MONTGOMERY EN G. B. SHAW
Strijd tegen de tuberculose
in nieuw stadium
Curacao let op deze
kleinigheden
Twee groote
Visitatie in Roosendaal:
één worstelpartij!
Zog maar een
W'
Jo v. Ammers-Küller
Zaterdag 19 April 1947
S
IN dezen tijd van voorbereiding
der invasie maakte Montgomery
ook kennis met de politici. De eene
minister na den andere, Eden,
Bevin, en vele anderen gingen hem
opzoeken en in den regel kwamen
zij diep onder den indruk van de
sterke verzekerdheid van den gene
raal van dit bezoek terug. Voor
Montgomery waren deze bezoekers
uit de vage en ingewikkelde wereld
van de politiek nog veel vreemdere
verschijnselen dan hy voor hen was.
„Wat voor een snuiter is het?"
placht hij te vragen, wanneer hij
vernam, dat er een of andere hoo-
ge piet op komst was „een van de
geschikte soort?"
Met ernstige gezichten trokken
de hooge geestelijken, de politici, de
groote mannen langs Monty heen
zonder te vermoeden, dat zij werden
getaxeerd met den maatstaf of zij
al dan niet geschikte snuiters wa
ren En het resultaat van zfo'n waar
deering van de hoeren legde h\j vast
In zijn dagboek, dat niet geschikt
is voor publicatie.
Een verontrustend groot aantal
hunner kreeg eenvoudig als aantee-
kening: „idioten volslagen on
bruikbaar." Degenen, waar hij spe
ciaal het land aan had, waren die
geaffecteerden, de lieden met over-
goede manieren, de al te gladde en
zachte karakters, en do velen, die
maar belangstelling hadden voor
geld en nog eens geld. In de wereld
van Montgomery was er geen tijd
om zich verfijnde manieren eigen te
maken noch voor het najagen van
de materieele genoegens: daar
kwam het alleen aan op den strijd,
dien hij op zfc'n manier wilde uit
gevochten zien.
Vreemde vertooning
IX/IAAR sinds eenigen tijd had hij
A*A animo om zijn portret te laten
schilderen. Verschillende kunste
naars hadden het geprobeerd zon
der veel succes misschien een
gevolg van het feit. dat zij niet
op hun gemak waren met hun mo
del. Maar nu had Augustus John
de opdracht gekregen tegen een
vergoeding van 500 pond en zoo
ging Montgomery nu geregeld po
seeren in diens atelier in Titestreet,
Chelsea. Het was iederen keer weer
een vreemde vertoon Ing. Monty
kwam, vergezeld van zijn adjudant
voorraden in een Rolls Royce, hij
ging de trap op en kwam binnen
in een sfeer, die hem ondanks wat
hij bij zijn vrouw had gezien en
meegemaakt, volkomen vreemd
was. Terwijl de kunstenaar hem
schilderde, zat Monty daar stijfles
op het podium in zyn battle dress,
met zijn alpino en zyn ridderordes.
Bernard Shaw had al lang eens
kennis willen maken met Montgo
mery en op een goeden dag kwam
hij, aangetrokken door deze ver
tooning, het atelier binnen vallen.
Dien dag werd er niet meer geschil
derd, beide mannen hadden heel
wat te zeggen. Shaw, de denker en
de pacifist, keek met plezier en
zonder een spoor van verlegenheid
naar den man van actie en van oor
log.
„Generaal," zoo begon hij vrien
delijk, „ik zal U vertellen, wanneer
de oorlog uit is."
Montgomery (van zijn podium:
„echt?"
Shaw: „Als het geld op vijf pro
cent staat, dan houden alle oorlo
gen op."
Goede verstaanders
TJ ET gesprek raakte ook heei
l^ht en luchtigjes de politiek.
„Niet meer dan vijf procent vin
het volk is geschikt voor een lei
dende functie," verklaarde Shaw.
„De moeilijkheid is maar om ze te
vinden en ze omhoog te brengen
en er zijn niet genoeg menschen
voor de hooge functies."
Monty: „wilt U zeggen, dat vijf
procent van de generaals werkelijk
geschikt z\jn voor hun werk?"
Shaw: „Neen, allerminst."
En beminnelijk als twee goede
verstaanders keken zij elkaar aan.
