HONGARIJE, voorbeeld van
Ruslands strategie
Aan de luidspreker
DE OMROEP EN HET
CONCERTGEBOUWORKEST
ZOMER IN BOEDAPEST
Kunstharsproductie
wordt bedreigd
Gods zorg
voor de naam
Pieter Saenredam:
EEN SCHILDER VAN KERKEN
1547 - 9 Juni - 1947
Piccard gaat weer
duiken
Muziekonderwijs op
de middelbare school
De eisen te stellen aan de
tnuziekpaedagoog
n
Zaterdag 7 Juni 1947
3
WVT zich eind vorige week in
Hongarije heeft afgespeeld,
het' voor dc buitenwereld onver
wachte ontslag van de minister
president Ferenc Nagy, is niet
anders dan een schakel in een hele
keten van gebeurtenissen in het
politieke leven van dit land.
Van het ogenblik af, dat het
Rode leger de Karpaten over
schreed en Hongarije bevrijdde, is
het 't streven van de Russische
politiek geweest, om dit land bij
zijn invloedssfeer re voegen deze al
zo lang vurig begeerde voorpost in
Midden-Europa niet meer prijs te
geven. Want ook in dit opzicht is
de politieke militaire en econo
mische strategie van de Sowjet-
Unie een regelrechte voortzetting
van die van het tsaristisch Rusland.
De drang naar de Karpaten en dc
Donauvlakte" is heel wat ouder dan
Stalin of zelfs dan het com
munisme
De eerste grote tegenslag, die de
Russische politiek bij dit streven
ondervond, was het resultaat van
de verkiezingen voor het Hongaarse
parlement, die in begin "November
1945 werden gehouden en die riog
volkomen vrij waren (later hebben
de Russen en hup vrienden de
communisten deze ,,fout" van vrije
verkiezingen naar Westerse maat
staf niet nogmaals gemaakt!)^ter
wijl da communisten 179/ van' de
stemmen kregen en de sterk tegen
hen aanleunende socialisten 18%,
kwam de partij der kleine bezitters
met 57 uit de bus en kreeg dus
de volstrekte meerderheid in het
parlement.
De party der kleine bezitters
(boeren en middenstanders) was
een progressief burgerlijke partij;
zy dankte haar doorslaand succes
overigens zonder enige twijfel aan
het feit, dat alle Hongaren, die
anti-Russisch waren (vanouds was
dit de overgrote meerderheid' van
door
dr. C. D. J. Brandt
heidsfractie als reactionnairen te
doen uitstoten. Onnodig te zeg
gen, .dat al "deze achtereenvol
gende successen van de commu
nisten het gevolg waren van het
feit, dat zij de bezettende macht
achter zich hadden. Omgekeerd
was er de Russen alles aan gelegen
om van -Hongarije een, complete
vazalstaat te maken, het in een
zelfde positie als Roemenië en de
Slavische Balkanstaten te brengen.
En naarmate in Europa en in de
wereld de tegenstelling tussen Oost
en West zich duidelijker aftekende
werd die Russische behoefte, poli
tiek, economisch en strategisch
steeds groter. In het bijzonder
wenst de Sowjetunie op het ogen
blik, dat door de ondertekening van
de vredesverdragen (en die kan
toch niet eindeloos worden uitge
steld) het verdwijnen van de Rus
sische bezetting in het zicht komt,
de zekerheid to hebben, dat zij Hon-
tarye stevig in haar macht heeft.
len wens, die door de afkondiging
van de Truman-doctrine in Maart
j.l. alleen nog maar verhevigd kan
zijn.
Kovacz' arrestatie
LIETEN de Russen .aanvankelijk
de Hongaarse communisten
optreden enA hielden zij dus de
schijn op van zich van interventie
in de binnenlandse aangelegen
heden van het land te onthouden,
dit veranderde, toen zij op 25 Fe
bruari jl. de secretaris-generaal van
de party der kleine bezitters, Bela
Kovacs arresteerden onder beschul
diging van samenzwering tegen
de Sowjetunie. Een ogenblik 'leek
het, of de zaak hiermee tot een uit
barsting zou komen, de minister
van buitenlandse zaken, Gyöngyösy,
had een nogal levendig onderhoudt
met de Russische gezant. Protest
nota's van de V.S. en Engeland
tegen deze interventie yan de Rus
sen volgden, maar ongeveer tege
leik begon ook de Conferentie van
Moskou, welke de mogendheden
van het Westen in zekere zin de
handen bona. Bovendien zwichtte
premier Nagy opnieuw voor het on
vermijdelijke en stemde opnieuw
in een „zuivering" van zijn partij
toe blijkbaar met de stille hoop,
dat zyn toegeven in deze de Russen
j zo,u bewegen om Kovacs aan 'de
Hongaarse autoriteit&n- over te dra
gen.
