ublementen IDDELWIJK RIETMATTEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG fa UwZade/fasch PUROL Ie keuze 1AGAZIJN I. VAN EE en - Burg. Grothestraat 28 in REPARATIËN O Zaadhandel W. S. Veltman UW ADRES C. Kraayenhagen Bloemisterij „Kweeklust" M. van HORNSVELD Zn. Zaterdag 10 Augustus 1929 Werkelijkheid en schijn. Gemeentefilm. Transpireerende Voeten BANKIERS - üyssyiM - BEHANDELEN ALLE BANK EN EFFECTENZAKEN SAFE-DEPOSIT SOEST DROOMEN. De Soester Courant en hare medewerkers. N.V. Middenstandsbank BIJKANTOOR: SOEST Verhuring van Safe-Loketten TELEFOON Uwi OOGEN zijn uw rijkst bezit II Elk verkeerd gesteld glas brengt ze ver der achteruit. Laat ze vakkundig beschermen door: ION 2001 SOLIEDE ADRES voor 2KENDE ADRES iT R A. A T 7 ir van 't Koninklijke Huis. gangbare maten in voorraad. Speciale maten binnen enkele dagen BEUKENLAAN 31a SOEST voor BLOEMWERK en PLANTEN is bij STEENHOFSIRAAT 1 - TELEF. 2178 AANLEG EN ONDER HOUD VAN TUINEN. Beleeid aanbevelend. blijven zich bij voortduur oelectd aan bevelen voor alle werkzaamheden in METSEL-, BETON-, PUT- EN RIOOLWbRK. WITTEN EN UEWUON SCHILDERWERK. SCHOONMAKEN VAN HUIZEN van binnen en buiten. Schoorsteenvegen. Ledigen van putten. Aanleg en onderhoud van tuinen en Grondwerk. Leveren van boom- en bloemgewas Riet- en Stroomatten. Beton en TuingrinL AL ONS WERK GEBEURT VAK KUNDIG TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. Hoogachtend, Eikenhorstweg 2 SoestdIJk len in het begin van den herfst en zy had daarbij eigeniyk geen ander gevoel gehad dan een van stille vreugde over het voor uitzicht, dat er nog een heel lange zomer van heerljjke eenzaamheid op het Lindo- wer landgoed voor haar lag. Lange wandelingen zooals vandaag had zy wel reeds vaker ondernomen; maar aangezien de mooiste plekjes juist aan de andere zyde van Lindow lagen, richtte zy haar schreden voor de eerste maal de zen kant uit, die haar totaal onbekend i, toen zo bemerkte, dat bet rechï voor haar uit lichter tusschen de stammen werd verhaastte zy ©enigszins haar pas en een uitroep van blyde verrassing ont snapte haar onwillekeurig, toen zjj plotse ling uiit de duisternis van het bosch te voorschyn tredend een geheel ver anderd, bekoorlijk landschap voor ziek zag. Uitgestrekte, sappig groene weiden, slechts hier en daar door kleine boom groepen onderbroken, vertoonden zich aan naar blikken, zoo ver haar oogen reikten, terwjjl op vrij korten afstand de aardige huisjes met roode daken van een flinlfl dorp haar een vriendelyken groet schenen toe te roepen. Temidden dier roode daken verhief zich hoog boven zijn omgeving een slanke kerktoren. Eerst thans voelde Ingeborg, dat zjj toch eenigszins moe en hongerig was ge worden en na een korte aarzeling nam zij het besluit, haar tocht tot aan ginds dorp voort te zetten, waar toch wel een of an dere gelegenheid zou zijn om zich te ver- frisschen. Maar zij had nauwelijks een twintigtal passen gedaan, toen een on verwachte hindernis in den vorm van een diep uitgegraven en tamelijk breede sloot haar plannen trachten te verijdelen. Eeni- ge oogenblikken bleef ingeborg besluite loos staan, doch toen spoorde haar over moed haar aan deze hindernis te over winnen en zjj waagde koen den stellig niet ongevaarlijken sprong. (Wordt vervolgd.) No. 32 Zeventiende Jaargang BUREAU VOOR ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DONDERDAGS INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v.d.BOVENKAMP, TEL. 2062, SOESTDIJK ADVERTENTIËN: VAN I TOT 5 REGELS 75 CENT. ELKE REGEL MEER 15 ENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TEL. 2048, SOESTDIIK IlET AUTEURSRECHT VAN DIT BI.AD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN. OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER .'JOH) Bekendmakingen. Officieel. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van boest gelet op het bepaalde bij de artt. 0 en i der Hinderwet; brengen ter algemeene kennis dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van de N.V. Oliën en Benzine Import My. Oir. Jhr. C. v. d. Brandeler, te boest om vergunning tot het oprichten van een ben- ziue-installatie, met een ondergrondsch re servoir en boveogrondsche aftap-inrich ting, met een inhoud van 2000 Liter in-op het perceel Birktstraat No. 52, kad. ge meente boest, sectie C No. 1634; Ten 2de: F. H. Euwe, wonende Vrede hofstraat 1 b, te boest, om vergunning tot het oprichten van een banketbakkerij, waarin zullen worden gebezigd: 1 ysbre- ker, l ysvriesmachine, 1 amandelbreker, 1 deegkneedmachine, 1 eierklutsniacbi- ne, gedreven wordende door een electro- wotor van 1.5 P.K. in het perceel Vre dehofstraat No. 1 b, kad. gemeente Soest sectie H. No. 4999; dat op den 13 Augustus 1929, des na middags te 3 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het op richten dier inrichtingen in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennis genomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in de vorengenoemde ingevolge artikel 7 der Hinderwet te houden - zitting z\jn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Soest, 30 Juli 1929. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. beketh. De Secretaris, J. Batenburg. STOOMEN - VERVEN Weet gij niet, dat een wijs goed rnensch niets doet voor den schijn, maar alles voor het gevoe len goed gehandeld te hebben? EP1CTETUS. W erkelijke waarde is gelegen in „zijn", niet schijnen; in het doen, eiken dag die voorbijgaat, van een weinig goed; niet in het drooraen van groote dingen die men later zou kunnen doen. AL1CE CAREY. Kort en krachtig heeft een Engelsch denker het gezegd: „Do not seem; bel", wat we vrij kunnen overzetten met: bchijn niet, doch wees (eerlijk, d.w.z. wees innerlijk ook, zooals je uiterlijk zoo gaarne wilt schijnen). En dat is de ver maning, die door zoovele wijsgeeren van den ouden zoowel als den nieuweren tyd tot ons zijn gekomen, in de een of anderen vorm. Wat er wel op wijst, dat het een weinig aangename eigenschap van be paalde menschen is, om iets te schijnen - groot, goed, nobei, voornaam, groot moedig, krachtig, machtig dat zij in werkelijkheid niet zijn. Dat zij voorge ven bepaalde eigenschappen te bezitten, die zij in werkelijkheid niet hebben. En toch, hoe onoprecht deze menschen ook mogen zijn, in hun gedragingen ligt de stille wensch opgesloten, inderdaad die goede eigenschappen te bezitten, althans, zij beseffen dat het begeerenswaardige, goede, gaarne geziene, gewaardeerde ei genschappen zijn, zij hebben een stille bewondering voor de werkelijke bezitters ervan. Want zouden zij anders trachten zóó te schijnen, zouden zij anders imi- teeren? En is imitatie niet het beste com pliment? Maar tevens is het willen „schij nen" van iets goeds of moois of werkelijk nobels een armzalige huichelarij, een vorm van oneerlijkheid, die zichzelf aanstonds verraadt bij het minste geringste. En die de menschelijke ziel. Epictetus zeide zeer juist, vele eeuwen geleden: „Indien een uiensch niet gelukkig is, moet het zijn eigen schuld zijn, want God maakte alle menschen om gelukkig te zijn''. Mannen, en vrouwen ook, hebben vreemde opvat tingen omtrent datgeue dat het geluk vormt. Niets buiten den mensch om kan hem volmaakt gelukkig maken. De kost baarheden in de brandkast zijn niet wer kelijk, maar alleen die, welke in de ziel bewaard wordenDe materieele wereld, de „buiteu'-wereld is slechts schijn. Kort zichtige menschen en zy die leeg van ge moed zijn verbeelden zich, dat wanneer zij slechts rijkdom zouden bezitten, dat ze dan voor goed gelukkig zouden zijn. Ge-; luk beteekent voor hen: huizen, auto geld, kleeren, juweelenGeluk echter koopt men niet, „geluk komthet is een gemoedsgesteldheid, een juist inzicht In dat geluk zullen we gezondheid, voorspoed, vriendschap, liefde en zonneschijn vin den „Geluk! Waar wilt ge het vinden? Rijkdom, macht, en postitie, zij vinden het niet. Laat Uw dagelijksche behoeften simpel zijn. Laat Uw vriendelijke daden overvloedig zijn, ■Met waarheid U stuttend, vrede die U opvoert. Sterk als een beschuttende boom, rein als een lelie Dan zal Uw hart bekennen: Ik heb Geluk gevonden". FLOR1S C. CV. en andere transpireerende lichaamsdeelcn moet men behandelen met Pnrol-Huidpoeder, als zijnde het meestafdoende