Een uur of twee later zag Mont
gomery's chauffeur, die buiten
wachtte, tot zijn verbazing een
ouden heer met een witten baard in
de auto stappen met do mededee-
ling, dat hij naar huis gereden
moest worden, want dat de gene
raal hem zijn wagen had geleend.
Zij reden weg in een tempo, dat
paste bij den leeftijd van den pas
sagier, totdat deze zelf protesteer
de. waarna de snelheid tot 100 k.m.
werd opgevoerd. Maar weer ver
scheen, tot verwondering van den
chauffeur, de witte baard bij z\jn
elleboog. „Kan de wagen niet har
der loopen?" Zachtkens verbaasd
gaf de chauffeur meer gas. Zoo, de
oude knaap had snelheid noodig.
De snelheidsmeter stond weldra op
150 en zoo kwamen zij, terwijl de
oude baas echt tevreden in de kus
sens leunde, aan ziin huis.
„Niet kwaad." zei Shaw bij het
uitstappen, terwijl hij den chauffeur
twee halve kronen gaf. Voor van
daag tenminste was ook hij een
man van actie geweest. Hy ging
zjjn huis in en schreef aan Augus
tus John de levendigste commen
taar op Montgomery, die nog ooit
op papier was gezet.
G. B. S. schrijft
heeft practiqeh heelemaal geen
ruimte, U hebt er eenvoudig geen
plaats voor gelaten.
En geeft raad
WEET U, wat U doet? Neem
die oude, in petroleum ge
drenkte lap, die zoovele portretten
van mij (allemaal meesterstukken)
heeft laten verdwijnen en veeg dit
uit tot het doek blank is. En schil
der dan een klein figuurtje, dat
recht naar je kijkt van boven, zoo
als hü naar me keek van het po
dium. Schilder hem ten voeten uit
(met den een of anderen voor
grond), een tikje voorover geleund
met zijn knieën achterwaarts ge
bogen, zijn handen geklemd aan de
randen van z(jn kampeerstocl en
zjjn uitdrukking er een van door
dringend onderzoek, de oogen on
vergetelijk. En op den achtergrond:
't uitgestrekte geheel van de Afri-
kaansche woestijn. Resultaat: een
schilderij, dat 100.000 pond waard
is. De schets, die U nu gemaakt
hebt, is, eerlijk gezegd, niet moer
waard, dan de vergoeding voor den
tijd, welken U aan het schilderen
er van hebt besteed. U hobt geen
werkelijke belangstelling voor den
man gehad.
Maak U niet dik over een ant
woord op dit schrijven. Neem het
ter harte of niet, net naar het U
treft.
Wat een neus! En wat een oogen!
Noem het schilderij: oneindige
perspectieven en één man.
Stel U voor, een soldaat, die in
telligent genoog is om door U te
willen worden geschiderd en om
met mij te praten
Steeds gaarne de Uwe
G. B. S."
Seniele opwinding
CT N den volgenden dag, 27 Fcbr.
1944, schreef Shaw opnieuw:
„Waarde John, na een nachtje
er over te hebben geslapen kom ik
tot de ontdekking, dat een deel van
mijn brief van gisteren beschouwd
moet worden als een uitbarsting
van seniele opwinding. Want uit
een oogpunt van zakelijkheid beke
ken is het portret, dat U geschil
derd hebt, precies wat do koopers
bedoeld hebben en recht hebben to
verlangen, n.l. een massa verf en
het model over het heelo doek. En
tusschen ons gezegd en gezwegen
hot heeft een fijnen aantrekkelijken
kleurentoets echt a la John, waar
van het zonde zou zijn als die ver
dween.
De moraal van het verhaal zou
zijn: maak het portret af voor Uw
klanten en schilder dan nog 'n por
tret voor U zelf. Maar daar Mont
gomery zeker nog niet eens zal
willen gaan posecren, moet U een
paar schetsen van hem stelen, ge
maakt van den stoel uit, waarin hij
zat.
Hot ergste van 87 88 jaar oud
te ziin is. dat ik nooit zeker kan
zijn, of ik verstandige taal praat
dan wel oudemans-gcleutcr uitsla.
