Soester Courant voor Soest en Omgeving Nieuws- en Advertentieblad. Verschijnt eiken Zaterdag. W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST" ®IIHl©©©S¥IWiT Bij Griep en Gevatte koude Verkoudheid der luchtwegen YENEMA's KLEEDING NAAR MAAT Het rijden in goede LUXE AUTO's is ook veel waard Garage „MIDDELWIJK" VAN DEN BERG Co. ALLE BANKZAKEN KERKSTRAAT 20 MIJNHARDT'S Werkhanden Het gebed in den Raad. No. 6 Adres voor Administratie en Redactie Van Weedestraat 7, Soest Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdags voormiddags 9 uur bij den Uitgever. Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur DË vi|iiienc ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement groote korting. Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal. Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk AREND W1ERSMA, Torenstraat 8, Tel. 86 Directie: j KOETS, Spoorstraat 24, Telefoon 226. Eerste aanspreker W. VAN DIERMEN, Talmalaan 17, Telefoon 118 Lid der Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding K1STENMAKER1J: VELDWEO 4 The noblest question In the world is, what good may 1 do in it? (Benjamin Franklin) (De meest verheven vraag in de wereld is, wat voor goed zou ik er in kunnen doen Elke staat, die aanspraak maakt op het adjectief „geciviliseerd" heeft een wet die den grondslag vormt van het staats bestel, namelijk de grondwet. Die wet vormt een geschreven gezag, waaraan elk staadsburger zich onderwerpt. Het is de hoogste wet in den lande. En zooals de grondwet in den staat in groote lijnen het recht van zijn bewoners regelt en vastlegt, zoo heeft ieder mensch in zijn denken, een grondwet, een hoogste wet, die eveneens het recht van zijn bewo ners namelijk onze gedachten regelt. Die onfeilbaar aangeeft, kan aan geven, welke gedachten goed, welke verkeerd zijn. Deze hoogste wet is de nooit falende, steeds waakzaire, altijd hoorbare, al is het nog zoo zwak stem van ons geweten in ons diepst innerlijk wezen. Nu meer en meer de menschen door de heilzame, dikwerf harde lessen der menschelijke ervaring, er toe gebracht worden, steeds hooger waarde te gaan hechten aan hun innerlijk leven, nu de menschen inderdaad meer denken, nu gaat men hoe langer, hoe duidelijker inzien, van hoeveel beteekenis het is, onze gedachten nauwkeurig te bewaken en te luisteren naar de uitspraken van de hoogste wet. Het is daarom goed, steeds aan de deur van ons denken te staan en alleen goede, helpende, eerlijke gedachten toe te staan, in ons denken te verblijven. Want het is struisvogelpo litiek te meenen, dat de gedachten, die de wereld niet ziet, dat onze verborgen gedachten, geen waarde, geen invloed, geen macht zouden hebben. In dit ver band is het wel belangwekkend, te hoo- ren, wat Dr. J. Grier Hibben, president van de bekende Princeton universiteit, juist naar aanleiding van dit onderwerp zeide, in een dezer dagen gehouden rede voor zijn senioren. Vele menschen, ver klaarde hij, „huldigen bewust het dwaal begrip, dat het niemand aangaat, wat er in hun innerlijk leven omgaat. Maar wanneer we er toe komen, wat dieper door te denken, dan zullen we moeten toegeven, dat het wel degelijk verschil maakt die gedachten, die we gewoonlijk onderhouden omdat ze een indruk op ons karakter achterlaten. Ze zullen misschien nooit uitdrukking vinden in woord of daad, maar ze kunnen onze ziel niettemin kwetsen. Ons karakter wordt voortdurend door hen geschaadt Een gedachte, in ons denken gekoesterd, die dus in ons innerlijk wezen gastvrij heid geniet, wordt intenser door het feit alleen al, dat we er over peinzen, groeit, wordt krachtiger en wanneer er een crisis in ons leven komt, in groote moeilijkheid overweldigt het ons tegen onzen wil en zoo vindt die gedachte uitdrukking in ons leven". Inderdaad, en zoo'n lang geher bergde ongewenschtegast van ons denken laat dan wel een heel droevig souvenir. Liggen