La Porte t Ca. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG Piano leerares QELU CC BANK- EN EFFECTENZAKEN SAFE-DEPOSIT YENEMA KLEERMAKERIJ Heeren Mode-Magazijn De geschiedenis van het GRONDBEDRIJF FOTOGRAFIE-ATELIER „MODERN" Atelier dagelijks geopend E. van Meurs, PUROL er op Stukge/oopen No. 31 Zestiende Jaargang Zaterdag 4 Aug. 1928 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE v. WEEDESTRAAT 7, SOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAG AVONDS 9 UUR AAN HET BUREAU REDACTIE-ADRES: MR. J. H. VAN DOOR NE ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT. ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST LANGE BERGSTRAAT 5 - TELEF. 2048 - SOESTDIJK OFFICIEEL Bekendmakingen BEKENDMAKING De Burgemeester van Soest brengt ter openbare kennis, dat de heer Com missaris der Koningin in deze provincie voornemens is een bezoek aan deze gemeente te brengen op Woensdag 8 Augustus a.s. des namiddags 2 uur. Een ieder, die, den Heer Commissaris der Koningin wenscht te spreken, kan zich daartoe ten gemeentehuize ver voegen, teneinde ingeschreven te wor den op een audiëntielijst. De Burgemeester voornoemd, G. DEKETH. De Burgemeester van Soest brengt hierbij ter algemeene kennis dat in de Gemeente een geval van Mond- en Klauwzeer voorkomt. Soest, 27 Juli 1928. De Burgemeester voornoemd, G. DEKETH. Er is geen plicht, die we zoozeer onderschatten, als de plicht om gelukkig te zijn. Door gelukkig te zijn zaaien we anonieme zegeningen in de wereld, welke onbekend blijven, zelfs voor ons zelf. STEVENSON Er was eens een man en de menschen dachten te deksel dat hij een grappenmaker was, die zoo maar wat leutige dingen vertelde die zei: Elke keer, dat je je mond opendoet, laat je de menschen in je hart kijken! Maar zoo'n erg dwaas grapje was het niet, wat hij vertelde. Want hij wilde er mee zeggen, dat zoodra we onzen mond open doen om te spreken, we nooit iets anders kunnen zeggen, dan uit de bron van al onze daden en woorden voortkomt, namelijk hetgeen in onze gedachten, in ons „hart" leeft. Iemand kan wel eens pogen, zich anders voor te doen, doch de aandachtige luisteraar beluistert toch den toon, die uit het hart is voortgesproten. Eiken dag laten aldus millioenen menschen elkaar in het hart kijken en aldus ont staan onze meeningen en opvattingen omtrent onze mede-menschen en de ontwikkeling der dingen. En naar mate we goede, prettige en harmonische dingen in die millioenen harten lezen, wordt onze meening omtrent het geluk van die allen vreugdevoller. En in de mate dat we er droefheid, haat, jaloezie enz. in zien, vestigt zich bij ons en tallooze anderen de meening, dat „de" wereld slecht is en „de" menschen valsch zijn. Zou het daarom niet buiten gewoon goed zijn, indien we er naar streefden, dat in ons hart veel goeds, veel geluk te lezen stond Zoodat ieder, dien wij in „ons hart" lieten kijken, er een fijn beeld van vreugde en geluk uit medenam Begrijpt ge nu, hoe een Stevenson ertoe kon komen, tot die oogenschijnlijk zoo raadselachtige woorden, dat er geen plicht is, die we zoozeer onderschatten, als de plicht om gelukkig te zijn? De plicht om gelukkig te zijn Een sociale plicht, niet een zelfzuchtig bezit, heeft G. Lawrence Parker dit heel typisch genoemd. Indien een mensch zegt „ik zal eens gelukkig zijn", zal hij het nooit zijn, voegde hij er aan toe. Waar geluk is een zaak van nu of nooit, want geluk ligt binnen in ons en niet daarbuiten Ik ben het anderen menschen verschuldigd, gelukkig te zijn. De wereld is een gemeenebest. Als ik mijn schatten van geluk wegberg in mijn eigen geestelijke schatkamer, beroof ik de publieke schatkist. Er wordt teveel gepraat over geluk als een per soonlijke zege, en te weinig als een plicht jegens anderen en het heelal. De plicht