Het oordeel hierover moet ik aan
n
r A ARDE Augustus John.
vanmiddag heb ik den hee-
len tijd over alles en nog wat moe
ten praten om Uw „model'' aange
naam bezig te houden en hem af
te leiden van de zorgen voor den
gang van zaken van het oogenblik
aan het front. En terwijl ik hem
met mijn eene oog zag en U met
mijn andere twee groote man
nen met één blik merkte ik de
buitengewoon groote gelijkenis tus
schen U beiden op. U, groot, forsch,
blond, leek haast massief in tegen
stelling tot die geweldige compacte
rol staaldraad, die er uit zag alsof
U hem uit Uw zak tc voorschijn
had getooverd.
Een groot schilder legt altijd zich
zelf even goed ln zijn werk als de
gene, die voor hem poseert en aan
gezien hij zichzelf niet kan zien
(zooals ik U zag), is er altijd eenig
gevaar, dat hij zichzelf dc plaats
geef' van zijn obieet in zijn schil
derij. En inderdaad, Uw portret van
B. L. M. deed mij onmiddellijk den
ken aan Uw zelfportret in de Lei-
cester Gallery. Het vult 't doek op,
het suggereert een grooten, for-
schen man. Het kijkt jo niet aan,
wat Monty juist altijd wel doet met
geweldige uitwerking. Hij brengt
alle ruimte samen in een kleine
plek op de manier van een brand
glas; maar Uw portret van hem
G. B. S.
„Ik ben nooit zeker of ik verstan
dige taal praat of oudemansgeleuter
uitsla".
U laten. Als altijd, maar beverig,
G. BERNARD SHAW"
Beverig of niet was hij nog al
tijd een van dc meest aantrekkelij
ke brievenschrijvers in de Engel-
sche taal.
ALLAN MOOREHEAD,
Montgomery.
(Nadruk verboden).
TN het atelier
van den schil
der Augustus
John ontmoette
Shaw zijn groo
ten naamgenoot
Montgomery.
Het was een
merkwaardig
contrast: Shaw,
de denker en pa
cifist, en Monty,
de man van ac
tie en oorlog,
maar zij konden
het uitstekend
vinden en Shaw
schreef later aan
den schilder een
enthousiasten
brief: „Stel U
voor een sol
daat, intelligent
genoeg om door
U geschilderd te
worden en om
met mij te pra
ten,...."
Het schilderij
van Augustus
John.
Ingezonden mededeeling
EEN AMBACHT
DAT IN EERE BLEEF
50 jaar terug nam het ambacht
nog een belangrijke plaats in de
maatschappij in. Het handwerk
gaf ook kleur en fleur aan het
leven en schiep een vaak benij
de sfeer van romantiek. Zoo was
het ook met den kruidenier, die
in den winkel zelf zijn koffie
brandde. Het was gezellig hem
daarbij gade te slaan, terwijl de
heerlijke koffiegcur heel het huis
doortrok. Koffiebrandcn vereisch-
te een groote kennis en daarom
betrok men ook steeds zijn koffie
van hetzelfde adres, want de
kwaliteit van de koffie hangt voor
namelijk van het juiste branden af.
De ouderwetsche winkel met de
vele vakken en laadjes, de groote
handkoffiemolen op den toonbank
en de koffiebrander in een hoek
is verdwenen. De moderne De
Gruyter's winkel trad daarvoor in
de plaats. Het ambacht evenwel
bleef in eere. bij De Gruyter
maar wordt in het groot beoefend
door ervaren koffiebranders in de
groote De Gruyter's fabrieken
met de meest geperfectionncerde
installaties. Daarom voor vak
kundig gebrande koffie zooals
vroeger naar De Gruyter, de
koffie- cn theezaak.
(Van onzen medischen medewerker)
"D EEDS meer dan een eeuw is
aV men intensief bezig om te zoe
ken naar middelen om tuberculose
te bestrijden. Te beginnen met Laen-
nec (1781—1826), die deze ziekte
voor het eerst duidelijk beschreef,
hebben tallooze onderzoekers zich
bezig gehouden met dit vraagstuk.
Men is gedurende dezen tijd veel
vooruitgegaan, doch desondanks is
tuberculose een ziekte die zeer veel
levens ten gronde richt.
