TOLUNIE: een kwestie van geven en nemen De goocheltoer van het Gevdarlijk spel GERARD triomf van WALSCHAP, het leven of de 't Buitenland trekt Eénacter-festival in ons land KLEINERE BELANGEN MOETEN WIJKEN VOOR GROOTERE HELFT ^HOEST drs. P. J. Mattijsen Bos N.A.T.U. neemt het initiatief N'; Zaterdag 22 Maart 1947 3 door H. W. J. Bosman JN ons vorig artikel zagen wij, welke voordeelcn en bezwaren er In hef algemeen aan een tolunie zijn verbonden. Wij zullen nu in het kort nagaan, hoe de feitelijke ver houdingen van België en ons land zijn, Ten gunste van hef tot stand brengen van een tolunie kan nu, onder de na-oórlogschc omstandig heden hel volgende worden aange voerd: lo. Het Nederlandschc prijspeil, dat voor den oorlog boven hef Bel gische lag, is minder sterk gestegen dan dat van onze Zuiderburen Het zelfde geldt voor het loonpeil. Cij fers zullen wij hier niet geven, om dat loonen en prijzen nog niet ge stabiliseerd zijn, vooral in België niet. Maar hef is zeker, dat de wel vaartsverschillen, die vóór den oor- log bestonden en wel ten gunste van Nederland, thans genivelleerd zijn, vooral omdat ons land meer oorlogsschade heeft geleden dan België. 2o. Tengevolge van de na-oor- door CLAMATOR OP de Conferentie van Moskou gaat 't, er om den vorm voor len vrede met Duitschland te vinden. Dit vredesverdrag is een van de scharnieren, waaromheen het onrus tige, diplomatieke spel van de we reldpolitiek draait: het. dreigt de wereld in twee kampen to verdeden. Het oogenblik, waarop in een van de in aantal grootste naties van Europa, hot eindoordeel moet wor den geveld, komt steeds nader; de mcnschheid volgt het verloop der besprekingen, die eerste schermut selingen. met. groote spanning, waarin de vage angst voor een ver rassing altijd aanwezig is. Een ding is in ieder geval duide lijk: het gaat bij dit alles in do eer sto plaats om -dó tegenstellingen tusschen de Groote Vier. liet is nu eenmaal zoo, dat geen enkel con flict in de wereld tegonwoordig „plaatselijk" is. hot wordt onherroe pelijk in de sfeer van de wereldpoli tiek getrokken. De Vor. Staten cn do Sowjet- Unie gaan vooraan in dezen wed strijd. Engeland verdedigt hardnek kig en verbeten z'n wankelende mO. sitio. terwijl allo andoro staten een «waren strijd orn hun bestaan voe ren. Allemaal probecren zij laten wij het eerlijk durven erkennen een zoo groot mogelijk brok van den Duitschen buit in do wacht te slee- pen. in de hoop daardoor hun eigen wederopbouw to kunnen bespoedi- gon. Wij beschouwen dit laatste hoe begrijpelijk het moge zijn als iets zeer ongelukkigs; bovendien moet het. naar onze mcening, op een fias co uitloopen. Want als inderdaad alle aanspraken op annexaties en schadevergoedingen zouden worden ingewilligd, kan dit kwalijk op iets anders uitloopen dan op een fiasco, aangezien de werkcapaciteit, die de Duitscher9 nog over hebben, dan in geen verhouding komt te staan tot de enorme eischen, die aan hen ge steld worden. A/iet te veel WIJ zeggen dit niet om voor de Duitschers te pleiten, maar het is eenvoudig een feit. dat een te veel aan verplichtingen Duitschland zou veranderen in éón groot armenhuis en dat de ellende er tot een blijven- den toestand zou worden. Dat daar in ongelooflijke groote gevaren kun nen schuilen, spreekt vanzelf, nog afgezien hiervan, dat een lage le vensstandaard In Duitschland ook niet zonder invloed blijft op de nnbu. rige landen. Wij hebben het in een vorig arti kel reeds geconstateerd: het Duit- sche volk gaat alleen uit vertwijfe ling den weg naar het Oosten op. Maar dit ligt dan ook aan de poli tieke leiders van andere volken, die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn. de verplichting op om zich tegen onmogelijke eischen van bepaalde annexionistische groepen met kracht te verzetten en dat wel zoo snel mogelijk. Het allergrootste gevaar van de Conferentie van Moskou is echter, dat Duitschland oen pion in het spel tusschen Oost on West zou worden. Daarom alleen al is het noodzake lijk, om het Duitsche volk op te hef fen boven het materieele peil. waar op het nu staat, het een behoorlijke mogelijkheid tot leven te geven en zijn vrijheid (dit laatste natuurlijk in strikt beperkten zin); het moet in staat zijn om in afzien baren tijd een eigen