Zomer-Uitverkoop Bel op Telefoon 200 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG GEMEENTE-FILM v/m iKiif moMY Piano leerares Zaterdag 30 Juli 1927 ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST" Kantoor voor SOESTERBERG: BANNINGSTRAAT 19 Een raad van SOCRATES. kamerkroniek Fietstochten VENEMA's Heeren Mode-Magazijn Garage „MIDDELWIJK" LuxeVERHUUR-AUTO's E. van Meurs, VAN DIJK'S MEUBELTRANSPORT STEENH0FSTR. 57 TEL. 69 No. 31 Vijftiend® Jaargang BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIEV. WEEDESTRAAT 7, SOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS;e UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAG AVONDS O UUR AAN HET BUREAU UITGEVER: G. VAN DEN BOVENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK Kantoor: TORENSTRAAT 8, Telef. 2086 Directie J J AREND WIERSMA, Torenstraat 8, Tel. 2085. KOETS, Spoorstraat 24, Telefoon 2226. Voor R K. teraardebestellingen wende men zich tot den Heer W. SUKEL, Koster der H H. Petrus en Pauluskerk. Waarnemend Directeur: J. VAN DRIE Onschuld is als een blikkende wapenrustingzij siert en be schermd. SOUTH. De grootste eer, die wij de waar heid kunnen bewijzen, is haar te gebruiken. EMERSON. Er zijn tijden, dat een schijnbaar ongunstige ontwikkeling van den gang van zaken op het gebied der wereld huishouding, een ontmoedigende uit werking heeft op hen, die den vrede een warm hart toedragen. Er zijn er, die door den weinig vlotten loop van de maritieme ontwapeningsconferentie te Genève en de geringe daadwerkelijke resultaten, teleurgesteld zijn, erger nog, die gaan wanhopen aan de vredesbe weging, zooals die zich na den oorlog in steeds sterker mate heeft ontwikkeld. Het zijn deze weinig standvastigen, die zich nog niet hebben weten op te werken tot het peil, waarop men de onomstoo- telijke waarheid beseft van het woord La vérité est en marcheet rien ne l'arrèteraf Niets kan den loop van de waarheid stuiten. Geen schijnbare tegen slag, geen wantrouwen, geen ironie, geen ongeloof, geen spot, geen nijd. En de waarheid, dat de oorlog niet alleen een „instituut is, doch ook een gedachtelijke toestand, waarin de voornaamste factoren zijn wantrouwen en argwaan" is reeds geruimen tijd in het denken der menschen gedaagd en heeft grooten voortgang gemaakt. We hebben wel te beseffen, dat niets deze eenmaal klaar geworden waarheid kan te niet doen of in haar loop kan stuiten. Deze waarheidsschemering is wel teekenend voor de revolutie (of is het evolutie die zich in de gedachtenwe- reld voltrekt. Meer en meer zien we, hoe op elk gebied der menschelijke activiteit, men tot de ontdekking komt, dat de factoren, waarmee men uitsluitend reke ning heeft te houden en die uitsluitend van belang zijn de gedachten der menschen zijn, individueel zoowel als collectiefzoo ziet men in, dat het geen nut zou hebben, onmiddellijk alle oor logstuig te vernietigen, wanneer wij in onze gedachten nog plaats laten voor vijandelijke gevoelens en haatdragende motieven. Met andere woorden, dat aan de materieele ontwapening als „conditio sine qua non" de moreele, gedachtelijke ontwapening moet voorafgaan. En het is juist in deze richting, dat we alom zulk een bemoedigenden vooruitgang kunnen waarnemen. Drie wereldmachten namen aan de vlootbeperkingsconferentie te Genève deel. En onafhankelijk nu van wat deze conferentie al of niet aan resultaten op leverde, is het treffend, hier drie uit spraken van een toonaangevend Ameri kaan, een Japanner en een Engelschman weer te geven. Juist in verband met het voorgaande. De Amerikaan President Goolidge Zooals het noodzakelijk is, het hart van het individu te veranderen, evenzoo is het noodig de harten der naties te ver anderen. Hiernaar is dikwijls verwezen als moreele ontwapening. Veel te veel zijn de