Op het eind van de vorige eeuw
(1882) ontdekte Robert Koch (1843
1910) den tuberkelbacil (bacil
staafvormige bacterie) en bewees,
•dat deze verantwoordelijk moest ge
steld worden voor de longtubcrculo-
se. Later kwam >men te weten, dat
niet alleen longen, maar ook been
deren en gewrichten door dezen
ziekteverwekker worden aangetast
en zoodoende uitingen zijn van de
zelfde aandoening.
Ook na het bekend worden van dc
oorzaak lukte het niet om een af
doende bestrijdingswijze te vinden.
Toch zijn er vorderingen geboekt.
Door het bekend worden, dat som
mige vormen van tuberculose bij
den mensch (z.g. „open" t.b.c.) be
smettelijk zijn heeft men maatrege
len kunnen beramen om deze lij
ders te isoleeren en op deze wijze
het aantal besmettingsbronnen te
verminderen. Ook werd er ontdekt,
dat door melk. afkomstig van vee,
dat aan tuberculose van de uiers
lijdt, besmetting kan worden over
gebracht. Men tracht zooveel moge
lijk deze koeien op te sporen en te
voorkómen, dat deze melk in de
consumptie wordt gebracht. (Pasteu-
risatie van de melk geeft geen waar
borg voor hot afwezig zijn van tu
berkelbacillen). Aan den anderen
kant vond men nieuwe middelen om
de ziekteverschijnselen terug te
doen gaan cn genezing te bereiken.
Wat dit betreft heeft de operatieve
behandeling van alle vormen van
tuberculose in de laatste jaren een
groote vlucht genomen.
Ieder wordt besmet
MEN kwam te weten, dat vrij
wel ieder mensch gedurende
zijn leven door tuberkelbacillen be
smet wordt, doch dat de meesten
deze besmetting zonder ziektever
schijnselen doorstaan.
Men richtte consultatiebureaux op,
die gratis iedereen ondei'zoeken. die
van tuberculose verdacht wordt en
die ook de nazorg van genezen
patiënten op zich nemen. Er is door
vele organisaties een intensieven
strijd gevoerd tegen deze volksziek
te. Hierdoor komen thans, ondanks
den oorlog, veel minder ziekte- en
sterf-gevallen voor dan 50 jaren ge
leden. De verbeterde volkshuis
vesting, betere voeding der arbei
dersklasse en 't algemeen beoefenen
van sport werkten daaraan mee. Wel
steeg in cn na den oorlog het aantal
tuberculoselijders sterk, maar thans
neemt hun aantal reeds weer af.
Toch lukte het niet om den bacil
in het lichaam te dooden en men
kon dc t.b c.-lijders slechts genezen,
door het lichaam bij te staan in zijn
strijd tegen den bacil, zonder dezen
zelf te vernietigen Vandaar, dat ve
le genezen patiënten later opnieuw
ziek worden. De ziekteverwekkers
ROBERT KOCH, ontdekker
van den tuberkelbacil
blijven in het lichaam en wachten
hun kans af om opnieuw den kop op
te steken.
Nieuw middel
P AUL EHRLICH wees ons, aan
A het begin van deze eeuw, den
weg om besmettelijke ziekten door
vernietiging van de smetstof te ge
nezen, doch het gelukte niet om een
goed geneesmiddel tegen dc tuber
culose te vinden. Herhaaldelijk deed
de blijde mare de ronde, dat men
nu een middel tegen den tuberkel
bacil gevonden had en telkens weer
bleek de hoop ongegrond tc zijn.
Tijdens den oorlog werd het van
geallieerde zijde mogelijk gemaakt
om uit een penseelschimmel: de pe-
nicillium notatum, penicilline te be
reiden, het wondermiddel, waar ieder
thans over spreekt. Doch ook peni
cilline had geen uitwerking op den
tuberkelbacil. Sindsdien heeft men
getracht om uit andere schimmels en
zelfs uit bacteriën, stoffen tc berei
den. die nog beter moesten zijn dan
penicilline. Vele van deze stoffen ble
ken waardeloos, doch een enkele
schijnt wel succes te kunnen hebben
en hieronder neemt het s t r e p t o-
m y c i n e een voorname plaats in.
Over deze stof dadelijk moer.
De proeven, die men neemt om de
werking van geneesmiddelen op bac
teriën na te gaan, worden meestal
buiten het lichaam uitgevoerd. Vele
dan werkzame stoffen blijken geen
(Van onzen correspondent)
WILLEMSTAD, Maart.
