I G. Qaams, Dierenarts A.J.HEINS- Soest S. DE ZOETE Hzn. HET VENDUHUIS JET VAN DER ES Qm&QE ©Ei^ESViöM TELEF. B 355 „OPHELIA" Bloemist - J. GEIJTENBEEK PAARDENVLEESCH in kwaliteit het beste Inprijs het goedkoopste Korte Brinkweg Soestdijk Meubelen, Fornuizen, enz S. VAN DE STADT R. VAN BURGSTEDEN Handel in Aardappelen Groenten en Fruit Wat is goed voor Uwe oogen Gijsbert Maris „DE SOESTER VIJZEL" PIANOLESSEN Staines Inlaids Linoleum zichzelf recommandeert. Firma GEBRs. STAAL Land- en Tuinbouw- gereedschappen. Pluimveebenoodigdheden. TUIN-, BLOEM- EN LANDBOUWZAOEN Zaadhandel W. S. Veltman Bloemisterij „Kweeklust" C. Kraayenhagen Adverteert in dit blad. BIRKTSTRAAT 45 - TEL. 2219 REPARATIE-INRICHTING VOOR ALLE MOTOREN. AUTOGEEN LASCH- EN SNIJ-INRICHTING STOCK, DUNLOP, MICHELIN EN ENGLEBERT BANDEN. Tegenstrijdige rechtspraak F F UILLE T O N GEEN GEWETEN. Voor den Pluimveehouder. Tip Top Foto's Bloemen - Magazijn Burg. Grothestraat 4 - Telef. 2113. Levert Bloemwerken voor alle gelegenheden Ruim voorzien van alle Bloemist-Artikelen. Aanleg en Onderhoud van Tuinen Oa nieuwe Bloem- en Tuinzaden ontvangen Verkrijgbaar eerste kwaliteit van jonge paarden Biefstuk70 cent Biefstuk (haas) 80 Rosbief50 Stukjes45 Rollade45 Magere Lappen 40 B Doorregen Lappen 35 Gehakt35 5 contant Varkensvieesch concurreerende prijzen. Beleefd aanbevelend, R. BOKNIA BEUKENLAAN 20B SOESTDIJK Handel In Kunstmeststatien, - Turtstrooisel en Granen - MIDOELWIJKSTRAAT 18 - TEL. 2141 Aardappelen, Groenten, Binnen- en Bultenlandsch Fruit Geconserveerde en Ingemaakte GROENTEN Ontvangen nieuwe MALTA-AARDAPPELEN BURG. GROTHESTR. 41 - Tel. 2140 SOESTDIJK Is dagelijks geopend voor het ontvangen van goederen voor de eerstvolgende verkooping. Tevens uit de hand te koop diverse De Venduhouder Hoenderpark, Parklaan 12, Soest. BROEDEIEREN en KUIKENS, stam Welleman, dagelijks verkrijgbaar. Tevens te koop: BROEDMACHINE, (Cypers) en Kunstmoeder. N1EU WSTRAAT 55 Vraagt dat bij; GEOIPL. OPTICIEN T.O.G. ELECTR. BR1LLENSLIJPERIJ DROGISTERIJ SOESTERBERGSCHESTRAAT I, TEL. 2127 Gratis advies. Fotohandel. KOLONIEWEG 11 ALGEMEENE DIENST VERRICHTING Dagelijksche Autodienst Soestdijk-Soest-Amersfoort. Verhuizingen tegen zeer billijk tarief. Directe verbinding met Apeldoorn, Deventer en Arnhem. Aanbevelend. A. VAN 't NET Zn. NIEUWSTRAAT 24. doet een verbruiker na jaren en jaren weg, omdat het ten slotte begint te vervelen Verslijten doet men het echter niet Daarom Is het 'n dankbaar artikel hetwelk Stalen met prijsopgaaf worden op verlangen gaarne toegezonden door Woninginrichters - Heuvelweg 8 Btl IKhNLAAN 31a SOkSÏ NU IS HET TIJD II Laat Uw tuinperken beplanten met GERANIUMS, BEGONIA'S, SILVIA'S, enz. enz. door STtENHUFS 1 RAA I I - TtLtF. 2178 Toegang vrij. Aanleg en onderhoud van tuinen. fa w Mr. J. H. v. Doorne schryft in „l>e Telegraaf": Wanneer hierbij e«n klacht geuit worc over gebrek aan uniformiteit in recht spraak, dan is dat op zichzelf weinig nieuws. Te vaak weru reeds door ter zake meer onderlegden, beter geuriënteerden, m woord en ge schrift tegen dit euvel te velde getrok ken. voor zoover het de niet-administratie- ve rechtspraak betrof. De veelheid van raden van beroep voor de directe be lastingen en de verscheidenheid in samen stelling daarvan, maken echter dat ook op het terrein van de rechtspraak in be lastingzaken te kenma e gestuit wordt op tegenstrijdigheden, n el alleen in uitspra ken van verschillende coliegiën, 'maar evenzeer van dezelfde. mofang de ratten