HONGARIJE, voorbeeld van Ruslands strategie Aan de luidspreker DE OMROEP EN HET CONCERTGEBOUWORKEST ZOMER IN BOEDAPEST Kunstharsproductie wordt bedreigd Gods zorg voor de naam Pieter Saenredam: EEN SCHILDER VAN KERKEN 1547 - 9 Juni - 1947 Piccard gaat weer duiken Muziekonderwijs op de middelbare school De eisen te stellen aan de tnuziekpaedagoog n Zaterdag 7 Juni 1947 3 WVT zich eind vorige week in Hongarije heeft afgespeeld, het' voor dc buitenwereld onver wachte ontslag van de minister president Ferenc Nagy, is niet anders dan een schakel in een hele keten van gebeurtenissen in het politieke leven van dit land. Van het ogenblik af, dat het Rode leger de Karpaten over schreed en Hongarije bevrijdde, is het 't streven van de Russische politiek geweest, om dit land bij zijn invloedssfeer re voegen deze al zo lang vurig begeerde voorpost in Midden-Europa niet meer prijs te geven. Want ook in dit opzicht is de politieke militaire en econo mische strategie van de Sowjet- Unie een regelrechte voortzetting van die van het tsaristisch Rusland. De drang naar de Karpaten en dc Donauvlakte" is heel wat ouder dan Stalin of zelfs dan het com munisme De eerste grote tegenslag, die de Russische politiek bij dit streven ondervond, was het resultaat van de verkiezingen voor het Hongaarse parlement, die in begin "November 1945 werden gehouden en die riog volkomen vrij waren (later hebben de Russen en hup vrienden de communisten deze ,,fout" van vrije verkiezingen naar Westerse maat staf niet nogmaals gemaakt!)^ter wijl da communisten 179/ van' de stemmen kregen en de sterk tegen hen aanleunende socialisten 18%, kwam de partij der kleine bezitters met 57 uit de bus en kreeg dus de volstrekte meerderheid in het parlement. De party der kleine bezitters (boeren en middenstanders) was een progressief burgerlijke partij; zy dankte haar doorslaand succes overigens zonder enige twijfel aan het feit, dat alle Hongaren, die anti-Russisch waren (vanouds was dit de overgrote meerderheid' van door dr. C. D. J. Brandt heidsfractie als reactionnairen te doen uitstoten. Onnodig te zeg gen, .dat al "deze achtereenvol gende successen van de commu nisten het gevolg waren van het feit, dat zij de bezettende macht achter zich hadden. Omgekeerd was er de Russen alles aan gelegen om van -Hongarije een, complete vazalstaat te maken, het in een zelfde positie als Roemenië en de Slavische Balkanstaten te brengen. En naarmate in Europa en in de wereld de tegenstelling tussen Oost en West zich duidelijker aftekende werd die Russische behoefte, poli tiek, economisch en strategisch steeds groter. In het bijzonder wenst de Sowjetunie op het ogen blik, dat door de ondertekening van de vredesverdragen (en die kan toch niet eindeloos worden uitge steld) het verdwijnen van de Rus sische bezetting in het zicht komt, de zekerheid to hebben, dat zij Hon- tarye stevig in haar macht heeft. len wens, die door de afkondiging van de Truman-doctrine in Maart j.l. alleen nog maar verhevigd kan zijn. Kovacz' arrestatie LIETEN de Russen .aanvankelijk de Hongaarse communisten optreden enA hielden zij dus de schijn op van zich van interventie in de binnenlandse aangelegen heden van het land te onthouden, dit veranderde, toen zij op 25 Fe bruari jl. de secretaris-generaal van de party der kleine bezitters, Bela Kovacs arresteerden onder beschul diging van samenzwering tegen de Sowjetunie. Een ogenblik 'leek het, of de zaak hiermee tot een uit barsting zou komen, de minister van buitenlandse zaken, Gyöngyösy, had een nogal levendig onderhoudt met de Russische gezant. Protest nota's van de V.S. en Engeland tegen deze interventie yan de Rus sen volgden, maar