Y\JILLEMSTAD vormt een klei-
ne gemeenschap, die zich in
het bijzonder voor de kleine din
gen des levens interesseert. Ware
onze stad een onderdeel van
laten we zeggen het Noord-
Amerikaansche vasteland, dan
zou Willomstad één uit vele zijn.
Willemstad is evenwel de hoofd
stad van het eiland Curarao. en
het belangrijkste handelscentrum
van de Nederlandsche Antillen.
Onze kleine stad is derhalve
groot in beteckenis. En toch...,
interesseeren haar vriendelijke
bewoners zich in het bijzonder
voor de kleine dingen des levens.
Al drijven hèolc ijswereldcn dc
Neder)andsche kust voorbij, op
Curacao schijnt winter en zomer
de zon. De Vier Grooten mogen
te Moskou nog zoo hevig bek
vechten, de bewoners van ons
eiland lezen liever de rubriek
„ingezonden" ln onze kranten.
Toch staat Willemstad dat
is: het eiland Curacao niet
buiten de wereld. Integendeel,
dag en nacht, uur na uur, zwaait
de Koningin Emmabrug op de
Sint Annabaai open om schepen,
komende van alle windstreken,
tot het Schottegat toe te laten.
Vandaag arriveert de Hertogin
van Cloucester uit Australië,
morgen komt een zoo juist ver-
6tooten president uit een der
Zuid-Amerlkaansche landen aan
en overmorgen doet wellicht een
schip van Birds expeditievloot
onze haven aan... In de rijkelijk
voorziene winkels van Breede-
straat en Heerenstraat „shoppen"
zeer on-tropische dames en hce-
ren uit de Verccnlgde Staten en
in de tallooze hartjes in de Ma-
durostraat of aan de Ruyter- of
Handelskade heerscht een drukte
van Nederlandsche, Zweedsche,
Argentijnsche, Amerikaansche of
Engelsche zeelui.
Fleschje coca-cola
HET kenmerk van Curacao is,
dat het noch Amerikaansch,
noch Nederlandsch, doch al
leen Curacaosch is. Misleid door
de kleurige Hollandsche gevel
tjes en huisjes, vergeten vele be
zoekers dat. O.a. dc Parlementai
re Commissie, die hier onlangs
eon visite aflegde. In Nederland
is dat bezoek door de huidige ge
beurtenissen begrijpelijkerwijs op
den achtergrond der memorie ge
raakt. Curacao ligt het echter nog
versch in het geheugen, mede
dooreen fleschje coca-cola. Ik
herhaal: het zijn in het bijzonder
dc kleine dingen des levens, die
Willemstad belang inboezemen.
Tijdens haar verblijf hier ter
stede, ontving de commissie dan
een aantal prominente Curacao-
sche zakenlieden. Menschen, die
zoowel in huizen „doen" als in
internationale zaken op groote
schaal. Belangrijke figuren dus
niet alleen voor Curacao, maar
ook voor Nederland. Nadat de
commissieleden hun gasten eeni
gen tijd hadden laten wachten
een euvel, waaraan zij zich meer
bezondigden maakte men ken
nis. De secretaris der Commissie
nam de honnurs waar althans
zoo scheen het: hij trad binnen
met een blad met fleschjes coca
cola, een hier geliefden drank te
gen de hitte. Doch in plaat9 van
het gehecle gezelschap te voor
zien, bediende de secretaris alleen
zijn collega's. Tot overmaat deed
de' voorzitter, de heer Kropman,
een greep in zijn welgevulden zak
met sigaren en hulde zich in een
rookwolk, den gasten den geur la
tende.
Er is een kloof
WAS hier sprake van een on
der-onsje, deze brief zou de
lange reis naar Nederland niet
gemaakt hebben. In zaken van
nationale boteekenis evenwel,
kunnen zulke kleinigheden een
groote uitwerking hebben ze
ker op Curacao: Wij deden
slechts een greep.
Het Nederlandsche publiek, ver
wikkeld in andere, nijpender pro
blemen, haalt waarschijnlijk de
schouders op over zooveel „lange
tccnen" Doch ten slotte is de in
druk die dc Parlementaire Com
missie heeft achtergelaten, blij
vend.
