B. WEILER Weging van Motorrijtuigen. Piano Goldschmeding's Veeteelt Zeedijk 10 - Hilversum Gladde Massieve Ringen. Voor de Vrouw. Voor de Kinderen. Ons Kinderverhaal HUMOR. Het fijnste opdit gebied HAGELSLAG. WIJNEN en LIKEUREN KAPOTTE EIEREN. Wij ontvingen onderstaanden brief, dien wij even uitvoeriger dan gewoonlijk gebrui kelijk is te doen, willen beantwoorden, om dat het ook voor menig ander lezer z'n nut kan hebben. „Ik heb 74 kippen, welke tegenwoordig ongeveer 20 eieren per dag leggen, doch waarvan meestal 4 5 eieren kapot zijn. Wat kan hiervan de oorzaak zijn? En wat is er aan te doen? Ze zijn altijd voorzien van voldoende schelpen; ik voer ze groen, 's morgens kunstkorrel en 's avonds heele mais en haver; voor drinken krijgen ze karnemelk; de hokken zijn 's morgens half zeven verlicht en ook 's avonds tot 8 uur. Ze zijn 14 dagen geleden geënt en het lijkt me toe, dat na het eten meer kapotte eieren worden geraapt." Als het allemaal jonge, d.i. eenjarige die ren zijn, op tijd gebroed, dan is 20 eieren van 74 kippen in Januari véél te weinig. Laat ons eens zien, wat er aan 't bedrijf hapert; althans voor zoover we dat kunnen nagaan. We zullen maar veronderstellen dat het hok in orde is. Ie. De voedingswijze is verkeerd. Er wordt kunstkorrel gevoerd, maar op de la bel van den zak staat duidelijk vermeld, dat K. K. een volledig voer is, d.w.z. er mag niets anders bijgevoerd worden (uitgeno men groenvoer en drinken natuurlijk). 's Avonds wordt er mais en haver ver strekt tegen het advies van den fabrikant GROOTE KEUZE in alle ARTIKELEN Speciaal Adres voor in en daardoor krijgen de dieren teveel zetmeel en te weinig eiwit. (We zullen ons kortheidshalve maar tot deze twee dingen bepalen). Te weinig eiwit beteekent: geen stof ge noeg om véél eieren te fabriceeren; te veel zetmeel, dat de dieren te vet worden. Met Leghorns gelooft men dit niet zoo gauw, omdat 'n Leghorn niet gauw zwaar wordt. Toch kan hij te vet wezen, wat blijkt als zoo'n dier geslacht wordt. Langs de inge wanden ziet men dan gele lappen hangen: vet! En dan raken de kalkklieren van streek, zij functioneeren niet normaal meer, alles is te stram. En het gevolg is, dat er windeieren óf eieren met zeer dunne schaal komen, die natuurlijk gemakkelijk stuk vallen (onder de zitstokken) en in het nest zeker stukgedrukt worden, 't Is niet alleen een schadepost, die kapotte eieren, maar ze geven bovendien nog aanleiding tot eiervreten! Uw kippen zijn voor 14 dagen ingeënt tegen diphtheritus, dus einde December. Dat is veel te laat, het had in Augustus of begin September moeten gebeuren, dus vóór de leg begon. Want nu wordt deze er best mo gelijk ongunstig door beïnvloed. Maar dat de eieren stuk zijn, ligt daar niet aan. De enting is op zichzelf, heeft daar absoluut geen schuld aan. Als u méér stukke eieren raapt dan eerst, komt dat zeer waarschijn- lenk, omdat de kalkklieren steeds verder gestoord worden, wijl de dieren nog méér vet krijgen. Een andere fout is, dat U te lang met kunstlicht voert. De dieren hebben geen rust genoeg en daar hebben ze óók behoefte aan. Tweemaal binnen het etmaal het kunst licht op hebben, is ook niet noodig. Wan neer u geregeld tot half aacht 's avonds het licht aan hebt, is dat voldoende. Ik zou u nu twee dingen aanraden: le. Als u met kunstkorrel wenscht door te gaan, uisluitend kunstkorrel te geven, dus het advies opvolgen, dat op de label voor komt. 2e. De kippen een nachtrust geven van minstens 12 uur, dus minder lang verlichten. Deze verandering dient echter geleidelijk te geschieden, want anders loopt u gevaar, dat de kippen die