Dit laatste is echter niet gebeurd,
integendeel, thans hebben de Rus
sen hun kostbare gevangene Kovacs
gebruikt, om Nagy's politieke nek
FERENC NAGY,
ex-premier, ex-voorzitter van de
partij der kleine bezitters
het Hongaarse volk!) en anti-com*
munistisch haar als het bolwerk
tegen een verder afglijden nahr het
Oosten beschouwden, terwijl boven
dien ook nog heel of half reaction-
naire elementen in haar gelederen
hun verleden zochten te doen ver
geten.
Politie}* offensief
~Q USSEN en Hongaarse commu-
-lv nisten beide hebben deze
nederlaag want dat was het
niet kunnen verkroppen en aan
stonds zyn laatstgenoemden met
steun van het bezettingsleger be
gonnen met hun poging voor de
macht van de .meerderheids-partij
te breken. Zij hebben zich daarbij
steeds weer opnieuw bediend van
het argument dat de partij der
kleine bezitters zoveel reactionnai
ren in zyn gelederen had opgeno
men. Hierover maakten zy ook
daarom zoveel deining, omdat zij
zodoende des te gemakkelijker kon
den doen vergeten, dat zij zelf
allerminst brandschoon waren: juist
de communistische partij had im
mers in haar gelederen tal van lie
den opgenomen, die door hun colla
boratie met het regiem van Horthy
gecompromitteerd waren.
Deze actie van de communisten
tegen de partij der kleine bezitters
is van het begin af met succes be
kroond; dadelijk na de bijeenkomst
van het parlement al slaagden zy
er in om 21 leden van de meerder-
ZOLTAN TILDY,
president van de Hongaarse
Republiek
te breken- (Dat het alleen zijn po
litieke nek was, dankt hij aan zyn
vooruitziende' blik om met zijn ge
zin, uitgezonderd zijn zoontje, va^
cantie te gaan houden in Zwitser
land). Waarom Nagy juist op dit
ogenblik ten val is gebracht? Och,
wij zeiden het al, de tijd begint te
naderen, dat de vredesverdragen
ondertekend moeten worden. Boven
dien heeft Moskou in begin Mei
nieuwe financiële eisen aan Honga
rije gesteld tot een totaalbedrag
van 200 millioen dollar, waartegen
Nagy zich met hand en tand en
met Engelse en Amerikaanse
steim!) verzette.
Dinyes blijft
THANS is Nagy verdwenen en
ook Gyöngyösy heeft het veld
moeten ruimen. Het verwonderlijke
is alleen, dat zich weer een lid van
de partij der kleine bezitters. Di
nyes, bereid heeft laten vinden óm
ais premier de gevangene van Rus
sen en communisten beide te wor
den. Als zulks gebeurt uit dc be
kende overweging, dat hy voor zijn
party en zyn land dusdoende erger
voorkomt, dan zal ook hij ervaren,
dat hii zich vergist. Tenzij er in de
internationale verhoudingen in de
allernaaste tijd een beslissende ver-'
andering intreedt, .is er ons inziens
nauwelijks mogelijkheid, om te
voorkomen, dat Hongarije in de
macht van de communisten komt.
De verkiezingen, welke nu in Sep
tember schijnen te zullen worden
gehouden, zullen dit in ieder geval
niet beletten. En of het stopzetten
van de Amerikaanse lening aan
Hongarije zoveel effect zal hebben?
Enige dagen geleden werd door
het „third program" van de B.B.
C. dc première uitgezonden van
Igor Stravinsky's derde sympho
nic. een prachtig, boeiend werk.
uitgevoerd door een van 's vve-
reld's beste radio-orkesten: het B.
B.C.- symphony-orchestra. Het
was een genot op deze wijze ken
nis te kunnen nemen van één der
belangrijkste scheppingen der he
dendaagse muziek-lit'teratuur. We
werden, zo dat nog nodig warén,
er opnieuw van overtuigd, dat
„radio" een der belangrijkste mid
delen van internationaal, cultu
reel contact is.
