Het schone land van de Leie In gala of in de zon? Simson- Bijbels spel door Fredde Schurer Holland zien van zee uit! Kanker geen zwarte dood Twee nieuwe namen om te onthouden Radio-programma 2 Jordane van mijn hert Noordzeetochten met een salonboot Overdreven vrees Première te Heerenveen POEZIE VAN DE JONGERE GENERATIE Dinsdag 1 Juli 1947i Figuren op de expositie van moderne Belgische kunst in het Centraal museum te Utrecht Jordane van mijn hert en aderslag mijns levens, O Lege, O Vlaamse vloed lijk Vlanderen onbekend, 7 zong: Guido Gezelle. In zijn trjd was de naam van de Leie nog; nauwelijks tot Noord-Nederland doorgedrongen. Er is wel veel ver anderd sinds die tijd. En meer wel licht nog: dan de dichters en schrij vers hebben schilders aan die faam bijgedragen. Vooral de schilders uit de eerste periode, dus van 1890 tot 1910, mensen als De Cock, Van den Abeele en Emiel Claus. Daarnaast ook Valerius de Saedcleer. Hun werk is een verheerlijking: geweest van het Vlaamse land en de rivier de Leie vervult daarin een machti ge rol. Bii latere schilders wordt de menselijke figuur centraal en blijft het landschap secundair. Maar bij de eersten is de mens uitgescha keld of hij is weinig meer dan een Illustratief moment. De tentoon stelling in het Centraal Museum geeft een duidelijk beeld van een en ander. Op de Hooioogst (23) van César de Cock gaat het om het land en de lucht in ietwat barbizonse stijl, maar de mensen zijn nauwelijks an ders dan poppen. Zijn landschap uit 1880 herinnert aan onze Gorter, wat de sfeer en het kleurengamma betreft, maar het is potiger, meer „lineair". En het grote doek de Patent jestraat". tussen bomen een heldere waterloop, die veel zonlicht vangt, ademt in zijn grijze groenen en zijn typische transparantie de arcadische sfeer van Corot. Ik betwijfel intussen of de Frans man zulke formaten gebruikte voor een dergelijk thema. Het is trou wens een typische eigenschap van de Belgen en van deze Vlamingen in 't bizonder, dat zij niet tevreden zijn met het kleine vlak. Hun tem perament en hun brio vragen mèèr. Een ingetogen figuur als Gustaaf van de Woestijne zelfs houdt van verbluffende oppervlakten, van doe ken, die practisch alleen nog op museumverhoudingen berekend zijn. Neem een Xavier de Cock. Hij is in deze kudde koeien, die recht op u aankomt, een echte leerling van Troyon, die ook voor geen kleintje vervaard was, maar de Leienaar" heeft nóg meer armslag en linnen nodig. Al mogen wij, boven de Moerdijk, in het algemeen meer gp- wend aan reserve op dit punt. zul ke proporties wat onthutsend vin den, het is niet te ontkennen: de Vlamingen kunnen ze zonder moei te aan. Zelfs dit omvangrijke geval met koeien is tot in elk détail be keken en afgewogen. Al heeft het ons uiteraard heel wat minder te zeggen dan de tijdgenoten van 1880 het is toch respectabel en de moeite waard. Bovendien, dat deze land schap- en dierenschilder ook nog wel wat anders kon leert het klei ne. fijne romantische portretje van Albijn van den Abeele uit I860: zou onze Bastiaan de Poorter hier niet trots op zijn geweest? Een dromer TT R zijn ook uitzonderingen. En juist deze Albjjn van der Abee le behoort daartoe. Hij is wethou der, later burgemeester (1869) en tenslotte gemeente-secretaris van Laethem geweest, stevig bevriend met de Saedcleer. Wanneer men dit verneemt, wordt het duidelijk, dat het meet* dan toeval of enkel de schoonheid van de streek is ge weest, die van St. Martens-Lacthem een kunstenaarscentrum van bete kenis heeft gemaakt. In Laren was het Hamdorf, die de schilders tot zich trok: in Laetnem heeft v. d. Abeele ze zeker niet van zich vervreemd en toen Paul Gustave van Heckc, die andere „animateur" zich hier kwam