leggen in de lichte halsrui vallen. Ik heb zoo het idee, dat er vaak het licht zal branden, zonder dat alle kippen van stok zijn. En dat is een aanwijzing, dat ze daar geen behoefte aan hebben. Om veel eieren te rapen is ook noodig, dat het krabmateriaal op den bodem kurk droog is en blijft. In 'n hok met vochtigen bodem géén wintereieren van beteekenis. Neem het krabsel eens in de hand, dan kunt u merken of het droog, vochtig of nat is. Alleen 't eerste geeft resultaat. MOOIE EIKEN aangeboden; moderne kast; levering franco huis, met drie jaar schr. garan tie! Prijs slechts 400.(Desgew. op gemakk. cond.). Eveneens nog enkele gebr. instr. in diverse prijzen in voorraad, zwart, eiken en mah. FILIAAL; PIANO- en 0RGELHANDEL VAARTWEG 13 HILVERSUM Vraagt nadere inlichtingen 4 EEN GOED ZAKENMAN5 4 weet, dat net uitgevoerd Drukwerk 4 4 cachet aan zijn zaak geeft. Komt 4 4 daarvoor bij ons. wij geven U gaarne 4 4 advies en.gij zult tevreden zijnl 4 4 4 le Soester Electr. Drukkerij 4 444444444444444444444 De waarheid, en niets dan de waarheid.... over de lengte van onze rokken. „Beste Loes, ik weet er geen weg meer uit. De een zegt, de korte rok blijft, de an der beweert de half-lange rok is „de" mo de, en weer een ander wil me met een sleep op straat sturen. Wat is nu eigenlijk precies de juiste dracht?,, Aldus schreef een wanhopig lezeresje, die er nog bij ver telde, dat ze met de handedn in het (nog korte) haar zat. Nu, ondergeteekende, die tot eiken prijs wanhopige lezeresjes wil troosten, gaarde al haar kennis van het wis pelturige artikel „mode" bijeen, speurde in de beste en betrouwbaarste modebronnen, regelrecht uit Parijs, en beet van ijver een punt van haar penhouder af. Om vervolgens een vurig en bij uitzondering zeer lang mode-epistel neer te schrijven, dat alle twijfel omtrent de waarheid aangaande on ze rokken volmaakt den kop moet indruk ken. En dus mijn brave zussen, luistert! Laat ik dadelijk op den voorgrond zeggen, dat het dwaze „knievrije" rokje zoo dood als een pier is, behalve dan voor wintersport- kleeding, tennisrokjes enz., die juist de knie bedekken. Maar voor ons dagelijksch ge wone gebruik geldt de leuze: de rok van costume of japon, waarmee men zich op straat vertoont, een „wandeljapon" dus, reikt 10 tot twaalf centimeter onder de knie, of wel: de rok hangt 35 centimeter van den grond. Duidelijk? We toonen dus een stuk been van 35 c.M. Nu mag de een of andere couturière dit naar de een of andere kant overdrijven, maar dit is de officieele maat staf, die de groote meerderheid van de Pa- rijsche toonaangevende modehuizen heeft vastgesteld. Men is tot het inzicht gekomen, dat deze niet te lange, en niet te korte rok, allerlei yoordeelen heeft. De rok krijgt er betere snit door, valt beter, voller, geeft .meer beweginigsvrijheid en maakt het zitten ook veel gemakkelijker, dan het dwaze kor te, nauwe rokje van voorheen toeliet. Bo vendien is de iets langere rok ook warmer, wat vooral in den wiinter van belang is. De rand van deze gewone japonnen is van onderen altijd gelijk! Geen afhangende pun ten op zij, geen sleep van achteren, niets van dat alles. Men moet deze gewone wandel japonnen dus vooral niet verwisselen met de „gekleede", feestelijke namiddag- en avondjaponnen. Want die zijn weer heel anders. Daarvoor heeft men de werkelijke lange rok aanvaard, die eleganter en gra- cieuser staat. Deze japon is ongeveer 5 tot 7% centimeter langer dan de „wandeljapon". En de avondjapon valt dus tot ongeveer halverwege het been (dat wil zeggen, tus- schen knie en enkel), en' de rand is onge veer 25 c.M. van den grond. Vooral