Kantoorbaekhandel - Papierhandel Tuinbouw. Flinke Noodhulp N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij v. Weedestraat 7, Soestdijk - Tel. 2061 Het Gemeentelijk Grond bedrijf. Rijwielpad-Kaarten. Voor de Kinderen. Ons Kinderverhaal. Voor de Vrouw ZELDZAME AANBIEDING van Zwaardemaker's Jams PRIMA LIMONADE SIROOP per groote flesch 75 ets. Joh. Mets, v. Weedestr. 46 Telefoon 2098 - SOEST E. v. 0EST, Oudegrachtje 17 ,,'Y ftflEU@IEL.HU8S" GELAKTE- EN ONGELAKTE vraagt TUINMEUBELEN PRIJZEN HSBSBfc£gg3 LUXE POST IN D00ZEN BLOKNOTE'S in verschillende maten en kwaliteiten voorradig Oe stroppen. Burgemeester en Wethouders hebben thans aan den Raad aangeboden ter voor- loopige vaststelling de rekening van baien en lasten, kapitaalsontvang.ben en kapitaals uitgaven van het Grondbedrijf over het dienstjaar 1925. De Kapitaalsdienst is in inkomst en uit gaaf sluitend gemaakt op een bedrag /an 113.239.24 VS De_ Gewone Dienst vermeldt als baten 3556.23 en als lasten niet minder dan 12.729.23, zoodat de Gewone Dienst der halve een nadeelig saldo van niet minder dan 9173.oplevert, welk bedrag dus uit de belastinggelden zal moeten worden ge vonden. Wij vestigen er de aandacht op, dat dit nog slechts geldt voor het dienstjaar 1925. De stroppen der volgende jaren komen nog en zullen ongetwijfeld aanzienlijk hooger blijken. Zoo langzamerhand krijgen wij dus op alle punten ook officieel gelijk en van de mooie winsten, die de Directie van het Grondbedrijf indertijd met zooveel ophef becijferde, blijft niet alleen niets over, maar al die fictieve winsten blijken ten slotte te moeten worden vervangen door realis tische stroppen die uit de belastinggelden moeten worden gedekt. Onze beweringen van indertijd, dat de opzet van het Gementelijk Grondbedrijf ge heel foutief was en dat bedrijf voor de Gemeente een strop was en bleef, zijn thans wel door de feiten volkomen bewaarheid. Tot dusverre hebben wij hooit iets vermo gen te ontdekken ten voordeele van de Soester Belastingbetalers van die groote winsten en voordeelen die indertijd ii? de Courant van Smitje aan het goedgeloovige publiek zijn voorgespiegeld. Het Gemeentelijk Grondberdrij is en blijft voor Soest een benauwend groote scha depost en met angst wachten wij af welke tekorten de dienstjaren 1926 en volgenden /uilen opleveren. De eenigen, die er garen bij gesponnen hebben, zijn de Directeur en de Admini strateur die er jaarlijks hun extra salaris uit hebben genoten, alsmede eenige grond eigenaren en leveranciers. Dank zij de medewerking van de Direc tie van het Grondbedrijf werd indertijd ten behoeve van enkele grondeigenaren, die hun vertakking in den Raad hadden, een dure weg aangelegd, met de bepaling dat alleen in geval hun aan dien weg gelegen grond zou worden bebouwd, de kosten van aanleg en dan nog slechts naar gelang van bebouwing zouden worden terugbe taald. Die grondeigenaren verpachten hun grond als voorheen, hebben en hadden alleen kans op winst, de Gemeente betaald alweer het gelag. Zij verschafte het kapitaal, zij ook draagt de rentelast, die uit de zuur verdiende be lastingpenningen moeten worden voldaan Het complex Spoorstraat, waartoe dïze gronden behooren, zal een der grootste stroppen van het Grondbedrijf blijken. De inkoopsprijs dier gronden was veel te hoog de kosten van aanleg veel en veel te duur. Er is met geld gesmeten. En dan te we ten dat de aanleg van dit complex en boven bedoelde transactie geen andere strekking hadden dan enkelen te bevoordeelen ten koste der gemeenschap; het is meer dan erg Behoefte aan deze koop en aanleg be stond er niet. Wat wel heel duidelijk blijkt uit de omstandigheid dat in al die jaren niet een Meter werd verkocht. Tijdens de excursie door een mooi ge deelte van Utrecht en het Gooi, waartoe op Hemelvaartsdag de leden der Verkeerscom- missie van den Volkenbond door den A.N. W.B. en de K.N.A.C. uitgenoodigd waren, was een der merkwaardigheden, welke op