Soester Courant
voor Soest en Omgeving
Nieuws- en Advertentieblad.
Verschijnt eiken Zaterdag.
W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint
ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST"
®IIHl©©©S¥IWiT
Bij Griep en Gevatte koude
Verkoudheid der luchtwegen
YENEMA's
KLEEDING NAAR MAAT
Het rijden in goede LUXE
AUTO's is ook veel waard
Garage „MIDDELWIJK"
VAN DEN BERG Co.
ALLE BANKZAKEN
KERKSTRAAT 20
MIJNHARDT'S
Werkhanden
Het gebed in den Raad.
No. 6
Adres voor Administratie en Redactie
Van Weedestraat 7, Soest
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdags
voormiddags 9 uur bij den Uitgever.
Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur
DË
vi|iiienc
ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement groote korting.
Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal.
Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk
AREND W1ERSMA, Torenstraat 8, Tel. 86
Directie: j KOETS, Spoorstraat 24, Telefoon 226.
Eerste aanspreker W. VAN DIERMEN, Talmalaan 17, Telefoon 118
Lid der Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding
K1STENMAKER1J: VELDWEO 4
The noblest question In the world
is, what good may 1 do in it?
(Benjamin Franklin)
(De meest verheven vraag in de
wereld is, wat voor goed zou ik
er in kunnen doen
Elke staat, die aanspraak maakt op
het adjectief „geciviliseerd" heeft een wet
die den grondslag vormt van het staats
bestel, namelijk de grondwet. Die wet
vormt een geschreven gezag, waaraan
elk staadsburger zich onderwerpt. Het is
de hoogste wet in den lande. En zooals
de grondwet in den staat in groote lijnen
het recht van zijn bewoners regelt en
vastlegt, zoo heeft ieder mensch in zijn
denken, een grondwet, een hoogste wet,
die eveneens het recht van zijn bewo
ners namelijk onze gedachten
regelt. Die onfeilbaar aangeeft, kan aan
geven, welke gedachten goed, welke
verkeerd zijn. Deze hoogste wet is de
nooit falende, steeds waakzaire, altijd
hoorbare, al is het nog zoo zwak
stem van ons geweten in ons diepst
innerlijk wezen.
Nu meer en meer de menschen door
de heilzame, dikwerf harde lessen der
menschelijke ervaring, er toe gebracht
worden, steeds hooger waarde te gaan
hechten aan hun innerlijk leven, nu de
menschen inderdaad meer denken, nu
gaat men hoe langer, hoe duidelijker
inzien, van hoeveel beteekenis het is,
onze gedachten nauwkeurig te bewaken
en te luisteren naar de uitspraken van
de hoogste wet. Het is daarom goed,
steeds aan de deur van ons denken te
staan en alleen goede, helpende, eerlijke
gedachten toe te staan, in ons denken
te verblijven. Want het is struisvogelpo
litiek te meenen, dat de gedachten, die
de wereld niet ziet, dat onze verborgen
gedachten, geen waarde, geen invloed,
geen macht zouden hebben. In dit ver
band is het wel belangwekkend, te hoo-
ren, wat Dr. J. Grier Hibben, president
van de bekende Princeton universiteit,
juist naar aanleiding van dit onderwerp
zeide, in een dezer dagen gehouden rede
voor zijn senioren. Vele menschen, ver
klaarde hij, „huldigen bewust het dwaal
begrip, dat het niemand aangaat, wat er
in hun innerlijk leven omgaat. Maar
wanneer we er toe komen, wat dieper
door te denken, dan zullen we moeten
toegeven, dat het wel degelijk verschil
maakt die gedachten, die we gewoonlijk
onderhouden omdat ze een indruk
op ons karakter achterlaten. Ze zullen
misschien nooit uitdrukking vinden in
woord of daad, maar ze kunnen onze
ziel niettemin kwetsen. Ons karakter
wordt voortdurend door hen geschaadt
Een gedachte, in ons denken gekoesterd,
die dus in ons innerlijk wezen gastvrij
heid geniet, wordt intenser door het feit
alleen al, dat we er over peinzen, groeit,
wordt krachtiger en wanneer er een crisis
in ons leven komt, in groote moeilijkheid
overweldigt het ons tegen onzen wil en
zoo vindt die gedachte uitdrukking in ons
leven". Inderdaad, en zoo'n lang geher
bergde ongewenschtegast van ons denken
laat dan wel een heel droevig souvenir.
