Zweedsche
Belevenissen
De strijd om het Openbaar
Onderwijs op Hees.
Rechtzaken.
Witte Heide
DE ZEGENINGEN DER PACIFICATIE!
Principieel afstemmen ondanks gebleken
billijkheid.
F TE TT ÏT> LETOTS
Men kent de geschiedenis.
02 ouders van kinderen op Hees verzoch
ten aan den Gemeenteraad over te gaan
tot de stichting eener Openbare School op
Hees.
Tot dusverre bestaat alleen de mogelijk
heid daar onderwijs te verkrijgen in de
Christelijke School voor L.O. aan de
Schoolstraat, waarvan hoofd is de heer W.
Frederiks.
Om begrijpelijke redenen prefereerden de
ze 62 ouders Openbaar Onderwijs voor hun
kinderen; omdat in de Christelijke school
zoo licht allerlei indrukken in de zoo jeug
dige en dus zeef ontvankelijke kinderziel
tjes opgedaan worden^ die wel niet als ver-
dervelijk worden aangemerkt en ook niet
steeds verwerpelijk zijn, doch die groote
kans op vervreemding van het milieu waar
in de ouders leven en derhalve verscheurd
heid van het gemoedsleven der familie ge
ven, of tot gevolg kunnen hebben.
Al wie wel eens van nabij heeft medege
maakt de gesprekken tusschen zéér jeug
dige kinderen, en hun broertjes, zusjes en
ouders over hetgeen ze op school hebben
gehoord, geleerd en ondervonden, zal dat
aanvoelen, want voor het jeugdige kind is
,,de juffrouw" of „de meester" van school,
degene die alles weet.
Doch die 62 ouders waren noodgedwon
gen genoodzaakt hu,n kinderen naar de
Christelijke School op Hees te zenden, die
vlak bij is, terwijl de Openbare Scholen
(Kierkebuurt en Beetzlaan) 3y, K.M. ver
weg waren. Daar de bezwaren tegen dat
zenden naar de Christelijke School steeds
grootcr werden en het aantal bewoners op
Hees, die Openbaar Onderwijs begeerden,
ook steeds toenam, verzocht men tenslotte
aan het Gemeentebestuur om een Openbare
School op Hees te stichten.
Dit nu was natuurlijk geenszins naar den
zin van het Christelijke Schoolbestuur, dat
zijn lammetjes al zag overloopen en zijn
mooie Christelijke School ontvolken. En
dies trokken de Christelijke heeren onder
aanvoering van dominé Groeneveld, en het
Schoolhoofd Frederiks er op uit, om de 62
ouders snoode ondertetkenaars van dat
verzoek, tot andere gedachten te brengen
Dat daarbij niet altijd even kieskeurige mid
delen gebruikt werden-; is eenigen tijd ge
leden in ons blad omschreven. Broodroof,
beloften tot steun in geld en in nature voor
het gezin en voor de kinderen en andere
diergelijke schoone (christelijke?) handelin
gen waren, daarbï; scheering en inslag. Alle
hens werden aan dek gehaald om de onder
teekenaars te bewegen hun eenmaal ge
plaatste handteekening terug te nemen.
Het was het gewone handteekeningen-ge-
scharrel, zooals men dat meermalen op
weerzinwekkende wijze heeft kunnen con-
stateeren. En werkelijk, men slaagde erin,
vele onderteekenaars op de schreden huns
weegs te doen terugkeeren. Het aantal liep
terug tot 50 en volgens een verklaring van
28 April tot35.
Of voor die 27 kinderen nu werkelijk ge
rust geen Openb. Onderwijs wordt begeerd,
of dat ze zich door meer of minder belang
rijke toezeggingen maar hebben laten over
halen of bang waren voor represailles, zal 't
onderzoek, dat daarnaar hangende is. moe
ten uitwijzen.
Van de andere zijde meende men aan dien
strijd om handteekeningen niet te moeten
mededoen; men had wel weer aan het werk
kunnen tijgen, en de 27 afvalligen weer be
zoeken om zoodoende de intrekking hunner
handteekening weer ongedaan te maken
en ongetwijfeld zou men daar ook wel suc
ces mede hebben bereikt, maar terecht oor
deelde men efen dergelijke handelswijze be
neden zich.
