C* Sdfwonhovm - 7|L VERST Boeiend en bloeiend bedrijf „Luistert U naar de radio...?" Amsterdam niet meer „Diamantstad KLM maakte de eerste tocht naar Batavia Enquêtes ter verbetering der programma's Rijst naar Indonesië Grootste deel der vakarbeiders in Polen vergast Frans Bastiaanse overleden Zaterdag 14 Juni 1947 3 Een leerling van de vakschool bezig met ciseleren. Deze jonge man oefent zich in het z.g. opsnaren rommelige werkplaats meer, met een vlammende schouw, waarin bouten gloeien; aambeeldjes, tientallen soorten beitels en hamertjes..., niets van dat alles. Daar staan grote ma chines, die uit koperen platen, lepel tjes stempelen, dozijnen per uur, die in de electrolysebak worden verzil verd, om daarna aan draaiende bor stels met Parijs rood (een was-ach- tig materiaal) gepolijst te worden. Een andere afdeling maakt in massa dekseltjes voor jampotten, die rond een draaiende houten klos worden gewrikt, het z.g.n. forceerwerk. Al les nuchter cn zakelijk, volkomen in strijd met de sierlijke krullen uit de rustige oudheid, waarvan men nu de modellen in het groot copieert: soms zo goed, dat „de confectie" het maat werk evenaart. Het handwerk is overgebleven in enkele huizen; bij de mensen die de modellen in de stempels snyden (de wapens op de lepeltjes b.v.); by het speciale fili- grain-werk fyne zilverdraadjes, die in een bepaald stramine gevloch ten worden bij enkele opdrach ten voor bijzondere cadeaux (ambts ketens e.d.) en op de Vakschool voor Goud- en Zilversmeden. Voor het overige heeft men de oppervlakkig heid van het publiek gevolgd en het handwerk doen wijken voor het mas sa-artikel. Men vraagt lepels, vulpot loden en cigarettenkokers....! In de fotoarchieven, in de vitrines spreken prenten en modellen van deze ver gane glorie: een scheepje, fijntjes getuigd, tot het kleinste onderdeel, Gedeelte van de Ambtsketen van de burgemeester van Amsterdam. Mooi staal van Schoonhovense edelsmeedkunst. ^enfrum van edelsmeedkunst sinds vele eeuwen Handwerk en huisindustrie thans grotendeels verdrongen door gemechaniseerde bedrijven T/I77E het stadje Schoonhoven noemt, denkt aan zilversmeedwerk. Niet, dat het uir anderen hoofde onbekend zou zijn. Integendeelhet be zit een rijk historisch verleden, wordt reeds genoemd in het tijdperk der Hollandse Graven en Utrechtse bisschoppen en, vermoedelijk omstreeks de tijd van Jacoba van Beieren die zich in Scoonhavenhad gevestigd, verkreeg het als tiende plaats in Holland stadsrechten. Sinds die tijd heeft het stadie meermalen een rol gespeeld in de roemrijke vaderlandse geschiedenis. De opmerkzame bezoeker zal dit verleden kunnen terug vinden in een aantal historische bouwwerken zoals het Stadhuis met zijn weelderige raadszaal; het Waaggebouw, waar destijds de hennep werd gewogen, de Veerpoort, de enig overgeblevene van de vier stadstoegon- gen, het Doelenhuis. oorspronkelijk zetel van de burgerwacht en vele mooie geveltjes aan de nauwe bochtige straatjes. Daarnaast is het bekend om zijn Schoonhovens Plateel in zijn aparte modellen en kleuren, zijn grote loodwit- en verf fabriek en het zuivel-condensbedrijf. Maar beroemd werd het om zijn edelsmeedwerk: zilveren broodschalen, bekers, bokalen, luxe en gebruiksvoorwerpen, sieraden en waardigheidsketenen. HUISINDUSTRIE Waarom de edel-smeedkunst juist hier ontstond is moeilyk te zeggen. Men kan niet spreken van enige op zet om de industrie in deze stad te concentreren, zoals bijv. heden ten dage langs het IJsselmeer