de voorbeelden niet voor het grijpen, dat men van een mensch, die plotseling voor een levenskwestie werd geplaatst, moest zeggen „toen vertoonde hij zich in zijn ware gedachte", of wel. „toen toonde hij zich, zooals hij werke lijk was Is het daarom niet beter, steeds ervoor te waken, dat zulke ongewen- schte gasten uit ons denken blijven, dat we alleen goede gedachten gastvrijheid verleenen Dan kan immers ook nooit iets kwaads „onze tent naderen Dan behoeven we immers nooit te vreezen, of te schroomen, om ons ware „ik" te toonen, dan zal nooit de wereld verbaasd of teleurgesteld zijn, want dan zullen wij steeds, ons in onze „ware gedaante" toonen. Er ligt een heele mooie gedachte in de woorden van dr. Hibben, toen hij zeide„Ik hoop dat er ook in Uw levens een grondwet zal zijn, een heel korte, die misschien maar één artikel inhoudt, een artikel van het fundamenteele, on veranderlijke onderscheid tusschen goed en kwaad. Ik hoop dat er een rechtbank zal zijn die die fundamenteele wet van Uw zijn zal interpreteeren en die rechtbank is de balie van Uw eigen oordeel. En door Uw eigen voordeel, en niet door het oordeel der wereld, zult gij staan of vallen". Zeker, het kan soms wel eens moeilijk schijnen, steeds op te leven naar onze hoogste wel. Maar het is goed dan te bedenken, dan uit eerlijke goede daad, volbracht met de volle toestemming van ons geweten, nooit ook maar eenig kwaad of nadeel voor ons kan voortvloeien. En dat kan een machtig groote steun zijn. Floris C. KAMERKRONIEK Nogmaalsda minister die huiverde - Een minderheids- of een meerderheidskabinet- Van een vlieger die niet opging - De huurwetten Suriname. Naarmate het oogenblik nadert, dat de Eerste Kamer de eindbeslissing zal hebben te nemen in zake het Neder- landsch-Belgische verdrag, wordt de discussie van vóór- en tegenstanders meer toegespitst. Van verschillende zijde werd men getroffen door de vragen in de Eerste Kamer tijdens hetafdeelings- onderzoek, naar aanleiding van de uitlating van minister van Karnebeek, dat hij „huiverig" was als hij dacht aan de mogelijkheid, dat de Kamer het verdrag zou verwerpen. Het aandringen op een positieve uiteenzetting, van de gevolgen van verwerping, waarvan de minister zoo huiverde, vond niet algemeen instemming. Zoo werd van r.k. zijde betoogd en het is niet zoo vreemd om te veronderstellen, dat dit betoog wellicht van hooger hand geinspireerd werd en dus inderdaad als een antwoord op de gestelde vragen zou kunnen worden beschouwd dat wanneer die aandrang om een positief antwoord werd uitgeoefend in het vertrouwen, dat de minister van Buitenlandsche zaken er niet aan zou mogen en kunnen voldoen, hier dan een tactiek gepleegd zou zijn, waarbij op onverantwoordelijke wijze met de hoogste belangen van ons land gespeeld werd. De minister moest er rekening mee houden, dat de mogelijkheid van verwerping bestaat. Hij mocht, door thans mee tedeelen wat er dan gebeuren zal, de positie voor ons land, die zeker niet sterk zal zijn, niet nog meer verzwakken. Van r.k. zijde werd verder verklaard, dat alles gaat om vitale belangen van ons land voor verre toekomst, belangen, veel ernstiger en veel ingrijpender dan die, welke men vreest, dat door aan neming van het tractaat geschonden kunnen worden. En dan komt de klap op den vuurpijl, die een aanduiding van de „gevolgen van verwerping" zou kunnen zijn: „wie nauwlettend gade slaat de economische ontwikkeling in de verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland, zal beseffen, van hoe groot gewicht het is, of daarbij België naast of tegenover ons staat". Van andere zijde wordt hiertegen aangevoerd, dat het er dan wel eenigszins van weg heeft, of het tractaat in kwestie een uitvloeisel is van een intimidatie- politiek ten opzichte van ons land en ook, dat de geopperde motieven van een bepaalde politieke constellatie de toekomst, niet