Vergelijken wij echter eens de stemcij-
fers van de laatste .drie verkiezingen, uit
gebracht op Hees. dan zien wij, dat in 1931
voor den Gemeenteraad de linkerpartij 163
van de 370 stemmen haalden (44%), in 193)
voor de Provinciale Staten 115 van de 378
(30 en in 1929 voor 2de Kamer 166 van
de 401 (41 Hierbij hebben wij de kleinere
christelijke partijen bij rechts en de klei
nere neutrale partijen bij links mede geteld.
Gezien het feit, dat wij ook de Christelijk
j Historischen bij rechts hebben opgeteld en
deze in principe vóór Openbaar Onderwijs
zijn, geven gemelde percentages dus nog
een veel te gunstig beeld voor de tegenstel
ling Bijzonder Onderwijs contra Openbaar
Onderwijs. Ondanks dat kan men dus zien,
dat redelijkerwijs gesproken op Hees onge-
veer 40 der kiezers en men mag dus
J aannemen 40 der bewoners - Openbaar
- Onderwijs voorstaan; hieraan kan geen en
kele „handteekening-terugtrekkingslijst" van
de heeren Frederiks c.s» iets veranderen.
Doch wat doet nu de Gemeenteraad?
B. en W. wilden! geen O-enbare School
oprichten, maar stelden voor de gegadigde
leerlingen uit Hees 's morgens per autobus
te doen halen om ze te doen brengen naar
de scholen aan de Kerkebuurt of Beetzlaan,
waar ze dan moesten overblijven en in de
wintermaanden na afloop der lessen weder
om naar Hees zouden worden terugge
bracht. 's Zomers moesten ze maar loopen.
Dit laatste nu, en ook het overblijven
's middags zonder warm eten, is voor jeug
dige kinderen van 6, 7 en 8 j. natuurlijk een
bezwaar. Dat B. en W. uit hetgebruik, dat
van de autobus zou worden gemaakt, wilden
laten blijken de grootte van het verlangen
op Hees naar Openbaar Onderwijs, om dan
later bij gebleken voldoend verlangen, groo-
te maatregelen te beramen om de noodige
schoolruimte beschikbaar te stellen, was
I dus klaarblijkelijk foutief. Ongetwijfeld zou
het gebruik van de autobus veel en veel
minder zijn' geweest dan de grootte van .ge-
noemd verlangen, en dat wel door de meer-
dere practische en groote bezwaren tegen
I dat schoolbezoek per autobus. Het College
moet dat toch ook wel zelf hebben ingezien,
doch dan zou de proef dus opzettelijk op
gezet zijn om falikant uit te loopen?
Dat de meeste voorstanders van Open
baar Onde.wijs onder die omstandigheden
I heelemaal niet van die proef wiloen weten,
is dus zeer begrijpelijk; de opzet was al tè
doorzichtig! En met 5 tegen 10 werd beslo
ten de proef NTET te houden.
Een voorstel om, gezien het geuite verlan.
gen, een Openbare School op Hees te stich
ten, werd echter verworpen met 8 tegen 7,
rechts tegen links. Alleen de R.K. heer van
Dam, die meen'de, dat aan het rechtmatig
verlangen der aanvragers naar recht en bil
lijkheid moest worden voldaan, stemde van
rechts vóór. Dat hij tegen zijn eigen partij-
genooten inging en den moed had zuflks
1 zelfs openlijk en in een principieel geval
te getuigen, stemt tot groote waardeering,
en men heeft daaruit kunnen opmerken, dat
er onder rechts toch nog wel menischen te
.vinden zijn, die niet altijd mee willen doen
aan steeds doorgevoerde „principiën rei-
terei", doch nog kunnen en willen uitkomen
voor hun eerlijke overtuiging, als het tegen
deel daarvan naar hun meening onrecht zou-
1 de beteekenen. Dat er bij Rechts meerdere
van soortgelijke ongetwijfeld niet van
moed ontbloote personen mochten wor-
den gevonden.