bepaalde bedrijven worden opgericht om de vissers werk te verschaffen. Wellicht heeft een rol gespeeld de centrale ligging van Schoonhoven in het oude Holland en zijn betekenis als marktplaats voor vlas en vee. Ne ringdoenden vestigen zich nu een maal graag daar, waar de stuivers rollen. Maar in de geschiedboeken duikt in 1317 plotseling „de goud smid van Schoonhoven" op en gaan deweg ontmoet men dan meer be richten over edelsmeden. Raadpleegt men de oudste Schoonhovenaren, dan weten ze te vertellen, dat de stad al tijd rijk geweest is aan koper- en later zilversmeden. Dit ambacht ging van vader op zoon over. tcrwyl hele huisgezinnen werden ingescha keld bij het zagen, polysten en mo delleren. Zo is het gebleven cigenlyk tot op de huidige dag. Alleen de kunst zelf is vervlakt. Vroeger had men een plaatje zilver, waarin men met een steekbeitel allerlei motieven dreef, het z.g.n. ciseleren, waarna met zaag of vijl het model werd ge geven, dat met allerlei hamertjes fyntjes werd beslagen. Met de sol deerbout zette men ten slotte de on derdelen in elkaar en zo kreeg men de fraaiste voorwerpen, sieraden en decoratiestukken. Het spreekt ech ter van zelf, dat deze kunstwerken veel geld kostten en dat er betrek kelijk weinig werk kon worden afge leverd. De moderne tyd bracht hierin ver andering. Het echte handwerk kan niet meer betaald worden; aan de andere kant vraagt men grotere om zet en doelmatiger voorwerpen. MECHANISATIE Zo moest de mechanisatie van het bedryf tot stand komen, waarmee een groot deel van de romantiek van het gilde teloor ging. Wie nu bij een edelsmid op bezoek gaat vindt geen als een boegspriet b.v., bewerkt; theeserviezen, allerlei dieren en nog vele andere afbeeldingen. DE VAKSCHOOL Het eigenlijke handwerk is be waard op de Vakschool voor Goud en zilversmeden. Daar ziet men, hoe een broche ontstaat. Eerst het ont werp in tekening gezet, daarna het materiaal met vijlen, zagen en boren op maat gebracht en saamgeklonken. En dat gebeurt niet in een paar dagen. Zo probeert deze school, in haar soort de enige in het land, het am bacht nog te redden, al zijn het v.n.l. juwelierszoons die hier de keerzijde van hun vak leren kennen. En de kamer van dc directeur heeft aan waarde gewonnen door al de fraaie werkstukken, die er zyn uitgestald, waaronder het ontwerp van de ambtsketen \oor de burgemeester van Amsterdam, vele gedenkpennin gen. kunsTig gedreven schalen. Dit alles heeft Schoonhoven roem gebracht en de naam geschonken van Zilverstad. Het heeft slechte tij den gekend, als de wereld onrustig was, maar ook dagen van hoogcon junctuur, als binnen- en buitenland de centjes het best zagen belegd in Schoonhovens smeedwerk. Ook nu is er een „gouden" tijd aangebroken, omdat er weer veel vraag is. Al kost het soms moeite geschoold personeel te krijgen, en grondstoffen men doet op het ogenblik weer beste za ken Daar gaat het om, en dan roep je geen „ach en wee" over het feit, dat het eigenlijke ambacht ter ziele ging- ALS ergens ter wereld de telefoon letterlijk nooit stil staat, is het bij C. E. Hoo per in Amerika. Deze meneer heeft er zijn gewoonte van ge maakt dagelijks 10 a 20.000, hem volslagen vreemde men- öc*n te doen opbellen en aan elk van zijn slachtoffers de zelfde vijf vragen te doen stel len: „Luisterde U naar de radio, toen ik opbelde? Zo ja. naar welk program; over welke zender; welke adver teerder biedt dit program aan en met hoeveel minnen, vrou wen of kinderen zat U te luis teren, toen