Zomer-Uitverkoop
Bel op Telefoon 200
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
GEMEENTE-FILM
v/m iKiif moMY
Piano leerares
Zaterdag 30 Juli 1927
ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST"
Kantoor voor SOESTERBERG:
BANNINGSTRAAT 19
Een raad van SOCRATES. kamerkroniek
Fietstochten
VENEMA's
Heeren Mode-Magazijn
Garage „MIDDELWIJK"
LuxeVERHUUR-AUTO's
E. van Meurs,
VAN DIJK'S
MEUBELTRANSPORT
STEENH0FSTR. 57 TEL. 69
No. 31
Vijftiend® Jaargang
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIEV. WEEDESTRAAT 7, SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS;e UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAG AVONDS O UUR AAN HET BUREAU
UITGEVER: G. VAN DEN BOVENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK
Kantoor: TORENSTRAAT 8, Telef. 2086
Directie
J
J
AREND WIERSMA, Torenstraat 8, Tel. 2085.
KOETS, Spoorstraat 24, Telefoon 2226.
Voor R K. teraardebestellingen wende men zich tot den Heer W. SUKEL,
Koster der H H. Petrus en Pauluskerk.
Waarnemend Directeur: J.
VAN DRIE
Onschuld is als een blikkende
wapenrustingzij siert en be
schermd. SOUTH.
De grootste eer, die wij de waar
heid kunnen bewijzen, is haar te
gebruiken. EMERSON.
Er zijn tijden, dat een schijnbaar
ongunstige ontwikkeling van den gang
van zaken op het gebied der wereld
huishouding, een ontmoedigende uit
werking heeft op hen, die den vrede
een warm hart toedragen. Er zijn er,
die door den weinig vlotten loop van
de maritieme ontwapeningsconferentie
te Genève en de geringe daadwerkelijke
resultaten, teleurgesteld zijn, erger nog,
die gaan wanhopen aan de vredesbe
weging, zooals die zich na den oorlog
in steeds sterker mate heeft ontwikkeld.
Het zijn deze weinig standvastigen, die
zich nog niet hebben weten op te werken
tot het peil, waarop men de onomstoo-
telijke waarheid beseft van het woord
La vérité est en marcheet rien ne
l'arrèteraf Niets kan den loop van de
waarheid stuiten. Geen schijnbare tegen
slag, geen wantrouwen, geen ironie, geen
ongeloof, geen spot, geen nijd. En de
waarheid, dat de oorlog niet alleen een
„instituut is, doch ook een gedachtelijke
toestand, waarin de voornaamste factoren
zijn wantrouwen en argwaan" is reeds
geruimen tijd in het denken der menschen
gedaagd en heeft grooten voortgang
gemaakt. We hebben wel te beseffen,
dat niets deze eenmaal klaar geworden
waarheid kan te niet doen of in haar
loop kan stuiten.
Deze waarheidsschemering is wel
teekenend voor de revolutie (of is het
evolutie die zich in de gedachtenwe-
reld voltrekt. Meer en meer zien we, hoe
op elk gebied der menschelijke activiteit,
men tot de ontdekking komt, dat de
factoren, waarmee men uitsluitend reke
ning heeft te houden en die uitsluitend
van belang zijn de gedachten der
menschen zijn, individueel zoowel als
collectiefzoo ziet men in, dat het geen
nut zou hebben, onmiddellijk alle oor
logstuig te vernietigen, wanneer wij in
onze gedachten nog plaats laten voor
vijandelijke gevoelens en haatdragende
motieven. Met andere woorden, dat aan
de materieele ontwapening als „conditio
sine qua non" de moreele, gedachtelijke
ontwapening moet voorafgaan. En het is
juist in deze richting, dat we alom zulk
een bemoedigenden vooruitgang kunnen
waarnemen.
Drie wereldmachten namen aan de
vlootbeperkingsconferentie te Genève
deel. En onafhankelijk nu van wat deze
conferentie al of niet aan resultaten op
leverde, is het treffend, hier drie uit
spraken van een toonaangevend Ameri
kaan, een Japanner en een Engelschman
weer te geven. Juist in verband met het
voorgaande.