Honderden kilometers scheiden
Curacao van Nederland on al
heeft de K.L.M. dezen afstand tot
enkele dagen vliegen terugge
bracht, de kloof is en blijft er.
effect te hebben als ze in het li
chaam worden toegepast, terwijl
andere zoo giftig zijn, dat ze daarom
niet gebruikt kunnen worden. Soms
ook zijn de resultaten in de dier
proef gunstig, doch heeft men geen
succes bij den mensch. In Amerika
ontdekte men in 1943 bijvoorbeeld
diasone en prominc, twee stoffen,
waarvan men veel verwachtte voor
de genezing van tuberculeuse af wij-
kringen. Het resultaat bij den mensch
was echter slecht cn noch promine.
noch dianose zijn meer in den han
del verkrijgbaar. Toch is 't mogelijk
dat ze weer gemaakt zullen worden.
*~P OEN het bleek, dat streptomy-
A cine in het laboratorium goede
resultaten gaf bij de genezing van
ziekten die niet door penicilline kon
den worden beïnvloed, zooals o.a.
t.b.c., terwijl de stof niet gevaarlijk
bleek voor het dierlijk organisme,
ging men over tot dc toepassing bij
den mensch.
Ten einde een goed overzicht te
krijgen over de resultaten werd in
Amerika een commissie ingesteld,
die het monopolie kreeg van alle
streptomycine, dat gemaakt werd.
Nu, ongeveer een jaar later, zijn de
resultaten van het onderzoek van
deze commissie openbaar gemaakt
en het is ook voor het publiek nut
tig om er ktyinis van tc nemen.
Men hééft resultaat gehad, dat
valt niet te ontkennen, doch men
kan niet zeggen, dat de tuberculose
als ziekte nu weldra verdwenen zal
zijn. Zeker, cenige vormen van tu
berculose, waar we vroeger nooit
iets tegen konden doen. werden ge
nezen: doch daar staat tegenover,
dat het middel op andere vormen
geen invloed bleek te hebben. Het
moge misschien merkwaardig klin
ken. voor de meeste hopelooze ziek
tegevallen brengt het nieuwe middel
resultaat, terwijl minder ernstige
gevallen onbeïnvlocd blijven.
En tegenslagen
R zijn echter eenige zware te-
A-/ genslagen. Ten eerste: het blijkt
dat sommige tuberkelbacillen den
aanval met stx-eptomycine overleven
en dan in het vervolg bestand zijn
tegen nieuwe aanvallen. Er ontstaan
zoogenaamde streptomycine-vaste
stammen van tuberkelbacillen. Het
tweede is. dat er soms verschijnse
len van de ziekte blijven bestaan,
die berusten op litteekenweefsel, dat
door de genezing werd gevormd. Dc
tuberculose hersenvliesontsteking
was een tot nu toe altijd doodelijk
verloopendc ziekte. Thans zijn tien
gevallen bestreden, die door middel
van streptomycine werden genezen.
Doch twee van deze patiënten wer
den blind, één doof. één gedeeltelijk
verlamd, terwijl ook geestelijke af
wijkingen werden geconstateerd.
Toch is het resultaat niet slecht tc
noemen. Drie hebben thans geen
enkel verschijnsel meer. terwijl de
ze patiënten zonder streptomvcine
reeds lang begraven zouden zijn.
Uit het voorgaande moge U duide
lijk zijn geworden, dat we nog
slechts aan het begin staan van de
toepassing van een nieuw genees
middel; dat we bovendien nog niet
kunnen voorspellen wat de resulta
ten hiervan uiteindelijk zullen zijn.
Toch zijn we er van overtuigd, dat
we op den goeden weg zijn.
Het ideaal
EEN woord van waarschuwing
moet echter worden toegevoegd
Ten eerste: streptomycine kan nog
slechts in beperkte hoeveelheid wor
den geleverd en het is dus onmoge
lijk om ieder, die dat zou willen, van
dit nieuwe geneesmiddel te voor
zien. Ten tweede: bij het gebruik
van streptomycine doen zich vaak
onaangename bijwerkingen voor, die
het soms noodig maken de toedie
ning te staken. Ten derde: lang niet
alle vormen van tuberculose reagee-
ren op streptomycine, met name de
meeste vormen van longtuberculose.