ongeveer tege leik begon ook de Conferentie van Moskou, welke de mogendheden van het Westen in zekere zin de handen bona. Bovendien zwichtte premier Nagy opnieuw voor het on vermijdelijke en stemde opnieuw in een „zuivering" van zijn partij toe blijkbaar met de stille hoop, dat zyn toegeven in deze de Russen j zo,u bewegen om Kovacs aan 'de Hongaarse autoriteit&n- over te dra gen. Dit laatste is echter niet gebeurd, integendeel, thans hebben de Rus sen hun kostbare gevangene Kovacs gebruikt, om Nagy's politieke nek FERENC NAGY, ex-premier, ex-voorzitter van de partij der kleine bezitters het Hongaarse volk!) en anti-com* munistisch haar als het bolwerk tegen een verder afglijden nahr het Oosten beschouwden, terwijl boven dien ook nog heel of half reaction- naire elementen in haar gelederen hun verleden zochten te doen ver geten. Politie}* offensief ~Q USSEN en Hongaarse commu- -lv nisten beide hebben deze nederlaag want dat was het niet kunnen verkroppen en aan stonds zyn laatstgenoemden met steun van het bezettingsleger be gonnen met hun poging voor de macht van de .meerderheids-partij te breken. Zij hebben zich daarbij steeds weer opnieuw bediend van het argument dat de partij der kleine bezitters zoveel reactionnai ren in zyn gelederen had opgeno men. Hierover maakten zy ook daarom zoveel deining, omdat zij zodoende des te gemakkelijker kon den doen vergeten, dat zij zelf allerminst brandschoon waren: juist de communistische partij had im mers in haar gelederen tal van lie den opgenomen, die door hun colla boratie met het regiem van Horthy gecompromitteerd waren. Deze actie van de communisten tegen de partij der kleine bezitters is van het begin af met succes be kroond; dadelijk na de bijeenkomst van het parlement al slaagden zy er in om 21 leden van de meerder- ZOLTAN TILDY, president van de Hongaarse Republiek te breken- (Dat het alleen zijn po litieke nek was, dankt hij aan zyn vooruitziende' blik om met zijn ge zin, uitgezonderd zijn zoontje, va^ cantie te gaan houden in Zwitser land). Waarom Nagy juist op dit ogenblik ten val is gebracht? Och, wij zeiden het al, de tijd begint te naderen, dat de vredesverdragen ondertekend moeten worden. Boven dien heeft Moskou in begin Mei nieuwe financiële eisen aan Honga rije gesteld tot een totaalbedrag van 200 millioen dollar, waartegen Nagy zich met hand en tand en met Engelse en Amerikaanse steim!) verzette. Dinyes blijft THANS is Nagy verdwenen en ook Gyöngyösy heeft het veld moeten ruimen. Het verwonderlijke is alleen, dat zich weer een lid van de partij der kleine bezitters. Di nyes, bereid heeft laten vinden óm ais premier de gevangene van Rus sen en communisten beide te wor den. Als zulks gebeurt uit dc be kende overweging, dat hy voor zijn party en zyn land dusdoende erger voorkomt, dan zal ook hij ervaren, dat hii zich vergist. Tenzij er in de internationale verhoudingen in de allernaaste tijd een beslissende ver-' andering intreedt, .is er ons inziens nauwelijks mogelijkheid, om te voorkomen, dat Hongarije in de macht van de communisten komt. De verkiezingen, welke nu in Sep tember schijnen te zullen worden gehouden, zullen dit in ieder geval niet beletten. En of het stopzetten van de Amerikaanse lening aan Hongarije zoveel effect zal hebben? Enige dagen geleden werd door het „third program" van de B.B. C. dc première uitgezonden van Igor Stravinsky's derde sympho nic. een prachtig, boeiend werk. uitgevoerd door een van 's vve- reld's beste radio-orkesten: het B. B.C.