I
G. Qaams, Dierenarts
A.J.HEINS- Soest
S. DE ZOETE Hzn.
HET VENDUHUIS
JET VAN DER ES
Qm&QE ©Ei^ESViöM
TELEF. B 355
„OPHELIA"
Bloemist - J. GEIJTENBEEK
PAARDENVLEESCH
in kwaliteit het beste
Inprijs het goedkoopste
Korte Brinkweg Soestdijk
Meubelen, Fornuizen, enz
S. VAN DE STADT
R. VAN BURGSTEDEN
Handel in Aardappelen
Groenten en Fruit
Wat is goed voor Uwe
oogen
Gijsbert Maris
„DE SOESTER VIJZEL"
PIANOLESSEN
Staines Inlaids Linoleum
zichzelf recommandeert.
Firma GEBRs. STAAL
Land- en Tuinbouw-
gereedschappen.
Pluimveebenoodigdheden.
TUIN-, BLOEM- EN
LANDBOUWZAOEN
Zaadhandel W. S. Veltman
Bloemisterij „Kweeklust"
C. Kraayenhagen
Adverteert in dit blad.
BIRKTSTRAAT 45 - TEL. 2219
REPARATIE-INRICHTING VOOR ALLE
MOTOREN.
AUTOGEEN LASCH- EN SNIJ-INRICHTING
STOCK, DUNLOP, MICHELIN EN
ENGLEBERT BANDEN.
Tegenstrijdige rechtspraak
F F UILLE T O N
GEEN GEWETEN.
Voor den Pluimveehouder.
Tip Top Foto's
Bloemen - Magazijn
Burg. Grothestraat 4 - Telef. 2113.
Levert Bloemwerken voor alle gelegenheden
Ruim voorzien van alle Bloemist-Artikelen.
Aanleg en Onderhoud van Tuinen
Oa nieuwe Bloem- en Tuinzaden ontvangen
Verkrijgbaar eerste kwaliteit
van jonge paarden
Biefstuk70 cent
Biefstuk (haas) 80
Rosbief50
Stukjes45
Rollade45
Magere Lappen 40 B
Doorregen Lappen 35
Gehakt35
5 contant
Varkensvieesch concurreerende prijzen.
Beleefd aanbevelend,
R. BOKNIA
BEUKENLAAN 20B SOESTDIJK
Handel In Kunstmeststatien,
- Turtstrooisel en Granen -
MIDOELWIJKSTRAAT 18 - TEL. 2141
Aardappelen, Groenten,
Binnen- en Bultenlandsch Fruit
Geconserveerde en Ingemaakte
GROENTEN
Ontvangen
nieuwe MALTA-AARDAPPELEN
BURG. GROTHESTR. 41 - Tel. 2140
SOESTDIJK
Is dagelijks geopend voor het
ontvangen van goederen voor de
eerstvolgende verkooping.
Tevens uit de hand te koop diverse
De Venduhouder
Hoenderpark, Parklaan 12, Soest.
BROEDEIEREN en KUIKENS, stam
Welleman, dagelijks verkrijgbaar.
Tevens te koop: BROEDMACHINE,
(Cypers) en Kunstmoeder.
N1EU WSTRAAT 55
Vraagt dat bij;
GEOIPL. OPTICIEN T.O.G.
ELECTR. BR1LLENSLIJPERIJ
DROGISTERIJ
SOESTERBERGSCHESTRAAT I, TEL. 2127
Gratis advies.
Fotohandel.
KOLONIEWEG 11
ALGEMEENE DIENST VERRICHTING
Dagelijksche Autodienst
Soestdijk-Soest-Amersfoort.
Verhuizingen tegen zeer billijk tarief.
Directe verbinding met
Apeldoorn, Deventer en Arnhem.
Aanbevelend.
A. VAN 't NET Zn.
NIEUWSTRAAT 24.
doet een verbruiker na jaren en jaren
weg, omdat het ten slotte begint te vervelen
Verslijten doet men het echter niet
Daarom Is het 'n dankbaar artikel hetwelk
Stalen met prijsopgaaf worden op verlangen
gaarne toegezonden door
Woninginrichters - Heuvelweg 8
Btl IKhNLAAN 31a SOkSÏ
NU IS HET TIJD II
Laat Uw tuinperken beplanten met
GERANIUMS, BEGONIA'S,
SILVIA'S, enz. enz. door
STtENHUFS 1 RAA I I - TtLtF. 2178
Toegang vrij.