de avondjaponnen hebben dukwijls een onge lijke rand, doch van voren zijn ze toch nooit meer dan 30 c.M. van den grond. De komst van het ceintuurtje op de juis te hoogte van de taille heeft sommigen doen vreezen, dat we weer de wespentailles van vór den oorlog zouden gaan vertoonen! I Nies daarvan, hoor, evenmin als de staande boord er weer in komt. Het smalle cein tuurtje is er wel, maar het wordt vrijwel in het geheel niet aangehaald en de taille wordt dus niet ingesnoerd. Het duidt al leen de taille aan, anders niets. En het is speciaal een „jeugdige" dracht. Ziezoo, nu heeft het wanhopige lezeresje niet meer wanhopiig te zijn. Ze is nu haar fijn ingelicht. Groetjes LOES. P.S. Het plaatje laat een tweetal wandel japonnen zien. Wat zal ik er verder over zeggen? Fantaseer er deze keer maar zelf eens de kleuren en stoffen bij. Het gaat in hoofdzaak om het model. drukt wordt. Het beste is nog, er dan een zwaar voorwerp op te zetten, of er een touwtje stevig om te binden, om de zaak flink opeen te drukken, tot de lijm ge droogd is. Knoop dit eens stevig in Uw oor, het dient straks altijd ergens voor! Teervlekken moet men met reuzel (ver- sche) inwrijven en dat een paar uur laten zitten. Dan met heet zeepwater wasschen. Thee- en koffievlekken bevochtigt men met melk, bedekt ze met borax en weekt ze dan uit in heet water. Beste meisje en jongens! Hebben jelui de vorige raadsels kunnen oplossen? Ja, ze mogen niet te gemakkelijk zijn, dan is de aardigheid er af. De antwoor den luiden: 1. Een beddelakcn of tafellaken. 2. Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. 3. Suikeren muisjes, die je wel op een beschuit krijgt, als er ergens een kindje geboren is; of de muizen (aardappelen) of de muis van de hand. 4. Stoel. Voor deze week is de gelukkige prijs- winster Jongej. I. Stam, Burg. Grothestr. 73, die haar prijsje aan ons bureau, v. Weede- straat 7, in ontvangst kan komen nemen. De nieuwe raadsels zijn: 1. Met p ben ik een kruipend beestje, met b ben ik een drank, met k een nauwe opening, met d een beest, met g een vogel, met m een insect, met v een getal en met w een waterplant. Rara wat is dat? 2. Wie heeft altijd van iedereen het laat ste woord? 3. Welk hout kan men.... eten? 4. Welke hond loopt nooit met zijn baas op straat, woont nooit in een hondenhok, eet nooit hondenbrood? OOM KAREL. DE ZANDMAN Vrij bemerkt naar een sprookje van Andersen, door Louise Vertoren (Nadruk verboden) WE GAAN AAN HET LIJMEN! Ja, nu met de lange avonden, hebben we daar prachtig den tijd voor, om alle moge lijke opknap-werkjes te verrichten. Dus alle gebroken houten en andere voorwerpen gaan we lijmen? Waarmee? Met lijm na tuurlijk! Voor de houten voorwerpen ne men we heel gewone kastemakerslijm, die nu wel niet lekker ruikt, maar uitstekend „houdt", als we het werkje maar zoigvul- dig, met geduld en toewijding doen. Men legt de stukken gebroken plakken lijm in een bakje water gedurende een dag te wee ken. Vervolgens doet men de lijm in een speciaal daarvoor bestemd lijmpatje, dat men in een pannetje water '.et. Men ver warmt daarna de lijm dus au bai.i marie. Want de lijm mag vooral niet gaan koken, alleen maar oplossen en verwarmen. Als de lijm kookt, plakt ze namelijk niet zoo goed. De opgeloste lijm moet dik vloeibaar zijn en voor men ervan gaat gebruiken steeds met wat warm water worden aange mengd, indien men wil voorkomen, dat de lijm, bij bewaring gedurende geruimen tijd, gaat schimmelen, voegt men wat nagelolie toe. Voordat men gaat lijmen, moet men het te lijmen oppervlak afkrabben, zoodat er geen oude lijm meer op zit. Is het