internationale verhoudingen ge baseerd geweest op vrees. De naties verheugen zich over het feit, dat zij den moed hebben elkaar te bevechten. Wan neer zal de tijd komen, dat zij den moed hebben elkaar te vertrouwen De Japanner. Keizer Hiro-Hito„De wereld maakt het proces der evolutie door. Een nieuw hoofdstuk wordt ge opend in de geschiedenis der mensche lijke beschaving. De politiek van dit land (Japan) staat altijd voor vooruitgang en verbetering. Eenvoud in plaats van holle vertooning, originaliteit in plaats van blinde navolging, vooruitgang ten aanzien van deze periode van evolutie, verbetering ten einde gelijken tred te houden met de voortschrijdende be schaving, nationale harmonie in doel en actie, en vriendschap jegens alle naties der wereld. Dat zijn onze voornaamste doeleinden". De Engelschman Stanley Baldwin Vaderlandsliefde, een van de fijnste en meest natuurlijke gevoelens die beslaan, moet nooit verlaagd worden tot liefde voor ons zelf, ten koste van haat van anderen. Overal dus, een beroep op gedachte lijke verbetering van het individu, in plaats van „holle vertooning", die niet gedragen wordt door en in overstemming is met onze gedachten en motieven. Is dit feitelijk iets anders, dan de raad van den ouden Socrates, waar hij zegtDe mensch die voor de rechtvaardigheid gaat vechten,moet in het verborgen werken, niet in het openbaar (Of in ieder geval woorden van die strekking.) La vérité est en marche FLOR1S C. Doos 30,60, Tube 80 ct. Over een vandalistisch minister - En een praatje over klinkers - Alsmede een zonderling opstootje - En een opmerkelijke speech Hoe durft gij U nog in het openbaar te vertoonenl Gij zijt de grootste vandaal van Ne derland Dit zijn woorden, die men tot meneer Van der Vegte, minister van Waterstaat hoogstdezelve, heeft gericht. En dat, omdat er ergens 13 eiken geveld werden, in verband met wegenaanleg. 26 brief kaarten (waarop dan de geïncrimineerde woorden o.a. voorkomen) had de minister nog onlangs ontvangen over die 11/2 eik. De minister voelde er dus weinig voor, op voorstel van den heer Polak in de Eerste Kamer, om den aanleg van den weg AmsterdamGooi te verbieden op grond van vandalisme ten aanzien van natuurschoon. Want, zoo zeide z.exc., dan zou men waarschijnlijk zeggenDurft gij dat zeggen, gij, die U ieder oogenblik zelf aan vandalisme schuldig maakt I Er was ook nog een pleidooi voor den klinker Dit kwam alles zoo te pas bij eenige wetsontwerpen in zake het wegenfonds. (Die, het zij hier voor alle zekerheid maar vooruit geconstateerd, z.h.s. goed gekeurd werden). Welnu dan, de heeren Smeenge (v.b.) en Polak (s.d.a.p.) en ook Moltmaker (s.d.a.p.) toonden zich ware ridders van den onvervalschten Nederlandschen straatklinker. Zij wilden de wegen niet asfalteeren of betonneeren of wat dan ook, alleen klinkers moesten gebruikt worden. En de argumenten waren, dat dan de binnenschippers, die de steenen vervoeren, geen schade zullen lijden, dat de beplantingen langs de wegen niet zullen lijden van het gif der wegbedek- kingen, dat in den grond dringt, en dat de arbeiders in de steen-industrie niet met werkloosheid bedreigd zullen worden Minister van de Vegte was zoo geroerd door het pleidooi voor dien goeden ouden Nederlandschen straatklinker, dat hij vond, dat hij het niet zou kunnen ver beteren en ernstige overweging toezegde. Toen was er even een opstootje in de Kamer. Of eigenlijk niet precies in de eigenlijke Kamer. Het was op de perstribune. Een van de jongste collega's waagde het te vragen „waarom worden er eigenlijk wegen aangelegd, om de binnenschippers te plezieren, of om het F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL 169 verkeer te dienen Waarop de andere kamerverslaggevers antwoordden„We gelooven om het verkeer te dienen". Dus, er moeten