van beroep op feite lijk terrein blijven, zijn hun uitspraken in cassatie, onaantastbaar. Men behoeft dan ook allang niet meer versteld te slaan, as twee geheel gelyksuortge fei telijke gevallen door twee versch.llende raden van beroep anders worden b sljsi ls dit op zichzelf bedenkelijk, b- dJnke- lijker is het als het met raden van beroep zoover komt, dat hun uitspraken een be paalde tendeuz ktijgen, waardoor zij den naam krygen van fiscaal of antifiscaal te zijn. Beiüe soorten van raden van beroep zijn bekend; eenerzijds die, waar iedere belastingplicht ge met hJveriug heeng iat. omdat hij te voren de waarschuwing heeft gekregen: „voor dien raad verliest men het tóch"; anderzijds die, welke den inspecteur immer aanleiding zyn om het met den belastingplichtige op een aceoord- je te gooien om 't maar niet tot beroep te laten komen, daar hij bij voorbaat over tuigd is, uat hy daarbij toch nimmer zij de zal kunnen spinnen. Bepaalde raden van beroep hebben zelfs „keerpunten in hun jur sd.e ie gekend; het p aats ma ken van een lid voor een ander was dan van duideiyk merkbaren invloed op de nadien gevallen beslissingen. riet behoeft geen betoog dat alleen reeds het hebben van den naam van fis caal of onfiseaal te zijn fnuikend is voor een zuivere belastingheffing en voor de rechtszekerheid. Eenerzijds zullen belas tingplichtigen niet in beroep komen, waar hun rech.sgevoel hen daartoe aanzette, underzyus zullen zij in beroep komen, alleen maar „om ket eens te probeeren', omdat zij te voren weten dat zij „een goede kans maken". Van de zijde van den ïiscus bcz.e.i, ge.dt he-zeTde: inspecteurs zullen eerder geneigd zijn tot uiwyzmg van een reclame ais zij weten dat dt ïaud van beroep als fiscaal bekend staat, en anderzyus het eerder op een accoord- je gooien met den reclamant, oinuat een beroep vrijwel zekerheid geeft dat het resultaat voor den fiscus onvoorueeligei zal iiju, dan in geval vaa een accoora. fegenstiyaigue.d in rechtspraak bij één college werd heiaas ook reeds tal van malen geconstateerd. Niet a.leen bij den raad van beroep, waartoe een wisseling van leden aauieiding kan zyn, maar ook bij den iloogen Raad. Overbekend is het adagium dat de Hooge Raad bij tal van arresten heeft vustgeiegd: de raad van beroep is verplicht de door den appellant in zijn beroepschrift opgetvorpen grieven te onderzoeken, waarvan bij üe uitspraak behoort te b.yken. De Hooge Raad g.ng verder: de raad van beroep moest niet alleen uiispraak doen omtrent in het be roepschrift opgeworpen bezwaren, ook eerst ter ziUing opgeworpen bezwaren moesten worden onderzuch,, en daarom trent uitspraak gedaan; tenzij de weder partij door het eerst in uiterste instantie opwerpen dier bezwaren in haar verdedi ging werd benadeeld. Wel wonderlijk doel het daarom aan in een ander arrest tt lezen dat, waar appellants grief in cassa tie was. dat de raad van beroep in hei geheel geen uitspraak had gedaan omtrent een met name in het beroepschrift ge noemd bezwaar, noch uit die uitspraak er ook maar iets van bleek, dat dat be zwaar een punt van onderzoek voor den raad was geweest, uit het feit alleen, dut de raad van beroep den aanslag hand haafde, moest worden afgeleid, dat dt raad kennelijk bedoeld had dat bezwaar ongegrond te verklaren. Dus in regel rechten strijd met het positieve stand punt, eerst door dienzelfden Hoogen Raad ingenomen. Immers kan toch kwalijk een eindconclusie (i.c. handhaving van den aanslag), waaruit moest worden afgeleid wat een raad kennelijk