economische politiek te 'gaan voeren. Maar ten koste van alles dienen wij te vermijdendat. de Duitschers de kans krijgen om le gaan kiesen tusschen een Oostelijk blok en een Westelijk blok. Verantwoordelijk ER zal veel inspanning en wijs begrip bij de diplomaten der wereH noodig ziin om een vredes verdrag tot stand te brengen, dat het aan het Duitsche volk in den meest letterlijken zin des woords een kans geeft voor een „modus vivendi" (wijze van leven). De vroe ger normaliter gehuldigde opvat, ting, dat do overwinnaar or op uit moet zijn, om bij de vredesonder handelingen zooveel mogelijk in de wacht te sleepen. kan men tegen woordig, nu men alles te verliezen heeft niets anders dan een gevaar lijk spel noemen. De overwinnaars hebben nu het lot van de wereld in handen en van dit oogenblik af hebben zij dan ook de volle verantwoordelijkheid voor de historie t« dragen. lo^sche economische verhoudingen zijn vele structuur-veranderingen nnodig. Het is daarom gemakkelij ker nii een tolunie voor te bereiden en te vestigen mef alle voordeden daaraan verbonden dan wanneer dc situatie in beide landen weer geheel op de nieuwe verhoudingen is inge steld. 3o Na den oorlog ziin er ook olannen ontworpen om fe komen toj een internationale handelsorga nisatie (International Trade Orga nisation), Welnu, het zal ieder dui delijk zijn. dat Nederland en België n m e n bij de dftderhandelingen daarover heel wal meer gewicht in daarover heel wat meer gewicht in de schaal kunnen leggen ddn ieder af zonderlijk. Bij de voorbereidende besprekingen hiervan zijn zij dan nok al gezamenlijk opgetreden. In dit verband merken wij ook nog op, dat dè eventuecle tolunie België Nederland door dc andere staten bij voorbaat aanvaard is als een uit zondering op bet beginsel van de nief-diseriminatie, Ter verduidelij king van dit laatste diene. dat bij die voorbereidende besprekingen juist in principe werd aangenomen, daf de invoerrechten ten opzichte van alle landen geleidelijk zullen moeten worden aanvaard, terwijl bi} een tolunie de invoerrechten alleen vervallen voor het vcrdragsland. Gevaren \\JIJ herhalen, dat de totstandko- v ming van een tolunie een kwestie is van gevdn cn nemen. Het kan niet anders, of verscheidene be staande belangen zullen in het ge drang raken), immers Nederland en België vormen niet meer, zooals vroeger wel het geval was, eikaars compliment Zoo is b.v. het aantal menschen, dat in de industrie werkt, in België wel grooter dan bij ons. maar in beide landen vormen zij de grootste groep. De percentages voor den landbouw loopen weinig uiteen. In het algemeen geredeneerd kun nen v/ij zeggen, dat de Belgische land- en tuinbouw, die minder ren dabel is dan de onze, de meeste ge varen loopt, terwijl ditzelfde geldt voor bepaalde takken van industrie ten onzent. Naar dc meening van den Belgischen hooglceraar De Lee- ncr zullen daarentegen de ijzer- en textielindustrieën uit het Zuiden van de tolunie profileeren. Overigens is het natuurlijk nog niet in bijzonderheden bekend, hoe dit alles geregeld wordt. Bestaande industrieën zullen natuurlijk niet aan een zekeren ondergang worden prijsgegeven. Maar voor zoover het nieuw op te richten industreën be treft, zal er steeds overleg dienen te worden gepleegd met den deelge noot in de tolunie ten einde uit te maken, waar deze het gunstigst kun nen worden gevestigd, opdat het gc- (Inpe-onrlcn mederieeltvQ) 1 heele gebied van de unie er het meest profijt van trekkc Een tarief /~T ENSLOTTE nog enkele gege A vens over de wijze, waarop het douane-accoprd van Sept 1944 prac- tisch uitgewerkt is Dit accoord voorziet in de invoering van een uniform tarief voor beide staten tegenover het buitenland en in een opheffing van dc onderlinge tarie ven. Verder werden cr drie ge meenschappelijke raden ingesteld: een. die het nieuwe tarief moet uit werken, een, die gemeenschappelijke handelsverdragen tusschen de unie en andere mogendheden moet ont werpen cn tenslotte een. die de vol ledige tolunie (ook dikwijls ge noemd: economische unie) moet voorbereiden. Tot goed begrip diene, dat dit alles betrekking heeft op Nederland en de Bclgisch-Luxom- burgsche Tolunie Immers tusschen Luxemburg en België betaat reeds sinds laren een dergelijke overeen