de gasten uit den vreemde, een sterken in druk maakte, het ontzaglijk drukke rijwiel- verkeer op de Nederlandsche wegen. Maar wat niet minder de levendige belangstel ling had van deze buitenlandsche deskundi gen op verkeersgebied, was het veelvuldig gebruik dat hier gemaakt wordt van de af zonderlijk liggende rijwielpaden, die het verkeer veiliger maken, omdat ze de wiel rijders van de groote wegen afleiden. Zoo iets als bijvoorbeeld die lange rij fietsers op het rijwielpad door de Leusderhei, tus- schen Woudenberg en Amersfoort, was voor hen wat bijzonders en ze waren er vol bewondering over. Dat fietsverkeer is een specialiteit van Nederland, het rijwiel pad bij uitnemendheid, want geen enkel land telt, in verhouding tot zijn bevolking, zooveel rijwielen en nergens elders heeft men een net rijwielpaden, zooals men dat ten onzent vindt. Tot de bevordering van het toerisme per fiets heeft de A.N.W.B., gedreven door den wensch om liefde en belangstelling te wek ken voor de schoonheid van het eigen land, cn onze landgenooten nader te brengen tot de natuur, veel bijgedragen door het be vorderen van den aanleg van rijwielpaden. In den beginne geschiedde de aanleg van deze paden (voornamelijk langs de groote verkeerswegen) in een traag tem po, maar later, toen het nut ervan meer en meer werd ingezien, werd het werk krachti ger ter hand genomen en in 1905 werd zelfs het gebruik van en het verkeer op de rijwielpaden bij de wet geregeld. Behalve die langs de verharde wegen zijn er thans tal van afzonderlijke, geheel vrijliggende paden, welke uitsluitend zijn aangelegd om dc mooiste streken des lands voor bet rijwieltoerisme te ontsluiten en die een uit gebreid net vormen, waar de toerist ge leid wordt door de populair geworden „pad destoelen", kleine wegwijzers, waarvan dc opschriften in het voorbijrijden gemakkelijk te lezen zijn, zoodat het niet noodig is van de fiets af te stappen. In 1919 werd met de plaatsing ervan begonnen; hun aantal be draagt thans ongeveer 700. Maar niet alleen door het maken van fietspaden heeft de A.N.W.B. het rijwiel toerisme gediend, ook door het uitgeven van de bekende boekjes „Rijwieltochten langs rustige wegen" en door het verkrijg baar stellen van nauwkeurige, bepaalde voor dit doel geteekende rijwielpadkaarten. Het weekblad „Arbeiders-Toerismc," heeft dezer dagen met waardeering op dit werk van de Toeristenbond gewezen. Het blad schreef in een artikel „Onze rij wielpaden": „De A.N.W.B. is met den aanleg van deze paden begonnen. Tot de eerste be hooren die over de Noordelijke Veluwe, zooals van Putten naar het kasteel Sta- verden, door lichte bosschen en over prachtig golvende heide, met wijde ver gezichten en het pad van Vierhouten naar Tongeren bii Epe. dat ook door "en schoone en afwisselende bosch- en hcido- streek voert, die vroeger zoo goed als ontoegankelijk was." Tn de practijk bleek intifsschen de aan leg en vooral het onderhoud van die paden in verschillende deelen van het land van een centraal bureau uit groote hezwaren op te leveren. Daarom nam de A.N.W.B. het ini tiatief tot de oprichting van vereenigingen, die met zijn steun een dicht net van rij wielpaden hebben aangelegd. Ook ge meentebesturen hebben dit voorbeeld ge volgd, terwijl in sommige streken b.v. tus- schen Barneveld en Apeldoorn, ook door de militaire overheid fietspaden zijn aan gelegd. „Zooals de A.N.W.B. de groote wegen voorzien heeft van de bekende ijzeren wegwijzers, heeft hij de rijwielpaden in verschillende provinciën aangeduid met paaltjes van beton, de z.g. „paddestoe len," die voor dit doel bij uitstek ge schikt zijn. „Over de rijwielpaden schrijven en over fietsenkaarten zwijgen, zou onvol ledig zijn. Wil men niet den weg kwijt raken, of dezen ieder oogenblik moeten vragen, dan dient men voor een tocht over goede kaarten te beschikken. „Dat zal wel iedereen met ons eens zijn. Maar minder bekend is, dat de mees- et der in den handel verkrijgbare rijwiel- kaarten niet deugen en eigenlijk in de prullemand thuis hooren. Een uitzonde ring vormen dc kaartjes uit den Bonds- atlas, welke echter niet in den handel zijn. Zulks is WEL het geval met de kaarten van rijwielpaden, welke de A.N. W.B. heeft uitgegeven. Men gebruike deze bij voorkeur, wanneer men van die paden gebruik wil maken." „Alle paden van eenige beteekenis zijn door een bij zonder teeken aangegeven op de kaart jes van den A.N.W.B." De onderstaande A.N.W.B.