Liggen de voorbeelden niet voor het
grijpen, dat men van een mensch, die
plotseling voor een levenskwestie werd
geplaatst, moest zeggen „toen vertoonde
hij zich in zijn ware gedachte", of wel.
„toen toonde hij zich, zooals hij werke
lijk was Is het daarom niet beter, steeds
ervoor te waken, dat zulke ongewen-
schte gasten uit ons denken blijven, dat
we alleen goede gedachten gastvrijheid
verleenen Dan kan immers ook nooit
iets kwaads „onze tent naderen Dan
behoeven we immers nooit te vreezen,
of te schroomen, om ons ware „ik" te
toonen, dan zal nooit de wereld verbaasd
of teleurgesteld zijn, want dan zullen wij
steeds, ons in onze „ware gedaante"
toonen. Er ligt een heele mooie gedachte
in de woorden van dr. Hibben, toen hij
zeide„Ik hoop dat er ook in Uw levens
een grondwet zal zijn, een heel korte,
die misschien maar één artikel inhoudt,
een artikel van het fundamenteele, on
veranderlijke onderscheid tusschen goed
en kwaad. Ik hoop dat er een rechtbank
zal zijn die die fundamenteele wet van
Uw zijn zal interpreteeren en die
rechtbank is de balie van Uw eigen
oordeel. En door Uw eigen voordeel, en
niet door het oordeel der wereld, zult
gij staan of vallen".
Zeker, het kan soms wel eens moeilijk
schijnen, steeds op te leven naar onze
hoogste wel. Maar het is goed dan te
bedenken, dan uit eerlijke goede daad,
volbracht met de volle toestemming van
ons geweten, nooit ook maar eenig kwaad
of nadeel voor ons kan voortvloeien.
En dat kan een machtig groote steun
zijn. Floris C.
KAMERKRONIEK
Nogmaalsda minister die
huiverde - Een minderheids-
of een meerderheidskabinet-
Van een vlieger die niet
opging - De huurwetten
Suriname.
Naarmate het oogenblik nadert, dat
de Eerste Kamer de eindbeslissing zal
hebben te nemen in zake het Neder-
landsch-Belgische verdrag, wordt de
discussie van vóór- en tegenstanders
meer toegespitst. Van verschillende
zijde werd men getroffen door de vragen
in de Eerste Kamer tijdens hetafdeelings-
onderzoek, naar aanleiding van de
uitlating van minister van Karnebeek,
dat hij „huiverig" was als hij dacht
aan de mogelijkheid, dat de Kamer het
verdrag zou verwerpen. Het aandringen
op een positieve uiteenzetting, van de
gevolgen van verwerping, waarvan de
minister zoo huiverde, vond niet algemeen
instemming. Zoo werd van r.k. zijde
betoogd en het is niet zoo vreemd
om te veronderstellen, dat dit betoog
wellicht van hooger hand geinspireerd
werd en dus inderdaad als een antwoord
op de gestelde vragen zou kunnen
worden beschouwd dat wanneer
die aandrang om een positief antwoord
werd uitgeoefend in het vertrouwen,
dat de minister van Buitenlandsche
zaken er niet aan zou mogen en kunnen
voldoen, hier dan een tactiek gepleegd
zou zijn, waarbij op onverantwoordelijke
wijze met de hoogste belangen van
ons land gespeeld werd. De minister
moest er rekening mee houden, dat
de mogelijkheid van verwerping bestaat.