middel daarvoor Purol-Voet-, Toilet- en Kinderpoeder in Bus sen v*n 60 ernt en l gld Bij Apoth. en Drogisten dengeen die er zich van bedient, innerlijk onbevredigd maakt, en ongelukkig en ho peloos kil. En hrj bereikt met z(jn mas kerade juist het tegenovergestelde van hetgeen hij zoo gaarne zou willen bezit ten de bewondering en achting der an deren; want zoodra de dunne sluier van den schijn scheurt en de anderen zrjn werkelijke gedaante zien, treft hem slechts afkeer, afkeuring en een medelijden dat striemt en pijn doet. Uok dit willen „schijnen" van iets goeds en moois is een armelijke poging om ge luk deelachtig te worden. Waarop de ja ger naar geluk evenwel geen recht heeft en dat hij dus ook niet kan bezitten, we gens den jammerlijken en algeheel onop- rechten staat van zyn gedachten. Maar de eerlijke zoeker naar waarheid, die zijn dagen niet vult met een vergeefsch pogen om goed en nobel te schijnen, doch die, zij het in ook nog zoo bescheiden mate, poogt in alle dingen „goed" te doen, naar zijn hoogste begrip van eerlijkheid, waar heid en rechtvaardigheid, zie, hij is op weg om dat zoozeer begeerde goed van het „geluk" te verwerven. Dit „instinct" om het zoo met Frank Price (zooals hg in Great Thoughts, Londen, opmerkte) uit te drukken - voor het streven naar geluk is op zichzelf gezond. Iedereen be hoorde gelukkig te zjjn. Geluk is de nor- mal© toestand van een volmaakte gezon- S. 0. s. Van de vele menschen, die zich langs de van Weedestraat begeven in de rich ting van dat gebouwtje, dat in het spoor boekje ietwat overdreven als „Station Soestdijk" staat gesignaleerd, zyn er im mer een aantal die, wat men noemt: naar den trein moeten. In geen enkel opzicht onderscheiden deze lieden zich van an dere stervelingen; zjj sjouwen geen kof fers met zich, gaan niet vergezeld van een witkiel of eenig ander lastdier, zyn niet voorzien van extra-jassen of diergelijke noodmaatregelen, en toch behoeft men geen Sherlock-Holmesbloed te hebben om oogenblikkelyk te kunnen concludeeren dat gaat naar den trein. Natuurlijk doel ik niet op die onverstandige lieden die men om 8 uur 3 voorbij ziet rennen om het treintje van 8 uur 8 te halen, en daar in vrijwel ademloos aangeland, nun toilet en hun ontbijt plegen voort te zetten, neen, ik doel uitsluitend op den normalen treinganger, die zonder bjjzondere uiter lijke kenteekenen desniettemin aan het doel van zyn wandeling geen twijfel over laat. Zoo was het ook dien dag. 's Mans gan- sche verschoning zei: ik moet naar den trein. Ik beklaagde hem in bet diepst van mijn ziel. Waait dien morgen was het méér dan regenachtig. Het was zoo'n Hol- landsche zomerdag, waarop het weer gan- schelyk in de war is, het eene halfuur de lucht diepblauw, verraderlijk blauw is, en bet volgend halfuur de stormvlagen om je ooren suizen en de regenbuien je koonen striemen; zoo'n zomerdag waar op spotters plegen te zeggen: „Je kunt wel merken dat Onze Lieve Heer oud wordt". De treingaande heer had blijkbaar op de verraderlijkheid van dit weer gere kend. Althans hij had zich gewapend. Verstandige lieden wapenen zich in der gelijke omstandigheden hoogstens met een waterdichte jas, kijken, hun deur uitge treden zijnde, met een philosofisch ge zicht naar de lucht, schudden dan be denkelijk hun hoofd, en wachten den eerst volgend en bus af. Deze heer was ouderwetsch en der halve onverstandig. Hij torschte een wa pen dat ganschelyk uit den tijd en in dergelijke omstandigheden het allermeest misplaatst was: een parapluie van meer dan normalen omvang. O zeker, met een tompousje zou de heer zich belachelijk hebben gemaakt, doch dit was nog geen reden om een regenscherm te nemen waaronder voor veertig jaren een gan- sche familie placht te schuilen! Niette min. de heer deed zulks en moest con sequent alle gevolgen afwachten. Tot het hanteeren nu van een zoodanig dak boven het hoofd onder gezegde om- stanuigheden, behoort ongelooflijke han digheid. Men heeft met drie factoren re kening te houdeji: de wind, het scherm, en zich zelf. De wind wil altijd, ook al gaat men er recht tegen in, onder het scherm komen, een zeer