- symphony-orchestra. Het was een genot op deze wijze ken nis te kunnen nemen van één der belangrijkste scheppingen der he dendaagse muziek-lit'teratuur. We werden, zo dat nog nodig warén, er opnieuw van overtuigd, dat „radio" een der belangrijkste mid delen van internationaal, cultu reel contact is. Korte tijd daarna, we waren af gestemd op de P.C.J.. hoorden we tot onze vreugde, na heel lange tijd. een uitzending van het Amsterdamse Concertgebouw-or kest. Het musiceerde onder lei ding van Leopold Stokowsky. Het programma begon met een orkestbewerking 'van Bach's on volprezen grote „Toccata en Fu ga" voor orgel, die hoe men ook over arrangementen moge denken prachtig van. orkestklank was; daarna' volgde Beethoven's zeven de symphonie. F Slechts zij die geregeld cofctact hebben met hen uit heel verre streken, begrijpen 'iets van de trots die daar al-wat-Hollands- dent-en-voelt vervult bi] het ho- OOK IN HONGARIJE staat het\ners van Boedapest zoeken ver kwik hoog, en niet alleen in de poli- frissing op de café-terrassen aan de. tieke koortsthermometer. De bewo- I oevers van de Donau. ren van „ons" Concertgebouwor kest, dat bogen kan op een inter nationale reputatie. Als. daar dan bovendien de wetenschap nog bii- komt. dat in de Van Baerlestraat te Amsterdam Leopold Stokowsky de scepter voert, een dirigent, wiens naam dc fantasie van allen prikkelt, dan zyn alle voorwaar den tot een zich opgeheven voe len boven de dagelijkse, afmatten de sfeer der tropen aanwezig. Men schreef ons uit Batavia dan ook in uitbundige bewoordingen over het heerlijke uur hun be zorgd, door het Concert-gebouw-or kest. Stokowsy» de „zevende" en de P.C.J. Op deze wijze worden door de P.C.J. voortdurend belangrijke bijdragen geleverd tot de vorming van „goodwill" ten aanzien van Nederland, Vooral in deze tijd. nu de P.C.J. voor practisch de gehele autochthone bevolking van do In dische Archipel het enige middel van contact met „Negeri Blanda"- Holland is. kan deze bijdrage nauwelijks worden overschat. Hier in Holland klinkt ons Con certgebouw-orkest echter nog stoeds niet door dc aether vanwege „financiële redenen.". Daarom moesten wij o a, het bedoelde' S toko wsky-cop eert ontberen en. hoorden we enige weken geleden Yehudi Menuhin slechts geduren de een interview, waarin hij en kele schablone-opmerkingen debi teerde over onze „geweldige vor deringen bij dewederopbouw". Wij voor óns horen dergelijke uit latingen liever van minister Nchcr dan van Menuhin. Men vergete te bevocgder plaat se. niet. dat het buitenland voort durend een keur van eerste klasse programma's uitzendt, terwijl wij, in Holland, al geruime tijd van elk contact met -het Concertge bouw verstoken zijn. "Het is uiter mate te betreuren, dat een zo be langrijk ciiltnurinstryment als ons Concertgebouw-orkest zijn „licht" onder een "„korenmaat" moet laten schijnen, terwijl op minder hoog peil staande .uitingen ons elke dag opnieuw,, in over vloed, via de microfoon hereiken. We hopen niet slechts, doch re kenen beslist op verbetering in deze onbevredigende situatie voor wat betreft het volgende seizoen. A. R. De Nederlandse fabrikanten van bepaalde kunstharsen, die onder meer worden gebezigd voor de ver vaardiging van kunstgebitten ont vingen begin Mei een schrijven van het grote Engelse concern van chemische fabrieken, de Imperial Chemical Industries, waarin zij werden gesommeerd, op grond van enige octrooien van dit concern, de productie stop te zetten. Hierna is een deurwaardersexploit gevolgd, dat nog niet door alle betrokken fa brikanten is ontvangen. De Nederlandse producenten stellen zich op het standpunt, dat zij produceren volgens Duitse pa tenten die wat ons land betreft, volgens de regelingen inzake vijan delijk vermogen staatseigendom zyn geworden en waarvan iedereen een gratis licentie kan