ging heen maar Spanje, het onderwerp van zijn denken en werken is nog altijd een probleem in de Europeesche samenleving. Het is daarom ver heugend, dat er thans onder den titel ,,H et Mysterie van Spanje" bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam een herdruk is ver schenen van zjjn „Spaansche Aspec ten en Perspectieven". De schrijver beoogt een critisch overzicht te ge ven van den ontwikkelingsgang van de Spaansche beschavingsge schiedenis en de noodige gegevens te verstrekken opdat de lezer zich een oordeel kan vormen over het verleden van Spanje, over het Span- Je uit onzen tijd, en over de moge- ijkheden, welke Spanje voor de toe komst in zich sluit. Dr. Brouwer heeft Spanje daarbij willen bezien in zijn historische verhoudingen tot West-Europa. Het boek, dat rijk geïllustreerd is eindigt met een uitgebreide litera tuuropgave. Een tweede belangrijke herdruk, welken wij hebben aan te kondigen, is die van de „Onpersoonlijke Herinneringen" van Frans C o e n e n. Zij verschenen als eerste deel van de Perpetua-reeks, welke het licht ziet bij A. W. Bruna en Zoon's Uitgeversmaatschappij te Utrecht en waarin belangrijke ro mans. novellen, briefwisselingen en dagboeken uit dc Nederlandsche en buitenlandschc litteratuur zullen verschijnen. Zooals men zich zal herinneren schetst Coenen in dit werk een groot huis aan een der Amsterdam- sche grachten en dc familie, die het bewoonde. Dat huis is het museum WilletHolthuyscn, waarvan Coe nen jarenlang conservator geweest is. Deze herinneringen zijn in een koelen stijl, maar buitengemeen suggestief geschreven. Het vrij lu gubere slot heeft zelfs een min of meer beklemmende werking. Als alle belastingschulden van Ne derlandsche schrijvers ter vereffe ning ervan zulk een fijn prozawerk je zouden opleveren als bij Coenen het geval was, zou men naar veel schulden gaan verlangen. In ieder geval mogen wij dc uitgeefster dankbaar zijn, dat zij in deze voor name uitgave, welke door Jan Roe de werd geïllustreerd, deze herin neringen opnieuw het licht deed lien. Van den „kolonialen' roman van Theun de Vries: „Dc V r y- heid gaat in 't rood ge kleed' die reeds kort na dc be vrijding bij de Republiek der Lette ren te Amsterdam verscheen, is thans een goedkoope uitgave uitge komen. De schrijver komt in zyn werk, dat aan het einde van de 18de eeuw speelt, op voor de rech ten van dc negers. De hoofdpersoon is David, een jonge, begaafde negerslaaf. Hij is een typisch gespleten natuur, die hecht wortelend in zijn ras. zich toch sterk aangetrokken gevoelt tot dc westersche beschaving. De vrijheid komt. maar het duurt lang eer de negers ook werkelijk vrij zijn en zich innerlijk aan den invloed van de blanken weten te onttrek ken. Theun de Vries is er niet in geslaagd zijn werk overal dezelfde spanning te geven. Dc meeste sfeer weet hij te leggen in die gedeelten, waarin hij het leven van de neger stammen beschrijft. t» EN „oorlogsboek" van een vrij 1-' uitzonderlijk karakter is ,.A an slag in Par Ij s", een ro man van de Zweedschc schrijfster Mar i ka Stier nstedt. (Uitg. Erven J. Bijleveld te Utrecht). Het is als het ware een dctective-roman, met dien verstande echter, dat de lezer reeds in het begin op de hoog te is van de omstandigheden waar onder en door wie de moordaanslag is gepleegd. De vraag is dan ook niet „Zal de daderes gepakt wor den?" maar „Zal zy weten te ont komen De schrijfster heeft haar stof op een boeiende wijze behandeld en zij weet over het algemeen de aan dacht gespannen tc houden. Door het boek loopt een liefdesgeschie denis, welke geen idylle kan wor den omdat in wezen de beide figu ren tot verschillende partijen be- hooren. De karakters zijn goed ge- teekend en de vertaling van Greta Baars-Jelgersma lykt ons goed ge slaagd. Een meer reeele herinnering aan den oorlog geeft het gedenkboek „Kinderen