T. VAN VLIET
Knap, Rijk en jong
I Modelslagerij z
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Buitenland.
Wat noodig is:
Hoop en Vertrouwen.
Stoomwasscherij
t „DE VLIJT"
Tentoonstelling te
Antwerpen.
Bekendmakingen.
Officieel.
feuilleton
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
EN BEZORGEN
C. VAN EE
Geopend:
Handel in Auto-
Onder d eelen
Achttiende Jaargang
Woensdag 30 April 1930
19.—,
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 S0ESTD1JK
ADVEKTENTIëN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIÈNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. CROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN AOM.-ADRES: VAN WEECESTR. 7 - TEL. 2C62 - SOESTDIJK
HEI AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSELAD NUMMER 3Ê0)
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis dat de Spoor
straat wegens vernieuwing van de wegver
harding gedurende den tijd van 3 maanden
vanaf heden voor het verkeer gesloten zal
zijn.
Soe-t, 25 April 1930.
Burgem. en Wethouders voornoemd
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
De kracht van den mensch neemt
gestadig toe door volharding in één
richting.
EMERSON.
Er bestaat een neiging bij een deel van
het krantenlezend en „aan politiek doend"
Publiek, om zich over te geven aan een
defaitisch pessimisme ten aanzien van den
vooruitgang der internationale vredesge-
dachte en de ontwikkeling van het bewape-
mngsbeperking en ontwapeningsprobleem.
Omdat niet onmiddellijk de meest ingrij
pt nde radicale veranderingen worden tot
^tand gebracht, wereldproblemen in een
vloek en een zucht worden opgelost, noch
vurige vredeswenschen van alle naties op
staanden voet in ontwapeningsdaden wor
den omgezet, gaan sommigen zich te bui
ten aan een kleineerend pessimisme, dat
alle eventueel bereikte zij het ook nog
zoo geringe resultaten verloochent en
voorbijziet, in de teleurstelling over het nog
niet hereiken van het einddoel. Het is ge-
wenscht, hiertegen eens een woord van pro
test te doen hooren. In de eerste plaats
dient men niet uit het oog te verliezen
dat bij al deze internationale vraagstukken
of die nu aangediend worden onder „co
dificatie-conferentie voor het internationaal
recht", „Geneefsche conferentie voor een
tariefbestand", „Londensche beperkingscon
ferentie" of hoe dan ook, toch altijd de
nationale belangen van meer dan veertig
naties in het spel zijn. En al mag men ook
de grootst mogelijke internationale gezind
heid bij de delegaties der verschillende lan
den veronderstellen, dit neemt toch niet
yveg, dat we nu, pas sedert een luttel aantal
jaren, bezig zijn met de fouten en verkeer
de opvattingen recht te zetten, die geduren
de vele, vele eeuwen als hoogste waarheid
hebben gegolden. Men kan daarom wel te
leurgesteld zijn, wanneer weer een confe
rentie voor het oogenblik geheel of gedeel
telijk mislukt, we moeten de hoop niet la
ten zakken, en het vetrouwen niet opgeven,
Want met vallen en opstaan zulen we er
toch komen, en het feit blijft, dat ons stre
ven tot uiting komend in deze telkens
weer bijeen komende conferenties bij
Naar het Engelsch van N. BOWLBY.
15)
(Nadruk verboden).
„Klaar?" riep die. ,.Hoe heb je dat aan
gelegd om al zoo gauw klaar te zijn!" Ik
denk dat ik nog wel een eeuwigheid moet
bezig zijn. Staat mij dit goed, Lorna?"
„Uitstekend! Je zult mij toch ook niet
wijsmaken dat je een half uur voor den
spiegel hebt gestaan, zonder dat je dit we
ten zoudt?"
„Zal ik mijn paarlen dragen, Lorna?"
Die liggen in dat étui. Het was een ver
jaarscadeau van vader."
Lorna trad aan de toilet-tafel en deed
het donkerblauw fluweelen étuitje open.
Een kreet van bewondering ontsnapte haar
loen zij de prachtige paarlen daar zag.
„Hoe eenig!" riep zij. „O, Carline. Je
ïjjoet ze dragen! Ik houd zoo van parels!
^°e, doe ze nu dadelijk aan en laat mij
eeas zien, hoe ze staan.