De Amerikaan President Goolidge
Zooals het noodzakelijk is, het hart van
het individu te veranderen, evenzoo is
het noodig de harten der naties te ver
anderen. Hiernaar is dikwijls verwezen
als moreele ontwapening. Veel te veel
zijn de internationale verhoudingen ge
baseerd geweest op vrees. De naties
verheugen zich over het feit, dat zij den
moed hebben elkaar te bevechten. Wan
neer zal de tijd komen, dat zij den moed
hebben elkaar te vertrouwen
De Japanner. Keizer Hiro-Hito„De
wereld maakt het proces der evolutie
door. Een nieuw hoofdstuk wordt ge
opend in de geschiedenis der mensche
lijke beschaving. De politiek van dit
land (Japan) staat altijd voor vooruitgang
en verbetering. Eenvoud in plaats van
holle vertooning, originaliteit in plaats
van blinde navolging, vooruitgang ten
aanzien van deze periode van evolutie,
verbetering ten einde gelijken tred te
houden met de voortschrijdende be
schaving, nationale harmonie in doel en
actie, en vriendschap jegens alle naties
der wereld. Dat zijn onze voornaamste
doeleinden".
De Engelschman Stanley Baldwin
Vaderlandsliefde, een van de fijnste en
meest natuurlijke gevoelens die beslaan,
moet nooit verlaagd worden tot liefde
voor ons zelf, ten koste van haat van
anderen.
Overal dus, een beroep op gedachte
lijke verbetering van het individu, in
plaats van „holle vertooning", die niet
gedragen wordt door en in overstemming
is met onze gedachten en motieven. Is
dit feitelijk iets anders, dan de raad van
den ouden Socrates, waar hij zegtDe
mensch die voor de rechtvaardigheid
gaat vechten,moet in het verborgen
werken, niet in het openbaar (Of in
ieder geval woorden van die strekking.)
La vérité est en marche
FLOR1S C.
Doos 30,60, Tube 80 ct.
Over een vandalistisch
minister - En een praatje
over klinkers - Alsmede
een zonderling opstootje
- En een opmerkelijke
speech
Hoe durft gij U nog in het openbaar
te vertoonenl
Gij zijt de grootste vandaal van Ne
derland
Dit zijn woorden, die men tot meneer
Van der Vegte, minister van Waterstaat
hoogstdezelve, heeft gericht. En dat,
omdat er ergens 13 eiken geveld werden,
in verband met wegenaanleg. 26 brief
kaarten (waarop dan de geïncrimineerde
woorden o.a. voorkomen) had de minister
nog onlangs ontvangen over die 11/2 eik.
De minister voelde er dus weinig voor,
op voorstel van den heer Polak in de
Eerste Kamer, om den aanleg van den
weg AmsterdamGooi te verbieden op
grond van vandalisme ten aanzien van
natuurschoon. Want, zoo zeide z.exc., dan
zou men waarschijnlijk zeggenDurft
gij dat zeggen, gij, die U ieder oogenblik
zelf aan vandalisme schuldig maakt I
Er was ook nog een pleidooi voor
den klinker
Dit kwam alles zoo te pas bij eenige
wetsontwerpen in zake het wegenfonds.
(Die, het zij hier voor alle zekerheid
maar vooruit geconstateerd, z.h.s. goed
gekeurd werden).
Welnu dan, de heeren Smeenge (v.b.)
en Polak (s.d.a.p.) en ook Moltmaker
(s.d.a.p.) toonden zich ware ridders van
den onvervalschten Nederlandschen
straatklinker. Zij wilden de wegen niet
asfalteeren of betonneeren of wat dan
ook, alleen klinkers moesten gebruikt
worden. En de argumenten waren, dat
dan de binnenschippers, die de steenen
vervoeren, geen schade zullen lijden,
dat de beplantingen langs de wegen niet
zullen lijden van het gif der wegbedek-
kingen, dat in den grond dringt, en dat
de arbeiders in de steen-industrie niet
met werkloosheid bedreigd zullen worden
Minister van de Vegte was zoo geroerd
door het pleidooi voor dien goeden ouden
Nederlandschen straatklinker, dat hij
vond, dat hij het niet zou kunnen ver
beteren en ernstige overweging toezegde.
Toen was er even een opstootje in
de Kamer. Of eigenlijk niet precies in
de eigenlijke Kamer. Het was op de
perstribune. Een van de jongste collega's
waagde het te vragen „waarom worden
er eigenlijk wegen aangelegd, om de
binnenschippers te plezieren, of om het
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL 169
verkeer te dienen Waarop de andere
kamerverslaggevers antwoordden„We
gelooven om het verkeer te dienen".
Dus, er moeten zoo goed mogelijke
zoo vlak mogelijke wegen zijn
(a, natuurlijk.
En als nu een betonnen weg veel
beter is dan een klinkerweg?
Dan moet er betonweg komen, ten
minste zoo kan een leek denken.
