tUv La Portel Co. Bel op Telefoon 2001 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG IH1M O EIL i OIIE E (NI GEMEENTE-FILM REDACTIE-ADRES: Mr. i. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK N.V. MIDDENST ANDSBANK INCASSO'S - DEPOSITO'S ZONNIGE WERELD 't ixrCdoei ied&ie&n BANK- EN EFFECTENZAKEN SAFE-DEPOSIT Garage „MIDDELWIJK" Luxe VERHUUR-AUT0's VENEMA KLEERMAKERIJ Heeren Mode-Magazijn WAT IS WAARHEID? VAN DIJK'S MEUBELTRANSPORT STEENHOFSTR. 57 TEL 69 No. 40 Vijftiende Jaargang Zaterdag 1 Ocl. 1927 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE: V. WEEDESTRAAT 7, HOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 0 UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS UUR AAN HET BUREAU UITGEVER: G. VAN OEN BOVENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK -A Jrv ADVERTENTIËN: VAN l"TOT^5jREGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST voor AMERSFOORT en OMSTREKEN Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker We kunnen de wereld niet sneller verbeteren, dan we ons zelf ver beteren. CREIGHTON. Een goede bedoeling bekleedt zichzelf met onverwachte macht. EMERSON. Beleefdheid kost niets en wint alles. LADY MONTAGU. Sommigen zijn wel eens ontmoedigd, wanneer zij zien, dat plannen, voorge nomen maatregelen, die een reuzen schrede in de richting van wereldvrede en ontwapening zouden beteekenen, met allerlei tegenkanting te kampen hebben en het groote wereldverzoeningswerk der volken slechts langzaam vordert. Vooral in de eerste jaren na den oorlog, na de vorming van den Volkenbond, heeft menigeen zich bitter teleurgesteld gevoeld. Omdat in de eerste tijden van vredesvreugde beloften werden gedaan, waardoor de verwachtingen hooggespan nen werden. En daarna bleek dat de beloften niet uitgevoerd konden worden. Niet geheel ten minste. Later is men gaan inzien, dat men iets vergeten had. Namelijk, dat men eerst den goeden grondslag moest bouwen, vóór men tot daadwerkelijke ontwapening kon over gaan. Eerst moesten namelijk grondslagen gelegd worden van een onvoorwaardelijk wederzijdsch vertrouwen onder de vol ken, van goeden wil jegens elkander. Alle gedachten van naijver, haat bedrog moesten met wortel en tak uit geroeid zijn, de geestelijke ontwapening moest hebben plaats gehad, alvorens de materieele ontwapening kon plaats hebben. Sedert dien is ernstig in die richting gewerkt. Allerwegen zien we herhaaldelijk blijken geven van inter nationale welwillendheid, van wijziging ten goede van de gedachtelijke houding bij vele volken. Gedachten van haat en vijandschap maken plaats voor vriend schap, waardeering en samenwerking. In dit opzicht wordt voortdurend groote winst geboekt. Daarom kan vooruitgang van de arbitrage- en ontwapeningsprin cipes thans komen. En zal dan ook komen, sneller dan velen misschien meenen. We hebben de waarheid leeren verstaan van de woorden van een CreightönWe kunnen de wereld niet sneller verbeteren, dan we ons zelf verbeteren. We zijn gaan inzien, dat wanneer er in het groote internationale leven vrede zal heerschen, gebaseerd op de principes van waarheid, recht vaardigheid, eerlijkheid en vooral, ver trouwen, we zeker moeten beginnen, met die zelfde principes allereerst in ons particuliere leven tot uitdrukking te brengen. Want wat is het internationale leven anders, dan de uitdrukking van de gedachten en principes, die er in de massa's (dat is het conglomeraat der individueele levens) leven? Heel juist gezien was het dan ook, toen onlangs de Zweedsche kroonprins Gustaaf Adolf in een rede opmerkte„Een vluchtig opmerker mag misschien gelooven, dat de karakteristieke kenmerken van onzen tijd slechts zijn ontwrichting en dishar monie. Ik geloof dat hij het mis heeft. Onze tijd heeft een diepe onderstroom van verlangen naar eenheid en naar samenwerking. Dit gevoelen kan