1 iö D ifl I T. VAN VLIET I Modelslagerij Z JVieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag lil Bekendmakingen. HAAR BESCHERMER. Stoomwasscherij „DE VLIJT" X Binnenland. Plaatselijk Nieuws. Radiateur Hoezen. No. 90 Achttiende Jaargang Woensdag 12 November 1930 Officieel. Van groote en kleine dingen FEUILLETON W. van Mechelenstraat 29 AMERSFOORT. J FRANCO HALEN J EN BEZORGEN MEER BROOD C. VAN EE Onderdeelen en Assessoires BOSCHSTRAAT 9 - BAARN ALLEEN EERSTE KWALITEITEN) BUREAU VOOR ADMINISTRATIEVAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIÈNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS I 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER 380) 2186 DRANKWET Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat op 5 No vember 1980 bij hen is ingekomen een ver zoekschrift van Christiaan Lunstroo, van beroep /.onder, wonende te Soest, om verlof iot den verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank in de na volgende localiteit de rechter benedenloc .1- liteit van het perceel, kadastraal bekend al hier in sectie C. No. 1429 plaatselijk ge merkt No. 107 en gelegen aan de Soester- bergschestraat aldaar. Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan ieder tegen het verlecnen van dit verlof schriftelijk bezwa ren bij Burgemeester en Wethouders in brengen. Soest, November 1930. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester G. Deketh. De Secretaris J. Batenburg. Het kleinste woord heeft een echo, die verder reikt, dan gij kunt hoo ien; de kleinste daad werpt een schaduw, breeder dan gij kunt zier. Het zijn dikwijls de heele kleine dingen in ons dagelijksch leven, die ons aan het denken brengen over zulke oneindige, groo te dingen, als het leven, met al zijn schijn bare problemen en tegenstrijdigheden. Schijnbare, want als we verder zien, en on ze daden en gedachten meer en meer ont leden, dan zullen we ten slotte tot het in zicht moeten geraken, dJt er bitter weinig „toevalligs" of „tegenstrijdigs" te vinden is. Een dichter heeft het eens heel juist gezegd en in dat kleine gedichtje lag een heel groote gedachte dat kleine waterdruppe len en kleine korrelen zand, tezamen de trotsche zee en het groote strand vormen. Moesten dergelijke dingen ons niet eens aan het denken brengen, al die kleine dingen, die tezamen zulke grootsche eenheden vor men? Ons dagelijksch leven bijvoorbeeld, bestaat het niet uit kleine, kleine dingen, korte momenten, onaanzienlijke gebeurlijk heden, kleine woorden, kleine daden, kleine gedachten, kleine zorgen, kleine problemen, maar vormen al deze kleine dingen, aaneen- geweven door den tijd, niet het patroon van ons leven? En zooals men aan kleine draad jes, kleine bloempjes, kleine figuurtjes in het groote tapijt het fraaie of minder fraaie patroon herkent, herkent men niet evenzeer aan sommige kleine daden, kleine gedach ten, kleine voorvallen in ons leven, het „pa troon" van ons denken, de kwaliteit van ons gemoed? Maar als we dit inzien, wordt het Naar het Engelsch. 