Eady Carline draalde even en deed toen
cen ander étuitje open.
•.Neen, toch zal ik liever dit dragen!" zei
C(i^ halskettinkje van paarlen en dia-
aoten te voorschijn halend. „Mijn oud-
a" e heeft het mij gegeven en zij ziet het
parels?'^raa& aanhebben. Dan draag jij die
„O neen!" weigerde Lorna.
>.ja, ja. j,j juist een hals er voor!
zuilen bij j0U mooi uitkopienü Nie
mand weett^ immers, dat ze van mij
ï'Jn eb ze nog nooit gedragen! Toe
Lorna, om mij p,^ te doen!"
Het vooruitzicht om met zóó iets moois
te verschijnen was onvveerstaanbaar. Lor
na keek in den spiegel cn was dan wel
zeer voldaan. Ze droeg een wit satijnen
voortduring in de goede richting gaat, en.
zooals Emerson zegt, „de kracht van den
mensch neemt gestadig toe door volharding
in één richting". Zoo zal ook de interna
tionale vredesgedachte, steeds in één rich
ting krachtig voortgezet en bevorderd,
door iedere nieuwe conferentie gestadig in
kracht toenemen, totdat ten slotte 't eind
doel zal zijn bereikt.
Aan den anderen kant hoeven wc onze
teleurstelling niet onder stoelen of ban
ken te steken, mits we maar zórg dragen,
dat geen pessimisme de overhand krijgt.
We kunnen krachtig blijven wijzen op wat
nog bereikt moet worden, zonder blind te
zijn en erkentelijk te zijn voor wat reeds
tot stand gebracht werd. Men kan betreu
ren, dat de Londensche vlootconferentie
geen volledige overeenstemming bracht, en
slechts tot een drie-landen pact voor'de be
perking der vloten leidde, doch zonder het
einddoel prijs te geven kan men ook het
geringe resultaat waardeeren. En we kun
nen allen meehelpen de internationale vre
desgedachte te versterken, door gedachten
van vrede onder de menschen te koesteren
en vast te houden. Laat wantrouwen en
neerslachtigheid niet opgroeien, laat liever
hoop en vertrouwen levendig blijven. Laat
ons, om met Generaal Smuts te spreken,
onder de volken een geest van goede buur
schap kweeken; laten we goede buren van
elkaar worden. Laten we den vreemdeling
binnen onze poorten goed behandelen. La
ten we eerlijk en rechtvaardig zijn jegens
ras- of godsdienstige minderheden; laten
we het evangelie van den goeden wil zoo
wel prediken als betrachten. In de mate
dat deze geest van begrijpen, van eerlijk
heid, van goeden wil onder de naties zich
verbreidt, zullen de oorzaken voor oorlog
verdwijnen, de noodzakelijkheid voor be
wapeningen zullen verminderen, en geleide
lijk zullen de lasten daarvan van de naties
worden afgenomen, en de zaak van den
vrede zal stevig gebouwd worden in de
structuur van sociale gevoelens en publie
ke opinie.
Of zooals Dr, H. C. Culbertson terecht
opmerkt, elk tijdperk verwerpt de wapenen
van het voorafgaande tijdperk, en nu is de
tijd gekomen om alle wapenen van phy-
sieke kracht af te schaffen, en te vertrou
wen op de superieure wapens welke gees
telijk zijn: de wapens van liefde, vergevens
gezindheid en goeden wil. Eens zal de vre
de de draken van den oorlog verdrijven,
even zeker als de dageraad de schaduwen
van den nacht over de heuvelen verdrijft..
De tijd komt inderdaad, dat elk geschil
en elke wrijving opgelost zal worden door
het recht. Hgtzij dit belichaamd is in het
Wereldgerechtshof in den Haag, of een an
der instrument, internationaal erkend en
begiftigd met de hoogste autoriteit.
FLORIS C.
OPGERICHT 1899
ALLEEN EERSTE KWALITEITEN!
TELEFOON No. 33C
POSTGIRO No. 146487
japon en geen ander sieraad dan de kost
bare paarlen.
Lady Carline zuchtte onwillekeurig even.