latent zijn in vele kringen, toch bestaat het evan zeker, als het feit dat hoop en idealisme nooit geheel hun macht over de menschheid zullen verliezen. Maar samenwerking vereischt wederzijdsch vertrouwen. Het belangrijkste dat daarom gedaan moet worden voor de genezing der wonden van onze beschaving, is broederlijke gevoelens in de harten der menschen te gieten, zoodat zij tot een beter begrijpen zullen komen individueel, collectief en als naties". Het is licht te begrijpen, dat een dergelijk streven de wereld heel wat zonniger zal maken. Toch vinden som migen het wel moeilijk, de menschen waarmee zij omgaan te vertrouwen en niet voortdurend voorbereid te zijn op bedrog, verraad en kwade bejegening. Zij vergeten dan, dat zooals Emerson het zeide een goede bedoeling zich bekleedt met onverwachte macht. En zij vergeten ook, dat een uitdrukking zooals deze van den wijsgeer Emerson, niet slechts een luchtige, blijmoedige bewering is, doch uitvloeisel is van groote levenswijsheid, gegrond op de onveranderlijke kosmische wetten. Wie zich schaart aan de zijde van het goede, en dit in alle opzichten in zijn leven, zijn gedachten en daden, tot uitdrukking brengt, die brengt ook de macht van het goede in zijn bereik. En is het geen universeele waarheid, dat het goede alle macht heeft en immer zal hebben? Het zijn soms van die naieve, dood eenvoudige gezegden en spreekwijzen, die we allen kennen, die zoo kinderlijk eenvoudig schijnen en niettemin een groote levenswaarheid inhouden. In dit verband zou men kunnen noemen bijv. „wie goed doet, goed ontmoet". Maar als we eens zouden pogen, de waarheid daarvan te beseffen en daarnaar op te leven, dan zouden we bemerken, dat de wereld om ons heen er heel wat zonniger door werd. Kleinigheden Jawel, maar John Shedd zei een raak woord toen hij verklaardeGroote dingen zijn slechts het resultaat van vele kleine dingen tezamen. FLORIS C. MfOi-dt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij wan roos het blijft beter zitten indien gij het des morgens inwrijft met een weinig Purol XXXVIII Kijk, dat doet me nou eens echt ge noegen. 't Is voor de eerste maal sinds ik de Aschketel lees, dat ik er eens iets in vind waarmee ik het eens ben. Ik bedoel de hofiding van de heeren Dam mers en Doorman. Door de „actie" van Mr. Jan zijn ze in den Raad gekomen en nergens anders door. En daar „De Soester" zijn meening niet onder stoelen of banken stak en het krek zei waar het op stond, heeft alles tesamen het resultaat gehad dat de Soester ingezetenen wakker zijn geworden en Mr. Jan een kleine duizend stemmen kreeg. Nou zijn de heeren Dammers en Doorman het niet eens met De Soester. Dat slaat natuurlijk speciaal op ondergeteekende. Ik zou anders warachtig niet weten wat de heeren anders op dit veelgelezen blad (tusschen haakjes vorige week weer 18 abonne's erbij) hadden aan te merken. Een andere kwestie is of ze het eens zijn met het gewoonlijk nogal pootige optreden van Mr. Jan. Zoo neen, dan moeten ze ook consequent zijn. Vinden ze dat optreden afkeurenswaard, dan moeten ze ook op geen manier profijt van dat optreden willen trekken. En dus ook niet hun raadlidmaatschap accep teeren, door dat optreden en nergens anders door, verkregen. Doen ze 't wel dan is 't net als iemand die een kistje sigaren cadeau krijgt van een ander met de mededeeling dat-ie dat netjes heeft gegapt, en dan zegt dat het niet te pas komt om zoo iets te doen, maar ondertusschen toch het cadeautje accep teert. Nee, dat hadden de Broeders heusch nog zoo gek niet bekeken. M'n compliment voor jullie helder oogenblikDe rest van je krant was soep. Het lezen niet waard. En ik begrijp niet hoe iemand die op z'n baantje gebrand was als vader Aandendijk waarvoor ik heel wat bewijzen zou kunnen aanvoeren de brutaliteit heeft zoo'n toon aan te slaan. Zie zoo, die