krijgèn. Voor de Zondag Daar gaat een - gerucht onder de mensen. Wie er de eerste verteller van is, doet er weinig meer toe en niemand iveet het ook. Maar het is zo prettig om het in ieder geval maar tc geloven. Had il dat nu van die en die. gedacht, zo vraagt men elkaar 1 Het verhaal groeit, de zaak wordt steeds 'interes santer, en „men", die dodelijke „men" geniet. Inmiddels is er een weerloos mens uitgeleverd atm boos gerucht. Niemand schijnt iich om die mens te bekomme ren. Niemand trekt erb zich iets van éan. fa toch, één is er, die voor zulk een mens inspringt: dat is God! In Góds Wet wordt daar zéér uitdrukken lijk aandacht aan geschonken: gij zult geen valse getuigenis spreken jegens uwe naaste! Welk een oncimdigc liefde en zorg beweegt Hem. Hij, die zelf altijd de prooi is van het boze gerucht, die van alleswat mensen misdoen, dc schuld pleegt te krijgen, die de weg der smaadheid gegaan is tot het bittere eind.. Hij denkt om de mens in deze nood-, en neemt het voor die mens op. Wanneer Gods zorg voor de naam van ons zich zover uitstrekt, zouden wij dan niet wat meer eerbied hebben voor de goede naam van een ander? Dc Heidelbergsc catechismus, dat oude leerboek van dc Kerk. kent onze schranderheid in het ontduiken ook van deze wet. Hoe graag nemen we de houding aan van het gegrepen school jongetje, dat stamelt: 'k Heb heus niets gedaan De catechismus dan zegt: Hier wordt bedoeld, -dat ik tegen nie mand valsche getuigenis geve, nic- mands woorden verkcere. geen achter klapper of lasteraar zij, niemand licht vaardig of ongehoord oordcclc of hclpe verdoemen ho even. hier wordt dus gezegd, dat u geen woord meer over die man of die vrouw waar u over bezig waf, mag zeggen, zonder met dc betrokkene zelf te hebben gespro ken! En dat u anders schuldig staat voor God. Voor God, die het voor de weerloze opneemt. En aan het slot van dit catechismus- gedeelte wordt het nog wat positiever gezegddit gebod houdt ook in. dat ik mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en bcvordcre! Zelfs door „niets te doen" sta ik schuldig aan dit moordend gif. Wat zou dc wereld veel bewoon- baarder zijn, wanneer de mensen zich hielden aan het gebod - Ds. C. M. VAN ENDT Pieter Saenredam: Interieur van de voormalige Mariakerh tl Utrectri Driehonderd jaar geleden: 9 Juni 1597. In het kleine Assendelft wordt een jongen goboren uit een familie, die oorspronkelijk uit de stad der molens stamde, uit Zaandam; niet verwonderlijk dus, dat hij Saenre dam kwam te heten, al heeft hij zelf nooit in Zaandam gewoond. Zyn vader, toen 32 jaar, was Johannes, en de jongen werd naar grootvader Pieter genoemd. Och, zo heel veel voornamen had men vroeger niet nodig, cn men kan best beroemd worden zonder buitenissige naam. Zelfs Boutens stond bij de Burg. Standen ook wellicht ingeschreven als Piet, al liep hij daarmee niet te koop en geven zijn vereerders er zich gemeénlyk geen rekenschap van. Pieter Saenredam had een ver maarde fader, een verschijnsel dat vaak funest is voor een kind. 't Is meermalen een nTotief om de strijd al bij voorbaat op te geven. Niet alzo defe Pieter. Zijn vader mocht een beroemd graveur zijn, hijzelf zou een nog beroemder tekenaar en schilder worden. In 't algemeen werden de mensen in onze Gouden Eeuw niet zo oud als thans, nu zij in het zinken- of blikken, of plastic-tijdperk verkeren. Men had misschien ook niet zoveel tijd nodig om beroemd te worden. Hoe 't zij, vader Johannes stierf al in 1607, toen Pieter pas tien jaar oud was. Twee jaar later verlegde zijn moeder haar woonplaats naar Haarlem en hier is Pieter blijven wonen, zijn leven lang. Was hij lichamelijk wel sterk? Wie het portret bekijkt