komst. Op 1 Juli 1946 werd te Brussel een secretariaat-generaal ingericht, waar het geheele werk gecoördi neerd is; de leiding hiervan berust bij onzen landgenoot mr. dr. E Jas- par Deze overeenkomst van Sept 1944 is nog niet in werking getre den Binnenkort is echter de eerste stap in deze richting te verwachten, want het gemeenschappelijk tolta rief tegenover hét buitenland is ge reed gekomen cn, za) in afzienba- ren tijd aan dc parlementen ter goedkeuring worden voorgelegd Dc tweede stap is het opheffen van de douancgrcns tusschen België en Ne derland. Voordat dit kan gebeuren, moeten accijnzen, omzetbelastingen e.d. met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Vóór het einde van dit jaar, hoopf men echter ook deze stap te kunnen doen, Dan blij ven alleen nog onderlinge contingen- tecrings- cn deviezenregclingen be- staan. Het laatste stadium is be reikt. als ook deze kunnen worden opgeheven cn misschien zelfs dc valutagrons verdwijnt. Hieraan wordt hard gewerkt, maar hiervoor is wij zeiden het reeds een volledig gelijke politiek op het heele gebied van het economisch leven noodza kelijk en het is dus te begrijpen, dat dc raad voor de economische unie het, moeilijkste werk heeft. Het is vooral hierbij, dat het bedrijfs leven dient te worden ingeschakeld. Goede wil \J AAR onze mening zal de Raad vlotter kunen werken naarmate de geleide economie in beide lan den blijft gehandhaafd; immers dan, maar ook dan alleen, is een coör dinatie op alle gebieden van het economisch leven inderdaad moge lijk. Uit de medcdeclingen, die re gelmatig verstrekt worden, blijkt, dat, cr hard en met wederzijdschcn goe den wil gewerkt wordt, Ook op politiek gebied is er een nauwe samenwerking tusschen beide landen ontstaan b.v. bij het behan- dolen van de Duitsche kwestie en in de Vercenigde Naties. Misschien kan dit het begin worden v.'m een hechtere samenwerking tusschen dc Europeesche staten (althans die van West-Europa) in he;t algemeen. In ieder geval maken de Lage Landen thans ernst met het woord, dat onze Koningin sprak bij Haar bezoek aan België in 1933: „En mogen al tusschen hen belangenge- schillen bestaan bij naburen kan waarlijk niet anders worden ver wacht Ik ken er een, die niet door vergelijk of langs andere we gen des vredes tot oplossing kun nen worden gebracht. Te eerder moet dat mogelijk zijn, daar er, niet het minst op het gebied van handel en verkeer, zoovele gemeenschappe lijke belangen bestaan, ook tegen over een mededingende buitenwe reld". Opinie-onderzoek leert; 32% wil emigreeren WAT zou u het liefste wil len wanneer u do keus bad; in Nederland blijven of in een ander land gaan wonen? hebben de enquêteure van het Ne- derlandsch Instituut voor do Pu blieke Opinie eonige weken gele den gevraagd flan een represen tatieve „doorsnede" van het vol- v\assen publiek in ons land. Pre cies een jaar geleden stelde het N l.P.O. dezelfde vraag. De ant woorden. toen en nu, luiden: In Nederland blijven nu 60 1016 75 In 'I buitenland gaan wonen nu 32 1946 22 Geen oordeel nu S 1946 3 Met da stijging van het emi granten-percentage zijn ook de landen waarheen men zou willen gaan. veranderd. Op N.I.P.O.'s vraag: „In welk land zou U uillen gaan wonen?" antwoordt. Nu 1916 Zuld-Afrika Vereenigde Staten Zuid Amerika Canada Ned. Indië Australië Frankrijk Engeland Andere landen en onbekend 19 14 17 25 12 5 10 12 9 10 6 9 5 4 1? 19 De aantrekkingskracht van Zuid Amerika en Zuid Afrika is dus zeer toegenomen, die van de Y S. aanzienlijk verminderd. De immigratie-propagandn van verschillcndo staten is hiervoor wellicht gedeeltelijk verantwoor delijk, De stijging van het emigra tie-percentage misschien ook. De Nederlandsche vrouw blijkt, evenals een jaar geleden, liever hier te blijven dan de man (63 „thuis-blijvers" tegen 57 van dn mannen). Zij die ambtenaar of kantoorbediende zijn voelen, net els vorig jaar het meest voor ver trek naar elders (39 Nederlandsch Instituut voor de Publieke Opinie. (Nadruk verboden) Arthur Rubinstein, wonend in de Ver. Staten, zal in September van dit jaar een tournóe van 3 maanden aanvangen door Europa, zón eerste sedert den oorlog. door bracht. Als argument wordt dan nog aangevoerd dat zoolang iema.rd goede daden verricht hy een goed mensch