Aanleg en onderhoud van tuinen.
fa
w
Mr. J. H. v. Doorne schryft in „l>e
Telegraaf":
Wanneer hierbij e«n klacht geuit worc
over gebrek aan uniformiteit in recht
spraak, dan is dat op zichzelf weinig
nieuws. Te vaak weru reeds door
ter zake meer onderlegden, beter
geuriënteerden, m woord en ge
schrift tegen dit euvel te velde getrok
ken. voor zoover het de niet-administratie-
ve rechtspraak betrof. De veelheid van
raden van beroep voor de directe be
lastingen en de verscheidenheid in samen
stelling daarvan, maken echter dat ook
op het terrein van de rechtspraak in be
lastingzaken te kenma e gestuit wordt op
tegenstrijdigheden, n el alleen in uitspra
ken van verschillende coliegiën, 'maar
evenzeer van dezelfde.
mofang de ratten van beroep op feite
lijk terrein blijven, zijn hun uitspraken
in cassatie, onaantastbaar. Men behoeft
dan ook allang niet meer versteld te
slaan, as twee geheel gelyksuortge fei
telijke gevallen door twee versch.llende
raden van beroep anders worden b sljsi
ls dit op zichzelf bedenkelijk, b- dJnke-
lijker is het als het met raden van beroep
zoover komt, dat hun uitspraken een be
paalde tendeuz ktijgen, waardoor zij den
naam krygen van fiscaal of antifiscaal te
zijn. Beiüe soorten van raden van beroep
zijn bekend; eenerzijds die, waar iedere
belastingplicht ge met hJveriug heeng iat.
omdat hij te voren de waarschuwing
heeft gekregen: „voor dien raad verliest
men het tóch"; anderzijds die, welke den
inspecteur immer aanleiding zyn om het
met den belastingplichtige op een aceoord-
je te gooien om 't maar niet tot beroep
te laten komen, daar hij bij voorbaat over
tuigd is, uat hy daarbij toch nimmer zij
de zal kunnen spinnen. Bepaalde raden
van beroep hebben zelfs „keerpunten
in hun jur sd.e ie gekend; het p aats ma
ken van een lid voor een ander was dan
van duideiyk merkbaren invloed op de
nadien gevallen beslissingen.
riet behoeft geen betoog dat alleen
reeds het hebben van den naam van fis
caal of onfiseaal te zijn fnuikend is voor
een zuivere belastingheffing en voor de
rechtszekerheid. Eenerzijds zullen belas
tingplichtigen niet in beroep komen, waar
hun rech.sgevoel hen daartoe aanzette,
underzyus zullen zij in beroep komen,
alleen maar „om ket eens te probeeren',
omdat zij te voren weten dat zij „een
goede kans maken". Van de zijde van den
ïiscus bcz.e.i, ge.dt he-zeTde: inspecteurs
zullen eerder geneigd zijn tot uiwyzmg
van een reclame ais zij weten dat dt
ïaud van beroep als fiscaal bekend staat,
en anderzyus het eerder op een accoord-
je gooien met den reclamant, oinuat een
beroep vrijwel zekerheid geeft dat het
resultaat voor den fiscus onvoorueeligei
zal iiju, dan in geval vaa een accoora.