te lijmen oppervlak erg glad, dan is het goed, er was krassen in te maken opdat het beter zal houden. H,et lijmwerkje moet in een warme kamer gebeuren, opdat de lijm niet zoo gauw stolt. Slechts één van de twee vlakken, die op elkaar gelijmd moeten wor den, moet met lijm bestreken worden, waar na het andere er snel en krachtig op ge- ZATERDAG. „Wel", vroeg Halmar dien avond, toen hij wat later dan gewoonlijk in bed lag en al spoedig in droomenland was aangeko men, „Wel Olie Loek, krijgen we vanavond nog meer verhalen?" „Neen", zei de zandman, „Vanavond heb ik geen tijd". Terwijl hij zoo sprak, opende hij zijn Chineesche parasol. „Kijk eens naar die Chineesjes!", riep hij uit. De parasol zag er precies uit als een groote Chineesche vaas, met allemaal blau we boomen er op geschilderd en ronde bruggetjes, waarop kleine Chineesche pop petjes met hun hoofden stonden te knikken. „Ja, zie je, Halmar", ging Olie Loek voort, „ik heb nu geen tijd om verhaaltjes te vertellen, want moreen is het Zondag en dan is het feestdag, en ik moet nu zorgen dat de heele wereld mooi opgepoetst wordt voor morgen. Ik moet naar den kerktoren, om te zien, of de kleine torenkaboutertjes de klokken wel mooi gepoetst hebben, zoo dat ze mooi helder en vroolijk klinken. En dan moet ik naar de velden, om te zien of de wind wel alle stof van het gras en de bloemen heeft afgeblazen, en of de kabou ters van het bosch wel alle beuken- een eikenblaadjes hebben afgestoft en opgewre ven met wrijfwas! En dan komt het groot ste werk nog! Dan moet ik namelijk alle sterren afnemen, om ze mooi blinkend te poetsen en ze een echt goede beurt te ge ven. Ik doe ze dan allemaal in mijn schort. Maar eerst moet ik ze allemaal een nummer geven. En ik moet ook een nummer schrij ven op de plaats, waar ik ze vandaan haal. Want anders zou ik ze misschien in de verkeerde gaatjes ophangen en dan zouden ze niet blijven hangen, want dan pasten ze niet, en dan vielen ze naar beneden en zou je een heeleboel vallende sterren zien. Nu, dat mag natuurlijk niet. En als ik de sterren allemaal heb gepoetst en weer net jes allemaal op hun plaats heb gehangen, komt de maan aan de beurt. Vanavond poets ik alleen maar de helft, want het is vannacht halve maan, zie je. Maar de zon moet een extra goede beurt hebben, omdat het morgen Zondag is en de menschen dan graag een helder zonnetje zien. Bovendien heeft het vandaag geregend en zijn er alle maal spatten op de zon gekomen, en die zijn heel moeilijk weg te krijgen en...." „Zeg eens, meneer Olie Loek", zei plot seling een stem, die kwam van het portret van den overgrootvader van Halmar, „Ik ben de overgrootvader van Halmar. Ik vind het erg aardig van je, dat je hem allemaal leuke verhaaltjes vertelt. Maar je moet het niet te bont maken. Want dan raakt hij van de wijs. Je weet immers heel goed, meneer Olie Loek, dat je de sterren niet van den hemel kunt pakken om ze op te poetsen! De sterren zijn planeten net zoo als onze aarde er een is!" „Wat je zegt!" lachte Olie Loek. „Wat je zegt, ouwe grootpa, wel bedankt hoor. Je bent nu wel Halmar's overgrootvader en het hoofd van de familie, omdat je zoo oud bent. Maar ik ben nog veel ouder dan jij. Ik ben een oude heer, die al zoolang als de wereld bestaat. De oude Grieken en Romeinen noemden mij Droomgod. Ik kom in alle huizen, groot en klein. En als jij, grootpa, het zoo goed weet, wel, vertel jij dan de verhaaltjes, dan doe ik het niet meer." Toen ging Olie Loek heen, en nam zijn parasol mee. „Het is wat moois", zei het portret, „een mensch mag niet eens meer zeggen, wat hij óp z'n hart heeft." En toen