vestigen, was het pleit beslecht. Een dromer, een zachtzinnig po- eet, zó doet v. d. Abeele zich voor in zjjn werk. dat, al moge hij meer Zondagsschilder zijn geweest dan de ande ren, nog altijd door zijn bekoorlijke eigenschap pen boeit en treft. Hij heeft niets van de vir tuoos, hij werkt ook in bescheiden formaten: en al is hij schilder, hij is wel een van die fijn zinnige mystiek aange- legden. die ver boven hun tijd uitkomen en aan wie het landschap tot in zijn geheimzin nigste intimiteiten ver trouwd is geweest. In onze streken te verge lijken met iemand als Eduard Karsen, al Is zijn palet minder don ker. Vóór men de eerste zaal verlaat laat men de knappe schilderpor tretten van Dessenis (één van hen: Gust. v. d. Woestijne zoals hij was in 1905) op zich inwerken, om dan, in de tweede zaal onder de ban te komen van Emiel Claus. Ik weet het: een tikje tè luid ruchtig, té virtuoos is hij wel, maar het ziin toch anderzijds de eigenschappen van de rasschilder, die ons steeds opnieuw meesle pen. Wie deze meester lijke bravourst ukken ziet. waar 'n edele sensitieve natuurlyriek do mineert. hij begrijpt waarom deze gulle, intelligente en praatgrage gastheer op talloze jongeren jaren achtereen zo'n verblindende sug gestie heeft uitgeoefend. Het is niet ten onrechte dat Leon de Smet in dezelfde zaal hangt. Want ook deze heeft de brillante eigenschappen van een geboren .schilder, die meer het oogbekorende zoekt dan dat h\j op geestelijke buit uitgaat. Hij is verwant aan Jan Sluyters, hoewel m.i. zijn mindere; een vlot zwierig componist, en een goochelaar met kleur. Zie de émail achtige schittering van de bloemen op het venstergezicht en de rose kleur van de tafel op het Theeuur tje. Zijn knapste werk Is het vitale portret van P. G. van Hecke ('43) met de iets te woelige achtergrond. Diepere binding T N de volgende zaal komen ande- re sentimenten naar voren. Hier zijn de brillante eigenschappen on dergeschikt aan diepere verlangens. De begeerte, die hier aan de dag treedt, kan niet door picturale schoonheid alleen bevredigd wor den. De Vlaamse Pallietergecst is onderdrukt terwille van de Vlaam se mystiek. Geen Timmermans. Gezelle, maar Teirlinck, geen Buysse. zelfs Ruusbroec. In deze zaal van Gus taaf v. d. Woestijne en Valerius de Saedeleer is de levensliefde verstild tot een gebed. Men heeft gezegd, dat op deze beiden de vermaarde tentoonstelling (1902) van Vlaamse primitieven een diepe indruk hoeft gemaakt. Het is zeer waarschijnlijk maar „besmet" met deze andere ge richtheid was Gust. v. d. Woestijne toch al eerder. Dat blijkt wel uit het portret van mevr. George Min ne uit 1900. een portret dat ik ge neigd ben voor een der hoogtepun ten van deze expositie te houden. Hier spreken herinneringen mee aan de Byzantijnse kunst, naast Florentijnse invloeden. Afgezien daarvan is het een portret van een sublieme, ja, ik ben geneigd te zeg gen aanbiddelijke gratie, die Ik ook religieus hoger aansla dan de al te nadrukkelijke, melodramatische mystiek in het Bloedoffer van Christus (1925). Ook de andere doeken van Gust. van de Woestijne, 't zij ze volkomen ernstig, 't zij met VALERIUS DE SAEDELEER zoals zijn vriend en confrère Gust. van de Woestijne hem zag gcestig-satiricke elementen door trokken zijn, zoals De Twee Len tes. De Blinde Vioolspeler en he.t portret van Valerius de Saedeleer) alle zijn van een superieure om niet te zeggen klassieke kwaliteit De Sacdclccr DE SAEDELEER die uiterlijk 'n Pallieter geweest moet zijn, was innerlijk een van vroomheid en liefde vervulde tedere natuur. Deze grote, in wijde effen plans uitge streken landschappen met hun ge temperde kleur en hun verfijnd détail, stammen enerzijds van Brueghel, anderzijds van