tot geluk, dat is de ware leuze. Geluk is niet alleen maar een oppervlakkige opgeruimdheid. Het is een opvoedingsproces, een proces van persoonlijke, wetenschappelijke, inner lijke bekwamingZorg mag soms onze bolwerken overstroomen, maar ze nooit wegvagen In cirkelgang volgen ze op elkaar, geluk, de plicht tot geluk, vervulling van plicht, vreugde, geluk. Zooals dr. George H. Morrisson dezer dagen opmerkte, is een van de diepste attri buten van de plicht, dat de vervulling ervan altijd tot vreugde leidt. Words- worth zegt van den man, die zijn plicht doet, dat bloemen hem tegenlachen in hunne bedden Een roeping te hebben en daaraan trouw te blijven, verleidende, lokkende stemmen ten spijt, is de bron van de helft van alle zingen in de wereld Iemand merkte eens opWaarom is een kind zoo'n vroolijk wezentje Omdat het zijn vader en moeder ver trouwt Waarom is de passagier van den grooten oceaanstoomer gerust, te midden van de eindelooze zeeën Omdat hij absoluut op den kapitein vertrouwtWel, ook wij, die geen kinderen meer zijn, kunnen weten, waarom we gelukkig kunnen zijn. Omdat ook wij onzen vader en moeder kunnen vertrouwen. Dat ishet vertrouwen in de macht van het goede; in de almacht daarvan, jegens al wat kwaad is of schijntin de universeele macht van het goede, hier en nu, altijd, overal. En eeuwig. En voor ieder, die het wil inzien en er op vertrouwen. FLORIS C. BANKIERS BEHANDELEN ALLE BAARN KANTOREN TEBUSSUM SOEST KAMERKRONIEK De nieuwste producten van de parlementaire wet- tenmachine - Ambtenaren recht - En nog eenige wetsontwerpen. Onder de wetsontwerpen, die de Kamers binnenkort te beoordeelen zullen krijgen, als deel van het programma van werkzaamheden, vóór de nieuwe verkiezingen van 1929, komt een heel belangwekkend voorstel voor, namelijk dat betreffende de regeling van den rechtstoestand van ambtenaren. Als zoodanig regelt het den rechtstoestand van allen, die aangesteld zijn in open baren dienst om hier te lande werkzaam te zijn, met uitzondering van Ministers, leden van den Raad van State, krachtens grondwet of wet voor hun leven aan gestelde ambtenaren en militairen als zoodanig. Het voornaamste punt in dit wetsontwerp is zooals trouwens ook in de toelichtende memorie wordt verklaard de regeling van het for- meele recht, van de rechtspraak in ambtenarenzaken. Daar ons recht niet een algemeene administratieve recht spraak kent, is in beginsel voor de ambtenaren een beroep op den rechter niet mogelijk. Slechts voor bepaalde kwesties vinden zij een bevoegd forum, o.m. in zake over op geld luidende bevordering, afgezien van pensioenkwes ties, die ingevolge de bepalingen der pensioenwetten voor den Centralen Raad van Beroep komen. Tal van andere grieven der ambtenaren blijven echter aan de kennisneming door den burger lijken rechter ontsnappen. Wie den ambtenaar over de geheele lijn bescher ming van recht wil verzekeren, kan daarom niet ontkennen, dat de instelling van een bijzonderen rechter voor amb tenaarszaken wenschelijk is. Verder behoort bij geschillen in ambtenarenzaken toch niet het beginsel te gelden, dat de partijen meester zijn van het geding. Integendeel, omdat hier steeds mede openbare belangen op het spel staan, dient de leiding van het proces in de handen van den rechter te berusten. In beiderlei opzicht nu brengt het wets ontwerp een ommekeer. Eenerzijds schept het de gelegenheid alle ambte narenzaken voor een specialen rechter te brengen; anderzijds regelt het de rechtspraak van dien rechter als een publiekrechtelijke. Welke geschillen nu aan dezen nieuwen ambtenarenrechter voorgelegd zullen worden Het ontwerp denkt zich, in navolging van de Beroepswet, de procedure als de behandeling van een klacht, gericht tegen een besluit, een handeling of weigering (om te besluiten