Korte tijd daarna, we waren af
gestemd op de P.C.J.. hoorden we
tot onze vreugde, na heel lange
tijd. een uitzending van het
Amsterdamse Concertgebouw-or
kest. Het musiceerde onder lei
ding van Leopold Stokowsky.
Het programma begon met een
orkestbewerking 'van Bach's on
volprezen grote „Toccata en Fu
ga" voor orgel, die hoe men ook
over arrangementen moge denken
prachtig van. orkestklank was;
daarna' volgde Beethoven's zeven
de symphonie.
F
Slechts zij die geregeld cofctact
hebben met hen uit heel verre
streken, begrijpen 'iets van de
trots die daar al-wat-Hollands-
dent-en-voelt vervult bi] het ho-
OOK IN HONGARIJE staat het\ners van Boedapest zoeken ver
kwik hoog, en niet alleen in de poli- frissing op de café-terrassen aan de.
tieke koortsthermometer. De bewo- I oevers van de Donau.
ren van „ons" Concertgebouwor
kest, dat bogen kan op een inter
nationale reputatie. Als. daar dan
bovendien de wetenschap nog bii-
komt. dat in de Van Baerlestraat
te Amsterdam Leopold Stokowsky
de scepter voert, een dirigent,
wiens naam dc fantasie van allen
prikkelt, dan zyn alle voorwaar
den tot een zich opgeheven voe
len boven de dagelijkse, afmatten
de sfeer der tropen aanwezig.
Men schreef ons uit Batavia dan
ook in uitbundige bewoordingen
over het heerlijke uur hun be
zorgd, door het Concert-gebouw-or
kest. Stokowsy» de „zevende" en
de P.C.J.
Op deze wijze worden door de
P.C.J. voortdurend belangrijke
bijdragen geleverd tot de vorming
van „goodwill" ten aanzien van
Nederland, Vooral in deze tijd. nu
de P.C.J. voor practisch de gehele
autochthone bevolking van do In
dische Archipel het enige middel
van contact met „Negeri Blanda"-
Holland is. kan deze bijdrage
nauwelijks worden overschat.
Hier in Holland klinkt ons Con
certgebouw-orkest echter nog
stoeds niet door dc aether vanwege
„financiële redenen.". Daarom
moesten wij o a, het bedoelde'
S toko wsky-cop eert ontberen en.
hoorden we enige weken geleden
Yehudi Menuhin slechts geduren
de een interview, waarin hij en
kele schablone-opmerkingen debi
teerde over onze „geweldige vor
deringen bij dewederopbouw".
Wij voor óns horen dergelijke uit
latingen liever van minister
Nchcr dan van Menuhin.
Men vergete te bevocgder plaat
se. niet. dat het buitenland voort
durend een keur van eerste klasse
programma's uitzendt, terwijl wij,
in Holland, al geruime tijd van
elk contact met -het Concertge
bouw verstoken zijn. "Het is uiter
mate te betreuren, dat een zo be
langrijk ciiltnurinstryment als
ons Concertgebouw-orkest zijn
„licht" onder een "„korenmaat"
moet laten schijnen, terwijl op
minder hoog peil staande .uitingen
ons elke dag opnieuw,, in over
vloed, via de microfoon hereiken.
We hopen niet slechts, doch re
kenen beslist op verbetering in
deze onbevredigende situatie voor
wat betreft het volgende seizoen.
A. R.
De Nederlandse fabrikanten van
bepaalde kunstharsen, die onder
meer worden gebezigd voor de ver
vaardiging van kunstgebitten ont
vingen begin Mei een schrijven van
het grote Engelse concern van
chemische fabrieken, de Imperial
Chemical Industries, waarin zij
werden gesommeerd, op grond van
enige octrooien van dit concern, de
productie stop te zetten. Hierna is
een deurwaardersexploit gevolgd,
dat nog niet door alle betrokken fa
brikanten is ontvangen.
De Nederlandse producenten
stellen zich op het standpunt, dat
zij produceren volgens Duitse pa
tenten die wat ons land betreft,
volgens de regelingen inzake vijan
delijk vermogen staatseigendom
zyn geworden en waarvan iedereen
een gratis licentie kan krijgèn.
Voor de Zondag
Daar gaat een - gerucht onder de
mensen. Wie er de eerste verteller van
is, doet er weinig meer toe en niemand
iveet het ook. Maar het is zo prettig
om het in ieder geval maar tc geloven.
