Het schone land van de Leie
In gala of in de zon?
Simson- Bijbels spel
door Fredde Schurer
Holland zien van zee uit!
Kanker geen
zwarte dood
Twee nieuwe namen om te
onthouden
Radio-programma
2
Jordane van mijn hert
Noordzeetochten met
een salonboot
Overdreven vrees
Première te
Heerenveen
POEZIE VAN DE JONGERE GENERATIE
Dinsdag 1 Juli 1947i
Figuren op de expositie van moderne Belgische
kunst in het Centraal museum te Utrecht
Jordane van mijn hert
en aderslag mijns levens,
O Lege, O Vlaamse vloed
lijk Vlanderen onbekend,
7 zong: Guido Gezelle. In zijn trjd
was de naam van de Leie nog;
nauwelijks tot Noord-Nederland
doorgedrongen. Er is wel veel ver
anderd sinds die tijd. En meer wel
licht nog: dan de dichters en schrij
vers hebben schilders aan die faam
bijgedragen. Vooral de schilders uit
de eerste periode, dus van 1890 tot
1910, mensen als De Cock, Van den
Abeele en Emiel Claus. Daarnaast
ook Valerius de Saedcleer. Hun
werk is een verheerlijking: geweest
van het Vlaamse land en de rivier
de Leie vervult daarin een machti
ge rol. Bii latere schilders wordt
de menselijke figuur centraal en
blijft het landschap secundair. Maar
bij de eersten is de mens uitgescha
keld of hij is weinig meer dan een
Illustratief moment. De tentoon
stelling in het Centraal Museum
geeft een duidelijk beeld van een
en ander.
Op de Hooioogst (23) van César
de Cock gaat het om het land en
de lucht in ietwat barbizonse stijl,
maar de mensen zijn nauwelijks an
ders dan poppen. Zijn landschap uit
1880 herinnert aan onze Gorter,
wat de sfeer en het kleurengamma
betreft, maar het is potiger, meer
„lineair". En het grote doek de
Patent jestraat". tussen bomen een
heldere waterloop, die veel zonlicht
vangt, ademt in zijn grijze groenen
en zijn typische transparantie de
arcadische sfeer van Corot.
Ik betwijfel intussen of de Frans
man zulke formaten gebruikte voor
een dergelijk thema. Het is trou
wens een typische eigenschap van
de Belgen en van deze Vlamingen in
't bizonder, dat zij niet tevreden
zijn met het kleine vlak. Hun tem
perament en hun brio vragen mèèr.
Een ingetogen figuur als Gustaaf
van de Woestijne zelfs houdt van
verbluffende oppervlakten, van doe
ken, die practisch alleen nog op
museumverhoudingen berekend zijn.
Neem een Xavier de Cock. Hij is in
deze kudde koeien, die recht op u
aankomt, een echte leerling van
Troyon, die ook voor geen kleintje
vervaard was, maar de Leienaar"
heeft nóg meer armslag en linnen
nodig. Al mogen wij, boven de
Moerdijk, in het algemeen meer gp-
wend aan reserve op dit punt. zul
ke proporties wat onthutsend vin
den, het is niet te ontkennen: de
Vlamingen kunnen ze zonder moei
te aan. Zelfs dit omvangrijke geval
met koeien is tot in elk détail be
keken en afgewogen. Al heeft het
ons uiteraard heel wat minder te
zeggen dan de tijdgenoten van 1880
het is toch respectabel en de moeite
waard. Bovendien, dat deze land
schap- en dierenschilder ook nog
wel wat anders kon leert het klei
ne. fijne romantische portretje van
Albijn van den Abeele uit I860: zou
onze Bastiaan de Poorter hier niet
trots op zijn geweest?
Een dromer
TT R zijn ook uitzonderingen. En
juist deze Albjjn van der Abee
le behoort daartoe. Hij is wethou
der, later burgemeester (1869) en
tenslotte gemeente-secretaris van
Laethem geweest, stevig bevriend
met de Saedcleer. Wanneer men
dit verneemt, wordt het duidelijk,
dat het meet* dan toeval of enkel
de schoonheid van de streek is ge
weest, die van St. Martens-Lacthem
een kunstenaarscentrum van bete
kenis heeft gemaakt. In Laren
was het Hamdorf, die de schilders
tot zich trok: in Laetnem heeft
v. d. Abeele ze zeker niet van zich
vervreemd en toen Paul Gustave
van Heckc, die andere „animateur"
zich hier kwam vestigen, was het
pleit beslecht.