En nu wordt er aangedrongen op
ouderwetsche klinkers, omdat het zoo
jammer zou zijn voor de binnenschippers
als ze dat vrachtje moesten missen Wal
kunnen de consequenties daarvan niet
zijn
Wij waagden het niet, onzen jongsten
collega, die eenigszins fantastisch is aan
gelegd, in zijn overpeinzingen te volgen.
Maar hij ging voort:
„Stel je voor, dat de binnenschippers
het zoo jammer zouden vindeu, als er
geen kinderhoofdjes" meer voor wegen
bouw werden gebruiktOf dat er ergens
in een onzalig uithoekje van ons land
prikkeldraad voor wegverharding werd
gebruikt. Dan zou er een protest kunnen
komen tegen betonwegenbouw, omdat
nu de fabrikanten van prikkeldraad geen
werk meer zouden hebben en dan
zouden we nolens volens al onze wegen
met prikkeldraad moeten verharden, om
die arme prikkeldraadfabrieken te spa
ren
Toen legden we onzen jongsten
collega gezamenlijk het zwijgen op. Het
was duidelijk, dat een verder redeneeren
hem rijp voor een zwakzinnigeninrichting
maakte. Het lijkt wel een kamerlid, merkte
een der collega's op.
Ik vond dit een duistere opmerking.
Nadat een aantal wetsontwerpen, o.a.
Het Doorzitten bij Wielrijder*» een door je z g middenstandscredietwet, z. h. s.
de etten" m«cM en genirt met waren aangenomen, kwam in de Eerste
eue Kamer ook nog de wijziging der L.0
moe Kamer ook nog de wijziging der L.U.
wet ter sprake. Het ging om de instelling
van het 7e leerjaar. Een enkele stem-
motiveering was heel opmerkelijk. Zoo
bijv. die van meneer Verkouteren (c.h.)
die het 7e leerjaar heelemaal niet noodig
vond. Hoe meer arbeiders leeren, des
te meer last heeft men later van ze,
zeide deze spr. Admiraal de Ruyter werd
uit school weggejaagd en dat was zijn
geluk. Er is tegenwoordig meer behoefte
aan een zevende speeljaar, dan aan een
zevende leerjaar. Onderwijs is geen
staatsbelang, de arbeiders moeten het
zelf maar betalen.
Dan was daar meneer de |cng (r.k.),
die het heelemaal niet met den heer
Verkouleren eens was, die het voorstel
zeer toejuichte en het zevende leerjaar
op het platteland meer aan de behoeften
der bevolking wilde zien aangepast,
door kook- en naailessen voor de meisjes
en practisch-Iand- en tuinbouwonderwijs
voor de jongens. Meneer Ossendorp (s.
d.a.p.) vond het voorstel van weinig
bdlang en richtte zich voornamelijk tegen
het systeem, dat aan gemeente-en school
besturen den dwang van aansluiting van
wachtgelders wordt opgelegd. Minister
Wanzink kwam tegen de beschouwingen
van meneer Ossendorp op. Men was
langzamerhand gaan vergeten, wat wacht
geld is. De gemeente-besturen stellen op
wachtgeld en het Rijk moet betalen,
daarom neemt het aantal zoo toe. Met
plattelandsbehoeften voor het onderwijs
zou rekening gehouden worden. Met de
ideeën van den heer Verkouteren was
de minister het in menig opzicht niet
eens. Het slot was, dat het wetsvoorstel
z.h.s werd aangenomen, met aanteekening
dat de heeren Verkouteren en de Gij-
selaar tegen waren.
Er is een hevige actie ontstaan tegen
het bij de Tweede Kamer ingediende
wetsontwerp tot regeling van de belas
tingheffing van niet buiten het Rijk
wonende Nederlancers. De vertegen
woordigers van Nederlanders in België,
Frankrijk, Engeland, Duitschland en
Zwitserland hebben daarom een adres
tot de Tweede Kamer gericht, waarin
verschillende bezwaren worden uiteen
gezet. De dwangmaatregelen worden
„hatelijk" genoemd. Ook wordt gewezen
op het gevaar, dat nu vele Nederlanders
zich in den vreemde zullen laten natu-
raliseeren. Aangedrongen wordt op ver
werping van het wetsontwerp. Uit de
agitatie, die in verschillende kringen door
het wetsontwerp is gewekt, blijkt w N,
dat er meteen in de Kamer nog wel
een krachtig woordje over gezegd zal
worden. POLITICUS.
het aller goedkoopste adres voor
en overtuigd U
XXIX
„Brand!" riep Grootje, toen ze de brand
weerauto zag voorbij snorren met wapperende
vlaggen en belgerinkel, terwijl een op den
bok gezeten longkunstenaar aan een stuk
koper oorverscheurende geluiden ontlokte.
