PRODENT Ridders bedreven als een kunst krijgsspel jVariaties naar een A. Roland Holst thema van Sneller dan het geluid NIEUWS: de weg LUIDSPREKER naar verbetering Radio-programma 2 MANIFEST VAN EEN 69-JARIGE Df Engeland eveneens ten aanval KLEINE PROBLEMEN DEZER DAGEN fiütieéfaiSe tasuóui! Het aloude tournooi Amerika set alles op den vliegende kogel TUINKA LENDER Woensdag 30 April 1947 Gerard van Eckeren De paarden van Holst. (Twee de druk; Hollandia, Baarn 1946). (^ERARD VAN ECKEREN (pseudoniem voor Maurlts Es- Ser) werd in 1876 geboren en publi ceerde in 1900 zyn eersten roman: „Ontwijding". Hij was dus 60 jaar oud, toen ny „De paarden van Holst" voltooide, dat gedurende de bezettingsjaren 19401945 ge- Echrcven werd en waarvan reeds een tweede druk het licht zag. Dit is meer dan enkel een anec- dotische bijzonderheid; in zekeren zin vormt het de sleutel tot dit Werk. Blijkbaar heeft Van Eckeren de Jiaren vóór den tweeden wereldoor- og intens beleefd. Met de bezonnen heid van z(jn leeftijd trachtte hij Zich scherp rekenschap te geven van alles wat er om hem heen ge beurde en aan het veranderen was. Daarbij kwamen allerlei vragen in hem op, die drongen om een oplos sing. Zyn boek is de vormgeving van deze bezinning, en tevens een poging om de oplossing te formu leeren die hij voor zichzelf gevon den heeft. Tevens echter bleef ook de mo derne literatuur in binnen- en bui tenland zijn aandacht boeien, en de invloed daarvan is op zijn vormge ving merkbaar ook al bleef Van Eckeren nauw verbonden met zijn literaire verleden, waaruit wij hem kennen als schrijver van psycholo- Sisch-realistische romans. Het is an ook niet zoo heel gemakkelijk om dit nieuwe boek mgt een enkel woord te typeeren. Voor een groot deel (ik denk aan de hoofdfiguren Frits Doma, zijn vriend Wim Hes- selman en den leeraar dr. Be- versma) sluit het aan bij den vroo- feren psychologischen roman. Door e principieele vragen waarvoor het ons stelt (de verhouding tusschen i'ongeren en ouderen, de zin van iet leven tegenover den dood) is het echter tevens een problemen roman. De invloed die de politieke gebeurtenissen uitoefenen (het ver haal speelt in de laatste jaren vóór de catastrophe van 1Ó39 1940) stempelt het bovendien nog tot een tijdsroman. Eenzelfde verscheidenheid vinden wij terug in den uiterlijken vorm. De uitvoerige beschrijving van een psychologisch proces, de realisti sche aandacht voor het détail, de trage gang van het verhaal, dat alles herinnert aan het verleden. Maar or wordt ook gebruik ge maakt van het filmisch effect uit den modernen roman en van de ab rupte, nuchtere beknoptheid der nieuwe zakelijkheid; de gesprekken tusschen Frits Doma en zyn vriend doen soms denken aan moderne Fransche auteurs (b.v. aan Jules Romains, aan wien ook het „Over zicht van den inhoud" herinnert). In het algemeen is deze vereeni- ging van het oude met het nieuwe verrassend goed geslaagd. Zij ver leent aan dit boek een eigenaardige charme: de charme van een gesprek met een oud man, bij wiën men een open oog en een volledig begrip ontdekt voor de moeilijkheden van het heden en met wien het een vreugde is daarover van gedachten te wisselen ook al blijven wy ons door de wjjze, waarop hij zich uit drukt, bewust van een verschil in generatie. (Tot deze charme wordt echter niet bijgedragen door het gebruik van absolute constructies zooals het Nederlands die niet kent: „Het meisje verdwenen, ging, roe rend in ztfn thee, de leeraar voort Vrije paarden VAN ECKERENS boek ontleent zijn pakkenden symbolischen titel aan de beginregels uit een es say van den dichter A. Roland Hólst: „Wie ooit, al was het maar in een vroege verte, van de verruk kingen der zielskracht het wild en helder hinniken hoorde, weet wel. dat die vrije paarden maar weinige ruiters zullen duldenDe leeraar Bevcrsma (in wien wij voor een groot deel wel den schrijver O. VAN ECKEREN (Maurits Esscr) en op wien Beversma (en in cm Van Eckeren) zyn eenigc hoop voor de toekomst grondt. Hjj is de zoon van rijke en oppervlakkige ouders worden deze niet al te achteloos en eenzydig ge schetst? maar by