Een dromer, een zachtzinnig po-
eet, zó doet v. d. Abeele zich voor
in zjjn werk. dat, al moge hij meer
Zondagsschilder zijn
geweest dan de ande
ren, nog altijd door zijn
bekoorlijke eigenschap
pen boeit en treft. Hij
heeft niets van de vir
tuoos, hij werkt ook in
bescheiden formaten:
en al is hij schilder, hij
is wel een van die fijn
zinnige mystiek aange-
legden. die ver boven
hun tijd uitkomen en
aan wie het landschap
tot in zijn geheimzin
nigste intimiteiten ver
trouwd is geweest. In
onze streken te verge
lijken met iemand als
Eduard Karsen, al Is
zijn palet minder don
ker.
Vóór men de eerste
zaal verlaat laat men
de knappe schilderpor
tretten van Dessenis
(één van hen: Gust. v.
d. Woestijne zoals hij
was in 1905) op zich
inwerken, om dan, in
de tweede zaal onder
de ban te komen van
Emiel Claus. Ik weet
het: een tikje tè luid
ruchtig, té virtuoos is
hij wel, maar het ziin
toch anderzijds de
eigenschappen van de
rasschilder, die ons
steeds opnieuw meesle
pen. Wie deze meester
lijke bravourst ukken ziet. waar
'n edele sensitieve natuurlyriek do
mineert. hij begrijpt waarom deze
gulle, intelligente en praatgrage
gastheer op talloze jongeren jaren
achtereen zo'n verblindende sug
gestie heeft uitgeoefend.
Het is niet ten onrechte dat Leon
de Smet in dezelfde zaal hangt.
Want ook deze heeft de brillante
eigenschappen van een geboren
.schilder, die meer het oogbekorende
zoekt dan dat h\j op geestelijke buit
uitgaat. Hij is verwant aan Jan
Sluyters, hoewel m.i. zijn mindere;
een vlot zwierig componist, en een
goochelaar met kleur. Zie de émail
achtige schittering van de bloemen
op het venstergezicht en de rose
kleur van de tafel op het Theeuur
tje. Zijn knapste werk Is het vitale
portret van P. G. van Hecke ('43)
met de iets te woelige achtergrond.
Diepere binding
T N de volgende zaal komen ande-
re sentimenten naar voren. Hier
zijn de brillante eigenschappen on
dergeschikt aan diepere verlangens.
De begeerte, die hier aan de dag
treedt, kan niet door picturale
schoonheid alleen bevredigd wor
den. De Vlaamse Pallietergecst is
onderdrukt terwille van de Vlaam
se mystiek.
Geen Timmermans. Gezelle, maar
Teirlinck, geen Buysse. zelfs
Ruusbroec. In deze zaal van Gus
taaf v. d. Woestijne en Valerius de
Saedeleer is de levensliefde verstild
tot een gebed. Men heeft gezegd,
dat op deze beiden de vermaarde
tentoonstelling (1902) van Vlaamse
primitieven een diepe indruk hoeft
gemaakt. Het is zeer waarschijnlijk
maar „besmet" met deze andere ge
richtheid was Gust. v. d. Woestijne
toch al eerder. Dat blijkt wel uit
het portret van mevr. George Min
ne uit 1900. een portret dat ik ge
neigd ben voor een der hoogtepun
ten van deze expositie te houden.
Hier spreken herinneringen mee
aan de Byzantijnse kunst, naast
Florentijnse invloeden. Afgezien
daarvan is het een portret van een
sublieme, ja, ik ben geneigd te zeg
gen aanbiddelijke gratie, die Ik ook
religieus hoger aansla dan de al te
nadrukkelijke, melodramatische
mystiek in het Bloedoffer van
Christus (1925). Ook de andere
doeken van Gust. van de Woestijne,
't zij ze volkomen ernstig, 't zij met
VALERIUS DE SAEDELEER zoals zijn
vriend en confrère Gust. van de Woestijne
hem zag
gcestig-satiricke elementen door
trokken zijn, zoals De Twee Len
tes. De Blinde Vioolspeler en he.t
portret van Valerius de Saedeleer)
alle zijn van een superieure om niet
te zeggen klassieke kwaliteit
De Sacdclccr
DE SAEDELEER die uiterlijk 'n
Pallieter geweest moet zijn,
was innerlijk een van vroomheid en
liefde vervulde tedere natuur. Deze
grote, in wijde effen plans uitge
streken landschappen met hun ge
temperde kleur en hun verfijnd
détail, stammen enerzijds van
Brueghel, anderzijds van dc symbo
listen. Hij werkte met het overleg
en de bezinning van de Chinezen en
Japanners. De eerste impressie
moest altijd door een aantal andere
worden gevolgd. Zo gebeurde het
dat hij zijn winterlandschappen
meestentijds in de zomermaanden
en zijn zomerlandschappen in de
winter schilderde. En hjj verklaarde
in 1931 rondborstig: „Na 27, 28
jaar inspanning, na de veranderin/
de vernieuwing mijner kunst (in
zijn jeugd was hij volgeling van
Courtens, dus eigenlijk impression-
nist) heb ik het nog zo moeilijk bil
het aanvatten van een werk. als
toen ik twintig jaar oud was."