Doch wat te denken van den Christelijk
Historischen) Heer Hornsveld. Deze zat
door het vóórstemmen van den heer van
Dam net op de wip. De partij, die hij verte
genwoordigt is volgens haar eigen pro
gramma's vóór Openbaar Onderwijs en te
gen ontwrichting van het gezinsleven. Al
wie den heer Hornsveld kent in de lange
1 jaren, dat deze al te Soest woont, weet
ook, dat deze zich steeds voordoet en alge-
meen beschouwd wordt als een vrijzinnig
man. Des te meer stemt het dus tot ont-
stemming dat het juist de stem van dit
van huis uit vrijzinnig raadslid was, die,
mèt de „principiën reiters" van rechts, den
doorslag gaf aan het onmogelijk maken
van het geven van Openbaar Onderwijs op
Hees!
Dat de voorstanders daarvan thans, na
de gevallen beslissing, stil zullen zitten, is
weinig aannemelijk. Ongetwijfeld zal men
voortgaan te zoeken na^r de oplossing van
een hoogst ongewenschten toestand, die cfn-
mogelijk nog lang bestendigd kan blijven
Laten we hopen, dat met een weinig goe
den wil er nog wel een gunstige oplossing
voor de voorstanders van Openbaar Onder
wijs te vinden zal zijn.
KANTONGERECHT TE AMERSFOORT
De Zoetelaar onttroond.
Wat is Sch. de zoetelaar bij de infanterie-
troepen, garnizoen Amersfoort, ons uit de
hand gevallen!
Men herinnert zich het geval van vorige
zitting. Heden was de verbalisant opgeroe
pen, de rijksveldwachter van Raad en Sch.
kwam eerst veel later ter zitting voor een
nieuw verbaal, dat op hem lag te wachten.
De schoone opgaven van vorige weck
fladderden weg. De vergunning van den
Garnizoenscommandant voor zoetelen bij de
troepen van het Amersfoortschc garnizoen
stond ten name van G. Sch. En zoetelaar in
quaestie was N. H. Sch.. de broeder van G.
Bovendien liep dit attest tot 1 Maart 1931.
Was niet, of nog niet, verlengd, daar klach
ten van Officieren waren binnengekomen.
Bovendien sloeg het op de Leusderhei en
niet op de plek van bekeuring de Kamp van
Zeist, wat resorteert onder garnizoen U-
trecht. En de Garnizoenscommandant had
nooit per-missie aan een der Sch.'s verleend
en zou het ook nooit doen, volgens de
woorden van den verbalisant.
Eisch en vonnis werden dus veroordee
ling. We meenen f 3.Hierbij kwam aan
het einde van de zitting nog f 2.bij voor
het toen behandelde verbaal, in gelijksoor
tige zaak.
Het doorslippen.
Men kent de liefhebberij om tusschen twee
van weerskanten komende wagens door te
slippen, met het te verwachten resultaat, dat
er havening plaats vindt. Dat was 2den
Paaschdag in Soest geschied, en de geha
vende dokter uit Rotterdam kwam getui
gen. De afwezige dader G-. S. kreeg f 30.
op zijn nota.
Puin verbranden.
I Niet denken aan metselpuin. Ook bij den
landbouw spreekt men van puin, het on
kruidgewas, dat van het veld moet, wan
neer men wil zaaien en poten. In voorjaar
en najaar ziet men vaak rook opstijgen van
de bouwlanden. Dan wordt dat „puin" door
verbranding opgeruimd,. A. H. in Soest
had dat 21 Maart ook gedaan, zooals hij
zei. Miaar tevens had hij het gras op den
berm aangestoken. Het kost hem f 5.
Art. 23 Motor- en. Rijwielwet.
Het liep over een autorijder, die de Lan-
gestraat te Amersfoort was ingereden van
af de Varkensmarkt. Een agent stond daar
geposteerd om de rijders te waarschuwen
dat de passage door de Kamperbinnenpoort
was afgesloten. Onze rijder, een volbloed
Amersfoorter, had het stopteeken van den
agent „voor kennisgeving aangenomen." Hij
was doorgereden, want hij moest in de Lan-
gestraat zelve zijn.
Dit niet stilhouden op last van politie was
geverbaliseerd en gemerkt als overtreding
van art. 23 M.- en Rijwielwet.
Dit artikel luidt:
„De bestuurder van een motorrijtuig of
rijwiel is op een weg of rijwielpad verplicht
gevolg te geven aan de door de in artikel
34 genoemde ambtenaren en beambten in
het belang van de vrijheid of de veiligheid
van het verkeer gegeven bevelens en aan
wijzingen."