of te han delen) van de administratie. Zoo vaak een ambtenaar meent, dat een te zijnen aanzien genomen besluit, verrichte han deling of uitgesproken weigering strijdt met de ter zake toepasselijke wettelijke voorschriften, zal hij zich tot den amb tenarenrechter kunnen wenden. In be ginsel staat steeds beroep op dien rechter open. In één opzicht is de rechtsmacht van den nieuwen ambtena renrechter beperkt. Reeds hebben de onderscheiden pensioenwetten de recht spraak in pensioenzaken geregeld. Voor zooverre in deze gevallen een beroep op den rechter is toegelaten, wordt het voor den Centralen Raad van Beroep gebracht. Van de kennisneming van deze kwesties dient de nieuwe rechter zich dus te onthouden. De rechtspraak in ambtenarenzaken is uitsluitend be stemd, om den ambtenaar tegen onrecht matige gezagsoefening te dekken. Maar het ontwerp wil den ambtenaar niet alleen tegen de onrechtmatige activiteit van de administratie beschermen, het tracht hem ook te vrijwaren van de nadeelige gevolgen van haar onrecht matige inactiviteit. Als een administratief orgaan weigert een besluit te nemen of een handeling te verrichten, die zij ingevolge wettelijk voorschrift nemen of verrichten moet, kan de benadeelde belanghebbende den weg van rechten inslaan. Ten slotte regelt het wetsontwerp ook de inhouding, het beslag en de korting op bezoldigingen en pensioenen. Doch het belangrijkste blijft tochde principieele voorstellen tot instelling van het nieuwe instituut, den ambtena renrechter. En dande schipperij, die juichen kan. Omdat eindelijk het kanaal met sluis, door het z.g. Bossche Veld ten Noorden van Maastricht er zal komen. Het zal f 2.500.000 kosten en reeds werden bij supletoire begrooting f 25.000 aangevraagd voor de voorbereidende werkzaamheden. Nu kunnen dus in de naaste toekomst de schippers van het kanaal LuikMaastricht op de Zuid- Willemsvaart komen, waardoor ze dus den tot zooveel klachten aanleiding gevenden waterweg (met bochten en sluizen) door Maastricht kunnen ver mijden. Voor de ontwikkeling van Suriname is voorts van groot belang de voorge stelde opheffing van de op Surinaamsche landbouwondernemingenrustendeschuld plichtigheid. Ter bevordering van de van particuliere zijde toegezegde pogin gen om ondernemers in tropische cul tures in grootere mate dan tot dusverre voor Suriname te interesseeren, is bij de Surinaamsche begrootingen voor 1927 en 1928 in uitzicht gesteld, dat enkele van de thans op landbouwonder nemingen in dat gewest drukkende heffingen zullen vervallen. Tot deze heffingen behoort de z.g. Grondrente op landbouwondernemingen. Door de opheffing van deze schuldplichtigheid wordt een landsinkomst van ongeveer f 10.000 per jaar prijs gegeven. Eindelijk dient nog vermeld, dat de minister van Justitie een commissie heeft ingesteld aan welke is opgedragen hem voor te lichten over de vraag of en zoo ja, in hoeverre wijziging is te brengen in de nieuwe wettelijke regeling van de N.V., dat is de zoozeer omstreden wet van 2 Juli, voor wat betreft open baarmaking van balans, winst- en ver liesrekening. Een aantal vooraanstaande personen op het gebied van den handel en handelswetenschappen hebben daarin zitting. De actie van „de mannen van de praktijk" heeft dus wel uitwerking gehad. Tot sloteen nieuw Tweede Kamerlid. In de plaats van wijlen Mr. S. J. L. van Aalten werd namelijk tot lid van de Tweede Kamer benoemd, Mev. H. W. B. van Itallie-Van Embden, te Leiden. POLITICUS. DAMES- EN HEEREN- F. C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL. 2169 ii In de raadsvergadering van den 23sten Maart 1923 kwam de eerste verordening op het grondbedrijf ter tafel. Dat hier over wel een woordje gesproken zou worden stond, na de, we mogen wel zeggen, beruchte voorgeschiedenis, wel vast. En