ISCHADE!
ÏEAU P. MAN
üsf1
en, Motoren
ielen
ixen-garage
La Portel!Co.
175c
.0" SOEST
hysische Therapie
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT EI KEN ZATERDAG
IHIMPIIL
C^EPDiTIG
GEMEENTE-FILM
Piano leerares
overwerkte
zenuwen
f/tynfixirukts
ticien - Burg. Grothestraat 28
aor Inboedels f 0.30 per Mille
ÜANGVEREEN.
I's KINDERKOOR"
-jQt
HARDT'S 75c
-iAP.DT'S
iabiette
IHARDT'S apf
iARDT'S qac
tabletten
HARDT'S ftnc
>t Soest-Baam-Amsterdam
REPARATIËN
'Al- EN SMEEDWERK
IALEIGH-RIJWIELEN
BROERS
N.V. MIDDENSTANDSBANK
INCASSO'S
- DEPOSITO'
P Q Uk M <G
Hoest, Keelpijn
GARAGE „MIDDELWIJK"
BANK- EN
EFFECTENZAKEN
SAFE-DEP0SIT
E. van Meurs,
^Tmu/uAaMdJm
VENEMA
KLEERMAKERIJ
Heeren Mode-Magazijn
U-E/Tm
VOO» ItDtKttN*
No. 9
ZestiendeJaargang
Zaterdag 3 Maart 1928
Uwe OOGEN zijn
uw rijkst bezit 11
Elk verkeerd gesleld
glas brengt ze ver
der achteruit. Laat
ze vakkundig
beschermen door:
tert U tegen
15 BIJ HET STATION SOESTDIJK
I. J. VAN M AU RIK
id of Oonateur(trice) wenschen too te
aanmelden bij het Bestuur of des
He in Gebouw „RELIGIE EN KUNST"
v-tabletten
jijntabletten
rtabletten W
bij Apoih.en Drogisten
en van den naam
A.MIJNHARDT
•m.Fabniek. ZEIST
Westerstraat 4 (bh. Centr. Stat.)
DELINO van
Jicht, Zenuwpijnen (Ichias, heupjicht)
iken, Ontwrichtingen, Verstuikingen,
euritis (Pleuris),) Algemeene zwakte
en
g van 2—3'/s.
■N: Pijnlijke-, Zwakke- en Platvoeten
en Zaterdag van 4—5.
lag, Woensdag, Zaterdag van 5—6 uur
De. Directie
)EN BROEK
Tel. 2037, Nieuwstr. 37, Torenstr. 10 en
ERDAM: Stroomarkt 19, Telef. 43919
huizingen en Transporten t. z. conc. prijzen
BROEK, NIEUWSTRAAT 37, SOEST
3N 2152 an
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIEV. WEEDESTRAAT 7. SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS 9 UUR AAN HET BUREAU
UITGEVER: G. VAN DEN B0VENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN DOORNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Gevestigd sedert 1015 - directie: a. 11. martens
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
OFFICIEEL
Bekendmakingen
DIENSTPLICHT.
UITSPRAKEN OMTRENT UITSLUITING
VAN DEN DIENST.
De Burgemeester van Soest brengt
ter algemeene kennis dat bij ministrieele
beschikking is beslist, dat de dienst
plichtige GEORGE PIETER JOHANNES
OVERHAND LANDBERG, lichting '28
ingevolge art. 23, eerste lid, a, <Jer
Dienstplichtwet van den dienst is uit
gesloten.
Tegen deze omtrent uitsluiting gedane
uitspraak kan bij de Koningin in beroep
worden gekomen
a. door den ingeschrevene, wien de
uitspraak geldt of door diens wettigen
vertegenwoordiger
b. door elk der overige voor de ge
meente voor de lichting ingeschreven
personen of door diens wettigen verte
genwoordiger.
Het verzoekschrift, daartoe aan de
Koningin te richten, moet met redenen
zijn omkleed en binnen tien dagen na
de dagteekening dezer bekendmaking
worden ingeleverd bij den Burgemeester
ter secretarie dezer gemeente.
Soest, 29 Februari 1928.