12) Zoodra hij in Southampton voet aan wal zette, stuurde hij haar een telegram, dat hij onderweg was; en een paar uur later be vond hij zich op het Waterloo-station en voelde zich als in een droom. In minder dan geen tijd zat hij in een vigelante en reed naar Chelsea een buurt, die hem totaal onbekend was. Toen hij eindelijk aan de bewuste flat aanbelde, deed „het hitje" hem open en vroeg hij gretig: „Is mrs. Carnegie thuis?" „Neen, sir. Ze komt pas heel laat. Ik hoef niet eens op te blijven." „Maar heeft ze geen telegram gekregen?" „Er is er wel een voor haar gekomen, maar zij was al weg en daarom heb ik het maar zoo lang op den schoorsteenmantel gelegd. Wilt "u misschien een boodschap voor haar achterlaten?" „Neen; ik zal binnenkomen en wachten. Heeft mevrouw niet gezegd, dat ik komen zou?" „Neen, sir." „Nu, dan zal ik mczelven maar eens voor stellen: ik ben de echtgenoot van mevrouw." „Wel heb ik van mijn leven.....! Kan ik w ook soms wat thee aanbieden?" „Neen, dank je. Ik zal wachten tot me vrouw thuiskomt." „Het spijt mij, dat ik het zeggen moet maar dit kan soms vrij lang duren." Een vreemd idee was het voor Sholto, dat hij zich zoo alleen bevond in haar omgeving. Hij moest zelfs voorzichtig zijn om niets om te' gooien, want 't was cr niet ruim. De inrichting kwam hem ook vreemd voor. Hij dan niet van het allergrootste belang, ons steeds bij elke gedachte, elke daad, hoe klein die ook moge schijnen, rekenschap te geven van de „kwaliteit" ervan, en er voor te waken, dat onze daden en gedachten steeds zoo zullen zijn, dat geen ander er willens door geschaad of gekrenkt door kan worden, maar dat ze een afspiegeling zuU len zijn van het streven, den ander steeds zoo te behandelen, als men zou willen, dat men U zelf behandelde? Want inderdaad, Farrar zegt met een klein woord zoo'n heel groot ding: „Het kleinste woord heeft een echo, die verder reikt, dan gij kunt hoorei;; de kleinste daad werpt een schaduw, bree der dan gij zult zienZe worden in h-2t patroon van Uw leven geweven, en het z li dus aan U zelf liggen, of na verloop van tijd het patroon van Uw leven fraai of min der fraai zal zijn. Sommigen verschuiven het werkelijk her zien van hun gedachten en standpunt naar deze algemeene richtlijnen van dag tot dag en van jaar tot jaar, hoewel ze diep in zich- zelve weten, dat het er toch eens van komen zal en moet. En al dien tijd gaan er koste lijke gelegenheden verloren. Hoor wat Mar- tineau zegt: „Laten we opwaken en leven; er komen oogenblikken, die we niet weer zullen kunnen krijgen; sommige kunnen ge-, vuld zijn met onvergankelijk goed Dezelfde gedachte van de echo die het kleinste woord heeft, verder dan wij kunnen hoor en, ligt ook in de groote waarde die door alle denkers gehecht wordt aan den vriendelijken glimlach in onze bejegening van anderen. Wat is een vriendelijk woord een blijmoedige glimlach? Een kleinigheid nietwaar? Maar op sommige momenten kan zij een straal van hoop in een donker, moe deloos hart werpen, triestheid overwinnen, zon brengen waar grijze somberheid heerschte. Het is zoo'n wonderlijk blij, zon nig iets: een blij mensch te ontmoeten. De mensch, die blijmoedigheid uitstraalt, zegt Edwin Osgood Grover, die het leven blij- der maakt, waar hij gaat, is altijd een mensch van visie en van vertrouwen. Hij ziet de bloeiende bloem in het kleine zaad, de zilveren rand aan elke wolk, en een schoone morgen in het donkerste heden Een vorm van goeden smaak getuigend en tevens van goeden wil en vriendelijke gezindheid is ook verdraagzaamheid. Ze ker, we kunnen het moeilijk altijd met iedereen eens zijn. Wie de vriendelijkheid zou willen betrachten, met het door dik en dun eens zijn met anderen, is op het ver keerde pad. Maar het is zooals Barry Pain