al was de belangstelling in die dagen nog niet wat ze nu is, de publieke tribune was op dien dag voor dien tijd „aardig bezet". Het spreekt wel vanzelf dat de meeste oogen gericht waren op den heer Foeken. Niet alleen vreesden de „ingewijden" dat de heer Foeken meer zou zeggen dan voor de broeders van rechts wel aangenaam was, maar bovendien was den laatsten tijd zooveel en zoo vaak over het grondbedrijf gesproken, dat men een krachtigen aanval verwachtte, en, van zelfsprekend, van den kant van hem die geacht kon worden er het best mede op de hoogte te zijn, den heer Foeken. Zij die gemeend hadden dat deze, gezien de schunnige wijze waarop hij behandeld was geworden, eens flink in het openbaar van leer zou trekken, werden teleurgesteld; over de vroegere kwestie werd geen woord gesproken. Een van beidende heer Foeken was bang voor de publieke opinie bang dat hem verweten zou worden op een baantje te hebben geaasd, wat niet waar was, want het was hem door het col lege van B. en W. toegezegd of.... de vrede met rechts was binnenkamers gesloten krachtens het oude Soester principe: beginsel gaat boven verstand. Het ware zeer zeker toe te juichen ge weest indien de heer Foeken open kaart gespeeld had en de konkelarij die zich achter de couliezen had afgespeeld, eens aan de publieke opinie had prijs gegeven. Evenwelde heer Foeken zweeg over alle persoonlijke kwesties en trok alleen te velde tegen de ver ordening. Het verbaasde hem zeer daarin twee nieuwe elementen te zien neerge legd het commercieele en het specu latieve. Het doel mocht volgens den heer Foeken nimmer zijnaankoop van grond, doch alleenadministratief be heer. Doch in tegenstelling daarmede werd in de verordening een handels- element ingevoegd, met alle risico's van dien. Ten sterkste protesteerde de heer Foeken daartegen, wijzende op de groote gevaren waaraan de gemeente zich ging blootstellen, ook in verband met hetgeen later als winst moest worden aangemerkt, en met overtuiging beplei tend dat het grondbedrijf een zuiver administratief bedrijf was, dat niet meer werk vorderde dan één man een dag per week. Eveneens nam Foeken positie tegen het benoemen van een directeur, waarbij gedacht was aan den heer Van Vliet. Is dit, vroeg de heer Foeken, ter compensatie met de beruchte 2% pro visie die de gemeente-architect hier tot dusver genoot van het onder zijn toe zicht gebouwde? Zoo ja, dan is dat niet meer of minder dan politieke mis leiding. Zakelijk en goed geargumenteerd droeg de heer Foeken zijn bezwaren voor; hij eindigde zijn betoog met de woorden: „Wij staan thans voor een beslissing met zeer verstrekkende ge volgen voorzichtigheid, overleg en goed beleid moeten daarbij de richtsnoeren zijn". Een tegenstander vond de heer Foe ken in den heer Endendijk, die van zelf sprekend allereerst het lei-tje van den heer Van Vliet schoon waschte. Ik begrijp niet, zoo betoogde de heer Endendijk, wat de heer Foeken tegen een aanstelling van den heer Van Vliet als directeur kan hebben I Wat is die directeur eigenlijk voor iemand Iemand die geen vinger kan oplichten zonder de commissie van bijstand. De directeur is eigenlijk niets en de commissie van bijstand is alles. Er is niets wat de directeur kan doen wat niet door de commissie van bijstand wordt gecon troleerd. Er is dus volledige waarborg dat de heer Van Vliet ondergeschikt blijft, en geen zelfstandige rol gaat spelen; in alles is hij afhankelijk van de commissie. Aldus sprak de heer Endendijk. En de praktijk heeft hem immers volkomen in het gelijk gesteld 111 Niet waar De heer van Vliet is immers al die jaren dat het grondbedrijf in werking is ge weest, volkomen afhankelijk van en on derworpen aan de commissie van bijstand geweest 1 De heer van Vliet heeft immers al die jaren niets gedaan