hem is van oppervlakkigheid geen sprake. Hij zoekt eerder de problemen op dan ze uit den weg te gaan. Rationalis tisch aangelegd, wil hij steeds door dringen tot de kern der dingen; van schijn en groote woorden heeft hy 'n intuitieven afkeer; weerstand is hem welkom, omdat hij daaraan z\jn eigen (span)kracht meten kan." In zijn gymnasiumjaren stelt hij met enkele van zyn vrienden een „Manifest van de jeugd" op. waarin deze haar wantrouwen uitspreekt de volwassenen, in zichzelf, in den staat in Mies tenslotte, „behalve (in) écn wil te gc- looven in onszelf". Het is een even zwaarwichtig als naïef manifest, waarin het negatieve al lerminst een voldoende tegenwicht vindt in het eenigc positieve: „de wil te gelooven in onszelf". Maar het typeert Frits als een strijder, en daarom doet juist dit manifest Beversma in hem den ruiter op de paarden van Holst zien. Als student in Delft maakt Frits oen moeilykcn tijd door. De plotse linge dood van zyn meisje Hester, na alle tegenwerking die hun liefde had ondervonden, brengt hem in een psychische depressie, waarin hy hopeloos worstelt met het probleem van den zin van leven en dood; als paganist mist hij daarbij eiken re ligieuzen steun. Eerst een gesprek met zijn oud-leeraar Beversma doet hem zichzelf hervinden. Als ant woord op Frits wanhopige vraag: „maar de dood, waarna geen leven meer komt, waarmee, voor ons, het leven ophoudt?" herinnert deze hem aan de paarden van Holst: de zielskrachthet is het leven zelf, dat zich in een mensch open baart en hem als werktuig ge bruiktHet is, van den mensch uit gezien, misschien eenvoudig een gelóóf, een sterk gelóóf in het léven (hot Leven met een hoofdletter, Frits 1) het leven, dat vormen schept en vormen breekt, omdat het meer is dan iedere verschy- ning". Hierdoor en door zyn geloof in hem, geeft Beversma aan Frits te rug wat deze sedert zyn manifest verloren had: „hij maakte, dat ik weer kon gelooven in m y z e 1 f". En daarmee gaat Frits dan den oorlog in; in 1943 treedt hn tot de verzetsbeweging toe en vindt den dood voor het vuurpcleton. Van Eckeren duidt dit laatste in slechcs enkele woorden aan, zonder ons ook deze jaren met Frits te doen mee beleven. Z(jn verhaal eindigt, wan neer Frits zichzelf gevonden heeft en klaar staat. Niet overtuigd ike probleemstelling van dit boek en de wyze waarop deze uitgewerkt wordt, doen onder het lezen aanvankelijk de verwach ting in ons opkomen dat deze ro man iets byzonders zal blijken. Toch worden wij in deze verwach ting tenslotte teleurgesteld: meer dan „een goed boek" is hy niet ge worden. Ik heb mij lang afge vraagd, wat daarvan de oorzaak was. Niet de vermenging van oud en nieuw in de vormgeving, die in tegendeel iets charmants heeft. Ook niet het afbreken van het ver haal wanneer de oorlog begint: de innerlijke geschiedenis van Frits is dan inderdaad ten einde. Tenslotte ben ik tot de conclusie gekomen, dat de oorzaak gezocht moet wor den in het antwoord dat hier op de gestelde problemen gegeven wordt. De belangrijkheid van een boek hangt immers niet zoozeer af van de problemen die een auteur te berde brengt, als van de visie die hij daarop weet te geven: het ant woord dat hij ons suggereert. Zulk een antwoord kan positief of nega tief zijn. Oók negatief: ik herinner daarbij aan het aangrijpende „Ik weet het niet", waarmee Vcrcors zijn „Les armes de la nuit" beëin digt! Wanneer echter een positief antwoord gegeven wordt, dan moet dit ook inderdaad een tegenwicht vormen voor het probleem. En dat is, hier niet het geval. Wij raken er niet werkeiyk van overtuigd, dat Beversma's verwijzing naar de zielskracht (de paarden van Holst) en zijn vertrouwen in Flits, vol doende zyn om dezen er toe te brengen weer zoozeer in het teven en in zichzelf te gaan gelooven, dat de moeilijkheden daarmee voor hem in principe overwonnen zyn. Wy houden het gevoel, dat dit beroep op de zielskracht tegenover de aan geroerde problemen even vaag en onvoldoende blijft als het laatste positieve zinnetje in Frits' gymna siasten-manifest tegenover al het negatieve dat daaraan voorafging. Men versta my hier niet