fegenstiyaigue.d in rechtspraak bij één
college werd heiaas ook reeds tal van
malen geconstateerd. Niet a.leen bij den
raad van beroep, waartoe een wisseling
van leden aauieiding kan zyn, maar ook
bij den iloogen Raad. Overbekend is het
adagium dat de Hooge Raad bij tal van
arresten heeft vustgeiegd: de raad van
beroep is verplicht de door den appellant
in zijn beroepschrift opgetvorpen grieven
te onderzoeken, waarvan bij üe uitspraak
behoort te b.yken. De Hooge Raad g.ng
verder: de raad van beroep moest niet
alleen uiispraak doen omtrent in het be
roepschrift opgeworpen bezwaren, ook
eerst ter ziUing opgeworpen bezwaren
moesten worden onderzuch,, en daarom
trent uitspraak gedaan; tenzij de weder
partij door het eerst in uiterste instantie
opwerpen dier bezwaren in haar verdedi
ging werd benadeeld. Wel wonderlijk doel
het daarom aan in een ander arrest tt
lezen dat, waar appellants grief in cassa
tie was. dat de raad van beroep in hei
geheel geen uitspraak had gedaan omtrent
een met name in het beroepschrift ge
noemd bezwaar, noch uit die uitspraak
er ook maar iets van bleek, dat dat be
zwaar een punt van onderzoek voor den
raad was geweest, uit het feit alleen,
dut de raad van beroep den aanslag hand
haafde, moest worden afgeleid, dat dt
raad kennelijk bedoeld had dat bezwaar
ongegrond te verklaren. Dus in regel
rechten strijd met het positieve stand
punt, eerst door dienzelfden Hoogen Raad
ingenomen. Immers kan toch kwalijk een
eindconclusie (i.c. handhaving van den
aanslag), waaruit moest worden afgeleid
wat een raad kennelijk bedoeld heeft tt
zeggen, worden aangemerkt als een uit
spraak nopens een bezwaar, waaruit te
vens blrjkt dat dit voor den raad punt van
ROMAN VAN
8). REINHOLD ORTMANN*
De zaak is al zoo goed als beklonken
en ook de professor is bereid je op elk
gewenscht oogenblik je ontslag te ver-
leenen".
Met steeds stijgende verbazing had
Düringholfen - hem aangehoord. „Ik weet
inderdaad niet, waarmee ik zooveel
vriendschappelijke opoffering verdiend
hebzeide hij. „Onze inzichten liepen
vroeger zoo dikwijls uiteen en wij had
den zoo weinig gelegenheid, elkander na
der te leeren kennen
„Och wat, wij waren toen nog maar
echte jongens,weerde Artois haastig af,
terwijl hij opstond. „Je ziet immers, da'
die kleine oneenigheden uit dien tijd mij
niet belet hebben het eerst aan- jou te
denken, toen het er op aankwam een
van mijn kennissen dezen kleinen dienst
te bewijzen. Je neemt het natuurlijk
aan
„Ik zou het nog wel eens een paar da
gen in overweging willen houden, Artois!
1 >e professor zou mij voor ondankbaar
kunnen houden, wanneer ik hem zoo over
haast verliet, zoodra er ergens anders een
voordeeltje te behalen is".
„Maar ik geef je de verzekering, dat
daarvan in 't geheel geen sprake kan zijn.
De professor verheugt zich integendeel
oprecht, dat je er financieel op vooruit
zult gaan. En de zaak kan bovendien
geen uitstel lijden".
Je moet je morgen al aan doctor Giers-
berg voorstellen, als je tenminste geen
gevaar wilt loopen, dat een ander je
voor is".
Düringhoffen aarzelde ook nu nog;
Artois echter praatte zoo ijverig en zoo
nadrukkelijk, dat hij tenslotte voor diens
aandrang zwichtte en de verlangde - toe
stemming gaf. Daarmee scheen doctor
Vrtois het doel van zijn bezoek als ge
vuld te beschouwen, want hij maakte
zich gereed te vertrekken.
„Ik hoop, dat wij elkander van tyd tot
tijd zullen ontmoeten", merkte hy op,
„hoewel ik juist in dezen tijd zeer in
beslag zal worden genomen, zooals je je
zeker wel kunt voorstellen. Ik sta voor
een zeer belangrijk keerpunt in mijn le-
onderzoek is geweest! En den belang-'
hebbende, die zyn aanslag in hoogste
instantie zag gehandhaafd, doch zyn grief
nimmer zag onderzocht, baatte weinig
de troost, die gelegen is in bet: etiamque
bonus Homerus üoruiitut quandoque, ot
ie wel: de beste breister laat wel eens
een steek vallen.
MET VOORDEEL KIPPEN HOUDEN
(Vervolg.)
De voeding der groote hoenders baart
tegenwoordig al bijzonder weinig zorg. De
druogvoeUermethode heeft het den boei
al heel gemakkelyk gemaakt. En de prac-
tijk wijst uit, dal de resultaten, er mede
verkregen, heel best zyn. Het ochtend-
voer en graan koope men by z'n^ eigen
organisatie of bij vertrouwde lirma's, die
een naam te verliezen hebben. Gelukkig
zyn er uie in ons land genoeg.