zoo goed mogelijke zoo vlak mogelijke wegen zijn (a, natuurlijk. En als nu een betonnen weg veel beter is dan een klinkerweg? Dan moet er betonweg komen, ten minste zoo kan een leek denken. En nu wordt er aangedrongen op ouderwetsche klinkers, omdat het zoo jammer zou zijn voor de binnenschippers als ze dat vrachtje moesten missen Wal kunnen de consequenties daarvan niet zijn Wij waagden het niet, onzen jongsten collega, die eenigszins fantastisch is aan gelegd, in zijn overpeinzingen te volgen. Maar hij ging voort: „Stel je voor, dat de binnenschippers het zoo jammer zouden vindeu, als er geen kinderhoofdjes" meer voor wegen bouw werden gebruiktOf dat er ergens in een onzalig uithoekje van ons land prikkeldraad voor wegverharding werd gebruikt. Dan zou er een protest kunnen komen tegen betonwegenbouw, omdat nu de fabrikanten van prikkeldraad geen werk meer zouden hebben en dan zouden we nolens volens al onze wegen met prikkeldraad moeten verharden, om die arme prikkeldraadfabrieken te spa ren Toen legden we onzen jongsten collega gezamenlijk het zwijgen op. Het was duidelijk, dat een verder redeneeren hem rijp voor een zwakzinnigeninrichting maakte. Het lijkt wel een kamerlid, merkte een der collega's op. Ik vond dit een duistere opmerking. Nadat een aantal wetsontwerpen, o.a. Het Doorzitten bij Wielrijder*» een door je z g middenstandscredietwet, z. h. s. de etten" m«cM en genirt met waren aangenomen, kwam in de Eerste eue Kamer ook nog de wijziging der L.0 moe Kamer ook nog de wijziging der L.U. wet ter sprake. Het ging om de instelling van het 7e leerjaar. Een enkele stem- motiveering was heel opmerkelijk. Zoo bijv. die van meneer Verkouteren (c.h.) die het 7e leerjaar heelemaal niet noodig vond. Hoe meer arbeiders leeren, des te meer last heeft men later van ze, zeide deze spr. Admiraal de Ruyter werd uit school weggejaagd en dat was zijn geluk. Er is tegenwoordig meer behoefte aan een zevende speeljaar, dan aan een zevende leerjaar. Onderwijs is geen staatsbelang, de arbeiders moeten het zelf maar betalen. Dan was daar meneer de |cng (r.k.), die het heelemaal niet met den heer Verkouleren eens was, die het voorstel zeer toejuichte en het zevende leerjaar op het platteland meer aan de behoeften der bevolking wilde zien aangepast, door kook- en naailessen voor de meisjes en practisch-Iand- en tuinbouwonderwijs voor de jongens. Meneer Ossendorp (s. d.a.p.) vond het voorstel van weinig bdlang en richtte zich voornamelijk tegen het systeem, dat aan gemeente-en school besturen den dwang van aansluiting van wachtgelders wordt opgelegd. Minister Wanzink kwam tegen de beschouwingen van meneer Ossendorp op. Men was langzamerhand gaan vergeten, wat wacht geld is. De gemeente-besturen stellen op wachtgeld en het Rijk moet betalen, daarom neemt het aantal zoo toe. Met plattelandsbehoeften voor het onderwijs zou rekening gehouden worden. Met de ideeën van den heer Verkouteren was de minister het in menig opzicht niet eens. Het slot was, dat het wetsvoorstel z.h.s werd aangenomen, met aanteekening dat de heeren Verkouteren en de Gij- selaar tegen waren. Er is een hevige actie ontstaan tegen het bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp tot regeling van de belas tingheffing van niet buiten het Rijk wonende Nederlancers. De vertegen woordigers van Nederlanders in België, Frankrijk, Engeland, Duitschland en Zwitserland hebben daarom een adres tot de Tweede Kamer gericht, waarin verschillende bezwaren worden uiteen gezet. De dwangmaatregelen worden „hatelijk" genoemd. Ook wordt gewezen op het gevaar, dat nu vele Nederlanders zich in den vreemde zullen laten natu- raliseeren. Aangedrongen wordt op ver werping van het wetsontwerp. Uit de agitatie, die in verschillende kringen door het wetsontwerp