Had il dat nu van die en die. gedacht,
zo vraagt men elkaar 1 Het verhaal
groeit, de zaak wordt steeds 'interes
santer, en „men", die dodelijke „men"
geniet.
Inmiddels is er een weerloos mens
uitgeleverd atm boos gerucht. Niemand
schijnt iich om die mens te bekomme
ren. Niemand trekt erb zich iets van
éan. fa toch, één is er, die voor zulk
een mens inspringt: dat is God! In
Góds Wet wordt daar zéér uitdrukken
lijk aandacht aan geschonken: gij zult
geen valse getuigenis spreken jegens
uwe naaste!
Welk een oncimdigc liefde en zorg
beweegt Hem. Hij, die zelf altijd de
prooi is van het boze gerucht, die van
alleswat mensen misdoen, dc schuld
pleegt te krijgen, die de weg der
smaadheid gegaan is tot het bittere
eind.. Hij denkt om de mens in deze
nood-, en neemt het voor die mens op.
Wanneer Gods zorg voor de naam
van ons zich zover uitstrekt, zouden
wij dan niet wat meer eerbied hebben
voor de goede naam van een ander?
Dc Heidelbergsc catechismus, dat oude
leerboek van dc Kerk. kent onze
schranderheid in het ontduiken ook van
deze wet. Hoe graag nemen we de
houding aan van het gegrepen school
jongetje, dat stamelt: 'k Heb heus
niets gedaan De catechismus dan zegt:
Hier wordt bedoeld, -dat ik tegen nie
mand valsche getuigenis geve, nic-
mands woorden verkcere. geen achter
klapper of lasteraar zij, niemand licht
vaardig of ongehoord oordcclc of hclpe
verdoemen ho even. hier wordt dus
gezegd, dat u geen woord meer over
die man of die vrouw waar u over
bezig waf, mag zeggen, zonder met
dc betrokkene zelf te hebben gespro
ken! En dat u anders schuldig staat
voor God. Voor God, die het voor de
weerloze opneemt.
En aan het slot van dit catechismus-
gedeelte wordt het nog wat positiever
gezegddit gebod houdt ook in. dat ik
mijns naasten eer en goed gerucht naar
mijn vermogen voorsta en bcvordcre!
Zelfs door „niets te doen" sta ik
schuldig aan dit moordend gif.
Wat zou dc wereld veel bewoon-
baarder zijn, wanneer de mensen zich
hielden aan het gebod
- Ds. C. M. VAN ENDT
Pieter Saenredam: Interieur van
de voormalige Mariakerh tl
Utrectri
Driehonderd jaar geleden: 9 Juni
1597. In het kleine Assendelft wordt
een jongen goboren uit een familie,
die oorspronkelijk uit de stad der
molens stamde, uit Zaandam; niet
verwonderlijk dus, dat hij Saenre
dam kwam te heten, al heeft hij zelf
nooit in Zaandam gewoond. Zyn
vader, toen 32 jaar, was Johannes,
en de jongen werd naar grootvader
Pieter genoemd. Och, zo heel veel
voornamen had men vroeger niet
nodig, cn men kan best beroemd
worden zonder buitenissige naam.
Zelfs Boutens stond bij de Burg.
Standen ook wellicht ingeschreven
als Piet, al liep hij daarmee niet te
koop en geven zijn vereerders er
zich gemeénlyk geen rekenschap
van.
Pieter Saenredam had een ver
maarde fader, een verschijnsel dat
vaak funest is voor een kind. 't Is
meermalen een nTotief om de strijd
al bij voorbaat op te geven. Niet alzo
defe Pieter. Zijn vader mocht een
beroemd graveur zijn, hijzelf zou
een nog beroemder tekenaar en
schilder worden.
In 't algemeen werden de mensen
in onze Gouden Eeuw niet zo oud
als thans, nu zij in het zinken- of
blikken, of plastic-tijdperk verkeren.
Men had misschien ook niet zoveel
tijd nodig om beroemd te worden.
Hoe 't zij, vader Johannes stierf al
in 1607, toen Pieter pas tien jaar
oud was. Twee jaar later verlegde
zijn moeder haar woonplaats naar
Haarlem en hier is Pieter blijven
wonen, zijn leven lang.