Hij mocht, door thans mee tedeelen
wat er dan gebeuren zal, de positie
voor ons land, die zeker niet sterk zal
zijn, niet nog meer verzwakken. Van
r.k. zijde werd verder verklaard, dat
alles gaat om vitale belangen van ons
land voor verre toekomst, belangen,
veel ernstiger en veel ingrijpender dan
die, welke men vreest, dat door aan
neming van het tractaat geschonden
kunnen worden. En dan komt de klap
op den vuurpijl, die een aanduiding
van de „gevolgen van verwerping" zou
kunnen zijn: „wie nauwlettend gade
slaat de economische ontwikkeling in
de verhouding tusschen Frankrijk en
Duitschland, zal beseffen, van hoe groot
gewicht het is, of daarbij België naast
of tegenover ons staat".
Van andere zijde wordt hiertegen
aangevoerd, dat het er dan wel eenigszins
van weg heeft, of het tractaat in kwestie
een uitvloeisel is van een intimidatie-
politiek ten opzichte van ons land en
ook, dat de geopperde motieven van
een bepaalde politieke constellatie
de toekomst, niet voldoende rekening
houden met den nieuwen geest in de
Europeesche politiek, den geest van
Volkenbond en internationale arbitrage.
In ieder geval, zooals de toestand zich
momenteel door den objectieven toe-
Sanapirin-tabletien. Buisje 75, 40, 25 cent
Anga-bonbons. Doozen van 90 en 60 cent
Bij Apoth. en Drogisten.
EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169
schouwer laat beoordeelen, zal minister
van Karnebeek zich moeten voorbereiden
op concrete vragen in de Eerste Kamer.
Van zijn slot-argumentatie zal buitenge
woon veel afhangen.
Of het direct verband houdt met de
mogelijkheid van verwerping van het
tractaat en daaruit voortvloeiende moei
lijkheden in ons intermezzo-kabinet, is
misschien wat te gewaagd om te ver
onderstellen, maar in ieder geval is de
laatste dagen de kabinetskwestie weer
op de proppen gekomen door een
aantal artikelen van den heer Schaper
(s.d.) die de vorming van een minder
heidskabinet, bestaande uit r.k. en v.d.
met steun van s.d.a.p., bepleitte. Maar
voorshands kon dit voorstel van geen
der betrokken partijen goedkeuring
erlangen. Officieel werd door s.d. te
kennen gegeven, dat er geen aanleiding
is, van de voorkeur voor democratische
meerderheidsregeering af te zien. Te
minder aanleiding was er, nu juist den
laatsten tijd, na het gebeurde met de
moties-Suring en -Bulten, de drang naar
zulk een democratisch bewind in katho
lieke kringen zienderoogen hand-oOer-
hand toenam. En r.k. verklaarden, dat
het niet op den weg lag der katholieken,
zich als regeeringspartij te stellen onder
het toezicht, de controle en het goed
vinden der s.d.a.p., daargelaten nog de
vraag, of zij met de vrijzinnig-democraten
op ministerieel avontuur zouden willen
uitgaan. De v.d., bij monde van Mr.
Marchant, hadden er ook al geen waar
deering voor. De v.d. partij kon niet,
zonder ernstig gevaar voor haar bestaan,
als aanhangsel van een viermaal grootere
partij aan de regeering deelnemen. De
samenwerking met de r.k. op zich zelf,
in grooter verband, was reeds niet
zonder bezwaar. Omdat de v.d. niet
alleen democraten, maar ook vrijzinnigen
zijn. Dan bleef er rekening te houden
met de werking van dit r.k. kabinet,
zij het met eenige v.d., naar buiten. In
Nederland leefde, aldus Mr. Marchant,
eenmaal een sterk anti-papisme en
tegen een zoodanig kabinet zou dit
onmiddellijk worden gemotiveerd. Zulk
een kabinet zou dus geen levenskracht
hebben.
Een ander bezwaar was, de medewer
king van s.d.a.p. van buitenaf. De positie
van zoo'n kabinet met een geloofsbrief
haar verstrekt door een fractie, die zelf
zich vrijhoudt van regeeringsverantwoor-
delijkheid, zou heel eigenaardig worden.