Mr. Stadig al hier, rechtskundige bijstand
voor verd., nam als hoofdverweer „het be
lang van de vrijheid en veiligheid van het
verkeer."
Dit leed hier geen gevaar, want de ob
structie bevond zich eerst aan het einde der
Langestraat, waar dus verd. niet komen zou.
De Langestraat zelve was niet officieel af
gesloten of gedeeltelijk afgesloten. De agent
stond er slechts ter waarschuwing].
De vaststelling van gevaar voor vrijheid
en veiligheid van verkeer is niet overge
laten aan het inzicht van een agent. Deze
heeft slechts verbaal op te maken en het is
aan het inzicht der politie in functie. Dat
deelen.
Naar het Engelsch.
i)
Plotseling hield de trein met veel geraas
stil. Amy stond op uit haar hoekje in den
derde-klas-coupé, keek uit het portier
raampje en haalde met lange teugen dc
heerlijke heidelucht in, die binnenstroomde.
Haar medereizigers waren, een vrouw van
buiten en een heer, dien zij al opgemerkt
had op het station te St.-Pancras.
Er hapert zeker iets aan de locomo
tief, kondigde zij aan, terwijl zij haar hoek-
plaatsjè weer innam.
Voor mijn part had de locomotief het
nog maar wat langer uitgehouden, ant
woordde de vrouw. Ik moet in Acawlawne
wezen.
Ik óók, zei Amy.
O, dan is u zeker de zuster van Miss
Burnham?
Hoe komt u zoo daarbij?
Nu,, zóó veel jonge dames zijn er niet
in Acawlawne! Tenminste mijn dochter,
Anny Gay, die op den Watermolen dient,
was er verleden Zondag vol van, dat er nóg
iemand in huis kwam. Niet dat zij het niet
goed vinden kan met Miss Burnham, maar
Annie heeft eerst op dc pastorie gediend
en dan is het op den Watermolen heel stil.
I)e heer, die eerst uit het portierraampje
had gekeken, wendde zich nu om en vroeg
zeer onverwacht:
Waaruit bestaat de bevolking van
Acawlawne?
Dat zou ik niet zoo ineens kunnen zeg-
gen, sir. We hebben er twee winkels en
een postkantoor. Sir Basil Tressidon bezit
hier alle landerijen in den omtrek. Ik had
niet gehoord, dat er iemand verwacht werd
op den Hall of in de pastorie, maar u zult
toch zeker wel naar een van die twee hui
zen gaan, of is u misschien gekomen voor
zaken met Sir Basil?
Ik ben in Acawlawne gekomen, om
er een paar weken rust te nemen, lichtte
hij toe. Er zal toch wel een hotelletje zijn?
Zeker. En als u liever dóir logeert, dan
zeg ik niets meer; maar, mocht u soms over
een pension denken, ik ben gewoon 's zo
mers logé's te nemen en ik weet het hun
best naar den zin te maken!
I Kom, Wilson, doe het portier als-je-
I blieft, open! Miss Tressidon en ik wilden
dit eind liever wandelen.
Het was de stem van een jongmens^h, die
vrij gebiedend klonk, uit het portierraampje
daarnaast en die de rederijkheid van Mrs.
Gay eveir tot stilstaan had gebracht1. Ze
I boog zich voorover, óm in ademlooze be-
langstelling toe te luisteren,
I Het is Mr. Christopher, zei ze, de neef
van Sir Basil, die bij hem woont op de
Court met zijn zuster, Miss Gwendolyn.
Amy's nieuwsgierigheid was nu gaande
gemaakt. Ze stond weer op en keek uit het
raampje, nog net bijtijds, om den conduc-
'teur hoofdschuddend een eerste-klas-coupé
te zien ontsluiten.
Ik blijf er bij, Sir, dat u beter deedt,
met te wachten. Het is een lange wande.
ling voor een dame, zoo over de heide.
Dacht je, dat ik lust had, om te wach-
ten, tot er een andere locomotief aange
snord kwam?Kom, Gwen, ik zal je
wel helpen.
I Een flink, blozend jong meisje trad den
coupé uit, maar had wel de hulp van haar
broer noodig, zóó'n hooge stap was het!