is gewekt, blijkt w N, dat er meteen in de Kamer nog wel een krachtig woordje over gezegd zal worden. POLITICUS. het aller goedkoopste adres voor en overtuigd U XXIX „Brand!" riep Grootje, toen ze de brand weerauto zag voorbij snorren met wapperende vlaggen en belgerinkel, terwijl een op den bok gezeten longkunstenaar aan een stuk koper oorverscheurende geluiden ontlokte. „Stormramp", antwoorde ik. En 't duurde twee minuten eer ik 't haar had uitgelegd. Dit laatste heeft een oorzaak. Ze is altijd iets hard van gehoor geweest, maar sinds de beruchte film is 't veel erger geworden. Toen ze hoorde dat haar geliefde echt-, huis- en lits-jumeauxgenoot dat ben ik met 't gevang werd bedreigd, sloegen haar de zenu wen op 't gehoor. „Zinkings op 't trommel vlies" zei Kok, in allerijl geroepen. Ze draagt nou al 14 dagen lang 'n groenezeepverband om 'r hals, maar 't is nog steeds niet heele maal over. Af vaak heb ik de brandweer ijverig bezig gezien met 't blusschen van een afgebrand huis. Maar zoo ijverig als eer verleden week Zaterdag, neen dat was allerijsselijkst. Trans- pireerend met straaltjes, sjouwden ze maar van 't eene huis naar 't andere, rukten ze aan den eenen bel voor, den ander na rammelend met hun bussen als volleerde collectanten Niemand was veilig. Auto's en fietsen moesten stoppen en de in- en opge zetenen hun tol betalen. Wat je noemt: fat soenlijke straatroof. Het resultaat was over eenkomstig den betoonden ijver. Meer dan twee duizend twee honderd harde Hollandsche guldens werden opgeteld, 's Avonds was het tellen op 't gemeentehuis, waarbij alle collectanten en de heele commissie tegen woordig was. Toen 't resultaat bekend was, daverde een luid hoera door de ramen van 't gemeentehuis en werd de heuglijke tijding oogenbllkkelijk aan den burgerpa bericht. Dewelke zeer opgetogen. Daarna in optocht naar Van Vugt, waar een koele drank de dorstige keelen verfrischte. Wat ook verdiend was. Een compliment voor de brandweerlui die eer van hun zwoegen hebben! Een compli ment voorde leden der stormrampcommissie, die tijd en moeite niet vergeefs hebben gegeven. Bravo! Woensdagavond vierde bedrijf. Ze doen hier in Soest op dit gebied geen half werk. Accordeonconccrt, Apolloconcert, Collecte, voetbalwedstrijd, Stormramp-concert. Dus Donderdag den 28sten het slotbedrijf. Zoo wordt ook sport en kunst dienstbaar gemaakt aan de liefdadigheid. Nou wat de sport betreft Woensdagavond hebben we ons ook kunnen oefenen in 't lachen namelijk. De geruchten zijn wel niet heelemaal bewaarheid, maar de verwachtingen werden loch niet teleurgesteld. Men had mij verteld dat Manneke Pies gezeten op een grooten bok, scheidsrechter zou zijn. En dat het sopraantje, gekleed in gekleede jas, model anno 1881, als krachtpatser zou optreden. En dat „het Gezag" als heer ver momd den aftrap zou doen. Dat bleek nou wel niet waar te zijn, maar overigens waren de verrassingen wel „navenant" zooals Grootje altijd zegt. Daar had je Mr. Jan, omgeschapen tot werkvrouw, gewapend met de „attributen harer waardigheid", t.w. emmer en bezem, 't Is me een briefie van 25 voor de armen waard als ie in dat costuum de raadszaal eens binnenstapt. Daar had je onzen kunst schilder, bijgenaamd Doeser, voor deze ge legenheid zich den volke toonend als bedelaar. Je zou waratje een straatje omgeloopen hebben als je 'm op straat had zien aankomen. Voorts een antieke Juffer model '70, een kroegbaas model Rotterdam Binnenrotte 6a. Een gevallen dame regelrecht overgepoot van de Blaak. En allemaal deden ze net of ze voetbalden, onderwijl met hun dolle grappen het publiek ten zeerste vermakend. Daarna officieele match Soester Veteranen- E.S.V.A.C. Ik heb nu die beruchte bloote knieën van Mr. Jan ook gezien, 'k Vin er niks an mot ik eerlijk zeggen. Voor zoover