Toch ben ik er van overtuigd, dat
we met dit nieuwe middel een zeer
waardevolle uitbreiding van ons ge
neesmiddelenarsenaal hebben gekre
gen. In de toekomst zal het den arts
mogelijk zijn om bepaalde vormen
van tuberculose tot genezing te bren
gen. die tot nog toe ontoegankelijk
waren voor eenige geneeswijze cn
waarbij de patiënten dus ten doode
gedoemd waren. De waarde van de
gebruikelijke methoden van behan
deling zijn hierdoor niet verminderd
integendeel zelfs We kunnen ver
wachten. dat ze in combinatie met
streptomycine een grootere kans
zullen geven op totale genezing. Bo
vendien moet men bedenken, dat het
zwaartepunt van de bestrijding van
de tuberculose niet ligt in het gene
zen van de bestaande aandoeningen.
We kunnen immers pas tevreden zijn
pis we door praeventieve maatrege
len het optreden van nieuwe be
smettingen kunnen voorkomen.
(Streptomycine is behalve bij tu
berculose reeds nuttig gebleken bij
verschillende andere ziekten: de
Noord-Amerikaansche knaagdierpest
(tularaemie), cholera en waarschijn
lijk nog meer ziekten, waarbij peni
cilline waardeloos is).
T S het U wel eens opgevallen, le-
zer, wanneer iemand in Uw om
geving ernstig ziek is, hoeveel mee
levende zielen dan bereid zijn U
verhalen tc doen van soortgelijke
gevallen, dio zo zelf hebben meege
maakt cn die verkeerd zijn afgeloo
pen? Iets dergelijks onder\ ind je
ook in de treincoupó, zoodra je
liet station Roozendaal begint te
naderen. Dan loopt de conversatm
over niets anders meer dan over
heelemaal uitgekleed worden, ovor
liet kijken in en onder hoeden, over
het losmaken van dameskapsels,
onz. Het cone verhaal al treffender
Van één onzer
redacteuren-
met-vacantie
dan het andere. En het merkwaar
dige is, dat er niets wordt verteld
wat men niet persoonlijk heeft
meegemaakt of zelfs aan den l'uv°
heeft ondervonden. Die verhalen
gaan nog steeds door, zoolang de
menigte opgepakt en moeizaam
voortschuifelt. d.w.z. vooruitdringt
naar de smalle opening, waar do
passen worden gecontroleerd, al
leen worden de stemmen nu ge
dempt, komt er iets in van de ge
heimzinnige overtuigingskracht vaa
den ingewijden samenzweerder.
Al luisterend hiernaar zou jo de
misère van het douaneonderzoek
haast gauw vergeten. Niet, dat dö
marechaussées en de douanes niet
geschikt zouden zijn, integendeel!
Maar het blijft evengoed een ellen-
do om met koffers, die je niet vast
houden en niet neerzetten kunt (d't
laatste vanwege de teenen van je
buren) een half uur of langer voet
je voor voetje vooruit te moete®
gaan, terwijl je als je het ongeluk
hobt, om je keurig in het midden
van den stroom te houden, boven
dien nog moet beleven, dat de bei-
do zijkanten veel sneller vooruit
komen.
EEN ding, heb ik do koeren, dat
ik do grens passeerde, nooit
kunnen begrijpen cn wel, dat. mea
het publiek onmiddellijk hij binnen
komst in do visitatiezaal niet ia
twee rijen van één persoon diic
hoeft gesplitst: met o-enigo houten
staketscis. model bus- en tramhal
tes, zou dit toch heel eenvoudig te
doen zijn geweest. Maar misschien
gebeurt het daarom juist niet, want
zooals mijn vrouw mij toever
trouwde, toen hot gedrang op zijn
ergst was het leven hoort niet
eenvoudig te zijn.
Gelukkig hoefden we deze keer
anders dan afgoloopon zomer
maar éénmaal den trein uit, in Es-
sehen konden wo blijven zitten.
En zeer binnenkort zal, voor de in
ternationale treinen althans, ook
die zwoeg- en worstelpartij in Roo
zendaal tot legende geworden zijn,
tot groote voldoening van publiek
en ambtenaren beide, naar wij ver
onderstellen.
uitgesloten tot Juli '51
Dc Centrale Ecreraad voor da
Kunst hcct't Jo van Ammcrs-KUl-
ler, (tie in beroep was gegaan te
gen het publicatieverbod van 7W
jaar, haar door den Ecreraad voor
Letterkunde opgelegd, verboden
gedurende 6 jaar te publlcecren cn
haar tot een boete van 2000 ver
oordeeld. Dc uitsluiting gaat 1 Juli
1945 in.