dc symbo listen. Hij werkte met het overleg en de bezinning van de Chinezen en Japanners. De eerste impressie moest altijd door een aantal andere worden gevolgd. Zo gebeurde het dat hij zijn winterlandschappen meestentijds in de zomermaanden en zijn zomerlandschappen in de winter schilderde. En hjj verklaarde in 1931 rondborstig: „Na 27, 28 jaar inspanning, na de veranderin/ de vernieuwing mijner kunst (in zijn jeugd was hij volgeling van Courtens, dus eigenlijk impression- nist) heb ik het nog zo moeilijk bil het aanvatten van een werk. als toen ik twintig jaar oud was." De aarde, doorzongen van een religieuze hymne, zo zou men het werk van De Saedeleer en dat van Gust. v. d. Woestijne kunnen typeren. C. A. S. GESTADIG voortgesluud door twee sterke motoren klieft de hagelwitte salonboot „F. van der Wijck" hCf even gerimpelde opper vlak van de Noordzee, een breed spoor van milliarden luchtbelletjes achter zich trekkend. Al naar het flonkerend zonlicht in het wild kol kende water breekt, wentelen zich in dat brede spoor de mooiste tin- ten om en om, in >'d midden van smaragdgroen tot diep cobalt blauw, langs de randen kronkelende linten van kwikzilver Fantastisch mooi is dat spri van licht en water! De honderden genodigden op deze eerste Noordzeetocht van de „Van der Wijck1' genieten al" wij van dit schouwspel, van de zon, van de heerlijk koele zeelucht, van het ge zicht op de verre Hollandse kust, waarop hier *n uatr 7 cepjes hui zen samenplukken, Katwijk a. Zee, Noordwijk a. Zee. Varende op de grote mijnvrije scheepvaartroute langs onze kust passeren we een minimaal klein z" "chip. aan do hooggebouwde brug duidelijk te herkennen als een scV^pje van de KPM en enkele grote Amerikanen, de „Madaket" en de „George h. Bibb", Liberty's natuurlijk, wat we (Ingezonden mededeling) irrfk. Va»?** ZWITSALAX fiyui. t/ihAtoppUuj Zwitial-Apeldoorn direct zien aan de typisch strakke bouw. Holland zien van zee uit! Deze sensatie kan thans iedere landrot ook die met een smalle beurs! beleven, nu de rederij Koppe van 28 Juni af tot begin September toe da gelijks enige tochten op de Noord zee organiseert m<*t de haven van Scheveningen als \ertrekpunt. De „F. W. van der Wijck", waar mee deze tochten worden onderno men, is een volkomen zeewaardig dubbclschroefmotorschip, 850 ton bruto metend en ruimte biedend aan 1800 passagiers. Opdat men zich vrij aan boord zal kunnen be wegen worden thans maximaal 750 passagiers toegelaten. Het aan de Nederlandse Spoorwegen toebeho rend schip, dat oorspronkelijk de veerdienst EnkhuizenStavoren onderhield, werd in de oorlog danig gehavend. Het werd door een Am sterdamse werf gerestaureerd en ge heel gemoderniseerd, zodat thans zijn drie ruime dekken de plezier- vaarders weer evenveel gezelligheid en comfort bieden als voorheen. De „Van der Wijck" vaart na bet vertrek uit Scheveningen vijf mijl uit de kust om op de grote scheep vaartroute heep en weer te kunnen kruisen. TUINKALENDER DINSDAG J JULI. Een mooi en goed onderhouden grasveld is een sieraad voor de tuin. Eet gras moet minstens iedere twee weken of nog vaker worden gemaaid of ge knipt. Dat komt de dichtheid "Vnn het grasdek ten goede. Men verzui- me ook niet om onkruiden als weeg bree en paardebloem steeds met hun wortel uit het grasdek te verwijde ren. Bet spreekt van zelf, dat men het grasveld ook niet mag laten uit drogen. Om krachtig te blijven groeien vraagt het gras bovendien de nodige bodemvoeding (bemes ting). Voor zover het nodig blijkt kan men in de zomer wel een paar keer als bemesting per tien vierkan te meier telkens 150 gram kalksal" peter of volledige korrelmest uit strooien. Bij droog weer wordt het grasveld na de uitstrooiing flink besproeidj