De aarde, doorzongen van een
religieuze hymne, zo zou men
het werk van De Saedeleer en dat
van Gust. v. d. Woestijne kunnen
typeren. C. A. S.
GESTADIG voortgesluud door
twee sterke motoren klieft de
hagelwitte salonboot „F. van der
Wijck" hCf even gerimpelde opper
vlak van de Noordzee, een breed
spoor van milliarden luchtbelletjes
achter zich trekkend. Al naar het
flonkerend zonlicht in het wild kol
kende water breekt, wentelen zich
in dat brede spoor de mooiste tin-
ten om en om, in >'d midden van
smaragdgroen tot diep cobalt blauw,
langs de randen kronkelende linten
van kwikzilver Fantastisch
mooi is dat spri van licht en water!
De honderden genodigden op deze
eerste Noordzeetocht van de „Van
der Wijck1' genieten al" wij van dit
schouwspel, van de zon, van de
heerlijk koele zeelucht, van het ge
zicht op de verre Hollandse kust,
waarop hier *n uatr 7 cepjes hui
zen samenplukken, Katwijk a. Zee,
Noordwijk a. Zee. Varende op de
grote mijnvrije scheepvaartroute
langs onze kust passeren we een
minimaal klein z" "chip. aan do
hooggebouwde brug duidelijk te
herkennen als een scV^pje van de
KPM en enkele grote Amerikanen,
de „Madaket" en de „George h.
Bibb", Liberty's natuurlijk, wat we
(Ingezonden mededeling)
irrfk.
Va»?**
ZWITSALAX
fiyui. t/ihAtoppUuj
Zwitial-Apeldoorn
direct zien aan de typisch strakke
bouw.
Holland zien van zee uit! Deze
sensatie kan thans iedere landrot
ook die met een smalle beurs!
beleven, nu de rederij Koppe van 28
Juni af tot begin September toe da
gelijks enige tochten op de Noord
zee organiseert m<*t de haven van
Scheveningen als \ertrekpunt.
De „F. W. van der Wijck", waar
mee deze tochten worden onderno
men, is een volkomen zeewaardig
dubbclschroefmotorschip, 850 ton
bruto metend en ruimte biedend
aan 1800 passagiers. Opdat men
zich vrij aan boord zal kunnen be
wegen worden thans maximaal 750
passagiers toegelaten. Het aan de
Nederlandse Spoorwegen toebeho
rend schip, dat oorspronkelijk de
veerdienst EnkhuizenStavoren
onderhield, werd in de oorlog danig
gehavend. Het werd door een Am
sterdamse werf gerestaureerd en ge
heel gemoderniseerd, zodat thans
zijn drie ruime dekken de plezier-
vaarders weer evenveel gezelligheid
en comfort bieden als voorheen.
De „Van der Wijck" vaart na bet
vertrek uit Scheveningen vijf mijl
uit de kust om op de grote scheep
vaartroute heep en weer te kunnen
kruisen.
TUINKALENDER
DINSDAG J JULI. Een mooi
en goed onderhouden grasveld is
een sieraad voor de tuin. Eet gras
moet minstens iedere twee weken of
nog vaker worden gemaaid of ge
knipt. Dat komt de dichtheid "Vnn
het grasdek ten goede. Men verzui-
me ook niet om onkruiden als weeg
bree en paardebloem steeds met hun
wortel uit het grasdek te verwijde
ren. Bet spreekt van zelf, dat men
het grasveld ook niet mag laten uit
drogen. Om krachtig te blijven
groeien vraagt het gras bovendien
de nodige bodemvoeding (bemes
ting). Voor zover het nodig blijkt
kan men in de zomer wel een paar
keer als bemesting per tien vierkan
te meier telkens 150 gram kalksal"
peter of volledige korrelmest uit
strooien. Bij droog weer wordt het
grasveld na de uitstrooiing flink
besproeidj i S. L
(Van onze bijzondere medewerker)
Geen enkele andere ziekte spreekt
zo sterk tot de verbeelding van het
volk als de kanker. Het geheimzinnige
waas, waarin de oorzaak van deze
ziekte nog steeds gehuld is, haar
veelal slepend karakter en het hoge
sterftecijfer waartoe zjj leidt, zijn
even zovele factoren, die dit in dc
hand werken en die, bij velen z.g.
kanker-vrees veroorzaakt. Toch be
st *t daartoe volstrekt géén reden.