in Nooa", dat een overzicht biedt van de kindervoe ding in de stad Utrecht in den noodwinter van 1944'45. Er is in die maanden een ongelooflijke hoe veelheid prachtig werk verzet on der leiding van het I.K.O. Het is goed, dat het boek de herinnering daaraan levend houdt. In klein be stek wordt een overzicht gegeven van het ontstaan en het doel van de kindervoeding, alsmede van de organisatie, de financiering en de resultaten. Het boek dat aan Prin ses Juliana werd opgedragen, is verlucht met teekeningen van A. v. d. Linde. De netto-opbrengst zal weer ten goede komen van noodlij dende kinderen. Vertelt het hiervoor genoemde boekje van den arbeid, welke ver richt werd om onze jeugd lichame lijk voor ondergang te behoeden, in dienzelfdcn winter werd een boekje geschreven, dat handelt over de „H ygiëne van de zie 1". De schrijver ervan is een Haagsch arts d r. F. W. Zeylmans van Emmichoven, die een aantal gesprekken weergeeft over tal van levensproblemen (opvoeding, huwe lijk, sociale samenleving) en over meer innerlijke vraagstukken (on rust, eenzaamheid, haat enz.) Het boekje vindt zijn oorsprong in de practijk en welhaast van bladzijde tot bladzijde vindt men dan ook klachten, opmerkingen, conclusies of overwegingen van menschen, die met deze problemen zaten of er over nadachten. De schrijver, die kennelijk een bewonderaar is van Rudolf Steiner. Seeft aan het slot van zijn door de itgcversmaatschappij W. de Haan N.V. te Utrecht uitgegeven boekje, een literatuuroverzicht. Over Pater De Greeve D r. P. H. R i t t e r J r. heeft ver voor den oorlog al eens enkele op den voorgrond tredende figuren in onze Nederlandsche gemeenschap I aan een nadere beschouwing onder worpen en hun persoon en levens werk geschetst in korte biogra fieën. Hij heeft deze reeks thans voortgezet en hij koos daarbij ,,P a- terHenri de Greeve" als zijn literair model. De schrijver is ge- ruimen tijd geïnterneerd geweest met dezen gevierden kanselrede naar en radiospreker, die boven dien o.m. een sociaal werker, een geleerde (Acgyptoloog), docent, apologeet en auteur van moralisti sche geschriften is. Dc vele bewon deraars van dezen geestelijke zullen deze karakteristiek van hem gaarne lezen. Ritter schetst Pater dc Gree ve op de hem eigen joyeuze en charmante wjjzc, roemt zijn on- bluschbare energie, zijn moed, zijn trouw en zijn groote bewogenheid. Het boekje verscheen bij de Uitge verij en Drukkerij Hollandia te Baarn reeds in een tweeden druk. PICASSO compareert de laat ste maanden nogal eens in de Nederlandsche tijdschriften. Maak ten wij onlangs melding van een P'casso-snite van Robert Franrfui- net m „Criteriumin het maand. Mr*, cl ..Proloog" wijdt Bernard Ma- joiick een studie aan den schil der. in wien wij volgens hem in iaatste instantie te doen hebben rnet een grootheid van zuiver ne gativist ische en destructivistische geaardheid". ..Picasso's bedrijvigheid bestaat zoo merkt hij o.rn. op voor namelijk in een spel met vormen, abstracte vormen, die het zeker noodig i tc verstaan, dat wil zeggen in hun cmotioneele strek king te onderkennen, alvorens het mogelijk wordt over te gaan tot een redelijke appreciatie van het oeuvre van dezen schilder." I)e grenzen dezer exegese voor af reeds trekkend, stelt, de schrij ver vast. dat dit onderkennen in de eerste en laatste plaats een kwestie is van gevoel, van iets waarvoor op dit gebied de term ontbreekt, maar waarvoor men in (ie muziek bet woord muzikali teit heeft gevonden." TA R. J. P. VAN PRAAG en dr. J. Hulsker. die beiden pro moveerden op een proefschrift, dat aan belangrijke figuren uit onze letterkunde is gewijd, n.l. Hcnr. Roland Holst en Aart v. d. l eeuw, zeggen hun meening over eikaars werk. Er is poëzie van Max Schuchart cn Bert Voeten en proza van H. J. Scheepmaker Van den eerste citeercn wij: S.O.S. Eén onbedachtzaam