i S. L (Van onze bijzondere medewerker) Geen enkele andere ziekte spreekt zo sterk tot de verbeelding van het volk als de kanker. Het geheimzinnige waas, waarin de oorzaak van deze ziekte nog steeds gehuld is, haar veelal slepend karakter en het hoge sterftecijfer waartoe zjj leidt, zijn even zovele factoren, die dit in dc hand werken en die, bij velen z.g. kanker-vrees veroorzaakt. Toch be st *t daartoe volstrekt géén reden. In het afgelopen jaar stierven in Rotterdam 4533 mensen, waarvan 752 aan kanker. Een op de zes sterf gevallen moest dus aan deze ziekte worden toegeschreven. Inderdaad blijkt hieruit wel, dat kanker ec zeer voorname plaats onder de doodsoorzaken inneemt, veel belangrijker bijvoorbeeld dan do longtubcrculose, die in dezelfde periode slechts 185, dus één op dc 24 sterfgevallen eiste. Ander zijds echter overleden 815 mensen aan hartziekten. Dit komt neer op één van elke 5 a 6 sterfgevallen, iets méér dus nog dan aan kanker, eu dit cijfer alleen toont reeds aan hoe weinig grond er is om speciaal voor het krijgen van kanker be ducht te zijn. Wel is het een feit, dat ondanks dc onvermoeide arbeid van talloze wetenschappelijke onderzoekers over de gehele wereld het wezen van de kanker vooral wat de oorza ken ervan betreft, grotendeels nog een gesloten bock is en dat ook in Nederland sedert tientallen jaren het aantal slachtoffers van de kan ker voortdurend toeneemt. Het is allengs gestegen tot twaalf a dertien duizend Der jaar. Ogenschijnlijk wijst dit toch wel op jen veelvuldiger voorkomen of op een heftiger worden van de ziek te. maa»* waarschijnlijk moeten wij deze toename anders zien. Al beeft de medische wetenschap dc kanker nog niet onder de knie, ofschoon door chirurgisch ingrijpen en door bestraling in tal van gevallen goe de resultaten bereikt worden! allerlei andere ziekten weet zij met toenemend succes te bestrijden. En dit terugdringen van andere ziekten als doodsoorzaak moet noodzakelijk leiden tot ccn relatieve vermeerde ring van het aantal sterfgevallen aan kanker. Ook voor leken is dit begrijpelijk: alleen reeds de sterke teruggang van de zuigelingensterfte moet voeren tot een groter aantal sterfgevallen aan alle ziekten, die pas op latere leeftijd optreden. En naarmate weer meer van deze an dere ziekten met succes bestreden of voorkomen kunnen worden, eisen dc overblijvende uiteraard een gro ter aantal slachtoffers. Daarnaast Is er nog een andere factor van betekenis: de medische wetenschap is thans veel verder dan bijvoorbeeld 'n vijftig jaar geleden in liet stellen van dc juiste diagnose bij allerlei ziekten, óók bjj kanker. Heel wat sterfgevallen worden thans, geheel terecht, aan kanker toegeschreven, die een halve eeuw geleden niet als zodanig herkend zouden zjjn. Oo dc sterfte zelf heeft dat na tuurlijk geen invloed, maar wel op Tussen Sluis en Delfzijl S.D.-moordenaar voor „Ik eis doodstraf tegen deze man.' zei proc.-liscaal van Amsterdams Hof tijdens proces tegen S.D.-er W. O. Mollis, die zeer vele Nederlanders in koelen bloede vermoord heeft. Schoenmakers in Langstraat krij gen dit jaar ook een week extra loon in vacantie. Eerste spanning brug Keizersveer is geplaatst. Eigen provinciale vlag wil Gede puteerde Staten van Groningen op feestdagen uithangen. Kleuren: wit en groen. Bij zwemmen verdronken: de 19- jarige Piet Ernste uit Dreumel en de 28-jarige mej. M. van Es uit Beu- ningen, beiden in de Waal, de 21- jarige W. Boudev/ijn uit Kapel-Ave- zaat (in de Linge). Limburgse imkersdag zal op 27 Juli worden gehouden ter gelegen heid 25-jarig bestaan Limburgse bijenhoudersbond. Mr. Seret, leider Philips persbu reau, komt bij regerings-voorlich- tingsdienst te Batavia. Acht clandestine