verraderlijke! eigenschap waarop men bovenal dient bedacht te zijn. Zelf wil men natuurlijk allereerst zich tegen den regen beveili gen, en het is een hoogst merkwaardig verschijnsel dat de regen veelal komt uit een richting waar men allerminst op re kent. Met het gevolg, dat men het scherm dien kant uit wendt, iets waarop de wind dan juist gewacht schijnt te hebben, want in minder dan geen tijd staat het scherm binnenste-buiten. De heer had blijkbaar ondervinding op dit gebied en begeerde in den strijd tegen de elementen te zegevieren. Te dien einde deed bjj wat ik niemand te voren heb zien doen, en eendeels buitengemeen praktisch was: hg drukte gansch zijn bovenlijf in bet scherm en hield dit stijf tegen zich aangedrukt gelijk een schild. Hg bereikte daarmede én dat de wind geen kans kreeg er onder te slaan, én dat hg althans aan één zijde droog bleef Slechts in éen opzicht faalde deze me thode; en indien de heer bad kunnen ver moeden wat hem te wachten stond, dan had hij zich ongetwijfeld voorzien van een periscoop, of wel hij had gezorgd dat het scherm van kijkgaatjes, desnoods mèt ruitenwisscher, ware voorzien geweest. En dit euvel was het dan ook dat hem deed stranden. Men huore: Zoolang de heer den uitersten rand van den beklinkerde straat kon houden, ging alles goed en voorspoedig. Ze|fs met dat gematigd tempo had hij zijn trein kunnen halen. Doch hij moest uit wijken voor een dier moderne wegmon- sters, welker bestaan ieder wandelaar een gruwel is. Daarna vervolgde de heer zijn weg naast den straatweg op het modderige gedeelte, dat op de kaart uer gemeente ganschelijk ten onrechte als wandel- of fietspad staat aangegeven: al thans op zulke dagen. Dit werd zijn onge luk Ik voelde het aankomen. Hij zag niet dat vlak voor hem een enorme plas op doemde hij voelde het toen hij er met één voet midden in stond. Met het andere been meende hjj de zee te kunnen over bruggen, doch het resultaat was slechts dat zijn voor dit doel aanzienlijk te lage molière vol liep. Toen gebeurde het. Hij deed een pas links, waarop de wind ge wacht had. Mèt stond zijn scherm bin nenste buiten en de heer in een wanhopige poging meester van den toestand te blij ven, gleed uit en dook onder. Een roest- roode baard waarboven een bril met zeer groote glazen verdween in den vloed, een flambard, die wat omvang betreft, familie van het regenscherm had kunnen zijn, dobberde op de baren, terwijl de heer een schreeuw liet, die het midden hield tusschen het gebrul van een rheumati- schen zeeleeuw en het gekrysch van een aangeschoten baardaap. „S.O.S." zei de loodgieterskneoht. die thuis blijkbaar radio had, en met mij het drama zag voltrekken. De heer haalde den trein niét. BRANDNETEL. waarop de waarheid zal zegevieren is in aantocht, ja de waarheid,,'t is pre cies de pittige elegante styl van den Ba ron", onderbrak de Directeur-Generaal. ..Weet dat uw bloed zal vloeien als zoen offer voor uwe wandaden, en dat je been tjes met blik en veger bjj mekaar zullen gestoft worden eer je twee uur ouder bent". „Dat laatste is van Smitje; ik herken hem er oogenblikkelijk uit", zei de Directeur-Generaal", dezelfde joviale leu ke kerel van altijd hè!" „Wat goane me doen meheer?" vroeg Hannes, „zal ik de pelisie optillefeneere? „Nee Hannes", was het antwoord, „ga maar gewoon weer aan je werk, want ik betaal je niet om hier te staan rillen en beven". - „Moar assewe nou in de luch vliege meheer!" waagde Hannes angstig te /eronderstellen. „Dan krijg je je loon tot dat oogenblik, maar niet langer, want de dienstbetrekking eindigt door het ver trek van den werknemer, of dit vrijwillig is of onvrijwillig. Ruk in asjeblief". De Directeur-Generaai drukte op een belknop, kunstig in den voet van zijn wijn glas aangebracht, waarna enkele oogen blikken later een snorrend geluid en het loeien van een claxon, dat werd vernomen, steeds in sterkte toenam, tot het eindelijk ophield voor den deur van het privé-ver- trek van den Directeur-Generaal. De spe ciale ijlkoerier van „De Soester" stapte van zijn 12-cylinder motorfiets, klopte aan en stapte naar binnen. „Nicodemus, zyn je kleppen ge schuurd?" „Om U te dienen, Exellen- tie". „Is de tank gevuld?" „Twee en twintig liter geliltereerde ouwe klare en vyf liter rozenolie heb ik er voor tien- minuten ingegooid". „Zijn je bannen goed?" „Juist opgepompt met de oueur- spuit en nabestraald met het röngteuap- paraat om te kijken of er ook zwakke.