heel eenvoudigweg opmerkt: „waar ge Uw meeningen niet kunt veranderen, is het dik wijls mogelijk om het onderwerp (van ge sprek) te veranderen." En dat getuigt dik wijls van wijsheid en verdraagzaamheid tegenover derden. FLORIS C. 0 M. G. VERSTEEG. kende er geen meubel; van de meeste boe ken had hij de titels niet eens gehoord-...! Intusschen begreep hij, dat hij nog een tijd moest wachten en rakelde dus het vuur nog wat op, waarna hij ten slotte, door ver moeienis overmand, in slaap viel, om eerst wakker te worden tot Beatrix den sleutel in het slot stak, de deur wijd open ging en ze tegenover elkaar stonden de één al meer verwonderd dan de ander. „Jij hier Sholto?" „Ja. Je dacht zeker, dat ik vanavond niet meer komen zou en je hebt het telegram niet ontvangen, dat ik je zond?" vroeg hij met bittere teleurstelling, dat deze vreem delingen tegenwoordig zouden zijn bij hun eerste ontmoeting, waar hij met zulk een verlangen op uitgezien had." „Maar mijn brief dien laatste waar in ik je schreefHeb je dien niet ont vangen?" stamelde Beatrix. „Ik heb er een van je gekregen op den dag dat ik mijn telegram verzond; maar door een toeval heb ik 'm niet gelezen." Percy en Feargus stonden in de achter hoede en Percy zei: „Hoor eens hier. mrs. Carnegie; Feargus en ik, wij gaan! Wij konden ook niet weten, dat mr. Carnegie vanavond kwam; anders zouden wij natuurlijk niet meegekomen zijn. G& mee, Feargus!" „Eindelijk dan toch, mijn vrouwtje!" riep Sholto en strekte beide handen naar haar uit „Neen, neen raak mij niet aan.„!" Haar stem, méér nog dan haar woorden deden Sholto zwijgen. „Als je mijn brief maar gelezen had, zou je niet gekomen zijn en zou ons dit pijnlijk onderhoud bespaard zijn gebleven!" zei ze, tevergeefs zoekende naar de juiste woorden. „Ik zou niet bij je gekomen zijn, Trix? Wat bedoel je daarmee? Mijn wijfje! Mijn liefste En hij boog zich voorover om haar te kussen. „Je hebt het recht niet, om mij aan te DE VELE AANRANDINGEN. Eenige leden der Tweede Kamer, aldus het Voorloopig Verslag over de Justitiebe- grooting, vestigden de aandacht op de toe nemende zedenverwilderi.ig, zich uitende in afschuwelijke overvallen op vrouwen en meisjes langs de wegen. Acht de ministei het niet noodzakelijk maatregelen te nemen tot krachtige bestrijding van dergelijke ze dendelicten? Uitbreiding van de zedenpoli tie op het platteland schijnt diingend noo- dig- Enkele leden meenden, dat de bestrijding van de openbare zedeloosheid door de over heid half werk zal blijven, indien zij niet gepaard gaat met een betere opleiding van de rijpere jeugd voor het maatschappelijke leven. ONDERMIJNING VAN HET GEZAG. Door enkele leden werd volgens het V.V. der Tweede Kamer over de Justitiebegroo- ting gevraagd, of er wel voldoende con trole is op de uitingen in pers en vergade ringen. Gevraagd werd om repressief toe zicht. Men moet bijtijds optreden en niet slap zijn, wil men toestanden als in andere landen zijn ontstaan en die voor de ware geestelijke vrijheid weinig of geen ruimte laten, voorkomen. Ook slapheid kan een re actie in het leven roepen. Tegen ondermij ning van gezag en wet moet worden ge maakt. SPORTPARK TE BAARN. Door B. en W. werd in den raad medege deeld, dat binnenkort voorstellen zullen worden ingediend tot stichting van een sportpark. Door den heer an Calmthout (s. d.) werd aangedrongen ont dit sportpark van eene tribune