zit. De afgeloopen week bracht wereld schokkende gebeurtenissen. In de eerste plaats hebben twee Amerikaanders de kunst verstaan elkaar gedurende veertig minuten beurs te slaan. Daar moet je zoo licht niet over denken. Er is niks geen kunst aan als je een pooteling bent om een minder gespierd evenmensch murw te beuken, maar als dat geschiedt terwijl je zelf onder die bedrijven een zelfde behandeling ondervindt, noem ik het wel een kunst. En toch vind ik dat de wereld hard achteruitgaat. Een paar duizend jaar geleden, als ze mekaar telijf gingen, hadden de vechtersbazen armen en vuisten ontwikkeld met leeren riemen die dik met ijzer beslagen waren. De aanstaande kampioenen oefenden zich tegen boomstammen en als ze zoover waren dat ze met één klap een flinke stier konden neervellen, waren ze ge schikt om in het publiek tegen elkaar op te treden. Dat was pas sport. En nou Nou hebben zegewatteerdc handschoenen aan en het ergste wat kan gebeuren is dat je er een neus ziet inslikken, of z'n wenkbrouwen verliezen met eens ons of wat vleesch eraan. Wie 't nu maar het langste uithoudt, wint. En krijgt een millioen of drie als salaris, terwijl de verliezer met een millioen tevreden moet zijn. Wat wèl waar is, is dat de toe schouwers hoe langer hoe meer waar voor d'r geld krijgen. Een jaar of vier heeft zoo'n Fransche vechtersbaas z'n tegenpartij in de eerste minuut al een opdoffer gegeven dat die de eerste drie maanden niet wist of z'n hoofd nog op z'n romp zat dan wel er aan een paar vezeltjes bijhing. Daar is natuurlijk geen aardigheid aan. Maar nou hebben de honderdvijftig duizend menschen die zaten te genieten, tenminste veertig mi nuten lang waar voor d'r geld gehad. Ik voor mij zou er sterk voor zijn om alle heibeltjes op die manier uit te vechten. De gewatteerde handschoenen zorgen er wel voor dat er geen dooien vallen voor de toeschouwers is het een aan gename tijdpasseering, en de ruzie is in een half uur of een uur ineens uit. Nou bevechten ze mekaar op papier, wat het voordeel heeft dat de kans op een toegeslagen oog of een deuk in je schedel aanmerkelijker geringer is, maar het nadeel, dat het lang niet zoo inte ressant is en veel te lang duurt. Daar heb je nou De Soester en De Aschketel. Laten die redacteuren d'r gekijf toch staken en een openbare boksmatch in de muziektent beleggen, 't Is dan wel een tegen drie maar daar staat tegenover dat Mr. Jan vroeger jaren lang boksles gehad heeft en de anderen niet. Er zou een flink entree geheven kunnen worden wat de gemeentekas zeer ten goede zou komen, terwijl er nou bij al dat gekift in de kranten geen dubbeltje in 't laadje komt. En wat zou de wedstrijd Van Klooster- Iburg niet een opgang maken. Ik zie ze allebei al in zwembroek op de planken staan I Als het entree een tientje was, was er nog vast plaats te kort. De par tijen zouden misschien niet heelemaal gelijk zijn, maar dat verschil zou kunnen gevonden worden in dikker gewatteerde handschoenen. De burgerpa zou dan kunnen scheidsrechteren, gekleed in het bijbehoorend costuum, een gedecol leteerd blauw-wit gestreept tricot met korte mouwen, witte sportbroek, en lage schoenen met touwen zooien. Om de aantrekkelijkheid te verhoogen zouden de strijders ondertusschen de Heideweg kwestie kunnen bespreken. Ik stel me dat voor als volgt Hoe kom jij er toe bij de acte op te treden terwijl ie er niks mee te maken hebt (Flang 1 Een rechtsche hoek op van Klooster's oor) Dat gaat jou niks an. 