moment En wat in den tijd werd volbracht Van den jaqenden holenmensch En den eersten vuursteenslaq Tot Franklin D. Roosevelt Zal, in een hooploozen strijd Om den zin van een verder bestaan, In den afgrond der eeuwigheid Spoorloos ten onder gaan. JC^ EN nieuwe verschijning in de rij der tijdschriften is bet in ternationaal personalistisch tijd schrift ..Het Keerpunt" onder hoofdredactie van dr. II. Brug- rnans. (D. A. Daamen's Uitgevers maatschappij N.V. Den Haag.) Ken groote schare van prominen- re figuren uit binnen- en huiten- land heeft haar medewerking toe gezegd. Bevatte het eerste num mer den buitengewoon belangrij ken brief van Henry A Wallace aan Truman, in 't tweede nummer wordt de brief der „Labourrebel- len" aan Attlee opgenomen. Prof. F mil Brunner wijdt een beschou wing aan ..De geestelijke voor waarden voor een nieuwen op bouw". Uit de balans der recente ge schiedenis van het avondland constateert hij, dat ..slechts in de vernieuwing van het Christelijk donken en willen dc waarborg (ligt) voor de heeling van onze zoo diep geschokte cultuur. Het is hoog tijd. dat zij die denken cn zich nu verantwoordelijkheid be wust zijn, zich opwerken tot het inzicht, dat het hier kiezen of doelen is en vastberaden de prac- tische consequenties hieruit trek ken. Of wij nemen over dc ge- heele linie den strijd op tegen de vervlakking, tegen hei positivis me cn tegen hef relativisme, dat zich als verdraagzaamheid voor doet cn staan in ons gehoele na tionale en cultureele leven op de bres voor dc Christelijke waar heid öf de menschheid van het .avondland verzinkt in de geeste loosheid en tyrannie van het totalitaire collectivisme." Charles Hyart schrijft over he- dendaagsche Russische poëzie en proza en er zijn voorts o.m hij- dragen over Europa en Indonesië en over de Fransche wijsbegeerte (door Gabriel Marcel), Een tijd schrift rijk aan beloften, dat een belangrijke plaats onder onze periodieken kan gaan innemen. r BOEK betcekent een wereld des gecstes, waarin de levenservaring door edele vormgeving is overgebracht op het hooge plan der schoone verbeelding; waarin het men- schclijk denken zijn rijpe resul taten openbaartof waarin de bevinding van zeldzame oogen- blikken haar voornaam tehuis heeft gesticht. (Dr. 7. D. Bierens dc Haan) Tn 1 Di het vroegere, keizerlijke Duitschland, was tc Berlijn ge vestigd de Verlags-anstalt Scherl A. G. Zij meende een „Kultur"-daad te moeten verrichten om het Duit- sche volk op te voeden tot lezen. De gemiddelde Duitschcr beperkte dit hoofdzakelijk tot de dag- en week bladen, die inderdaad in groote ver scheidenheid verschenen. Dc weekbladen waren voorname- li1k tc vinden in. wat zij noemden, de „bessere" kringen. Daartoe be hoorden „Die Woche". „Berliner Illustrierte Zeitung" cn vele ande ren. De boven de middenmaat uit gaande lezers, het intellect, las „Jugend", „Das Leben" en in het bijzonder het satirieke weekblad „Simphzissumus". Dit laatste week blad was de schepper van de on sterfelijke figuur van de adellijke snob serenissimus, de steeds weer- keerende caricatuur van het keizer lijke Duitschland. De uitgeverij Scherl meende nu, dat er eind moest komen aan hot privilege van het kleinste deel van een vólk, om „gcbildet" genoeg te zijn dit soort lectuur te kunnen xvaardeeren. Zij kwam op het .lumi neuze" idee, boeken uit te geven, waaraan de massa zich langzamer hand kon „ophijschen" tot de din gen die des geestes zijn. Zij noemde dit „sich empor lesen en zij begon met de uitgave van „Feder und Schwert", een boek, dat evenwel nog lang niet op het peil stond van b.v. „De Graaf van Montc Christo." Het was eerder tc vergelijken met dc sensatieromans, die dc ouderen onder ons zich nog wel herinneren kunnen, die vroeger huis aan huis gecolporteerd werden k tien cent enkele uitgever zou overigens tot cen experiment bereid zyn. Ophiischen aan de.,Kill- Zooals ge weet, hebben de Duit- Rflhprs 7.