mijn verstand van voetjebal betreft, maar dat is niet zoo erg groot, werd er puik gespeeld. Hoewel er zwaar gezweet werd. Alles voor 't goeie doel. Na afloop nafuif bij Stalenhoef. Alwaar de burgerpa op den dansvloer klom om alle medewerkenden te bedanken voor hun bijdrage tot het goede doel, na welke speech de muziek en de aanwezigen met een „lang zal ie leven" toonden hoe ook de medewerking van den burgerpa werd op prijs gesteld. Van medewerking gesproken. Alles werkte dien avond mede. Het publiek, de spelers, het Harmoniecorps, de politie, de brandweer, het weer, alles behalve de wethouders. Tegen half acht zoowat kwam dit tweetal het hunne tot dien avond bijdragen. Dat wil zeggen herrieschoppen. Met voorkennis van den burgerpa was den Brinkweg afgezet. Nogal logisch. En de heeren Wethouders vonden dat een verschrikkelijk feit 1 Een ongehoord iets I Een beestachtige brutaliteit 1 Stel je ook eens voor. Daar wordt een liefdadigheidsavond gegeven ten behoeve van slachtoffers van een ramp. En daar is me de burgerpa zoo brutaal zoo maar de weg te laten afzetten om dien avond te doen slagen. Zonder voor kennis van het tweetal wethouders. Het was dan ook noodzakelijk dat Vos, den gemeen teopzichter, onder krachttermen werd be volen de afzetting op te ruimen. Wel. is waar bereikten ze er niks mee want oogenblikkelijk zette de burgerpa er twee agenten neer, die de straat afgezet hielden. Maar aan het gezag was voldaan. Zij hadden nou eens laten zien wat een flinke, ferme kerels zij waren. Maar als 't publiek geweten had wat zich daar een honderd meter verder afspeelde, dan denk ik dat ze een pak voor d'r broek hadden gekregen zooals ze nog nooit gehad hadden. En dat zou 'r verdiende loon geweest zijn. Bah 1 (P.S. Het bovenstaande is te beschouwen als opruiing tegen het gezag dus maar weer dadelijk naar Swarts toe om aangifte te doen hoor Er is in de wereld geen lastiger vak dan menschenkennis. Geen vak waarin men zoo zeer en zoovaak blunders maakt. Daar hoorde ik gister een frappant staaltje van uit den mond mijns redacteurs. Ongelooflijk gewoon. Daar kom ik nog wel eens op terug bij ge legenheid. Om dat vak te verstaan moet men eerst eens van alle kanten te grazen zijn genomen. Hieromtrent kan men buitengewoon smakelr,ke lectuur vinden in de beroemde „Pickwick papers" van Dickens. Daarin vindt men beschreven hoe een goed geloovige oude heer met een viertal volgelingen er op uittrekt om menschenkennis op te doen. En het absolute gemis van deze eigenschap op veler lei wijze moet bezuren, in dat boek komt dan ook voor een sluw heerschap, Job Trotter, die de kunst verstaat z'n tranen te laten vloeien bij stroomen, wanneer hij het oogen blik daartoe geschikt acht. Welke gave hem tot niet gering gewin was. Een dergelijk mensch telt Soest ook onder zijn inwoners. Een ieder die voor 't eerst met hem in aan raking komt vliegt er onherroepelijk in. Ge woonlijk begint-ie 't is oogenschijnlijk een heele fatsoenlijke brave man over't weer. En zegt dat dat nog niet veel mooi's is ge weest tot nu toe. Wat natuurlijk gereedelijke beaming vindt. Na deze inleiding een zeer alledaagsche, doch zeer geschikte tot het breken van 't ijs begint ie over het gevolg van het slechte weer. Slecht in zaken voor land bouwers, caféhouders, pensionhouders. Dan loodst-ie je naar de stroppen die den laatsten tijd geleden worden, en komt zoo gereedelijk tot het hoofdstukwerkeloosheid. Hetwelk pleegt te worden ingeleid met een duidelijk merkbare trilling van 's mans rechterooglid. Dit is 't critieke punt. Nou wordt't oppassen. Als je dan maar de handigheid hebt om te zeggen „Atjuus hoor, ik mot an m'n werk" (gesteld dat ie je daartoe den tijd laat) en de beenen neemt, is 't onweer voor dezen keer afgeweerd. Doe je dat niet, welnu hoor