T. VAN VLIET
I Modelslagerij I
ST ADI
ROOKT
99
99
In prijzen van 6 tot 12 cent.
Sigarenlabr. „DE STER"
Rozenstraat 12-14 - Bilt (U.)
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
ALLEEN EERSTE KWALITEITEN!
ninginnclaan 83 wordt blijkens het hierbij
overgelegd adres ontheffing gevraagd van
het bepaalde 111 artikel 15 der bouwveror
dening, in verband met diens voornemen tot
den bouw van een blok van 3 woonhuizen,
op een terrein, gelegen op den hoek Ko-
ninginnelaan-Hart weg.
Overeenkomstig het hiernevensgevoegde
advies der Commissie Openbare Werken en
dat van den opzichter van bouw- en Wo
ningtoezicht,, stellen wij U voor de gevraag
de ontheffing te verleenen, onder voorwaar
de, dat de ingang op den hoek door een
topgeveloplossing wordt bekroond, zooals
op bijgevoegde rose teekening is aangege-
veiv met dien verstande, dat het venster in
den topgevel wat forscher wordt gemaakt
en lager aangebracht, zulks ten genoege van
Burgemeester en Wethouders.
Conform voorstel wordt besloten.
8. Vaststelling van een ontwerp-verorde-
ning, houdende verbod tot het venten van
melk op Zondag.
B. en W. stellen voor de navolgende ver
ordening vast te stellen:
De Raad der gemeente Soest,
Overwegende, dat het wenschelijk is een
verordening vast te stellen op het venten
met melk op Zondag;
Gelet op het advies van de Gezondheids
commissie te Baarn dd. 27 Januari 1931;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende
Verordening op het venten met melk
op Zondag.
Artikel 1.
Onverminderd de bepalingen op het ven
ten, in de Algemeene Politieverordening op
genomen, is de verkoop en de aflevering van
melk aan de huizen van de ingezetenen der
gemeente op Zondag verboden Echter mag
op dien dag aan Ziekenhuizen, inrichtingen
ten doel hebbende de verzorging van kin
deren,, en aan inrichtingen voor ouden van
dagen melk bezorgd worden vóó*- 9 uur
voormiddags.
Artikel 2.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd van het in artikel 1 bedoelde verbod
vrijstelling te geven:
a. gedurende de maanden Mei, Juni, Ju
li,, Augustus en September aan in hun be
sluit met name te noemen personen ten be
hoeve van met name te noemen vergun-
nings- of verlofslocaliteiten en bij omstan
digheden van overmatige warmte of anders
zins ook ten behoeve van den verkoop aan
andere ingezetenen, zulks vóór den tijd van
9 uur voormidadgs.
b. ten behoeve van zieken, zuigelingen
en zwakken.
Artikel 3.
Overtreding van artikel 1 dezer verorde
ning wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden.
De heer Busch was aanvankelijk tegen 1e-
geling en wilde de vrijheid behouden Hij
is echter bezweken ervoor, daar al.e melk-
leveranciers geteekend hebben om het ver
bod uit te vaardigen.-Is er echter geen be
zwaar voor de boeren? Ook voor zuigelin
gen in particuliere huizen is geen uitzonde
ring gemaakt en men kan toch niet voor elk
geval ontheffing gaan verleenen.
De heer Pronk meent, dat er geen be
zwaar is voor de boeren om 's Zondags hun
melk een dag te laten staan, althans niet in
den winter. De melkslijters moeten ook eens
een rustigen dag hebben, vooral als ze er
éénparig om verzoeken.
De heer v. d. Breemer is zelf persoonlijk
niet voor een verbod, maar voor het alge
meen belang zal hij voor stemmen.
De heer Pronk meent„ dat de zware
eischen, die B. en W. zeer onlangs aan
melkbewaarplaatsen hebben gesteld,, voor de
betrokken veel onaangenamer zijn, dan dit
verbod. Spr. verzoekt die eischen te vermin
deren.
De heer van Doorne wil den verkoop en
de aflevering alléén verbieden na des mor
gens 9 uur en daarvóór vrijlaten, dan hebben
de kerkgangers geen last en dat was toch
het bezwaar van den heer de Bruyn.
De heer Gasille beaamt dit. Als het moet,,
dan kan men 's Zondags best zonder melk
rondbrengen, 't Verzoek van de menschen
zelf heeft echter bij hem den doorslag ge
geven.
De heer van Doorne wijst op de onmoge
lijkheid om voor elk. uitzonderingsgeval
steeds ontheffing aan te vragen; moet men
daarbij ook een doktersattest overleggen?