-uitgaven zijn verkrijgbaar in den boekhandel en bij ver- schillende vereenigingen voor vreemde lingenverkeer: Kaart van de Rijwielpaden van Gooi- en liemland, Utrecht met Omstreken en- West Veluwe, Schaal 1 op 80.000, met bijbehoo- rend gidsje. Kaart van de Veluwe en Omstreken voor wieLijders, Schaal 1 op 100.000. Kaart van N.W. Overijsel en ZAV. Dren te voor toeristen. Schaal 1 op 50.000. Deze kaart bevat op den cartonnen omslag tal van inlichtingen voor wielrijders en watertoe risten, met opgaaf van verschillende toch ten en een beknopte beschrijving van de streek. Kaart van de Rijwielpaden in Tvventhe. Schaal 1 op 75.000. Met uitzondering van de laatste zijn op alle kaarten de paddestoelen met hun num mers aangegeven. Enkele van deze kaarten waren reeds eerder voor nict-leden van den Bond ver krijgbaar gesteld; thans is daaraan een uit breiding gegeven en zijn ze alle in den han del gebracht, zoodat ieder er van gebruik kan maken, die, ver van het gerucht dei steden 'en dorpen, wil genieten van de wel dadige rust, welke in deze jachten weg tijdens het verblijf in de vrije natuur schen ken kan aan wie den weg daarheen weten te vinden. Beste meisjes en jongens, De antwoorden op de vorige raadsels zijn de volgende: 1. Zout. 2. Met leege handen. 3. In Overijsel: Oldenzaal. De nieuwe raadsels zijn: 1. Ik ben een gewone jongen. Sla mijn hoofd er af, dan vind je mein den dierentuin. 2. Wie mij heeft is zeker geen rijkaard Wie mij niet heeft zal beter af zijn. Wie mij kent is geen knip voor den neus waard En móet wel een domkopje zijn. Waar ik ben is 't ledig en naar Wie mij hoort die is doof dan voorwaar. 3. Verander in de volgende woorden ie der maar één letter, dan komt er een spreekwoord te staan. OOM KAREL. DE AVONTUREN VAN DIKSIE IN KABOUTERLANO. Oorspronkelijke kindervertelling door Nancy van Boven. (Nadruk verboden Alle rechten voor behouden). (UI.) Gelukkig hoorde juffrouw Kwaakgraag niet, wat' het brutale kleine kikkertje zei. En even later zongen ze allemaal in koor, zoodat Diksie het duidelijk kon verstaan: Wij kwaken vroeg, wij kwaken laat... kwèk kwèk! Wij kwaken keurig op de maat... kwèk k\vèk De sloot dat is ons zanglokaal... kwèk kwèk Wij z\jn de boerennachtegaal!... kwèk kwèk Kom, sprak de kabouter tot Diksie, la ten we verder gaan, er is nog zooveel te zien in kabouterland, dat je ooren en oo- gen te kort zal komen. Op dat oogenblik klonk er uit de verte een somber, droevig gezang, dat al dich ter bij kwam. En opeens zag Diksie, van achter een groote paardenbloein die nu wel een groote palmenboom leek een lange stoet van groote dieren op zes poo- ten aan komen, die met zgn allen een groen blad torsten, waarop doodstil een geel-met-groene rups lag. „Dat zijn de mieren", fluisterde de kabouter, „kijk. Diksie, ze dragen met zijn allen een rups naar het kerkhof. Zie je wel, de vrouw van de rups, die daar, met die gele rin gen, loopt erachter. Kjjk ze eens strom pelen op haar zes en dertig beenen Zie je wel hoe ze huilt?" Diksie zag het. Achter de stoet met mieren, die den dooden rups droegen, liep een andere rups, die zich de oogen met een rose zakdoek het was een blaadje van een pinksterbloem af droogde. En Diksie hoorde duidelijk, dat de mieren heel droevig zongen: „Zóóóó.... gaat Rupsie naar 't kerkhof.... toö.... „Oooooo, wat zijn we allen vreeslijk.... moe.... „Kom dan jongens, voort met frisschen moed..., „Straks smaakt 't eten dubbel goed..." Toen de