- plekken in waren. „Goed zoorijd dan met een maximum gas naar Koets, zeg dat-ie mijn familiegraf opent, m'n ce derhouten kist afstoft en opnieuw parfu meert, en vraag dan naar Köler om me oogenblikkelijk te komen scheren en fri seeren. Ik wensch volgens den stand van een Directeur-Generaal van De Eerste Soester begraven te worden". „Zou U niet beter doen met op de duo te kruipenin tien minuten bent U ir. Utrecht en kunt U nog met de D-trein naar Schiermonnikoog halen". „llee" genheid bij de revolutionairen had aange sloten. - „Is 't anders niet? Nou dat kunnen jullie gedaan krygen. Maar als ik meneer Buskruit wat verzoeken mag, laat-ie dan zoo vriendelijk zijn die mitrailleur niet in de soep te hangen, want daar wordt de smaak niet beter op. Ik heb namelijk voor U allen hier een feestmaal aangericht, en zou het zeer op prijs stellen, alvorens den weg van m'n arme vogeltjes op te gaan, eens lekker met jullie te mogen eten". Verstomd keken de leiders elkaar aan. Ze hadden wanhopigen tegenstand ver wacht, en waren geheel beduusd van dat onverwachte optreden. „Komt hee- ren, laat je niet nooden, anders wordt de soep koud. Met je hoevelen zijn jullie? Twee honderd vier en vijftig? Kijk dat treft, ik had juist op zoo iets gerekend.' In de keuken hebben we nog twee ketels elk van honderdvijftig liter soep in voor- „Kapelaan, Kapelaan, Foei wat heb je nou gedaan en wat verder volgt van dat schoone lied over den kapelaan die een slippertje had gemaakt. De jool was op het hoogst, de vreugde was ten top gestegen, alles zong, gilde, joelde en tierde, slechts de Directeur- Generaal zat rustig in z'n stoel en brak juist z'n twaalfde flesch Chateau Lafitte anno 1904 aan, toenik als gerad braakt wakker werd. Want ik had geslu pen op een divan waarvan y^n paai' veeren ter ziele waren, daar ik larnilie le loger-ren had Kees Spotvogel. Rentevergoeding voor Deposito's n.a. voor een maand vast 4' s jaars. (4de praatje van Kees) Ik denk dat het komt van het ingezon den stuk van Baron Neushorn thoe Larba- rossa, die het opnam voor de verdrukte drukkers, waardoor ik vreeselyk was aan gedaan, dat ik zoo gek gedroomd heb. Nu eens zag ik aile verdrukte drukkers gearmd met den Directeur-Generaal van de Eerste Soester door Soest marcheeren en allen bij Eemland getracteerd worden door den Baron op bessenjenever met ha gelslag. Dan weer zag ik een groote vrachtauto door Soest rijden, waarboven op Smitje gearmd tusschen zijn boezem vrienden stankmajoor Knelis en den Baron zat, en voor elke drukkerij stil houden om de arme verdrukkelingen per hoofd een baal pruimtabak cadeau te doen. Dan zag ik weer Dominé Balkenmaar met bulletins door Soest loopen, waarop het faillisse ment van De Soester was aangekondigd, en zag ik Smitje bezig, onder toezicht van Heeroom stichtelijke wandteksten te drukken. Maar eindelijk loste al dat ver warde zich dan toch op in een liefelijke droom. Luistert! Ik bevond my in Soest op het buiten goed van den Directeur-Generaal, en werd door den jongsten privé-lakei van De Soes ter, binnengeleid in bet privévertrek van Zijne Excellentie waar deze in een groo- ten stoel, stijl Lodewyk XVI, zat wegge doken tusschen zachte kussens, terwijl op den achtergrond de deur van een zwaren brandkluis glinsterde. Achter die deur la gen zevenduizend millioen guldens in baar goud, en die behoorden allen aan den Di recteur-Generaal zeivers toe. Gemakkelijk achteroverleunend in zijn crapeau dronk deze z'n Chateau Lafitte anno 1904. en het klokkende geluid van uitgeschonken vvyn was het eenige dat de stille ver stoorde. Plots werd de deur opengegooid en als een wervelwind kwam Hannes de eerste kamerbewaarder in buitengewonen dienst, binnengestoven met een beschreven blad papier in zyn hand, uitroepende: „Me goane deroan, meheer!" Terzelfder