Zij telde nu al zes-en-twintig zomers en
was blasée van alle bals, die zij had bijge
woond. Haar moeder wilde nu eenmaal
dat zij een titel zou trouwen, vandaar dat
zij nooit eens vrij en vroolijk met iemand
kon omgaan. Zij benijdde nu dit frissche
jonge meisje, die heel het leven nog vóór
zich had en zeker genoeg oprechte waar
deering zou genieten.
Een eerbiedig kloppen op de deur en
Jeanette, het Fransche kameniertje trad
binnen met de waarschuwing dat het rij
tuig voorstond.
„Goed Lorna, dan moeten wij ook
gaan! Vader vindt het zoo verschrikkelijk
om de paarden te laten wachten".
„Kan ik binnenkomen, Carline?" vroeg nu
ook gravin Warrington.
„Wat zie je er allerliefst uit, kind!" sprak
zij onwillekeurig tot Lorna, terwijl zij wel
dadelijk zag, dat het logeetje de paarlen van
haar dochter droeg.
Dit bal was een „gebeurtenis" in het
seizoen en geen wonder, dat Lorna dus
opgewonden was in het vooruitzicht.
Lady Warrington was een waardige cha
peronne en zij stelde de heeren voor aan
haar logée, die in minder dan geen tijd haar
balboekje had gevuld tot nommer zeven
tien.
„Is het mogelijk?" riep een bekende stem
aan haar zijde.
Ze keerde het hoofdje om en een stra
lende uitdrukking kwam er in haar oogen.
„Ik verwachtte niet, u hier te zien, mr.
Loraineü" zei ze haast bedeesd.
„Ik eveneens u hier te zien! Heeft u
nog één dans over? Ik vrees van neen,
want er wordt zoo om u gestreden!"
„Nummer zeventien?"
„Heel graag. Heeft u er nóg een?"
„Alle zijn besproken".
„De extra's ook?"
„Ja, tot den zesden extra!"
M. G. VERSTEEG.
W. van Mechalenstraat 29
AMERSFOORT
FRANCO HALEN
HET NEDERLANDSCHE PAVILJOEN.
Vele inzendingen van rijk en
particulieren.
Men meldt ons:
Overtuigd van het groote belang, dat er
in was gelegen, dat Nederland ook op
waardige wijze aan de wereldtentoonstel
ling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaam-
sche kunst te Antwerpen zou deelnemen,
werd bij Koninklijk Besluit van 23 Augus
tus 1929 No. 23 ingesteld een Centrale Com
missie en een Uitvoerend Comité voor de
deelneming van Nederland aan deze ten
toonstelling, beide onder Voorzitterschap
van den Heer Dr. F. E. Postuma, oud-mi
nister van Landbouw, Nijverheid en Han
del, voorzitter van den Nijverheidsraad, die
tevens werd beneomd als Commissaris-Ge-
:raal.
Verder werden als leden van het Uit
voerend Comité benoemd: de heer Ir. W.
H. van Leeuwen,onder-voorzitter, de heer
Ir. C.J. van Dusseldorp, penningmeester,
de heer H. F. R. Snoek, secretaris, de heer
Ir. E. de Kruyff, lid, welke laatste tevens
werd benoemd als gedelegeerde in België
van het Uitvoerend Comité.
Als vertegenwoordiger van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid werd be
noemd de heer F. K. J. Heringa, admini
strateur Chef van de afd. Handel en Nij
verheid, van het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid en als vertegenwoor
diger van den Minister van Koloniën werd
benoemd de heer Dr. L. J. v. d. Waals, Re
ferendaris, Chef der IVde afdeeling van
het Ministerie van Koloniën.
Het ontwerpen van het Nederlandsche
paviljoen werd toevertrouwd aan den heer
H. Th. Wydeveld, architect B. N. A.
Was het aanvankelijk de bedoeling de
totale oppervlakte van het Nederlandsche
paviljoen pl.m. 6000 vierk. M., te doen zijn,
later bleek het, dat deze ruimte niet vol
doende was in verband met de daardwerke-
lijke belangstelling die van Nederlandsche
officieele en particuliere zijde werd getoond,
zoo dat tenslotte het Nederlandsche pavil-
Reeds werd Lorna weer door haar ca
valier opgeeischt. En zij genoot van alle
nummers, ofschoon zij toch met bijzonder
verlangen uitzag naar nummer zeventien.
Nummer zestien was de Lanciers en haar
vis-a-vis waren Godfrey en lady Carline.