is. cn dit blijft zoolang hy goede daden verricht. Gaat hij slechte verrichten, zoo maken die daden hem tot een slecht mensch. Nu de critiek H* ET Existentialisme vertoont zich in de romankunst, op too- ncelgcbied, als beweging, ja, als een \yijsgecrlge strooming. Er wordt over gepraat, gedebatteerd en ge schreven en men tracht tot een juist oordeel te komen. In Parijs schónt het in de mode te zyn en moet cr een felle strijd tusschen dc voor- en tegenstanders worden ge streden. Is het dan zoo belangrijk? Of het existentialisme dat zelve is, zullen wij in het midden laten, maar op grond van existentialisti sche opvattingen" komt men tot conclusies ten aanzien van vryheid, verantwoordelijkheid en zelfvci'wcr- kclijklng van den mensch, raakt men ethische, sociale cn wellicht ook politieke problemen, die wèl in het brandpunt der belangstelling staan. En waar het existentialisme de actueele problemen raakt, wordt het door die problemen vanzelf al belangrijk. Wil men het existentialisme zelve bcoordeelen, dan heeft men twee dingen noodig: 1. Een maatstaf volgens welke men toetsen en bcoordeelen kan. 2. De kern van het existentialisme zelve. Welke maatstaf? HET eerste punt is op zichzelf dus volkomen los van het existentialisme reeds eeuwen een bron van strijd goweest. Want: van welk standpunt, welk beginsel, welk dogma, welke maatstaf wil men uit gaan? Zyn er vaste, absolute nor men, die alle eeuwen onveranderlijk cn absoluut gelden? En die ieder als juist kan, wil en moet aanvaar den Waar haalt mon die vandaan En v/anr beruston die op on wat ib het absolute uitgangspunt? Filosofisch is deze vraag eigenlyk nog nooit afdoende beantwoord. Tenminste tot dusver. De filosofie van het absolute zal hier binnenkort een afdoend ant woord op kunnen geven. Veel, heel veel. dat nu nog twijfelachtig en duister is, zal dan tot klaarheid ge bracht worden. Publicaties hierover mogen venvacht worden. Doch mo menteel hebben wij daar hier nu nog niets aan. Is cr een maatstaf te vinden, die direct bruikbaar iö? Laat ons eens zien. Het existentialisme trekt conclu sies over den mensch on zijn daden. Deze daden worden veri'icht in dc DE éénacter geniet in Nederland een zeer geringe populariteit. In vroegere jaren placht het be- roepstooneel nog wel eens een één acter te spelen als voorstukje, het z.g. „lever du rideau", doch deze gewoonte is hoe langer hoe meer in onbruik geraakt. Een gunstige uitzondering hierop vormde de too- ncolgrocp Comedia, die in het afge- loopen seizoen een drietal voortref felijke éénacters ten tooneele bracht doch daarmede bó' het publiek slechts een „succes d'estime" kon verwerven. Het amateurtooncel volgt in de zen de slechte gewoonte van zyn grooten broer. Onder het motief, dat het publiek nu eenmaal niet van éénacters houdt laat men deze naast zich liggen en beseft niet aan welk een wereld van schoonheid men voorbygaat. In enkele streken van het land wordt aan éónacter- concourscn gedaan. Het Groningsch rederijkersverbond cn het provin ciaal Drentsch rederijkersverbond houden jaarlijks hun festival, waar op éénacters worden vertoond. Het gehalte van de gespeelde stukken ls in het algemeen echter bedroe vend. Goede éénacters zijn in het dr. J. door C. Brandt Corstius I N 1925 verscheen te Antwerpen, A onopvallend te midden van de vele jaarLijksche onopvallende eer ste bundeltjes van beginnende jon ge dichters „De Loutering" van Gerard Walschap. Het hoekje is terecht vergeten, want wie het thans nog eens doorbladert bemerkt on middellijk met een vergissing te doen to hehben. Vijf jaar later publiceerde de- zplfcle auteur een bundel novellen Volkgenaamd. En wie dit zeld zame hoekje ter hand neemt, leest het geboeid door het onmiskenbare schrijverstalent, dat zich verraadt door de indringende, levendige weergave van menschen en toestan- don. In elk van deze vier verhalen beschrijft Walschap ons het leveu als zwaar en somber en dikwijls hard. Zoo heeft Stijn Streuvels het ons ook weergegeven en men be speurt, dat do hoeken van den Deenséhcn schrijver Knut Hanssen op beiden hun invloed deden gel den. Maar Walschap las bij voor keur ook Dostojewski en den Spaan. schen auteur De Unamuno. Met deze voorkeur hangt samen zijn ta lent >nm de mongolian diep in hun