slachters zijn in Bussum gearresteerd. dc statistieken, waarin nu heel wat kanker-gevallen worden verwerkt, die er vroeger ten onrechte buiten bleven. Mede hieraan is het ook toe te schrijven, dat kanker voorheen meer in het bijzonder als een ziek te van oudere mensen werd be schouwd terwijl de statistieken thans gevallen van alle leeftijden, zelfs van baby's vermelden. In totaal bedroeg de kankersterf- tc in Nederland in het afgelopen jaar 12,7 per tienduizend inwoners en in Rotterdam 12. Het plaatselij ke cijfer, hoe hoog ook op zich zelf beschouwd, is dus gunstiger dan het rijksgemiddelde. T n 1942 schreef Fedde Schurer in Amsterdam zijn Bijbels drama in verzen „Simson". Geen toeval dat het juist in die tijd ontstond. De analogie tussen de overheer sing der Duitsers en de strijd van het Joodse volk tegen het machtige buur- volk, de Filistijnen, gaf daar alle aan leiding toe. Het spel. dat geschreven is in prachtige klare taal, en geheel in versvorm gehouden, doet haast Von- deliaans aan. De moeilijkheid van deze spelen is meestal, dat de dramatische kant de handeling niet de sterkste zijde met uitzondering van het derde bedrijf, dat in het huis van Delila, de Filistijnse courtisane speelt en een prachtig stukje toneel is, vindt men cok hier die moeilijkheid. Wanneer we nu bedenken, dat dit spel, dat ons confronteert met een geheel vreemd milieu uit de 12de eeuw voor Christus, een stuk is in geheel andere trant geschreven dan men als regel door dilettanten ziet spelen, dan kunnen we niet anders dan vol bewondering zijn voor de groep dilettanten die dc worsteling met deze stof aandurfden. Onder leiding van de heer Schip- Rij de weinige dichters onder de 1-J vele verzenschrrjvers die na Wereldoorlog II aan het woord zijn gekomen, moet men L. Vroman en Victor Wcsthoff rekenen. De eerste schreef de verzen die ziin bundel Gedichten Querido) vormen, in Japanse kampen op Java en in Nagaoka. Velen begonnen in de oorlog in cel of kamp te dichten, maar déze verzen konden wellicht alleen d&ar ontstaan, waar de ge vangenschap alles had van een nut teloze kwelling en niets van een persoonlijk offer voor de algemene zaak. In een vijandelijke omgeving trok Vroman zich terug op het se rene eiland in zich: hij schreef een klein aantal verzen, waarachter hij zichzelf grotendeels verbergt, in ze kere zin (een kostbare schuilplaats, in zulke omstandigheden), maar die niettemin zo persoonlijk ziin dat men de verschijning van deze ver zen rustig een gebeurtenis kan noe men. Een grillige, haast kinderlijke fantasie is de zijne; zijn verzen doen (behalve aan De Vries' capriccios, maar die zijn veel meer een gewilde vereenvoudiging) clenken aan het sprookje, vooral de langere, vertel lende, die al bijna sprookjes zijn: Volencis wilde jagen: hem joeg het hart, gekust tof het geen rust kon dragen om deze kinderlust: „Volencis moet gaan jagen". Vromans is geen weerbaar dich- Met dit patroontje, een beetje handigheid en enkele meters textiel (ook oude jurken vallen daaronder) kunt U zich voor elke gelegenhied kleden. De rug- en mouwloze tuniek nr. 1 draagt U op een lange rok. Deze mag desnoods een hcupstuk van andere stof hebben: dat ziet niemand! We stikken de zijnaden van keursje en rok dicht, rimpe len de rok van boven in en zet ten hem aan het keursje, waar van we de achterkant met een 3 c.M. breed reepje stof afwerken en van knoopsluiting voorzien. De achterkant van de rok kan naar verkiezing open blijven, met drukkertjes gesloten worden of dichtgenaaid met van boven een split je. De twee bovenstukken worden in de nek (M.A.) met elkaar verbonden door een naad je, dat we lot 3 c.M. inrimpelen. Aan de onderkant worden ze op de aangegeven plaats eveneens