te voorzien. LAREN. In antwoord op hun verzoek aan den mi nister van Waterstaat om de bebouwing lang het vak CrailoBaarn in den rijksweg AmsterdamAmersfoort zooveel mogelijk tegen te gaan, ontvingen de A.N.W.B. en dc K.N.A.C. thans van dien minister bericht, dat het niet mogelijk is het bouwen langs den weg geheel te verbieden, doch dat vol le aandacht zal worden geschonken aan el- ken maatregel, die getroffen kan worden om den hinder, die bebouwing voor het ver keer medebrengt te beperken. NIEUWE PARTIJ? In de „Vrijheid" lezen wij: Geheel in den geest van hetgeen wij in het vorig nummer over „Een niet-politieke partij?" hebben geschreven, laat de heer Hans zich in „de Avondpost" aldus uit: „Er is weer een nieuwe partij op komst. Een gevolg van de zendtijd-ruzie. Wat wil zij? „Met kracht optreden tegen verschillende misstanden in ons maatschappelijk leven die een gevolg zijn van de dictatuur der poli tieke partijen." Deze omschrijving is onjuist geformu leerd. iEr is geen dictatuur van „de" poli tieke partijen: er zijn wél eenige politieke raken!" riep zij, terugdeinzend van die aan raking. Hij liet haar dan ook los en staarde haar sprakeloos aan. „Ik heb je geschreven, welke vergissing wij hebben begaan en hoe het onmogelijk voor ons was om als man en vrouw te leven," ging zij voort. „Had je den briet nu maar gelezen, dan...." „Maar ik begrijp je niet," zei Sholto, met stijf-opeen-gcklemde lippen. „Je bent mijn vrouw, Beatrix Carnegie, van wie ik drie jaar geleden met geweld gescheiden werd. de vrouw waar héél mijn hart naar uitging! En nu wij bijeen zijn, schrik je van mij te rug? Koe moet ik dit nu verklaren?" „Drie jaar geleden was ik een kind; ik wist nog niet, wat ik deed; en om te ont komen aan een gelukkig tehuis liep ik sveg met je, omdat je een aangename speelka meraad voor mij was. Maar gedurende deze drie jaar ben ik opgegroeid tot vrouw en ik ben tot het inzicht gekomen, dat ik heel verkeerd heb gedaan, want dat de man wiens naam ik nu dragen moet, mij niet meer is dan iedere andere kennis." „Trix, dat meen je niet! Je hebt toch nog wat liefde voor mij over? En mijn liefde .s er niets minder vurig om geworden." „Hoe kan dat nu! Feitelijk hebben we elkaar enkel maar gekend als kinderen. Ge durende de laatste drie jaar hebben wij el kaar in het geheel niet ontmoet. Je weet niets van mijn begrippen en opvattingen. Het kind, dat je trouwde, bestaat niet meer!" Hij keek haar aan met smachtenden blik en sprak overreden: „Liefste, je bent mij wat afgewend. Dat is alles. Wij moeten elkaar eerst weer eens leeren kennen en dan zullen je gevoelens voor mij weer herleven." „De liefde zal geen rol spelen in mijn le ven," sprak zij vastbesloten. „Een derge lijk huwelijk als het onze moest te niet ge daan kunnen worden. Maar dit gaat niet met de tegenwoordige wet. Daarom moeten Eerste Soester Electrische Brood- en Banketbakkerij Kerkstraat 7 SOEST Telef. 2144 Soesterbergschestraatweg 15, T elef2245 (Hoek Gallenkamppelsweg) partijen en richtingen, die de partij-ver deeldheid toespitsen en de waarde en nood zakelijkheid van de daarboven uitgaande algemeene eenheid miskennen. Maar ande ren met name de liberalen staan te genover deze opvatting, bestrijden haar, willen geen partij-„dictatuur". De groep, die doet wat de nieuwe partij wil, is er dus. Iets nieuws is daarvoor niet noodig. Deze poging zal op niets uitloopen, ten zij dan op nieuwe verdeeldheid en onder mijning van kracht. Daarbij vindt juist de richting, die men bestrijden wil, baat. En indien in de nieuwe partij ook maar ten deele een A.V.R.O.