Wat een alleraardigst paar! dacht Amy,
Ze waren blond en hadden blauwe oogen,
zóó tintelend van geestkracht en levenslust,
dat zij zich onmiddellijk tot hen aangetrok
ken voelde. Wilson, de conducteur, keek
naar hen en zei:
Die jonge dame dadr gaat ook naar
Acawlawne,
Ilun oogen ontmoetten elkaar, Christo
pher Tressidon nam de pet af en zei zacht
jes tegen zijn zuster:
Toe, zeg eens iets, Gwen.
Eenigszins verlegen wendde Gwendolyn
zich tot Amy.
U is zeker Miss Burnham? Wij kennen
uw zuster; zij heeft ons verteld, dat u
kwam. Dit zal wel een langdurig opont
houd worden; daarom hebben mijn broer
en ik besloten, om te loopen; maar het is
wel vier mijlen af.
Amy maakte een gretig gebruik van deze
uitnqodiging en werd door Chris zeer hof
felijk geholpen.
Broer en1 zuster liepen ieder aan een kant
van het jonge meisje, dat vroolijk pratende
en lachende den tocht aanvaardde.
Soort zoekt soort, zuchtte Mrs. Gay.
Jongelui sluiten gauw vriendschap. Of Sir
Basil nu ook zoo toeschietelijk zal zijn!.
Sir Basil is de landheer van Acawlawne,
niet waar? vroeg Mr. Clark, beleefd be
langstellend.
De Tressidons van de Court, sir, heb
ben al een vijf hondetd jaar hier op het
Huis gewoond. De jongelui, die u zooeven
zag, zijn de weezen van den broer van Sir
Basil. Hij heeft ze bij zich op de Court
een tehuis geboden. En, als hij niet trouwt,
en geen eigen kinderen nalaat, zal Mr.
Christopher zijn erfgenaam wezen. Sir Ba
sil is al over de veertig en hij heeft nooit
naar eenige vrouw gekeken, totOf
neen: van praten houd ik niet!
Mr. Clark zei niets, maar, gevleid als zij
zich voelde door zijn groote belangstelling,
ging Mrs. Gay voort:
Het wordt nu eerstdaags een jaar. dat
de oude Mr. Burnham van den Watermolen
gestorven is en het goed heeft nagelaten
aan een| nicht, waarvan we hier geen van
allen ooit gehoord hebben. Niet dat dit
nu nóg veel zegt, want de oude Mr. Burn
ham was altijd bijzonder in zichzelven ge
keerd. Een gierigaard noemden ze hem en
nog allerlei andere praatjes deden de ron
de. Zoo moet hij bijna twintig jaar, steeds
in dezelfde kamer gewoond hebben en met
geen ander in huis, dan de oude gedienstige,
Deborah Bliss, die, volgens beschrijving in
Openb. Ministerie, mr. Zijlstra wees dit
laatste af. De beoordeeling is wel degelijk
aan het in inrecht der politie in functie. Dat
is niet aan den Rechter. Hier was geen
gehoor gegeven aan het politiebevel; daar
om >chuldig. Als eisch werd gesteld f 3.
boete. Volgende zitting schriftelijk vonnis.
UITSPRAKEN KANTONGERECHT.
Arbeidswet: G. v. d. B. Soest f 25 of 10
dagen.
Wielrijden zonder licht W. S. Soest f 5
of 2 dagen.
Vervolg.
Het ging ook. Toch stel ik mij voor, dat
wij ons aanmerkelijk gemakkelijker zouden
hebben kunnen bewegen, den volgenden
morgen, zonder deze gastvrijheid. Maar het
is niet beleefd, om daar achteraf schimp
scheuten op te gaan maken. Na het ontbijt,
samengesteld uit resten van het souper van
den vorigen avond, maakten wij ons gereed
voor 't vervolgen van onzen tocht. Maar.
n de algemeene feestvreugde hadden wij on
ze Scania, ganschelijk vergeten, 'e Nachts
was 't apparaat in slaap geraakt met dc kou
de en ziet, daar stond hij nu te bibberen met
een bevroren radiateur, die, na het ont
dooien, lek bleek te zijn. En niet gering.