De Burgemeester,
G. DEKETH
Wacht niet op buitengewone
omstandigheden om goede daden
te verrichten probeer gewone
omstandigheden daarvoor te ge
bruiken. RICHTER.
Het is een weinig verheffende lief
hebberij van sommige oppervlakkige
lieden, die zichzelf gaarne een schijn
van buitengewone schranderheid of
wereldwijsheid zouden willen omhangen
om van onzen tijd te spreken als de
materialistische tijd bij uitnemendheid.
En dan te smalen op de verbazende
„slechtheid" en het verfoeilijke materia
lisme dat in dezen tijd, sterker dan in
eenige andere eeuw, tot uiting zou
komen. Deze zwartzieners vergeten
echter één ding, namelijk dat zij door
dergelijke uitingen niets anders doen,
dan bewijzen, dat zij zelf klaarblijkelijk
nog aan een onmiskenbaar materialisme
euvel gaan. Want hier zijn zeker de
woorden van Emerson van toepassing
„Gebruik de taal welke ge wilt, ge kunt
nooit iets anders zeggen, dan hetgeen
gij zijt". Inderdaad. En het is zeker
onjuist dat enkele materialisten, zichzelf
als maatstaf nemend, de geheele wereld
voor materialistisch uitkrijten.
Men versta wel goedik zou gaarne
de woorden van Henri Fabre tot de
mijne willen maken, als hij zegt: „Ik
aarzel niet om de ideeën aan te vallen
die ik als fout beschouwmaar de Hemel
beware mij, dat ik ooit de personen
zou aanvallen, die die ideeën voor
staan". Wanneer ik dan ook opkom
tegen de bewering van sommige lieden,
die onzen tijd in een verkeerd daglicht
stellen door hem uiterst materialistisch
te noemen, dan is deze bestrijding uit
sluitend gericht tegen hun ideeën en
niet tegen de personen die ze uitten.
Welnu dan, ik geloof en zeer velen
zullen dit kunnen onderschrijven dat
de wereld nog nooit een tijdperk heeft
gezien waarin door breede volksmassa's
zooveel fijn enthousiasme, zóóveel waar
deering voor geestelijke waarden, zóó
veel mooi idealisme, zóóveel geestelijke
groei, zóóveel verheffing van het zedelijk
peil, zooveel opbouwende denkbeelden
werden getoond, als juist in dezen onzen
tijd. En het kan en mag niet anders
zijn. Zou het niet een schandelijke mis
kenning zijn van het groote werk en
voorbeeld, door tallooze groote mannen
en denkers over de geheele wereld
verricht en gegeven, als we nu zouden
moeten erkennen, dat al hun werk ver
geefs was geweest en al hun hooge
streven voor niemendal en dat onze
tijd er ten slotte materialistischer door
geworden was dan ooit En zou het
niet hopeloos ontmoedigend zijn voor
de goedwillenden, aan zoo'n trieste
wereld-loop te moeten gelooven? Maar
neen, juist onze tijd draagt meer en
meer het kenmerk van een lichtend,
steeds helderder schijnend idealisme.
Juist nu zien we hoe langer hoe meer
waarde gaan hechten aan de gedachten
en motieven der menschen, dan aan
stoffelijke, materieele omstandigheden.
Hebben wij niet juist in de laatste jaren
de groote waarheid in het denken der
volken zien dagen, dat een oplossing
van het vredes- en ontwapeningsvraag-
stuk niet mogelijk is, als niet eerst bij
ieder volk de gedachtelijke ontwapening
heeft plaats gehad Heeft Briand dit
niet getypeerd, toen hij verklaarde dat,
vóór ontwapening een practische politiek
kon worden, er moest komen een ont
wapening van den geest Men gaat
inzien, dat er een nieuwe geest noodig
is en deze wordt al merkbaarMen
komt tot het begrijpen, dat de mensch
handelt, zooals hij denkt. En dat, zoolang
men nog als „natie" denkt met
nationale belangen en „prestige"
men ook als „natie" zal handelen,
dat er dan zeker vijandigheid en strijd
zal zijn. En dat men „Europeesch", of
nog beter „internationaal" moet denken
wil de wereldvrede verzekerd zijn. Wie
zou een dergelijke gedachtelijke ont
waking een teeken van materialisme, in
stede van geestelijken groei durven
noemen En er is zooveel meer. Wan
neer zagen we ooit zoo'n algemeen
neiging tot geestelijke ontwikkeling
Zeer juist zegt S. W. Straus: „De arbeid
wordt doelmatiger, omdat de arbeiders
leeren, dat de belooningen der wereld
voor hen zijn, die hun tijd en energie
bewaren voor nuttige doeleinden, hun
geld sparen, een zuiver leven leven en
hun gedachten vullen met nuttige weten
schap". Alom komt een veel helpender,
vriendelijker, opbouwender geest in de
verhoudingen der menschen onderling
tot uiting, er is op allerlei gebied een
zeer sterke neiging tot samenwerking.