ingerimpeld en aan het keursje gezet. Het pijltje geeft de plaats van de zijnaad aan. De kanten worden met schuine biesjes stof of met boorlint afgewerkt. We kunnen de tuniek ook met een aangeknipt mouwtje maken als nr. 2. De rok blijft nu van voren open, de sluiting van het keursje op de rug vervalt, dus ook de 2 c.M. overslag. Aan de linkervoor- kant van het keursje knippen we 2 c.M. aan voor een onderschiet je, op de middenvoonlijn zetten we knoop jes. Onder de rechtervoorkant naaien we een beleg je, waarbij we tegelijk de lusjes voor de sluiting meenemen. In plaats van de boven stukken knippen we nu 2 voorpandjes en een rugpand, vei binden zij- en schoudernaden, rim pelen de onderkant van het voorpandje in en zetten het lijfje aan het keursje. Hals en mouwtjes worden met een schuin biesje of met boorlint afgewerktHet keursje is hier in de stof van de rok genomen, maar nodig is dit na tuurlijk niet. Ook deze tuniek kunt U op een lange rok dragen. Voor de avondjapon nr. 3 meet U delengte vanaf Uw taille tot op de voet en trekt de zij lijnen van het rokpatroon tot deze lengte door. Voor het jurkje nr. 4 maakt U de zijlijnen van de rok 20 c.M. langer. Het rugpand krijgt nu middenachter knoopsluiting, dus overslag aanknippen! Desgewenst kunt U het jurkje ook van voren sluiten net als nr. 2 Hetzelfde geldt voor het strandjurkje nr. 5, dat geheel volgens tuniek nr. 1 gemaakt wordt. Voor het strandpakje nr. 6 maken we de rok 20 c.M. langer, laten hem van voren open en zetten dc bovenkant tussen een lange band van dubbele stof. Van het keursje nemen we aan de onderkant 4 c.M. af, maken het van dubbele E stof en zetten het bovenstuk daartussen. De aangegeven maten zijn in c.M. Naden en :J zomen moeten aangeknipt worden. Het patroon g :s voor maat 44 (bovenwijdte 96100 c.M.). ELLA BEZEMER ter, zijn afweermiddelen doen veel eer denken aan die van het alleen- gelaten kind dat spookverhalen en boemannen tracht te vergeten door ijverig met waterverf zijn platen te kleuren. Deze verfijnde aquarel kunst is daarom misschien type rend voor de gevangenis-mentali teit: het zal interessant zijn zijn verdere ontwikkeling te volgen. Natuur en poëzie TjE ware poëzie komt meestal 1-y van waar men haar niet ver wacht. Van een bioloog bijvoorbeeld, die in Nederlandse natuurmonu menten rondzwerft. Men schrikke niet: geen dweepzieke Wandervo- gel-lyriek, geen divagatiën over de schoonheid van herfstrozen en ver laten duinterreinen, maar een licht, veerkrachtig spel met de elementen die de natuurliefhebber ter beschik king staan. Bij Vic Westhoff (Le vend Barnsteen; De Bezige Bij» staan natuur en poëzie in een volkomen nieuwe verhouding: hij schept met vrijwel geheel eigen middelen uit de vele beelden die zich in de natuur aan hem voordoen, uit zijn vakjargon, uit Latijnse na men zelfs („een koele algenfee" rijmt op: „het sterrenkroos. Calli- trichc"!), een zeer eigen poëzie, zeer beeldend (een vlieg boven het wa ter „dwarrelt van maan naar rim- pelmaan"), speels en zeer oorspron kelijk. Hij benadert de natuur niet met het verlangen van de vermoei de stadsmens, maar op de wijze waarop zij zich alleen vangen laat: met de verliefde toewijding van de minnaar en met de ter zake kun dige terminologie die zich daarvoor ontwikkeld heeft (maar in poëticis nog nooit werd gebruikt). De na tuur schijnt hem hiervoor genadig te zijn zij gaf hem dit vers in de pen: SPRENGENDAL Uit goudiggroen kussen welt vloeiend water, glinsterend tussen knisterend mos; in honderden lussen wringt het zich los een flonkering later zenden de russen het jonge geklater streng in het bos. (Russen zijn, mag men het woor denboek geloven, „een lange oever plant, eigen aan vochtige, veenach