bedoeld heeft tt zeggen, worden aangemerkt als een uit spraak nopens een bezwaar, waaruit te vens blrjkt dat dit voor den raad punt van ROMAN VAN 8). REINHOLD ORTMANN* De zaak is al zoo goed als beklonken en ook de professor is bereid je op elk gewenscht oogenblik je ontslag te ver- leenen". Met steeds stijgende verbazing had Düringholfen - hem aangehoord. „Ik weet inderdaad niet, waarmee ik zooveel vriendschappelijke opoffering verdiend hebzeide hij. „Onze inzichten liepen vroeger zoo dikwijls uiteen en wij had den zoo weinig gelegenheid, elkander na der te leeren kennen „Och wat, wij waren toen nog maar echte jongens,weerde Artois haastig af, terwijl hij opstond. „Je ziet immers, da' die kleine oneenigheden uit dien tijd mij niet belet hebben het eerst aan- jou te denken, toen het er op aankwam een van mijn kennissen dezen kleinen dienst te bewijzen. Je neemt het natuurlijk aan „Ik zou het nog wel eens een paar da gen in overweging willen houden, Artois! 1 >e professor zou mij voor ondankbaar kunnen houden, wanneer ik hem zoo over haast verliet, zoodra er ergens anders een voordeeltje te behalen is". „Maar ik geef je de verzekering, dat daarvan in 't geheel geen sprake kan zijn. De professor verheugt zich integendeel oprecht, dat je er financieel op vooruit zult gaan. En de zaak kan bovendien geen uitstel lijden". Je moet je morgen al aan doctor Giers- berg voorstellen, als je tenminste geen gevaar wilt loopen, dat een ander je voor is". Düringhoffen aarzelde ook nu nog; Artois echter praatte zoo ijverig en zoo nadrukkelijk, dat hij tenslotte voor diens aandrang zwichtte en de verlangde - toe stemming gaf. Daarmee scheen doctor Vrtois het doel van zijn bezoek als ge vuld te beschouwen, want hij maakte zich gereed te vertrekken. „Ik hoop, dat wij elkander van tyd tot tijd zullen ontmoeten", merkte hy op, „hoewel ik juist in dezen tijd zeer in beslag zal worden genomen, zooals je je zeker wel kunt voorstellen. Ik sta voor een zeer belangrijk keerpunt in mijn le- onderzoek is geweest! En den belang-' hebbende, die zyn aanslag in hoogste instantie zag gehandhaafd, doch zyn grief nimmer zag onderzocht, baatte weinig de troost, die gelegen is in bet: etiamque bonus Homerus üoruiitut quandoque, ot ie wel: de beste breister laat wel eens een steek vallen. MET VOORDEEL KIPPEN HOUDEN (Vervolg.) De voeding der groote hoenders baart tegenwoordig al bijzonder weinig zorg. De druogvoeUermethode heeft het den boei al heel gemakkelyk gemaakt. En de prac- tijk wijst uit, dal de resultaten, er mede verkregen, heel best zyn. Het ochtend- voer en graan koope men by z'n^ eigen organisatie of bij vertrouwde lirma's, die een naam te verliezen hebben. Gelukkig zyn er uie in ons land genoeg. Alen koope (of make na) een of meer automatische droogvoederbakken en plaat se die zóó in bel hok, dat er het volle licht op valt. Urn dringen te voornomen is net gewenscht, ook hier volop staanruimte te geven. Deze bakken moeten steeds cai end voer bevatten .zoodat elke kip, dit daar behoefte aan heelt, er eens aan kan gaan pikken. Worden ze 30 tut 40 ciVl. uuven den grond aangebracht, dan kun er nimmer vun ot stuf in geknoeid worden. tNuudig is echter, dat er eeue springiai langs loopt. liet harovoer wordt niet in een bak ge geven, doch onder haksel, strooisel oi Kaf, want de diereu moeten wat te doen nebben. Vooraf in den winter, als ze vee< geregeld binnen moeten blijven, is dat be slist nuodig, daar ze anders mekaar dt veeren uitplukken, eieren