Was hij lichamelijk wel sterk? Wie
het portret bekijkt dat Jacob van
Campen, zijn vriend, van hem te
kende, krijgt het gevoel, dat Saen
redam een kleine gestalte heeft ge
had. met een wat ingezonken borst
en hoge schouders. Niet bepaald een
knappe verschijning, ietwat droog
van uiterlijk, maar intelligent, dit
zelfs in hoge mate.
Dat hij pas Op zijn 41e jaar in 't
huwelijk trad, een leeftijd die z'n
vader amper bereikte, is ietwat ver
wonderlijk voor die tijd. Ook be
vreemdt het enigszins te lezeu, dat
Saenredam pas in 1651, (na het over
lijden van zijn vrouw; het huwelijk
met Aefjcn Gerrits duurde niet lang
en bleef kinderloos) als lidmaat van
de Geref. (Herv.) Gemeente werd
ingeschreven, terwijl hij toch als 'n
gelovig en zelfs getuigend protestant
te boek stond.
Hij moet een eerzaam burger zijn
geweest? die de algemene achting
genoot, ook van zijn gildebrocders,
die. gelijk men weet. niet allen uitge
munt hebben in ingetogenheid. An
ders zou hij in het St. Lucasgilde
van zijn stad niet herhaaldelijk be
langrijke functies hebben bekleed.
In 1635ewas hij secretaris, in 1640
commissaris, in '42 zelfs deken.
Zyn werk, zijn kunst, heeft voor
een groot deel zijn leven gevuld, en
wat dit werk voor het nageslacht
zo belangrijk maakt is zyn levens
lange aandacht voor een onderwerp,
dat vóór zijn tijd niet in zwang was
en dat wel een specifiek Nederlands
thema is gebleven: het kerkgebouw.
„Wie kan ons zo de specifieke sfeer
van die hoge, lege kale kerkeh. waar
de protestantse preek moet klinken.
doen ondergaan? Wie kan een zo
pikant tableau maken van iets dat
men, op den keper beschouwd, bijna
éen architectentekening zou kunnen
noemen?"
Aldus prof. W. Vogel' eang in de
inleiding tot het boek, dat onze stad
genoot P. T. A. Swillens aan Pietet
Saenredam wijdde. Het is niet hele
maal toevallig, dat juist een Utrech
ter dit boek schreef. Zes maanden,
in het jaar 1636. Keeft Saenredam,
die verschillende reizen maakte,
maar nooit buiten dé grens van de
Republiek, in Utrecht gewerkt,
waar hij, op volle kracht, zich inspi
reren liet door de Dom. de Buur-,
de Jans- en nfet 't minst door wij
len de Mariakerk. Veel van het hier
getekende en van het later, soms
jaren later geschilderde, is in
Utrechtse verzamelingen aanwezig.
Hij heeft zich dus jegens Utrecht
bijzondere verdiensten verworven.
Om meer dan één reden. Bii pienige
restauratic zijn de constructie-teke
ningen van Saenredam met hun
spreekwoordelijke nauwkeurigheid
uitstekende bronnen geweest. Maar
ook aesthetisqh vertegenwoordigen
zij een kostelijk bezit.
Want in hun koele, haast nuchtere
Dc jonge Engelse dirigent ALASTAIR ROY ALTON—KISCH repeteert met het Londens Symphonie.Or-
kest en weet zijn „instrument" door zijn expressieve gelaatsuitdrukkingen en gebaren tot intens musiceren
te inspireren.
eenvoud verraden ze een diepe, vro
me eerbied voor het kerkgebouw,
eón innige liefde voor het „eeuwige,
altijd levende en trillende licht", een
echt Nederlandse propere schoon
heid, die niet zonder ontroering is.
C. A. S.
Naar prof Qosyns tijdens èen
persconferentie mededeelde zullen
aan het diepzee-onderzoek, dat deze
zomer in do Golf van Guinea plaats
zal hebben, drie Belgische en twee
Franse biologen deelnemen. De ge
leerden zudlen o.m. de diepzee-fauna
bestuderen en trachten deze te foto
graferen. Tevens hopen de onder
zoekers stalen van deze fauna mee
te nemen.
Prof. Cosyns Is de overtuiging
toegedaan op een diepte van 4000
meter vissen aan to troffel*, Hij wees
er op, dat zodra het licht niet meer
tot de waterlagen doordringt, de
vorming van bladgroen niet meer
mogelijk is. De voor do dieren nood
zakelijke eiwitstof moet dus van el
ders komen. Deze zou geleverd wor
den door afval en. door lijken, die
naar de bodem yan do zee zinken.