dat niet be hoorlijk door die commissie van bijstand is gecontroleerd Ach, heer Endendijk, wat hebt ge ze toentertijd toch te grazen ge 'orpen, en als gij zelf niet beter hebt geweten, wat zijt ge dan dom, oliedom geweest 1 Wij weten thans wel dat de heer van Vliet volkomen zelfstandig het beheer heeft gevoerd, en daarbij, zelfs met miskenning van B. en W., opper machtig was. Het zou onbillijk zijn hem daarvan alleen een verwijt te maken het is volkomen begrijpelijk dat hij zijn troetelkind, het grondbedrijf, aan het hart koesterde, volkomen begrijpelijk dat aangezien hij de verantwoordelijke per soon was, zich langzamerhand de macht toeeigende ook aan B. en W., ja in de eerste plaats aan B. en W. dient een verwijt te worden gericht, en wel dit dat zij de touwtjes niet in handen hebben gehouden, dat zij óf door nonchalance 6f door te goed van vertrouwen zijn, niet naar het grondbedrijf hebben om gekeken en den heer van Vliet zijn gang maar lieten gaan, daarbij uit het oog verliezend dat tegenover Gedepu teerde Staten zij de verantwoordelijke personen zijn en niet de heer van Vliet En wie verder verwijt treft Gedepu teerde Staten zelf. De wijze waarop deze zich van hun taak als toeziende voogden gekweten hebben, is beneden alles. Juist bij een gemeente als Soest hadden Gedeputeerde Staten nauwlet tender dan ooit moeten toezien, niets door de vingers moeten zien, de teugels strak moeten houden. In tegenstelling daarmede hebben zij op buitengewoon lichtvaardige wijze hun taak opgevat, iets wat, naar wij vernemen, ook in het rapport door de commissie van onder zoek uit te brengen, niet onder stoelen of banken zal gestoken worden. Maar laat ons verder gaan met de raadsvergadering van 23 Maart. Weinig verstandige woorden zijn daarin gespro ken behalve door den heer Foeken. Alleen mogen we wel met nadruk ver melden dat de heer Hilhorst een waar schuwend woord deed hooren mede in verband met den dalenden lijn waar in zich de grondprijzen bewogen hij deed dan ook het voorstel niet tot invoering over te gaan. Dat hij geen gehoor zou vinden bij den Raad stond wel vast Zijn voorstel werd met 92 stemmen verworpen. Ook het voorstel van den heer Foeken de verordening terenvoy- eeren naar B. en W. ten einde met wijzigingen te komen zooals de heer Foeken bepleit had, was een zelfde lot beschoren. Zoodat daarmede de eerste verordening op het grondbedrijf een voldongen feit was geworden. Den 26 Juni d.a.v. werd in de op dien dag gehouden raadsvergadering door B. cn W. een voorstel gedaan met betrekking tot het salaris van den ge meente-architect en den directeur en administrateur van het grondbedrijf. Ook hier was het de heer Hilhorst die het verstandige woord sprak Waarom, zoo vroeg hij, moet dit er in deze raadsver gadering doorgejaagd worden, terwijl de kiezers juist uitspraak hebben gedaan, dus een van de laatste daden van den ouden raad zou zijn het vaststellen van salarissen, waaraan de nieuwe raad ge bonden is Doch niet een die hem bijviel. En zoo geschiedde het dan dat in die vergadering het salaris van den gemeente-architect heer van Vliet werd gesteld op f 3800 met 2 eenjaarlijksche verhoogingen van f 100, met terugwer kende kracht tot 1 Januari 1923, dat van den directeur van het grondbedrijf, den heer van Vliet, op f500, en dat van den administratie, den heer van der Woude, op f300.Thans stond dus de zaak op pooten. De lijdensge schiedenis kon beginnen. (Wordt vervolgd) KERKDWARSSTRAAT 15 - SOEST Burgerlijke Stand GEBORENJohan Jan, z. v. J. v. Geerestein en H. C. v. d. Meijden Sophia, d. v. M. Roeten en S. Reijerse Jannetje, d. v. F. v. Altena en N. v. Dijk Catharina Rosa Maria, d. v. H. A. Bluekens en M. C. D. Tummers Bernardus Cornelis Jozef, z. v. P. Rademaker en C. A. Brouwer Aaltje, d. v. M. Smit en J. W. Vree Dirkje, d. v. A. C. Hekkers en A. Kraaij. OVERLEDENCornelis Deelder, 74 jr., ongehuwd. Begeleiding Muziek-theorie, Compositie, Muziekgeschiedenis Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand. Muziek in bruikleen. Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2 NIEUWERHOEKSTRAAT 2. Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Soest, 30 Juli 1928. Mijnheer de Redacteur, Wilt U mij nog eenmaal een plaatsje afstaan in Uw door velen, (ook stikum door geloovigen, wien het lezen is verboden) gelezen blad Zoo ja, dan wederom mijn dank daarvoor. Mijnheer Ko Kazius, Veenhuizerstraat, heeft mij, meent hij ontmaskerd door mij een zot en een viezen kerel te noemen. Ik erken, dat ik dat alles reeds lang ben en zelfs nog meer in ongun- stigen zin, en dat meneer winkelier Ko Kazius, dien ik wel eens zag, is een piekpiek fijn, net, braaf heer, die niemand zal hekelen en geen kip kwaad zal doen. Op hem doelde ik niet in mijn stukjes, die hij beide heeft besproken. Hij erkent, dat ik ook wel eenige waar heden heb verkondigd en dat is jammer, omdat ik in dat opzicht niet vies en zot ben. Ik hekel Soest en de Soesters „aus Liebe". Ik prijs Soest en den Soesters „aus Liebe". Ik ben hier graag eenigen tijd „aus Liebe". Ik zie op tegen meneer K. en groet hem diep „aus Liebe". Dag lief Soest en lieve Soesters „alles aus Liebe". H. A. S. N.B. Al licht men nog meer zijn waar doopceel, ik schrijf voor eerst niet weer, omdat alles in Soest voorloopig „aus Liebe" leeft. Bij stukloopen van huid en voeten, doorzitten, zonnebrand en smettenmaar vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen Het verzacht en geneest DE „VERITAS" BODE OF WAT IS WAARHEID I Een ongekende warmte, vervult 't hart van den mensch voor de realiteit die uitgaat van 't zuivere Christendom, De eerste Christengemeenschappen gaven voor ruim 2000 jaar geleden hiervan de meest treffende voorbeelden. Zij toch, leefden geheel in den geest en wil van den Grooten Meester. Reeds bij des Meesters woorden aan zijn leerling Petrus, t.w. Tu est Petrus d.i. „Gij zijt Petrus en op deze steenrots zult gij mijne kerk bouwen", toen reeds wist de Meester dat zijn levenswerk, een strijd door alle komende tijden zou geven, een strijd, reeds bij ondervinding gele den, om de waarheid. Met een fel realisme heeft de waarheid moeten vechten tegen haar indienstsleDing van het materialisme. In dezen eenigen strijd op aarde tus- schen 't stoffelijke en 't geestelijke, do mineert de waarheid naar willekeur en wordt van geestelijke zijde maar al te dikwijls misbruikt. De waarheid werd naar voren ges leept als handlangster van 't materialisme en kon dus Pilatus zijn handen wasschen in onschuldverloochende P<;trus zijn Heer; leverde Judas voor dertig zilver lingen zijn waarontstond de drang van Lutherhad men in de geschi edenis de Borgia's de Medicisenfin, alle eeuwen door de strijd om de hegemonie: tusschen stof en geest in naam der waarheid. In Soest ziet de lezer een reflectie van strijd om stof en geest, ondier 't mom van Veritas. Hoe anders, is de inmeng'ing te ver klaren der geestelijke leidi og in een strijd tusschen zuiver stoffelijk quaesties? Én ook hier, wordt gelijk alle eeuwen door, van deze zijde de waarheid als inzet gesteld. Waarheid is, dat het geestelijke in groote mate vermaterialiseerd is, zeer in strijd met den grooten Christelijken voorganger en zijne eerste volgelingen. Dit te erkennen is waarheid. Er wordt heden ontzaggelijk gezocht naar waarheid. Het menschdom zocht bevrediging in geestelijke verheffing en dit zuivere zoeken breekt baan door gansch de wereld. Er is een schoone taak weggelegd voor hen die Veritas willen, doch dan vrij van stoffelijke invloed. En, feitelijk behoort iedere R.K. Bode, Veritas te zijn