Men bedenkt meer en meer, dat „de
manier om succes te hebben is, ver
trouwen te hebben in de menschen om
U heen". Neen, wanneer men dezen
tijd zou willen typeeren, zou men dienen
te zeggen, dat juist steeds meer het
materialisme wordt verlaten en heil
wordt gezocht in geestelijke verheffing.
We beleven een tijd van opgang.
FLORIS C.
Mijnhardt's Hoesttabletten Doos 30 ct.
Mijnhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
KAMERKRONIEK
Ministers in het gedrang
- De Tweede Kamer roert
zich - Inpopulaire wets
ontwerpen.
Neen, het betert niet in de Tweede
Kamer. Het politieke leven van menig
minister wordt danig zuur gemaakt en
schijnt somwijlen aan een zijden draadje
te hangen. Het is waar een buiten-par
lementair kabinet als het tegenwoordige
kan heel wat verdragen, en menig be
windsman kan nu zonder schadelijke
gevolgen moties en amendementen slik
ken, die in normale omstandigheden aan
een minister uit een normaal tot stand
gekomen kabinet, het leven gekost zouden
hebben. In figuurlijken zin, dan altijd.
Zoo kreeg minister van der Vegte heel
wat te hooren over zijn Radio-wetje, dat
het nationale radio-verkeer (met de ko
loniën) aldus moest regelen, dat het aan
de Kroon (dus den minister) werd over
gelaten. Dan was er het voornemen om
aan de firma Philips het zendmonopolie
naar Indië te geven, in den vorm van
een ondernemersorganisatie, terwijl ook
de mogelijkheid geopend werd tot het
heffen eener retributie van hoogstens
f 10.van eigenaars van radio-toestellen.
Het regende bezwaren en amendementen
en het onaangename (voor den minister)
was, dat ze ongeveer alle aangenomen
werden, zoodat er van het oorspronkelijk
wetsontwerp in principe een verbazend
klein beetje overbleef. Twee amende
menten-van Dijk werden z.h.s. aanvaard
n.1. het eene dat instelling van een
Radio-raad beoogt, en het andere dat
preciseering verlangt van de gronden,
waarop een aanvraag mag worden af
gewezen. Nog werd met groote meer
derheid aangenomen een amendement
van Dijk luidende. „Bij het verleenen
eener machtiging tot het doen van uit
zendingen wordt, den Radio-raad gehoord
de beschikbare zendtijd naar billijkheid
verdeeld over de omroep organisaties
die voldoen aan nader bij dezen alge-
meenen maatregel van bestuur te stellen
eischen. Belangrijk was ook de aanne
ming van het amendement-Droogleever-
Fortuyn, tot schrapping van de voorge
nomen „retributie", met 58 tegen 20
stemmen. In strijd met de Grondwet,
had meneer Droogleever deze „geca
moufleerde belasting" genoemd. Waarop
de minister geantwoord had, dat de helft
van de luisteraars klaploopers waren en
dat het grootste deel van de opbrengst
der heffing zou worden uitgekeerd aan
de zenders, terwijl de staat er maar een
klein deel van zon krijgen. Maar de
Kamer „lustte" het niet, was het blijkbaar
met den heer Suring eens, dat dc
zenders zich toch wel bedruipen. Dus
geen retributie.
Minister Lambooy was al niet geluk
kiger dan zijn collega van der Vegte.