tige graslanden", een soort lis waarschijnlijk.) Vertrouwende sfeer DE verzen van H. J. Scheepma ker (Het Gedenken; Con tact) zijn typerend voor het gemid delde van de poëzie der jongere generatie: een volmaakte verstech niek, de ontgoocheling als geesteliik klimaat en alle gebruikelijke ge meenplaatsen. Een kleine bloemle zing uit de eerste bladzijden: tus sen droom en wereld, eenzaam hart, vergeefs liefgehad, verouderd hart, wat rest mij?, geluk verloren, her innering, dit hart. mijn hart, jeugd verloren (oogst uit zes gedichten). Verderop wordt dit wat minder, maar de sfeer is ook daar nog zo angstwekkend vertrouwd, zo reeds uit zoveel verzen van anderen be kend, dat men het geen mens kwa lijk kan nemen dat hif bij deze lec tuur kregelig wordt. Het is waar: Scheepmaker weet de toon veel zui verder te treffen dan de meeste van zijn generatie-genoten en al zijn verzen zijn even gaaf en soepel, men mag ook nog in rekening bren gen dat in het algemeen weinige jongere dichters in staat zijn hun invloeden (hier voornamelijk Bloem en Roland Holst, zoals gewoonlijk) meester te worden, maar men ver langt toch een poging tot een zelf standiger uiting. Dit is belangrijker dan een voor elke taalgevoelige werkelijk wel aan te leren vers techniek en een melancholie die zo veel voorbeelden tot haar beschik king heeft. Technisch knap is ook de poëzie van Hanno van Wagenvoorde (Ka- rillon van November: Que rido). Hij maakt een overvloedig maar feilloos gebruik van het en jambement, hij heeft een goede rijmtechniek, maar hij slaagt er niet iii zijn impressies op de lezer over te brengen: ziin zeggingskracht schiet tekort. Mooi is deze poëzie overal, van de aesthetische kant be zien. maar zij is nergens boeiend. B. J. F. NED. HERV. KERK Beroepen te Rotterdam-Charlois (buitengew. pred. pl. stadszending) B. van Gelder, Winterswijk; Gies- sendam-Ned.-Hardinxveld, P. J. F. Lamens te Elspeet; Utrecht (pred. in alg. dienst) P. J. Roscam Abbing als directeur-hoofddocent aan de in richting v. d. vorming van diako- nessen-gemeentezusters „De Rank" te Utrecht. pers, leraar aan een der middelbar» scholen, werd het spel ingestudeerd. Er speelden mensen aan mee uit al lerlei groepen. Een dokter, een jour nalist, kantoormensen, een bakker en een groenteboer. Maar er is gewerkt met een enthousiasme en doorzet tingsvermogen zoals men die mis schien alleen in Friesland vindt. Ne gen maanden werd er gerepeteerd, eerst onder leiding van de dichter en Drs. Dijkstra op het zeggen van de teksten, toen onder leiding van de regisseur op het spel. De resultaten Als m£n „in het vak" zit en regel matig het stémmenmateriaal met alle gebreken van dilcttanttoneelspelers onder ogen of moet ik zeggen on. der oren krijgt, dan zal het niet verwonderen dat mijn verwachtingen niet te hoog gespannen waren. Maar hier stond ik tegenover een groep be zielde amateurs, die met elkaar deze opvoering droegen en ze tot een gaaf en schoon wc«k maakten. Direct bij het begin al was er dramatische spanning als Simson door zijn oude vader en de burgerlijk rechtschapen bewoners van zijn land ter verant woording wordt geroepen. Er was uitstekend spel te zien in het tweede bedrijf als de afgevaardigden van de oudere generatie komen om van Sim son te eisen dat hij zichzelf zal offe ren als prijs voor de vrede, aan de Filistijnen. Een stukje echt leven als een van de Filistijnse soldaten, die aan de aanval die Simson met enkele getrouwen op de duizend Filistijnen onderneemt, ontvlucht en een schuil hoek vindt in Simson's grot. Deze jongeman zal, als ondergronds strij der, deze situatie aan den lijve heb ben ondervonden om zijn bijrolletje zó te kunnen spelen. Voelbare span ning als wij in liet derde