opvreten en... licht te vet worden! Door vuoriduiende beweging blijft ouk de ontlasting beter normaal. Men kan daar ook voor zorgen, door steeds een uakje met houtskool onder t bereik te üeboen. erder 'n bakje met grit of ge malen schelpen. Hierdoor wordt de spijs vertering zeer bevorderd e n ook de schaalvorming om de eieren. Zyn de dagen kort, dan behoeft men maar éen keer hardvoer te geven, b.v. gemengd graan, namelyk een goed uui voor net donker wordt. Men geve dan zooveel, als met graagte wordt weggepiki en opgezocht. By neel lange dagen in den zomei dus kan üet gewenscht zijn, ook na het middaguur 'n klein beetje hardvoer te geven. Maar men moet zich hoeden vooi vervetting. Een gemakkelijk middel om te weten te konten of de dieren in conditie blyven, is: ze nu en dan eens te betasten, zoowel aan het borstbeen als rondom Oj liever beneden aarsopening. Is het borstbeen te gevuld, of voelt het achterlichaam eenigszins stroef aan, dar. zyn ze te vet, het moet daar soepel blij ven. In geval van stramheid beneden Cloa ca (is aarsopening) of gevuldheid aan t borstbeen, geve men wat minder hard voer. Vreest men, dat de dieren aan den lichten kant zyn, dan iets meer hardvoer. ooral overjarige hoenders en in zonderheid de rassen, die bruine eieren leggen hebben nog al eens last van vervetting. Ze worden dan trager, de ont lasting is gestoord, en ze leggen wind eieren. 's Middags verstrekke men aan k'ppen, die niet in grasland loopen, groenvoer, 's winters vooral boerenkool, bieten of koolrapen. Men hangt alles op aan touw tjes, zoodat de dieren gedwongen zijn er naar toe te springen. Het groenvoer ver vuilt dan niet en cioor de voortdurende be weging blijven de dieren gezond (eet- graag) en denken niet aan veerenpiukkm ui eiervreten. Het drinkwater moet ouk voor de groo te kippen steeds ververscht worden en niet in het krabmateriaal staan, doch op 'n kleine verhevenheid. Ter ontsmetting, en ook omdat het bloedzuiverend werkt, doe men 'n klein beetje ijzervitriool in het drinkwater. Om steeds zuivere - eieren te rapen en te voorkomen, dat er eieren stuk gaan (de eerste oorzaak van eiervretenmoet men de legnesten vullen met kortgesneden stroo en dito hooi. Wie dat kan bekomen geve de voorkeur aan machineschaafsel waarin men nu en dan wat insectenpoeder of tabakszand kan strooien. Want niets is zoo slecht voor kippen als ongedierte. Daarom is het ook ge wenscht, dat men steeds een Rid.sspuit bij de hand heeft en eene bus Rids, waar mede b.v. eens per week het heele hok dus ook de legnesten bespoten wor den. Ook eene 3 pCt. creoline is doel matig, maar men moet er niet pas mee ven en ook Amor schijnt op dit punt een woordje mee te zullen spreken. Hoe staat het overigens met jou wat dit punt betreft, vriendje? Dat kleine per soontje, dat straks de deur voor me oepn deed, was weliswaar nu niet be paald een Venus „Maar 't beste, onbaatzuchtigste en achtenswaardigste wezen ter wereld", viel Düringhoffen hem haastig in de re de. „Ik zou niet graag willen, Artois, dat jij je ertoe liet verleiden op spottenden toon over haar te spreken". „Ah, staan de zaken zoo? Dan zwijg ik natuurlijk terstond en neem al den twijfel aan haar schoonheid plechtig te rug. En nu adieu! Ik word verwacht bij professor^Wallroth voor de lunch". Toen juffrouw Heieen spoedig daarna de lamp binnenbracht viel haar direct de ongewone opwinding op, waarin Dü ringhoffen zich bevond en zij had nau welijks een schuchtere vraag gedaan naai de oorzaak daarvan, of hy