't Was toch zeker jou grond niet 1 (Pats I Een stomp op den ademsappel van den heer van Braamhage) Je hebt de kluit beduveld man; hoe kom je er bij meer grond te accepteeren dan verkocht is (FloepDe heer van Klooster slikt drie tanden en een kies in) Daar kun jij niet bij met je geleerde boldaar mot-je koopman voor wezen (Rang 1 De tweede spekplooi boven het zwembroekbandje vertoont een deuk) ja, iedereen krijgt de kans niet om 30 bunder te koopen voor 7 koperen centen de meter. (PatsDe heer van Klooster mist 1 wenkbrouw) Al had ik er honderd gekocht, dan ging het je nog niks an. (Pang De heer van Braamhage verheugt zich nog slechts in het bezit van l1/* oor) Laat kijken de machtiging van Nollen, als je kunt I (Krakde linkerkaak des heeren van Kloosters treedt naar buiten) Mot je den notaris vragen, niet aan mij. (Rang 1 Een directe rechtsche precies op het reukorgaan van Braamhagen'sheer, dat oogenblikkelijk daarop den vorm vertoont van een knoestige eigenheimer) De gemeente was alleen maar goed om te plukken he I (Klets I De heer van Klooster derft zijn tweede wenkbrouw plus 1 neusvleugel) Hier komt de scheidsrechter tusschen- beide om den strijd stop te zetten en de zwaar beschadigde partijen gelegenheid te geven zich te laten restaureeren. Met onderling goedvinden voortzetting over 8 dagen. Batig saldo voor de gemeen tekas f4.575.— WaarlijkBij verordening moest ge regeld worden dat elk politiek geschil op deze manier moet worden uitgevoch ten. De kift zou gauw de wereld uit zijn en de belasting ging zienderoogen om- g! BRANDNETEL. BANKIERS BEHANDELEN ALLE i BAARN KANTOREN TE BUSSUM I SOEST Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Rotterdam, 24 September 1927. Redactie „De Soester" Van Weedestraat 7 Soest (U.) Geachte Redactie Beleefd verzoek ik U, onderstaande in Uw eerst uitkomend blad te willen opnemen. In „De Soester" No. 38, dato 17 September 1.1., komt onder Gemeente- Film voor, dat de Gemeente Soest grond verkocht aan van Klooster voor zeven centen de M2 waar anderen twintig centen voor gaven. Schrijver verzwijgt daarbij, dat erbij verkoop voor zeven centen de voor waarde was, dat aanleg en verharding der wegen voor koopers rekening was, waardoor die grond hun veel meer dan twintig centen kostte. Verder schrijft de schrijver van Ge meente-Film „Meneer Mikx, toen de Roomsche „Wethouder was en dan zei die maar Jonge, jonge d'r zullen toch zooveel „vreemdelingen door getrokken wor- „den, en rechts stemde voor den verkoop. Hieronder volgt gedeelte van verslag dier gemeenteraadsvergaderinggehouden Dinsdag 28 October 1919 waarin U lezen kan wat er over gezegd werd door den Roomschen wethouder Mikx als aanbeveling voor de verkoop van die grond, waarvan ik nog steeds over tuigd ben een goed zaakje voor de gemeente, en tevens blijkt dat ook linksch voor de verkoop stemde, behalve de s.d.a.p.-sche raadsleden die liever de grond in erfpacht uitgaven. „De Heer Mikx merkt op dat de „eventueele verkoop van dit stuk „grond wel een bijzonder geval is, „omdat er zooveel voordeel aan „verbonden is en wel „le de gemeente ontvangt een groot „kapitaal gelds „2e. de wegen worden zonder bezwaar „voor de gemeente aangelegd „3e. het werk van de aanleg der „wegen en terreinen voorziet in de „behoefte aan werk, en spaart voor „de gemeente een groot bedrag uit „voor eventueele werkverschaffing. „4e. door het in exploitatie brengen „der terreinen vestigen zich vele „vreemdelingen in deze gemeente „hetgeen toch zeker welvaart brengt „voor alle ondernemingen om van „opbrengst der belastingen niet te „spreken. Zooals U ziet mijnheer de redacteur wel iets anders als wat de schrijver van Gemeente-Film schrijft. Hoogachtend, Uw Dw. Dn. BERN. F. A. MIKX Goeiendag, meneer Mikxl Hoe vaart U We hebben mekaar in lang niet gezien of gesproken. Het doet me goed maar weer eens wat van je te hooren. We hebben vroeger zoo vaak gezellig in het treintje naar Utrecht zitten te oabbelen, weet U nog wel? Ik vind het eigenlijk niks aardig van U dat u me tiOü gaat tegenspreken. U bent blijkbaar toch al een boel van die goeie ouwe gemoedelijke tijd vergeten, want U weet blijkbaar niet meer le dat de grond die aan anderen verkocht was voor 20 