In het afgelopen jaar stierven in
Rotterdam 4533 mensen, waarvan
752 aan kanker. Een op de zes sterf
gevallen moest dus aan deze ziekte
worden toegeschreven.
Inderdaad blijkt hieruit wel, dat
kanker ec zeer voorname plaats
onder de doodsoorzaken inneemt,
veel belangrijker bijvoorbeeld dan
do longtubcrculose, die in dezelfde
periode slechts 185, dus één op
dc 24 sterfgevallen eiste. Ander
zijds echter overleden 815 mensen
aan hartziekten. Dit komt neer op
één van elke 5 a 6 sterfgevallen,
iets méér dus nog dan aan kanker,
eu dit cijfer alleen toont reeds aan
hoe weinig grond er is om speciaal
voor het krijgen van kanker be
ducht te zijn.
Wel is het een feit, dat ondanks
dc onvermoeide arbeid van talloze
wetenschappelijke onderzoekers
over de gehele wereld het wezen
van de kanker vooral wat de oorza
ken ervan betreft, grotendeels nog
een gesloten bock is en dat ook in
Nederland sedert tientallen jaren
het aantal slachtoffers van de kan
ker voortdurend toeneemt. Het is
allengs gestegen tot twaalf a dertien
duizend Der jaar.
Ogenschijnlijk wijst dit toch wel
op jen veelvuldiger voorkomen of
op een heftiger worden van de ziek
te. maa»* waarschijnlijk moeten wij
deze toename anders zien. Al beeft
de medische wetenschap dc kanker
nog niet onder de knie, ofschoon
door chirurgisch ingrijpen en door
bestraling in tal van gevallen goe
de resultaten bereikt worden!
allerlei andere ziekten weet zij met
toenemend succes te bestrijden. En
dit terugdringen van andere ziekten
als doodsoorzaak moet noodzakelijk
leiden tot ccn relatieve vermeerde
ring van het aantal sterfgevallen
aan kanker. Ook voor leken is dit
begrijpelijk: alleen reeds de sterke
teruggang van de zuigelingensterfte
moet voeren tot een groter aantal
sterfgevallen aan alle ziekten, die
pas op latere leeftijd optreden. En
naarmate weer meer van deze an
dere ziekten met succes bestreden
of voorkomen kunnen worden, eisen
dc overblijvende uiteraard een gro
ter aantal slachtoffers.
Daarnaast Is er nog een andere
factor van betekenis: de medische
wetenschap is thans veel verder dan
bijvoorbeeld 'n vijftig jaar geleden
in liet stellen van dc juiste diagnose
bij allerlei ziekten, óók bjj kanker.
Heel wat sterfgevallen worden
thans, geheel terecht, aan kanker
toegeschreven, die een halve eeuw
geleden niet als zodanig herkend
zouden zjjn.
Oo dc sterfte zelf heeft dat na
tuurlijk geen invloed, maar wel op
Tussen Sluis en Delfzijl
S.D.-moordenaar voor
„Ik eis doodstraf tegen deze man.'
zei proc.-liscaal van Amsterdams
Hof tijdens proces tegen S.D.-er W.
O. Mollis, die zeer vele Nederlanders
in koelen bloede vermoord heeft.
Schoenmakers in Langstraat krij
gen dit jaar ook een week extra loon
in vacantie.
Eerste spanning brug Keizersveer
is geplaatst.
Eigen provinciale vlag wil Gede
puteerde Staten van Groningen op
feestdagen uithangen. Kleuren: wit
en groen.
Bij zwemmen verdronken: de 19-
jarige Piet Ernste uit Dreumel en de
28-jarige mej. M. van Es uit Beu-
ningen, beiden in de Waal, de 21-
jarige W. Boudev/ijn uit Kapel-Ave-
zaat (in de Linge).
Limburgse imkersdag zal op 27
Juli worden gehouden ter gelegen
heid 25-jarig bestaan Limburgse
bijenhoudersbond.
Mr. Seret, leider Philips persbu
reau, komt bij regerings-voorlich-
tingsdienst te Batavia.