tyd klonken in de verte geweerschoten en ont plofte een bom met ontzagelijk lawaai vlak onder het open venster, door den lucht druk Hannes onder den divan knikke rend. De Directeur-Generaal nam een slok Chateau Lafitte anno 1904, en vroeg Han nes, toen deze ten slotte weer, doodsbleek en over alle leden rillend op zyn beenen stond„Ik heb al meer gezegd dat je eerst kloppen moet alvorens binnen te komen, hn lees nou dien brief eens voor". En Hannes las met sidderende stem: „Ellen delaar en bloedzuiger". „Dat is een brief voor mijhet adres klopt", zei de Directeur-Generaal, „ga maar door!" „Onthou je dag", las Hannes verder, ..de dag der wrake komt, ja komt, de dag vrinaelyk gemeend, m'n jongen, maar ik vind duoryden verschrikkelijk. En daaren boven wou ik straks persoonlijk m'n zeven milliard verdeelen. Ga nu! Weer was de Directeur-Generaal alleen met z'n Chatau Lafitte en z'n sigaar. Weer drukte hg op een schelknop, die thans verborgen bleek in de tweede knoop van z'n overhemd, en weer stapte na enkele oogenblikken een ljjlknecht binnen. „Kees, maakt oogenblikkelyk de tafel in orde voor een diner van twee honderd zestig personen". „lk weet niet meneer of Jaantje wel voor zooveel menschen aardappels geschild heeft van daag." „Dan laat je maar een mud of tien in electrische wasch-, schil- en stool- machine gooien, geef ze een kwartiertje hoogtezon, en je bent klaar. Opschieten een beetje. Na nauwelijks twintig minuten prijkten de groote tafels met de schitterendste gerechten, kristallen vaatwerk flonkerde in het licht van den vijfhonderdarmigen luchter, de geur van de edelste wijnen die de kelders bevatten, waarvan de jong ste was Chateau Lafitte anno 1904, zweef de door het lokaal, tientallen kisten ha vanna, het edelste wat lvroonsberg in de gauwigheid kon vinden, stonden tusschen dit alles opgesteld, en achter dat alles zat de Directeur-Generaal in zijn crapeau en dronk Chateau Lafitte, anno 1904. Overigens heerschte er de stilte van ze ven milliard. Daar klonken plotseling opnieuw scho ten, een granaat ontplofte midden in de volière en tal van uitheemsche vogels werden terzelfder stond als marmelade tegen het behang geplakt. „Jammer van m'n pietjes", -bromde de Directeur- Generaal in z'n snor, en nam een slok Chateau Lafitte, anno 1904. In den tuin kwamen de mannen der wrake aansluipen, ieder gewapend met een houwitser, ka liber 15, en een grooten zak ter deponee- ring van den verwachten buit: voorop de Baron, wiens baard nog rooder was als gewoon vanwege de juist overmatig ge noten rood-met-suiker, daarna Smitje en Knelis boven op een stokoude Ford. anno 1869, boven welks voorruit dreigend de loop van een marinekanon, kaliber 46, flikkerde. Achter hen een horde volks,, allen SChreeawend en tierend, en boorde vol wraakzucht en jandoedel. Nauwelyks waren zjj het vertrek bin nengetreden of ter kennismaing gaf het marinekanon kaliber 46 door de serre een snelvuursolo op alle schilderyen. Knelis was zoo verstandig geweest het ding met schroot te laden, zoodat de uitwerking bepaald bleef tot het verpulveren van all- wandvorsierselen, behang incluis. „Hoogst aangenaam", sprak thans voor het eerst do Directeur-Generaal, „waarmee kan ik de heeren van dienst zyn". „Enkel maar je leven en je milliar- den, maar dan gauw!", gilde Vaatje Bus kruit, die zich voor deze speciale aangele- hoorl op fietstochten, voor verachting genezing bij doorzitten en zonnebrand steeds een doos of tube 30» 30-60 cn 90 cc Tube 80cl. Bt| Apoth.cn DroqiWen raad, dus als jullie soms nog een bordje lust, dan zeg het maar gerust hoor Al dus sprak de Directeur-Generaal van ue berste Soester, deed z'n servet voor, eu slurpte behaaglyk z'n eerste lepel wei- kevertongensoep naar binnen. Allen namen plaats aan tafel en na de soep bief de Directeur-Generaal zijn glas van cristal au petit basar d' Ulyve op en sprak: „kameraden, edelste mannen van Soest, bloem der provincie, sieraad van ons vaderland „Laat kyken dat sieraad", lalde er een, die het maar half verstaan had, en bij vergissing de tweede maal z'n bord ge vuld had met Chateau Lafitte in plaats van soep, waardoor