kwam al mot het groote nieuws aandragen, zichtbaar verheugd, bij haar zijn har.t te kunnen uit storten. Hy verwonderde zich echter niet weinig, dat juffrouw Heieens vreugde» slechts op zeer gedempte wijze tot ui ting kwam en dat het zonderling smar telijk trilde om haar mondhoeken, toen zij hem haar gelukwenschen toestamelde. „U schijnt niet bijster met mij tevre den te zijn, juffrouw Heieen", zeide hij openhartig. „Gelooft u, dat ik er geen goed aan gedaan heb, het aanbod van mijn vriend te aanvaarden"? Zij werd donkerrood en verzekerde zeer haastig: „Natuurlijk wel! Het zou on vergeeflijk geweest zyn, als u het afge slagen had. Maar nu zult u ons stellig gaan verlaten en misschien al zoo gauw mogelijk, niet waar?" „Ik denk er niet aan! Dat is juist nog de beste zijde van de zaak, dat ik in het sanatorium van doctor Giersberg niet behoef te wonen. Zoolang vader Leopard mij niet de deur wijst, zal ik dus hier blijven en wij zullen verder evenals steeds als goede kameraden met elkander om gaan, niet Waar juffrouw Heieen?" Haar smalle wangen gloeiden nog steeds; maar in haar groote, uitdruk kingvoile oogen stond nu niet anders dan zuiver geluk en vreugde te lezen. Zonder eenige terughoudendheid legde zy haar kleine smalle handje in zyn uitgestoken rechterhand, over welks enorme afmetin gen juffrouw Ingeborg zich onlangs zoo beginnen, als het ongedierte er reeds is. Want: ongedierte is taai. dat heeft men op elk gebied kunnen ondervinden. Voor komen is veel eenvoudiger en practischer dan genezen, zegt het spreekwoord. Dit is óók van toepassing op eventueele ziek- ten. Wanneer men doelmatige, luchtige, goed verlichte en behoorlijk op tyd gereinigde hokken heeft, dan zal men niet gauw last van ziekten krygen, doch geheel ver schoond van blyven doet men meestal toch niet. Daarom willen wy hier ook 'n enkel woordje over zeggen. Zoo gauw als men aan 'n kip iets merkt, is het aan te raden, haar direct uit de koppel te nemen en apart te zet ten, want het kan een besmettelijke ziek te wezen. Vele koppels zijn grootendeels ten gron de gegaan, omdat de eigenaar niet op tyd afzonderde. Komen er méér gevallen, dan is het zaak, zoo spoedig mogelijk een gestorven of afgemaakt exemplaar in eene doos te pakken en per post te verzenden naar eene van onderstaande inrichtingen: a. De Rijksseriuminrichting te Rotter dam. b. Het instituut voor parasitaire en in fectieziekten te Utrecht. Het onderzoek is kosteloos, men be hoeft dus niets anders te doen, dan het postpakket voor de heenreis te bevrach ten en een briefje in te sluiten, waarop je aangeeft, wat er alzoo aan de kip te bespeuren was. Na eenige dagen krijgt men onder dienstcouvert bericht, wat het dier man keerde en in vele gevallen ook, hoe te handelen. De meeste kippen gaan dood aan: a. Tuberculose. De hokken pijnlijk zui ver houden, het drinkwater ontsmetten met ijzervitriool, direct verdachte exem plaren afzonderen, dat alles voorkomt de ze ziekte grootendeels. In vuile, slecht verlichte, onvoldoend geventileerde hokken komt tuberculose het meest voor. b. Diphterifus (snot en pokken). Hier tegen is men gewapend, als men in Au gustus (of begin September) alle kippen iaat inenten door den veearts. Het kost slechts per kip de waarde van één win- terei. Daarvoor kan men toch de winst van 't bedrijf niet in de waagschaal stel len. En dat doet men toch zonder het voorbehoedende inenten. Het blijkt im mers, dat koppels, waar diphtherie onder geheerscht heeft, niet veel meer leggen in den