ct. geen bouw terrein was en die grond voor 7 ct. wel. 2e dat de verkochte grond aan de gemeente aan ontginning en beplanting alleen al 7 ct. de meter kostte, zoodat de reusachtige winst voor de gemeente toch niet zoo erg reusachtig was 3e dat pleinen en straten niet door de koopers werden betaald, zoodat dit in aanmerking nemend de koopprijs maar even 5 centjes was. 4e dat de kosten voor aanleg en verharding wel een heel klein beetje in de lucht hangen. Als we het verschil mochten deelen tusschen de werkelijke kosten en wat betaald is, geloof ik dat we allebei een goeien dag zouden hebben. Tot ziens hoor I En beterschap P.S. Er zit nog geen enkele vreem deling op de Bunt. Weet U misschien een manier om ze te lokken Maar 't foefje van „lage belastingen" gaat tegen woordig niet meer op 1 Daag 1 BRANDNETEL. het aller goedkoopste adres voor en overtuigd U Soest, 15 September 1927. Aan den Redactie van De Soester. De 26e Augustus j.l. 1927 n.m. 2 uur, was ik op de publieke tribune in de raadszaaldat was de laatste raads zitting van den ouden raad en er was óén punt van groot belang op de agenda en wel het volgende. Er heeft een inschrijving van brand stoffen plaats gehad, voor levering aan de gemeentede voorwaarden en in- schrijfbiljetten waren te verkrijgen bij de gemeentearchitect den heer van Vliet, als hoofd van verschillende takken van dienst. Maar men kan overal geen verstand van hebben, dat is komen vast te staan. Er waren drie brandstoffen- handelaars die inschreven om de ge meente brandstoffen te leveren, twee van de drie brandstoffenhandelaars schreven volgens de voorwaarden die de gemeente gesteld had in, met opgaaf der mijnen, waar uit de kolen gelevérd zouden worden. De derde brandstoffen- handelaar schreef ook in, maar die had een anderen kijk op de zaak en noemde geen mijnen en stuurde naar het raadhuis monsters kolen, en daar had die derde brandstoffenhandelaar groot gelijk aan. Levering op monster is beter, dan enkel maar de mijnen bekend te makener is geen één brandstoffenhandelaar, die daar de verantwoording voor kan aan vaarden. Bijvoorbeeld de levering moet geschieden uit mijn a in Duitschland of Holland, maar mijn a kan niet direct leveren, dan wordt er kolen uit mijn b geleverd. De brandstoffenhandelaar is zelf niet bij de afzending aanwezig. De kolen komen in gemeente Soest aan, de brandstoffenhandelaar levert de kolen zoo genaamd uit mijn a De kolen zijn driekwart opgestookt, het lekt uit dat kolen niet uit mijn a afkomstig zijn en nu wordt de brandstoffenhandelaar bedrog ten laste gelegd en kan hij schade uitkeeren en staat zelfs voor onbetrouwbaar te boek, terwijl hij van niets af weet. Op monster leveren, is de aangewezen weg. Ik weet niet wat dat voor heeft om de mijnen op te geven. Moet de heer van Vliet wanneer de zending kolen al hier in Soest ge arriveerd is, uit de wagon een monstertje nemen en naar de mijn reizen en afdaalen in de mijn en zoo meten en dan de diagnose vast stellen, of die kolen in Soest werkelijk uit die genoemde mijn afkomstig zijn Dat zou niet zoo erg zijn, de belasting is er goed voor. De derde brandstoffenhandelaar die was dus wel wijzer, toen die monsters stuurde. Maar, zeggen die twee andere brand- stoffenhandelaren, dat is niet eerlijk van den heer van Vliet. Wij geven de namen van de mijnen op wat ons gevraagd is, zelfs verplichtend en wij hebben de leverantie niet gekregen, nu eischen wij schade. Dat is ook tevens recht; de heer van Vliet adviseerde natuurlijk om aan degetroffenen brandstoffenhandelaren geen schade uit te keeren. Dat was immers voor den heer van Vliet heel gevaarlijk, want de fout zat alleen'bij hem. Maar de raad dacht er anders over. Een voorstel van Mr. van Doorne om de twee brandstoffenhandelaren een schade te doen uitkeeren, ieder brand stoffenhandelaar vijf en zeventig