Hij handhaaft zijn voorstel om het verbod
alleen te doen gelden nè 9 uur 's morgens,
doch waar dit voorstel niet wordt onder
steund, kan het niet in behandeling komen.
De verordening„ zooals die door B. en W.
wordt voorgesteld, wordt hierna z.h.s.t.
aangenomen.
9. Benoeming van een lid van het Bur
gerlijk Armbestuur ter voorziening in dj
vacature, ontstaan door het bedanken van
den heer J. Casteleijn.
De heer Grootewal beveelt nummer 1 van
de voordracht aan, die algemeen in Soester-
berg zeer gezien is. Nummer 2 woont er
eerst 1'A jaar en is grootendeels onbekend.
Benoemd wordt de heer F. Posthumus.
Rademakerstraat 13 te Soesterberg met al
le 13 stemmen.
10. Benoeming van leden der Schattings
commissie Rijksinkoim sten belasting.
De heer Busch vraagt naar het werk van
de schattingscommissie, waarop de burge-
meeser mededeelt, dat deze Commissie alle
aanslagen in de Inkomstenbelasting vast
stelt beneden de f 2.000.en tevens oordeelt
over de reclames,, die daarvoor inkomen.
De heer Gasille wil wel eens andere leden
ook aanbevolen hebben, nu is er voor elke
plaats maar één voorgedragene.
De heer van Doorne zegt, dat alles routi
newerk is, men moet de verschillende wei
nig kapitaalkrachtige menschen, als boeren,
winkeliers, arbeiders enz. goed kennen en
jui^t de voorgedragenen hebben die kennis„
elk in hun milieu.
De heer Gasille prefereert toch om nog
enkele namen meer te hooren en ook de
heer Busch is weinig tevreden en wil voor
elke plaats dubbeltallen op de voordracht
hebben. Hij doet daartog het voorstel en wil
in afwachting daarvan dit agendapunt van
de agenda afvoeren.
Zijn voorstel wordt echter verworpen met
5 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de hecren
Busch, Doorman, Grootewal, Gasille en
Koenders.
De heer Gasille wijst hierna op den heer
I). v. d. Broek,, die zeer gezien is en best
in plaats van den heer van Eek zou kunnen
komen.
Bij de volgende stemming worden met al
le 13 stemmen gekozen de heeren J. G. A.
Batenburg, P. van den Breemer, J. Caste
leijn en D. van de Broek.
Hierna komt aan de orde de aanvullings
agenda:
1. Vaststelling van een ontwerp-verorde-
ning op het verwijderen van rupsennesten in
deze gemeente. B. en W. stellen de navol
gende verordening voor vast te stellen:
De Raad der gemeente Soest;
Overwegende, dat het ter bescherming
van boomen, heggen en struiken e.d. wen
schelijk is bepalingen vast te stellen met be
trekking tot het verwijderen van rupsen
nesten in de gemeente;
Gelet op de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende
Verordening op het verwijderen van
rupsennesten in de gemeente Soest.
Artikel 1.
De eigenaar van eenig erf of tuin in de ge
meente is verplicht te zorgen, dat jaarlijks
vóór l Maarte en ten aanzien van het jaar
1931 vóór 1 April, alle rupsennesten in daar
op, daarin of daarlangs staande heggen,
struiken of boomen worden weggenomen,,
verzameld en onmiddellijk verbrand.
Artikel 2.
Onder eigenaars wordt in deze verorde
ning ook verstaan de beheerder, en voorts
een ieder, die krachtens eenig zakelijk recht,
bezit daaronder begrepen beschikking heeft
over het erf of den tuin.
Artikel 3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1-11
van het Wetboek van Strafvordering wor
den met het opsporen van overtredingen de
zer verordening belast de dienaren van poli
tie.
Artikel 4.
Aan hen, die met het opsporen van over
tredingen dezer verordening belast zijn,
wordt de last verstrekt om gedurende de
eerste 14 dagen van de maand Maart, en ten
aanzien van het jaar 1931 gedurende de eer
ste 14 dagen van de maand April,, ondanks
de eigenaars de erven en tuinen te betreden.
Artikel 5.
Overtreding van deze verordening wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes
dagen of geldboete van ten hoogste vijf en
twintig gulden.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking op
den derden dag na dien, waarop zij is afge
kondigd.
De heer Doorman heeft de ervaring, dat
aan de plaatselijke verordeningen toch al*
heel slecht de hand wordt gehouden en wijst
in dit verband op de vele heggen, die al
sinds jaren over verschillende wegen groei
en,, doch waar men maar niets tegen doet.