stoet voorbij was en het gezang van de mieren langzaam wegstierf, zei de kabouter: „Je hoeft niet zoo bedroefd te kijken, Diksie. want eigenlijk is de Rups heelemaal niet dood. Hij wordt alleen maar naar een stil plekje gebracht, waar hij zich rustig kan inspinnen, je weet wel, tot liet zoo'n mooie witte of gele coccon is. En dan over een poosje... komt hij eruit... als een vlinder!" „Waar gaan we nu naar toe?", vroeg Diksie, toen de kabouter een smal paad je insloeg, dat blijkbaar langzaam omhoog voerde. „Ik zal je voorstellen aan koning Do- kus. dat is de koning der kabouters!", zei de kabouter vroolijk. „Is dat een heusche koning?", vroeg Diksie, „met een echte kroon op?" „Ja zeker!" antwoordde de kabouter. „Koning Dokus regeert het heele land hier, hij draagt iederen kabouter zijn werk op. De een moet het gras afstoffen en oppoetsen, een ander moet boter halen om de boterbloempjes te schilderen, weer een ander stoft de paddenstoelen af, er zijn er ook die het verkeer moeten regelen bij de mierenhoopen, of die de sluiers van de elfjes moeten wasscben. Zoo hebben we allemaal wat te doen, en koning Dokus regeert". Terwijl ze zoo wandelden, kwamen ze ■•mdelijk aan een open plek, waar de grond heelemaal bestrooid was met heerlijk rui kende dennenaalden, en waar in het mid den een heeleboel groote paddenstoelen stonden. Op één daarvan zat een heele oude kabouter in een verguld jasje en zilveren broekje, die op zijn hoofd.... een kroon van diamanten dauwdruppels droeg... dat was... koning Dokus. (Wordt vervolgd.) Handige jasjes en nog wat. Het is altijd handig als men in zijn kleerkast een handig jasje heeft, dat „le zen en schrijven" kan, zooals de uitdruk king heet. Dat wil zeggen, het kan bij alle mogelijke gelegenheden nuttig gebruikt worden, om over een dunne japon aan te trekken, bij een dagje naar buiten, op een boottochtje, aan zee, bij de avond- wandelnig, ja bij welke gelegenheid al niet? En toch behoort het bij geen en kele japon in het bijzonder. Men kan het zoifs over zoo'n dun mantelpakje heen aan trekken als er een onverwachte bui op komt of iets van dien aard. Daarom is de stof dan ook waterproof gemaakt. De man teltjes zijn ruim gemaakt, zoodat men er makkelijk in glipt. Het linksche model op het plaatje was bijvoorbeeld gedacht van flanel of kasha, met een donkerder kleur TOI CBII1TUI SCI voor kraag en manchetten. Het rechtsche is van waterdicht gemaakte taffetas, met gestikte kraag en ceintuur en twee opge stikte zakken. Dit laatste model is iets meer sportief van coupe. En dan nog iets over onze hoeden. Lijn, kleur en weefsel zijn dit seizoen al bij zonder gevarieerd en aantrekkelijk. De exotische stroosoorten blijven de over hand houden, als bangkok, baku en sisal. Dit z(jn de meer algemeene soorten. De duurdere soorten zijn van het fijne, door zichtige panamalaque. De garneering blijft, niettegenstaande de poging om veeren weer in te voeren, zeer eenvoudig. We zien veel hoeden met doorziebtigen rand en om den bol een eenvoudig fluweel of reps lint. Wat de kleuren betreft, deze zijn veelvuldig, en men kan zeggen dat er' kleuren zijn voor elk materiaal en model len voor elke stijl. Een van de modekleu ren is Mariposa, een soort bleeke to maat-kleur. Verder bestaat er veel liefheb berij voor groen, beige en zacht blauw. Zwart blijft venwel de VOOrOAamgtepla&tB innemen. Ten slotte ziet men veel aardige zomerhoeden van gebloemde cretonne enz., die bij bepaalde jurken hooren en hetzelf de patroon vertoonen. LOES. BLOEMEN EN KUNSTBLOEMEN Hoevele menscWn toch nog brengen kunstbloemen en ook kunstplanten aan in hun woning. Dat zijn dan v«n die bloemen van Da- pielook wel van katoen of een zijde-acluig stofje en deze dienen zoogenaamd ter ver siering. V\ ant als we ze eens goed bezien, zijn ze zoo leelijk, zoo onnatuurlijk. Een bescheiden madeliefje of boter bloempje is mij liever, duizendmaal liever dan een groote papieren roos. Opmerkelijk