de telefoon ging?" Dag in, dag uit; de een na de ander. Meneer Hooper heeft daar een goede broodwinning aan, want de antwoorden die hij op zijn vragen ontvangt en die hij netjes classi ficeert, vormen de voornaamste maatstaf waarmee de Amerikaan se radio-business bepaalt of een zeker program zijn geld waard is of niet. Want aangezien in A'me- rika 85 der programma's be kostigd wordt door adverteerders, die van tijd tot tijd in de uitzen ding, al dan niet discretelijk, een loftrompet doen steken over de soort zeep of auto's of tandpasta, welke zij aan de man willen bren gen, is het van het grootste be lang, te weten, hoeveel oren voor deze zakelijke boodschap open staan. En dat is te zien aan de „Hooper-Rating", het cijfer, dat aangeeft hoeveel percent van de telefoonabonné's in een zeker ge bied geluisterd heeft naar een be paalde uitzending. Behalve Hooper houdt ook de firma Cio&sley zich in Amerika met dit merkwaaidig bedrijf van opinie onderzoek bezig. Het mag waar zijn, dat door deze nuchtere maatstaf van het grootste gemene \eclvoud talloze voortreffelijke radioprogramma's uit commer cieel oogpunt te licht bevonden en dientengevolge de bons gegc- \en zijn; de schuld daaraan ligt met bij deze methode van enquê teren doch bij het vercommercia- liseerde radiosysteem zelf in Amerika. Ook de BBC T N Engeland houdt de BBC zich ook al jaren lang bezig met het opinieonderzoek bij radioluiste raars. Uiteraard gaat men daar enigszins anders te werk, want in de eerste plaats is het aantal te lefoonaansluitingen relatief veel geringer dan in Amerika, zodat door de antwoorden van uitslui tend telefoonabonné's slechts de mening van de beter gesitueerden verkregen zou worden. Om deze reden zou de telefonische enquête ook in Nederland geen objectief beeld verschaffen. Maar boven dien is de BBC geen commerciële radio; zij richt zich niet alleen naar de voorkeur van de grote massa doch houdt ook rekening met do smaak van minderheden. Getuige het „Derde Programma". Daarom past de BBC een ver fijndere 'methode toe, om te weten te komen of zij met haar pro gramma's op de goode weg is. Zij beschikt over een eigen leger tje van enquêteurs, die gezamen lijk dagelijks ongeveer S00 men sen bezoeken en deze naar hun mening vragen over de uitzen dingen van de vorige dag. Daarbij is dus ook gelegenheid, aanteke ningen te maken over de maat schappelijke status van de onder vraagde, zijn beroep, de samen stelling van zijn gezin en wat dies meer zij. Dag in dag uit doen deze enquêteurs hun ronden en hoe toegewijd zij werken blijkt uit het leit, dat de enquêteur tc Coventry zich destijds zelfs door het zware bombardement niet van do W.Js liet brengen. De enige referentie in zijn rapport aan dit gebeuren, was de lakonieke opmerking, dit het werk, de ochtend na het bom bardement „a little difficult" was Behalve van deze enquêteurs knjgt de BBC ook regelmatig in lichtingen van z.g. „Listening Panels", dat zijn georganiseerde groepen van luisteraars, met zorg gekozen uit verschillende maat schappelijke en geestelijke mil- iieus. welke ieder© week een rap port inzenden over bepaalde pro gramma's. Er zijn vijf groepen: voor ernstige muziek, voor ge sproken woord, voor „features", voor luisterspelen en voor amu- eements-programina's. Elke groep is 600 man sterk, behalve de laat ste; die telt 1100 man. De rappor ten van deze groepen worden nauwkeurig geanalyseerd en le veren voor ieder programma e©n z.g. „appreciation index" op. Een \astc