Het zou een „zet"-ministerie zijn van
de s.d.a.p. Neen, Mr. Marchant zag
momenteel nog geen licht, al gaf hij
als zijn meening te kennen, dat voor
een parlementair kabinet in aanmerking
zou kunnen komen, een ministerie voort
gekomen uit de r.k. en a.r. partijen
alleen, met „welwillenden steun" van
de c.h. fractie, of onder een verschuiveude
welwillendheid.
Voorts waren daar nog de huurwetten,
of liever, de intrekking daarvan, die
den heer ter Laan hadden geinspireerd
tot eenige vragen tot den minister, over
de eventueele gevolgen van die intrekking.
De minister was echter van oordeel,
dat de omstandigheden over het alge
meen weer zoo zijn, dat vraag en aanbod
van woningen weer normaal kunnen
worden geacht. En huurverhooging, als
de wetgever bij instelling der huurwetten
heeft willen voorkomen, acht de minister
bij de tegenwoordige verhoudingen op
woninggebied uitgesloten. Al weer dus
een herinnering aan de bange oorlogs
jaren, fiie verdwijnt.
Eenige interessante mededeelingen
deed de minister van Koloniën nog in
zijn memorie in zake de Surinaamsche
begrooting. De huidige politiek ten
aanzien van Suriname dan, was gericht
op een zoo krachtig mogelijke bevorde
ring van alle op gezonde grondslagen
berustende pogingen om de natuurlijke
rijkdommen van Suriname productief te
maken. Er waren eenige lichtpunten
maar, zei de minister, men wachtezich
voor een te gr-oot optimisme. Op hel
denkbeeld van den Ondernemersraad
echter, om Suriname te ontheffen van
zijn verplichtingen jegens Nederland i£
zake rente en aflossing van de in den
loop der jaren geleende gelden, meende
hij voorshands niet te moeten ingaan
POLITICUS.
rechtvaardigd een dergelijke groote
uitgave niet, te meer daar er geen
klachten inkomen over ernstige gepleegde
strafbare feiten en voor buitengewone
diensten kan door den Burgemeester
steeds assistentie worden aangevraagd
en verkregen van de Maréchaussée en
de Rijksveldwacht, zonder eenige kosten
voor de gemeente.
Belastingbetalers denk er om, we
zijn met onzen Gemeenteraad reeds in
het moeras aangeland en we komen
er nog steeds dieper in, want die
Inspecteur moet een Bureau hebben,
later moet er een Commissaris van
Politie komen en natuurlijk een klerk
en een typiste volgt al gauw, een gebouw
zal dan ook noodzakelijk zijn, dat kan
niet uitblijven.
Kiezers van de verschillende kies
verenigingen kijkt toch vooral uit wien
ge naar den Raad afvaardigd, want
dezen Raad negeerd alle wenken en
verzoeken van de Burgerij. Een goede
huishouding is onze gemeente niet. De
bestuurders voeren ons op boven onzen
stand.
Soesterberg, 31 Januari 1927.
E. VELDMEIJER
Betaler dier hatelijke straat
belasting om met den Bur
gemeester te spreken.
EIGEN HAARD IS GOUD WAARD
TELEFOON 1
Burgerlijke Stand
GEBOREN: Everarda, d. v. H. G
Groen en N. P. Bakker Cornelis
Timotheus, z. v. C. de Bruin en
M. Hogeboom Petronella, d.
v. O. Floor en G. Boom
Everardus Hendrikus, z. v. G.
Onwezen en A. Westerveld
Hendrika Maria, d. v. H. Wijnhoff
en A. Westerveld Gerrit Johan-
nes, z. v. A. C. v. Megen en E.
C. Hendriksen Petronella Cor-
nelia, d. v. H. A. Veenendaal en
E. A. Kraaijenhagen.
ONDERTROUWD: L. W. Vermanen
en J. C. Zuidam J. H. Brouwer
en B. M. v. Hofslot.
GEHUWD: J. H. v. Schaik en G.
Reijerse P. Appeldoorn en A.