is het, dat men de kunstbloe men ook in menige boerderij kan aantref fen, terwijl daar toch de menschen temid den van de natuur leven en het echte verre weg boven het onechte zouden moeten verkiezen. Daar hebben de menschen toch ook best een stukje grond over om wat bloemen te kweeken, echte, levende bloe men. Bloemen, die wij kunnen zien groeien en bloeien. Bloemen, die ons vertellen van de schoonheid, die er is in de natuur, in het leven. Want vervult het ook niet niet eerbied, wanneer ge dat kleine zaad ziet uitgroeien tot een heerlijke, bloeiende plant? Vraagt ge U in stilte dan ook wel eens niet af: hoe is het mogelijk? En nu zijn er menschen, die papieren bloemen en afschuwelijk hard gekleurde ranken in huis halen en deze stijf in een vaasje midden op tafel of op een kast zetten en zij plaatsen een nagemaakte plant begonia of iets dergelijks bij hun ven sterbank. Want ja, er moet toch wat op tafel staan, want anders is het zoo kaal en die nage maakte bloemen (dit is een betere benaming dan kunstbloemen, want van „kunst" is hierbij absoluut geen sprake) zijn toch zoo gemakkelijk, zoo redeneeren zij dan. Men kan ze lang gebruiken, ze behoeven geen water en vallen niet af, zooals andere bloemen en dat geeft maar rommel! De planten kunnen niet dood gaan (want ze zijn het al!) en zoo is men daarmee eigenlijk maar veel goedkooper af. Maar wat mist men daarmee ook veel. Wat is het juist mooi planten te veezor gen en te zien. dat deze zich ontwikkeien, dat er nieuwe bladen bijkomen of dat ze gaan bloeien. Wat kunnen ook t en paar bloemen, frisch uit den tuin gehaald, een kamer opvroo- lijken. Hoeveel mooier, hoeveel warmer en die per zijn toch die bloemen van kleur, hoeveel levendiger dan de nagemaakte bloemen. „En in den winter," zoo zullen die lief hebbers van nagemaakte bloemen vragen „hoe moet het dan?" Maar we behoeven ook dan nog niet tot de zoogenaamde kunstbloemen te ver- veallen. Er is dan nog wel een andere mo- mogelijkheid, waarover ik tegen dien tijd nog wel eens hoop te schrijven. Maar nu: weg met de kunstbloemen. Voor de vensterbank koopen we een paar geraniums, die zijn niet duur en staan toch zoo fleurig en willen we op tafel wat zet ten of een hoek van de kamer opvroolijken, dan gaan we in den tuin of in het veld en halen kleurige, frissche bloemen, die we los in een glas of in een pul schikken. In hotel Zeiler te Baarn kwam het Co- mité bijeen dat zich naar aanleiding van de A.V.R.O.-actie aldaar had gevormd. De Voorzitter bracht de Algemeene ver ontwaardiging naar voren, die naar aanlei ding van het zendtijdbesluit was ontstaan en legde er den nadruk op dat de actie een strikt fatsoenlijk karakter moest dragen. Daar de heer Voigt reeds wekenlang be zet is en geen spreekbeurt kan geven, zullen thans in een te houden vergadering als sprekers pptreden de heeren Noest uit Am sterdam en de Ridder uit Utrecht. Om ook Mr. J. A. v. Doorne uit Soest uit te noodigen en de toegang voor iedere belangstellende vrij te stellen, achtte men niet in het belang van de goede zaak. De Protest Vergadering zal worden ge houden in liet Gebouw Musis Sacrum, op Maandag 16 Juni a.s. Advertentiën. l-ponds potten. 39 ets. 3-ponds potten. f 1.05 5-ponds Emmers f 1.55 10-ponds Emmers f 3.25 SMAKENKersen Aardbeziën Abrikozen Frambozen Frambozen en Be;sen Gember Boschbessen en Oranje Maimelade. AANBEVELEND, GEVRAAGD, voor het seizoen. Hoog loon. Pension „BOSCH EN HEIDE", Soestduinen. LOBELIA, hangende voor bakken en staande voor randen en perken, 3 ct. VIOLEN, 2 ct. BEGONIA S1MPLA FLORA k 3 ct. per stuk. EEN GOED ZAKENMAN. «f «f «f weet. dat net uitgevoerd Drukwerk cachet aan zijn zaak geeft. Komt daarvoor bij ons, wij geven U gaarne advies en.gij zult tevreden zijn! le Soester Electr. Drukkerij DIJKWEG 1 EN 3 - BAARN - TELEF. 368 ZAK-AGENDA'S - WEEKBOEKJES Enz. Enz. Enz. DAMES-, HEEREN- EN KINDER

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 6