stal' van medewerkers is bij BBC met dit cultureel-statisti- sche werk belast. Het kost geld en moeite doch men beschouwt het als de enig© manier om tot een verantwoord programma-belcid te geraken. Hier nog niets EN in Nederland? Afgezien van enkele incidentele peilingen is tot op heden bij onze omroep nog niets van dien aard verricht. Vrijwillig geschreven blieven van luisteraars mogen enige aanwij zingen verschaffen, zij zijn echter uit statistisch oogpunt onbe trouwbaar cn zeer zeker, wanneer zij niet op deskundige wijze wor den geanalyseerd. Het is des te verwonderlijker dat op dit. punt Nederland zo achter staat, omdat wij althans bij do radio-distribu- tiebedrijven met eenvoudige mid delen direct kunnen meten, hoe veel aangeslotenen op een be paald ogenblik naar een zekere uitzending luistert. Weliswaar le vert dit slechts een kwantitatief resultaat op en voor een degelijke analyse i.s een kwalitatief onder zoek, zoals de BBC dat doet on ontbeerlijk, doch er zou toch in ieder geval begonnen kunnen wor den, de gegevens, welke de distri butie-bedrijven kunnen leveren, wetenschappelijk te verwerken. Op dit ogenblik, is onze omroep nog te vergelijken met een schip zonder navigatie-instrumenten, dat vaaTt op de iutuitie van zijn (vier!) kapiteins, die van de wal af en toe krijgen toegeroepen of de koers meer bakboord of stuur boord moet wezen. En dat is voor een vaartuig, dat een slordige tien millioen per jaar kost, niet de methode. Toonkunstenaars vormen vakgroepen In Haarlem is de 72ste jaarver gadering gehouden van de Kon. Ned. Toonkunstenaars-Vereniging, waarby tot voorzitter werd geko zen prof. dr. K. Ph. Bernet Kem- pers. Van de 7 vakgroepen zyn er 5 ge constitueerd. Dc groep componisten onder voorzitterschap van Hendrik Andriessen; de concerterende in strumentalisten onder Theo van der Pas en ondervoorzitter George van Renesse; de concerterende vocalis ten ondr Louis van Tulder en on dervoorzitter Hillen Ravelli; de di rigenten onder Fred. J. Roeske en de paedagogen onder dr. K. Ph. Bernet Kempers. De vereniging telt thans ongeveer 1100 gediplomeerde en erkende toonkunstenaars. Voor de Zondag Een stal beeld Dezer dagen bezocht ik een ver gadering in Oosterbeek. In de mid dagpauze liepen wij, jagende stads mensen, door de stilte van het bos. Ergens hing hoog in een boom het vuil-gewordcn flard van een para chute. In het zand vonden we een lege patroon-huls. En van 't kerkje troffen we slechts de ruïne aan. In onze herinnering beleefden we weer dc film „De Slag om Arnhem" menige stuk-geschoten gevel meen den we te herkennen. Het was alles wonderlijk verstild, 's Middags ter vergadering zat ik recht tegenover een raam. Daarbuiten stond een boom. De onderste helft volop in blad. Daar bovenuit staken als sme kende armen de dorre en stukge schoten takken. Daar was het artil lerievuur doorheen gegaan. Die vreemde boom met zijn levens- en zijn doods-helft was een beeld van de verschrikking en de bevrijding. En onwillekeurig moest ik denken aan het oude paradijs-verhaal met dc levensboom en de boom der ken nis of doodsboom er in. Daar wordt als de oorzaak van alle kwaad aangegeven het geloof, het wantrouwen tegen de Here God. Zodra de mens niet meer in ver trouwen gehoorzaamt, gaat hij de weg naar de dood. Het verschrikkelijk gebeuren van de oorlog is uitgeraasd voor het ogenblik De film is ons al weer ge passeerd en haast vergeten. Maar die vreemde boom met zijn stukge schoten helft blijft het verstilde