Alen koope (of make na) een of meer
automatische droogvoederbakken en plaat
se die zóó in bel hok, dat er het volle
licht op valt. Urn dringen te voornomen is
net gewenscht, ook hier volop staanruimte
te geven. Deze bakken moeten steeds
cai end voer bevatten .zoodat elke kip, dit
daar behoefte aan heelt, er eens aan kan
gaan pikken. Worden ze 30 tut 40 ciVl.
uuven den grond aangebracht, dan kun er
nimmer vun ot stuf in geknoeid worden.
tNuudig is echter, dat er eeue springiai
langs loopt.
liet harovoer wordt niet in een bak ge
geven, doch onder haksel, strooisel oi
Kaf, want de diereu moeten wat te doen
nebben. Vooraf in den winter, als ze vee<
geregeld binnen moeten blijven, is dat be
slist nuodig, daar ze anders mekaar dt
veeren uitplukken, eieren opvreten en...
licht te vet worden!
Door vuoriduiende beweging blijft ouk
de ontlasting beter normaal. Men kan
daar ook voor zorgen, door steeds een
uakje met houtskool onder t bereik te
üeboen. erder 'n bakje met grit of ge
malen schelpen. Hierdoor wordt de spijs
vertering zeer bevorderd e n ook de
schaalvorming om de eieren.
Zyn de dagen kort, dan behoeft men
maar éen keer hardvoer te geven, b.v.
gemengd graan, namelyk een goed uui
voor net donker wordt. Men geve dan
zooveel, als met graagte wordt weggepiki
en opgezocht.
By neel lange dagen in den zomei
dus kan üet gewenscht zijn, ook na
het middaguur 'n klein beetje hardvoer te
geven. Maar men moet zich hoeden vooi
vervetting. Een gemakkelijk middel om te
weten te konten of de dieren in conditie
blyven, is: ze nu en dan eens te betasten,
zoowel aan het borstbeen als rondom Oj
liever beneden aarsopening.
Is het borstbeen te gevuld, of voelt het
achterlichaam eenigszins stroef aan, dar.
zyn ze te vet, het moet daar soepel blij
ven. In geval van stramheid beneden Cloa
ca (is aarsopening) of gevuldheid aan t
borstbeen, geve men wat minder hard
voer. Vreest men, dat de dieren aan den
lichten kant zyn, dan iets meer hardvoer.
ooral overjarige hoenders en in
zonderheid de rassen, die bruine eieren
leggen hebben nog al eens last van
vervetting. Ze worden dan trager, de ont
lasting is gestoord, en ze leggen wind
eieren.
's Middags verstrekke men aan k'ppen,
die niet in grasland loopen, groenvoer,
's winters vooral boerenkool, bieten of
koolrapen. Men hangt alles op aan touw
tjes, zoodat de dieren gedwongen zijn er
naar toe te springen. Het groenvoer ver
vuilt dan niet en cioor de voortdurende be
weging blijven de dieren gezond (eet-
graag) en denken niet aan veerenpiukkm
ui eiervreten.
Het drinkwater moet ouk voor de groo
te kippen steeds ververscht worden en
niet in het krabmateriaal staan, doch op
'n kleine verhevenheid.
Ter ontsmetting, en ook omdat het
bloedzuiverend werkt, doe men 'n klein
beetje ijzervitriool in het drinkwater.
Om steeds zuivere - eieren te rapen en
te voorkomen, dat er eieren stuk gaan
(de eerste oorzaak van eiervretenmoet
men de legnesten vullen met kortgesneden
stroo en dito hooi. Wie dat kan bekomen
geve de voorkeur aan machineschaafsel
waarin men nu en dan wat insectenpoeder
of tabakszand kan strooien.
Want niets is zoo slecht voor kippen
als ongedierte. Daarom is het ook ge
wenscht, dat men steeds een Rid.sspuit
bij de hand heeft en eene bus Rids, waar
mede b.v. eens per week het heele hok
dus ook de legnesten bespoten wor
den. Ook eene 3 pCt. creoline is doel
matig, maar men moet er niet pas mee
ven en ook Amor schijnt op dit punt
een woordje mee te zullen spreken.
Hoe staat het overigens met jou wat dit
punt betreft, vriendje? Dat kleine per
soontje, dat straks de deur voor me
oepn deed, was weliswaar nu niet be
paald een Venus
„Maar 't beste, onbaatzuchtigste en
achtenswaardigste wezen ter wereld",
viel Düringhoffen hem haastig in de re
de. „Ik zou niet graag willen, Artois, dat
jij je ertoe liet verleiden op spottenden
toon over haar te spreken".