verkeerd. Ik twyfel er geen oogenblik aan, of Gerard van Eckeren geeft ons hier j „Wie ooit, al was het maar 5 in een vroege vertevan de ver- i rukkingen der zielskracht het j wild en helder hinniken hoor- j de, weet wel, dat die vrije paar- den maar weinig ruiters zullen dulden..." A. ROLAND HOLST, j Uit Zelfbehoud A. ROLAND HOLST inspireerde Van Eckeren zelf zullen moger. herkennen) komt er voor het eerst mee in aanraking wanneer hy onder de les Frits Do ma dit boekje heeft moeten afne igen. Het beeld van die vrye paar den der zielskracht maakt in de depressie, waarin hy dan juist ver keert zoowel om persoonlijke re denen als uit onrust om de toene mende oorlogsdreiging diepen indruk op hem. Hij gaat er door In zien, hoezeer hy geestelyk reeds buiten het eigenlijke leven is ko men te staan, waardoor dit bezig is voor hem zijn zin te verliezen. Tevergeefs poogt hy aan dit druk kende besef te ontkomen door zich te verliezen in herinneringen aan zyn jeugd; werkeiyk steun vindt hij tenslotte slechts in de aanwezigheid van Frits Doma in zijn klas. Want in dezen jongen ziet hij Hoist's ideaal verwezenlykt: „Er was in jou iets", bekent hij hem later, „dat ik miste en graag bezitten zou, en ik geloof dat ik het zielskracht moet noemen, met dat woord dat tk eigenlyk eerst door Holst'begre pen heb". De figuur van Beversma, hoe uit voerig ook beschreven, dient erhter slechts om den eigenlijken hoofdper soon des te beter te doen uitkomen Het gaat uiteindelijk om Frits Doma. die in dit boek de vertegen woordiger is van de besten en zui- versten onder onze voor-oorlogsche Men kan gerust zeggen dat de strijd tegen de geluidsbarrière on verwacht in een geheel ander sta dium is gekomen, temeer omdat uit Engeland de mededeeling is gek >- men, dat men zich ook daar toe- I rustte voor een aanval hierop. Tiet (accent van den strijd is verplaatst van het luchtruim naar de labora- j toria en werkplaatsen van de Brit- sche en Amerikaanscbe vliegtuigfa- I brieken, waar men in alle stilte wedijvert om de hoogste lauweren tc verwerven door in het geheim zinnige gebied, dat achter den ge- vreesden grensmuur van de geluids snelheid ligt, door te dringen. Serie proefvluchten Waarom heeft Chalmers Goodlin zyn in Februari aangekondigde viucht niet ondernomen'? Goodlin heeft niet stil gezeten meldt men uit Amerika: hy hyeft zelfs gevlo gen, maar zyn eerste ervaringen waren van dien aard, dat hy be sloot eerst een serie proefvluchten te maken, voordat hij zyn grooten aanval zou inzetten. De eerste foto's van die proef vluchten, radiografisch overgebracht en daardoor aan scherpte ingeboet, toonen, boven een wazig fragment van de aardbol, een dikke rook pluim, waaruit een op het eerste ge zicht weinig fraai vliegtuig weg schiet: rechte, plompe vleugeltjes tegen een torpedovormigen romp met eRn opvallend langen neus. Dal is de Bell XS 1. Het toestel werd door een Roeing B29, een van de Super Fortresses, waarmee de Amerikaanscbe lucht macht Japan meedoogenloos bom bardeerde. tot een hoogt* van acht kilometer opgesleept: de kleine Bell was tegen den romp van het reu zen vliegtuig bevestigd Toen stapte Goodlin in zijn speciaal geconstru eerd pak over in zijn Bell. zotte de raketten aan. gaf het sein aan zij.i ..grooten broer" om los te haken schoot vervolgens als ecu vurige meteoor het luchtruim in. Met -Ie grootste moeite gelukte het de foto grafen aan board van het moeder vliegtuig nog enkele opnamen te maken, toen was er al niets meer van de Bell te zien Goodlin. wiens foto, afge drukt in duizenden Amerikaan- sche bladen hem by voorbaat tot den held van vele meisjes maakt, bleef in de lucht, tot zijn brandstof verbruikt was. En in zyn oplossing, welke voor hem in derdaad een „oplossing" beteekent. Ik geloof zelfs, dat hy deze in zijn boek wilde poneeren als een soort manifest van levensgeloof tegen allen twyfel en pessimisme in. Maar evenals dat van Frits werd ook zyn manifest een teleurstelling. In belde gevallen bleef het een persoonlyke elydenis, die voor de opstellers on- getwyfeld haar waarde had, maar waarvan geen bezielende byna zou ik