z'n normale gedach- tengang ietwat verstoord bleek. „Kloeke burgers dezer gemeente aldus hervatte de Directeur-Generaal, „edele spruiten van ouden Soester stam, hier achter my, waar gindsche deur glin stert liggen zeven duizend millioen aan baar goud. Het is alles voor U. Med noesten vljjt heb -ik bet verzameld; het is de winst van de drukkerij waarvan ik de eer heb Directeur-Generaal te zijn, behaald in zeven jaren tyd. Zooals de hee ren weten wordt dit blad thans gedrukt in een oplaag van veertien millioen exem plaren daags, het wordt gelezen over de gansche wereld, onze medewerker Brand netel is drager van honderd-* negen en dertig ordeteekenen hem aangeboden dooi alle mogelyke mogendheden zoo binnen- als buitenslands, onze speciale redacteur voor de droomrubriek beeft twee villa's in Monte Carlo, en een eigen luebtdienst op Soest, onze minste drukker heeft een salaris van vijf honderd gulden per week en onze advertentieprijs is nog immer een halve cent per regel. Dit alles kon slechts bereikt worden door U myne vrienden, want duur al jullie gescheld en gekanker werd De Soester beroemd en ryk. Ziet nu eens naar dat armzalige blaadje „De Groo te Aschketel". Twee en veertig abonne menten heeft dat thans, en die worden dan nog door Smitje zelf betaald. Ziet dien: stakker aan, z'n holle oogen en kapotte ellebogen zegen genoeg. En Knelis, de stumper, hy is ten onder gegaan door eigen stank. Ziet hem daar thans zitten, toonbeeld van vuilheid en ellende. Maar aan dat alles is thans een eind gekomen. Hier zyn de sleutels van de kluis, treedt dezen binnen heeren en neemt wat uw. eigendom is, want van den beginne af aan heb ik alleen gewerkt voor jullie". Thans verrees De Baron, en stelde met van aandoening hikkende stem voor aller eerst de Chateau Lafitte anno 1904 en verdere dranken te genieten; de centen kwamen later wel. Als ze bang waren dat de een meer zou nemen dan de ander, stelde hy voor Vaatje Buskruit, dien hy al tyd zyn volste vertrouwen had geschon ken, als sleutelbewaarder aan te stellen. Üoverdoovend handgeklap getuigde van de instemming met deze rede. En weldra zat de sleutelbewaarder in de crapeau Lodewyk XVI vlak voor den kluisdeur, en bestudeerde inmiddels de werking van het letterslot. Nadat de vyf honderd drie en tachtig ste leege flesch door het open venster gekeild was, begon de stemming bepaald gemoedelijk te worden. Smitje, die be reids de twee handgranaten in de achter zak van zyn grasgroene pandjesjas, souvenir aan zyn trouwdag, had ver wisseld met twee flesschen champi, nam den Directeur-Generaal vertrouwelijk on der den arm en fluisterde:: „Ze beginnen 'm om te krygen, het gunstige oogenblik is daar; hier heb je m'n portemonaie met een gulden zeven en dertig cent er in, smeer em, neem een taxi bij Alblas en verdwyn zoo gauw je kunt. Maar doe me één plezier en laat voor je weggaat even de schutting voor m'n huis opruimen, want die staai er nu zoowat zeven jaar". Maar de Directeur-Generaal schudde z'n hoofd, nam een slok Chateau Lafitte anno 1904, en antwuordde: „lk denk er niet aan; ik ben niet tevreden voor ik nul zeven milliard heb verdeeld. En aangezien ik dan waarschijnlijk de volgende week m'n belasting niet zal kunnen betalen, geef ik cr de vo'orkeur, aan te sterven Nauwelyks had hy deze woorden ge fluisterd of buiten klonk muziek, liet keurcorps der Soester Mariniers speelde de marche Funèbre van Chopin als fox trot gezet door den directeur Horvers, meer bekend als dichter in de Bode, dan wel als musicus, wat trouwens overdui delijk uit het gespeelde bleek, de Baron liet zich op den schoorsteenmantel hij- schen en hief een van zhi beroemde psal men aan, waardoor destijds, toen hy nog op de Spoorstraat woonde de melk bij alle omwonende buren placht zuur te worden, Vaatje Buskruit gal' een solo op den brand- kluissleutel ten beste, en Knelis de stank- majoor stond midden op tafel met schor geluid het beroemde lied uit „De Doof pot" te zingen: Zjj, die De Soester Courant, uitgave Smit van 26 Juli 1.1. gelezen hebben, en daarin het verheffende geschriji van „Knelis" hebben bewonderd, konden