Spollmq-Apolinq.
„Nou", zei Oomarie,
„jij met je nieuwe-
spellingsmoesjes: maak
mij nou nog eens wijs
dat we er niet mee aan
dc verliezende hand
zijn. Kun jij me zeg
gen wat dit betekent?"
En hij duwde me een
papiertje onder de
neus, waarop geschre
ven stond: „Die
VEREN zijn te oud, ze
moeten vernieuwd
worden". Triomfante
lijk keek hij me oan,
alsof hij zeggen wou:
„Laat ik jou daar even
fijn intippelcn!"
„Kien", zei ik, „maar
ik heb ook wat voor
U". Toen schreef ik
een zinnetje op en liet
dat aan Oomarie le
zen: „Ze hebben LEE-
kEN jassenEven zag
ik Oomarie glunderen,
toen ineens kreeg hij
een gezicht als een
donderwolk en hij
knetterde los: „BL...
jongen, als je nog
eens wat nieuws hebt".
„Het is geen nieuws
Oomarie". zei ik, dat
is nou de oude spelling.
Duidelijk, hól"
„Hoe kan dat nou",
zei Oomarie verbou
wereerd.
„Nou", zei ik, „nu
moet je eens even naar
je neef-de-schoolmees
ter luisteren. „Zulke
woorden noemen ze
nou homoniemen: dat
zijn woorden die gelijk
klinken maar verschil
lende betekenis heb-
benVroeger meenden
ze dat het makkelijk
was door een andere
spelling te laten zien
wat die woorden bete
kenen. Maar dat is een
onbegonnen werk.
Neem nou eens het
woord BEREN: dat
heeft tien betekenissen.
Als je dat allemaal in
de pelling zou willen
weergeven, zou je tot
BEEËEEREN komen".
„Nee dat wordt mij
toch ook te grijs", zei
Oomarie, „maar hoe
kun je dan weten waar
je over schrijft?"
„Maak nou geen
flnuwsjcs Oomarie
hoe weet U nu waar U
over spreekt als U het
over ZEVEN hebt?"
„Natuurlijk omdat je
het er over hebtje
ziet het, je hóórt het,
je wóet het".
„Zo is het nu ook
met wat je leest".
„Je zal wel gelijk
hebben. Maar waarom
willen ze dan nog ZEE
en al die woorden met
ce op het eind zo blij
ven schrijven?"
„Dat is nogal wiedes.
Als er ZE staat bedoel
je daarmee een andere
klank nis met ZEE
nel zo als MET cn
MEET bijvoorbeeld
Daarom blijf je de let
tergrepen die door een
medeklinker worden
afgesloten ook met EE
schrijven".
Accoord Van Put
ten", zei Oomarie,
maar mooi vinden kan
ik het niet".
K UNNEN Wil NOG PLAATJES K/IKENNeen, wij be-
doelen niet kunsthistorische of filosofische overpeinzingen
houden bij een reproductie van Rembrandt of Vermeer, maar ge
woon, zoo maar plaatjes kijken, zonder meer, met het eenvoudige
plezier dat wij vroeger beleefden met onze eerste prentenboeken?
Wellicht wel, maar wij zijn het ontwend. En daarom gaan wij,
vandaag te beginnen, in het vervolg in elke Zaterdagavondkrant
een foto reproduceeren die wij niet hebben gekozen om hun ac-
tueele waarde, maar alleen omdat het een mooie foto is.
Wij hadden om te beginnen wellicht geen betere kunnen kiezen
dan deze, van den Amerikaanschen fotograaf David W. Corson,
die voor het grootste deel in beslag genomen wordt door een
voorstelling die op ons bedrijf betrekking heeft. Het is een foto
van den ingang van het bureau van Associated Press in Rockefeller.
Centre te New York. In het groote hoog-reliëf zien wij een foto
graaf, een parlementsverslaggcver, een redacteur aan de schrijf
machine, reporters (met blocnote en oan de telefoon). De lichtval
en de lijne nuanceering van de verschillende grijze tinten maken
deze foto tot een waar kunststukje