„Stormramp", antwoorde ik. En 't duurde
twee minuten eer ik 't haar had uitgelegd.
Dit laatste heeft een oorzaak. Ze is altijd iets
hard van gehoor geweest, maar sinds de
beruchte film is 't veel erger geworden. Toen
ze hoorde dat haar geliefde echt-, huis- en
lits-jumeauxgenoot dat ben ik met 't
gevang werd bedreigd, sloegen haar de zenu
wen op 't gehoor. „Zinkings op 't trommel
vlies" zei Kok, in allerijl geroepen. Ze draagt
nou al 14 dagen lang 'n groenezeepverband
om 'r hals, maar 't is nog steeds niet heele
maal over.
Af vaak heb ik de brandweer ijverig bezig
gezien met 't blusschen van een afgebrand
huis. Maar zoo ijverig als eer verleden week
Zaterdag, neen dat was allerijsselijkst. Trans-
pireerend met straaltjes, sjouwden ze maar
van 't eene huis naar 't andere, rukten
ze aan den eenen bel voor, den ander
na rammelend met hun bussen als volleerde
collectanten Niemand was veilig. Auto's en
fietsen moesten stoppen en de in- en opge
zetenen hun tol betalen. Wat je noemt: fat
soenlijke straatroof. Het resultaat was over
eenkomstig den betoonden ijver. Meer dan
twee duizend twee honderd harde Hollandsche
guldens werden opgeteld, 's Avonds was
het tellen op 't gemeentehuis, waarbij alle
collectanten en de heele commissie tegen
woordig was. Toen 't resultaat bekend
was, daverde een luid hoera door de
ramen van 't gemeentehuis en werd
de heuglijke tijding oogenbllkkelijk aan den
burgerpa bericht. Dewelke zeer opgetogen.
Daarna in optocht naar Van Vugt, waar een
koele drank de dorstige keelen verfrischte.
Wat ook verdiend was.
Een compliment voor de brandweerlui die
eer van hun zwoegen hebben! Een compli
ment voorde leden der stormrampcommissie,
die tijd en moeite niet vergeefs hebben
gegeven. Bravo!
Woensdagavond vierde bedrijf. Ze doen
hier in Soest op dit gebied geen half werk.
Accordeonconccrt, Apolloconcert, Collecte,
voetbalwedstrijd, Stormramp-concert. Dus
Donderdag den 28sten het slotbedrijf. Zoo
wordt ook sport en kunst dienstbaar gemaakt
aan de liefdadigheid. Nou wat de sport betreft
Woensdagavond hebben we ons ook kunnen
oefenen in 't lachen namelijk. De geruchten
zijn wel niet heelemaal bewaarheid, maar de
verwachtingen werden loch niet teleurgesteld.
Men had mij verteld dat Manneke Pies gezeten
op een grooten bok, scheidsrechter zou zijn.
En dat het sopraantje, gekleed in gekleede
jas, model anno 1881, als krachtpatser zou
optreden. En dat „het Gezag" als heer ver
momd den aftrap zou doen. Dat bleek nou
wel niet waar te zijn, maar overigens waren
de verrassingen wel „navenant" zooals Grootje
altijd zegt. Daar had je Mr. Jan, omgeschapen
tot werkvrouw, gewapend met de „attributen
harer waardigheid", t.w. emmer en bezem,
't Is me een briefie van 25 voor de armen
waard als ie in dat costuum de raadszaal
eens binnenstapt. Daar had je onzen kunst
schilder, bijgenaamd Doeser, voor deze ge
legenheid zich den volke toonend als bedelaar.
Je zou waratje een straatje omgeloopen
hebben als je 'm op straat had zien aankomen.
Voorts een antieke Juffer model '70, een
kroegbaas model Rotterdam Binnenrotte 6a.
Een gevallen dame regelrecht overgepoot
van de Blaak. En allemaal deden ze net of
ze voetbalden, onderwijl met hun dolle
grappen het publiek ten zeerste vermakend.
Daarna officieele match Soester Veteranen-
E.S.V.A.C. Ik heb nu die beruchte bloote
knieën van Mr. Jan ook gezien, 'k Vin er
niks an mot ik eerlijk zeggen. Voor zoover
mijn verstand van voetjebal betreft, maar dat
is niet zoo erg groot, werd er puik gespeeld.