Acht clandestine slachters zijn in
Bussum gearresteerd.
dc statistieken, waarin nu heel wat
kanker-gevallen worden verwerkt,
die er vroeger ten onrechte buiten
bleven. Mede hieraan is het ook toe
te schrijven, dat kanker voorheen
meer in het bijzonder als een ziek
te van oudere mensen werd be
schouwd terwijl de statistieken
thans gevallen van alle leeftijden,
zelfs van baby's vermelden.
In totaal bedroeg de kankersterf-
tc in Nederland in het afgelopen
jaar 12,7 per tienduizend inwoners
en in Rotterdam 12. Het plaatselij
ke cijfer, hoe hoog ook op zich zelf
beschouwd, is dus gunstiger dan het
rijksgemiddelde.
T n 1942 schreef Fedde Schurer in
Amsterdam zijn Bijbels drama in
verzen „Simson". Geen toeval dat het
juist in die tijd ontstond.
De analogie tussen de overheer
sing der Duitsers en de strijd van het
Joodse volk tegen het machtige buur-
volk, de Filistijnen, gaf daar alle aan
leiding toe.
Het spel. dat geschreven is in
prachtige klare taal, en geheel in
versvorm gehouden, doet haast Von-
deliaans aan.
De moeilijkheid van deze spelen is
meestal, dat de dramatische kant
de handeling niet de sterkste zijde
met uitzondering van het derde
bedrijf, dat in het huis van Delila, de
Filistijnse courtisane speelt en een
prachtig stukje toneel is, vindt men
cok hier die moeilijkheid.
Wanneer we nu bedenken, dat dit
spel, dat ons confronteert met een
geheel vreemd milieu uit de 12de
eeuw voor Christus, een stuk is in
geheel andere trant geschreven dan
men als regel door dilettanten ziet
spelen, dan kunnen we niet anders
dan vol bewondering zijn voor de
groep dilettanten die dc worsteling
met deze stof aandurfden.
Onder leiding van de heer Schip-
Rij de weinige dichters onder de
1-J vele verzenschrrjvers die na
Wereldoorlog II aan het woord zijn
gekomen, moet men L. Vroman en
Victor Wcsthoff rekenen.
De eerste schreef de verzen die ziin
bundel Gedichten Querido)
vormen, in Japanse kampen op Java
en in Nagaoka. Velen begonnen in
de oorlog in cel of kamp te dichten,
maar déze verzen konden wellicht
alleen d&ar ontstaan, waar de ge
vangenschap alles had van een nut
teloze kwelling en niets van een
persoonlijk offer voor de algemene
zaak. In een vijandelijke omgeving
trok Vroman zich terug op het se
rene eiland in zich: hij schreef een
klein aantal verzen, waarachter hij
zichzelf grotendeels verbergt, in ze
kere zin (een kostbare schuilplaats,
in zulke omstandigheden), maar die
niettemin zo persoonlijk ziin dat
men de verschijning van deze ver
zen rustig een gebeurtenis kan noe
men. Een grillige, haast kinderlijke
fantasie is de zijne; zijn verzen doen
(behalve aan De Vries' capriccios,
maar die zijn veel meer een gewilde
vereenvoudiging) clenken aan het
sprookje, vooral de langere, vertel
lende, die al bijna sprookjes zijn:
Volencis wilde jagen:
hem joeg het hart, gekust
tof het geen rust kon dragen
om deze kinderlust:
„Volencis moet gaan jagen".
Vromans is geen weerbaar dich-
Met dit patroontje, een beetje
handigheid en enkele meters
textiel (ook oude jurken vallen
daaronder) kunt U zich voor
elke gelegenhied kleden.
De rug- en mouwloze tuniek
nr. 1 draagt U op een lange rok.
Deze mag desnoods een hcupstuk
van andere stof hebben: dat ziet
niemand! We stikken de zijnaden
van keursje en rok dicht, rimpe
len de rok van boven in en zet
ten hem aan het keursje, waar
van we de achterkant met een 3
c.M. breed reepje stof afwerken
en van knoopsluiting voorzien.
De achterkant van de rok kan
naar verkiezing open blijven, met
drukkertjes gesloten worden of
dichtgenaaid met van boven een
split je. De twee bovenstukken
worden in de nek (M.A.) met
elkaar verbonden door een naad
je, dat we lot 3 c.M. inrimpelen.
Aan de onderkant worden ze op
de aangegeven plaats eveneens
ingerimpeld en aan het keursje
gezet. Het pijltje geeft de plaats
van de zijnaad aan. De kanten
worden met schuine biesjes stof of met boorlint afgewerkt.