dat Jacob van Campen, zijn vriend, van hem te kende, krijgt het gevoel, dat Saen redam een kleine gestalte heeft ge had. met een wat ingezonken borst en hoge schouders. Niet bepaald een knappe verschijning, ietwat droog van uiterlijk, maar intelligent, dit zelfs in hoge mate. Dat hij pas Op zijn 41e jaar in 't huwelijk trad, een leeftijd die z'n vader amper bereikte, is ietwat ver wonderlijk voor die tijd. Ook be vreemdt het enigszins te lezeu, dat Saenredam pas in 1651, (na het over lijden van zijn vrouw; het huwelijk met Aefjcn Gerrits duurde niet lang en bleef kinderloos) als lidmaat van de Geref. (Herv.) Gemeente werd ingeschreven, terwijl hij toch als 'n gelovig en zelfs getuigend protestant te boek stond. Hij moet een eerzaam burger zijn geweest? die de algemene achting genoot, ook van zijn gildebrocders, die. gelijk men weet. niet allen uitge munt hebben in ingetogenheid. An ders zou hij in het St. Lucasgilde van zijn stad niet herhaaldelijk be langrijke functies hebben bekleed. In 1635ewas hij secretaris, in 1640 commissaris, in '42 zelfs deken. Zyn werk, zijn kunst, heeft voor een groot deel zijn leven gevuld, en wat dit werk voor het nageslacht zo belangrijk maakt is zyn levens lange aandacht voor een onderwerp, dat vóór zijn tijd niet in zwang was en dat wel een specifiek Nederlands thema is gebleven: het kerkgebouw. „Wie kan ons zo de specifieke sfeer van die hoge, lege kale kerkeh. waar de protestantse preek moet klinken. doen ondergaan? Wie kan een zo pikant tableau maken van iets dat men, op den keper beschouwd, bijna éen architectentekening zou kunnen noemen?" Aldus prof. W. Vogel' eang in de inleiding tot het boek, dat onze stad genoot P. T. A. Swillens aan Pietet Saenredam wijdde. Het is niet hele maal toevallig, dat juist een Utrech ter dit boek schreef. Zes maanden, in het jaar 1636. Keeft Saenredam, die verschillende reizen maakte, maar nooit buiten dé grens van de Republiek, in Utrecht gewerkt, waar hij, op volle kracht, zich inspi reren liet door de Dom. de Buur-, de Jans- en nfet 't minst door wij len de Mariakerk. Veel van het hier getekende en van het later, soms jaren later geschilderde, is in Utrechtse verzamelingen aanwezig. Hij heeft zich dus jegens Utrecht bijzondere verdiensten verworven. Om meer dan één reden. Bii pienige restauratic zijn de constructie-teke ningen van Saenredam met hun spreekwoordelijke nauwkeurigheid uitstekende bronnen geweest. Maar ook aesthetisqh vertegenwoordigen zij een kostelijk bezit. Want in hun koele, haast nuchtere Dc jonge Engelse dirigent ALASTAIR ROY ALTON—KISCH repeteert met het Londens Symphonie.Or- kest en weet zijn „instrument" door zijn expressieve gelaatsuitdrukkingen en gebaren tot intens musiceren te inspireren. eenvoud verraden ze een diepe, vro me eerbied voor het kerkgebouw, eón innige liefde voor het „eeuwige, altijd levende en trillende licht", een echt Nederlandse propere schoon heid, die niet zonder ontroering is. C. A. S. Naar prof Qosyns tijdens èen persconferentie mededeelde zullen aan het diepzee-onderzoek, dat deze zomer in do Golf van Guinea plaats zal hebben, drie Belgische en twee Franse biologen deelnemen. De ge leerden zudlen o.m. de diepzee-fauna bestuderen en trachten deze te foto graferen. Tevens hopen de onder zoekers stalen van deze fauna mee te nemen. Prof. Cosyns Is de overtuiging toegedaan op een diepte van 4000 meter vissen aan to troffel*, Hij wees er op, dat zodra het licht niet meer tot de waterlagen doordringt, de vorming van bladgroen niet meer mogelijk is. De voor do dieren nood zakelijke eiwitstof moet dus van el ders komen. Deze zou geleverd wor den door afval en. door lijken, die naar de bodem yan do zee zinken. De heer Cosyns deelde tenslotte nog mede, dat vissen op dergelijke grote diepten, niet meer over een zwemblaas beschikken kunnen eu dat het belangwekkend zijn zal na te gaan op welke wijze deze dieren zich voortbewegen. Meer dan een Jaar lang deed de Amerikaanse vice-consul te War schau Stephen 'Oleenevitch alle' ■moeite m zijn inboedel uit de Verenigde Staten naar Warschau tc laten overbrengen.