T. VAN VLIET Knap, Rijk en jong I Modelslagerij z Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Buitenland. Wat noodig is: Hoop en Vertrouwen. Stoomwasscherij t „DE VLIJT" Tentoonstelling te Antwerpen. Bekendmakingen. Officieel. feuilleton BOSCHSTRAAT 9 - BAARN EN BEZORGEN C. VAN EE Geopend: Handel in Auto- Onder d eelen Achttiende Jaargang Woensdag 30 April 1930 19.—, BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 S0ESTD1JK ADVEKTENTIëN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIÈNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. CROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN AOM.-ADRES: VAN WEECESTR. 7 - TEL. 2C62 - SOESTDIJK HEI AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSELAD NUMMER 3Ê0) Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis dat de Spoor straat wegens vernieuwing van de wegver harding gedurende den tijd van 3 maanden vanaf heden voor het verkeer gesloten zal zijn. Soe-t, 25 April 1930. Burgem. en Wethouders voornoemd De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. De kracht van den mensch neemt gestadig toe door volharding in één richting. EMERSON. Er bestaat een neiging bij een deel van het krantenlezend en „aan politiek doend" Publiek, om zich over te geven aan een defaitisch pessimisme ten aanzien van den vooruitgang der internationale vredesge- dachte en de ontwikkeling van het bewape- mngsbeperking en ontwapeningsprobleem. Omdat niet onmiddellijk de meest ingrij pt nde radicale veranderingen worden tot ^tand gebracht, wereldproblemen in een vloek en een zucht worden opgelost, noch vurige vredeswenschen van alle naties op staanden voet in ontwapeningsdaden wor den omgezet, gaan sommigen zich te bui ten aan een kleineerend pessimisme, dat alle eventueel bereikte zij het ook nog zoo geringe resultaten verloochent en voorbijziet, in de teleurstelling over het nog niet hereiken van het einddoel. Het is ge- wenscht, hiertegen eens een woord van pro test te doen hooren. In de eerste plaats dient men niet uit het oog te verliezen dat bij al deze internationale vraagstukken of die nu aangediend worden onder „co dificatie-conferentie voor het internationaal recht", „Geneefsche conferentie voor een tariefbestand", „Londensche beperkingscon ferentie" of hoe dan ook, toch altijd de nationale belangen van meer dan veertig naties in het spel zijn. En al mag men ook de grootst mogelijke internationale gezind heid bij de delegaties der verschillende lan den veronderstellen, dit neemt toch niet yveg, dat we nu, pas sedert een luttel aantal jaren, bezig zijn met de fouten en verkeer de opvattingen recht te zetten, die geduren de vele, vele eeuwen als hoogste waarheid hebben gegolden. Men kan daarom wel te leurgesteld zijn, wanneer weer een confe rentie voor het oogenblik geheel of gedeel telijk mislukt, we moeten de hoop niet la ten zakken, en het vetrouwen niet opgeven, Want met vallen en opstaan zulen we er toch komen, en het feit blijft, dat ons stre ven tot uiting komend in deze telkens weer bijeen komende conferenties bij Naar het Engelsch van N. BOWLBY. 15) (Nadruk verboden). „Klaar?" riep die. ,.Hoe heb je dat aan gelegd om al zoo gauw klaar te zijn!" Ik denk dat ik nog wel een eeuwigheid moet bezig zijn. Staat mij dit goed, Lorna?" „Uitstekend! Je zult mij toch ook niet wijsmaken dat je een half uur voor den spiegel hebt gestaan, zonder dat je dit we ten zoudt?" „Zal ik mijn paarlen dragen, Lorna?" Die liggen in dat étui. Het was een ver jaarscadeau van vader." Lorna trad aan de toilet-tafel en deed het donkerblauw fluweelen étuitje open. Een kreet van bewondering ontsnapte haar loen zij de prachtige paarlen daar zag. „Hoe eenig!" riep zij. „O, Carline. Je ïjjoet ze dragen! Ik houd zoo van parels! ^°e, doe ze nu dadelijk aan en laat mij eeas zien, hoe ze staan. Eady Carline draalde even en deed toen cen ander étuitje open. •.Neen, toch zal ik liever dit dragen!" zei C(i^ halskettinkje van paarlen en dia- aoten te voorschijn halend. „Mijn oud- a" e heeft het mij gegeven en zij ziet het parels?'