winter. En dadr moet het toch vandaan komen! Men overwege dit wel! Er zijn natuurlijk nog heel wat meer ziekten, waaraan kippen kunnen sterven, maar die bepaien zich doorgaans lot slechts enkele gevallen. Lang dokteren is met zulke dieren niet gewenscht, het resultaat is toch meesal omgekeerd evenredig aan de moeiten en zorgen, die men er aan besteedt. Het eeLig raadzame is, ze direct tus- schen de andere uit te nemeu en er dan maar korte metten mede te maken. Tot slot willen wij er nog up wijzen, dat een eenvoudige boekhouding onmis- Daar is. Wie schrijft, die blijtt. Dat is een waar spreekwoord. Wanneer het jaar om is (bij de kip pen begint het buekjaar bij voorkeur op i Uoiober en eindigt alzoo 30 September d.a.v.) kan men alsdan gemakkelijk uit rekenen hoeveel er verdiend is. Vergelijkt men later de verschillende balansen met elkaar, dan zal men direct te weten ko men, waar de fout schuilt. Meestal zal die dan gezocht moeten worden in den geboortetijd der kuikens. Dok zal er door blijken, dat de winst per kip en per jaar doorgaans kleiner wordt, naarmate er méér hoenders in één hok en op hetzelfde terrein gehou den worden. Voor de boerderij achten we hokken van slechts 100 hoenders de meest gewenschte. Wie méér kippen wil houden, bouwe dus méér hokken en plaatse die 'n flink eind van elkaar af. Die grootere kosten komen er dubbel uit. Overbevolking is zoowel voor groote hoenders als voor kuikens de pest. N.B. Wie op de juiste manier kippen houdt, verdient er beslist aan; wie het anders doet, geeft er ontegenzeggelijk up toe. Een middenweg is hier niet! A. N. L. B. stuks 50 cent Briefkaarten 6 f 1.— FOTOGRAAF G. van GRONINGEN - FERDINAND HUYCKLAAN Oa Ontwikkelen en afdrukken voor amateurs vroolijk had gemaakt en zij lachte opge wekt, toen hij voortging: „Waar ecliter zijn mijn vijftien daalders? Nu zou het bepaald een misdaad zyn, als wij op zulk een geluksdag den armen steendrukker met zijn vijf kinderen van wanhoop wil den laten omkomen". „Daaromtrent heb ik mij reeds met vader in verbinding gesteldantwoordde zij. „Al kunnen wij helaas niet alle on- gelukkigen bijstand verleenen, deze eene ongelukkige is thans tenminste voorloopig geholpen". „En ik verzoek my als borg te willen aannemen, als u tenminste vrienden met me wilt blijven. Want ik zeg het u hier bij uitdrukkelijk, juffrouw Heieen: ik ben er trotsch op, dat ik in dit geval de stille compagnon van uw vader ben geweest". HOOFDSTUK VI. De vrees, waarmee professor Wallrotb de eerste ontmoeting van zijn dochter en zijn aanstaande vrouw had tegemoet- gezien, was, zooals hij zich later opge lucht moest bekennen, sterk overdreven geweest, hoewel toch ook niet geheel on gegrond. Er was geen onvriendelijk woord gewisseld, terwyl zich ook geen andere pijnlijke voorvallen hadden voorgedaan, waardoor het noodig was geweest dat hij diende in te grijpen. Van de hartelijkheid, die anders steeds den omgang van beide vriendinnen geken merkt had, was echter bij deze eerste ontmoeting absoluut niets meer te bespeu ren geweest. Edith bad weliswaar een po ging gedaan de dochter van haar verloof de teeder in haar armen te sluiten, docb Ingeborg had zich aan deze liefkoozing onttrokken op een wyzc, die, zonder ei genlijk beleedigend te zijn, toch duidelyk en beslist was. Zij hadden daarna een poos over alle mogelijke onverschillige dingen, doch niet over de gewichtige ge beurtenis gesproken, die zoo'n grooten invloed op haar levensloop zou uitoefenen en Ingeborg was geen oogenblik