Hier moest kennelijk eerst gerepareerd wor
den. De gealarmeerde garagebaas riep een
omvangrijke koperslager als expert erbij,
die meende, dat bij 't geval vóór Zaterdag
wel bekeken zou hebben. Het was N.B.
Dinsdag! Zoodat wij den man afwisselend
vriendelijk, vermanend, klagend en dreigend
toespraken, hem overhaalden, al was het dan
ook maar één keer van zijn leven, zich te
haasten en tenslotte de belofte kregen, dat
voor den avond de schade hersteld zou zijn
De medicienne-pianiste, die met vele an
dere getrouwen van den huize, op het terrein
van de ramp verschenen was, raadde ons
aan, te gaan wandelen en den wagen na te
laten brengen.
Er was iets vóór te zeggen. De l'ppsala'-
sche gastvrijheid was volledig, maar van
ten soort, waaraan men wennen moest.
Frissche lucht scheen aantrekkelijk, als re
creatie. Wij raadpleegden onze kaarten, 30
KiM. scheen een mooi dagtraject en Aren-
tuna werd als rendez-vous vastgesteld, waar
de bereidwillige garagehouder den wagen
na herstelling beloofde te zullen afleveren.
Wij logen op weg; de vrouwelijke adspi-
rant-Aesculaap, die nu een sportieve aanval
had, wilde ons een eindweg vergezellen.
Hoe het zij, haar sportieve aanvallen waren
minder schadelijk voor de zenuwen, dan
haar muzikale. Van den beginne onder
hielden wij een vlot tempo, zoodat wij het
stadstrammetje, dat steeds één lijn heeft,
maar waarvan de wagens, afgedankt mate- Rosén verheugd naar hef raam snelde, bleek
riaal uit de hoofdstad, niet te min groote het niet van de vurig verbeide Scania te
borden dragen „Lijn 1", glansrijk bijhielden /_jjn. Dan maar weer wachten
na tien minuten de breede landweg 1 Herr Rosén ontplooide een ware arti
voor ons lag. citcit, om gecamoufleerd ie geeuwen, stak
Wij voelden ons in hooge mate sportief; Qm de vier minuten zijn onhebbelijk zwarte
Herr Söderstierna, die allerlei kampeer- [sigaar aan, die dan weer drie minuten dL-
materiaal medegenomen had, vermoedelijk ponibel had, om uit ie gaan, en deed melig
het meest. Zijn sportiviteit ging evenwel niet Herr Söderstierna maakte fröken Ragnhild
zóó ver, om geen toespelingen te gaan ma- het hof op een zwaarwichtige verouderde
ken, toen de groote rugzak hem na de eer- manier, die vermoedelijk tot de groote-hoe-
ste vijf, zes kilometer blijkbaar te zwaar den-en-corsetten-galanterie van omstreeks
begon te worden. Herr Rosen, die zich te- 1905 behoorde. Maar dat is van voor mijn
gen het medenemen van iedere vorm van tijd, tenminste van voor mijn tijd van eenige
bagage gekant had, hield zich aan beide hofmakerij, dus zal ik mij maar geen verder
ooren doof op dit punt. Zoodat ik mij wel oordeel aanmatigen. In ic
in, een pan, een kookapparaat, en
Wij lieten hem niet uitspreken, riepen in
koor:
Maar had dat dan eerder gezegd!
Allen stonden stil, als ware er „Halt!"
gecommandeerd.
Dan eerst koffie zetten", ordonneerde
Ragnhild.
Mijn last werd inij afgenomen, waarna
ik het geval had, alsof ik als een soort
luchtballon vr:: door de ruimte zweefde. Het
leven was in eens weer schoon. Het mocht
mij zelfs niet imponeeren, dat Herr Sö-
derstierna's voorzienigheid wèl aan een
kookapparaat, maar niet aan brandstof ge
dacht had.
poe de )»m er in, bij wijze van spi
ritus," zei herr Rosén. Maar hij meende
het vermoedelijk zelf niet en niemand der
anderen nam deze absurditeit ten minste
au sérieux.