^raa& aanhebben. Dan draag jij die „O neen!" weigerde Lorna. >.ja, ja. j,j juist een hals er voor! zuilen bij j0U mooi uitkopienü Nie mand weett^ immers, dat ze van mij ï'Jn eb ze nog nooit gedragen! Toe Lorna, om mij p,^ te doen!" Het vooruitzicht om met zóó iets moois te verschijnen was onvveerstaanbaar. Lor na keek in den spiegel cn was dan wel zeer voldaan. Ze droeg een wit satijnen voortduring in de goede richting gaat, en. zooals Emerson zegt, „de kracht van den mensch neemt gestadig toe door volharding in één richting". Zoo zal ook de interna tionale vredesgedachte, steeds in één rich ting krachtig voortgezet en bevorderd, door iedere nieuwe conferentie gestadig in kracht toenemen, totdat ten slotte 't eind doel zal zijn bereikt. Aan den anderen kant hoeven wc onze teleurstelling niet onder stoelen of ban ken te steken, mits we maar zórg dragen, dat geen pessimisme de overhand krijgt. We kunnen krachtig blijven wijzen op wat nog bereikt moet worden, zonder blind te zijn en erkentelijk te zijn voor wat reeds tot stand gebracht werd. Men kan betreu ren, dat de Londensche vlootconferentie geen volledige overeenstemming bracht, en slechts tot een drie-landen pact voor'de be perking der vloten leidde, doch zonder het einddoel prijs te geven kan men ook het geringe resultaat waardeeren. En we kun nen allen meehelpen de internationale vre desgedachte te versterken, door gedachten van vrede onder de menschen te koesteren en vast te houden. Laat wantrouwen en neerslachtigheid niet opgroeien, laat liever hoop en vertrouwen levendig blijven. Laat ons, om met Generaal Smuts te spreken, onder de volken een geest van goede buur schap kweeken; laten we goede buren van elkaar worden. Laten we den vreemdeling binnen onze poorten goed behandelen. La ten we eerlijk en rechtvaardig zijn jegens ras- of godsdienstige minderheden; laten we het evangelie van den goeden wil zoo wel prediken als betrachten. In de mate dat deze geest van begrijpen, van eerlijk heid, van goeden wil onder de naties zich verbreidt, zullen de oorzaken voor oorlog verdwijnen, de noodzakelijkheid voor be wapeningen zullen verminderen, en geleide lijk zullen de lasten daarvan van de naties worden afgenomen, en de zaak van den vrede zal stevig gebouwd worden in de structuur van sociale gevoelens en publie ke opinie. Of zooals Dr, H. C. Culbertson terecht opmerkt, elk tijdperk verwerpt de wapenen van het voorafgaande tijdperk, en nu is de tijd gekomen om alle wapenen van phy- sieke kracht af te schaffen, en te vertrou wen op de superieure wapens welke gees telijk zijn: de wapens van liefde, vergevens gezindheid en goeden wil. Eens zal de vre de de draken van den oorlog verdrijven, even zeker als de dageraad de schaduwen van den nacht over de heuvelen verdrijft.. De tijd komt inderdaad, dat elk geschil en elke wrijving opgelost zal worden door het recht. Hgtzij dit belichaamd is in het Wereldgerechtshof in den Haag, of een an der instrument, internationaal erkend en begiftigd met de hoogste autoriteit. FLORIS C. OPGERICHT 1899 ALLEEN EERSTE KWALITEITEN! TELEFOON No. 33C POSTGIRO No. 