ziel te dringen en te beschrijven in hun doen en laten met een weerga- looze waarachtigheid. Zijrr hoeken doen in trant, van schrijven echter allerminst denken aan don Vlaam- sohen roman, zooals we dien hier ge wend waren van Streuvels en Tim mermans. De rappe teekening. de directe weergave, de geladcnheLl van zijn geest, die vol verhalen zit. d.w.z. vol echte levensbeelden, die a! maar op het papieT willen, zoo dat hij menigmaal niet weet waar te beginnen en te eindigen, maken zijn boeken tot iets geheel aparts, iets hizonders, dat niet heeft nage laten van invloed te zijn op de mo derne Vlaamsehe literatuur. Tus schen 1930 en heden ontstaat dan die eerbiedwaardige ry romans, die begint met Adelaide en eindigt met Ons Geluk, en die wordt onderbro ken door het kinderboek ,,De Vier de Koningen, ten tijde van den Spaanschen burgeroorlog, het too- neelstuk „De Spaansche Gebroe ders". Adelaide vormt met Eric en Carla een trilogie, waarin Walschap het verval in het. herstel van een ge slacht beschrijft. Hier zyn zedelijke en lichamelijke achteruitgang èn overwinning door leed cn opoffe ring van den schrijver afhankelijk van het godsdienstig geweten. Maar Walschap redeneert in zijn roman nooit, hij laat slechts leven en nog eens leven. Celibaat is de roman van een totale degeneratie; daarop volgen Trouwen. Een Mensch van goeden wil en riouteklet. die op boeiende en dikwijls verbijsterende wijze uitdrukking geven aan Wal- schaps geloof in de vormende kracht van het leven. Natuur en cultuur VOOR dezen schrijver is het le ven een hachelijk bestaan tus schen natuur en cultuur. Enkeling on groep doorbreken de grens daar- tusschen telkens weer. Het leven is ondergang en wedergeboorte en juist daardoor eerst met recht: leven. In Trouwen is Rik van Oep- stal de mislukkeling, die door zijn huwelijk weer in de samenleving thuis geraakt en zyn loven eindigt nis den stamvader van een gansch dorp. Thijs Glorieus, de hoofdper soon van Een Mensch van goeden wil, is de te goede mensch, die, ondanks dat hij vele nederlagon lijdt door zijn groot geloof in den mensch, eindigt als de stichter van oen (wel wat M te pardijselijk-*» nieuwe samenleving. Houtekiet '8 de a-sociale, do uitgestootene. die tenslotte een dorp houwt, een niuwo gemeenschep vormt. Walschap beschrijft bij voorkeur in dien tijd van zijn leven de tegen- GERARD WALSCHAP de groote Vlaamsehe roman schrijver. zal op 23 Maart Utrecht bezoeken om te spreken voor hef. Humanistisch Verbond. stelling tusschen de burgerlyko sa menleving en de losse eamentroe- pingen der zelfkanters. die leven in de weilanden en de bosschen, en waarin altyd opnieuw de kracht schuilt een gemeenschap te vormen, weer in den cultuurstroom te gera ken. In 1937 schrijft hij Sibj/lleden strijd van een jonge vrouw tus schen het traditioneele geloof en andere, wijsgeerige, opvattingen, in welken strijd zij ondergaat. Maar hoe triomfeert het leven weer in zijn laatste boek, Ons Geluk! Met deze romans heeft Gerard Walschap zijn grooten naam ge maakt. in Vlaanderen en Nederland. Dat is niet gemakkelijk gegaan, want zyn geestelijke en artistieke onafhankelijkheid heeft hem in zijn eigen omgeving veel vijanden be zorgd. Walschap, die in de kracht van zijn leven is, zal ons zeker nog vele belangrijke boeken schen ken. vaderland met een lantarentje te zoeken. Heyermans heeft zo ge schreven, er zijn cr enkele van Willy Corsarl en Charivarius, doch daarmede is het repertoirt vrijwel uitgeput. Er zit voor den Neder- landschcn tooneelschryver geen prikkel achter om tot het schreven van éénacters te komen. Daarom zal deze schrijfkunst aangewakkerd moeten worden en het ligt op den weg van een organisatie als de NATU om hierin het initiatief te nemen. oordeelen HET spelen van stukken in één bcdryf biedt den vcrccnigingen groote voordeelcn. Een avond van drie éénacters is gevarieerd, zoowel wat stuk als spel betreft. Men heeft de gelegenheid om in het tijdsverloop van één avond meer dere voorbeelden van tooneollitera- tuur aan het publiek te toonen en wat nog meer zegt, men kan vele leden aan het werk zetten en hun belangrijke rollen geven. In de wereldliteratuur liggen tal- looze prachtige éénacters "op een uitvoering te wachten. Ik zou vele voorbeelden kunnen