Ik zal wel een kachel bouwen," kon
digde ik andermaal aan, in een soort ver
antwoordelijkheidsgevoel, dat als de tech
nicus van dit gezelschap op mij scheen te
rusten. En ik bouwde een kachel, van aan
gesleepte Meenblokken. Terwijl mijn ver
nuft op deze wijze vruchtbaar werkzaam
was voor onze kleine gemeenschap, gingen
de andere ijverig sprokkelen. Dat is te zeg
gen, Herr Söderstierna maakte de meeste
bewegingen en deed het drukst, terwijl hij
van tijd tot tijd enthousiast uitriep: „Prach
tig hout. prachtig droog hout." maar R3gn
hUd deed het eigenlijke werk.
Toen de stookinrichting klaar was, bracht
k de brandstof aan, op logische wijze. Was
k maar padvinder geweest vroeger, dan had
ik nu geweten, waar het trekgat aangebracht
had moeten worden en meer van deze nutti
ge détails. Toen het spannende oogenblik
aanbrak en ik een lucifer hield onder het
voor het goede «loei opgeofferde, nog on
gelezen morgenhlad. vreesde ik met gioote
vreeze. Maar hast du mir gesehen één
enkele lucifer was voldoende, om een lustig
knappend vuurtje te voorschijn 1c roepen
Nu was het een quaestie van tien minuten,
waarna de koffie heerlijk geuren'! in de alu-
minium-bekers dample. Ik 1 gon bijna
dankbare gevoelens voor den heer Söder
stierna te koesteren.
Herr Rosén tuurde herhaald' lijk den weg
af. als verwachtte hij. dat dc Scania onder
de hand wel zichtbaar zou worden aan den
horizont. Maar daar kwam natuurlijk niets
van uit. Fröken Ragnhild bleef ons verge
zellen op den verderen •tocht» zij had blijk
baar nogal ruime opvattingen over ..een
eindje".
't Was donker, toen wij tenslotte in Aren-
tuna aankwamen. Nadat wij er niet in ge
slaagd waren, een paard te winnen in de lo
terij van een soort boerenl fancv-fair of fa-
ncv-boerenfair, waar wij op den langsweg
een bliksembezoek aan brachten, /.akten wij
naar het hotel af, waai ons tot nieuw leven
gewekte vervoermiddc 1 aan ons afgeleverd
zou worden.
Wij wachtten één uur en wij wachtten
er twee. „Stunde auf. Stunde nach. Stunde
verrann", zou een passend citaat geweest
zijn, als deze Zweedsche belevenissen in
een wat hoogdravenden stijl geschreven wa
ren i
Geen opwekkend claxongeloei kwam ons
verheugen. Tenslotte toch. maar toen herr
op moest offeren, toen fröken Ragnhild,
onze tochtgenoot, aanbood de last over te
nemen, een wissel trekkende op Herr Sö-
derstierna's ridderlijkheid. Een wissel, die
met een hi ogst schijnheilig: „Nu, als U het
dan zoo uitdrukkelijk wilt," jammerlijk niet-
geaccepteerd werd.
ieder geval was hij
rijkelijk vervelend, in welke hoedanigheid hij
zich verder bekwaamde, door het verplaat
sen van ongerijmde hoeveelheden van de
suspecte portsoort, die bij de koffie besteld
was uit ontstentenis van eenige likeur, uit
de karaf naar zijn maag. Om hem te pla-
1 gen, flirtten Ragnhild en ik een beetje zon-
Nu is een rugzak een wonderlijk ding. (jer overtuiging.
Aanvankelijk is het een linnen zak, met rie- Totdat de verlossing kwam,' al was het
men; niets bijzonders. Na eenige tijd wordt nje( de gewenschte. Een telefoontje bracht
het een hinderlijke uitwas op den rug en de niededeeling, dat de perfide koperslager
nog later verandert het in een middel- 1 geen woord gehouden had. En zooals het
eeuwsch martelwerktuig. Toen het hatelij- heel, dat een misdadiger weer rustig slapen
ke voorwerp in dat stadium geraakt was, kan na een periode van spannend vonnis
begon ik er over na te denken, met welk wachten, wanneer zijn doodsoordeel hem
doel dit offer feitelijk gebracht werd. eenmaal aangezegd is, zoo ook sloeg de
Herr Söderstierna, wat zit er feitelijk stemming om, toen wij zekerheid verkre-
in die vervloekte looden bochel, die u op
mijn rug gehangen hebt?