doch diep-sprekende beeld van de ellende. Hij is als vele mensen. Het leven is druk en vol. Maar de top is stuk-geschoten. En hoven alles, wat als levens-vulling dient, steken luguber de naakte takken als sme kende armen omhoog. Een gebed zonder antwoord. Zonder antwoordEén is er, die door het leven gegaan is tot in de laatste ontluistering toe. Jezus Christus strekte zijn vastgespij kerde handen uit langs het dorre hout van het kruis. Temidden van leed cn ellende, dood en schuld, zegt Hij: zie. Ik ben met ulieden al de dagen! Wie het hoort, heft het hoofd op. Wie luistert, is gered. Ds. C. M. van Endt. Reeds in de eerste weck van Juli zal een volle scheepslading rijst, deel van de Nederlands-Indische rijsttoewijzing voor het tweede halfjaar van 1947, van Birma wor den afgezonden. B IJ diamant denkt men aan Amsterdam de „diamantstad" zoals de grote Herman Heijermans haar noemde en beschreef in zijn gelijknamig boek. Daar tussen IJ en Amstel stonden her en der in de hoofdstad verspreid dc grote en kleine diamant slijperijen, aan het Weesperplein de diamantbeurs; in de buurt daarvan zetelden de grote makelaars. Amsterdam was ook in dit opzicht een wereldcentrum en de diamantindustrie droeg in hoge mate bij tot haar glorie en tot de welvaart en crediet- waardigheid van het land. Regering wakkert herleving aan Diamant men denkt aan een andere grote Nederlander, Henri Polak, van oorsprong zo'n eenvou dige diamantsnijder, die de dia- mantbewerkersbond tot stand bracht en daarmede een voorbeeld schiep voor alle andere moderne -vakorga nisaties; hij, de man die in zijn werkzaamheid niet alleen z(jn mede arbeiders maar ook z(jn stad en zijn land omvatte. Als vakverenigingsbe stuurder, parle mentslid, journalist, schrijver en strijder voor het behoud van Neerlands land- schapschoon, ver wierf hij zulke gro te verdiensten, dat de Amsterdams© universiteit hem een ere-doctoraat ver leende. Onze gedachten gaan terug naar de jaren van bezetting. Onder de duizenden Joodse Nederlan ders die werden weggevoerd bevon den zich meer dan tweeduizend dia mantbewerkers naar Polen gesleurd en vergast Nu staan daar de grote bedrijven, nog steeds voorzien van de beste appara tuur, en toen ver bloedDe plaatsen van dc voor treffelijke vaklieden blijven voor lopig ledig voorlopig althans. Aan het vakonderwijs wordt op het ogenblik alles gedaan wat men kan. Het is een levensbelang voor Amsterdam en het land. De diamantindustrie moet weer wor den opgestuwd, niettegenstaande het tekort aan geschoold personeel en de beperkingen welke de diamant handel zijn opgelegd. Meer dan ooit gaat het om crediet dusom de viezen cn onze diamantindustrie kan daar in belangrijke mate toe bij dragen. Men koestert dan ook plannen, de regering voor te stellen tien a vijf tien procent van dc bewerkte dia mant voer de handel vrü tc geven en inniMéels wordt getracht door het invoeren van een uitgebreid leerlingstelsel goede vaklieden aan tc kweken. Het diamantbeicerken geschiedt gedeeltelijk gemechaniseerdOnze foto toont een „snijder", die de ruwe diamant de ronde briljant vorm geeft. In een tweede artikel zullen wij meer bijzonderheden over het bewerken van deze kostbare delfstof vertellen. TWINTIG JAAR GELEDEN: Hef 's al weer zo gewoon. Het vertrek van de Skymaster naar Indonesië is nu niet °P~ merkelijker dan een afvaart van de „Oranie". Twintig jaar geleden stond ieder verbaasd over de passagiers, die op het kantoor van de KLM meedeel de, dat hij zijn passage