Hoewel er zwaar gezweet werd. Alles voor
't goeie doel. Na afloop nafuif bij Stalenhoef.
Alwaar de burgerpa op den dansvloer klom
om alle medewerkenden te bedanken voor
hun bijdrage tot het goede doel, na welke
speech de muziek en de aanwezigen met een
„lang zal ie leven" toonden hoe ook de
medewerking van den burgerpa werd op
prijs gesteld.
Van medewerking gesproken. Alles werkte
dien avond mede. Het publiek, de spelers,
het Harmoniecorps, de politie, de brandweer,
het weer, alles behalve de wethouders. Tegen
half acht zoowat kwam dit tweetal het hunne
tot dien avond bijdragen. Dat wil zeggen
herrieschoppen. Met voorkennis van den
burgerpa was den Brinkweg afgezet. Nogal
logisch. En de heeren Wethouders vonden
dat een verschrikkelijk feit 1 Een ongehoord
iets I Een beestachtige brutaliteit 1 Stel je ook
eens voor. Daar wordt een liefdadigheidsavond
gegeven ten behoeve van slachtoffers van
een ramp. En daar is me de burgerpa zoo
brutaal zoo maar de weg te laten afzetten
om dien avond te doen slagen. Zonder voor
kennis van het tweetal wethouders. Het was
dan ook noodzakelijk dat Vos, den gemeen
teopzichter, onder krachttermen werd be
volen de afzetting op te ruimen. Wel. is waar
bereikten ze er niks mee want oogenblikkelijk
zette de burgerpa er twee agenten neer, die
de straat afgezet hielden. Maar aan het gezag
was voldaan. Zij hadden nou eens laten zien
wat een flinke, ferme kerels zij waren. Maar
als 't publiek geweten had wat zich daar een
honderd meter verder afspeelde, dan denk
ik dat ze een pak voor d'r broek hadden
gekregen zooals ze nog nooit gehad hadden.
En dat zou 'r verdiende loon geweest zijn.
Bah 1 (P.S. Het bovenstaande is te beschouwen
als opruiing tegen het gezag dus maar weer
dadelijk naar Swarts toe om aangifte te doen
hoor
Er is in de wereld geen lastiger vak dan
menschenkennis. Geen vak waarin men zoo
zeer en zoovaak blunders maakt. Daar hoorde
ik gister een frappant staaltje van uit den
mond mijns redacteurs. Ongelooflijk gewoon.
Daar kom ik nog wel eens op terug bij ge
legenheid. Om dat vak te verstaan moet men
eerst eens van alle kanten te grazen zijn
genomen. Hieromtrent kan men buitengewoon
smakelr,ke lectuur vinden in de beroemde
„Pickwick papers" van Dickens. Daarin vindt
men beschreven hoe een goed geloovige oude
heer met een viertal volgelingen er op uittrekt
om menschenkennis op te doen. En het
absolute gemis van deze eigenschap op veler
lei wijze moet bezuren, in dat boek komt
dan ook voor een sluw heerschap, Job Trotter,
die de kunst verstaat z'n tranen te laten
vloeien bij stroomen, wanneer hij het oogen
blik daartoe geschikt acht. Welke gave hem
tot niet gering gewin was. Een dergelijk
mensch telt Soest ook onder zijn inwoners.
Een ieder die voor 't eerst met hem in aan
raking komt vliegt er onherroepelijk in. Ge
woonlijk begint-ie 't is oogenschijnlijk een
heele fatsoenlijke brave man over't weer.
En zegt dat dat nog niet veel mooi's is ge
weest tot nu toe. Wat natuurlijk gereedelijke
beaming vindt. Na deze inleiding een zeer
alledaagsche, doch zeer geschikte tot het
breken van 't ijs begint ie over het gevolg
van het slechte weer. Slecht in zaken voor land
bouwers, caféhouders, pensionhouders. Dan
loodst-ie je naar de stroppen die den laatsten
tijd geleden worden, en komt zoo gereedelijk
tot het hoofdstukwerkeloosheid. Hetwelk
pleegt te worden ingeleid met een duidelijk
merkbare trilling van 's mans rechterooglid.
Dit is 't critieke punt. Nou wordt't oppassen.