dan maar 't verder verloop aan. Het zoo juist ingeleidde hoofdstuk werkloosheid begint een persoonlijk karakter aan te nemen z'n eigen werkeloosheid komt op de proppen tegelijk met een zeer waarneembare trilling van zijn andere ooglid. Vervolgens en bij dit tafreel is een roode zakdoek een onmis baar decor worden zoetjes aan zijn eigen och - toch - zoo -beroerde-en-berooide-omstan- digheden voor 't voetlicht gebracht. Zulks met een door 't hart snijdende neusophaal. Het hangt nu maar van Uw mate van murw heid af of het nog noodig is een dooije tante op zoo wat op 't tapijt te brengen. Zijt ge zijns inziens voldoende voorbereid, dan wordt de roode vlag geheschen en de krampachtige huilbui die dan losbarst slaat Uw hart, al ware dit harder dan het hardste bazalt dat ooit uit van Klooster's groeve is vermogen opgediept te worden, onherroepelijk murw gelijk een overrijpe peer. Hetwelk directelijk gevolgd wordt door een dringend verzoek om hem voor veertien dagen wat te willen „leenen". De grootte van dat „wat" is afhan kelijk van de mate van maatschappelijken welstand, dien hij U toedenkt, waarmede hij doorgaans zeer wel op de hoogte is. Slotbe drijf Uw portemonaie ondergaat een lichting die door hem nimmer meer zal worden aan gevuld. Want de 14 dagen worden 14 weken, deze maanden en zoo vervolgens, en 't eind is een niet verhaalbare vordering in Uwe nalatenschap. Bedoelde navolgeling van ge zegden Job Trotter, moet op deze wijze be reids een zoo aanzienlijken som bij elkaar hebben gehuild dat daarmede een flink stuk van het veiwoeste gebied zou kunnen worden opgebouwd. Nadere informatie's ter politiebureele ver krijgbaar. Voor mij heeft hij z'n tranen ge plengd, ik veronderstel dat het er een 25 tal geweest zijn, a ralson van f I.— per stuk. En daarom gevoel ik mij erg verlucht dat ik mijn hart eens heb kunnen luchten. En aangezien een verlucht hart dorstig maakt wablief? een verliefd hart zegt U? nou ja, dat doet er ook niet toe, maar ik bim dorstig en voel mij derhalve onweer staanbaar getrokken naar een plaats waar de dranken koel zijn en de glazen groot. BRANDNETEL. Begeleiding Muziek-theorie, Compositie, Muziekgeschiedenis Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand. Muziek in bruikleen. Sproekuur: 's Zaterdags van 1-2 NIEUWERHOEKSTRAAT 2. II. (Van onzen bijzonderen oorlogscorrespondent) En korten tijd later trad de kapitein binnen, flinke forsche gestalte met een joviaal optreden. „Mijnheer X", zoo begroette hij mij, „als ik het wel heb komt U als correspondent van een onzer groote nieuwsbladen hier eens neuzen, niet „Zeker, kapitein", was mijn antwoord, „maar jnag ik beginnen mij eerst eens even te legitimeeren en tegelijkertijd gaf ik hem mijn lichtblauwe kaart. „Ja, dat is in orde, dat heb ik al gehoord", antwoordde de kapitein, maar keek, alvorens hij mij de waardevolle kaart teruggaf, deze toch nog even nauwkeurig na; „laten we beginnen met een sigaar op te steken". En toen we onder de geurige dampen van een fijne havana tegenover elkaar in een fauteuil zaten, zeide hij: „En waarmee kan ik U van dienst zijn „Ja, kijk eens kapitein", antwoordde ik, dat is zoo in twee woorden niet gezegd. Mijn bedoeling is een nauw keurig verslag te maken van de ver schillende oorlogsgebeurtenissen, die zich in deze omstreken zullen afspelen. Doch indien het mogelijk is zou ik ook gaarne een en ander vertellen over hetgeen aan die oefeningen voorafgaat, de voorbereiding voor alles. Zou dat misschien gaan „O, als U er prijs op stelt, wil ik U met genoegen overal over inlichten", was het welwillende antwoord, „maar U weet, over die voorbereidingen mag U niet alles publiceeren". „Ja, kapitein, dal is mij al voldoende ingeprent; maar wellicht blijft er toch nog wel voldoende over, dat het publi ceeren waard is. Alles is toch niet geheim „O, neen", en de kapitein glimlachte, „er is nog een heeleboel wat U gerust mag openbaar maken. Maar laten we dan afspreken, dat U mij eerst altijd even de copie laat inzien, dan kan ik beoordeelen of er soms te veel instaat. Maar ik beloof U, ik zal niet al te lastig zijn". „Goed, kapitein", zeide ik, blij ten minste al weer wat bereikt te hebben, „daar kunt U op rekenen". „Ik geloof, dat het nu het beste is, als U maar begint met te vragen, dan komen we vanzelf we: v.