naar Batavia daar wilde bespreken. De tocht van Van der Hoop en Van Weerden Poelman was een ex periment geweest. De vlucht, die Oeijssendorfer en Scholte op initia tief van do Amerikaanse milliardair Van Lear Black hij zelf en zijn bedienden zouden de eerste passa giers zijn gingen ondernemen zou het begin worden van een ge regeld vervoer van reizigers van Schiphol naar Batavia. Vandaag twintig jaar geleden stond voor de eerste maal op het bord van luchfroutes aan de Am sterdamse luchthaven het vertrek van de FVII—HNAPP met bestem ming naar Indonesië Tenoteerd en nieuwsgierig vroegen de enige hon derden belangstellenden bij het ver trek van het vliegtuig zich af hoe deze vlucht zou verlopen. De dege lijke voorbereidingen schonken de beste verwachtingen en inderdaad was de reis zeer fortuinlijk. Natuurlijk had men nog met tal van moeilijkheden to kampen. In Konstantinopel kregen de bestuur ders oponthoud omdat het weer slechts was en het starten op Zon dag in Turkije niet werd toege staan. Tussen Bagdad en Basra kwam een zware zandstorm opzet ten nadat tevoren een landing noodzakelijk was geworden omdat de olietoevoer een motordefect ver oorzaakte. Maar ondanks al deze tegen slag duurde 4° vlucht ruim veertig vlieguren minder dan die van Van der Hoon en werd Java in dertien vliegdagen be reikt. Een nieuwe phase voor de Neder landse luchtvaart met perspectieven die zich nu nog doen gelden, was ingeluid. De documentaire film Op initiatief van een groep cineas ten. waarvan Joris Ivens voorzitter was. is te Brussel, dat tijdelijke Mekka van de film. een internat, vereniging van filmdocumentaristen gevormd. Naam: ..Union mondiale du film documentaire". Dc Unie wil door haar werk o.a. strijden tegen de vijanden van vrede en demo cratie en wil bevorderen: onafhan kelijkheid van onderdrukte volke ren. vrije culturele en intellectuele ontwikkeling. Ivens, die een film gaat maken over de economische en sociale ver houdingen in de Balkanstaten. Po len en Tsjecho-Slowakije, heeft ook aan de pers meegedeeld, de produc tie in Nederland weer op te nemen, daar zijn nationaal gevoel hem bindt en hij voor Nederland een grote taak op 't gebied der docu mentaire film ziet weggelegd. De achteruitgang, hier door de oorlog ontstaan, zal volgens hem in korte tijd weer kunnen worden ingehaald. Diamantzager aan het werk. De ruwe diamant wordt met een papierdun fosforbronzen schijfje, waarop boortpoeder vermengd met olie, wordt aangebracht, doorgezaagd. |~")e handel in diamant, waarvan het „Syndicaat" ofwel The Dia mant Trade Company in Londen het wereldmonopolie bezit, wordt ten onzent gedreven op de Amsterdamse diamantbeurs, waar wel een bevre digend kwantum wordt omgezet, doch lang niet zo veel als voor de oorlog, toen diamanthandel en in dustrie hoofdzakelijk in Joodse han den waren. Wel heeft een zware slag de „diamantairs" getroffen: ruim twee duizend diamantbewer kers zijn tijdens de bezetting wegge voerd naar Polen en niet weerge keerd. Thans ziet men zich voor de moeilijkheid geplaatst om met ge ringe middelen de goede naam in het buitenland op te houden terwille van de export, die volop floreert, want van de uit Londen ingevoerde ruwe stenen wordt na bewerking slechts een zeer klein gedeelte aan de juweliers toegewezen om in eigen land te verhandelen. Ondanks de scherpe contróle bloeit echter de zwarte handel in diamanten, welke om hun grote waarde een gewild beleggings object vormen voor niet te ver antwoorden