De heer Cosyns deelde tenslotte
nog mede, dat vissen op dergelijke
grote diepten, niet meer over een
zwemblaas beschikken kunnen eu
dat het belangwekkend zijn zal na
te gaan op welke wijze deze dieren
zich voortbewegen.
Meer dan een Jaar lang deed de
Amerikaanse vice-consul te War
schau Stephen 'Oleenevitch alle'
■moeite m zijn inboedel uit de
Verenigde Staten naar Warschau
tc laten overbrengen.- Nu is ^lles
aangekomen maar Olesnevitch
is naar Montreal in Canada over
geplaatst,
WAT zal de toekomst brengen?
Hoewel op het ogenblik al
leen nog de meisjesscholen officieel
instructie hebben ontvangen in Sep
tember a.s. dc muziek in bet les
rooster op te nemen, ligt het voor
de hand, dat ook de andere middel
bare scholen spoedig zullen volgen.
De leerkrachten-kwestie is wel
het grootste probleem, waarvoor
men zich geplaatst ziet.
In ons land is de musicus meestal
uitvoerend kunstenaar en paeda-
goog tegelijkertijd maar het les
geven geschiedt doorgaans in
privé-verband. Aan de conservato
ria worden wel klassikale lessen
gegeven, echter over het algemeen
aan eeD beperkt aantal uiteraard
zeer geïnteresseerde leerlingon,
wier gemiddelde leeftijd aanmerke
lijk hoger ligt dan bij het middel
baar onderwijs.
Als leraar op de middelbare
schoof zal de muziekpaedagoog, wil
hij zich ia deze omgeving kunnen
aanpassen, een brede alemene ont
wikkeling en oriëntering op velar-
!ei gebied moeten hebben. Ook te-
gehover -de schooljeugd welke zo
critisch is ingesteld zal hij zijn
prestige en daarmee het aanzien
van zijn vak slechts kunnen hand
haven,, indien zij hem algemeen-
geestelijk als haar meerdere kan
beschouwen. Een H.B.S.- of Gymna
sium-opleiding is 'dus voor de mu
ziekleraar een onafwijsbare voor
waarde..
Maar ook in muzikaal opzicht
dient zijn ontwikkeling meer in de
breedfte dan in do hoogte te gaan.
De uitmuntende pianist of yioïist
is hier minder waard 'dan de man
die „behoorlijk'' piano speelt, daar
naast een strijk- of blaasinstrument
bespeelt en die vooral kan zingen
of minstens op de hoogte is van de
In het eerste artikel (zie ons
blad van 24 Mei jl.) gaf de
schrijver een indruk van de hui
dige toestand van bet muziek
onderwijs, wees hij op de ver
geefse pogingen, welke sinds
vele jaren waren gedaan om het
muziekonderwijs te verbeteren -
en op het heugelijke besluit ein
delijk genomen door Minister
Gielen, dit vak nog voor de vol
gende cursus verplicht te stellen.
Hij vestigde vde aandacht ten
slotte op het gunstige effect
'daarvan op de culturele ontwik
keling van onze jeugd, en tevens
op versterking van het levend
contact tussen scheppende en
uitvoerende kunstenaars en de
gemeenschap.
zangtechniek. Want juist het zingen
is uitermate geschikt om sluime
rende muzikaliteit te wekken.
Deze collectieve zelfwerkzaam
heid- van het gezamenlijk zingen
gepaard met dé individuele zelf
werkzaamheid, waartoe de muziek-
t h e o p i e volop gelegenheid biedt,
beantwoordt in hoge maje aan veler
ideaal van onderwijsvernieuwing,
waarbij de luiste r-school ver
drongen schijnt te worden door de
d o e-school.
Tot de bijzondere eisen van dit
onderdeel van het muziekonderwijs
behoren o.m. volkomen beheersing
van de uitspraak der vreemde ta
len (vooral Italiaans en Latijn),
grondige kéhnis der phenotiek en
het vermogen met de leerlingen een
a-capella-koorwerk (d.w.z. zonder
instrumentale .begeleiding) in te
studeren.