J. F. v. de Kuit.
OVERLEDENConstance, A. M. M
v. Straelen, 30 jr, ongehuwd
Gerrit v. Hees, 80 jr, ongehuwd
Hendrik W. Heijman, 36 jr,
echtgen. v. Jkvr. L. Th. de Gerard
de Mieiet van Coehoorn Hen-
riette J. J. Matthieu, 65 jr, onge
huwd Henderika D. Eerhard
76 jr, Wed. v. J. Altenaar
Willem Moree, 62 jr, geh. m. J
C. Godart Helena v. Zwetselaar
87 jr, Wed. v. H. v. Doorn
Harry Verkooijen, 5 mnd. Hen-
rica M. v. Breukelen, 15 mnd.
Ingezonden
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Mijnheer de Redacteur, vergun mij
voor onderstaande een plaatsje in Uw
blad „De Soester".
In den Raad der gemeente Soest is
bij de laatst gehouden begrooting het
voorstel van B. en W. aangenomen om
het Politiecorps uit te breiden en daartoe
gevoteerd f 15.000.n.l. voor het eerst
voor 1927 f 5000.— voor 1928 f 10.000.
en voor 1929 f 15.000.Zoodat te
beginnen met 1929 telken jare daartoe
f15.000.op de begrooting zal woeden
gebracht. En nu geef ik toe, dat het
misschien noodig is een paar agenten
van politie meer aan te stellen bij het
corps, om de andere agenten wat meer
rust te kunnen geven, maar om nu een
Inspecteur aan te stellen, terwijl men
een goede Chef aan den Majoor Zwarts
heeft, vind ik onnoodig, gezien den
lof aan het politiecorps (incluis Zwarts)
toegebracht en gezien onze gemeente-
financiën onverantwoordelijk, dit laatste
K A S S I E S
JULIANAPLEIN 5 - TELEFOON 163 - SOEST
ONDERGRONDSCHE BRAND-INBRAAKVRIJE KLUIS
VOORHEEN FA. STRIJKER
TELEFOON 84
JULIANASTRAAT 7
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Staal-Tabletten90 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
weinig kosten een goed pad zal aanleggen
naar het vermaarde bergje met zijn
fraaie uitzicht. Dat zal ook u ten goede
komen I
En nu ik toch over een caféhouder
schrijf, wil ik ook even de aandacht
vestigen van ons gemeentebestuur op
den nog slechten toestand van het
rijwielpad langs den Koudhoornweg.
Wel is dit pad eenigen tijd geleden
onder handen genomen, zoodat de
heulen wat zijn gedicht en de kantjes
wat zijn afgestoken, maar het pad is
nog veel te smal en ook veel te zandig.
En nu de Heer Van der Kuilen zijn
Hotel-Pension „Bosch en Duin" zoo
belangrijk heeft uitgebreid en gemoder
niseerd 't is thans de grootste en
mooiste gelegenheid van Soest op dat
gebied dient het gemeentebestuur
daar althans een behoorlijk pad naar
toe te leggen. Tevens is het pad de
verbinding van het dorp Soest met het
rijwielpad 't GooiSoesterberg.
A.
LANGS DEN WEG
'k Heb in mijn vorig stukje wat
gesputterd over den gang van zaken
bij ons gemeentebestuur. Die geweldige
politieuitbreiding, drie jaar achter elkaar
telkens f5000.er bij, acht ik onver
antwoordelijk. Overal in den lande
tracht men op de politie te bezuinigen.
Amsterdam geeft het voorbeeld. De
Burgemeester dier gemeente denkt dit
jaar f 80.000.f 90.000.— te bezuini
gen. Tachtig duizend gulden, dat ii
geen kleinigheid I En in onze arme
gemeente, waar je het vel over de ooren
wordt gestroopt vanwege de hooge
belastingen, nog maar even vijftien
duizend gulden er bijEn dan gaat
men in het Soester Nieuwsblad den
dank van den Burgemeester aan den
Heer De Koning voor de verdediging
van dat voorstel nog wat aandikken.