kapitaal. Het is be grijpelijk, dat deze zwarte markt grote schade doet. De enige manier om daaraan paal cn perk te stellen is. naar insiders ons verzekeren, het vrijgeven van een deel van de diamant handel, die momenteel streng gereglementeerd is en dus niet tot de voor gezonde transac ties noodzakelijke levendigheid kan komen. Alle diamant, die het land binnen komt. moet er ook weer uit, doch de handel is niet vrij aan ieder te ver kopen. De regering, die deviezen geeft voor aankoop in Londen, stelt de restrictie, dat alleen wordt ge ëxporteerd naar de landen van het Sterlingblok opdat men ponden .en dollars kan ontvangen. VOOR de bewerkiftg van diamant is een ontzaglijke vakkennis no dig: om het briljantslij pen in alle détails te leren is een leertijd van rond vier jaar vereist Het is dui delijk. dat men in dit beroep niets uitricht met ongeschoolde of -ge oefende arbeiders, maar uitsluitend volkomen geschoolde vaklieden kan gebruiken en daaraan is momenteel een groot gebrek. De export dreigt door dit tekort in het gedrang te raken ten nadele onzer deviezen. De D.T.C. in Londen, die de prijs van het ruwe diamant bepaalt, schat ook het gewicht aan bewerkte diamant en het is dus de taak der vaklieden het expertise kwantum ..er uit tc halen." Diamant verliest bij bewerking ongeveer de helft van zijn gewicht. Hoeveel er precies verloren gaat is nooit vast te stellen. Met het gewicht kan dus worden geknoeid en daarvan profi teert natuurlijk cle zwarte handel. Het arbeidsloon, dat thans tame lijk hoog is. wordt bij export in rekening gebracht en in dollars uitbetaald! Om nu de voor het werk geschikte mensen te vormen, kweekt men in snel tempo jonge mensen op. Met het gevolgde systeem zijn reeds aanzienlijke resultaten behaald, doch waarmede men niet het peil van vroeger zal bereiken, aangezien de inopleiding zijnde krachten slechts een bepaald onder deel cn niet het totale vak leren. Er zal daarom door de Amsterdamse diamantindustrie extra hard moe ten worden aangepakt om de goede Waarom veel Joden het vak?" in „Hoe komt het, dat het juist j Joden waren die het diamantvak dit bij uitstek Amsterdamse be- roep beheersten", zal menigeen vragen. Het antwoord is ccnvou- dig: hel overgrote deel der „nor- j male" beroepen was eeuwenlang voor Joden geslotenHet is niet zo, gelijk men wel eens beweertj dat de Joden „te lui" uaren om j handenarbeid tc verrichten, maar j zij kregen daartoe niet dc gele s genheid. Zii waren daardoor ge- dwongen zich toe te leggen op beroepen, die niet door de „an~ deren" beheerst werden: de han- del, de z.g. vrije beroepen (Spi- 1 noza was lemenslij per, toen een zuiver „vrij" beroen), artistieke beroepen en het diamantvak. faam te handhaven. Hoe groot deze altijd is ge weest blijkt o.a. hieruit, dat een der zeldzaamste stenen ter we reld. de „Cullinan" een dia mant van ruim 3000 karaat (1 kg 5000 karaat) waarvan dc belangrijkste delen thans tot dc Engelse kroonjuwelen beho ren, hier tc lande, in de fabriek van de fa. Asscher te Amster dam is bewerkt. Een gesprek met deskundigen ln diamantairskringen leerde ons. dat er juist voor ons land grote moge lijkheden bestaan, vooral nu de malaise in deze speciale handel, die vorig jaar plotseling en door onbe kend gebleven oorzaak intrad, lang zaam maar zeker aan het afnemen is. Vandaar, dat men hoopt met hulp der regering cn door breder over heidsbegrip onze diamantindustrie de kansen te kunnen bicden, die reeds momenteel aanwezig zijn. In een tweede