We kunnen de tuniek ook met een aangeknipt mouwtje maken als
nr. 2. De rok blijft nu van voren open, de sluiting van het keursje
op de rug vervalt, dus ook de 2 c.M. overslag. Aan de linkervoor-
kant van het keursje knippen we 2 c.M. aan voor een onderschiet je,
op de middenvoonlijn zetten we knoop
jes. Onder de rechtervoorkant naaien we
een beleg je, waarbij we tegelijk de lusjes voor
de sluiting meenemen. In plaats van de boven
stukken knippen we nu 2 voorpandjes en een
rugpand, vei binden zij- en schoudernaden, rim
pelen de onderkant van het voorpandje in en
zetten het lijfje aan het keursje. Hals en
mouwtjes worden met een schuin biesje of met
boorlint afgewerktHet keursje is hier in de
stof van de rok genomen, maar nodig is dit na
tuurlijk niet. Ook deze tuniek kunt U op een
lange rok dragen.
Voor de avondjapon nr. 3 meet U delengte
vanaf Uw taille tot op de voet en trekt de zij
lijnen van het rokpatroon tot deze lengte door.
Voor het jurkje nr. 4 maakt U de zijlijnen
van de rok 20 c.M. langer. Het rugpand krijgt
nu middenachter knoopsluiting, dus overslag
aanknippen! Desgewenst kunt U het jurkje ook
van voren sluiten net als nr. 2
Hetzelfde geldt voor het strandjurkje nr. 5,
dat geheel volgens tuniek nr. 1 gemaakt wordt.
Voor het strandpakje nr. 6 maken we de rok
20 c.M. langer, laten hem van voren open en
zetten dc bovenkant tussen een lange band van
dubbele stof. Van het keursje nemen we aan
de onderkant 4 c.M. af, maken het van dubbele E
stof en zetten het bovenstuk daartussen.
De aangegeven maten zijn in c.M. Naden en :J
zomen moeten aangeknipt worden. Het patroon g
:s voor maat 44 (bovenwijdte 96100 c.M.).
ELLA BEZEMER
ter, zijn afweermiddelen doen veel
eer denken aan die van het alleen-
gelaten kind dat spookverhalen en
boemannen tracht te vergeten door
ijverig met waterverf zijn platen te
kleuren. Deze verfijnde aquarel
kunst is daarom misschien type
rend voor de gevangenis-mentali
teit: het zal interessant zijn zijn
verdere ontwikkeling te volgen.
Natuur en poëzie
TjE ware poëzie komt meestal
1-y van waar men haar niet ver
wacht. Van een bioloog bijvoorbeeld,
die in Nederlandse natuurmonu
menten rondzwerft. Men schrikke
niet: geen dweepzieke Wandervo-
gel-lyriek, geen divagatiën over de
schoonheid van herfstrozen en ver
laten duinterreinen, maar een licht,
veerkrachtig spel met de elementen
die de natuurliefhebber ter beschik
king staan. Bij Vic Westhoff (Le
vend Barnsteen; De Bezige
Bij» staan natuur en poëzie in een
volkomen nieuwe verhouding: hij
schept met vrijwel geheel eigen
middelen uit de vele beelden die
zich in de natuur aan hem voordoen,
uit zijn vakjargon, uit Latijnse na
men zelfs („een koele algenfee"
rijmt op: „het sterrenkroos. Calli-
trichc"!), een zeer eigen poëzie, zeer
beeldend (een vlieg boven het wa
ter „dwarrelt van maan naar rim-
pelmaan"), speels en zeer oorspron
kelijk. Hij benadert de natuur niet
met het verlangen van de vermoei
de stadsmens, maar op de wijze
waarop zij zich alleen vangen laat:
met de verliefde toewijding van de
minnaar en met de ter zake kun
dige terminologie die zich daarvoor
ontwikkeld heeft (maar in poëticis
nog nooit werd gebruikt). De na
tuur schijnt hem hiervoor genadig
te zijn zij gaf hem dit vers in
de pen:
SPRENGENDAL
Uit goudiggroen kussen
welt vloeiend water,
glinsterend tussen
knisterend mos;
in honderden lussen
wringt het zich los
een flonkering later
zenden de russen
het jonge geklater
streng in het bos.
(Russen zijn, mag men het woor
denboek geloven, „een lange oever
plant, eigen aan vochtige, veenach
tige graslanden", een soort lis
waarschijnlijk.)