Zij had wel gemerkt, dat haar cavalier
en Godfrey elkaar bijzonder aankeken.
Na den dans, toen zij makkelijk op een
bank was geïnstalleerd, vroeg haar cava
lier: „Neem mij niet kwalijk, maar is u nog
familie van miss Conway van Greyham?"
„Ik bèn miss Conway van Greyham".
„O, dat dacht ik wel".
„Kent u Greyham, mr. Sullivan?"
„Een oude kameraad van mij heeft daar
den vorigen winter gelogeerd. Misschien
dat u hem wel eens ontmoette. Hij heet Lo-
raine".
„Mr. Loraine? O ja, we hebben elkaar
telkens gezien!"
Sullivan vond niet, dat haar gelaatsuit
drukking iets verraaadde. Toch had hij van
Godfrey zeiven gehoord van zijn gedenk
waardig bezoek aan Creyham en aan Lor
na.
Ja, we hebben elkaar ook op het jacht
veld ontmoet, wel zeer tot zijn ongenoe
gen, denk ik. U weet toch zeer wel, dat
een sportvrouw zijn „bête-noire is?"
„Ik geloof, dat hij veel veranderd is, met
betrekking tot sport-vrouwen".
„Sinds wanneer?" vroeg zij ondeugend.
„Ik ben anders blij voor hem; maar het
werd ook tijd".
Sullivan begreep er nu niets meer van:
of deze vrouw was een volleerde actrice, of
ze gaf waarlijk niets om Godfrey. Hij kon
niet uitmaken wat het wezen zou. Hij was
dus nog even wijs, toen hij haar naar de bal
zaal terugleidde
„Nymmer zeventien ging zoo heerlijk,
dat Lorna wel gewenscht had dat er nooit
een einde aan kwam en dat Godfrey vast
besloten was om haar na afloop te vra
gen de zijne te worden: Nu of nooit!
Hij installeerde haar in „een lagen stoel
joen een oppervlakte kreeg van meer dan
12000 vierk. M., dus een van de grootste
buitenlandsche paviljoens op deze tentoon
stelling is geworden. De lengte van het ge
bouw is 250 M.
Bij den hoofdingang bevindt zich in
sterk contrast met de laaggehouden archi
tectuur van het gebouw: een pylonen-par
tij, die ongeveer 30 M. hoog is, waardoor
bereikt wordt, dat de Nederlandsche inzen
ding van verre reeds opvalt als iets be
paalds tusschen de vele, meest in lichte
kleur gehouden, gebouwen van de tentoon
stelling.
Door het zeer tijdelijke karakter van den
houw was een uitvoering in houtconstruc
tie met zeer goedkoop materiaal noodzake
lijk De duur der tentoonstelling zal onge
veer zes maanden zijn. Na afloop wordt
het gebouw onmiddellijk weer afgebroken.
De langgerekte vorm van het paviljoen,
dat aan de twee uiteinden afgesloten wordt
door de Groote Receptiezaal eenerzijds en
door het paviljoen van de gemeente ander
zijds, is over twee verkeerswegen van het
tentoonstellingsterrein heen geprojecteerd,
zoodat de onder-verdieping tweemalen on
derbroken wordt door een doorgang, die
overdekt wordt door een verdieping, waar
in de afdeeling Nederlandsche Koloniën
gehuisvest is.
De overgang van den beganen grond
naar hoogerliggende galerijen en naar de
afd. Koloniën is zeer geleidelijk en ge
schiedt bijna ongemerkt door telkens eeni
ge treden tegelijk.
Het interieur werd in hoofdzaak met
triplex en celotex afgewerkt, waarbij zoo
veel mogelijk partij getrokken werd van
de specifieke kleurwerking van deze mate
rialen.
Voor wat betreft den tuinaanleg rondom
het gebouw werd de medewerking verkre
gen van een subcommissie uit den Neder-
landschen tuinbouw, onder Voorzitterschap
van den heer Ernst Krelage.
Bij den tuinaanleg, die door den heer H
de Lange, tuinarchitect te Rotterdam ont
worpen is, is er naar gestreefd, tijdens den
ganschen duur van de tentoonstelling vol
op bloemen te kunnen toonen. Aanvanke
lijk was het zwaartepunt gelegd in groote
hoeveelheden potplanten, in breede stroo-
ken in het gazon, maar naarmate het pa
viljoen grooter afmetingen kreeg, moesten
aan andere eischen worden voldaan.