werd Halmar wakker. EINDE. (Volgende week begint weer een aller aardigst kinderverhaal 1). LEEUWENGEVECHT STRASSBURGER CIRCUS. Geachte Redactie, Uit Uw verslag blijkt, dat 't een on verantwoordelijke daad geweest is om mannelijke dieren met leeuwinnen op ongewenschten tijd samen te brengen. Mevr. Petersen moest revolverscho ten lossen; de leeuw Lux wierp zich op den temmer en verwondde zijn hand; met een ijzeren stang moest hij zich verdedigen. Een gevaarlijk experiment en onver antwoordelijk. Een stap verder en we hadden een paniek gehad, waarvan de gevolgen niet te overzien waren. Waar waren we? In Sevilla of in het beschaafde Den Haag? En nu de ethische kant. Een circusvoorstelling is als ver maak den inensch onwaardig. In de kern is het vergulde wreedheid. Dieren uit de wildernis worden uit hun hokken aanschouwd kunsten te vertoonen in een schel verlichte ruimte met muziek! Wat een gruwelijke dressuur gaat zulk een voorstelling vooraf en hoe minderwaardig is het eigenlijk van den mensch om van zulk een voorstelling te kunnen „genieten". Minderwaardig is het misschien van velen niet. Zij geven zich geen rekenschap van het intrensieke van de zaak. Zij die beter weten zijn moreel verplicht hun de oogen te openen. De beste wijze van protest is er niet heen te gaan. Laten ze andere volken met hun komst verblijden, maar laten wij eendrachtig toonen, dat wij te veel innerlijke beschaving hebben van zoo iets beestachtigs (in den slechtere» zin) te smullen. En ouders mogen wel eens beden ken, dat het voorgevallene van Zate dagavond ook tijdens een matinée kan plaats hebben. Laten ze hun kinderen edeler genoe gens gunnen. Het ontvankelijke kindergemoed moet niet opgevoed worden in wreed heid. En de overheid.... die zoo nauw lettend de films keurt. Vindt deze de circusvoorstellingen voor de jeugd ge schikt? Met bevreemding las ik dezer dagen, dat de kinderen van de Louisa- stichting zoo genoten hadden van de voorstelling. Het bestuur had beter gedaan hun pupillen dit onsmakelijk genot te ont houden en bij ze aan te kweeken de liefde in Gods schepping, ook ten op zichte van het dier. Hoogachtend, Eduard Reens. („Het Vaderland"). „O", ?ei de moeder, „ik kan haar er niet toe brengen, om die bril overdag te dragen. Maar als ze nu 's avonds in bed ligt te sla pen, sluip ik zachtjes de kamer binnen en zet haar die bril op, zonder dat ze er iets van merkt!" Onderwijzeres (het huiswerk van Jantje hoe één mensch zooveel fouten kan maken! naziend): Het is me gewoon een raadsel, hoe één mensch zooveel fouten kan maken! Jantje: „Maar juf, het is niet één mensch! M'n vader heeft me geholpen!" Vrouw (die haar man betrapt, dat hij een dubbeltje in de waarzegautomaat verkwist): „Zoo, Herman, dus jij krijgt een schoone, beminnelijke vrouw, hè?! Zoo, maar niet zoolang ik leef, Herman, niet zoolang ik leef!!" „O, mam" riep Keesje, toen hij de kamer binnen kwam stormen, „moet u eens hoo- ren, wat er gebeurd ts! De kruidenier van den hoek had al de heele week een briefje aan het raam, waarop stond „Een jongen gevraagd. „En nu heeft zijn vrouw een meisje gekregen!,, Een dame, die uit het buitenland kwam, wilde een fraaie zilvervosbont niet voor de douane aangeven, en verborg deze bont onder haar jurk. „Heeft u iets aan te geven?", vroeg de douane-beambte. „Niets", zei de dame onschuldig „Zoo", zei de man leukjes, „dan moet ik zeker aannemen, dat die staart die vanach- tcren onder Uw japon uitkomt van uzelf Voddenkoopman: „Heeft u ook soms lee- ge wijnflesschen, juf? Juffrouw (nijdig) „Zie ik er uit, alsof ik wijn drink?" Voddenkoopman: Neen, leege