Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Buitenland. No. 18 Achttiende Jaargang Woensdag 5 Maart 1930 Bekendmaking. Officieel. Nieuwe Bezieling Binnenland. CJ BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 1 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRESVAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER 380) Burgemeester en Wethouders van Soest brengen hierbij de navolgende bepalingen van de op 8 Februari 1930 in werking getreden Verordening op den Keurings dienst van Vee en Vleesch bij de ingeze tenen in herinnering: le. Schriftelijke aangifte van den aan vang-verplaatsing of uitbreiding van het bedrijf van Vleeschverkooper moet ten minste 2 dagen te voren geschieden aan een der bureelen van den Keuringsdienst. 2e. De Keuring van Vleeschwaren zal geschieden op de daarvoor aangegeven dagen en uren aan de bureelen van den keuringsdienst. 3e. Het is verboden bevroen vleesch en ander vleesch in een winkel of berg plaats voorhanden te hebben tenzij ieder soort in een afzonderlijk afgescheiden ge deelte daarvan. 4e. Het is verboden vee of vleeschwa ren welke ter keuring worden aangeboden in de gemeente in te voeren te vervoeren of door te voeren van des namiddags 5 tot des voormiddags 8 uur (des Zaterdags is deze vervoer slechts toegestaan van des voormiddags 8 tot des middags 12 uur). 5e. Ieder, die bevroren of van het bui tenland ingevoerd vleesch verkoopt is ver plicht I e. op de aan de straat uitkomende ven sters aan het gebouw of het gedeelte van het gebouw, waarin hij zijn bedrijf uit oefent, op eene van de straat af zicht bare wijze in duidelijke letters, ter grootte van tenminste 10 centimeters geschil derd te hebben en te houden de woor den: „Bevroren vleesch verkrijgbaar" of de woorden: „Buitenlandsch vleesch ver krijgbaar". Deze woorden mogen op geen grootere hoogte, van den vloer af gemeten, zijn aangebracht dan 1.70 M. 2e. In zijn winkel, verkooplokaal, berg plaats, bewaarplaats of werkplaats, ter plaatse waar het bevroren of het van het buitenland geslacht ingevoerd versch vleesch zich bevindt, aan te brengen en aangebracht te houden een bord, waarop in duidelijke letters, ter grootte van ten minste 10 centimeters geschilderd zijn de woorden: „Bevroren vleesch" of de woorden: „Buitenlandsch vleesch"; 3e. Een der onder 2e bedoelde borden of beide borden op te hangen zoodanig,, dat de daarop aangebrachte woorden voor het publiek duidelijk zichtbaar zijn. 6e. Het is den vleeschverkooper ver boden in eenzelfde verkooplokaal, berg plaats, bewaarplaats of werkplaats vleesch of vleeschwaren van eenhoevige slacht dieren tegelijk met ander vleesch voorhan den te hebben, uitgezonderd afkomstig van schapen en varkens. Te. De vleeschverkooper, die vleesch of vleeschwaren, afkomstig van eenhoevige slachtdieren verkoopt, is verplicht op de aan de straat uitkomende vensters van het gebouw of dat gedeelte van het gebouw waarin hij zijn bedrijf uitoefent op eene van de straat af" zichtbare wijze, in duide- lyke letters, ter grootte van tenminste 10 centimeters, geschilderd te hebben en te houden de woorden: „Handel in paarden- vleesch". Deze woorden mogen op geen grootere hoogte, van den vloer af geme ten, zijn aangebracht dan 1.70 M. 8e. Het is, met inachtneming van het bepaalde in art. 47 der vleeschkeurings- wet verboden: a. vleesch of vleeschwaren voor de huizen of op den openbaren weg ten toon te stellen of ten verkoop in voorraad te hebben b. vleesch of vleeschwaren ten verkoop voorhanden te hebben in andere lokalen dan die, welke voldoen aan de eischen, krachtens artikel 19 der Vleeschkeurings- wet gesteld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 47 dezer wet; c. zelfstandigheden, welke aan vleesch waren een bijsmaak kunnen geven of be derf ervan kunnen bevorderen, voorhanden te hebben in lokaliteiten, waarin vleesch waren worden verkocht of bewaard. 9e. De hierbedoelde verordening ligt voor ieder ten Raadhuize ter inzage en wordt tegen betaling der kosten in af druk verkrijgbaar gesteld. Soest, 23 Februari 2930. Burgem. en Weth. voornoemd. De Burgemeester G. Deketh. De Secretaris J. Batenburg. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat de kan toren van den Dienst Openbare Werken en Bouw- en Woningtoezicht met ingang van Maart a.s. verplaatst zullen worden naar den Lange Brinkweg en dat in verband met deze verplaatsing de kantoren op 5 en 6 Maart a.s. gesloten zullen zijn. Soest, 28 Februari 1930. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat door hen op heden is afgekondigd de in de Raads vergadering Yaa 10 Februari 1930 vast gestelde verordening tot wijziging der al- gemeene politieverordening. De afgekondigde verordening ligt gedu rende drie maanden op de secretarie dei- gemeente voor een ieder ter lezing en wordt in druk, tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Soest, 1 Maart 1930. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester G. Deketh. De Secretaris J. Batenburg. WIJZIGING POLITIE VERORDENING Wij meenen er de aandacht op te moe ten vestigen dat verschillende handelingen die volgens de Oude Politie Verordening niet strafbaaar waren voolgens de gewij zigde Verordening wel strafbaar zijn. Men schenke dus voldoende aandacht aan de thans geldende bepalingen, waar door men zich zelve en de Politie veel onaangenaamheden kan besparen. EERSTE WIJZIGING. De Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 10 Februari 1930 is vastgesteld de volgende verordening: Verordening tot wijziging der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Soest, vastgesteld den 19 December 1928. Artikel 1. Het le lid van art. 7 wordt aangevuld met art. 27a. Het 2e ild van art. 7 wordt aangevuld met art. 62a. Artikel 2. Art. 20 wordt gewijzigd en gelezen als volgt: „Het is verboden hekken, vrijstaande muren, schuttingen, beplantingen, borden of andere voorwerpen te plaatsen of te heb ben binnen zoodanigen afstand van open bare wegen, dat daardoor: a. in hoeken en bochten het vrije uitzicht op die wegen wordt belemmerd; b. het algemeen aanzien van die wegen zonder noodzaak vvprdt ontsierd. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd de opruiming van bedoelde voor werpen zooveel noodig binnen een door hen te bepalen termijn te bevelen." Artikel 3. Art. 21 lid 1 wordt gewijzigd en gelezen als volgt: „De Figenaar, gebruiker of beheerder van gronden, gelegen aan openbare wegen, is verplicht die gronden, na toezending eener aanschrijving van Burgemeester en Wet houders, binnen den daarbij gestelden ter mijn: a. aan de zijde van die wegen af te slui ten op de wijze, als daarbij door dat Col lege wordt voorgeschreven; b. zoodanig te onderhouden, dat dit gron den het algemeen aanzien dier wegen niet ontsieren." Artikel 4. Tusschen de artt. 17 en 28 wordt inge voegd een art. 27a, luidende als volgt: „Het is verboden in het tijdvak van 1 Mei tot 1 November tusschen des voormid dags 7 uur en des namiddags 10 uur, en in het tijdvak van 1 November tot 1 Mei tus schen des voormiddags 8 uur en des na middags 8 uur, in de bebouwde kom beer putten te ledigen, alsmede de uit die beer putten afkomstige stoffen weg te ruimen en te vervoeren. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing, indien het ledigen geschiedt door inrichtingen met vacuum- pompen, waarbij de afgepompte gassen door directe verbranding reukelooos worden ge maakt." Artikel 5. Tusschen de artt. 62 en 63 wordt onge- voegd een art. 62a, luidende: „Het is verboden door middel van een toestel, bestemd tot het hoorbaar maken van muziek of van de menschelijke stem, hetzij in de buitenlucht, hetzij in een al of niet afgesloten ruimten, voor de omwonen den hinderlijk geluid te maken." Artikel 6. In art. 82 wordt tusschen het le en het 2e lid een nieuw lid ingelascht, luidende: Het is verboden een lantaarn zoodanig aan het rijwiel, waarmede.tusschen een half uur na zonsondergang en een half uur vóór zonsopgang wordt gereden, bevestigd te hebben, dat het licht van bedoelde lantaarn tegenkomende weggebruikers kan ver blinden" Artikel 7. Art. 152, lid 1 sub a wordt gewijzigd en gelezen als volgt: „Muziek te maken, muziek al dan niet door middel van eenig toestel hoorbaar te maken of toe te laten, dat daarin muziek wordt gemaakt of dat daarin muziek al dan niet door middel van eenig toestel hoor baar wordt gemaakt." Artikel 8. Art. 152 lid 1 sub d wordt gewijzigd en gelezen als volgt: „een voordracht te houden, een voor dracht al dan niet door middel van eenig toestel hoorbaar te maken of toe te laten, dat daarin een voordracht wordt gehouden of al dan niet do' r middel van eenig toestel hoorbaar wordt gemaakt." Artikel 9. In art. 162 regel 3 worden geschrapt de woorden „en aan het dansen deel te nemen." Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Utrecht volgens hun be richt van den 18 Februari 1930, le af deeling no. 405/301 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 1 Maart 1930. [1 De Burgemeester, G. DEKETH. De Secretaris, J. BATENBURG. „Het maakt erg weinig verschil uit, of een man een tram bestuurt, of de straat veegt, of een Eerste Minister is, als hij in dat werk alles legt, dat in hem is, en het verricht voor het welzijn der menschheid". Rt. Hon. Stanley Baldwin. Verschillenden van ons hebben die oo- genblikken gekend, sommigen kennen ze nog dikwijls, dat het leven van een een tonige grijsheid schijnt, het dagelijksche werk en schier ondragelijke last, grauw, monotoon, van een oneindige lusteloosheid. Steeds hetzelfde, zonder vooruitzicht op verandering, steeds maar door in den doo- delijk vervelenden tredmolen, dag in dag uit. In die oogenblikken scheen het da gelijksche werk een benauwde kwelling, een afstompende sisyphusarbeid, einde loos, grijs, eentonigPas wanneer een of andere gebeurtenis een andere richting aan de gedachten geeft, of wanneer iets de sleur breekt, of wel, er een min of meer verwijderd doel opdoemt, krijgt het leven weer wat meer kleur, wat meer bezieling. Kijk, dit is het, dat we noodig hebben, om uit de grauwe eentonigheid weg te komen, zonder dat zelfs het werk, dat we doen ook maar eenigszins verandert: nieuwe bezieling. Het gaat er maar om, met welke gedachten we ons werk doen, welke gedachten we erin leggen, met wel ke gedachten we hetbezielen. En de eenigste manier, om aan de grauwheid, de eindelooze grijsheid der verveling, der lusteloosheid te ontkomen, is het werk te gaan zien, als een gelegenheid om de menschheid te dienen', volgens ons hoog ste begrip van goed. Veel hoeft daarvoor niet te veranderen, want hoe men ook over de maatschappij moge denken, welke kleur men ook moge zijn toegedaan, één ding staat als een paal boven water, ge werkt moet er worden. Geen wereldre volutie, geen hervorming van hoe diep- gaanden aard ook, is bij machte een we reld te scheppen, waarin niet meer ge werkt hoeft te worden. Men kan strijden voor betere omstandigheden, waarin de diverse soorten werk verricht worden, men kan wellicht den arbeidstijd beper ken, men kan allerhande sociale maatrege len nemen, doch één ding zal blijven: de heel gecompliceerde machinerie van het aardsche bestaan kan slechts door werk in stand gehouden en uitgebreid worden, om gelyken tred te houden met den ge- stadigen aanwas en de toeneming onzer behoeften. Ik zag eens een man, die een tafel maakte, aldus vertelt iemand in de New Outlook (Toronto). En toen ik met vreug de zag, met welk een bekwaamheid hij niet alleen werkte, maar ook met welk een geduld en grondigheid en nauwgezet heid, toen was ik overtuigd, dat dit soort werk, jarenlang voortgezet, absoluut moest lijden tot eerlijkheid en onkreukbaarheid, en een fijn gevoel voor werkelijke waarden in den ziel van dien man. Ik kon hem in brjna alles vertrouwd hebben, nadat ik hem dat uur had gadegeslagen bij zijn con sciëntieuze, grondige en vakkundige werkEr zijn niet veel taken, waarvan we niet kunnen gaan houden, of die we niet kunnen gaan dragen, zonder weer zin ten minste, als we volharden met te blijven doen volgens het beste dat in ons leeft en met toegewijden geest. En het doet er niet toe, wat de taak is, wanneer die niet eerlijk en getrouw en met eenig gevoelen van roeping en onkreukbaarheid wordt verricht, kan die geen vreugde en voldoening aan den werker brengen. En dus, voordat we nu klagen over de sla vernij van ons werk, laten we eens zien. of we er niet wat anders in kunnen leg gen. We moeten „werk" niet voortdurend verbinden met gedachten van „vrijheids beperking", „beperking van de mogelijk heid om vooruit te komenInderdaad, - „alles hangt af van den geest, waarmee we ons dagelijksch werk aanpakken en van de motieven die ons bezielen, wanneer we ons dag na dag van plichten kwijten, die op zichzelf beschouwd, ons