en was zulks reeds ver dacht, speciaal in een geconstrueerd stuk, hieronder Veritas moest uitblinken I Dit reeds te denken 1 Er zijn dan ook zeer vele volgelingen, die dan ook met groote ontstemming des Bodes geestelijke inmenging onder anonymiteit van „Ve ritas" hebben gevolgd. Van de zijde van het Episcopaat is deze polemiek zeer gereserveerd aan vaard en zal hopelijk nog tot eene ver maning leiden. Doch in Soest is vooral in 't belang der kerkelijke orde eene grondige zui vering noodig, daar nu óók al het on gewone feit zich voordoet dat in een der kerkgebouwen tijdens de Hoogmis voor meerder ontzag, de orde bewaring geschiedt in Politioneel uniform, al ont breekt hieraan sabel en revolver I Dit ongewone verschijnsel doet zich onder des Bodes leiding voor, en heusch, voor ingewijden óók niette verwonderen. Maar 't ware alles anders, indien 1 Soest, 15 Juli 1928. A. W. P. VISSER. voeten, verzacht en geneest men met Dooi 30-60. Tube 80 cl. Bi» Acoth ro Drogen Plaatselijk Nieuws. GEVONDEN VOORWERPEN Een gouden broche, 2 sleutels, een vulpen, een belastingmerk, een ceintuu, een damestaschje, een hondenmuilkorf, een goud gelijkende sluiting, een fluit, een kindermutsje en twee geldstukken. Te Soesterberg gevonden: Een sleutel, 2 rijwielbanden, een ring met sleutels, twee paar dames handschoenen, een penning met beeldje, een motorkap, een heerenhorloge, een belastingmerk en een hoorn van een motorrijwiel. Aangeloopen een Iersche Terrier. HET TOONEELSTUK „DE WITTE NON" op te voeren op een terrein de Soes- terbergschestraat op Zaterdag 11, Zon dag 12, Woensdag 15, Zaterdag 18 en Zondag 19 Aug. De historie van dit stuk, welke de Amsterdamsche N.V. Groot Tooneel- gezelschap, ondanks talrijke technische moeilijkheden op uitstekende wijze weet uit te beelden, is het verhaal van een adellijk meisje Angela, de dochter van Prins Chaumonte, dat haar hart reeds aan een uitverkorene had weggegeven, maar dat, geslagen door de vele wederwaardigheden, die zij op haar levenspad ontmoet de dood van haar vader, de ontvoering uit haar eigen huis door haar stiefzuster, het omkomen van eene geheele Amerikaan- sche expeditie, waarvan haar verloofde, kapitein Seven, de leiding had en dien zij van toen af ook dood waande, be sluit zich voortaan geheel aan God en den naaste te wijden en haar intrede doet in een klooster der Witte Zusters door bemiddeling van den Priester Saracenesca. Juist heeft zij hare kloostergeloften afgelegd en hier raken wij aan de romantische zijde van de geschiedenis of de doodgewaande kapitein, de geliefde uit vroegere dagen, keert on gedeerd terug en nu vangen voor haar, thans zuster Angela, nieuwe zielesmar- ten aan. Ondanks het geweld, dat hij haar aandoet, weet ze echter, daarbij ge holpen door een Priester, God getrouw te blijven. Als de Vesuvius uitbarst (het stuk speelt te Napels te Napels) besluit ook haar vroegere verloofde zich te wijden aan het redden van vrouwen en kin deren in doodsgevaar. Zelf komt hij daarbij om, maar niet alvorens hij den zegen van zuster Angela ontvangen heeft. Het geheele stuk wordt gedragen door Mies Peijters, eerst als Nordonna Angela, later als de Witte Non. Het is vooral haar spel, dat telkens diep ontroerd, vooral in de 2e akte, waar Angela door haar zuster verdreven wordt van huis en hof. Daar staat haar spel waarlijk op een zeer hoog niveau. Zij wordt goed gesecondeerd door Lena Kemper als de gouvernante, Joh. Langenaken als de kapitein, Tine van den Werf als de stiefzuster en Pedra Beukman als de Priester. Het stuk zit vol ontroerende taferee- len, geheel op het licht ontvankelijke volkssentiment berekend en de tendenz is onvoorwaardelijk te accepteeren, zelfs van zeer edele strekking.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1928 | | pagina 1