geven, doch wil mij slechts bepalen tot het noe men van den bundel van den Ame- rlkaanschen schrijver Eugene O' Neill, getiteld: „The long Voyage home". Als Eugene O'Neill niets anders had geschreven, zouden deze „zeven spelen van de zee" voldoende zijn geweest om hem te stempelen tot een der coryphacen onder de too- neelschryvers. Goede éénacters vindt men in Engeland bij honderden; olk jaar verschijnt een bloemlezing van de tien beste, die dat jaar zrjn ver schenen en naar mijn mecmng zijn er zeker vele bruikbaar voor Ne derland. Het éénacterfestival, dat jaarlijks door de British Drama League in Engeland wordt georga niseerd, heeft ln belangrijke mate bijgedragen tot het popularisceren van den éénacter; dertig jaar gele den met zes deelnemers begonnen, heeft deze competitie thans het res pectabele aantal van zeshonderd veertig deelnemende vcrccnigingen bereikt. Het land ls verdeeld in sec ties en afdeelingen en na ondcrlin- fen strijd komen aan het eind van et seizoen de vier bestgeplaatstc vereenigingen naar Londen voor dc finale om de wisseltrofee, ten overstaan van een jury, bestaande uit vermaarde tooncclspelcrs. Ook ten onzent DE Nederlandsche Amateur Too- nccl Unie heeft besloten in het komende seizoen een dergelijk fes tival te organisceren. Zij acht dit van het grootste belang om te we ten tc komen, welke vereenigingen in aanmerking kunnen komen voor een uitwisseling met buitenlandschc collega's omdat Nederland cr recht op heeft vertegenwoordigd te wor den door het beste amatcurtooneel van ons land. Ook aan het afdee- lingswerk zal dit festival zeer ten goede komen. De vereenigingen zul len van eikaars prestaties kunnen kennis nemen en de wedstrijd zal een gezonde prikkel zyn om het spelpeil op te voeren. In dit ver band is dc beoordeeling door de ju ry zeer belangrijk. In Engeland heeft men gebroken met het sys teem van meerdere juryleden; een z.g. „adjudicator" d.w.z. beoordee- laar, woont de voorstellingen bij in een bepaalde sectie en geeft ten aanhoore van het publiek direct na afloop van dc voorstelling znn op bouwende critiek. Deze werkwijze is ook voor de opvoeding van de toeschouwers van groote waarde. Ik hoop, dat ook Nederlandsche 1 vereenigingen tot een dergelijke bc- oordecling" zullen kunnen besluiten en dat zy niet zooals meen ik, een maal in Engeland is geschied, den beoordeelaar, dio nogal scherp was in zyn critiek, zullen onthalen op een regen van rotte tomaten... Mr. J. DE BLIECK, Voorzitter N.A.T.U. WAT ALLEEN IN FRANKRIJK KANhot [existentialisme, een nieu we literaire Jen filosofische strooming, is er dc mode van dc na-oorlogscho periode geworden, waaraan alle lagen van het volk min of meer een aandeel heeft. Dringen de trampassa giers schelden elkaar voor ,espèce d'existcn- tialistc", wat volgens dc ver taling van Vest dijk in het Ne derlandsch zoo iets als „rot- cxistcntialist" bc teekent, win keliers gebrui ken het woord in hun reclames cn journalisten schrijven zin nen als„Hoe wel deze mode show niets existentialistisch had, was zij toch niet zonder beteekenis." En ondcrtuschcn blijven voor- cn tegenstanders elkaar mondeling cn schriftelijk tc lijf gaan met een yver die onuitputtelijk is. Dc oorzaak van dit enthousiasme is Jean-Paul Sartre, filosoof en roman- schryver, wiens leer onze medewerker drs. P. J. Mattijsen Bos hier aan ccrl zeer persoonlijke beschouwing onder werpt. jxractischo dagelykscho wcrkelyk- held waarin de menschen, dus U cn ik, leven, denken cn handelen. En nu hebben wij meteen eon stand punt ón maatstaf, n.l.: Dc practi- sehe dagelókscho werkelijkheid zel ve met hanr normen. J. P. Sartre L ecu Normen die U kent zf|n do normon. die alle eeuwen onveranderlijk geldon en blijven gelden ln do practlscho dagcllihschc zeg aardscho werkelijkheid waarin wij leven, nog nooit nis zoodanig van universeel standpunt bestudeerd. Normen, die bleven gelden, zooals de wet van de zwaartekracht blUft gelden. Wol is dit het geval geweest op de gebie den der vakwetenschappen, o.a. che misch of physlsch terrein. Maar dc universeclc normen, dlc op elk terrein gelden, neen, die zijn nooit als zoodanig cn als geheel be studeerd. Do unlversalitcitsleer, die dat vakwctenschappelljk doet ja. voel strenger zelfs is op komst. En heb