Als je dan maar de handigheid hebt om te
zeggen „Atjuus hoor, ik mot an m'n werk"
(gesteld dat ie je daartoe den tijd laat) en de
beenen neemt, is 't onweer voor dezen keer
afgeweerd. Doe je dat niet, welnu hoor dan
maar 't verder verloop aan. Het zoo juist
ingeleidde hoofdstuk werkloosheid begint
een persoonlijk karakter aan te nemen z'n
eigen werkeloosheid komt op de proppen
tegelijk met een zeer waarneembare trilling
van zijn andere ooglid. Vervolgens en bij
dit tafreel is een roode zakdoek een onmis
baar decor worden zoetjes aan zijn eigen
och - toch - zoo -beroerde-en-berooide-omstan-
digheden voor 't voetlicht gebracht. Zulks
met een door 't hart snijdende neusophaal.
Het hangt nu maar van Uw mate van murw
heid af of het nog noodig is een dooije tante
op zoo wat op 't tapijt te brengen. Zijt ge
zijns inziens voldoende voorbereid, dan wordt
de roode vlag geheschen en de krampachtige
huilbui die dan losbarst slaat Uw hart, al
ware dit harder dan het hardste bazalt dat
ooit uit van Klooster's groeve is vermogen
opgediept te worden, onherroepelijk murw
gelijk een overrijpe peer. Hetwelk directelijk
gevolgd wordt door een dringend verzoek
om hem voor veertien dagen wat te willen
„leenen". De grootte van dat „wat" is afhan
kelijk van de mate van maatschappelijken
welstand, dien hij U toedenkt, waarmede hij
doorgaans zeer wel op de hoogte is. Slotbe
drijf Uw portemonaie ondergaat een lichting
die door hem nimmer meer zal worden aan
gevuld. Want de 14 dagen worden 14 weken,
deze maanden en zoo vervolgens, en 't eind
is een niet verhaalbare vordering in Uwe
nalatenschap. Bedoelde navolgeling van ge
zegden Job Trotter, moet op deze wijze be
reids een zoo aanzienlijken som bij elkaar
hebben gehuild dat daarmede een flink stuk
van het veiwoeste gebied zou kunnen worden
opgebouwd.
Nadere informatie's ter politiebureele ver
krijgbaar. Voor mij heeft hij z'n tranen ge
plengd, ik veronderstel dat het er een 25
tal geweest zijn, a ralson van f I.— per stuk.
En daarom gevoel ik mij erg verlucht dat
ik mijn hart eens heb kunnen luchten. En
aangezien een verlucht hart dorstig maakt
wablief? een verliefd hart zegt U?
nou ja, dat doet er ook niet toe, maar ik
bim dorstig en voel mij derhalve onweer
staanbaar getrokken naar een plaats waar de
dranken koel zijn en de glazen groot.
BRANDNETEL.
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand.
Muziek in bruikleen.
Sproekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOEKSTRAAT 2.
II.
(Van onzen bijzonderen oorlogscorrespondent)
En korten tijd later trad de kapitein
binnen, flinke forsche gestalte met een
joviaal optreden. „Mijnheer X", zoo
begroette hij mij, „als ik het wel heb
komt U als correspondent van een onzer
groote nieuwsbladen hier eens neuzen,
niet
„Zeker, kapitein", was mijn antwoord,
„maar jnag ik beginnen mij eerst eens
even te legitimeeren en tegelijkertijd
gaf ik hem mijn lichtblauwe kaart.
„Ja, dat is in orde, dat heb ik al
gehoord", antwoordde de kapitein, maar
keek, alvorens hij mij de waardevolle
kaart teruggaf, deze toch nog even
nauwkeurig na; „laten we beginnen met
een sigaar op te steken".
En toen we onder de geurige dampen
van een fijne havana tegenover elkaar
in een fauteuil zaten, zeide hij: „En
waarmee kan ik U van dienst zijn
„Ja, kijk eens kapitein", antwoordde
ik, dat is zoo in twee woorden niet
gezegd. Mijn bedoeling is een nauw
keurig verslag te maken van de ver
schillende oorlogsgebeurtenissen, die
zich in deze omstreken zullen afspelen.
Doch indien het mogelijk is zou ik ook
gaarne een en ander vertellen over
hetgeen aan die oefeningen voorafgaat,
de voorbereiding voor alles. Zou dat
misschien gaan
„O, als U er prijs op stelt, wil ik U
met genoegen overal over inlichten",
was het welwillende antwoord, „maar
U weet, over die voorbereidingen mag
U niet alles publiceeren".
„Ja, kapitein, dal is mij al voldoende
ingeprent; maar wellicht blijft er toch
nog wel voldoende over, dat het publi
ceeren waard is. Alles is toch niet
geheim
„O, neen", en de kapitein glimlachte,
„er is nog een heeleboel wat U gerust
mag openbaar maken. Maar laten we
dan afspreken, dat U mij eerst altijd
even de copie laat inzien, dan kan ik
beoordeelen of er soms te veel instaat.