voldoende rekening houden met den nieuwen geest in de Europeesche politiek, den geest van Volkenbond en internationale arbitrage. In ieder geval, zooals de toestand zich momenteel door den objectieven toe- Sanapirin-tabletien. Buisje 75, 40, 25 cent Anga-bonbons. Doozen van 90 en 60 cent Bij Apoth. en Drogisten. EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169 schouwer laat beoordeelen, zal minister van Karnebeek zich moeten voorbereiden op concrete vragen in de Eerste Kamer. Van zijn slot-argumentatie zal buitenge woon veel afhangen. Of het direct verband houdt met de mogelijkheid van verwerping van het tractaat en daaruit voortvloeiende moei lijkheden in ons intermezzo-kabinet, is misschien wat te gewaagd om te ver onderstellen, maar in ieder geval is de laatste dagen de kabinetskwestie weer op de proppen gekomen door een aantal artikelen van den heer Schaper (s.d.) die de vorming van een minder heidskabinet, bestaande uit r.k. en v.d. met steun van s.d.a.p., bepleitte. Maar voorshands kon dit voorstel van geen der betrokken partijen goedkeuring erlangen. Officieel werd door s.d. te kennen gegeven, dat er geen aanleiding is, van de voorkeur voor democratische meerderheidsregeering af te zien. Te minder aanleiding was er, nu juist den laatsten tijd, na het gebeurde met de moties-Suring en -Bulten, de drang naar zulk een democratisch bewind in katho lieke kringen zienderoogen hand-oOer- hand toenam. En r.k. verklaarden, dat het niet op den weg lag der katholieken, zich als regeeringspartij te stellen onder het toezicht, de controle en het goed vinden der s.d.a.p., daargelaten nog de vraag, of zij met de vrijzinnig-democraten op ministerieel avontuur zouden willen uitgaan. De v.d., bij monde van Mr. Marchant, hadden er ook al geen waar deering voor. De v.d. partij kon niet, zonder ernstig gevaar voor haar bestaan, als aanhangsel van een viermaal grootere partij aan de regeering deelnemen. De samenwerking met de r.k. op zich zelf, in grooter verband, was reeds niet zonder bezwaar. Omdat de v.d. niet alleen democraten, maar ook vrijzinnigen zijn. Dan bleef er rekening te houden met de werking van dit r.k. kabinet, zij het met eenige v.d., naar buiten. In Nederland leefde, aldus Mr. Marchant, eenmaal een sterk anti-papisme en tegen een zoodanig kabinet zou dit onmiddellijk worden gemotiveerd. Zulk een kabinet zou dus geen levenskracht hebben. Een ander bezwaar was, de medewer king van s.d.a.p. van buitenaf. De positie van zoo'n kabinet met een geloofsbrief haar verstrekt door een fractie, die zelf zich vrijhoudt van regeeringsverantwoor- delijkheid, zou heel eigenaardig worden. Het zou een „zet"-ministerie zijn van de s.d.a.p. Neen, Mr. Marchant zag momenteel nog geen licht, al gaf hij als zijn meening te kennen, dat voor een parlementair kabinet in aanmerking zou kunnen komen, een ministerie voort gekomen uit de r.k. en a.r. partijen alleen, met „welwillenden steun" van de c.h. fractie, of onder een verschuiveude welwillendheid. Voorts waren daar nog de huurwetten, of liever, de intrekking daarvan, die den heer ter Laan hadden geinspireerd tot eenige vragen tot den minister, over de eventueele gevolgen van die intrekking. De minister was echter van oordeel, dat de omstandigheden over het alge meen weer zoo zijn, dat vraag en aanbod van woningen weer normaal kunnen worden geacht. En huurverhooging, als de wetgever bij instelling der huurwetten heeft willen voorkomen, acht de minister bij de tegenwoordige verhoudingen op woninggebied uitgesloten. Al weer dus een herinnering aan de bange oorlogs jaren, fiie verdwijnt. Eenige interessante mededeelingen deed de minister van Koloniën nog in zijn memorie in zake de Surinaamsche begrooting. De huidige politiek ten aanzien van Suriname dan, was gericht op een zoo krachtig mogelijke bevorde ring van alle op gezonde grondslagen berustende