uit den toon van koele vriendelijkheid gevallen, waartoe zy zich sedert het gesprek een aanvang had genomen, had gedwongen. Zoowel de professor als Edith moesten wel ondubbelzinnig ondervinden, dat zij haar meening over hun verbintenis intus- schen nog in 't geheel niet had gewij zigd; maar het gaf hun toch al een groote verlichting, dat Ingeborg van haar vij andige gezindheid jegens de toekomstige stiefmoeder ook nog niet door haar ge drag openlijk uiting gaf. „Mettertijd zal zij zich wel in het on vermijdelijke schikken troostte de pro fessor zich, die alle dingen graag van den lichtsten kant opnttm. „Het zou immers ook al te dwaas zijnwant zooiets gebeurt toch bijna dagelyks". Desondanks voelde hij tegenover zyn dochter nog steeds iets van den druk van een kwaad geweten en terwyl hij anders gaarne een kwartiertje vrijgemaakt had, om het in vroolyk gebabbel met zijn kind door te brengen, trachtte hy thans bijna angstig elk langer alleenzijn met haar te vermijden. Weliswaar had zij gedurende de laatste drie weken noch over het voorgevallene, noch over haar toekomstige plannen ook maar met een woord gesproken; maar zy las het ver wijt, dat haar lippen niet uitspraken, van haar bleek gelaat, uit haar donkerom- schaduwde oogen, die zooveel doffer en droeviger stonden dan vroeger; hij voelde, dat sinds dien noodlottigen dag een een onzichtbare kloof tusschen hen was ont staan, die steeds dieper en dieper werd en die misschien binnenkort reeds niet meer te overbruggen zou zijn. Dat hij zich onder zulke omstandighe den in zijn eigen huis menigmaal onbe haaglijk gevoelde, valt licht te begrijpen en slechts daardoor was het waarschijn lijk te verklaren, dat hij er met een ge heel ongewonen ijver op bedacht was, zoo vaak als maar eenigszins mogelijk was, den een of anderen kennis als gast aan zijn tafel te inviteeren. Slechts wanneer behalve zyn dochter en haar gezelschaps dame nog een vreemdeling aan tafel zat, kreeg hy zijn vroegere onbevangenheid volkomen terug en slechts dan kon hy zoo beminnelijk en opgewekt keuvelen, zooals dat vroeger bij deze intieme fa miliemaaltijden steeds zyn gewoonte was geweest. Stellig zou hij zich ondere andere om standigheden tegen de eenigszins indrin gerige toenaderingspogingen van doctor Siegmund Artois minder welwillend en tegemoetkomend getoond hebbenwant zoo iets als een gevoel van wantrouwen jegens den jeugdmaker van zijnverloof- de kon hy van tijd tot tyd noch niet van zich afzetten. Nu echter kwam deze jonge man als vry geregeld bezoeker goed van pas, temeer, daar hij zich steeds vol eerbiedige hoogachting voor den beroem den geleerde toonde en daar hy even in nemend wist te vertellen als te luisteren. Dat Artois niet alleen wat zijn weten schap betreft een flinke dosis kennis be zat, maar dat hy ook in 't algemeen voor een zeer goed onderlegd en beschaafd man kon doorgaan, had de professor reeds na zijn eerste bezoek kunnen con- stateeren. Niet zonder een zekere be wondering luisterde hy menigmaal, wan neer de jonge^doctor met de gemakkelyk- heid van een redenaar en met heilig vuur zijn inzichten omtrent de een of andere groote strijdvraag ontwikkelde, die de wereld in beroering bracht. Hij toonde zich daarbij steeds als een man met een helder hoofd en een warm hart, die met zyn sympathieën steeds aan de zijde der zwakken en onderdrukten stond, onmis kenbaar door den innigsten wensch be zield, voor zijn deel naar krachten mede te werken aan ieder goed en mensch- lieevnd werk. Dat