Je moet toch maar durven ook I Er
zullen niet veel Soesters zijn, die amen
zeggen op zulk een stroopsmeerderij
Je moet de menschen maar eens hooren
Maar in een andere zaak heeft ons
gemeentebestuur weer een pluim ver
diend, inzonderheid de Wethouder van
openbare werken. Hij blijkt een man,
die leering wil trekken uit hetgeen in
zijn gemeentenaren leeft en naar voren
komt. Over het besluit tot den aanleg
van het Paardegat in een plantsoen
was men algemeen ontstemd. De Wet
houder heeft dit in zijn ooren geknoopt
en het 'Paardegat blijft zooals het in
November van het vorig jaar lag.
Men vroeg om verbetering van de
wegen 1 Practisch werk, nuttig werk 1
En 't is dezen winter uitgevoerd ook.
Men zie eens hoe vele wegen zijn
verbeterd, hoe menig rijwielpad
aangelegd tot groot genoegen, tot groot
nut, tot groot voordeel van onze gemeente.
Één van die paden wil ik in 't bijzonder
noemen, 't Is het belangrijke pad langs
den Soesterengweg. Al meermalen heb
ik op den aanleg van dit pad gewezen.
En nu ligt het er kant en klaar, 't Wordt
al druk bereden ookl
Het rij wiel verkeer kan nu van den
grooten weg, den rijksweg, worden
afgeleid. Wanneer er nu borden, flinke,
t oog loopende borden worden
geplaatst, één bij Nieuwerhoek(opschrift:
Rijwielpad naar AmersfoortSoester
berg), één bij de Birktstraat, hoek
Gallenkamp Pelsweg (opschrift: Rijwiel
pad naar Soestdijk), dan mag men
verwachten, dat vele vreemdelingen ook
van het mooie pad gebruik zullen maken,
tot ontlasting van den drukken
gevaarlijken dorpsweg. Een kleiner bord
bij de Soesterbergschestraat (naar Soes
terberg) en een aanwijzing bij het begin
van de Julianastraat, hoek Wilhelmina-
straat, alsmede aan het eind van den
Soesterengweg, begin Kolonieweg, waar
men twee richtingen uit kan en zeker
zullen zeer velen, in het a.s. seizoen
van dit belangrijk pad gebruik maken.
De borden rijwielpad, waardoor het
mogelijk wordt de wettelijke bepalingen
op de paden toe te passen zullen ook
zeker niet vergeten worden.
Nu men zoo mooi bezig is vele
wegen van behoorlijke paden te voorzien,
mag ik wellicht ook nog wel eens
wijzen op het groote belang van paden
langs Talmalaan, Dalweg, Eigendomsweg,
Duinweg, Braamweg, Olijkcwegen Heete
Akkerweg. Op een pad naar dezevenspar
vanaf de Birktstraat heb ik vroeger al
eens gewezen.
De eigenaar van het café Nieuw-
Vosseveld heeft gezorgd, dat bij het
enlre van dien weg, wat zijn terrein
betreft, niets dan lof valt te vermelden.
Op keurige wijze heeft hij zijn tuin
aangelegd en den achterluin door riet
matten aan het oog onttrokken. Weste-
meijer, ik maak u thans mijn compliment
en hoop dat het gemeentebestuur uw
voorbeeld zal volgen en ook daar met
Ik heb no.oit geweten dat als een raads
lid iets wat het gemeentebelang betreft
niet begrijpt en daarvoor inlichtingen
vraagt, daarmede een flater (anders ge
zegd: stommiteit) begaat. En andere
„flaters" heb ik van mijzelf bij het na
lezen der notulen niet kunnen ontdek
ken. Ik houd mij dan ook zeer aanbe
volen voor een opsomming Uwerzijds,
opdat ik niet genoodzaakt zij te her
halen wat ik in de raadszitting van 26
Juni 1.1. den heer Rietveld gezegd heb
omtrent het in de Christelijke Pers ge
ven van een scheeve voorstelling van
zaken, iets waarvoor de heer Rietveld
heer genoeg was later zijne excuses
aan te bieden.
Mr. J. H. VAN DOORNE
Lid van den Raad.