azijnfles- schen bedoel ik. Sofietje kon blijkbaar niet goed zien, en dus nam haar moeder haar mee naar een oogarts, die zei, dat ze een poosje een bril moest dragen. Na een paar weken vroeg de dokter hoe het met Sofietje ging. De spreker aan den maaltijd werd na een eindelooze speech van efn kwartier nog welsprekender: „Na zulk een uitstekenden maaltijd", ging hij voort, „voel ik, dat in dien ik nog meer gegeten zou hebben, ik niet in staat zou zijn te spreken." „Breng hem snel een sandwich", fluister de iemand aan het einde van de tafel tot den kelner. Wat doet u? Ik doe het huishouden, schrob, dweil, schuur, veeg, wasch de vaat, kook, doe de wasch, strijk, naai en verstel. „Huisvrouw zonder beroep" aldus Lastige dame, na zeer langdurige bespre kingen bij den slager: „Maar ik geloof niet dat dit lainsvleesch is, liet ziet er meer naar schapenvleesch uit!" Slager (wanhopig): "Het was lamsvleesch toen ik het u voor de eerste keer liet zien, mevrouw!" Wimpie: „Is er iets dat ik voor u kan doen, moeder? Een boodschap of zoo?" Moeder (terzijde): „Tjonge, jonge, ben je alweer zóó gauw jarig?" EEN GEDACHTE: Ondervinding is zoo ongeveer het eeriigste ding ter wereld dat men niet volgens het systeem der ge makkelijke betalingen kan koopen. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het u bekend: dat de man, die voor het eerst tabak rookte in Europa, gevangen genomen werd en ja renlang opgesloten? dat de naam van dezen man was Rodrigo de Heretz, die Columbus vergezelde, toen hij Amerika ontdekte? dat hij van die reis gedroogde boomblade deren meebracht die hij rookte? dat zijn vrouw, een goed Katholiek, hem aan de Inquisitie overleverde als een man die „vuur slikt, rook uitblaast, en voorzeker van den duivel bezeten moet zijn"? dat Prince, een Engelsche hond uit Middle- boro (Mass.), onlangs een medaille kreeg van goud, vanwege de Massachutts' Ver- eehiging tot bescherming van dieren? dat hij die verdiende, door zijn tweejarig meesteresje, Eileen Depson, die van huis was weggeloopen en op de spoorbaan zat uit te rusten, van vóór een aansnellen den trein weg te rukken? dat de gevolgen van roesten van staal en ijzer de wereld jaarlijks 6 milliard gulden kost? VANAF HEDEN verkrijgbaar HOMBURG's CUSTARDPOEDER S a 30 cents per pikje. 3 w Als reclame geeft ondergetee- kende bij aanko' p van 1 pak een proefpakje a 7 cents gratis. 2 Beleefd aanbevelend, 2 2 J. C. VAN HAARLFM 2 Van WeedeMraat 45 - Telef. 159 SOESTDIJK 5 Uw AANGEWhZEN adres voor Kruideniers- en GrutL rswaren. 2 SPECIAAL ADRES voor Biscuits, 2 Chocolade en Suikerwerk. WITTE- en CHOCOLADE Wordt elke dag gehoord en bezorgd, met het oog op de telephoon-kosten. VRIJWILLIGE WEGING ONDER AMBTELIJK TOEZICHT TER VERMIJDING VAN VERPLICHTE AMBTELIJKE WEGING. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat voor de boven bedoelde weging is aangewezen de weegbrug te Soest, toebehoorende aan de Coöperatieve Boerenbond aldaar en geplaatst aan de Torenstraat No. 16. Aanvragen om weging moeten geschieden aan den Inspecteur der directe belastingen te Baarn. Voor deze wegingen is verschuldigd weegloon volgens tarief, benevens kosten van ambtelijk toezicht. Laatstgenoemde kosten zullen niet worden gevorderd, indien de weging plaats heeft Woensdags, namiddags tusschen twee en drie uur, en hiervoor een schriftelijke aanvraag, minstens 24 uren vóór het tijdstip, waarop men de weging verlangt, bij den betrokken Inspecteur is ingekomen. De Directeur der Directe Belastingen, Invoerrechten en Accijnzen te Utrecht, VAN EBBENHORST TENGBERGEN

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 7