verschillende woorden, die hij in dit verband gewoon was te gebruiken, menigmaal niet geheel vrij waren van een soort theatraliteit, viel den professor des te minder op, daar hij zelf soortgelijke hulpmiddelen bij passende gelegenheiden niet versmaadde. Ingeborgs schoone oogen echter hingen dan dikwijls met een bijna eerbiedige op- spreker en doctor Artois zou een veel merkzaamheid aan de lippen van den minder scherpziend menschenkenner moe ten zijn geweest, als hem de uitwerking was ontgaan, die zyn woorden in zulke oogenblikken op het jonge meisje teweeg brachten. Dat deze indruk ook een blijvende was. daarvoor ontbraken hem tot op heden evenwel alle bewijzen; want Ingeborg had bij 'geen enkele gelegenheid haar meis jesachtige schroomvallige teruggehoudend- heid laten varen, die zy bij den persoon lijken omgang met den nieuwen gunsteling van haar vader steeds in acht had geno men. Tot een gesprek onder vier oogen had zy den doctor nooit gelegenheid gegeven en daar de mogelijkheid daartoe dikwijls zeer nabij geweest was, mocht Artois er niet aan twijfelen, dat zy dit met voorbe dachten rade steeds vermeden had. Des ondanks werd hy niet moe, haar op een zeer kiesche en ridderlijke wijze het hof te maken en haar, voorzoover zich 7,ulks onopvallend liet doen, al die kleine op merkzaamheden te bewijzen, die men van oudsher reeds aanwendt, om de gunst van een jonge dame te winnen. De professor scheen daarvan óf in 't geheel niets te zien öf aan de pogingen van den doctor geen bepaalde bedoeling toe te kennen, daar hij er nooit notitie van nam. De gedachte, dat de onbemid delde en nog in den eersten aanvang van zijn loopbaan staande jonge man met ernstige huwelijksplannen zou kunnen rondloopen, daaraan scheen hij zelfs geen oogenblik te denkeu, zoudat liet gesprek zich dan ook nooit op dat gebied liad be wogen. Up zekeren dag het liep tegen het middaguur van een Zondag, waarop doctor Artois weer aan het diner werd verwacht trad Ingeborg tegen haar gewoonte de werkkamer van haar vader binnen. De professor was zichtbaar niet aangenaam verrast, want haar zeer ernstig gezichtje kondigde hem weinig vriendelijks aan; maar hij deed toch moeite haar een uj>- gewekt gelaat te toonen en heette haar met eenige schertsende woorden welkom. „Ik heb u iets mede te deelen, beste vader", begon Ingeborg rustig, „en ik verzoek u niet boos op my te zijn, dat u er nu eerst kennis van krijgt. Ik heb een betrekking aangenomen". Wallroth hief het hoofd op en keek haar met groote verbaasde oogen aan. „Een betrekking? Wat moet dat betee- kenen V' „Ik heb u immers gezegd, dat het myn bedoeling was naar de een of an dere bezigheid uit te zien. Sinds dien bewusten dag heb ik op alle advertentiën geschreven, die my maar geschikt leken, in de meeste gevallen was het tever- geefsch, eenige dagen geleden echter trof ik eindelijk de juiste. Een oude dame. die ten gezelschap dame zo^kt, heeft mij naar aanleiding van mijn brief en mijn daarop gevolgd persoonlijk bezoek, geën gageerd". In het gelaat van den professor trok het verradelijk. De opwinding, waarin hy geraakt was door de met volkomen onver schilligheid uitgebrachte mededeeling zij ner dochter, spiegelde zich maar al te duidelyk op zyn gezicht af. „Ben je heelemaal dwaas? Je hebt je als dienstbode verhuurd, zonder my zelfs eerst te vragen? En je hebt het voor mo gelijk gehouden, dat ik daartoe ooit mijn toestemming zou kunnen geven?" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1929 | | pagina 4