Er komen 30.000 Darwin tulpen, ingezon
den door het Centraal Bloembollencomité
te Haarlem, voorts groote hoeveelheden
knolbegonia's, lelie's, struikrozen en dah
lia's.
Het Nederlandsche paviljoen is door
doorgangen verdeeld in 3 gedeelten. Wan
neer men het gebouw bij den hoofdingang
binnentreedt bevindt men zich in een reus
achtige ontvangstzaal. De aandacht van de
bezoekers zal ongetwijfeld het eerst wor
den getrokken door een wandbeschildering
van de Zuiderzeewerken, waardoor duide
lijk en op zeer kunstzinnige wijze een
beeld wordt gegeven van het ontstaan van
onze twaalfde provincie. Deze zaal, die
dienst doet .als ontvangst- en receptiezaal,
bevat de inzendingen op het gebied van
Nederlandsche kunstnijverheid, voor welke
afdeeling een afzonderlijke subcommissie
EET MEER BROOD
Eerste Soester Electrische Brood- en
Banketbakkerij
Kerkstraat 7 SOEST Telef. 2145
Soesterbergschestraalweg 15, Telef. 2244
(Hoek Gallenkamppelsweg)
en wuifde haar koelte toe met haar waaier.
„Mag ik u een compliment maken?"
„Wel zeker! Als 't oprecht gemeend is".
„Daar kunt u van op aan! Nu: u danst
heerlijk! Herinnert u zich nog den keer,
dat wij voor het laatst samen in een bal
zaal waren?"
„Zeker".
„U wilde toen niet met mij dansen".
„En dat was een heele verlichting!"
„Dan was ik toen een dwaas! Maar ik ben
nu wijzer geworden. En mag ik u nu ook
vragen, hoe u hier eigenlijk komt?"
„Ik logeer bij de Warringtons".
„Gelukkige Warringtons!"
Hij moest even in stilte van haar be
koorlijk uiterlijk genieten. Toen begon hij
want een geschikter oogenblik zou wel
niet te vinden zijn.
„Miss Conway
Iets in zijn toon was haar een waar
schuwing, dat het oogenblik kwam; het
door haar gewenschte oogenblik; en toch
viel zij hem in de rede met haar: „Gaat u
morgen naar de Wentworth?"
„Ik weet niet. Miss Conway, ik
Het viel hem ontzettend moeilijk de be
paalde vraag uit te spreken, en al weer
viel zij hem in de rede met haar: „Is dat
niet de muziék? Zullen wij dan teruggaan?.
O, daar heeft u mijn waaier gebroken!"
„Wat spijt mij dat!"
„Och, 't is niets erg!"
Intusschenvan zijn aanzoek kwam
niets! Hij moest haar aan den volgenden
cavalier afstaan.
U is zeker voor den twintigstcn bespro
ken?"
„Ja; die is voor lord Dudeley!"
Godfrey zei niets meer. Hij had ook wel
opgemerkt, hoe kwistig genoemde jonge
edelman haar zijn attenties bewees.
HOOFDSTUK XIV.
De dans, volgende op het noodlottige
nummer zeventien, was niets geen amusan
te, vond Lorna. Zij maakte dien dan ook niet
geheel uit, maar had haar cavalier verzocht
is ingesteld onder leiding van den heer Ir.
J. de BieLeuvelink Tjeenk.
In de daarnaast gelegen zaal treft men
de verschillende inzendingen van Rijkswe
ge aan, zooals de uitgebreide inzending
van het Departement van Waterstaat, ge
vende een overzicht van de Nederlandsche
internationale waterverbindingen en van de
Zuiderzeewerken, terwijl verder de aan
dacht wordt gevestigd op het aandeel, dat
Nederland heeft in het verkeer door het
Suez-kanaal.
De afdeeling luchtvaart van het Departe
ment van Waterstaat toont, wat o.a. op ra
dio gebied van Nederlandsche zijde ge
schiedt in verband met de Luchtvaart, ter
wijl de afdeelingen Kunstverlichting en
Hydographie van het Departement van
Defensie naar voren brengen, op welke
moderne wijze deze twee rijksstellingen
werken ter beveiliging van het internatio
nale zeevaartverkeer.