146487 japon en geen ander sieraad dan de kost bare paarlen. Lady Carline zuchtte onwillekeurig even. Zij telde nu al zes-en-twintig zomers en was blasée van alle bals, die zij had bijge woond. Haar moeder wilde nu eenmaal dat zij een titel zou trouwen, vandaar dat zij nooit eens vrij en vroolijk met iemand kon omgaan. Zij benijdde nu dit frissche jonge meisje, die heel het leven nog vóór zich had en zeker genoeg oprechte waar deering zou genieten. Een eerbiedig kloppen op de deur en Jeanette, het Fransche kameniertje trad binnen met de waarschuwing dat het rij tuig voorstond. „Goed Lorna, dan moeten wij ook gaan! Vader vindt het zoo verschrikkelijk om de paarden te laten wachten". „Kan ik binnenkomen, Carline?" vroeg nu ook gravin Warrington. „Wat zie je er allerliefst uit, kind!" sprak zij onwillekeurig tot Lorna, terwijl zij wel dadelijk zag, dat het logeetje de paarlen van haar dochter droeg. Dit bal was een „gebeurtenis" in het seizoen en geen wonder, dat Lorna dus opgewonden was in het vooruitzicht. Lady Warrington was een waardige cha peronne en zij stelde de heeren voor aan haar logée, die in minder dan geen tijd haar balboekje had gevuld tot nommer zeven tien. „Is het mogelijk?" riep een bekende stem aan haar zijde. Ze keerde het hoofdje om en een stra lende uitdrukking kwam er in haar oogen. „Ik verwachtte niet, u hier te zien, mr. Loraineü" zei ze haast bedeesd. „Ik eveneens u hier te zien! Heeft u nog één dans over? Ik vrees van neen, want er wordt zoo om u gestreden!" „Nummer zeventien?" „Heel graag. Heeft u er nóg een?" „Alle zijn besproken". „De extra's ook?" „Ja, tot den zesden extra!" M. G. VERSTEEG. W. van Mechalenstraat 29 AMERSFOORT FRANCO HALEN HET NEDERLANDSCHE PAVILJOEN. Vele inzendingen van rijk en particulieren. Men meldt ons: Overtuigd van het groote belang, dat er in was gelegen, dat Nederland ook op waardige wijze aan de wereldtentoonstel ling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaam- sche kunst te Antwerpen zou deelnemen, werd bij Koninklijk Besluit van 23 Augus tus 1929 No. 23 ingesteld een Centrale Com missie en een Uitvoerend Comité voor de deelneming van Nederland aan deze ten toonstelling, beide onder Voorzitterschap van den Heer Dr. F. E. Postuma, oud-mi nister van Landbouw, Nijverheid en Han del, voorzitter van den Nijverheidsraad, die tevens werd beneomd als Commissaris-Ge- :raal. Verder werden als leden van het Uit voerend Comité benoemd: de heer Ir. W. H. van Leeuwen,onder-voorzitter, de heer Ir. C.J. van Dusseldorp, penningmeester, de heer H. F. R. Snoek, secretaris, de heer Ir. E. de Kruyff, lid, welke laatste tevens werd benoemd als gedelegeerde in België van het Uitvoerend Comité. Als vertegenwoordiger van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid werd be noemd de heer F. K. J. Heringa, admini strateur Chef van de afd. Handel en Nij verheid, van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid en als vertegenwoor diger van den Minister van Koloniën werd benoemd de heer Dr. L. J. v. d. Waals, Re ferendaris, Chef der IVde afdeeling van het Ministerie van Koloniën. Het ontwerpen van het Nederlandsche paviljoen werd toevertrouwd aan den heer H. Th. Wydeveld, architect B. N. A. Was het aanvankelijk de bedoeling de totale oppervlakte van het Nederlandsche paviljoen pl.m. 6000 vierk. M., te doen zijn, later bleek het, dat deze ruimte niet vol doende was in verband met de daardwerke- lijke belangstelling die van Nederlandsche officieele en particuliere zijde werd getoond, zoo dat tenslotte het Nederlandsche pavil- Reeds werd Lorna weer