-beweging moet worden gezien, zal de sympathie voor dezen om roep er bij velen niet op vooruitgaan. Wij vertrouwen, dat de heer Hans hier te pessimistisch is en dat het niet tot op richting van een politieke partij komt. In dat geval zal het echter, gelijk wij reeds schreven, wenschelijk zijn, dat spoedig een dementi wordt gegeven. „APOLLO." Het Mannenkoor „Apollo", in samenwer king met het Kinderkoor, onder leiding van den Heer H. J. v. Maurik uit Utrecht is voornemens dezen winter meerdere uitvoe ringen te geven. Het kinderkoor zal o.tn. enkele zangnummers geven, het mannen koor studeert een operette in. Versterking van het ledenaantal is echter gewenscht, laten zij, die lust en ambitie voor den zang hebben, zich Donderdags 's avonds om 8 uur in „Religie en Kunst" eens laten zien, vooral de hooge stemmen worden vriendelijk daartoe uitgenoodigd. WEER EEN INBRAAK. Zondagavond toen de bewoner ter kerke was, is bij den Heer B. aan de Vredehof- straat alhier, ingebroken. Een vrij aanzien lijk bedrag werd door den inbreker ont vreemd. De politie heeft terstond een onderzoek ingesteld, dat nog loopende is. DOODBIJTEN VAN KONIJNEN. Wederom .hebben zich enkele gevallen voorgedaan, waarbij des nachts door losloo- pende honden een groot aantal konijnen werd doodgebeten ten nadeele van verschil lende bewoners. Waar dit euvel in den laatsten tijd zoo veelvuldig voorkomt, is het vermoeden ge wettigd, dat dit steeds gebeurd door de zelfde honden. Het is échter zeer moeilijk deze honden op te sporen daar zij alleen des nachts hun vernielenl werk verrichten en daarbij nog zeer slim te werk gaan en weinig leven maken. Opvangen van die honden 's nachts, die in de Gemeente rond- doolen, is dan ook vrijwel onmogelijk. Zelfs wij ons maar zoo weinig mogelijk met el kaar bemoeien." „Je wilde zeker liefst in Londen wonen.'" „Maar je begrijpt toch wel, dat wij onder de gegeven omstandigheden niet onder het zelfde dak kunnen wonen?" „Ik begrijp dat ik niet veel meer voor je ben dan den eerste den beste, diett je op straat tegenkomt," antwoordde Sholto bit ter. „Maar om schandaal te vermijden, zal je tegenover de wereld toch wel doorgaan als mijn vrouw?" „Nooit...! Nooit zal ik tot zulk een hui- chelpartij overgaan! Ik ben van plan mijn eigen leven te leiden, op mijn eigen manier en jij kunt hetzelfde doen! Wat stoor ik er mij aan, wat de wereld zegt! Mijn eigen geweten beduidt mij veel meer." „Dus jc geeft niets om de schande, die je brengt over den naam dien jc draagt?" „Neen! Wat is nu een naam voor mij; tegenover de ingevingen van mijn geweten! Wij kunnen ons huwelijk eenmaal niet te niet doen; daarom moet je dan maar een andere vrouw als mcesteresse naar Carn- fort voeren." „Neen, dank je! Ik ben zéér tevreden met wat de wet mij gegeven heeft. Maar als ^e uit eigen beweging niet bij mij wilt ko men, dan zal je vrij zijn." Hij wendde zich af en staarde droevig in het vuur. „Heb je mij nog iet9 méér te zeggen?" vroeg zij na een pauze. „Ja. Maar dat kan wachten. Ik ben nu niet in een stemming om zaken te bespre ken. Wanneer zal ik je weerzien?" „Iedere zaak kan door onze zaakwaar nemers behandeld worden; maar ik wil je wel zeggen, dat ik niets van