O ja," zeide hij. als schoot hem iets
te binnen. „Er zit onder andere koffie
zijn testament, er blijven mag tot haar dood.
Mnar nu heeft die arme Deborah op den
dag van de begrafenis een beroerte gehad,
waardoor zij haast niet spreken kan en na
genoeg hulpbehoevend is geworden. Ze
deugt dus nergens meer voor en geeft al
leen zelf nog werk. Maar mijn Anny heeft
anders geen klagen; bovendien zal er wel
gauw een verandering komen
als Sir Basil met Miss Burn
ham trouwt?, opperde Mr. Clark.
Mrs. Gay keek verrastv
Wat is u vlug van begrip!Ja, zoo
waar: als Sir Basil met Miss Burnham
trouwt. Ik verzeker u, dat er dan groote
veranderingen zullen volgen!
HOOFDSTUK II.
Als u zoo overal stilstaat, komen we
nooit thuis!
Maar het is hier zoo mooi! En ik had
zoo graag een takje witte heide gevonden
1 protesteerde Amy.
I Zij lag gekm ld naast een takje purperen
heide, met een gezihtje, stralende van ge
not.
I Een lekkere lucht, hè? zei Christopher
en stak haar galant de hand toe, om haar
1 op te helpen.
j Heerlijk! Die geur doet mij altijd den
1 ken aanJa, een héélen tijd geleden!
I Een twintig jaar bij voorbeeld? lachte
.Chris, die met zijn negentien jaar mis
schien een wat al te beschermend air aan
nam, althans zoo vond Amy; waarom zij
dan ook zei
I Omdat ik klein van stuk ben. lijk ik
'misschien zoo jong, maar ik ben in Mei
toch al zeventien geweest.
1 Dus geen baby meer! plaagde hij.
O, ik zou ook veel liever lang wezen,
Ik bewonder altijd lange menschen;
zooals uw zuster bij voorbeeld.
Maar mij dan natuurlijk nog meer. niet
waar?
I Van een man verwacht je niet anders,
dan dat hij lang is, antwoordde zij.
gen hadden, dat alle hoop voor dien dag
ijdel was.
(Wordt vervolgd).
I Gwendolyn bleef maar een eindje vooruit
loopen, want ze vreesde, dat die twee an
ders veel te zeer treuzelden. Intusschen
hoorde zij toch wel, wat zij spraken. Zoo bij
voorbeeld nu weer de vraag van Chris:
1 Ursula?U meent zeker Miss
Burnham?
I Juist. Ursula is mijn stiefzuster en de
eenige bloedverwante, (die ik nog heb, sinds
moeder is gestorven. Haar stem trilde
bij die droevige herinnering. „Ursula en
moeder konden niet best overweg; vandaar
dat ik haar maar heel weinig gezien heb,
totZe hield even op, plukte een
paar takjes brem en ging toen voort: „Moe
der en ik hebben in het buitenland gewoond.
Toen ik alleen overbleef, achtte Ursula het
't beste, dat ik op de kloosterschool zou
blijven, tot ik zeventien was. Dat is nu vijf
jaar geleden. Ursula woonde toen in Lon
den en zij had het heel druk. Ik kon dus
niet verwachten, dat zij haar werk zou op
geven voor zoo n kind, als ik toen nog was.
Haar werk?
I ja< z',j deed aan philanthropie. Maman
lachte wel eensAmy herinnerde
zich, dat zij sprak met iemand, dien zij nog
geen uur kende; dus ging ze voort: „De
afspraak was, dat ik bij haar in Londen zou
wonen, als ik van school kwam. Maar ik
1 geloof, dat zij haar werk heeft opgegeven,
want ze schreef, dat ze zich op den Water
molen gevestigd heeft. Ze is bang. dat ik het
er vervelend zal vinden. Is 't zoo saai in
Acawlawne, Mr. Tressidon?
Wij vinden het er niet saai. Je woont er
wel allemaal een heel eind uit elkaar, maar
toch kan je het er best gezellig hebben,
als uw zuster ook maar kon besluiten.
I Nu was het zijn beurt, om zichzelven
tenigszins verlegen in de rede te vallen.
Maar Amy begreep hem heel best en vroeg:
Is Ursula niet populair?
Toch kon ze dit best zijn, als ze maaf
wilde!
(Wordt vervolgd).