gulden dus totaal honderd vijftig gulden, werd door alle raadsleden aangenomen. De fout door den heer van Vliet begaan, wie zal dat betalen Hij zelf Of de inwoners van hun belastingcentjes? Honderdvijftig gulden 1 Het is toch meer dan ergelijk om zoo maar honderdvijftig gulden als fooitje te geven 1 Daar echter de handelaren recht van spreken hadden moest die geene, die de gemeente dit schadepostje heeft bezorgd, dat netjes uit zijn eigen zak betalen. Ik had liever gehoord, als dat armenzorg honderd- vijftig gulden had gekregen. Misschien komen die brandstoffenhandelaren tot inkeer, om die honderdvijftig gulden terug te storten in de kas van armenzorg, daarmede zouden ze een edele daad doen. Dankend voor Uw verleende plaats ruimte. R. DAMES- EN HEEREN- F.C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL.2169 Deze vraag is er eene die twintig eeuwen geleden geklonken heeft in een rechtszaal waar Pontius Pilatus zetelde als rechter en tegenover hem stond een zeker mensch genaamd Jezus Christus, dien ik persoonlijk erken als den zoon van God. Deze mensch werd beschul digd door een fanatieke menigte, en al ging Pontius Pilatus zijn handen was- schen in onschuld, toch werd die mensch veroordeeld om te sterven aan het kruis. Wat is waarheid Ziehier een vraag die gedaan wordt door vele inwoners onzer gemeente in het geschil dat thans plaats vindt tusschen een onzer inwoners den heer Iburg en een mede inwoner den heer van Klooster, die waardig was geacht geworden door de R.K. en de A.R. kiesvereeniging om een plaats in te nemen op een der wethouderszetels. Van waar die vraag: Wat is waarheid Genoemde heer Iburg noemt eenige feiten op, bedreven door den heer van Klooster als gemeentefunctionaris die volgens hem niet door den beugel kunnen. Dit is te lezen in „DeSoester' onder het hoofd „Soest op het hellend vlak". Toch moet men den heer Iburg dadelijk toegevenhij noemt cijfers die schijnbaar uit officieele bron komen. Maar in het andere weekblad, het chris telijke Soester Nieuwsblad leest men Het scherm gaat opNu vind ik het echter zeer jammer dat ik na lezen en herlezen van dit blad nog niet kan vinden dat dat scherm ook maar eenigs- zins is opgegaan, en het nog volslagen duisternis is I Mogelijk dat ik het niet heb kunnen lezen, mogelijk dat mijn ontwikkeling voor dezen tijd wat achter lijk is, maar tochde heer Iburg, ofschoon ik persoonlijk met dezen heer niet zoo sympathiseer, noemt cijfers en namen. En als dat het scherm moet opgaan door het christelijke blad, het Soester Nieuwsblad, dan ook met cijfers en namen en deugdelijke argu menten, opdat de vraag: Wat is waar heid beantwoord wordt door met degelijke en doorslaande bewijzen te zeggenDit is de waarheid. Dit is voor de redactie van het Soester Nieuwsblad de eenige weg om die waarheid te doen blijkenniet door gescherm met woorden. Zij moeten en kunnen het weten dat ook Jezus niet heeft nagelaten daar waar het noodig was tegenover diegenen die zijn waarheid wilden te niet doen, het harde woord te gebruiken: „Gij wilt gespleisterde graven I" Ook schaamde hij zich niet een geesel van touwtjes te vlechten en hen die niet in den tempel hoorden, eruit te slaan. Neen, redactie van het Soester Nieuws blad, niet terugkomen op in roodgedrukte advertenties van voor eenige maanden in De Soester en Uw aandacht gericht op het beschuldigen van een politieke partij 1 Maar blijven bij de zaak, blijven bij de stukken, de cijfers, de namen, die de heer Iburg heeft genoemd, dit beoordeelen en dan beslist in Uw blad neerschrijvenDat punt en dat cijfer en die naam en die beschuldiging zijn gelogen of uit den duim gezogen Als U dat doet dan eerst kan er sprake zijn van het scherm ophalen, en zal de vraagWat is waarheid door U be antwoord worden. En dan moet gij met Uwe bewijzen dat alles leugen is naar den Officier van Justitie gaan om de eer en den naam van de heeren van Klooster en Endendijk te rehabiliteeren. Bepaal U tot de zaak waar het om gaat, dwaal niet af tot andere zaken die hier niets mede te maken hebben, scherm niet met woorden, maar handel 1 Dit is m.i. voorloopig een waarheid I Soest, 24 Sept. 1927. C. UITERWIJK. WIE VERHUIST U? DIE IS GOEDKOOP EN NETJES Soest, 28 September 1927. 