zich meteen een juist idee van het peil v.,n dit blad en zijn medewerkers vormen. Waar ook men het oor te luisteren logde in de gemeente, zelfs uit den mond van personen die een uitgesproken antipa thie tegen den heer lburg hebben, 'over al hoorde men slechts deze kwalificatie, „misselijk'. In het nummer van verleden week echter overtrof De Soester Cou rant zich verre. Nu alle zakelijke argu menten zijn uitgeput, nu hun vergaderin gen op niets zijn uitgeloopen, al hun go- schreeuw is gebleken niets dan „grool lei" geweest te zijn, hun boycotactie een hopelooze mislukking is geworden, nu ne men zij hun toevlucht tot het allerlaatst- waartoe een mensch, die nog eenig begrip van fatsoen heeft overgehouden komt, zjj gaan hun tegenstanders en vermeende tegenstanders aantasten in hun particu liere leven. Wanneer zy niets daarom trent weten, geen nood, men heeft phuti- tasie genoeg bij de hand om te doen alsof men iets weet, en ongetwijfeld zul. n de lezers van De Soester Courant zich voor taan kunnen vergasten aan allerlei ïamilie- umstandigheden van de medewerkers aan De Soester, gezogen uil de vruchtbare duimen van Smit, Knelis en consorten. De Soester Courant heeft daarenboven zich een nieuwen bondgenoot verworven in den persoon van het individu dal in het blad van verleden week een aanval op ondergeteekende persoonlijk deed. Blijkbaar is voor De Soester Courant het laagste niet laag genoeg, het gemeenste niet gemeen genoeg. Geen wonder dan ook dat dit blad gaarne een artikel op nam van iemand, in deze gemeente- van overbekende reputatie, iemand van wien elk weldenkend mensch walgt, naar en van wien ieder spuwt. Het feit reeds dat De Soester Courant het eenige blad ter plaatse is, dat een artikel van dien per soon wil opnemen, en deze tevergeefs zal trachten ook maar één regel in Het Soes ter Nieuwsblad of in De Bode geplaatst te krijgen, zegt genoeg. Och, het is meer voorgekomen dat iemand, wiens briefhoofd het praedi- caat „CHRISTELIJK" droeg, leefde van het geld van anderen, zich aan drank te buiten ging, loog en bedroog totde kruik ten slotte brak en faillissement volg de. Doch dat daarna niet alleen datzelfde leventje wordt voortgezet, doch men daarenboven de verregaande brutaliteit heeft .in ingezonden stukken op medemen- schen af te geven op een wijze die slechts een blad als De Soester Courant welkom kan zyn, dat wordt blijkbaar alleen hier vertoond. Nu de aanval niet is geschied alleen op my als redacteur, ik zou er in dat ge val niet aan gedacht hebben er met één woord op te antwoorden maar op mij als advocaat en als privé-persoon zie ik my genoodzaakt van repliek te die- voor Amersfoort en Omstreken VAN WEEDfSTRAAT 37 'ELEF 2097 Deskundige voorlichting bij den aan- en verkoop van Effecten. Verzilveren van Coupons Handelscredieten Incasseeringen SPAAR DEPOSITO'S rente 4% Verlegen woordiger: J. N. PLEMPBR VAN BALEN. nen. Niet omdat dat misselijk individu repliek waard is, doch om hen, die -er mis schien nog iets van mochten gelooven, te doen weten hoe de zaken staan. Bedoeld „heer" meet zich maar eens herinneren hoe hij drie jaar geleden hui lend bij mij kwam met een stapel dagvaar dingen en aanmaningen. Ik heb my toen laten verleiden de regeling van die zaken op my te nemen, waartoe processen moes ten worden gevoerd, tweemaal een faillis sement moest worden voorkomen, en met de talryke crediteuren regelingen moesten worden getroffen. In die jaren heeft hy my ook menigmaal geprobeerd in huise lijke aangelegenheden te betrekken, doch daar mijn meening steeds was dat huisva ders die zich aan den drank te buiten gaan en van vrouw en kinderen een flinke af rossing krygen, niet meer krijgen dan hun verdiende loon is, heb ik my daar immer buiten gehouden. Een maand of drie ge leden werd my door een crediteur opge dragen zyn faillissement aan te vragen; ik verwees dien crediteur naar een con frère die zijn faillissement bewerkstel ligde. Op dat oogenblik was er echter nog geen sprake van eenige rivaliteit zjjner- zjjds tegen den heer lburg, zoodat er

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1929 | | pagina 1