door haar ca valier opgeeischt. En zij genoot van alle nummers, ofschoon zij toch met bijzonder verlangen uitzag naar nummer zeventien. Nummer zestien was de Lanciers en haar vis-a-vis waren Godfrey en lady Carline. Zij had wel gemerkt, dat haar cavalier en Godfrey elkaar bijzonder aankeken. Na den dans, toen zij makkelijk op een bank was geïnstalleerd, vroeg haar cava lier: „Neem mij niet kwalijk, maar is u nog familie van miss Conway van Greyham?" „Ik bèn miss Conway van Greyham". „O, dat dacht ik wel". „Kent u Greyham, mr. Sullivan?" „Een oude kameraad van mij heeft daar den vorigen winter gelogeerd. Misschien dat u hem wel eens ontmoette. Hij heet Lo- raine". „Mr. Loraine? O ja, we hebben elkaar telkens gezien!" Sullivan vond niet, dat haar gelaatsuit drukking iets verraaadde. Toch had hij van Godfrey zeiven gehoord van zijn gedenk waardig bezoek aan Creyham en aan Lor na. Ja, we hebben elkaar ook op het jacht veld ontmoet, wel zeer tot zijn ongenoe gen, denk ik. U weet toch zeer wel, dat een sportvrouw zijn „bête-noire is?" „Ik geloof, dat hij veel veranderd is, met betrekking tot sport-vrouwen". „Sinds wanneer?" vroeg zij ondeugend. „Ik ben anders blij voor hem; maar het werd ook tijd". Sullivan begreep er nu niets meer van: of deze vrouw was een volleerde actrice, of ze gaf waarlijk niets om Godfrey. Hij kon niet uitmaken wat het wezen zou. Hij was dus nog even wijs, toen hij haar naar de bal zaal terugleidde „Nymmer zeventien ging zoo heerlijk, dat Lorna wel gewenscht had dat er nooit een einde aan kwam en dat Godfrey vast besloten was om haar na afloop te vra gen de zijne te worden: Nu of nooit! Hij installeerde haar in „een lagen stoel joen een oppervlakte kreeg van meer dan 12000 vierk. M., dus een van de grootste buitenlandsche paviljoens op deze tentoon stelling is geworden. De lengte van het ge bouw is 250 M. Bij den hoofdingang bevindt zich in sterk contrast met de laaggehouden archi tectuur van het gebouw: een pylonen-par tij, die ongeveer 30 M. hoog is, waardoor bereikt wordt, dat de Nederlandsche inzen ding van verre reeds opvalt als iets be paalds tusschen de vele, meest in lichte kleur gehouden, gebouwen van de tentoon stelling. Door het zeer tijdelijke karakter van den houw was een uitvoering in houtconstruc tie met zeer goedkoop materiaal noodzake lijk De duur der tentoonstelling zal onge veer zes maanden zijn. Na afloop wordt het gebouw onmiddellijk weer afgebroken. De langgerekte vorm van het paviljoen, dat aan de twee uiteinden afgesloten wordt door de Groote Receptiezaal eenerzijds en door het paviljoen van de gemeente ander zijds, is over twee verkeerswegen van het tentoonstellingsterrein heen geprojecteerd, zoodat de onder-verdieping tweemalen on derbroken wordt door een doorgang, die overdekt wordt door een verdieping, waar in de afdeeling Nederlandsche Koloniën gehuisvest is. De overgang van den beganen grond naar hoogerliggende galerijen en naar de afd. Koloniën is zeer geleidelijk en ge schiedt bijna ongemerkt door telkens eeni ge treden tegelijk. Het interieur werd in hoofdzaak met triplex en celotex afgewerkt, waarbij zoo veel mogelijk partij getrokken werd van de specifieke kleurwerking van deze mate rialen. Voor wat betreft den tuinaanleg rondom het gebouw werd de medewerking verkre gen van een subcommissie uit den Neder- landschen tuinbouw, onder Voorzitterschap van den heer Ernst Krelage. Bij den tuinaanleg, die door den heer H de Lange, tuinarchitect te Rotterdam ont worpen is, is er naar gestreefd, tijdens den ganschen duur van de tentoonstelling vol op bloemen te