„Ah, staan de zaken zoo? Dan zwijg
ik natuurlijk terstond en neem al den
twijfel aan haar schoonheid plechtig te
rug. En nu adieu! Ik word verwacht bij
professor^Wallroth voor de lunch".
Toen juffrouw Heieen spoedig daarna
de lamp binnenbracht viel haar direct
de ongewone opwinding op, waarin Dü
ringhoffen zich bevond en zij had nau
welijks een schuchtere vraag gedaan naai
de oorzaak daarvan, of hy kwam al mot
het groote nieuws aandragen, zichtbaar
verheugd, bij haar zijn har.t te kunnen uit
storten. Hy verwonderde zich echter niet
weinig, dat juffrouw Heieens vreugde»
slechts op zeer gedempte wijze tot ui
ting kwam en dat het zonderling smar
telijk trilde om haar mondhoeken, toen
zij hem haar gelukwenschen toestamelde.
„U schijnt niet bijster met mij tevre
den te zijn, juffrouw Heieen", zeide hij
openhartig. „Gelooft u, dat ik er geen
goed aan gedaan heb, het aanbod van
mijn vriend te aanvaarden"?
Zij werd donkerrood en verzekerde zeer
haastig: „Natuurlijk wel! Het zou on
vergeeflijk geweest zyn, als u het afge
slagen had. Maar nu zult u ons stellig
gaan verlaten en misschien al zoo
gauw mogelijk, niet waar?"
„Ik denk er niet aan! Dat is juist nog
de beste zijde van de zaak, dat ik in
het sanatorium van doctor Giersberg niet
behoef te wonen. Zoolang vader Leopard
mij niet de deur wijst, zal ik dus hier
blijven en wij zullen verder evenals steeds
als goede kameraden met elkander om
gaan, niet Waar juffrouw Heieen?"
Haar smalle wangen gloeiden nog
steeds; maar in haar groote, uitdruk
kingvoile oogen stond nu niet anders dan
zuiver geluk en vreugde te lezen. Zonder
eenige terughoudendheid legde zy haar
kleine smalle handje in zyn uitgestoken
rechterhand, over welks enorme afmetin
gen juffrouw Ingeborg zich onlangs zoo
beginnen, als het ongedierte er reeds is.
Want: ongedierte is taai. dat heeft men
op elk gebied kunnen ondervinden. Voor
komen is veel eenvoudiger en practischer
dan genezen, zegt het spreekwoord. Dit
is óók van toepassing op eventueele ziek-
ten.
Wanneer men doelmatige, luchtige, goed
verlichte en behoorlijk op tyd gereinigde
hokken heeft, dan zal men niet gauw last
van ziekten krygen, doch geheel ver
schoond van blyven doet men meestal
toch niet. Daarom willen wy hier ook 'n
enkel woordje over zeggen.
Zoo gauw als men aan 'n kip iets
merkt, is het aan te raden, haar direct
uit de koppel te nemen en apart te zet
ten, want het kan een besmettelijke ziek
te wezen.
Vele koppels zijn grootendeels ten gron
de gegaan, omdat de eigenaar niet op
tyd afzonderde.
Komen er méér gevallen, dan is het
zaak, zoo spoedig mogelijk een gestorven
of afgemaakt exemplaar in eene doos te
pakken en per post te verzenden naar
eene van onderstaande inrichtingen:
a. De Rijksseriuminrichting te Rotter
dam.
b. Het instituut voor parasitaire en in
fectieziekten te Utrecht.
Het onderzoek is kosteloos, men be
hoeft dus niets anders te doen, dan het
postpakket voor de heenreis te bevrach
ten en een briefje in te sluiten, waarop
je aangeeft, wat er alzoo aan de kip te
bespeuren was.
Na eenige dagen krijgt men onder
dienstcouvert bericht, wat het dier man
keerde en in vele gevallen ook, hoe te
handelen.