pogingen om de natuurlijke rijkdommen van Suriname productief te maken. Er waren eenige lichtpunten maar, zei de minister, men wachtezich voor een te gr-oot optimisme. Op hel denkbeeld van den Ondernemersraad echter, om Suriname te ontheffen van zijn verplichtingen jegens Nederland i£ zake rente en aflossing van de in den loop der jaren geleende gelden, meende hij voorshands niet te moeten ingaan POLITICUS. rechtvaardigd een dergelijke groote uitgave niet, te meer daar er geen klachten inkomen over ernstige gepleegde strafbare feiten en voor buitengewone diensten kan door den Burgemeester steeds assistentie worden aangevraagd en verkregen van de Maréchaussée en de Rijksveldwacht, zonder eenige kosten voor de gemeente. Belastingbetalers denk er om, we zijn met onzen Gemeenteraad reeds in het moeras aangeland en we komen er nog steeds dieper in, want die Inspecteur moet een Bureau hebben, later moet er een Commissaris van Politie komen en natuurlijk een klerk en een typiste volgt al gauw, een gebouw zal dan ook noodzakelijk zijn, dat kan niet uitblijven. Kiezers van de verschillende kies verenigingen kijkt toch vooral uit wien ge naar den Raad afvaardigd, want dezen Raad negeerd alle wenken en verzoeken van de Burgerij. Een goede huishouding is onze gemeente niet. De bestuurders voeren ons op boven onzen stand. Soesterberg, 31 Januari 1927. E. VELDMEIJER Betaler dier hatelijke straat belasting om met den Bur gemeester te spreken. EIGEN HAARD IS GOUD WAARD TELEFOON 1 Burgerlijke Stand GEBOREN: Everarda, d. v. H. G Groen en N. P. Bakker Cornelis Timotheus, z. v. C. de Bruin en M. Hogeboom Petronella, d. v. O. Floor en G. Boom Everardus Hendrikus, z. v. G. Onwezen en A. Westerveld Hendrika Maria, d. v. H. Wijnhoff en A. Westerveld Gerrit Johan- nes, z. v. A. C. v. Megen en E. C. Hendriksen Petronella Cor- nelia, d. v. H. A. Veenendaal en E. A. Kraaijenhagen. ONDERTROUWD: L. W. Vermanen en J. C. Zuidam J. H. Brouwer en B. M. v. Hofslot. GEHUWD: J. H. v. Schaik en G. Reijerse P. Appeldoorn en A. J. F. v. de Kuit. OVERLEDENConstance, A. M. M v. Straelen, 30 jr, ongehuwd Gerrit v. Hees, 80 jr, ongehuwd Hendrik W. Heijman, 36 jr, echtgen. v. Jkvr. L. Th. de Gerard de Mieiet van Coehoorn Hen- riette J. J. Matthieu, 65 jr, onge huwd Henderika D. Eerhard 76 jr, Wed. v. J. Altenaar Willem Moree, 62 jr, geh. m. J C. Godart Helena v. Zwetselaar 87 jr, Wed. v. H. v. Doorn Harry Verkooijen, 5 mnd. Hen- rica M. v. Breukelen, 15 mnd. Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur, vergun mij voor onderstaande een plaatsje in Uw blad „De Soester". In den Raad der gemeente Soest is bij de laatst gehouden begrooting het voorstel van B. en W. aangenomen om het Politiecorps uit te breiden en daartoe gevoteerd f 15.000.n.l. voor het eerst voor 1927 f 5000.— voor 1928 f 10.000. en voor 1929 f 15.000.Zoodat te beginnen met 1929 telken jare daartoe f15.000.op de begrooting zal woeden gebracht. En nu geef ik toe, dat het misschien noodig is een paar agenten van politie meer aan te stellen bij het corps, om de andere agenten wat meer rust te kunnen geven, maar om nu een Inspecteur aan te stellen, terwijl men een goede Chef aan den Majoor Zwarts heeft, vind ik onnoodig, gezien den lof aan het politiecorps (incluis Zwarts) toegebracht en gezien onze gemeente- financiën onverantwoordelijk, dit laatste K A S S I E S JULIANAPLEIN 5 - TELEFOON 163 - SOEST ONDERGRONDSCHE BRAND-INBRAAKVRIJE KLUIS VOORHEEN FA. STRIJKER TELEFOON 84 JULIANASTRAAT 7 Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten90 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. weinig kosten een goed pad zal aanleggen naar het vermaarde bergje met zijn fraaie uitzicht. Dat zal ook u ten goede komen I En nu ik toch over een caféhouder schrijf, wil ik ook even de aandacht vestigen van ons gemeentebestuur op den nog slechten toestand van