schryven: cvangeliseerende kracht op anderen uitgaat. Om- d^t zy niet uitwijst boven en slechts terugwyst naar den mensch. Prof. Dr. W. A. P. Smit Pyama's „Meneer, ik zeg U, de heele wereld staat op haar kop!" Spreek dat nu maar eens tegen als je merkt, dat de text.elfabri- kanten zelis de seizoenen niet meer kunnen bijhouden. Werken do eersten te langzaam of verglij den de seizoenen te snel? Tot deze overpeinzing kwamen wij toen wij verscheidene etalages voigestapeld zagen met flanellen pyama's. En dat, terwijl liet bijna Mei is! In November hadden wij een flanellen pyama broodnoo- dig, wij schamen ons voor deze deze bekentenis niet. Maar toen bleken de winkeliers alleen rag dunne zomerpyarna's in voorraad ie hebben! zult zeggen: „Zonder een der gelijk kleedingstuk kan je ook levenInderdaad, dit „Kleine piobleem" i6 hiervan het bewijs, wij zijti één der strengste winters aller lijden doorgekomen. Enfin, wij hebben ons maar aangepast en deze week een fla nellen pyama gekocht. Maar wij vertikken het toch in Juli met een duffelsChe jas en in December «n hemdsmouwen te gaan loopen I.aat de „textiel" zich aanpassen. Achvroeger! Naar het ANP van bevoegde zij de verneemt, ligt het in de bedoe ling. dar Nederland op het film festival tc Brussel, dat van 8 tot en met 30 Juni zal plaats hebben, uit komt i».et een journaal van Poly goon en de film „Zes jaren", ver vaardigd door Josephson. terwijl wellicht nog eenigc andere Neder- lan'dsche films zullen worden inge zonden HET paard is een uitgelezen, bi zonder dier. De oudste volkeren hebben dit al beseft, en men behoeft de gebeeldhouwde reliefs, de beel den en teekeningen van die volken maar na te gaan, om te zien. hoe zeer zij van dit besef waren door drongen. In de middeleeuwen men weet het waren de ridders vrijwel met hun paarden vergroeid en het be hoeft niet te verbazen, dat in dezen tijd het kampspel te paard, het edele tournooi, in zwang gekomen is en tot unieke feestelijkheden heeft ge leid. Zooals de Romeinen hun wa genrennen kenden, zoo hadden de edelen in de Middeleeuwen hun tournooien. die een bizondere be- teekenis kregen, toen ook het ideaal der hoofsche liefde vat op de geesten kreeg en vaak terwille van de liefde vöor, of de eer na een of andere schoone de ridderhandschoon werd opgenomen Nu in Utrecht binnen enkele dagen een soortgelijk schouwspel zal her leven, is het de moeite waard bij enkele eigenaardigheden van dit oude ridderspel stil te staan. Gemeenlijk begon het tournooi met een algemeen gevecht der twee par tijen. waarna dan de bekwaamstcn of gelukkigsten zich in een reeks tweegevechten wikkelden. In het Utrechtsche Ridderhofspel, dat op 3 en 5 Mei a.s. op het terrein achter de Veemarkthailen gegeven wordt, leidden de omstandigheden tot de omgekeerde volgorde In het conflict tusschen een hertogdom en een na burig graafschap wordt de beslis sing gebracht door het tweegevecht tusschen een vazal of vriend van den hertog en den oudsten zoon van den graaf. Later wordt, bij wij ze van feestelijkheid aan het jonge bruidspaar een algemeen tournooi te zien gegeven Om de eer HET gevecht kan zoowel met den degen als met de lans gevoerd worden. Geschiedt het met de lans, dan geldt hij als overwonnene, die van het paard gestooten wordt. Is slechts helm. schild of ccn ander deel van zijn wapenrusting ge troffen of gebroken dan geldt hij niet als overwonnenen en kan hij in het strijdperk terugkeeren na zijn wapenrusting hersteld te hebben. Dikwijls gebeurde het. dat degeen die het tournooi gaf. zelf ook zorg de voor lansen, die dan niet, zooals anders gebruik was met de wapen- kleuren des ridders beschilderd wer den Hij. die een groot aantal lan sen op een dag had gebroken, noem- IS dc 23-jarige Canadeesche oorlogsvlieger Chalmers Goodlin, die in Februari van dit jaar niet zyn „vliegende kogel" een poging zou doen om sneller te vliegen dan het geluid, wel of niet geslaagd? Ziedaar de vraag, die dank z(j het geheimzinnige waas dat om zyn proefvluchten hangt, tot nu toe niet beantwoord kan worden. De Beli-fabriekcn, waarin het raketvliegtuig is ontworpen waarmede