Vertrouwende sfeer
DE verzen van H. J. Scheepma
ker (Het Gedenken; Con
tact) zijn typerend voor het gemid
delde van de poëzie der jongere
generatie: een volmaakte verstech
niek, de ontgoocheling als geesteliik
klimaat en alle gebruikelijke ge
meenplaatsen. Een kleine bloemle
zing uit de eerste bladzijden: tus
sen droom en wereld, eenzaam hart,
vergeefs liefgehad, verouderd hart,
wat rest mij?, geluk verloren, her
innering, dit hart. mijn hart, jeugd
verloren (oogst uit zes gedichten).
Verderop wordt dit wat minder,
maar de sfeer is ook daar nog zo
angstwekkend vertrouwd, zo reeds
uit zoveel verzen van anderen be
kend, dat men het geen mens kwa
lijk kan nemen dat hif bij deze lec
tuur kregelig wordt. Het is waar:
Scheepmaker weet de toon veel zui
verder te treffen dan de meeste van
zijn generatie-genoten en al zijn
verzen zijn even gaaf en soepel,
men mag ook nog in rekening bren
gen dat in het algemeen weinige
jongere dichters in staat zijn hun
invloeden (hier voornamelijk Bloem
en Roland Holst, zoals gewoonlijk)
meester te worden, maar men ver
langt toch een poging tot een zelf
standiger uiting. Dit is belangrijker
dan een voor elke taalgevoelige
werkelijk wel aan te leren vers
techniek en een melancholie die zo
veel voorbeelden tot haar beschik
king heeft.
Technisch knap is ook de poëzie
van Hanno van Wagenvoorde (Ka-
rillon van November: Que
rido). Hij maakt een overvloedig
maar feilloos gebruik van het en
jambement, hij heeft een goede
rijmtechniek, maar hij slaagt er niet
iii zijn impressies op de lezer over
te brengen: ziin zeggingskracht
schiet tekort. Mooi is deze poëzie
overal, van de aesthetische kant be
zien. maar zij is nergens boeiend.
B. J. F.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Rotterdam-Charlois
(buitengew. pred. pl. stadszending)
B. van Gelder, Winterswijk; Gies-
sendam-Ned.-Hardinxveld, P. J. F.
Lamens te Elspeet; Utrecht (pred. in
alg. dienst) P. J. Roscam Abbing als
directeur-hoofddocent aan de in
richting v. d. vorming van diako-
nessen-gemeentezusters „De Rank"
te Utrecht.
pers, leraar aan een der middelbar»
scholen, werd het spel ingestudeerd.
Er speelden mensen aan mee uit al
lerlei groepen. Een dokter, een jour
nalist, kantoormensen, een bakker en
een groenteboer. Maar er is gewerkt
met een enthousiasme en doorzet
tingsvermogen zoals men die mis
schien alleen in Friesland vindt. Ne
gen maanden werd er gerepeteerd,
eerst onder leiding van de dichter en
Drs. Dijkstra op het zeggen van de
teksten, toen onder leiding van de
regisseur op het spel.
De resultaten
Als m£n „in het vak" zit en regel
matig het stémmenmateriaal met alle
gebreken van dilcttanttoneelspelers
onder ogen of moet ik zeggen on.
der oren krijgt, dan zal het niet
verwonderen dat mijn verwachtingen
niet te hoog gespannen waren. Maar
hier stond ik tegenover een groep be
zielde amateurs, die met elkaar deze
opvoering droegen en ze tot een gaaf
en schoon wc«k maakten. Direct bij
het begin al was er dramatische
spanning als Simson door zijn oude
vader en de burgerlijk rechtschapen
bewoners van zijn land ter verant
woording wordt geroepen. Er was
uitstekend spel te zien in het tweede
bedrijf als de afgevaardigden van de
oudere generatie komen om van Sim
son te eisen dat hij zichzelf zal offe
ren als prijs voor de vrede, aan de
Filistijnen. Een stukje echt leven als
een van de Filistijnse soldaten, die
aan de aanval die Simson met enkele
getrouwen op de duizend Filistijnen
onderneemt, ontvlucht en een schuil
hoek vindt in Simson's grot. Deze
jongeman zal, als ondergronds strij
der, deze situatie aan den lijve heb
ben ondervonden om zijn bijrolletje
zó te kunnen spelen. Voelbare span
ning als wij in liet derde bedrijf het
verraad, maar ook de strijd tussen
de ijdelheid en de liefde \an Delila
voor ons zien uitgebeeld op voor
treffelijke wijze. Wat een prachtige
vondst om het verraa van zijn ge
heim niet om geldelijk gewin te laten
gebeuren, maar via het honen van de
vorsten, dat Delila als vrouw tekort
schiet en de weddenschap dat ze het
geheim niet kan ontdekken. Dit, met
de belofte dat Simson geen leed zal
geschieden, maakt haar verraad on
danks haar liefde voor hem aanneme
lijk.