Deze bewindsman kreeg het te kwaad
met zijn wetsontwerp betreffende invoe
ring van het z.g. capitulantenstelsel in
ons leger, dat de aanstelling van militair
reserve-personeel in beroepsverband mo
gelijk zou maken, met daarna overgang
in burgerlijke betrekkingen. Reserve-
officieren zouden zich onder deze re
geling voor 6 jaar vrijwillig moeten
verbinden in werkelijken dienst te komen
of te blijven, onderofficieren voor 4 jaar.
Daarna zou vaste aanstelling in beroeps-
dienst of een betrekking in het burgerlijke
in het vooruitzicht worden gesteld. Maar
al weerde kamer „lustte" dit ook niet.
Vrijwel niemand had er een goed woord
voor over. Men vreesde dat het gevolg
zou zijn, ondergraving van het burgerlijk
ambtenarencorps, door krachten, die voor
het leger niet meer deugden, of wel, het
was versterking van het militaire element
onder de ambtenaren, ofde weerkracht
werd erdoor verzwakt, of ook er zouden
alleen minder geschikte elementen in het
leger blijven. Enfin, het regende zooveel
bezwaren, en het zag er zoo donker uit
LIX.
Met vreugde las ik verleden week
dat de vereeniging tot het brengen van
Gereformeerde Evangelisatie aan daarnaar
snakkenden, een bezoek gebracht heeft
bij Frans, Teus en Grada. Dergelijke
opofferingsgezindheid doet me weldadig
aan. Natuurlijk twijfel ik er niet aan of,
als daarmede wordt doorgegaan, ten
slotte wel resultaat zal worden bereikt.
Ik kan me het zoo levendig voorstellen,
dat de twee ouderlingen die daarmee
belast waren, er vol ijver en insecten
poeier heen getogen zijn. Natuurlijk,
oogenblikkelijk succes in dien vorm dat
voor het ontwerp, dat minister Lambooy i de doelwitten van hun barmhartigheid
na zijn verdediging de „Kamer er niét
langer mee wilde ophouden". En schorsing
der beraadslagingen vroeg. Om nader
te overwegen of aan de geopperde
bezwaren van de Kamer tegemoet ge
komen zou kunnen worden.
Dan was er het veelbesproken wets
ontwerp tot belastingheffing van buiten
het Rijk wonende Nederlanders. Ook al
zoo'n strijdontwerp. De heer Lovink(c.h.)
opende de rij der tegenstanders. O.a.
omdat de honoraire consulaire ambte
naren niet onder de vrijstelling zouden
vallen en hij het wetsontwerp op zich
zelf ook onsympathiek vond. De heer
van Vuuren (r.k.) had verwacht, dat het
alleen tegen de „belastingvluchtelingen"
gericht zou zijn geweest en ontwikkelde
vijf bezwaren: 1. Het was een gelegen
heidswet2. Het geeft in wezen geen
belasting naar de nationaliteit; 3. het
geeft dubbele belasting, al beoogt men
het tegendeel4. het is ongelijk
werking, dus onbillijk een gevaar voor
ons land 5. de opbrengst is volmaakt
onbekend. En wie de uiteenzetting van
dezen spreker hoorden, kwamen tot het
inzicht zooals de opposant trouwens
zelf ook aangaf dat er heel wat
overredingskracht van den minister
noodig zou zijn, om zijn bezwaren zóó
weg te werken, dat hij zijn stem aan
het wetsontwerp zou geven. En zoo
waren er velen.
De heer van Voort tot Voorst (r.k.)
bijv. betoogde, dat wij ons met dit wetje
belachelijk zouden maken, omdat wij ons
niets aantrekken van de beginselen van
internationaal recht. Een betere oplossing
vond hij, de uitwonende Nederlanders
belasting te laten betalen van inkomsten
die ze hier te lande hebben. De heer
de Wilde (a.r.) had ook bezwaren, al
nam hij niet alle in den loop der laatste
maanden aangehaalde bezwaren over.
Volgens hem was de zwakke plek art.