Goodlin zou trachten het ter rein, dat hoven de geluidssnelheid ligt het. super sonlsehe binnen te dringen, zyn ondoordringbaar geworden voor de Amcrikaansche journa listen. den loop van de volgende we ken maakte hij nog verschillen de van deze proefvluchten. Nu staat do geheele wereld voor een raadsel: wéren dit werkeiyk slechts proefvluchten of is Goodlin reeds in het ultra sonore doorge drongen Zij, die mecncn ingewijd te zijn, houden vol, dat de groote aanval nog komen mnet, dat Goodlin om te wennen aan deze fantastische snel heden boven de 1000 KM per uur bij iedere proefvlucht iets sneller ging, maar dat het groote moment nog komen moet: de vier seconden welke beslissen zullen over onster- felijken roem of dood. Terwijl men zich afvraagt of het resultaat der proeven uit staatsbe lang verzwegen wordt door Wash ington is het opvallend, welke ac tiviteit op dit oogenblik de Engel- schen aan den dag leggen. Ook zij denken dezen zomer nog een aan val to doen op do geluidsbarrière. En dat zal dan geschieden met oen vliegtuig van het type „Gloster Meteor" dat de naam kreeg „vlie genden fluitketel". Dit toestel heeft. II de men een Waltswende (woudver- nieler). Men onderscheidde twee vormen van tournooi. die beide ook weer onverdeeld werden, naar gelang het doeleinde dat men beoogde: het tournooi, dat goeddeels ter oefening diende of 't tournooi in vollen ernst. Het belangrijkste tournooi in de eer ste groep was dat om de eer, hiertoe werden uitsluitend geoefende ridders toegelaten. Er werden soms kleine belooningen toegewezen, maar de hoofdprijs was: voortaan de be kwaamste genoemd tc worden. Een enkele maal en dit heeft op de volksverbeelding wel den blijvend- sten indruk gemaakt bood een jonkvrouw zichzelf als prbs aan den overwinnaar aan! of om een vcetc het tournooi van de tweede orde kon het soms „Spaansch" toegaan Wanneer het er om ging een bestaande veete uit den weg te helpen was meermalen de dood er mee gemoeid. Werd in dit tournooi ook van wapenknechten gebruik gemaakt, dan waren deze gewapend met een knuppel, waarmee zij het vijandelijke paard trachtten weg te drijven Wie een tournooi wilde geven moest tot den hoogen adelstand be- hooren. Het gold dan ook in 't al gemeen als een groote eer om te wórden uitgenoodigd. De uitnoodi- ging werd overgebracht door een heraut van wapenen die een tour- nooidegen overhandigde. welken hij bij de punt vast hield. Wie de uitnoodiging aanvaardde, en er moesten zeer gewichtige redenen zijn om dit niet te doen! nam den degen uit handen van den heraut over. De scheids- of kamprechters ver vulden in het tournooi en in de feestelijke voorbereiding een zeer belangrijke, ceremonieele rol. Was de plaats van het steekspel bepaald, dan werd een feestelijke intocht in de betrokken stad gehouden en de strijdhengsten. prachtig opgetuigd, werden bU deze gelegenheid door pages bereden. Naast de ridders maakten ook klaroenblazers, minne zangers, trompetten en pijpers deel uit van dezen kleurrijken stoet. De kamprechters meestal oudere ridders droegen een witten staf van manslengte in de hand. dien zij rechtop hielden. Ceremoniën DE feestelijkheden en voorberei dingen die aan het tournooi vooraf gingen, waren vrij omslachtig en droegen een ceremonieel karak ter. Bij de toelating van hen, die in het tournooi wilden optreden een dag tevoren waren de jonkvrouwen aanwezig. De helmen werden op een rij gezet. Achtte een der jonkvrou wen een ridder onwaardig, dan raak te zij den helm aan en werd deze tot nader onderzoek van de zaak omgedraaid. Uitgesloten werden o.m zij, die de kerk of het geloof had den aangetast of die door woord of daad de eer van con vrouw of jonk vrouw hadden geschonden. In han den van de kamprechters moest een eed worden afgelegd, dat de deel nemers zich volgens de regelen zouden gedragen. Het c a r r o u s s c 1 rij d e n, eigen lijk nog ouder dan het tournooi, werd door het steekspel verdrongen, maar kwam later (vooral in de 18e eeuw) weer op den voorgrond Kop-carroussel was een verrich ting waarbij de ruiters in vollen ren naar een op een paal gezetten Moe