-aar we wezen moeten" en de kapitein maakte een uitnoodigend gebaar in mijne richting. „Nu, om U de waarheid te zeggen, zijn er nu al wel een paar zaken, waar ik graag wat meer van wist", antwoordde ik, er bij denkende dat het ijzer gesmeed moet worden als het heet is, „ik heb n.1. gehoord, dat er al meerdere gevechten hier in den omtrek zouden hebben plaats gevonden, doch uit andere bron vernam ik, dat voorloopig van daadwerkelijken strijd nog geen sprake is. Waren dat soms voorpostengevechten of hoe zit dat nu „Ja, ziet U eens" en de kapitein deed een flinke trek, „zoowel het een als het ander is eigenlijk juist. De groote oefening is nog lang niet begonnen, we zitten daarmee nog midden in de voor bereiding, dus van voorpostengevechten is natuurlijk nog geen sprake. Maar aan de andere zijde had Uw berichtgever toch ook gelijk als hij sprak van kleinere gevechten. Doch dat zijn niet de groote oefeningen. Deze zullen waarschijnlijk pas in begin of midden September plaats hebben. Maar zooals U wellicht weet oefenen daarvóór de verschillende onderdeelen van de strijd macht afzonderlijk en daarbij zijn ook reeds enkele veldoefeningen gehouden. Doch dat zijn nog maar heel kleine veldslaagjes, eigenlijk meer bedoeld voor het betrokken troependeel om zich aan de omstandigheden van de komende groote veldoefeningen aan te passen en tevens een goede gelegenheid voor het kader om de moeilijkheden, die zich kunnen voordoen, te bestrijden en te overwinnen. U moet niet vergeten, dat het grootste deel van het kader thans verlofskader is, dat nog weinig de moeilijkheden in het terrein heeft mede gemaakt. Als we nu te voren elk troepen- deel wat voor-oefeningen laten maken, hebben we daar zoometeen groot nut van. Thans kunnen fouten nog worden verbeterd en ondervinding opgedaan, die zoometeen in practijk kan worden gebracht. U ziet dus het heeft alles voor en heel weinig tegen". „Zijn er al veel van die vooroefeningen geweest" waagde ik te vragen. ,Och, zoo heel veel niet, maar toch altijd al wel een stuk of tien, sommige kleiner, andere wat grooter" was het wederwoord. „Zijn die vooroefeningen ook nog de moeite waard om eens te begaan bezien of zou U mij dat niet aanraden „Och", en een nieuwe rookwolk trok door de kamer, „bijzonder interessant zijn ze natuurlijk niet, het is en blijft meer een interne oefeningmaar als U er interesse voor heeft, kunt U gerust eens naar een paar toegaan. U kunt er altijd wel wat opdoen, dat U de moeite van het beschrijven waard vindt. Laat eens zien. Overmorgen zal, een compag nie wielrijders, een terreinoefening houden tegen een escadron cavallerie op de heide. Daar zoudt U bijvoorbeeld wel eens naar kunnen gaan zien. Maar dan moet U vroeg uit de veeren, want ze vertrekken al om vijf uur". „O, kapitein", antwoordde ik, „dat is het ergste niet dat heb ik mij al zoo'n beetje voorgehouden". „Nu, dan zou ik dat maar eens doen als U dan om vijf uur hier bij mij komt zal ik U wel den weg wijzen". „Heel graag kapitein, bij voorbaat bedankt". En na nog een beetje te hebben ge praat, waarbij de kapitein mij toezegde de volgende week eens wat over de voorbereiding voor de groote oefening te zullen vertellen, nam ik afscheid. WIE VERHUISD U? DIE IS GOEDKOOP EN NETJES Burgerlijke Stand GEBORENPaul