kunnen toonen. Aanvanke lijk was het zwaartepunt gelegd in groote hoeveelheden potplanten, in breede stroo- ken in het gazon, maar naarmate het pa viljoen grooter afmetingen kreeg, moesten aan andere eischen worden voldaan. Er komen 30.000 Darwin tulpen, ingezon den door het Centraal Bloembollencomité te Haarlem, voorts groote hoeveelheden knolbegonia's, lelie's, struikrozen en dah lia's. Het Nederlandsche paviljoen is door doorgangen verdeeld in 3 gedeelten. Wan neer men het gebouw bij den hoofdingang binnentreedt bevindt men zich in een reus achtige ontvangstzaal. De aandacht van de bezoekers zal ongetwijfeld het eerst wor den getrokken door een wandbeschildering van de Zuiderzeewerken, waardoor duide lijk en op zeer kunstzinnige wijze een beeld wordt gegeven van het ontstaan van onze twaalfde provincie. Deze zaal, die dienst doet .als ontvangst- en receptiezaal, bevat de inzendingen op het gebied van Nederlandsche kunstnijverheid, voor welke afdeeling een afzonderlijke subcommissie EET MEER BROOD Eerste Soester Electrische Brood- en Banketbakkerij Kerkstraat 7 SOEST Telef. 2145 Soesterbergschestraalweg 15, Telef. 2244 (Hoek Gallenkamppelsweg) en wuifde haar koelte toe met haar waaier. „Mag ik u een compliment maken?" „Wel zeker! Als 't oprecht gemeend is". „Daar kunt u van op aan! Nu: u danst heerlijk! Herinnert u zich nog den keer, dat wij voor het laatst samen in een bal zaal waren?" „Zeker". „U wilde toen niet met mij dansen". „En dat was een heele verlichting!" „Dan was ik toen een dwaas! Maar ik ben nu wijzer geworden. En mag ik u nu ook vragen, hoe u hier eigenlijk komt?" „Ik logeer bij de Warringtons". „Gelukkige Warringtons!" Hij moest even in stilte van haar be koorlijk uiterlijk genieten. Toen begon hij want een geschikter oogenblik zou wel niet te vinden zijn. „Miss Conway Iets in zijn toon was haar een waar schuwing, dat het oogenblik kwam; het door haar gewenschte oogenblik; en toch viel zij hem in de rede met haar: „Gaat u morgen naar de Wentworth?" „Ik weet niet. Miss Conway, ik Het viel hem ontzettend moeilijk de be paalde vraag uit te spreken, en al weer viel zij hem in de rede met haar: „Is dat niet de muziék? Zullen wij dan teruggaan?. O, daar heeft u mijn waaier gebroken!" „Wat spijt mij dat!" „Och, 't is niets erg!" Intusschenvan zijn aanzoek kwam niets! Hij moest haar aan den volgenden cavalier afstaan. U is zeker voor den twintigstcn bespro ken?" „Ja; die is voor lord Dudeley!" Godfrey zei niets meer. Hij had ook wel opgemerkt, hoe kwistig genoemde jonge edelman haar zijn attenties bewees. HOOFDSTUK XIV. De dans, volgende op het noodlottige nummer zeventien, was niets geen amusan te, vond Lorna. Zij maakte dien dan ook niet geheel uit, maar had haar cavalier verzocht is ingesteld onder leiding van den heer Ir. J. de BieLeuvelink Tjeenk. In de daarnaast gelegen zaal treft men de verschillende inzendingen van Rijkswe ge aan, zooals de uitgebreide inzending van het Departement van Waterstaat, ge vende een overzicht van de Nederlandsche internationale waterverbindingen en van de Zuiderzeewerken, terwijl verder de aan dacht wordt gevestigd op het aandeel, dat Nederland heeft in het verkeer door het Suez-kanaal. De afdeeling luchtvaart van het Departe ment van Waterstaat toont, wat o.a. op ra dio gebied van Nederlandsche zijde ge schiedt in verband met de Luchtvaart, ter wijl de afdeelingen Kunstverlichting en Hydographie van het Departement van Defensie naar voren brengen, op welke moderne wijze deze twee rijksstellingen werken ter beveiliging van het internatio nale zeevaartverkeer. Tenslotte is in deze zaal nog opgesteld een diorama betrekking hebbende op het Aanbevelend, JOH. KOSTER. Hëerenstraat 20 - Telef. 