ren- of Turkenkop met de lans sta ken of met de speer wierpen. De Neude-rulters uit Nijkerk. met hun prachtige, temperamentrijke paarden, zullen in het Ridderhofspel ook dit kop-carroussel doen her leven! DE BELL XS1 met zijn eigenaardige vormen is gebouwd met de bedoe ling alle bestaande snelheidsrecords met stukken te slaan. Het zal n.l., indien het aan de verwachtingen voldoet, een snelheid van 2700 km., ruim tweemaal de snelheid van het geluid, bereiken. De piloot ligt op zijn buik in de rompneus en regelt de snelheid door het in en uit schakelen der vier raketten, die het toestel voortdrijven. radiografische besturing zooals bekend, geen schroeven, doch wordt dooi straalmotoren voortgedreven., De Britsche kapitein Donaldson bracht vorig jaar het snelheidsrecord hiermede op zijn naam door 991.5 KM per uur te liegen. Zijn collega Cotes-Preedv heeft thans den afstand Brussel- Kopenhagen met een gemiddelde snelheid van 1008 KM per uur afge legd. De Engelschen zijn van oor deel dat met deze „Gloster" snelhe den tot ver boven de 1000 KM be reikt kunnen worden. Dezen zomer zullen de Brit ten namelijk met de Meteor over de Noordzee experimen teeren, door het vliegtuig met dus zonder een menachelijk wezen aan boord met een snelheid van 1600 km. per uur door het luchtruim te jagen, daarmee eveneens de barrière van de ge luidssnelheid verbrekend. De gansche vliegerswereld, doch ook natuurkundigen, medici, aero- dynaraici en natuurlijk die men- schen. die in dit experiment eeu sensatie zoeken, zyn thans in af wachting, wie het eerst het groote succes za] boeken: Engeland of Amerika. In Londen worden er reeds weddenschappen op afgeslo ten De critiek is gemakkelijk, maar de kunst is moeilijk zeiden we een vorig maal, dat volgens velen én dc redactie én het uitspreken van het nieuws volstrekt onvoldoende zijn, het zou onjuist zijn dit zonder meer te constateeren, als de weg naar verbetering te kostbaar of liet be. noodigde stemmen-materiaal niet aanwezig zouden zijn. Een voor de hand liggende vraag is intusschen: Hoe handelt men in het buitenland? Ge luistert naar het nieuws van B.B.C., of zoo ge een sterk toe stel hebt „vangt" ge zelfs Ame rika cn hoort de A.B.C. of C.B.S.r Gc hoort dan dat het anders kan, dat daar zelden versprekingen voor- komen, de zinnen kort zijn, de adem. pauzes op de juiste plaatsen, de stof /.eer verzorgd. Ge vraagt u af: Waarom zij wèl? Daar gaat men uit van een axio. ma, dat U vreemd lijkt, namelijk dat niemand van nature vlekkeloos leest en dat het uiterst moeilijk is de juis te toon te treffen. Men gaat bij 't zoeken naar - cn goede kracht als volgt te w zrk: Men onderwerpt de velen die zich geroepen voelen aan een kort examen en kiest er slechts enkelen uit. Die enkelen leidt men dan gedurende een half jaar tot een jaar op en Iaat hen dan pas los op dc luisteraars. Hoort zoo'n luisteraar dus een nieuwslezer, dan weet hij dat daar al een lange tijd van studie aan is vooraf gegaan. Ook dan nog blijft echter de nieuws-lezer steeds onder controle, voortdurend blijft men hem wijzen op fouten, schrijft hem dc uitspraak voor van moeilijke woorden. Maar het belangrijkste is wel, dat het beslist uitgesloten is, dat ooit een nieuwslezer voor de mi crofoon zal komen, indien de vooi te lezen stof niet zorgvuldig is door. gewerkt en voorzien van de onont. heerlijke teekens, zonder welke het een onmogelijkheid is de klemtoon te leggen op de plaatsen waar ze van noode zijn. Dit kan hier ook HiT is verre van ons te veronder stellen, dat wij dat óók niet zou den kunnen. Het stemmen-materiaal dat ons ter beschikking staat is pre. cies het zelfde als het buitenlandsche en de algemeene ontwikkeling van FEUILLETON [DOOR CRAIG RlCE*VERTAUNC- AQA KAMPERS j 56 „Is er heelemaal niet opgebeld of zooiets?" zei April. „Geen nieuws van de politie en zoo?" „Geen telefoontjes," zei Archie opgewekt. „En geen smerissen, geen moorden, peen huizen afge brand, geen.... niks. Hé, wat heb ben jullie nou voor Moederdag ge kocht, hé?" „We zullen het je dan maar zeg gen, kinderachtig joggie," zei April vermoeid. „We hebben een bock