\c\ tur9 - Pen en zwaard. De boekenaristocraat en l de boekenproleet. Kip, I boerenkool en olifanten- I huid. - „Lettervreter!" schers zich dikwijls „vergist" en niet alleen de uitgevers. Naast Zweden staat Nederland bekend als een land waar het meest gelezen wordt. In bezettingstijd hebben wij een „vlucht in het boek" beleefd. Menigeen heeft den „weg terug" gevonden én ook heden is de leeshonger niet gestild. De gelukkige bockenbezitter keek zijn boekenkast nog eens na en het herlezen van menig boek, Een wel bewuste pornografie, xvaar cja^ jn jang niet meer ter hand ge- de intiemste scenes werden uitge- nomen was. \xrerd tot een vernieuxv- drukt door geraffineerde stippel- goede en vertrouxvde kennisma- tjes* king. Xav,erhCdLnnMon{2Si„hetHo0teRoode Dc wcrkelflke boekenvnend be- Testament", datmg"n züïteA stie- X' kern in bed gelezen hebben. Maar J?! K hand nlydt streelend dit was geen uitgesproken porno- ,-LA grafie. Het had tenminste Fransche esprit. Onze vroegere „bescher mers" noemden dit soort boeken „Hintertreppen-Utteratur", „Feder und Schwert" bleek voor de uitge vers 'n mislukking te zijn. Vele tien tallen duizenden bleven onverkocht. En geen enkele uitgever voelt iets voor een „strop". Het experiment werd nog eens herhaald met een ander boek. dat eveneens faalde. Het publick was niet te bewegen zich „empor" te lezen van „edele vrouwen" en „kwaadaardige gra ven en baronnen" tot de hoogte van Goethe, en Hegel. zal hij er toe komen een boek uit te leenen, hij zal het doen met een be zwaard hart, xvant zijn ex-libris is geen waarborg, dat hij het terug zal ontvangen. Hij zal zich dikxvy'ls te rug trekken in een stille kamer en den inhoud in zich opnemen met devote overgave. En wanneer het boek ook typografisch aan de eisch van juisten bladspiegel, marge-ver deeling en zuiveren druk voldoet, dan doorleeft hy gelukkige uren. Dit is de boeken-aristocraat. t de geestelijke Schiller, Kant Nederlanders voelen het lezen van „De Moord op de kei- per aflevering. Griezelverhalen en dertrap" ons „op te hijscnen" tot hm f an a) n li iV. i .1 n I LJ an ki X a I1 a1 1 a .1 LTaI .t 1 a3 1 sentimcnteele liefdesgeschiedenis sen van graven en baronnen, edele vrouwen en monsters van mannen, blanke onschuld en zwarte misdaad. Henriette Roland Holst, Vestdijk, Du Perron, Bertus Aafjes. Ik noem maar enkele waarmee ik de vele anderen niet te kort wil doen. Geen ER was nog een andere soort „boekenliefhebbers" die wij in bezettingstijd gekend hebben. Zij kochten boeken als „geldbelegging". Geestelijke goede ren op speculatie. Goud en slijk. Een mooie band was een eerste vereischte. De inhoud konden zij toch niet beoordcelen. Zy kochten een reusachtige boekenkast, old- finish natuurlijk en adverteerden in het Nationale DagbladPracht ver- door JAN HENDRIKS zameling boeken te koop. Te be vragen enz. De kenner vloog er natuurlyk niet in. Maar de een of andere bun kerbouwer, die nu geld „zat" had, wilde toch ook graag tot de intel- lectueelen gerekend worden. Hij gaf een bedrag, waarvan U en ik de heerlijkste x'crzamcling boeken had den kunnen aanschaffen. Dat wa ren de boekenproleten. DE Boekenweek vertoont een schat van littera tuur. Ons volk is gezond critisch. Het zal weten tc kiezen tusschen het luchtige, het filosofische, het etische, psychologische, het detec- tief-je. Dit* laatste is niet als ironie bedoeld. Persoonlijk lees ik ze nooit. Maar een eenvoudig, men- SGhelijk boek kan mii boeien en x'asthouden, zonder litteratuur tc zijn. Je kunt niet iederen dag kip met appelmoes eten. Bij boerenkool met worst kan ik my dikwyls zeer behaaglijk voelen. In mijn jonge jaren ging myn critische belangstelling (ik zeg niet: myn intellect) als „man van de pers" uit naar vele dingen. Dies nam ik een „baan" aan bij een rei zend circus. Mijn taak bestond hier in, dat ik de eenige olifant van het circus moest verzorgen met balen hooi en kuipen met water. Maar bovendien moest ik het dier dage lijks met een vervaarlijke borstel schoonschrobben. De eigenaar was een dikke, cholerische Bayer. Ver diept in de reiniging der olifanten huid hoorde ik plotseling zijn bul derende stem: „Noem je dat schrobben? Je staat 'm te streelen als of het een marmot is, elender Buchstaben- fresser!" Lettervreter. U denkt misschien, dat ik hevig in m'n wiek geschoten was? In 't geheel niet. Ik was er trots op. Het is zedelijk niet geoorloofd een maat schappij in stand te hou den welke de taak ran den arbeid, dien God den mensch geeft, verlaagt tot een handeling uit angst, voor gebrek. Er moet een beroep op be tere gevoelens worden gedaan. Hard werken kan alleen worden verlangd door een gemeenschap, die den wer ker toont, dat hij bij behoorlijke inspanning ook verzekerd kan zijn van een redelijke bestaanszekerheid, die hem toekomt krachtens sociale gerechtigheid. Daarom moeten wij streven naar: sociale zekerheid." Aldus luiden de laal«ste regels van mr dr. A'. A. van Rhijns boek je over „Sociale zekerheid". Zij geven in hunbeknoptheid weer de basis, waarop het betoog gebouwd is, zij zijn a.h.w. een program. Drang gegroeid Dr. van Rhijn constateert in zijn zeer helder en lezenswaardig boekje uitgegeven door „Vrij Ne derland". dat vooral in dp Angel saksische landen en Z.-Amcrika de drang naar sociale zekerheid in dc oorlogsjaren sterk is ge groeid. Toen kende men schier geen werkloosheid, toen ook wa ren de werkers behoorlijk verze kerd tegen dc gevolgen van ziek te. ongeval, ontvingen bij finan- cieelen bijstand bij geboorten, overlijden, enz. Wat bun lot zou zijn na den wereldbrand bleek een probleem, dat hun intense aandacht opeischte. Uit deze on gerustheid verklaart dr. Van Rhijn het groote succes dat sir. William Beveridge oogstte, toen zijn rapport over sociale verzeke ring voor alle klasfien der maat- De kunst van het lezen opent de rijkste bronnen R zijn knappe menschen en minder knappe. Wy zijn ge wend enorm verschil te zien tus schen den professor en den eenvou- digen man. die zich nooit met we tenschappelijke theorieën heeft in gelaten. Maar is het verschil eigen lijk wel zoo groot? Het is maar de vraag van welk standpunt men uitgaat. Dat ken nis, intelligentie en wijsheid drie geheel verschillende begrippen zyn willen wij hier buiten beschouwing laten. Er is iets anders dat men in onzen tijd zoo gauw vergeet. Men kan namelijk de menschen, die onze aarde bevolken, in twee groo te groepen verdeelen: zij die wel lezen en schrijven kunnen en zij die het niet kunnen. Het verschil tus schen den analphabeet en den niet- analphabeet is veel grooter dan dat tusschen den eenvoudigen am bachtsman en den professor. Door het denken (gerust, ook de meest „intelligente" aap en ook uw „verstandige" hond kunnen dat niet) onderscheidt de mensch zich van alle andere levende wezens. En de moderne denkpsychologic heeft ons wel iets geleerd over het innige verband tusschen het denken en het taalgebruik. De taal, het ver mogen gevoelens en gedachten uit te drukken in voor den mede- mensch begrijpelijke klanken, maakt den mensch pas tot mensch. TT EN belangrijke stap vooruit in de geschiedenis der beschaving werd gezet toen de mensch er in slaagde (waar en wanneer in het verre verleden gebeurde dit voor het eerst?) zijn taal in schrifttee- kens weer te geven. Met het schrift xx'erd een verkeersmiddel uitgevon den, waarbij onze moderne vliegtui gen niet in de schaduw kunnen staan. Het schrift is het verkeers middel der menschelijke gedachten, dat geen afstanden kent en de tij den trotseert. Er zijn verscheidene, ingewikkel de en moer eenvoudige systemen geweest om de taal schrift'elyk