Spanning die bleef in het laatste be
drijf als bij 'het graf van Simson de
boodschap van de strijd voor de vrij
heid door jong Israël wordt verstaan.
De spelers
DE Simsonfiguur werd door Fedde
Schurer zelf gespeeld. Hij be
schikt over een prachtig geluid, dat
vooral in de lage gedeelten van een
stralende warmte is. De dichter in
Simson kwam vooral naar voren
meer dan de krachtmens, in de scène
met Delila ontroerde hij. Hier miste
inen alles wat naar zwoelheid of naar
overdreven erotiek zweemde.
Drs. Dijkstra chargeerde m.i. de
vaderfiguur te veel. Dit gebeef leidde
af van de tekst. In zijn rol van de
Verteller van Simson's dood vond ik
hem veel beter.
H. Feenstra, die elke week van
Bilthoven naar Heerenveen reisde
voor de repetities, speelde de pro
feetfiguur. Hier was een man van
allure aan het woord, prachtig be
heerst spel en een uitstekende spreek*
techniek.
De décors waren geschilderd door
de Friese kunstschilder A. v. d.
Sloot. Hij leverde prachtig werk. De
muziek was van Paulus Folkertsma.
Van grote waarde was, dat ze illu
stratie bleef en niet op de voorgrond
trad. Modern van opzet lag ze tocli
in het gehoor.
Heerenveen heeft met deze cultu
rele daad bewezen, dat het meer kan
dan voetballen. En het Friese publiek
heeft bewezen, dat men zo'n presta
tie op prijs stelt. De schouwburg
was voor alle vijf opvoeringen uit
verkocht I
Het is te hopen, dat men nog een
reeks van opvoeringen op stapel zet.
Wij vragen ons af: wanneer komt
van dit prachtige spel ccn Hollandse
opvoering? F. Schurer kreeg voor
zijn Hollandse vertaling de regerings
prijs voor het beste bevrijdingsspel.
Het spel zou het waard zijn op het
programma van een van onze beste
toneelgezelschappen te worden opge
nomen.
Pé Faber
DINSDAG 1 JULI
Avondprogramma
HILVERSUM 1, 301.5 M. 19.20
Ensemble „Fantasia"; 19.45 Depar
tementale uitzending; 20.05 De ge
wone man zegt er 't zijne van.
20.20 Radio Philharmonisch Orkest;
20.45 „Als het genie ontwaakt";
21.25 Londens Symphonie Orkest;.
22.55 „Vaders dagboek";
HILVERSUM 2. 415.5 en 218 M.
19.00 Causerie; 20.05 Initiatief Co
mité opvoering arbeidsproductivi
teit: 20.15 „Der Rosenkavalier";
21.20 Toeristische miniaturen; 21.50
„Contact"; 22.15 Buitenlands over
zicht; 22.30 Het Metropole-orkest;;
23.00 Nieuws; 23.15 Roemeense Zi-
gcunermuziek.
WOENSDAG 2 JULI
Ochtend- en Middagprogramma
HILVERSUM 1, 301.5 M. 7.00
Nieuws; 7.15 Gymnastiek; 7.45 Een
woord voor de dag; 9.30 Klassiek
Morgenconcert; 10.30 Morgen
dienst; 11.00 Clarinet-recital; 11.30
Muziek uit de Oost 11.45 Fa
milieberichten. 12.00 Cinderrella-en-
semble; 13.15 Sangh en spel; 14.00
Zendingsdag; 15.35 Kamerorkest;
17.30 Volksherstel; 17.35 Metropo
le-orkest; 18.30 Strijdkrachten.
HILVERSUM 2. 415.5 M. 7.00
Nieuws; 8.18 Operette-programma;
8.50 „Dc zorg voor jone en oud"r
9.50 BBC Symphonie-orkest; 10.00
Morgenwijding; 10.20 „Onze keu
ken; 12.35 Miller-Sextet; 13.00
Nieuws; 13.15 Voor het platteland;
13.20 Kon. Militaire Kapel; 14.00
Voor de vrouw; 14.15 „Rondom
Moskou"; 17.45 Culturele betrek
kingen tussen Nederland en Indo
nesië; 18.00 Nieuws; 18.30 „De ver
anderingen in de politieke wereld
kaart sinds 1914",