Aan de Redactie van het
„Soester Nieuwsblad"
M. Hl
In de twee vorige nummers van Uw
blad wordt de bijzondere aandacht van
Uwe lezers gevestigd op de buitenge
wone flaters, en het erbarmelijk figuur,
door mij, volgens Uw overzichtschrijver
althans, bij de behandeling van de be
grooting van het grondbedrijf in den
Raad, geslagen.
Laat ik al dadelijk beginnen met rond
uit te erkennen dat nog steeds die be
grooting voor mij vele raadselen bevat,
zoodat wanneer men mij -vraagt of ik
de cijfers op het grondbedrijf betrekking
hebbend, begrijp, ik antwoord: neen.
Wanneer mijne twaalf mederaadsleden
even eerlijk voor den dag willen komen,
zullen ze moeten erkennen dat zij het
evenmin snappen. En diegene van dit
twaalftal die waarlijk zou meenen wel
zoo terzake deskunkig te zijn, wil ik
gaarne voor een aantal vraagteekens
plaatsen, waarbij hij mij de oplossing
dan maar eens moet geven! Ten be
wijze van deze waarschijnlijk wordt
dit door Uw overzichtschrijver wel bru
taal en overmoedig geoordeeld I be
wering, diene dat ik omtrent de post
"Rentegevend goed en Leening nog te
sluiten f 124.808.84" inlichting ge
vraagd heb of heb laten vragen aan de
heeren Endendijk, Foeken, Van Elten,
Van den Berg, den Secretaris en den
Burgemeester, en geen dier heeren heeft
van dat bedrag de verklaring en de
specificatie gegeven welke in Uw blad
van verl. Zaterdag voorkomt. Zelfs
heeft de heer Endendijk mij in presentie
van den secretaris vóór de avondver
gadering van 28 December 1.1. verzekerd
dat in genoemd bedrag van f 124.808.84
GEEN post te sluiten leening voorkwam
hoewel dit toch volgens de specificatie
in Uw blad WEL het geval is. De con
clusie dat genoemde heeren de zaak
dus evenmin begrijpen ligt voor de
hand. Men begrijpe inmiddels wel dat
ik daar de heeren geen verwijt van
maak, daar ook zij hun wetenschap in
dezen zullen moeten verkrijgen van den
betreffenden hoofdambtenaar, daar het
niet doenlijk is elk postje van de be
grooting geheel zelfstandig na te speuren.
En zelfs ik, die er zoo erbarmelijk
weinig van weet, ben zoo vrij voorals
nog te beweren dat de specificatie die
in Uw blad van Zaterdag l.l. voorkomt
NIET juist is, wat ik t.z.t. hoop aan te
toonen. Ook wil ik nog opmerken dat
het mij zeer merkwaardig voorkomt
dat de heer van den Berg tweemaal
voor mij aan den burgemeester de spe
cificatie van de ff24.808.84 heeft ge
vraagd doch die niet kan krijgen om
dat.... de stukken te Amersfoort waren,
terwijl thans in Uw blad een volledige
uiteenzetting door den heer Van Vliet
met medeweten en voorkennis van den
Burgemeester en den heer Van Elten
wordt gegeven, waarvoor het ontbreken
van die stukken dan toch blijkbaar
geen bezwaar is 111
In den Raad heb ik veel vragen ge
steld, juist omdat mij de zaak in zoo
vele opzichten duister was, en ik het
mijn plicht als raadslid acht opheldering
te vragen over dingen die ik niet be
grijp. Ieder die er bij geweest is zal
moeten toegeven dat de wethouder van
Publ. Werken mij de gevraagde inlich
tingen niet kon geven, doch volkomen
afhankelijk was van den soufleursrol
dien de heer Van Vliet op zich geno
men had. En natuurlijk maak ik er al
weer den heer Van Elten geen verwijt
van, noch zal ik over hem gaan uitba
zuinen dat hij een erbarmelijk figuur of
flater op flater sloeg 1 Dat zij vérre van
mij. Recht tot verwijt zou ik alleen heb
ben wanneer de wethouder toonde
technisch niet op de hoogte te zijn
doch dat zou ik niet gaarne durven
beweren.
ruw, rood of beschadigd worden
weer spoedig gaaf en zacht met
os 30 ct. PUROL
„En wanneer gij bidtzoo zult
gij niet zijn gelijk de geveinsden
want die plegen te bidden omdat
zij van de menschen gezien wor
den".