3. Men doet voorkomen dat niet meer
de inwoning, maar de nationaliteit de
grondslag der belasting is. Art. 3 was
daarmee in strijd. De heer Oud (v.b.)
zou ervoor te vinden geweest zijn, als
het wetsontwerp belastingyluchtelingen
wilde treffen. Maar het denkbeeld is voor
een prachtische uitwerktng niet vatbaar
gebleken. En hij meende, dat de minister
ermee op den verkeerden weg was. Al
wilde hij de deur echter voor den mi
nister niet potdicht gooien en liet hij de
mogelijkheid open, dat de minister hem
overtuigen kan of, dat het ontwerp,
evenals indertijd de „richtige heffing"
in den smeltkroes der beraadslagingen
geheel wordt gewijzigd. En blijkbaar om
den minister te troosten voegde hij er
aan toe Voorhands zie ik de zaak zoo,
dat als dit ontwerp wordt verworpen,
de minister de Kamer daar ten slotte
dankbaar voor zal zijn.
Hetgeen een schrale troost was.
POLITICUS.
TELEF0bN|200lia}TÓRENSTRAAT"7
Het soliedste en; billijkste adres
LUXEgVERHUUR-INRICHTING
Reparatiën onder ^garantie
Burgerlijke Stand
GEBORENJohannes Joseph, z. v. M.
v. d. Berg en P. Zwezerijn
Jantina, d. v. G. Jooston en C.
Pilon Johannes, z. v. T. Muis
en C. Nagtzaam - Maria Catharina
Elisabeth, d. v. H. M. Fugers en
M. C. Th. Verkerk Anna Maria,
d. v. J. Th. Pas en B. Middelaar
Hendrika Metje Maria, d. v. H.
de Graaf en M. Prost Wouter
Wilhelmus, z. v. G. v. Logtestijn
en C. A. Hilhorst Hendrikus
Gerardus, z. v. G. v. Dorresteijn
en G. de Gooijer.
ONDERTROUWDJ. J. Barzilaij, 33 jr.
en H. P. Selderbeek 18 jr.
OVERLEDEN Ambrosius Evert v. d.
Brink, 28 jr, geh. m. R. v. Bloemen
dal Marciane Wilhelmine Vier-
vant, 70 jr, ongehuwd Albertus
Jacobus v. Lume, 58 jr, geh. m.
A. M. v. Dijk Hendrik Muis,
2 jr. Gerritje Roeten 72 jr, wed.
J. Roest Lambertus Johannes
Theodorus Bekkers, 51 jr, geh. m.
T. Groenveld Wijnaldus Fran-
ciscus Renchens, 84 jr, wedr. v.
M. A. Vlaming.
den volgenden Zondag al „onder het
gehoor" zaten, mocht niet verwacht
worden. Dan kon ook trouwens niet,
want dan weet ik zeker dat er haast
geen mensch in de kerk had kunnen
stil zitten. Vanwege de nieuwsgierigheid
en de jeuk. Maar niettemin, alle lof voor
het edele streven
Daarnet wordt me bericht dat het
verhaal dat Frans, Teus en Grada be
zocht zijn vanwege de vereeniging tot
het brengen van Gereformeerde Evan
gelisatie niet heelemaal juist is. Om te
beginnen is er in de vereeniging groote
strijd geweest wie de uitverkorenen
zouden zijn om daar die Evangelisatie
te brengen. Ze waren allemaal zoo
verschrikkelijk er op gebrand dat ten
slotte de voorzitter het lot heeft moeten
laten beslissen. Het trof echter bijzonder
ongelukkig dat degenen wien het lot
trof juist verhinderd waren om te gaan.
Ze hadden allebei zulke dringende
redenen van verhindering dat de voor
zitter opnieuw moest loten. Aan de
dringende bede van zijn volgelingen
om ook mede te loten wilde hij echter
geen gehoor geven. Hij wilde hun kans
tot verwezelijking van dat edele streven
niet verkleinen, en vol zelfopoffering
verkoos hij buiten stemming te blijven.