is daaraan te danken, dat hier nu reeds een maatstaf tc vin den is voor ons doel. Er zijn een aantal univcrseele normen onbewust voldoende veran kerd ln elk normaal denkend monsch om een zuiver oordeel over do eenvoudige dingen te kunnen vellen, welke onze practische dage- lijksche werkelijkheid betreffen. Nemen wy een voorbeeld. WJj weten allen, dat alles, wat valt. naar beneden valt. Dat lecren wjj als kind als vaste universeel gel dende norm kennen. Zoo hebben wó allen een zekere kennis, die w(j on bewust als kind hebben vorkregen. Kennis van, over en door die wer kelijkheid, waarin wij loven. VIET - *-VA kregen - I Htgangspünt dus onbewust ver- kennis van het uni vcrseele, kunt u over de eenvoudige dingen onmiddellijk uitspraak doen. Helaas moeten wij dit terrein ver der laten rusten. Wat gaan wij dus doen? Wat ls dus onze maatstaf? Wij gaan wat het existentialisme zegt over den mensch en zyn daden cn daarmede dus over de practische dageliiksche werkelijkheid, toetsen aan die werkelijkheid zelve. Van alle fraojn ontdaan komt het hier np neer: „De mensch verricht „daden. Verricht hij goede, zoo >s „hij goed. Verricht hij slechte, zoo „stempelen die daden hc.ni tot ren „slecht, mensch De leugens, die iemand spreekt, maken hem tot 'n leugenaar Dit is op zichzelf volkomen juist. W\j kennen een mensch aan en door zijn daden, zijn spreken en hande len. De goocheltoer TX/Taar nu komt het. Dan ineens is het alsof de existentialist zyn mouwen opstroopt als een goo chelaar cn zooals die in eens schyn- baar uit het niet iets te voorschyn toovert, zoo goochelt de existentia list ineens ccn conclusie te voor schyn. Zoo maar, plotseling, heelc- maal ineens Hoe sneller het gaat, hoe beter lukt de truc! Want: „Die daden nu BEPALEN het wezen van den mensch." Schijnbaar is dat nog hetzelfde als daarnet. Maar dat wat eerst ieder vanzelfsprekend moest be amen wordt nu zóó uitgelegd: Iemand verricht, geen slechte .daden, omdat bi} een slecht, mensch „is, maar die slechte daden MAKEN hem tot een slecht mensch Het is „niet de leugenaar, die di- leugens produceertmaar die leugens, die „maken hem tot leugenaar." Dus, heel duidelijk vertaald: de leugens produceeren den leugenaar. Doorziet U de goocheltoer En liet wezen DE existentialist fraat uit van een waarheid, die iedereen als zoodanig zal erkennen: „door cn aan de daden kennen wij den mensch." Zeker, en dan komt de dubbelzinnigheid: „Die daden bepa len het wezen van don mensch." Dat is ook juist: als men het opvat, dat door die daden als gevolg op te vatten het wezen, dat achter die daden ligt het wezen op te vatten als oorzaak bepaald wordt. Maar nu beweert de existen tialist, dat het gevolg de oorzaak bepaalt en gaat het gevolg voor de oorzaak aanzien en de oorzaak voor het gevolg. Dat dit werkelijk zoo bedoeld wordt, komt duidelijk tot uiting in den kem-slagzin: „L'existence pré- cède l'essence". De existentie gaat het wezen vooraf. De daden gaan vooraf aan het wezen van den mensch. Iemand verricht dus geen goede daden, omdat hij een goed mensch is. neen; die goede daden zijn oor zaak, dat hij een goed mensch is. die maken hem tot een goed mensch. Ziehier de kern, die ook in Nederland naar voren wordt ge WANNEER men deze enormiteit even nader beziet, dan vraagt men zich toch wel stomverbaasd af tja, maar hoe hebben wc het nu eigenlijk? Is dc mensch een den kend wezeq, ja of neen? Gaat er nu aan al dio bedooldo en bcpalonde daden con denkon vooraf, ja of neon? Want: duidelijk zyn do daden pri mair gesteld en hot wezen secun dair. En in dat geval zou dus van denken vóór het handelen, vóór het vorrichtcn van dio daden geen sprake kunnen zyn. Want, zoo gauw cr ccn denken aan dio daden vooraf gaat, krijgen wy mot het hcclc ingcwikkcldo wezen van den monsch to maken, met do psyche cn dusdanige psychologische processen waarbij allerlei factoren een groo- tere of kleinere rol kunnen spelen, hetgeen zoo'n samengesteld geheel is, dat het wezen daar niet van te scheiden is. Voor het verrichten van ccn daad. en zeker voor belang rijkere, zal toch een besluit om dio daad te verrichten voorafgaan. Dus con denken. Tenzy iemand in oen toestand is, dat hij alleen handelt ert niet meer weet, wat hy doet. Zyn do daden primair (bepalend) voor het wezen dan kan van een denkon geen spra ke zyy. En hier halen wo nu onzo maat staf do univcrseele cr even bij. Wij weten nllen, dat de normale menscji ccn denkend schepsel is; wat Hom juist van dierenonder scheidt. is het redelijke. Nu zyn er automatische handelingon, b.v. fiet sen, waar men niet by hoeft te den- den, maar... die worden Juist niet bedoeld. Biyven dus de daden, waar aan juist ccn denken vooraf moet gaani wil men niet zonder denken, dus als een Idioot. handeUm. 