voor haar gekocht." Archie keek hen stomverbaasd aan „Een boek! Gossie! En ze schrijft zelf boeken!" „Maar ze leest ze ook," zei April. „En dit is een heel byzonder boek," voegde Dinah er aan toe. „We hebben de heele stad doorgc- sjouwd om het op den kop te tik ken." „La's kyken," vroeg Archie drin gend. Dinah haalde een pakje in mooi gekleurd papier uit haar tasch „Je kunt er niet in kijken. Dc juffrouw in den boekwinkel heeft het spe ciaal voor ons mooi ingepakt. En we hebben een heel chic kaartje gekregen om er by te doen." „Nee, nou wordt-ie goed," zei Archie. „Ik moet maar thuisblyven en op de telefoon letten en jullie gaan maar de stad in en zoeken een of ander snertboek uit. Best hoor! Maar ik heb een apart cadeautje voor Moederdag en ik laat het lek ker voor morgen aan geen mensch zien. Aan jullie ook niet." „Da's prachtig," zei April. „Wat is het dan?" „Dat zeg ik niet." „Het is een bouquet bloemen," raadde Dinah. „Nee hoor. dat is het niet." „Iets, dat je zelf gemaakt hebt," zei April. „Misschien een vogel huisje of een kalendertje voor op haar bureautje. „Lekker mis." zei Archie met een stralend gezicht. „Ach ga weg," zei April. „Je zwamt maar wat." „O ja?" zei Archie verontwaar digd. „Ga dan maar 's mee. dan zal ik je laten zien. Juist op tijd hield hy zyn mond. „O nee. Je krygt me niet zoo gek, dat ik myn cadeau voor Moederdag vóór den tijd laat zien." „Ook goed," zei Dinah koeltjes. „We zyn er niet eens nieuwsgierig naar. Maar als het nog een schild pad is, dan zal Henderson dat wel niet zoo leuk vinden." „Als het weer een terrarium is," zei April, „dan loop ik van huis weg." „En denk er aan. wat er gebeurd is met de witte muizen, die je Moe der met Sinterklaas hebt gegeven toen Jenkins ze in de gaten Kreeg," voegde Dinah er aan toe. „Poeh!" zei Archie Hy snoof cn zei: „Het is geen schildpad en het is geen terrarium en het zijn ook geen witte muizen! Niemand weet het, behalve ik, en ik zeg het lek ker niet!" Hy zag er klein, verhit, vuil en bepaald agressief uit. Dinah stak een hand uit en maakte zyn haar nog meer in de war dan het al was. „Wat het ook Is." zei ze harteiyk, „Moeder zal het vast mooi vinden." „O zoo!" zei April even harteiyk en gaf hem een zoen op zyn neus. „Hé, laat dat", zei Archie, ter wijl hij tevergeefs probeerde te doen, alsof hij kwaad was. Dinah verstopte het pakje met het mooie papier onder een kussen van de sofa. Toen kondigde ze aan: „Ik heb honger. En we moeten over iets praten". Na het woord honger klonk een tweestemmig „ik ook!" Achter el kaar renden ze naar de keuken. Di nah pakte brood en pindakaas. Ar chie naaide de melk en ren pot jam uit dc yskast en April dook achter de blocmbus om een zak petat-frite te pakken, die ze had bewaard voor geval van nood. Er waren smeer kaas, ren restje ham, drie bananen, een schaal olijven, en wonder boven wonder, een dik stuk cake. „Denk er aan, dat is maar een hapje", zei Dinah terwyi ze pinda kaas, smeerkaas cn Jam op een bo terham smeerde. „Over een poosje gaan we al eten. Zeg April, snijd ijj die cake oens in drie geiyke stuk ken". „Ik kryg het grootste stuk", kon digde Arcnic aan, terwyl hij een banaan afschilde en een handvol ólyven greep. „Want ik ben de kleinste en ik moet er nog van groeien". „Archie", zei April streng, terwyi ze. het glazuur van haar vingers likte, „je bent een beestachtige veelvraat". „Dat kan niet", zei Archie. HH smeerde boter op zyn brood, deea er dik smeerkaas en jam op, legde daar bovenop nog een plakje ham en voltooide het geheel met een schijfje banaan. „Want een veel vraat is geen beest". Hy voegde nog een oiyf aan zyn meesterstuk toe by wyze van garneering en beet er toen een royaal vierde part van af. „Een veelvraat kan ook een beest zyn", zei April, „en haal je lepeltje uit den jampot". Archie likte het lepeltje af en zei: „Dat kén niet". „Dat kan wèl", zei April. „Lieve hemel", zei Dinah ver moeid", ziek het dan op in het woordenboek". Archie ging het woordenboek ha len terwyl April naar de yskast ging om nog meer melk en ontdek te, dat zc twee fleschjes coca-cola over het hoofd hadden