Uitgebreide kennis van koorwer-
ken( en /vooral van volksliederen) is
dus eveneens noodzakelijk. Daar
het echter een van de belangrijkste
taken van de muziekleraar zal zijn
belangstelling en liefde voor de mu
ziek aan te kweken dient hij de
vorm-analyse degelijk te beheersen
en over een ruime kenis van mü-
ziek-werken op allerlei gebied te
en over een ruime kennis van mt>
ziekgeschiedenis moet gebaseerd
zijn op een'grondige kennis \an
algemene en vooral van kunstge
schiedenis.
Slechts hiermede gewapend zal
hij in staat zijn het muziekhistorisch
gedeelte van zijn onderwijs te doen
aansluiten op de lessen in alge
mene geschiedenis en litteratuur
geschiedenis, welke de leerlingen
krygen. Zo zal ook de muziektheo
rie dienen aan te sluiten by" de na
tuurkunde met name bij de behan
deling van de accoustiek.
Indien wij naast deze eisen nog
noemen: vertrouwdheid mét paeda-
gogiek en psychologie (vooral van
de puberteitsjaren) dan is het te
begrijpen, dat men zodanig toege
ruste muziekleraren niet zo maar
uit de grond kan stampen. Bestaat
er in ons land de mogelijkheid een
efficiënte opleidiug te krijgen, die
speciaal op het vervullen van de
functie voorbereidt? Deze is er in-
dordaad: het koninklijk .Conserva
torium te den Haag en het Am
sterdams Conservatorium hebben
onlangs het hoofdvak schoolmuziek
ingevoerd. Men kan hier mits
men in het bezit is van eind-diplo-
nia H.B.S. of Gymnasium de vol
ledige opleiding ontvangen en het
eindexamen is zo zwaar, dat men
de gediplomeerden volkomen op
gewassen kan achten tegen de
moeilijke maar mooie taak, die hun-
wacht.
Maarin den Haag zullen dit
jaar de eerste examens worden af
genomen en in Amstèrdam pas het
volgend jaar. Daarom overweegt
men om van Regeringswege o.ok
buiten deze Conservatoria de ge
legenheid te scheppen tot „her
scholing" yan algemeen-ontwik
kelde musici, teneinde bet enorme
tekort aan leerkrachten zo snel mo
gelijk aan te vullen. Tot nu toe
bestond er voro opleiding in deze
richting vrij geringe belangstelling,
omdat er geen enkel vooruitzicht
op een redelijke bestaansmogelijk
heid bestond.
Men mag echter aannemen, dat
vele jonge musici met gretige han
den de nieuwe kansen zullen aan
grijpen, die ftun thans geboden wor
den.
Hoe zal de jeugd reageren
De volgende vraag, die zich
voordoet is deze: hoé zal de jeugd
op het nieuwe vak reageren? Daar
men in ons land het muziekonder
wijs van bovenaf heeft aangepakt
(leerstoelen te Utrecht en Amster
dam) in plaats van met de funde
ring to beginnen (lagere school)
is een gróót deel van do middel
bare schooljeugd in muzikaal-op-
zicht nog volkomen „groen"'.
Wij wezen er in het-vorige arti
kel reeds op, dat naar schatting
slechts 10 degelijk muzièkondcr.
richt geniet (voornamelijk instru
mentaal en hiervan een zeer hoog
percentage, piano).
Het ligt voor de hand, dat slechts
verbetering van het muziekonder
wijs op de Lagere School het aan
tal muzikaal-geïntereseerden op de
Middelbare School belangrijk kan
doen stijgen.
Bij do huidige verhoudingen zal
vóór alles de persoonlijkheid van
de leraar beslissend zijn voor het al
dan niet slagen van de opzet. Maar
dan zal men voorlopig ook allo vrij
heid van systeem en me'thode aan
do leraar moeten laten. Wel richt
lijnen, maar geen dwingend pro
gramma.
Het nieuwe vak moet zich vrij
kunnen ontwikkelen. Dan is de mo"
gelijkheid dat er een vernieuwende
invloed vart kan uitgaan op de vak
ken, die een oude traditie hebben,
zeker niet uitgesloten.
Het feit, dat men voorlppig is
aangewozen op algemeen-ontwik
kelde musici zonder speciale oplei
ding voor het nieuwe vak, doet de
vraag rijzen of geleidelijke invoe
ring niet te prefereren ware ge
weest.
Of.de scholen, afgezien van het
leerkrachten-vraagstuk, op korte
termijn aan de ei^en van het nieu
we vak zullen kunnen voldoen?
Deze vraag zal in een slot-artf-
kel aan een korte beschouwing
worden onderworpen.
JOHAN PATIST.