De meeste kippen gaan dood aan:
a. Tuberculose. De hokken pijnlijk zui
ver houden, het drinkwater ontsmetten
met ijzervitriool, direct verdachte exem
plaren afzonderen, dat alles voorkomt de
ze ziekte grootendeels. In vuile, slecht
verlichte, onvoldoend geventileerde hokken
komt tuberculose het meest voor.
b. Diphterifus (snot en pokken). Hier
tegen is men gewapend, als men in Au
gustus (of begin September) alle kippen
iaat inenten door den veearts. Het kost
slechts per kip de waarde van één win-
terei. Daarvoor kan men toch de winst
van 't bedrijf niet in de waagschaal stel
len. En dat doet men toch zonder het
voorbehoedende inenten. Het blijkt im
mers, dat koppels, waar diphtherie onder
geheerscht heeft, niet veel meer leggen
in den winter. En dadr moet het toch
vandaan komen! Men overwege dit wel!
Er zijn natuurlijk nog heel wat meer
ziekten, waaraan kippen kunnen sterven,
maar die bepaien zich doorgaans lot
slechts enkele gevallen.
Lang dokteren is met zulke dieren niet
gewenscht, het resultaat is toch meesal
omgekeerd evenredig aan de moeiten en
zorgen, die men er aan besteedt.
Het eeLig raadzame is, ze direct tus-
schen de andere uit te nemeu en er dan
maar korte metten mede te maken.
Tot slot willen wij er nog up wijzen,
dat een eenvoudige boekhouding onmis-
Daar is. Wie schrijft, die blijtt. Dat is
een waar spreekwoord.
Wanneer het jaar om is (bij de kip
pen begint het buekjaar bij voorkeur op
i Uoiober en eindigt alzoo 30 September
d.a.v.) kan men alsdan gemakkelijk uit
rekenen hoeveel er verdiend is. Vergelijkt
men later de verschillende balansen met
elkaar, dan zal men direct te weten ko
men, waar de fout schuilt. Meestal zal
die dan gezocht moeten worden in den
geboortetijd der kuikens.
Dok zal er door blijken, dat de winst
per kip en per jaar doorgaans kleiner
wordt, naarmate er méér hoenders in
één hok en op hetzelfde terrein gehou
den worden. Voor de boerderij achten we
hokken van slechts 100 hoenders de
meest gewenschte. Wie méér kippen wil
houden, bouwe dus méér hokken en
plaatse die 'n flink eind van elkaar af.
Die grootere kosten komen er dubbel
uit. Overbevolking is zoowel voor groote
hoenders als voor kuikens de pest.
N.B. Wie op de juiste manier kippen
houdt, verdient er beslist aan; wie het
anders doet, geeft er ontegenzeggelijk
up toe. Een middenweg is hier niet!
A. N. L. B.
stuks 50 cent Briefkaarten 6 f 1.—
FOTOGRAAF
G. van GRONINGEN
- FERDINAND HUYCKLAAN Oa
Ontwikkelen en afdrukken voor amateurs
vroolijk had gemaakt en zij lachte opge
wekt, toen hij voortging: „Waar ecliter
zijn mijn vijftien daalders? Nu zou het
bepaald een misdaad zyn, als wij op zulk
een geluksdag den armen steendrukker
met zijn vijf kinderen van wanhoop wil
den laten omkomen".
„Daaromtrent heb ik mij reeds met
vader in verbinding gesteldantwoordde
zij. „Al kunnen wij helaas niet alle on-
gelukkigen bijstand verleenen, deze eene
ongelukkige is thans tenminste voorloopig
geholpen".
„En ik verzoek my als borg te willen
aannemen, als u tenminste vrienden met
me wilt blijven. Want ik zeg het u hier
bij uitdrukkelijk, juffrouw Heieen: ik ben
er trotsch op, dat ik in dit geval de stille
compagnon van uw vader ben geweest".
HOOFDSTUK VI.
De vrees, waarmee professor Wallrotb
de eerste ontmoeting van zijn dochter
en zijn aanstaande vrouw had tegemoet-
gezien, was, zooals hij zich later opge
lucht moest bekennen, sterk overdreven
geweest, hoewel toch ook niet geheel on
gegrond. Er was geen onvriendelijk woord
gewisseld, terwyl zich ook geen andere
pijnlijke voorvallen hadden voorgedaan,
waardoor het noodig was geweest dat hij
diende in te grijpen.