Franciscus Maria, z. v. G. J. Lieshout en B. F. v. Schalk wijk Gerritje, d. v. J. de Bree en J. Klinkjen Martinus, z. v. J. de Ridder en H. H. Boelhouwer Lambert Cornelis, z. v. C. Post en J. Will. GEHUWD P. Swager en H. M. Bakker J. Hilhorst en P. de Ruijgt M. v. Velsen en J. Bernardussen. OVERLEDEN: Aartje van Ooijen, 39 jr, echtgen.v. E.Westerveld Hendrik Willem Melchior, 52 jr, won. te Bilthoven, geh. m. D. H. Ebbink. Plaatselijk Nieuws. FEESTCOMITÉ In verband met den verjaardag van H.M. Onze Geëerbiedigde Koningin op 31 Aug. heeft zich alhier een feestcomité gevormd, teneinde dien dag in onze gemeente niet ongemerkt te laten pas- seeren, doch feestelijk te herdenken. De Burgemeester, Mr. G. Deketh heeft het voorzitterschap aanvaard, de heer J. S. v. Duren Snr. het penninm.schap en de heer J. C. C. Phaff het Secretarisschap Voorts hebben in het comité nog zitting Mevr. J. J. C. v. d. Kooij-Lahman, Mevr. A. Budding-Bochlagen, Mej. M. J. E. Orth, de heeren L. den Bliek, J. G. A. Batenburg, J. v. d. Flier Snr. en de heer D. Dijkstra. SERENADE. D-nsdagavond te plm. 8 uur stelde het Soester Harmoniecorps zich op voor de woning van den heer Geijtenbeek in de Burgemeester Grothestraat en marcheerde onder het spelen van opgewekte mu zieknummers langs den Rijksstraatweg naar het station Soest om daar halt te houden voor de woning van den Sta tionchef, de heer Waardenburg, die dien dag zijn 40-jarig ambtsjubileum herdacht. Met zijn familie staande op den stoep van zijn woning werd den jubilaris eenige muzieknummers aangeboden. Zichtbaar ontroerd dankte de heer Waardenburg voor zooveel hulde, waarna hij de muzikanten verzocht binnen te komen, alwaar dezen werden getracteerd. Na deze verfrissing werden nog eenige nummers ten beste gegeven en ging het weer onder vroolijke marchen huiswaarts. Het behoeft geen betoog, dat, begun stigd door het schoone Zomerweer een groot aantal publiek met belangstelling deze gebrachte hulde bijwoonde. MISSIEAVONDEN. Zondag-, Maandag-, Dinsdag- en Woensdagavond zijn voor een tjokvolle zaal in het gebouw der St. Joseph Jon- gel. Vereeniging alhier missieavonden gehouden welke zijn gegeven door den ZeerEerw. Pater Carl. Orth, Missionaris van Afrika, Witte Pater van Kardinaal Lavigerie. De ZeerEerw. heer Vossenaar, pastoor, heette de aanwezigen hartelijk welkom en hield een korte toespraak, waarna het keurig verzorgde en welgevulde programma van deze avonden werd af gewerkt. Verschillende toestanden, enz. die daar in Midden Afrika, alwaar Pater Orth werkzaam is, onder de negers bestaan, werden achtereenvolgens op het doek gebracht, waarbij Z.Eerw. eenige uitleg gingen en verklaringen deed. Welke gevaren bij de uitoefening van zijn taak zooal bestaan vertelde Z.Eerw. zijn er vele. Niet alleen wegens de ver schillende verschrikkelijke ziekten die er heerschen, doch ook heeft Z.Eerw. een gevecht met een Hanter meegemaakt, waarbij hij bijna het leven moest laten. Na dit boeiende nummer van het programma werd gelegenheid tot pau zeeren gegeven, waarna eenige kinderen als zwartjes nagebootst het Missiespel met zang „In het land der Zwartjes" gaven, hetwelk door de kleine peuters werkelijk keurig is weergegeven. Mej. Orth heeft hierbij een moeilijke taak gehad nl. het instudeeren der rollen bij de kleine kleuters. Tot slot kregen wij nog een prachtige Apotheose van de H. Kindsheid te zien, voor welk gedeelte de heer Alders als regisseur natuurlijk weder de meeste zorg en toewijding heeft besteed. Tot slot moeten wij nog vermelden, dat de Symphonie met haar ijveren en muzikalen Directeur, de heer Horvers den avond aanvulde met het geven van eenige nummertjes muziek. Zoo zijn deze Missieavonden een succes geworden voor de Missie.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1