1 'cgenstrijdigheid EEN ander punt van het existen tialisme is de verantwoordeiyic- hcid ten aanzien van de dadon. Men moet zich zelfs tegenover de gehee le menschheld verantwoordciyk achten. De mensch moet telkens een keus doen tusschen goed cn kwaad. Men moet zelfs: dc absolute per soonlijke vryheld ton aanzien van de keuze tusschen waarheid cn leu gen spreken. Hoc is dat nu to rijmen? Het ecne sluit het andere volkomen uit. De keus geschiedt immers inneriyk! Vóórdat het besluit deze of gene daad te verrichten genomen wordt. Dus weer een psychisch proces waar het wezen beslist niet van los tc maken is. Is cr een keuze, dan wordt gewe zen op het feit, dat er een inneriyk proces aan dc dadon vooraf gaat. En het wezen heeft invloed op dlc keus. En dan... bepaalt die keuze, dat inneriyke besluit de daad en niet dc daad do keus Bepaalt de daad het wezen zooals dc existentialisten zeggen dan bepaalt do daad ook do keus, dio uit dat wezen, dat het Immers bepaalt, voortkomt. Wanneer men <lc univcrseele maatstaf neemt, ^us dat vaststaande waarvan wy weten, dat het alle eeuwen door onveran- deriyk geldt, zooals de wet van de zwaartekracht, dan weten wij op grond van onzo onbewust verkre gen universeclc kennis dat het wezen van den mensch. het Inner iyk, het denken, dus het geheele josychischc wezen aan die keus me dewerkt, dat verder, welke uitwen dige factoren ook aanwezig kunnen zyn, (aangenaam, weerzinwekkend, omstandigheden, enz.) hoe geeste lijk ook verwerkt cr eerst een be sluit do keuze als men wil tot stand komt en dan scnmdalr de daad. Conclusie DE conclusie waartoe men komt is. dat het existentialisme, zooals het zich nu laat zien, gewoon weg een goocheltoertjo op denkge- blcd is. Moge dit voldoende zijn. Op dc maatstaven, volgens welke men allerlei dingen op hun unlvepccle luistheld kan tetscn. hoop ik binnen 'afzienbaren tijd terug tc komen. Dat een betrouwbare toetssteen, die vakwetcnschappelijke zekerheid in zich bergt, vooral ln dezen tijd van waarde ls, zal duidelijk zyn. Even eens wanneer daarby nog een spe ciale methode komt, waarmee men veel benaderen kan, wat nu nog onbereikbaar is. CHARLES EYCK'S VIJFTIGSTE VERJAARDAG Ter gelegenheid van den vijf- tigsten verjaardag van Char les Eyck op 24 Maart a.s. hoeft ztcli te Maastricht een werk comité gevormd, dat zich belast heeft met do viering van dezen lcestdag. Daar het in do bedoe ling ligt dit op zoo grootsch mo gelijke' wijze te doen, zijn de fees telijkheden in verband met den vastentijd uitgesteld tot Tweeden Paaschdag. Het programma luidt: 2.30 uur opening der Eere-tcntoonstcliing in de Bonnefantcn te Maastricht, waarna een inleiding zal worden gehouden door Jan Engelman. Hierna een receptie. Na afloop vindt op het atelier van Charles Eyck een gezellig sa menzijn plaats voor enkele kunst- vriendon. 21.00 uur. Gecosüimecrd festijn in de Redoute-zalen. Hierop wor den o.m. verwacht Anton vail Duinkerken, Anton Coolen, Jan Sluiters. Charley Toorop, Henk Wicgersma, Charlotte Kohier en nagenoeg alle bekende Limburg- sehe kunstenaars. Nog steeds verdringen zich de bezoekers op de groots ten toonstelling van werken van Vineent van Gogh. welke op 24 Jan. j.l. door den Ned. Ambassadeur te Parijs werd geopend. Op sommige momenten moest buiten het Musée ie l'Orange. rie een file gevormd worden. Tof 7 Maart j.l. werden 54.000 bezoekers geteld. Het Fransch-Zwitsersche koor La chanson dc montreux" zal op 24 Maart a.s. onder auspiciën van de Ned. RcisvereenijJinjJ naar ons land komen Gedurende twee weken zal het 32 leden tellende koor in ver schillende plaatsen volksdansen cn volksliederen uitvoeren, Het Ballet-Jooss zal begin Mei vtfeer een tournée maken door Ne derland.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3