Helaas trof het wederom zoo, dat de
twee aangewezenen ook niet konden
gaan. Buitengewoon dringende reden
van verhindering, waar ze net toevallig
aan dachten toen het lot hen had aan
gewezen. En aangezien de vereeniging
uit 6 leden plus 1 voorzitter bestaat,
schoten er vanzelf twee over. De voor
zitter was wederom zoo opofferingsgezind
om buiten aanmerking te blijven. Van
.ymscher harte aanvaardden de afgezan
ten hun taak, niet weinig benijd door
de vier overigen, die door ongelukkige
samenloop van omstandigheden van het
edel doel verstoken bleven. Doch niet
temin, zij waren, dat dient gezegd, een
en al vuur en niets was hen te veel
om de opgedragen taak ten uitvoer te
helpen brengen. Dc een kwam aandragen
met een flesch poeder tegen kippen-
vlootjeslicht beantwoordde die ook
wel aan een menschelijker doel. Een
ander bood, o prijzenswaardige opoffe
ring, een oude broek aan, die na gebruik
mocht verbrand worden. Een derde
kwam aandragen met een brochure
„Ontsmettingsmethoden". Een vierde
droeg een armvol tractaatjes aan, vol
doende om een gezond mensch in een
week godsdienstwaanzin te doen krijgen.
En zoo droeg ieder het zijne bij tot
bereiking van het edele en schoone
doel.
Het afscheid van de huisgenooten
moet treffend geweest zijn een paard
zou ervan gehuild hebben. Het was dan
ook heel wat erger dan bijvoorbeeld
een bezoek in een leeuwenkooi. Want
tegen groote vijanden kun je tenminste
vechten, maar die kleine ongeziene ge
niepige vijandjes, die je zoo ongemerkt
besluipen, die hun onneembare stelling
innemen in het bosch rondom je kalende
kruin, voor wie de plooien van je on-
derkleeding de heerlijkste loopgraven
zijn; met volkomen negatie van
alle aangewende afweermiddelen, neen,
daar kun je eenvoudig niet tegen op.
Onder tranen hebben hunne echtgenooten
hun terugkeer afgewacht, met een hart
vol vrees en een kuip vol warm water.
Maar ach, wat waren al die kleinigheden
bezien bij het groote en heerlijke doel I
Daarnet wordt me alweer een brief
gebracht, origineel van Frans, net zoo
origineel alswat Smitje verleden week
regelrecht van hem en Teus had ver
nomen. En waratje, ik had toch niet
gedacht dat de menschen zoo konden
liegen. Ik laat dien brief eigenhandig
door Frans geschreven hieronder volgen:
Aan Mijheer branNetel van Den
Soester.
ik Leesde voorigen week de kraant,
waar alsdat in sting dat ze van de
kraant van Smid bei ons zoue gewees
hebbe. Maar ze liege dasse barste, der
Ister geenecn meer gewees naadat die
twee vcrkleede snurkers der gewees
zijne metter mooie pra-tjes en der pot-
tegrefierommel. ik Zee nog teuge teus,
teus seggik, la je nie beduvele, ik
fertrau ze voor geen knoop seggik maar
teus zee bejjij belaaitafeld het zijne
joovele jonges geef mijn nog maar een
hallevie maar een grood, zee die. assik
Het geweete hadt dan haddik halie net
soo liev een heele nach vasgebonde in
een deke van grada dasse de folgede
morrege temet geen oore meer an der-
lui hoof gehad hadde. ik Heef der een
grote las van gehat met de pelisie en
soo en dasse de koonigin d'r moeder
der ook al bijgesleep hebbe mettie rook
van het paalys en al die pra-tjes, wat
koop ik der foor. dus Aster nog meer
van die kraantemense om invermasie
gewees wasse, dan hadde teus en ikke
ze wel moores geleert voordasse nog
mit en poot oppet erv wasse gekomme.