Tenslotte is in deze zaal nog opgesteld
een diorama betrekking hebbende op het
Aanbevelend, JOH. KOSTER.
Hëerenstraat 20 - Telef. 2706
HILVERSUM
Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proef-
station.
Dit proefstation, tot den bouw waarvan
zooals men weet, onlangs werd besloten,
heeft ten doel het verrichten van proefne
mingen met modellen van schepen en
voortstuwers.
Wanneer men deze afdeeling verlaat gaat
men door een overdekten doorgang naar
de 2e afdeeling, waarin in hoofdzaak de
Nederlandsche machinenijverheid op zeer
waardige wijze vertegenwoordigd is.
Vervolgens betreedt men, na het passee-
ren van den tweeden overdekten doorgang,
de afdeeling, waarin de verdere Nederland
sche particuliere deelneming is opgesteld.
Aansluitend aan deze afdeeling komt men
in de zaal, waarin men de Dordsche
en Vlissingsche collectieve deelneming
vindt opgesteld terwijl men vervolgens de
zaal betreedt, waarin de Amsterdamsche
collectieve inzending is ondergebracht.
Bij deze afdeeling sluit zich aan de bij
zonder uitgebreide collectieve Rotterdam-
che afdeeling.
Teruggaande in het Amsterdamsche ge
deelte bestijgt men met een monumentale
trap de bovenverdieping, die zich over het
geheele gebouw (met uitzondering van het
Rotterdamsche gedeelte) uitstrekt. Deze
verdieping is geheel gewijd aan overzeesch
Nederland. Daar, zooals bekend is, in 1931
een groote Internationale Koloniale Ten
toonstelling in Parijs zal plaats vinden,
bleek van particuliere zijde weinig belang
stelling, maar niettemin, zal deze afdeeling
groote aandacht van de bezoekers trekken,
omdat op bijzonder aantrekkelijka wijze in
beeld is gebracht, wat Nederlandsch* Oost-
Indië, Suriname en Curaqao beteekenen.
Bij alle inzendingen van overheidswege
is er naar gestreefd, de voorstelling, waarop
de aandacht werd gemeend te moeten wor
den gevestigd zoo te doen zijn, dat zij de
meest mogelijke aandacht zouden kunnen
trekken met behulp van verlichte of be
llaar even gelegenheid tot rusten te geven.
Dit was eigenlijk meer om Godfrey eens
samen te zien dansen met Heieen Trecon-
nell, die haar beschereven was als nog een
oude vlam" van Godfrey, waarom zij een
geweldigen haat had opgevat, voor dit jon
ge meisje.
Juist gingen zij voorbij en Lorna zag
hoe Helen Treconnel ondeugend in zijn ge
laat opkeek. Waarschijnlijk had zij de een
of andere snedige opmerking gemaakt, die
hem deed lachen.
Kent u Helen Treconnell?" vroeg de ca
valier.
„Neen; enkel van hooren zeggen".
„Ze is een vreeselijke flirt en kan ons al
len om den vinger winden als zij wil,
Wat ziet Dudeley er vanavond geweldig
slecht uit", ging hij voort. „Wij zijn in de
rookkamer erg van hem geschrokken. Hij
kwam daar binnen, terwijl hij op het punt
van flauw-vallen. was. Hij moest een sterke
whisky met soda gebruiken om weer bij te
komen".
„Waarom gaat hij nu door met dansen?"
„Och, er was niemand van ons die hem
overreden kon om naar huis te gaan. Daar
danst hij nu weer met lady Carline Cony-
ersMaar wat is dat?"
Door de muziek heen werd een kreu
nen vernomen en daar zagen ze lord Du
deley in een flauwte op den grond liggen.
Hij zag spierwit. De hertogin kwam na
derbij geijld.
„Is hij dood?" fluisterde Carline.
„Neen, neen. Hij is enkel maar flauw
gevallen".
In vijf minuten tijds was de jonge man
uit de zaal geleid en werd het dansen her
vat.
De gastheer, sir Edward Brandon, kwam
terug met het bericht, dat lord Dudeley
beter was en naar huis was gegaan.
Hij zag er verbazend slecht uit.
Godfrey hield haar staande, toen zij de
trap afging.
(Wordt vervolgd).