Van de hartelijkheid, die anders steeds
den omgang van beide vriendinnen geken
merkt had, was echter bij deze eerste
ontmoeting absoluut niets meer te bespeu
ren geweest. Edith bad weliswaar een po
ging gedaan de dochter van haar verloof
de teeder in haar armen te sluiten, docb
Ingeborg had zich aan deze liefkoozing
onttrokken op een wyzc, die, zonder ei
genlijk beleedigend te zijn, toch duidelyk
en beslist was. Zij hadden daarna een
poos over alle mogelijke onverschillige
dingen, doch niet over de gewichtige ge
beurtenis gesproken, die zoo'n grooten
invloed op haar levensloop zou uitoefenen
en Ingeborg was geen oogenblik uit den
toon van koele vriendelijkheid gevallen,
waartoe zy zich sedert het gesprek een
aanvang had genomen, had gedwongen.
Zoowel de professor als Edith moesten
wel ondubbelzinnig ondervinden, dat zij
haar meening over hun verbintenis intus-
schen nog in 't geheel niet had gewij
zigd; maar het gaf hun toch al een groote
verlichting, dat Ingeborg van haar vij
andige gezindheid jegens de toekomstige
stiefmoeder ook nog niet door haar ge
drag openlijk uiting gaf.
„Mettertijd zal zij zich wel in het on
vermijdelijke schikken troostte de pro
fessor zich, die alle dingen graag van den
lichtsten kant opnttm. „Het zou immers
ook al te dwaas zijnwant zooiets gebeurt
toch bijna dagelyks".
Desondanks voelde hij tegenover zyn
dochter nog steeds iets van den druk van
een kwaad geweten en terwyl hij anders
gaarne een kwartiertje vrijgemaakt had,
om het in vroolyk gebabbel met zijn
kind door te brengen, trachtte hy thans
bijna angstig elk langer alleenzijn met
haar te vermijden. Weliswaar had zij
gedurende de laatste drie weken noch
over het voorgevallene, noch over haar
toekomstige plannen ook maar met een
woord gesproken; maar zy las het ver
wijt, dat haar lippen niet uitspraken, van
haar bleek gelaat, uit haar donkerom-
schaduwde oogen, die zooveel doffer en
droeviger stonden dan vroeger; hij voelde,
dat sinds dien noodlottigen dag een een
onzichtbare kloof tusschen hen was ont
staan, die steeds dieper en dieper werd
en die misschien binnenkort reeds niet
meer te overbruggen zou zijn.
Dat hij zich onder zulke omstandighe
den in zijn eigen huis menigmaal onbe
haaglijk gevoelde, valt licht te begrijpen
en slechts daardoor was het waarschijn
lijk te verklaren, dat hij er met een ge
heel ongewonen ijver op bedacht was, zoo
vaak als maar eenigszins mogelijk was,
den een of anderen kennis als gast aan
zijn tafel te inviteeren. Slechts wanneer
behalve zyn dochter en haar gezelschaps
dame nog een vreemdeling aan tafel zat,
kreeg hy zijn vroegere onbevangenheid
volkomen terug en slechts dan kon hy
zoo beminnelijk en opgewekt keuvelen,
zooals dat vroeger bij deze intieme fa
miliemaaltijden steeds zyn gewoonte was
geweest.
Stellig zou hij zich ondere andere om
standigheden tegen de eenigszins indrin
gerige toenaderingspogingen van doctor
Siegmund Artois minder welwillend en
tegemoetkomend getoond hebbenwant
zoo iets als een gevoel van wantrouwen
jegens den jeugdmaker van zijnverloof-
de kon hy van tijd tot tyd noch niet van
zich afzetten. Nu echter kwam deze jonge
man als vry geregeld bezoeker goed van
pas, temeer, daar hij zich steeds vol
eerbiedige hoogachting voor den beroem
den geleerde toonde en daar hy even in
nemend wist te vertellen als te luisteren.
Dat Artois niet alleen wat zijn weten
schap betreft een flinke dosis kennis be
zat, maar dat hy ook in 't algemeen voor
een zeer goed onderlegd en beschaafd
man kon doorgaan, had de professor
reeds na zijn eerste bezoek kunnen con-
stateeren. Niet zonder een zekere be
wondering luisterde hy menigmaal, wan
neer de jonge^doctor met de gemakkelyk-
heid van een redenaar en met heilig vuur
zijn inzichten omtrent de een of andere
groote strijdvraag ontwikkelde, die de
wereld in beroering bracht. Hij toonde
zich daarbij steeds als een man met een
helder hoofd en een warm hart, die met
zyn sympathieën steeds aan de zijde der
zwakken en onderdrukten stond, onmis
kenbaar door den innigsten wensch be
zield, voor zijn deel naar krachten mede
te werken aan ieder goed en mensch-
lieevnd werk.