je zal aanne- metf. Als wij elkaar in gezlschap ontmoeten dan kunnen wij doen of wij goede vrien den zijn." „Je man mag dan zeker op je bezoekda gen komen!" spotte hij. „En nu mag ik je wel niet cqmpromitteeren, door zoo lang op je kamers te blijven en mag ik zien, dat behoorlijk afgesloten en omrasterde hok ken kunnen de honden niet beletten er toch in door te dringen. Men zij dus nogmaals gewaarschuwd om indachtig hieraan te zijn, bij het minste vreemde gedruisch des nachts onverwijld een onderzoek in te stellen en nog eens ex tra te letten op zéér solide afsluitingen en omrasteringen. GEVONDEN VOORWERPEN. iEen gedeelte van een autokap. Twee ledige benzinebussen. Een huissleutel. AANGELOOPEN: Een groote zwarte langharige hond. Een bruine Hollandsche herdershond. Een jonge Duitsche herdershond. Aanbevelend, JOH. KOSTER. Hëerenstraat 20 - Telef. 2706 HILVERSUM EEN VERBETERING. Vanwege het gemeentebestuur zullen aan den Rijksstraatweg te Soesterberg een twee tal waarschuwings-lichtseinen worden ge plaatst, welke des avonds automatisch wor den ingeschakeld. FILMAVOND. Zooals uit eene advertentie in dit blad blijkt wordt Donderdagavond e.k. weer een filmavond in Hotel „Bosch en Duin" al hier gegeven. UITGESPROKEN FAILLISSEMENT. J. W. VAN DE BELT, los arbeider, Soest, Eemstraat 9a. R.-c. mr. H. van Wa- geningen. Cur. mr. G. J. v. Harencarspel, Amersfoort. DE INBRAAK AAN DE ORANJELAAN. De dader gevat. Na de inbraak aan de Oranjelaan is aan de politie opgevallen, dat in het Gooi meer van dergelijke inbraken in den laatsten tijd plaats hadden, die allen gelijksoortig aan OPGERICHT 1899 TELEFOON No. 330 POSTGIRO No. 146487 ik zelf nog een onderkomen krijg voor den nacht!" Hij nam zijn taschje, keek het vertrek nog eens rond en maakte zich gereed om weg te gaan. „Wil je mij niet de hand geven, Sholto?" vroeg zij. „Neen; ik zal je navolgen in tenminste één ding: er zal geen huichelarij tusschen ons bestaan!" Zij haalde diep adem en dacht: „Geluk kig! Dat is voorbij Sholto wist bijna niet, hoe hij dien nacht door kwam. Het had hem ontzettend veel moeite gekost om een hotel te vinden, maar het was hem een totale onmogelijkheid om een oog toe te doen. Hij keek uit in de nu stille straten en begreep niet, hoe Beatrix zich hier gelukkig kon voelen. Hij althans ging den volgenden dag naar Cranley, dat hij eerst bereikte om een uur of zes.. Hij werd hier niet verwacht; niemand, die er hem dus begroette. Hij droeg den station chef op dat zijn bagage den volgenden och tend daar heen verzonden zou worden en ging toen zelve naar Carnforth, langs een weg door de velden, daar hij niemand dien hij kende, wilde tegenkomen. Toen hij langs het Koningsboschje kwam, werden zijn herinneringen van zóó lieflij ken aard, dat hij niet langer verbitterd op Trix kon wezen. Had hij er verkeerd aan gedaan, haar door een huwelijk aan zich te binden, toen zij nog niet wist, wat liefde was....? Maar zij denkt nu wel, dat zij zonder liefde door het leven kan gaanals ze voor mij niet het juiste gevoelen koestert, dan zal zij het toch vast ééns door een ander leeren Een bellen aan de voordeur riep Susanne te voorschijn, gebogen en wit van baren. „O, maste- Sholto, is u daar....? En daar heb ik niets van geweten, dat u komen zou." „Ik had zelf ook niet gedacht, dat ik er al zoo gauw zou zijn, Susan." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 1