artikel zullen wij iets vertellen over de bewerking, welke het ruwe diamant moet onder gaan voordat het, als flonkerende briljant, de dames lokt naar de vi trines der juweliers. „OME JAN" .VAN ZUTPHEN D© dichter FrAns Bastiaanse, die Donderdag is overleden, begon niet to vroeg met publiceren on heeft geen machtig oeuvre nagelaten, maar vroeg regelmatig de aandacht en heeft door alle wisselende stro mingen heen een vaak fijn persoon lijk geluid laten horen. Toen ln 1900 zijn eerste bundel typische natuur-lyriek verscheen, met hier en daar een mystieke toon, wijdde Lodewyk van Deysael een breedvoerige studio aan dit werk, waarin hij het zijn eigen plaats aan wees in Imt geheel der Nederlandse letteren. Hoewel hij niet verheelde, dat Bastiaan&o do invloeden van de hartstochtelijke Kloos en do naïeve Gorter op een bedaarde zelfs mak ke wijze parafraseerde, noemde Van Deyssel hem toch een „echte dichter zoals ik mij die graaf»" voorstel." In 1909 verscheen de bundel ge dichten, waarvan een deel, Jeugd geheten in het Duits vertaald werd in metrische verzen. In 1916 zag do bundel Zomerdroom het licht, en ook later verschenen nog enkelo bundels. Tussen de jaren '30 en '40 kwam, waarschijnlijk onder invloed van de Forumgroep een wijziging in zijn toon, die sterker realistisch werd nmt een lichtelijk cynische in slag. Ook do humor was hem niet vreemd. Daarvan getuigden spot verzen in de Nieuwe Groene, wat Charivarius dc gepatenteerde spot ter, aanleiding gaf tot een aardige boutade, wijl een vertegenwoordiger van de Olympus zich mengde in profaan gezelschap. Bastiaanse schreef een zeer lees baar overzicht der Ned. Letterkun de. in vier dolen, waarin ^j z'n per soonlijk oordeel, schoon niet al te opdringerig, niet onder stoelen of banken steekt. Hij wijdde studies aan de techniek dor poëzie en was jarenlang secretaris van de ,Ver. van Letterkundigen. S. H. de Roos 70 jaar Op 14 Sept. a s. wordt een der pioniers van het goedverzorgde, mo derne boek, S. H. de Roos. zeventig jaar. Zijn nieuwe letters als dc Holl. Mediaeval, de Egmont etc. werden over de hele wereld bekend. Hij ontwierp ook banden en had een eigen handpers, waarop fraaie druk ken zijn verschenen. Een huldigings comité. waarvan onze stadgenoot, Jhr. dr. Radermacher Schorer voor zitter is, wil de zeventigjarige een geschenk aanbieden en een tentoon stelling arrangeren. René Clair krijgt ovatie's Woensdag zijn in Brussel drie films van zeer verschillend karakter op het Festival vertoond. Dc eerste „Song of the South" een kleuren film van Walt Disney, verschilt van <lc traditionele tekenfilms door dat cle tekeningen thans gecombi neerd zijn met levende personen. De tweede film, een Belgische,f „De troeven van de heer Wens"' met in de hoofdrol de Franse film- spelers Jean Salou en Marie Dea, omringd door Belgische kunstenaars, is een politie-fllm. Des avonds werd voor een stamp volle zaal de Franse film: „La Silence est d'or" onder regie van Rcnó Clair gedraaid. Het is een film die zich afspeelf in de begintijd van dc Cinematogra fie cn dc Franse regisseur, die zelf in dc zaal was tezamen met de ver tolkster van dc hoofdrol Marcello Dcrricn, gaf een beeld van de moei lijkheden waarmede men in dezo periode tc kampen had en van do primitieve middelen waarmede meq werkte. Aan het eind van de verto ning moesten regisseur cn actrice een minutenlange ovatie van het enthousiaste publiek in ontvangst nemen.

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 3