het rijwielpad langs den Koudhoornweg. Wel is dit pad eenigen tijd geleden onder handen genomen, zoodat de heulen wat zijn gedicht en de kantjes wat zijn afgestoken, maar het pad is nog veel te smal en ook veel te zandig. En nu de Heer Van der Kuilen zijn Hotel-Pension „Bosch en Duin" zoo belangrijk heeft uitgebreid en gemoder niseerd 't is thans de grootste en mooiste gelegenheid van Soest op dat gebied dient het gemeentebestuur daar althans een behoorlijk pad naar toe te leggen. Tevens is het pad de verbinding van het dorp Soest met het rijwielpad 't GooiSoesterberg. A. LANGS DEN WEG 'k Heb in mijn vorig stukje wat gesputterd over den gang van zaken bij ons gemeentebestuur. Die geweldige politieuitbreiding, drie jaar achter elkaar telkens f5000.er bij, acht ik onver antwoordelijk. Overal in den lande tracht men op de politie te bezuinigen. Amsterdam geeft het voorbeeld. De Burgemeester dier gemeente denkt dit jaar f 80.000.f 90.000.— te bezuini gen. Tachtig duizend gulden, dat ii geen kleinigheid I En in onze arme gemeente, waar je het vel over de ooren wordt gestroopt vanwege de hooge belastingen, nog maar even vijftien duizend gulden er bijEn dan gaat men in het Soester Nieuwsblad den dank van den Burgemeester aan den Heer De Koning voor de verdediging van dat voorstel nog wat aandikken. Je moet toch maar durven ook I Er zullen niet veel Soesters zijn, die amen zeggen op zulk een stroopsmeerderij Je moet de menschen maar eens hooren Maar in een andere zaak heeft ons gemeentebestuur weer een pluim ver diend, inzonderheid de Wethouder van openbare werken. Hij blijkt een man, die leering wil trekken uit hetgeen in zijn gemeentenaren leeft en naar voren komt. Over het besluit tot den aanleg van het Paardegat in een plantsoen was men algemeen ontstemd. De Wet houder heeft dit in zijn ooren geknoopt en het 'Paardegat blijft zooals het in November van het vorig jaar lag. Men vroeg om verbetering van de wegen 1 Practisch werk, nuttig werk 1 En 't is dezen winter uitgevoerd ook. Men zie eens hoe vele wegen zijn verbeterd, hoe menig rijwielpad aangelegd tot groot genoegen, tot groot nut, tot groot voordeel van onze gemeente. Één van die paden wil ik in 't bijzonder noemen, 't Is het belangrijke pad langs den Soesterengweg. Al meermalen heb ik op den aanleg van dit pad gewezen. En nu ligt het er kant en klaar, 't Wordt al druk bereden ookl Het rij wiel verkeer kan nu van den grooten weg, den rijksweg, worden afgeleid. Wanneer er nu borden, flinke, t oog loopende borden worden geplaatst, één bij Nieuwerhoek(opschrift: Rijwielpad naar AmersfoortSoester berg), één bij de Birktstraat, hoek Gallenkamp Pelsweg (opschrift: Rijwiel pad naar Soestdijk), dan mag men verwachten, dat vele vreemdelingen ook van het mooie pad gebruik zullen maken, tot ontlasting van den drukken gevaarlijken dorpsweg. Een kleiner bord bij de Soesterbergschestraat (naar Soes terberg) en een aanwijzing bij het begin van de Julianastraat, hoek Wilhelmina- straat, alsmede aan het eind van den Soesterengweg, begin Kolonieweg, waar men twee richtingen uit kan en zeker zullen zeer velen, in het a.s. seizoen van dit belangrijk pad gebruik maken. De borden rijwielpad, waardoor het mogelijk wordt de wettelijke bepalingen op de paden toe te passen zullen ook zeker niet vergeten worden. Nu men zoo mooi bezig is vele wegen van behoorlijke paden te voorzien, mag ik wellicht ook nog wel eens wijzen op het groote belang van paden langs Talmalaan, Dalweg, Eigendomsweg, Duinweg, Braamweg, Olijkcwegen Heete Akkerweg. Op een pad naar dezevenspar vanaf de Birktstraat heb ik vroeger al eens gewezen. De eigenaar van het café Nieuw- Vosseveld heeft gezorgd, dat bij het enlre van dien weg, wat zijn terrein betreft, niets dan lof valt te vermelden. Op keurige wijze heeft hij zijn tuin aangelegd en den achterluin door riet matten aan het oog