dus Dat zijne groote leuges en ikgeev
jullui van Den Soester ook de raat
blijv uitte buurt want het was een ge
mene streek ons der soo in te late
fliege mettie pertrette in de kraant en
je mooje smoezjes van Donker Soest
en Van de geriffemeerde eefangeelesaasji
zijne ze ook heel nie bei ons gewees
nie want die eene liep trekt door en
de aandere sting foor het hek te draaie
dattik see wat mot jy daar stuk ongeluk
wantik kon hum wel mit sen mehoniehoute
fieseldemie. niks Zeedie teugen mijn ik
heef traktaatjes maar ik zee asje trak-
teere wil dan komder in, jy spuug der
sekers ook nie in as de kaarkeraal het
nie siet. maar hij Wou der niks nie fan
weete en see dattie seege kwam brenge
ik zee breng lieffers een kisje segare
asje anders niks weet kejje me de koors
kreige. en Toen gonkie vort en ik froeg-
gem nog seg horrelpoot mojje graada
de seege nie komme geefe, mar hij was
al fertrokke.
soo Isset gewees mijheer branNetel
en nie aanders en neemt mein nie
kwaalik van de voute want ik heef noot
sgool gegaan en ken nie schreive of
Ieese al isset letters soo groot assen
koei en daarom heeff ik dese briev
dannook late schreive door een goeje
frind vamme fan froeger die sit in de
reedaksie van het soester niefsBlad en
ferdiend der ook nog een gulde mee
wand hettis ook maar een gesjogte
jonge al wildie het zeivers ook nie
weete. met De groete Fan Frans.
BRANDNETEL
BANKIERS
BEHANDELEN ALLE
iBAARN
KANTOREN TE BUSSUM
SOEST
Ingezonden
Bulten verantwoordelijkheid der Redactie.
M. de R.
Ik kan maar nog niet scheiden van
den Heer H. A. S. In de hitte mijns
toorns had ik nog vergeten te vragen
naar de bedoeling van„in Soest is
het na 12 uur donker". Wil de Heer
H. A. S. de lantaarns dan nog langer
laten branden en in welk dorp is dat
dan wel het geval, is Soest daarin dan
een unicum Nu branden de lantaarns
soms al bij vol daglicht en bij heldere
maneschijn tot ergernis van de belas
tingbetalers en dat zou dan nog erger
worden. Neen mijnheer, die kant moet
het niet op, geen omgekeerde wereld
van de nacht geen dag maken en bij
vol daglicht in de veeren. Volgens mijn
oordeel is 11 uur al lang genoeg, die
dan nog op straat loopt neme zelf een
lantaarntje mee en de belastingbetalers
varen er wel bij.
Dankend,
K. KAZIUS.
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand.
Muziek in bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOF.KSTRAAT 2.
ALS DE VOS DE PASSIE PREEKT,
BOER PAST OP JE KIPPEN
Waarom zou 't wezen, vroeg de Kreeft,
Dat mij 't Lot verordend heeft,
Om dus met krabbelende pooten,
Op zij of achterwaarts te gaan
„'t Is", zei de Slang, die 't had verstaan,
„Opdat ge nooit den kop zoudt stooten
„Want niemand wandelt recht vooruit,
„Of vindt den weg bezaaid met steenen,
„Waarop men 't hoofd te barsten stuit.
„De beste weg naar baat of buit,
„Is altijd langs een omweg henen".
W. BILDERDIJK
Zooals de lezers zullen weten, heeft
een inzender in „De Soester", een
klacht geuit, over de hooge prijzen in
Soest.
„Het Soester Nieuwsblad", heeft hier
tegen een openlijk protest doen hooren
en 't blad wil zelfs z'n kolommen be
schikbaar stellen, om de H.H. Adver
teerders uit de Soester Middenstand,
tot protest tegen de Soester te prikkelen.
Dit protest van „Het Soester Nieuws
blad", dient door de Soester middenstand
anderen, met een zekere reserve
aanvaard te worden. Het eenige, wat
feitelijk goede aandacht verdient, is de
slotzin van dit protest, n.1., Middenstan
ders, „let op U Saeck 1"
Welnu, de middenstand, dient op de
volgende zaken eens te letten
Heeft „Het Soester Nieuwsblad",
werkelijk een gegarandeerde oplaag van
3000 exemplaren
Worden deze 3000 stuks werkelijk
verspreid, dus afgegeven, huis aan huis?