slechts in slavernij schijnen te houden". Werk is onze gelegenheid voor onze le- vensdienst, zegt een ander schrijver. Is het zoo moeilijk, om in ons werk het beste te leggen, wat in ons is, om het te zien als een gelegenheid om den med&- mensch te dienen? Is alle arbeid, waarvoor we ons loon ontvangen, is dat loon niet feitelijk een middel, om „arbeid" van an deren te koopen? Heeft niet iemand ge zwoegd, om den grond te ploegen en te bewerken en te oogsten en te zaaien, om ons het meel voor brood te verschaffen? Hebben niet anderen voor heete ovens gestaan, om ons brood te bakken? Is alles wat wij koopen voor ons onderhoud of óns gemak, niet iets, waarvoor anderen ge werkt hebben, al hun begrijpen, hun ken nis, hun wetenschap hun arbeid gegeven hebben, om het ons te kunnen geven? Wij op onze beurt doen ook weer werk, dat anderen in een of anderen vorm koopen. Maar als wij zoo goed mogelijke waar voor ons geld verlangen, laten wij dan begin nen, met zelf zoo goed mogelijke dienst aan den naaste te geven. En bezieling in ons werk leggen. FLORIS C. Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. (Ned. Afdeeling) Naar aanleiding van de moeilijkheden waarop de besprekingen van de Vlootcon- ferentie te London afstuiten heeft de In ternationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid een Internationale actie op touw gezet waaraan o.a. met instemming van de Bishop of Canterburry de Engelsche Ker ken deel zullen nemen om op 1 Maart a.s. te 5 uur n.m. 2 ininuten stilte in acht te nemen en daarbij zich krachtig voor oogen te stellen de mogelijkheid van een gunstige oplossing. Wij doen hierbij een beroep op de voorgangers der ver schillende Kerkelijke gemeenten in Neder land om indien eenigszins mogelijk hier aan hunne medewerking te verleenen en wekken bovendien allen, die zich bewust zijn van hunne medeverantwoordelijkheid voor Wereldvrede, op, om zich bij die twee minuten stilte aan te sluiten. Bovendien is Mrs. Philip Snowden be reid gevonden om alles in het werk te stellen ten einde op denzelfden dag korte toespraken over de Radio te krijgen van verschillende kanten der wereld, waarbij het wereldbelang van ontwapening ter zee in het licht zal worden gesteld, ook in verband met verdere ontwapenings confe renties te Genève. Als spreeksters zou men daartoe uit- noodigen Jane Addams Huil House, Chi- cago; Selma Lagerlöf enz. Op denzelfden dag vindt ook een demon stratie plaats van de „Fellowship of Re- conciliation" welke zal eindigen in West minster Abbey met een dienst vóór de twee minuten stilte om 5 uur. Moge talloozen vun hunne belangstel ling in de crisis welke onze wereld door maakt blijk geven door hunne, gedachten te richten op de bijeenkomst te London. waar naast ontzaggelijk veel eerlijke goe de wil, helaas weer het oude wantrouwen naar voren is gekomen. Badplaats Huisduinen nabij Den Helder. Wij ontvingen van de N.V. Zeebad Huis duinen, te Den Helder een fraai uitgevoerd prospectus betreffende het door haar ge ëxploiteerde hotel-pension met badpavil joen, alsmede diverse gemeubileerde wo ningen, gelegen in de onmiddellijke nabij heid van strand en zee. Huisduinen wordt de laatste jaren meer en meer gezocht als badplaats voor hen die een rustig verblijf aan zee verkiezen boven het mondaine badplaatsleven. De ligging aan de Noord zee is gunstig; 't geeft een prachtig uit zicht op zee en het Marsdiep; het eiland Texel is met het bloote oog gemakkelijk zichtbaar. Op zee is, door de aanwezigheid van marine-vaartuigen (onderzeebooten, watervliegtuigen, enz.), steeds afwisseling; ook visschersvaartuigen varen geregeld voorbjj. Het strand strekt zich kilometers ver uit en de wandeling is er geheel vrij. Ook de duinen, die vele idyllische plekjes opleveren, zijn vrij en ten allen tijde toe gankelijk. De 65 M. hooge vuurtoren, ver spreidt een draaienden lichtbundel, die van Den Helder uit een interessant gezicht op levert. De ongeveer 30 minuten verder gelegen Donkere Duinen vormen een na tuurpark-in-wording; men vindt hier onge rept natuurschoon, waterpartij, dennenaau- planting en wandelwegen. In de onmiddel lijke nabijheid hiervan is een theehuis met alle comfort en vermakelijkheden voor kinderen. Ook in Huisduinen zelf is zoo'n