2706 HILVERSUM Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proef- station. Dit proefstation, tot den bouw waarvan zooals men weet, onlangs werd besloten, heeft ten doel het verrichten van proefne mingen met modellen van schepen en voortstuwers. Wanneer men deze afdeeling verlaat gaat men door een overdekten doorgang naar de 2e afdeeling, waarin in hoofdzaak de Nederlandsche machinenijverheid op zeer waardige wijze vertegenwoordigd is. Vervolgens betreedt men, na het passee- ren van den tweeden overdekten doorgang, de afdeeling, waarin de verdere Nederland sche particuliere deelneming is opgesteld. Aansluitend aan deze afdeeling komt men in de zaal, waarin men de Dordsche en Vlissingsche collectieve deelneming vindt opgesteld terwijl men vervolgens de zaal betreedt, waarin de Amsterdamsche collectieve inzending is ondergebracht. Bij deze afdeeling sluit zich aan de bij zonder uitgebreide collectieve Rotterdam- che afdeeling. Teruggaande in het Amsterdamsche ge deelte bestijgt men met een monumentale trap de bovenverdieping, die zich over het geheele gebouw (met uitzondering van het Rotterdamsche gedeelte) uitstrekt. Deze verdieping is geheel gewijd aan overzeesch Nederland. Daar, zooals bekend is, in 1931 een groote Internationale Koloniale Ten toonstelling in Parijs zal plaats vinden, bleek van particuliere zijde weinig belang stelling, maar niettemin, zal deze afdeeling groote aandacht van de bezoekers trekken, omdat op bijzonder aantrekkelijka wijze in beeld is gebracht, wat Nederlandsch* Oost- Indië, Suriname en Curaqao beteekenen. Bij alle inzendingen van overheidswege is er naar gestreefd, de voorstelling, waarop de aandacht werd gemeend te moeten wor den gevestigd zoo te doen zijn, dat zij de meest mogelijke aandacht zouden kunnen trekken met behulp van verlichte of be llaar even gelegenheid tot rusten te geven. Dit was eigenlijk meer om Godfrey eens samen te zien dansen met Heieen Trecon- nell, die haar beschereven was als nog een oude vlam" van Godfrey, waarom zij een geweldigen haat had opgevat, voor dit jon ge meisje. Juist gingen zij voorbij en Lorna zag hoe Helen Treconnel ondeugend in zijn ge laat opkeek. Waarschijnlijk had zij de een of andere snedige opmerking gemaakt, die hem deed lachen. Kent u Helen Treconnell?" vroeg de ca valier. „Neen; enkel van hooren zeggen". „Ze is een vreeselijke flirt en kan ons al len om den vinger winden als zij wil, Wat ziet Dudeley er vanavond geweldig slecht uit", ging hij voort. „Wij zijn in de rookkamer erg van hem geschrokken. Hij kwam daar binnen, terwijl hij op het punt van flauw-vallen. was. Hij moest een sterke whisky met soda gebruiken om weer bij te komen". „Waarom gaat hij nu door met dansen?" „Och, er was niemand van ons die hem overreden kon om naar huis te gaan. Daar danst hij nu weer met lady Carline Cony- ersMaar wat is dat?" Door de muziek heen werd een kreu nen vernomen en daar zagen ze lord Du deley in een flauwte op den grond liggen. Hij zag spierwit. De hertogin kwam na derbij geijld. „Is hij dood?" fluisterde Carline. „Neen, neen. Hij is enkel maar flauw gevallen". In vijf minuten tijds was de jonge man uit de zaal geleid en werd het dansen her vat. De gastheer, sir Edward Brandon, kwam terug met het bericht, dat lord Dudeley beter was en naar huis was gegaan. Hij zag er verbazend slecht uit. Godfrey hield haar staande, toen zij de trap afging. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 1