Maar ik beloof U, ik zal niet al te lastig
zijn".
„Goed, kapitein", zeide ik, blij ten
minste al weer wat bereikt te hebben,
„daar kunt U op rekenen".
„Ik geloof, dat het nu het beste is,
als U maar begint met te vragen, dan
komen we vanzelf we: v.-aar we wezen
moeten" en de kapitein maakte een
uitnoodigend gebaar in mijne richting.
„Nu, om U de waarheid te zeggen,
zijn er nu al wel een paar zaken, waar
ik graag wat meer van wist", antwoordde
ik, er bij denkende dat het ijzer gesmeed
moet worden als het heet is, „ik heb
n.1. gehoord, dat er al meerdere gevechten
hier in den omtrek zouden hebben plaats
gevonden, doch uit andere bron vernam
ik, dat voorloopig van daadwerkelijken
strijd nog geen sprake is. Waren dat
soms voorpostengevechten of hoe zit
dat nu
„Ja, ziet U eens" en de kapitein deed
een flinke trek, „zoowel het een als het
ander is eigenlijk juist. De groote
oefening is nog lang niet begonnen, we
zitten daarmee nog midden in de voor
bereiding, dus van voorpostengevechten
is natuurlijk nog geen sprake.
Maar aan de andere zijde had Uw
berichtgever toch ook gelijk als hij sprak
van kleinere gevechten. Doch dat zijn
niet de groote oefeningen. Deze zullen
waarschijnlijk pas in begin of midden
September plaats hebben. Maar zooals
U wellicht weet oefenen daarvóór de
verschillende onderdeelen van de strijd
macht afzonderlijk en daarbij zijn ook
reeds enkele veldoefeningen gehouden.
Doch dat zijn nog maar heel kleine
veldslaagjes, eigenlijk meer bedoeld
voor het betrokken troependeel om zich
aan de omstandigheden van de komende
groote veldoefeningen aan te passen en
tevens een goede gelegenheid voor het
kader om de moeilijkheden, die zich
kunnen voordoen, te bestrijden en te
overwinnen. U moet niet vergeten, dat
het grootste deel van het kader thans
verlofskader is, dat nog weinig de
moeilijkheden in het terrein heeft mede
gemaakt. Als we nu te voren elk troepen-
deel wat voor-oefeningen laten maken,
hebben we daar zoometeen groot nut
van. Thans kunnen fouten nog worden
verbeterd en ondervinding opgedaan,
die zoometeen in practijk kan worden
gebracht. U ziet dus het heeft alles voor
en heel weinig tegen".
„Zijn er al veel van die vooroefeningen
geweest" waagde ik te vragen.
,Och, zoo heel veel niet, maar toch
altijd al wel een stuk of tien, sommige
kleiner, andere wat grooter" was het
wederwoord.
„Zijn die vooroefeningen ook nog de
moeite waard om eens te begaan bezien
of zou U mij dat niet aanraden
„Och", en een nieuwe rookwolk trok
door de kamer, „bijzonder interessant
zijn ze natuurlijk niet, het is en blijft
meer een interne oefeningmaar als U
er interesse voor heeft, kunt U gerust
eens naar een paar toegaan. U kunt er
altijd wel wat opdoen, dat U de moeite
van het beschrijven waard vindt. Laat
eens zien. Overmorgen zal, een compag
nie wielrijders, een terreinoefening
houden tegen een escadron cavallerie
op de heide. Daar zoudt U bijvoorbeeld
wel eens naar kunnen gaan zien. Maar
dan moet U vroeg uit de veeren, want
ze vertrekken al om vijf uur".
„O, kapitein", antwoordde ik, „dat is
het ergste niet dat heb ik mij al zoo'n
beetje voorgehouden".
„Nu, dan zou ik dat maar eens doen
als U dan om vijf uur hier bij mij komt
zal ik U wel den weg wijzen".
„Heel graag kapitein, bij voorbaat
bedankt".
En na nog een beetje te hebben ge
praat, waarbij de kapitein mij toezegde
de volgende week eens wat over de
voorbereiding voor de groote oefening
te zullen vertellen, nam ik afscheid.
WIE VERHUISD U?