Dat verschillende woorden, die hij in
dit verband gewoon was te gebruiken,
menigmaal niet geheel vrij waren van een
soort theatraliteit, viel den professor des
te minder op, daar hij zelf soortgelijke
hulpmiddelen bij passende gelegenheiden
niet versmaadde.
Ingeborgs schoone oogen echter hingen
dan dikwijls met een bijna eerbiedige op-
spreker en doctor Artois zou een veel
merkzaamheid aan de lippen van den
minder scherpziend menschenkenner moe
ten zijn geweest, als hem de uitwerking
was ontgaan, die zyn woorden in zulke
oogenblikken op het jonge meisje teweeg
brachten.
Dat deze indruk ook een blijvende was.
daarvoor ontbraken hem tot op heden
evenwel alle bewijzen; want Ingeborg had
bij 'geen enkele gelegenheid haar meis
jesachtige schroomvallige teruggehoudend-
heid laten varen, die zy bij den persoon
lijken omgang met den nieuwen gunsteling
van haar vader steeds in acht had geno
men.
Tot een gesprek onder vier oogen had
zy den doctor nooit gelegenheid gegeven
en daar de mogelijkheid daartoe dikwijls
zeer nabij geweest was, mocht Artois er
niet aan twijfelen, dat zy dit met voorbe
dachten rade steeds vermeden had. Des
ondanks werd hy niet moe, haar op een
zeer kiesche en ridderlijke wijze het hof
te maken en haar, voorzoover zich 7,ulks
onopvallend liet doen, al die kleine op
merkzaamheden te bewijzen, die men van
oudsher reeds aanwendt, om de gunst van
een jonge dame te winnen.
De professor scheen daarvan óf in
't geheel niets te zien öf aan de pogingen
van den doctor geen bepaalde bedoeling
toe te kennen, daar hij er nooit notitie
van nam. De gedachte, dat de onbemid
delde en nog in den eersten aanvang van
zijn loopbaan staande jonge man met
ernstige huwelijksplannen zou kunnen
rondloopen, daaraan scheen hij zelfs geen
oogenblik te denkeu, zoudat liet gesprek
zich dan ook nooit op dat gebied liad be
wogen.
Up zekeren dag het liep tegen het
middaguur van een Zondag, waarop doctor
Artois weer aan het diner werd verwacht
trad Ingeborg tegen haar gewoonte de
werkkamer van haar vader binnen. De
professor was zichtbaar niet aangenaam
verrast, want haar zeer ernstig gezichtje
kondigde hem weinig vriendelijks aan;
maar hij deed toch moeite haar een uj>-
gewekt gelaat te toonen en heette haar
met eenige schertsende woorden welkom.
„Ik heb u iets mede te deelen, beste
vader", begon Ingeborg rustig, „en ik
verzoek u niet boos op my te zijn, dat
u er nu eerst kennis van krijgt. Ik heb
een betrekking aangenomen".
Wallroth hief het hoofd op en keek
haar met groote verbaasde oogen aan.
„Een betrekking? Wat moet dat betee-
kenen V'
„Ik heb u immers gezegd, dat het
myn bedoeling was naar de een of an
dere bezigheid uit te zien. Sinds dien
bewusten dag heb ik op alle advertentiën
geschreven, die my maar geschikt leken,
in de meeste gevallen was het tever-
geefsch, eenige dagen geleden echter trof
ik eindelijk de juiste. Een oude dame.
die ten gezelschap dame zo^kt, heeft mij
naar aanleiding van mijn brief en mijn
daarop gevolgd persoonlijk bezoek, geën
gageerd".
In het gelaat van den professor trok
het verradelijk. De opwinding, waarin hy
geraakt was door de met volkomen onver
schilligheid uitgebrachte mededeeling zij
ner dochter, spiegelde zich maar al te
duidelyk op zyn gezicht af.
„Ben je heelemaal dwaas? Je hebt je
als dienstbode verhuurd, zonder my zelfs
eerst te vragen? En je hebt het voor mo
gelijk gehouden, dat ik daartoe ooit mijn
toestemming zou kunnen geven?"
(Wordt vervolgd.)