„Maar gij, wanneer gij bidt, ga
in Uw binnenkamer, en Uw deur
gesloten hebbendbidt tot Uwen
vader die in het verborgene is".
En als gij bidt zoo gebruikt geen
ijdel verhaal van woorden.
Mattheus 6:5/7
In Soest bestaat de gewoonte de
raadszittingen met gebed te openen. Ik
zeg gewoonte, waarbij ik er den nadruk
op wil leggen dat het ook niet méér als
gewoonte is. Er meer heilige zaken, die
door der tijden sleur tot een gewoonte
vèrworden. Hoevele der jonge menschen
die wat men noemt „aangenomen worden"
laten zich dat welgevallen omdat vader,
moeder, broers en zusters óók aange
nomen zijn en om géén andere reden 1
Hoevelen der genen die zich opmaken
om het geheiligd ceremonie der belij
denis en overstane van de gansche ge
meente te ondergaan, doen dit uit
werkelijke behoefte, uit innerlijken gees
telijken drang om belijdenis af te leggen
van hun waarachtig geloof, uit oprechten
innerlijken drang door het avondmaal
te kunnen deelnemen aan het heilig
symboliek van den dood van Hem, dien
zij daardoor als hun Verlosser mogen
aanbidden Laat ons elkaar niets wijs
maken. De eerste zoo niet de eenigste
aanleiding is, dat men daartoe wordt
gedwongen door ouders of familie, krach
tens de gewoonte gedwongen wordt die
ceremonie te ondergaan om lid van
de kerk te wordenOm van die ge
woonte, van die familietraditie af te wij
ken, daar behoort moed toe I Méér moed
dan er blijkbaar veor noodig is een
geheiligd ceremonie te ontwijden door
het te beschouwen als een „aanmelding
voor lidmaatschap".
Zoo is ook het gebed veelal verworden
tot een gewoonte I Het gebed, de inner
lijke drang van den mensch zich in den
geest op te heffen tot den Macht dien
hij geloofd alles te besturen, in de vaste
overtuiging dat hij, nieteling, het als een
onwaardeerbaar voorrecht moet beschou
wen, zijn oogen niet eens te durven
opslaan en slechts te mogen stamelen
Wees mij zondaar genadig 1 En dit alles
is verworden tot het prevelen van een
formulier, uit gewoonte. Gevoelt hij die
werkelijk gelooft dan niet dat een der
gelijk gebed geen gebed is, maar een
paskwil, een bespotting van wat heilig
behoort te zijn I Die God aanbidt, moet
hem aanbidden in waarheid 1 (Johs. 5
24) Die dit niet doet, maar van het ge
bed ,.een ijdel verhaal van woorden
maakt, om van de menschen gezien te
worden", doet méér kwaad dan hij die
aan een dergelijke vertooning niet mee
doet.
Hebben de „geloovigen" in den Raad
zich wel eens ingedacht, hoe zij het
gebed, verondersteld dat zij het werkelijk
medebidden, enkele oogenbhkken daarna
door hun optreden alleen tot een be
spotting maakten Hebben die geloovigen
in den Raad wel eens gedacht aan het
woord van Marcus„Wanneer gij staat
om te bidden, vergeeft indien gij iets
tegen iemand hebt I" Ja, vergevensge
zindheid, die deugd ligt U geloovigen
dik op het gelaat I Bidt gij geloovigen,
werkelijk, zooals het formulier luidt, om
„den geest der bedachtzaamheid, en
kloekmoedigheid Bedachtzaam, niet
op persoonlijk of partijbelang I Kloek
moedig om Uw eigen fouten te durven
inzien en daarvoor vergeving te vragen 1
Neemt dan Christelijke Raadsleden van
Soest, dezen raad aan Maak niet langer
tot een bespotting wat heilig behoort te
zijn, en schaft het gebed in den Raad
af I