gelegenheid met tennisbaan. De stad Den Helder ligt circa 30 minuten van Huisdui nen verwijderd. In de seizoenmaanden be- stSan er goede autobusverbindingen. Den Helder telt 30.000 inwoners en biedt gele genheid voor vermaak op allerlei gebied. Er zijn goede bioscooptheaters, een mooie concertzaal, tal van muziekcorpsen. Een bezoek aan de Buitenhaven met de oor logsschepen, en de marinewerf met haar dokken, sluizen en werkplaatsen is zeer interessant. Zeetochtjes naar Texel kun nen dagelijks worden gemaakt en loonen zeer de moeite, terwijl voorts gemakke lijke verbindingen bestaan met Wieringen en de Zuiderzeewerken aldaar. In de laat ste jaren is te Breezand, gemeente Anna Paulowna (per trein of auto in ongeveer 20 minuten te bereiken) een bloembollen cultuur ontstaan, die een bezoek aan deze streek in den bloeitijd eveneens aanbeve lenswaardig maakt. Alle gewenschte inlichtingen kunnen voorts bij de N.V. Zeebad Huisduinen wor den verkregen (telefoon 263), waar men tevens bedoeld prospectus, dat uitvoerige bizonderheden geeft over het door de N.V. geëxploiteerd Hotel-Pension en de wonin gen, gaarne gratis en franco zal toezen den. HET GEBED DER CHRISTEN VROUWEN. Evenals het vorige jaar worden ook nu weer de Christen-vrouwen over geheel de wereld opgeroepen tot een gebeds-uur voor de nooden der wereld in het algemeen en voor den arbeid in Gods Koninkrijk in het bijzonder. Voor het jaar 1930 is de 7e Maart aange wezen voor dezen gebedsdag. De bedoeling is, dat vrouwen van verschillende kerken, richtingen, rassen en standen, bewust van datgene, waarin ze èèn zijn: het geloof in denzelfden Heer, het zien van den ernst der tijden en de nooden der wereld, het volbren gen van éénzelfde christen-roeping, in een heid des geestes en in verootmoediging zul len samenkomen tot gebed. De bijeenkomst zal worden gehouden Vrijdag 7 Maart a.s., 's avonds 8 uur in de Rethbrantzaal. De toegang is vrij, terwijl voor ieder programma's aanwezig zijn. Met hartelijken aandrang worden alle Christen-vrouwen uit Soest en omgeving uitgenoodigd aan deze gebeds-avond, die te gelijk over heel de wereld gehouden wordt, deel te nemen. DE GRENZEN VAN HET RECHT OVERSCHREDEN. Het instellen van de Danscommissie. Gevaarlijke en glibberige weg. Het W. v. h. R. schrijft: Dezer dagen is door den minister van binnenlandsche zaken het feit is heusch waar en het bericht niet overgenomen uit een of ander humoristisch blad eene commissie geïnstalleerd om de regeering van advies te dienen over de vraag, of van regeeringswege eenige maatregel kan wor den genomen met betrekking tot het dans- misbruik. Op zich zelf schijnt het feit van weinig beteekenis. Zoolang er menschen gevonden worden, die hun tijd en arbeid niet te kostbaar achten voor het uitbrengen van een dergelijk advies, kan het wellicht van nut zijn. Luidt het, wat wel het waar schijnlijkst is, negatief, dan kan het in han den der regeering een goed wapen zijn tegen hen, die van haar eenigen maatregel verlangen; luidt het onverhoopt op eeniger- wijze positief alles is mogelijk, „le vrai n'est pas toujours vraisembable" dan kan de regeering in het aan haar uitge brachte rapport den weg aangewezen vin den, dien zij niet moet volgen en ook aldus sterker staan tegen haar bestrijders, want dat in het rapport een goed middel zal wor den aan de hand gedaan, achten wij bij voorbaat uitgesloten. Doch het is misschien maar beter, dat wij dezen ietwat luchtiger toon laten varen, want bij het gelukkig nog slechts embryo nale denkbeeld van de regeering zijn begin selen betrokken van den eersten rang. Al lereerst het trekken van een juiste grens lijn tusschen recht en zedelijkheid. Max Ernst Mayer noemt in zijne rechtsphiloso- phie de verhouding tusschen recht en mo raal eene der meest betwiste vragen van de rechtswijsbegeerte en haalt daarbij het woord van Jhering aan, dat het genoemde probleem de Kaap Hoorn is van de rcchtsphilosophie. Het zou dus meer dan onbescheidenheid zijn deze principieele vraag hier terloops te gaan behandelen. Reeds meermalen hadden wij gelegenheid er op te wijzen, dat naar onze meening de wetgever de grens verkeerd heeft getrok ken en handelingen, die slechts onder een

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 1