- Nu is ^lles aangekomen maar Olesnevitch is naar Montreal in Canada over geplaatst, WAT zal de toekomst brengen? Hoewel op het ogenblik al leen nog de meisjesscholen officieel instructie hebben ontvangen in Sep tember a.s. dc muziek in bet les rooster op te nemen, ligt het voor de hand, dat ook de andere middel bare scholen spoedig zullen volgen. De leerkrachten-kwestie is wel het grootste probleem, waarvoor men zich geplaatst ziet. In ons land is de musicus meestal uitvoerend kunstenaar en paeda- goog tegelijkertijd maar het les geven geschiedt doorgaans in privé-verband. Aan de conservato ria worden wel klassikale lessen gegeven, echter over het algemeen aan eeD beperkt aantal uiteraard zeer geïnteresseerde leerlingon, wier gemiddelde leeftijd aanmerke lijk hoger ligt dan bij het middel baar onderwijs. Als leraar op de middelbare schoof zal de muziekpaedagoog, wil hij zich ia deze omgeving kunnen aanpassen, een brede alemene ont wikkeling en oriëntering op velar- !ei gebied moeten hebben. Ook te- gehover -de schooljeugd welke zo critisch is ingesteld zal hij zijn prestige en daarmee het aanzien van zijn vak slechts kunnen hand haven,, indien zij hem algemeen- geestelijk als haar meerdere kan beschouwen. Een H.B.S.- of Gymna sium-opleiding is 'dus voor de mu ziekleraar een onafwijsbare voor waarde.. Maar ook in muzikaal opzicht dient zijn ontwikkeling meer in de breedfte dan in do hoogte te gaan. De uitmuntende pianist of yioïist is hier minder waard 'dan de man die „behoorlijk'' piano speelt, daar naast een strijk- of blaasinstrument bespeelt en die vooral kan zingen of minstens op de hoogte is van de In het eerste artikel (zie ons blad van 24 Mei jl.) gaf de schrijver een indruk van de hui dige toestand van bet muziek onderwijs, wees hij op de ver geefse pogingen, welke sinds vele jaren waren gedaan om het muziekonderwijs te verbeteren - en op het heugelijke besluit ein delijk genomen door Minister Gielen, dit vak nog voor de vol gende cursus verplicht te stellen. Hij vestigde vde aandacht ten slotte op het gunstige effect 'daarvan op de culturele ontwik keling van onze jeugd, en tevens op versterking van het levend contact tussen scheppende en uitvoerende kunstenaars en de gemeenschap. zangtechniek. Want juist het zingen is uitermate geschikt om sluime rende muzikaliteit te wekken. Deze collectieve zelfwerkzaam heid- van het gezamenlijk zingen gepaard met dé individuele zelf werkzaamheid, waartoe de muziek- t h e o p i e volop gelegenheid biedt, beantwoordt in hoge maje aan veler ideaal van onderwijsvernieuwing, waarbij de luiste r-school ver drongen schijnt te worden door de d o e-school. Tot de bijzondere eisen van dit onderdeel van het muziekonderwijs behoren o.m. volkomen beheersing van de uitspraak der vreemde ta len (vooral Italiaans en Latijn), grondige kéhnis der phenotiek en het vermogen met de leerlingen een a-capella-koorwerk (d.w.z. zonder instrumentale .begeleiding) in te studeren. Uitgebreide kennis van koorwer- ken( en /vooral van volksliederen) is dus eveneens noodzakelijk. Daar het echter een van de belangrijkste taken van de muziekleraar zal zijn belangstelling en liefde voor de mu ziek aan te kweken dient hij de vorm-analyse degelijk te