bedrijf het verraad, maar ook de strijd tussen de ijdelheid en de liefde \an Delila voor ons zien uitgebeeld op voor treffelijke wijze. Wat een prachtige vondst om het verraa van zijn ge heim niet om geldelijk gewin te laten gebeuren, maar via het honen van de vorsten, dat Delila als vrouw tekort schiet en de weddenschap dat ze het geheim niet kan ontdekken. Dit, met de belofte dat Simson geen leed zal geschieden, maakt haar verraad on danks haar liefde voor hem aanneme lijk. Spanning die bleef in het laatste be drijf als bij 'het graf van Simson de boodschap van de strijd voor de vrij heid door jong Israël wordt verstaan. De spelers DE Simsonfiguur werd door Fedde Schurer zelf gespeeld. Hij be schikt over een prachtig geluid, dat vooral in de lage gedeelten van een stralende warmte is. De dichter in Simson kwam vooral naar voren meer dan de krachtmens, in de scène met Delila ontroerde hij. Hier miste inen alles wat naar zwoelheid of naar overdreven erotiek zweemde. Drs. Dijkstra chargeerde m.i. de vaderfiguur te veel. Dit gebeef leidde af van de tekst. In zijn rol van de Verteller van Simson's dood vond ik hem veel beter. H. Feenstra, die elke week van Bilthoven naar Heerenveen reisde voor de repetities, speelde de pro feetfiguur. Hier was een man van allure aan het woord, prachtig be heerst spel en een uitstekende spreek* techniek. De décors waren geschilderd door de Friese kunstschilder A. v. d. Sloot. Hij leverde prachtig werk. De muziek was van Paulus Folkertsma. Van grote waarde was, dat ze illu stratie bleef en niet op de voorgrond trad. Modern van opzet lag ze tocli in het gehoor. Heerenveen heeft met deze cultu rele daad bewezen, dat het meer kan dan voetballen. En het Friese publiek heeft bewezen, dat men zo'n presta tie op prijs stelt. De schouwburg was voor alle vijf opvoeringen uit verkocht I Het is te hopen, dat men nog een reeks van opvoeringen op stapel zet. Wij vragen ons af: wanneer komt van dit prachtige spel ccn Hollandse opvoering? F. Schurer kreeg voor zijn Hollandse vertaling de regerings prijs voor het beste bevrijdingsspel. Het spel zou het waard zijn op het programma van een van onze beste toneelgezelschappen te worden opge nomen. Pé Faber DINSDAG 1 JULI Avondprogramma HILVERSUM 1, 301.5 M. 19.20 Ensemble „Fantasia"; 19.45 Depar tementale uitzending; 20.05 De ge wone man zegt er 't zijne van. 20.20 Radio Philharmonisch Orkest; 20.45 „Als het genie ontwaakt"; 21.25 Londens Symphonie Orkest;. 22.55 „Vaders dagboek"; HILVERSUM 2. 415.5 en 218 M. 19.00 Causerie; 20.05 Initiatief Co mité opvoering arbeidsproductivi teit: 20.15 „Der Rosenkavalier"; 21.20 Toeristische miniaturen; 21.50 „Contact"; 22.15 Buitenlands over zicht; 22.30 Het Metropole-orkest;; 23.00 Nieuws; 23.15 Roemeense Zi- gcunermuziek. WOENSDAG 2 JULI Ochtend- en Middagprogramma HILVERSUM 1, 301.5 M. 7.00 Nieuws; 7.15 Gymnastiek; 7.45 Een woord voor de dag; 9.30 Klassiek Morgenconcert; 10.30 Morgen dienst; 11.00 Clarinet-recital; 11.30 Muziek uit de Oost 11.45 Fa milieberichten. 12.00 Cinderrella-en- semble; 13.15 Sangh en spel; 14.00 Zendingsdag; 15.35 Kamerorkest; 17.30 Volksherstel; 17.35 Metropo le-orkest; 18.30 Strijdkrachten. HILVERSUM 2. 415.5 M. 7.00 Nieuws; 8.18 Operette-programma; 8.50 „Dc zorg voor jone en oud"r 9.50 BBC Symphonie-orkest; 10.00 Morgenwijding; 10.20 „Onze keu ken; 12.35 Miller-Sextet; 13.00 Nieuws; 13.15 Voor het platteland; 13.20 Kon. Militaire Kapel; 14.00 Voor de vrouw; 14.15 „Rondom Moskou"; 17.45 Culturele betrek kingen tussen Nederland en Indo nesië; 18.00 Nieuws; 18.30 „De ver anderingen in de politieke wereld kaart sinds 1914",

Historische kranten - Archief Eemland

Dagblad voor Amersfoort | 1947 | | pagina 2