DIE IS GOEDKOOP EN NETJES
Burgerlijke Stand
GEBORENPaul Franciscus Maria, z.
v. G. J. Lieshout en B. F. v. Schalk
wijk Gerritje, d. v. J. de Bree
en J. Klinkjen Martinus, z. v. J.
de Ridder en H. H. Boelhouwer
Lambert Cornelis, z. v. C. Post en
J. Will.
GEHUWD P. Swager en H. M. Bakker
J. Hilhorst en P. de Ruijgt
M. v. Velsen en J. Bernardussen.
OVERLEDEN: Aartje van Ooijen, 39 jr,
echtgen.v. E.Westerveld Hendrik
Willem Melchior, 52 jr, won. te
Bilthoven, geh. m. D. H. Ebbink.
Plaatselijk Nieuws.
FEESTCOMITÉ
In verband met den verjaardag van
H.M. Onze Geëerbiedigde Koningin op
31 Aug. heeft zich alhier een feestcomité
gevormd, teneinde dien dag in onze
gemeente niet ongemerkt te laten pas-
seeren, doch feestelijk te herdenken.
De Burgemeester, Mr. G. Deketh heeft
het voorzitterschap aanvaard, de heer J.
S. v. Duren Snr. het penninm.schap en
de heer J. C. C. Phaff het Secretarisschap
Voorts hebben in het comité nog zitting
Mevr. J. J. C. v. d. Kooij-Lahman, Mevr.
A. Budding-Bochlagen, Mej. M. J. E.
Orth, de heeren L. den Bliek, J. G.
A. Batenburg, J. v. d. Flier Snr. en de
heer D. Dijkstra.
SERENADE.
D-nsdagavond te plm. 8 uur stelde het
Soester Harmoniecorps zich op voor de
woning van den heer Geijtenbeek in de
Burgemeester Grothestraat en marcheerde
onder het spelen van opgewekte mu
zieknummers langs den Rijksstraatweg
naar het station Soest om daar halt te
houden voor de woning van den Sta
tionchef, de heer Waardenburg, die
dien dag zijn 40-jarig ambtsjubileum
herdacht.
Met zijn familie staande op den stoep
van zijn woning werd den jubilaris eenige
muzieknummers aangeboden.
Zichtbaar ontroerd dankte de heer
Waardenburg voor zooveel hulde, waarna
hij de muzikanten verzocht binnen te
komen, alwaar dezen werden getracteerd.
Na deze verfrissing werden nog eenige
nummers ten beste gegeven en ging het
weer onder vroolijke marchen huiswaarts.
Het behoeft geen betoog, dat, begun
stigd door het schoone Zomerweer een
groot aantal publiek met belangstelling
deze gebrachte hulde bijwoonde.
MISSIEAVONDEN.
Zondag-, Maandag-, Dinsdag- en
Woensdagavond zijn voor een tjokvolle
zaal in het gebouw der St. Joseph Jon-
gel. Vereeniging alhier missieavonden
gehouden welke zijn gegeven door den
ZeerEerw. Pater Carl. Orth, Missionaris
van Afrika, Witte Pater van Kardinaal
Lavigerie.
De ZeerEerw. heer Vossenaar, pastoor,
heette de aanwezigen hartelijk welkom
en hield een korte toespraak, waarna
het keurig verzorgde en welgevulde
programma van deze avonden werd af
gewerkt.
Verschillende toestanden, enz. die daar
in Midden Afrika, alwaar Pater Orth
werkzaam is, onder de negers bestaan,
werden achtereenvolgens op het doek
gebracht, waarbij Z.Eerw. eenige uitleg
gingen en verklaringen deed.
Welke gevaren bij de uitoefening van
zijn taak zooal bestaan vertelde Z.Eerw.
zijn er vele. Niet alleen wegens de ver
schillende verschrikkelijke ziekten die er
heerschen, doch ook heeft Z.Eerw. een
gevecht met een Hanter meegemaakt,
waarbij hij bijna het leven moest laten.
Na dit boeiende nummer van het
programma werd gelegenheid tot pau
zeeren gegeven, waarna eenige kinderen
als zwartjes nagebootst het Missiespel
met zang „In het land der Zwartjes"
gaven, hetwelk door de kleine peuters
werkelijk keurig is weergegeven.
Mej. Orth heeft hierbij een moeilijke
taak gehad nl. het instudeeren der rollen
bij de kleine kleuters.
Tot slot kregen wij nog een prachtige
Apotheose van de H. Kindsheid te zien,
voor welk gedeelte de heer Alders als
regisseur natuurlijk weder de meeste
zorg en toewijding heeft besteed.
Tot slot moeten wij nog vermelden,
dat de Symphonie met haar ijveren en
muzikalen Directeur, de heer Horvers
den avond aanvulde met het geven van
eenige nummertjes muziek.
Zoo zijn deze Missieavonden een succes
geworden voor de Missie.