onttrokken. Weste- meijer, ik maak u thans mijn compliment en hoop dat het gemeentebestuur uw voorbeeld zal volgen en ook daar met Ik heb no.oit geweten dat als een raads lid iets wat het gemeentebelang betreft niet begrijpt en daarvoor inlichtingen vraagt, daarmede een flater (anders ge zegd: stommiteit) begaat. En andere „flaters" heb ik van mijzelf bij het na lezen der notulen niet kunnen ontdek ken. Ik houd mij dan ook zeer aanbe volen voor een opsomming Uwerzijds, opdat ik niet genoodzaakt zij te her halen wat ik in de raadszitting van 26 Juni 1.1. den heer Rietveld gezegd heb omtrent het in de Christelijke Pers ge ven van een scheeve voorstelling van zaken, iets waarvoor de heer Rietveld heer genoeg was later zijne excuses aan te bieden. Mr. J. H. VAN DOORNE Lid van den Raad. Aan de Redactie van het „Soester Nieuwsblad" M. Hl In de twee vorige nummers van Uw blad wordt de bijzondere aandacht van Uwe lezers gevestigd op de buitenge wone flaters, en het erbarmelijk figuur, door mij, volgens Uw overzichtschrijver althans, bij de behandeling van de be grooting van het grondbedrijf in den Raad, geslagen. Laat ik al dadelijk beginnen met rond uit te erkennen dat nog steeds die be grooting voor mij vele raadselen bevat, zoodat wanneer men mij -vraagt of ik de cijfers op het grondbedrijf betrekking hebbend, begrijp, ik antwoord: neen. Wanneer mijne twaalf mederaadsleden even eerlijk voor den dag willen komen, zullen ze moeten erkennen dat zij het evenmin snappen. En diegene van dit twaalftal die waarlijk zou meenen wel zoo terzake deskunkig te zijn, wil ik gaarne voor een aantal vraagteekens plaatsen, waarbij hij mij de oplossing dan maar eens moet geven! Ten be wijze van deze waarschijnlijk wordt dit door Uw overzichtschrijver wel bru taal en overmoedig geoordeeld I be wering, diene dat ik omtrent de post "Rentegevend goed en Leening nog te sluiten f 124.808.84" inlichting ge vraagd heb of heb laten vragen aan de heeren Endendijk, Foeken, Van Elten, Van den Berg, den Secretaris en den Burgemeester, en geen dier heeren heeft van dat bedrag de verklaring en de specificatie gegeven welke in Uw blad van verl. Zaterdag voorkomt. Zelfs heeft de heer Endendijk mij in presentie van den secretaris vóór de avondver gadering van 28 December 1.1. verzekerd dat in genoemd bedrag van f 124.808.84 GEEN post te sluiten leening voorkwam hoewel dit toch volgens de specificatie in Uw blad WEL het geval is. De con clusie dat genoemde heeren de zaak dus evenmin begrijpen ligt voor de hand. Men begrijpe inmiddels wel dat ik daar de heeren geen verwijt van maak, daar ook zij hun wetenschap in dezen zullen moeten verkrijgen van den betreffenden hoofdambtenaar, daar het niet doenlijk is elk postje van de be grooting geheel zelfstandig na te speuren. En zelfs ik, die er zoo erbarmelijk weinig van weet, ben zoo vrij voorals nog te beweren dat de specificatie die in Uw blad van Zaterdag l.l. voorkomt NIET juist is, wat ik t.z.t. hoop aan te toonen. Ook wil ik nog opmerken dat het mij zeer merkwaardig voorkomt dat de heer van den Berg tweemaal voor mij aan den burgemeester de spe cificatie van de ff24.808.84 heeft ge vraagd doch die niet kan krijgen om dat.... de stukken te Amersfoort waren, terwijl thans in Uw blad een volledige uiteenzetting door den heer Van Vliet met medeweten en voorkennis van den Burgemeester en den heer Van Elten wordt gegeven, waarvoor het ontbreken van die stukken dan toch blijkbaar geen bezwaar is 111 In den Raad heb ik veel vragen ge steld, juist omdat mij de zaak in zoo vele opzichten duister was, en ik het mijn plicht als raadslid acht opheldering te vragen over dingen die ik niet be grijp. Ieder die er bij geweest is zal moeten toegeven dat de wethouder van Publ. Werken mij de gevraagde inlich tingen niet kon geven, doch volkomen afhankelijk was van den soufleursrol dien de heer Van Vliet op