beheersen en over een ruime kenis van mü- ziek-werken op allerlei gebied te en over een ruime kennis van mt> ziekgeschiedenis moet gebaseerd zijn op een'grondige kennis \an algemene en vooral van kunstge schiedenis. Slechts hiermede gewapend zal hij in staat zijn het muziekhistorisch gedeelte van zijn onderwijs te doen aansluiten op de lessen in alge mene geschiedenis en litteratuur geschiedenis, welke de leerlingen krygen. Zo zal ook de muziektheo rie dienen aan te sluiten by" de na tuurkunde met name bij de behan deling van de accoustiek. Indien wij naast deze eisen nog noemen: vertrouwdheid mét paeda- gogiek en psychologie (vooral van de puberteitsjaren) dan is het te begrijpen, dat men zodanig toege ruste muziekleraren niet zo maar uit de grond kan stampen. Bestaat er in ons land de mogelijkheid een efficiënte opleidiug te krijgen, die speciaal op het vervullen van de functie voorbereidt? Deze is er in- dordaad: het koninklijk .Conserva torium te den Haag en het Am sterdams Conservatorium hebben onlangs het hoofdvak schoolmuziek ingevoerd. Men kan hier mits men in het bezit is van eind-diplo- nia H.B.S. of Gymnasium de vol ledige opleiding ontvangen en het eindexamen is zo zwaar, dat men de gediplomeerden volkomen op gewassen kan achten tegen de moeilijke maar mooie taak, die hun- wacht. Maarin den Haag zullen dit jaar de eerste examens worden af genomen en in Amstèrdam pas het volgend jaar. Daarom overweegt men om van Regeringswege o.ok buiten deze Conservatoria de ge legenheid te scheppen tot „her scholing" yan algemeen-ontwik kelde musici, teneinde bet enorme tekort aan leerkrachten zo snel mo gelijk aan te vullen. Tot nu toe bestond er voro opleiding in deze richting vrij geringe belangstelling, omdat er geen enkel vooruitzicht op een redelijke bestaansmogelijk heid bestond. Men mag echter aannemen, dat vele jonge musici met gretige han den de nieuwe kansen zullen aan grijpen, die ftun thans geboden wor den. Hoe zal de jeugd reageren De volgende vraag, die zich voordoet is deze: hoé zal de jeugd op het nieuwe vak reageren? Daar men in ons land het muziekonder wijs van bovenaf heeft aangepakt (leerstoelen te Utrecht en Amster dam) in plaats van met de funde ring to beginnen (lagere school) is een gróót deel van do middel bare schooljeugd in muzikaal-op- zicht nog volkomen „groen"'. Wij wezen er in het-vorige arti kel reeds op, dat naar schatting slechts 10 degelijk muzièkondcr. richt geniet (voornamelijk instru mentaal en hiervan een zeer hoog percentage, piano). Het ligt voor de hand, dat slechts verbetering van het muziekonder wijs op de Lagere School het aan tal muzikaal-geïntereseerden op de Middelbare School belangrijk kan doen stijgen. Bij do huidige verhoudingen zal vóór alles de persoonlijkheid van de leraar beslissend zijn voor het al dan niet slagen van de opzet. Maar dan zal men voorlopig ook allo vrij heid van systeem en me'thode aan do leraar moeten laten. Wel richt lijnen, maar geen dwingend pro gramma. Het nieuwe vak moet zich vrij kunnen ontwikkelen. Dan is de mo" gelijkheid dat er een vernieuwende invloed vart kan uitgaan op de vak ken, die een oude traditie hebben, zeker niet uitgesloten. Het feit, dat men voorlppig is aangewozen op algemeen-ontwik kelde musici zonder speciale oplei ding voor het nieuwe vak, doet de vraag rijzen of geleidelijke invoe ring niet te prefereren ware ge weest. Of.de scholen, afgezien van het leerkrachten-vraagstuk, op korte termijn aan de ei^en van het nieu we vak zullen kunnen voldoen? Deze vraag zal in een slot-artf- kel aan een korte beschouwing worden onderworpen. JOHAN PATIST.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3