Klopt ergo zulks met de 12000 grijpen
de handen
Als onjuist en misleidend zijn deze
vragen te beantwoorden. Dan is hier
voor de middenstand een zakelijk en
persoonlijk belang ook ter overweging,
n.1.„Waaraan besteden wij onze adver-
tentiekosten
Buiten 't schermen met v/oorden als,
oplaag, grijpende handen en gegaran
deerd, gecontroleerd, weten de Soeste-
naren, dat „De Soester" het van oudsher,
ingevoerde blad is.
Of Soest reden heeft, een derde en
vierde of vijfde blad, van advertenties
te voorzien, gezien genoemd blad,
(algemeen den Gemeentenaren bekend)
en onder de oogen komend, is iets, dat
zeer zeker door den middenstand dient
bekeken te worden en is hun waarachtig
belang en hun „Saeck".
Ten slotte nog„Het Soester Nieuws
blad", resideerende F. C. Kuijperstraat
No. 8, kan toch niet „Liefde", voor den
Soester middenstand worden aange
wreven, oordeelt zelve I
Het blad wordt gedrukt te Baarn.
Het personeel, ook dat, wat ten huize
F. C. Kuijperstraat No. 8 resideert, woont
te Baarnzijn dus geen ingezetenen.
Kortom, feitelijk alles, wat dit orgaan
betreft, voor zoover van belang voor
Soest, blijft de Liefdein Baarn wonen.
Hun gelonk, om de middenstand in
de kolommen te krijgen, is niet zoo
slecht gedacht. „Voor wat, hoort wat".
Met alle recht, Middenstanders „Let
op U Saeck I"
Soest, 27 Februari '28.
MIDDENSTANDER
kalmeeren en worden gesterkt door
75ct Bh Aooth en Dru
DE PELGRIM EN DE BODE
Hij kwam uit verre landen, zóó ver,
dat bijna 2000 jaren reeds zijne reis
duurde. Hij was Pelgrim en zijn naam
was Eeuwigheid. Waar deze Pelgrim
zich ophield, waren boden, die tot taak
hadden voor de Eeuwigheid te zorgen,
want de Pelgrim zelf trok steeds verder,
altijd verder. Hij kende geen tijd, hij
was heer en meester van het Heelal.
Op zijne doorreis kwam hij ook in
een streek, overvloeiend van natuur en
rijkdom. Vermoeid van de brandend,
heete middagzonne, legde hij, het moede
hoofd ter neder en sliep in. De schaduw
van den laten middag spreidde reeds
zijne donkerte over de streek uit, als
de Pelgrim opstond.
De rust had hem verkwikt en toch
stond zijn gelaat somber en ernstig, 't
Was of in zijne slaap vreeselijke, ont
stellende dingen de revue hadden ge
passeerd.
Langen tijd staarden zijne oogen over
't landschap, zóó lang staarden zij. dat
de duisternis volkomen inviel en rondom
niets meer was als zwarten nacht.
Toen pas is hij langzaam voortgegaan
en lang nadat de heerlijke omgeving
ver achter hem lag, heeft de Pelgrim
zich nog eenmaal omgekeerd en ver
zuchtten zijne lippen klanken, die door
de wind werden voortgedragen en als
de volgende woorden vervaagden
Ja, zwarter als de mij omringende
nacht en véél zwarter moeten deze
zielen zijn, die zóó Charitas beoefenen!
En, nóg verder heeft hij zich ver
wijderd van dit oord, waar zijne Bode
zóóveel onkruid in zijnen wijngaard
deed bestaan. En hij bedacht dat zelfs
Mussolini verheerlijkt werd door dezen
Bode en nog wel in een onjuiste en
onware voorstelling en ook nog wel
meerdere uitingen van gezaghebbende
mannen op godsdienstig en maatschap
pelijk terrein, door dezen Bode gebezigd
zouden worden 1
Dit alles „Ad Majorem Deigloriam"!
Met verrassing en bewondering ver
namen reeds des Bode's volgelingen
diens „Mea Culpa", helaas, slechts
schijn I
De bedroefde Pelgrim wacht op Uw
Dies criticus" I
Snoei, Bode in uw wijngaard, waar
noodig is, en als al 't onkruid ver
dwenen is, zal de Pelgrim U zeker de
vruchten niet onthouden.
A. W. P. VISSER.
DAMES- EN HEEREN-
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 2169