zich geno men had. En natuurlijk maak ik er al weer den heer Van Elten geen verwijt van, noch zal ik over hem gaan uitba zuinen dat hij een erbarmelijk figuur of flater op flater sloeg 1 Dat zij vérre van mij. Recht tot verwijt zou ik alleen heb ben wanneer de wethouder toonde technisch niet op de hoogte te zijn doch dat zou ik niet gaarne durven beweren. ruw, rood of beschadigd worden weer spoedig gaaf en zacht met os 30 ct. PUROL „En wanneer gij bidtzoo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden want die plegen te bidden omdat zij van de menschen gezien wor den". „Maar gij, wanneer gij bidt, ga in Uw binnenkamer, en Uw deur gesloten hebbendbidt tot Uwen vader die in het verborgene is". En als gij bidt zoo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden. Mattheus 6:5/7 In Soest bestaat de gewoonte de raadszittingen met gebed te openen. Ik zeg gewoonte, waarbij ik er den nadruk op wil leggen dat het ook niet méér als gewoonte is. Er meer heilige zaken, die door der tijden sleur tot een gewoonte vèrworden. Hoevele der jonge menschen die wat men noemt „aangenomen worden" laten zich dat welgevallen omdat vader, moeder, broers en zusters óók aange nomen zijn en om géén andere reden 1 Hoevelen der genen die zich opmaken om het geheiligd ceremonie der belij denis en overstane van de gansche ge meente te ondergaan, doen dit uit werkelijke behoefte, uit innerlijken gees telijken drang om belijdenis af te leggen van hun waarachtig geloof, uit oprechten innerlijken drang door het avondmaal te kunnen deelnemen aan het heilig symboliek van den dood van Hem, dien zij daardoor als hun Verlosser mogen aanbidden Laat ons elkaar niets wijs maken. De eerste zoo niet de eenigste aanleiding is, dat men daartoe wordt gedwongen door ouders of familie, krach tens de gewoonte gedwongen wordt die ceremonie te ondergaan om lid van de kerk te wordenOm van die ge woonte, van die familietraditie af te wij ken, daar behoort moed toe I Méér moed dan er blijkbaar veor noodig is een geheiligd ceremonie te ontwijden door het te beschouwen als een „aanmelding voor lidmaatschap". Zoo is ook het gebed veelal verworden tot een gewoonte I Het gebed, de inner lijke drang van den mensch zich in den geest op te heffen tot den Macht dien hij geloofd alles te besturen, in de vaste overtuiging dat hij, nieteling, het als een onwaardeerbaar voorrecht moet beschou wen, zijn oogen niet eens te durven opslaan en slechts te mogen stamelen Wees mij zondaar genadig 1 En dit alles is verworden tot het prevelen van een formulier, uit gewoonte. Gevoelt hij die werkelijk gelooft dan niet dat een der gelijk gebed geen gebed is, maar een paskwil, een bespotting van wat heilig behoort te zijn I Die God aanbidt, moet hem aanbidden in waarheid 1 (Johs. 5 24) Die dit niet doet, maar van het ge bed ,.een ijdel verhaal van woorden maakt, om van de menschen gezien te worden", doet méér kwaad dan hij die aan een dergelijke vertooning niet mee doet. Hebben de „geloovigen" in den Raad zich wel eens ingedacht, hoe zij het gebed, verondersteld dat zij het werkelijk medebidden, enkele oogenbhkken daarna door hun optreden alleen tot een be spotting maakten Hebben die geloovigen in den Raad wel eens gedacht aan het woord van Marcus„Wanneer gij staat om te bidden, vergeeft indien gij iets tegen iemand hebt I" Ja, vergevensge zindheid, die deugd ligt U geloovigen dik op het gelaat I Bidt gij geloovigen, werkelijk, zooals het formulier luidt, om „den geest der bedachtzaamheid, en kloekmoedigheid Bedachtzaam, niet op persoonlijk of partijbelang I Kloek moedig om Uw eigen fouten te durven inzien en daarvoor vergeving te vragen 1 Neemt dan Christelijke Raadsleden van Soest, dezen raad aan Maak niet langer tot een bespotting wat heilig behoort te zijn, en schaft het gebed in den Raad af I

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1