gezien die tusschen de melkflesschen stonden. Ze was net bezig de coca-cola in drie geiyke porties te verdeelen, toen Archie, weinig onder den in druk. terugkwam om toe te geven dat April geiyk had gehad en om ruzie te maken over het inschenken van de coca-cola. „Maar ik ben toch maar een klein vcelvraatje", bekende hy. „Kyk es! Je doet ïiieer coca-cola in Dinah d'r glas dan in het myne". Dinah zei: „Gunst nog toe!" Toen pakte ze een stukje overgebleven glazuur van de cake-schaal af en stopte het in Archie's mond. „Hou toen ie mond!" Vyf minuten later lag er geen kruimeltje meer op de keukentafel en zat Archie in de groentemand te rommelen om appels. Dinah bracht de borden naar het aanrecht en be gon de melkflesch uit te spoelen. „April", zei ze langzaam. „Er ls nog iets, dat we moeten doen. Dat jij moet doen". (Wordt vervolgd). breede lagen van ons volk toch min stens gelijkwaardig. Onze iadio-in stanties hebben zich slechts de moei- te te geven dit materiaal te ont. wikkelen. Men moet breken met de idéé dat bijna ieder voorlezen kan. want niets is minder waar. Het goed uitspreken van nieuws is zeer moei lijk en vereischt een uiterste precisie, die veel studie en training vraagt. Ons dunkt, dat het,voor de hand ligt een spoedig begin te maken met het opleiden van sprekers die, be houdens de npodige „flair", de al gemeene ontwikkeling bezitten, die hen hoedt voor „róópij" inplaats van „roepie", cn wat dies meer zij Daar waar er alge' :en erkende methoden zijn om zelfs kleine toon hoogte-verschillen onfeilbaar aan te duiden en voorschriften inzake stern- vorming, ter regeling der adem en ter opvoering van de spanning al sinds zoo langen tijd elders worden toegepast, waarom dan niet meteen die regels aangewend voor liet nu nog ver verwijderd doel eener vlek- kelooze Nederlandsche nieuwsvoor ziening? A. R. WOENSDAG 30 APRIL A\ on d programma HILVERSUM I: 19.00 Lezing; 19.15 Disco-nieuws; 19.30 Cursus; 19 45 Lezen in den Bnbcl: 20.00 Nieuws: 20.05 Marinierskapel; 20.35 Radioprijsvraag; 21.00 Schoonste feestdag: 21.20 De kroon in het volk; 21.35 Radio Pilharm. Orkest; 22.20 Roportagc; 22.35 Fecstbou- quet; 23.00 Nieuws; 23.15 Grarn.- HILVERSUM II: 19.00 Nieuws: 19.15 Nieuws uit Indonesië; 19.30 Eng. les: 20.00 Zie Hilversum I. DONDERDAG 1 MEI Ochtend- cn middagprogramma HILVERSUM I: T02 Nieuws; 7.17 Gram.muz. en Reportage: 8.00 Nieuws; 8.17 Geschiedenis v. d. 1 Mei-dag; 8.30 Gram.muz., 8.50 Voor de huisvrouw; 9.00 Brahms-concert; 10 20 Voordracht; 10.35 Voor zie ken; 11.00 Gram.muz.; 11.20 Kon. Mil. Kapel, onderbroken door Fami lieberichten; 12.35 Zang; 13 00 Nieuws; 13.17 Internat. Meigroe- ten; 14.00 Grnm.muz.; 14.30 Voor de vrouw; 15.00 Miller-Sextet; 15.30 Gram.muz.: 15.45 Voordracht: 16.00 Tango-rumba-orkest; 16.30 Voor de jeugd; 17.00 Gram.muz.; 17.30 Pia no; 18.00 Nieuws; 18.20 Mei- en Strijdliederen. HILVERSUM II: 7.00 Nieuws; 7.30 Morgengebed; 7.45 Gram.muz.; 8 00 Nieuws; 8.15 Gram.muz.; 9.50 Gram.muz.; 10 00 Leger des Heils; 10.15 Morgendienst: 10.45 Orgel; 11 00 De Zonnebloem; 11.45 Zang; 12.03 Chopin; 12.30 Lunchconcert; 13.00 Nieuws: 13.20 Lunchconcert; 13.45 Weekblad; 14.00 Quintet; 14.40 Causerie; 15.00 Kamermuz.; 16 00 Bybellezing; 16.45 Symphonle- orkest: 17 20 Zangrecital. 17.50 Voor de jeugd; 1800 Orgel; 18.30 Vrij en blij; 18.45 Lezing. WOENSDAG 30 APRIL. - In iederen goeden tuingrond, die in dc volle zon ligt, kunnen ook tomaten worden geteeld. Op een beschutte plek worden deze het beste rijp. In de tweede helft van Mei kunnen de tomatenplanten buiten worden ui'- geplant. Deze zijn dan in den tuin- bouwhandel verkrijgbaar. Op de rij zet men de planten op een afstand van 43 a 30 centimeter. De rijen komen minstens 00 centimeter Wt elkaar. Bij iedere plant wordt na dien een stevige stok gestoken, waaraan ze naderhand wordt opge bonden. De zijscheuten, die. zich in de blad oksels ontwikkelen, worden steeds verwijderd. Nadat zich phm- 4 bloemtrossen hebben gevormd, wordt de top uit de plant verwij derd. In Augustus neemt de pluk een aanvana. S- E.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2