uit te drukken. Ieder weet, dat het nog in zxvang zijnde Chineesche systeem wel heel erg moeilijk is. Maar ook de veel eenvoudiger methode, die bij ons in gebruik is, bleef nog zeer lang voor velen een geheim. Nóg is een groot gedeelte van de menschheid analphabeet. in ons In donesië b.v. ongeveer negentig pro cent. In onze Middeleeuwen konden vrijwel alleen de geleerde monniken lezen en schrijven. Keizer Karei de Groote. die zoo ijx'erde voor het stichten van scholen, kon wel lezen maar niet schrijven en bij wijze van bandteckening moest hij een kruis je zetten. Lezen loeren was vroeger een heel moeilijke bezigheid en pas in de vorige eeuw. toen men xran de ou.de spel-methode het oplossen van raadseltjes als pee-aa-dee: pad) afstapte, werd het een kunst, die het kind spelenderwijs binnen enkele jaren in principe onder de knie kr(jgt. NU in deze boekenweek ons aller aandacht op het boek wordt geconcentreerd, is het goed ons te realiseeren welk een groote gave aan ieder is geschonken, die lezen en schrijven kan. Hij behoort tot de intellectueel bevoorrechten op aarde. Het onnoemelijk vele, dat hij later nog lecren kan. is gering ten opzichte van den stap, uien nq te. toen hy leerde lezen. Het lezen (enorm gestimuleerd door de uitvinding der -boekdruk kunst in dc vijftiende eeuw en de ontwikkeling der maatschappclyke x'erhoudingen in later tyden) maakt voor ieder, die de kunst machtig is, den weg vrij naar kennis en opent de bronnen van xvysheid. Vrijwel alles wat hij weten of waarin hij zich verdiepen wil kan hij vinden of nog leeren vinden in dc boeken, waarin dc rijkdom aan xx'etenschap en schoonheid, die vele geslachten verzamelden, ligt opgetast. Iemand die lezen kan behoeft niet eenzaam te zijn. Want in de schatten der literatuur kan hy edele en onbaatzuchtige vrienden vinden, die hem in moeilijke uren, wanneer hij alleen is met zichzelf en zijn problemen, do hand reiken en dc nieuwe krachten schenken, die het leven van hem vraagt. De B. Knipperdoileke" Koning Oeljeboe van Het verre rijk Mc-Bo-Kasie. zeer verontrust over den slechten gezondheidstoe stand van zijn onderdanen, looft een groote belooning uit voor hem (haar), die een geneesmiddel tegen de onbekende kwaal kan vinden. Olleke, Bolleke cn Knipperdoileke, zoons van baas Verstandig, beslui ten de wereld in te trekken Langs drie verschillende zijden bereiken zij Holland, waar zij ontdekken, dat melk hèt middel is tegen de ziekte, die koning Octjcboc's volk ten doo- de doemt. Zij kceren alle drie met een koe in Me-Bo-Kasie terug, juist op lijd om den stervenden koning te redden. Mevrouw M. D o c k e sd e Wilde, die dit verhaal (Olleke, Bolleke cn Knipperdoileke", uitgave M. Vccnman cn Zonen, Wageningen) schreef, heeft m.i. niet alle moge lijkheden van het thema gebruikt. Zij schreef tc veel een propaganda boekje voor het gebruik van onze koe-producten. Vertaald zou het een alleraardigste aanbeveling zijn voor den zuivel-cxport. Daarmee is niet gezegd, dat onze kinderen er zich niet mee amuseeren zouden, integen deel. Toen mijn dochter de laatste bladzijde gelezen had, zuchtte ze: „Prachtig, pappie!", waarmee ze ongetwijfeld in de eerste plaats dc zeer geslaagde prentjes van Rie Kooyman zal hebben bedoeld. J. VÉES schappij „from the cradie to the grave" („van de wieg tot het graf") verscheen. Zoowel dc Engelsche coalitie- regeering tijdens als het Labour- bewind na den oorlog namen de voornaamste ideeën uit dit rap port over en beraamden maatre gelen ter verwezenlijking. £cer terecht schenkt dr. Van Rhijn dan ook veel aandacht aan Bevcrid- ge's plannen, waarna hij uiteen zet, hoe dc huidige praktijk in ons land i6. Ten slotte geeft hij aan langs welken weg Nederland tot „sociale zekerheid" voor de ge- heele bevolking kan geraken. J. VèES

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2