2e Open brief aan den Heer M. Iburg Hzn. alhier. Zoo, mijnheer Iburg, vindt U dat nu zoo'n handigen zet van mij, om U te vragen mij gelegenheid te geven om mij in het openbaar te verdedigen. Denkt U werkelijk, dat die menschen, die U met den naam van „JAN PUBLIEK" bestempelt, niet over de door U tegen mij ingebrachte beschuldigingen kunnen oordeelen? Doch nu begrijp ik U in het geheel niet meerWaarom hebt U dan die beschuldigingen in de Soester aan datzelfde publiek ter lezing en beoordeeling aangeboden? Indien U daaraan geen waarde hecht had U moeten doen wat U had behooren te doen Dan had U mij vóór de plaatsing dier beschuldigingen gelegenheid moeten geven mij te verweren. Ik zeg U, dat ik wèl waarde hecht aan het oordeel van den werkman (al noemt U hem ook JAN PUBLIEK). Deze werkmen- schen zijn het juist geweest, die mij gedurende negen jaren aan het werk gezien hebben en daarbij zijn tientallen, die duidelijk uit uw schrijven zien, dat U niet op de hoogte zijt en die dat bij eene bespreking in het openbaar ook dadelijk kunnen getuigen. En denkt U, dat wanneer ik al die jaren geknoeid zou hebben, die menschen dat niet opgemerkt zouden hebben en meent U dat die menschen (die toch van mij niets te vreezen hebben) dat dan ook niet zouden gezegd hebben Die ver gadering zou ook zoo lang niet hebben behoeven te duren. U zoudt eens gezien hebben, hoe spoedig Uwe beschuldigin gen weerlegd zouden geweest zijn Met het oog op de wijze van schrijven, die door U toegepast wordt, zooals ook in Uw laatste schrijven weder tot uiting komt, kunnen wij toch niet tot overeenstemming komen. Ik vermeen in fatsoenlijke bewoordingen U een voorstel gedaan te hebben. En wat geeft U als antwoord Van alles wat, n.1. de heeren Batenburg, van Vlieten Endendijk en in Uw stuk „Het scherm gaat op" geeft U weer een partij cijfers die kant noch wal raken. Voorts ver klaart U, dat mijne bewering dat de Heideweg vlak was, een brutale leugen is, enz. enz. Ik verklaar U nogmaals, dat de Heideweg vlak was, wat ik U door tientallen getuigen kan laten be vestigen. Verder zegt U, dat het ravijn niet meer dan een put was, wat bewezen was, doordat de Heer Ormeling voor het dempen slechts f350.— betaald heeft, met de vraag waar dit bedrag gebleven is? Zoo werpt U de eene vraag door de andere met het gevolg dat ten laatste niemand er meer een touw aan vast weet te knoopen, want waarom vraagt U, waar die f350.00 gebleven zijn? Wat heb ik daarmede te maken? Ik heb alleen te maken gehad met uitvoering van werken maar niet met het innen van gelden, dat is de zaak van het Gemeentebestuur. Nogmaals zeg ik U, dat verdere weerleggingen van Uwe beweringen toch niets geeft, omdat zeer vele lezers den vroegeren toestand niet gekend hebben. Op Uw voorstel kan ik niet ingaan U wilt een Commissie van 5 personen benoemd zien, bij wie U schriftelijk Uwe beschuldigingen zult indienen. Waartoe moet dit dienen U hebt Uwe beschuldigingen in de Soester toch al openbaar gemaaktBij die commissie zou ik mij dan schriftelijk moeten verweren, zij zal weder een onderzoek moeten instellen en daarna zal een vergadering gehouden worden. U zult wel begrijpen, dat ik voor dat op de lange baan schuiven feestelijk bedank, er zou geen eind aan komen. Om echter bij het publiek niet den indruk te ves tigen, dat ik het onderzoek schuw, wil ik nog éénmaal een voorstel doen en wel het volgende

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1