Daarom voelt hij er niet veel voor, om er
nu alweer zoo'n lastige verordening te gaan
bijmaken, terwijl de controle juist hier zoo
buitengewoon lastig zal worden. Het opzoe
ken van de rupsennesten is al zoo moeilijk,
dat spr. vreest,, dat er van deze verordening
toch wel niets terecht zal komen. Hij blijft
tegen een verordening, doch voor een wel
willend verzoek aan de ingezetenen.
De heer Gasille vindt het bezwaar niet zoo
groot en een verzoek geeft niets. Alleen
door dwang- kan men iets bereiken. Men
moet de menschen in dit geval dwingen, er
voor te zorgen en dat is in belang van al
len.
De heer Busch voelt niet veel voor dwin
gende bepalingen te dezen aanzien. Waar
men die nesten al zoo moeilijk kan zien,, zal
de opsporing van overtredingen extra moei
lijk worden en daarenboven staat vrijwel
iedereen dan bloot aan een bekeuring. Spr.
voelt dus niets voor die verordening. Het
voorstel-Doorman om deze verordening van
de agenda af te voeren wordt hierna met 5
tegen 8 stemmen verworpen. Vóór stemden
de heeren v. d. Breemer, van Doorne, Busch,
Doorman en van Klooster.
De artikelen worden daarna goedgekeurd
en tenslotte wordt de geheele verordening
z.h.s.t. aangenomen.
2. Opnieuw behandeling van het verzoek
van G. van Rouwendaal om vermindering
van den erfpachtscanon, wegens inbeslagna
me van grond door de omlegging van de
Koninginnelaan.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
Zooals U bekend is, werd het verzoek van
G. van Rouwendaal om vermindering van
erfpachtscanon in Uwe vergadering van 2
dezer aangehouden en zou omtrent deze
aangelegenheid een nader onderzoek wor
den ingesteld. Daarbij is ons gebleken, dat
voor inwilliging van het verzoek wel ter
men aanwezig zijn. Wel geeft de eenigszins
onduidelijke redactie van art. 7 van het
raadsbesluit van 26 Juni 1923 No. 16-3-18
aanleiding tot tweeërlei opvatting, doch het
wil ons voorkomen, dat de meest rationeele
uitleg van dit artikel is, dat onder vergoe
ding enkel vergoeding van de waarde van
het veldgewas moet worden verstaan, zoo
dat bij ingebruikneming van grond, als in
het onderhavige geval, wel een verminde
ring van den erfpachtscanon kan worden
toegestaan.
Wij merken hierbij op, dat aan éen ver
mindering van den erfpachtscanon geen kos
ten zullen zijn verbonden, hetgeen wel het
geval zou zijn bij opvolging van de aan de
hand gedane oplossing om het erfpachts-
recht te doen beëindigen en daarna den
grond voor een evenredig verminderden
prijs te verhuren.
Mitsdien stellen wij U voor aan van Rou
wendaal een vermindering van den erf
pachtscanon toe te staan van f 1.57 per
jaar van den canon ad f 26.86%. Voorzoover
noodig, worde hierbij nog opgemerkt, dat
van den in erfpacht uitgegeven grond, groot
59 A. 70 cA. een oppervlakte van ongeveer
3 A. 50 c.A. door de gemeente voor weg-
omlegging in beslag is genomen.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
z.h. st. besloten.
Hierna komt aan de orde de interpellatie
van den heer Busch.
Deze heeft aan B. en W. eenige vragen
gesteld, die wij reeds gepubliceerd hebben,
doch die wij voor goed begrip hier nog eens
laten volgen:
Is het juist
le. dat aan een houthandelaar hier ter
plaatse de levering is opgedragen van hout
waren?
2e. dat deze gunning is geschied zon
der dat hiervoor een openbare aanbesteding
heeft plaats gehad.
Zoo ja?
is het onder 2e bedoelde niet in strijd
met de uitdrukkelijk wenschen en beslui
ten van de Commissie van Openbare Wer
ken en van den Raad?
Is het voorts Uw college bekend dat (af
gezien van het onbehoorlijke gelegen in het
steeds en ook thans weer eigenmachtig af
wijken van door den Raad genomen beslis
singen) de gemeente door deze laatste han
deling een schade lijdt van minstens 20%?
Is Uw College niet met mij van meening
dat, zoo hier geen sprake is van persoonlij
ke bevoordeeling, het College van B. W.
door een niet uit te sluiten domheid, het
schadebedrag voor de Gemeente hieruit
voortvloeiende aan de Gemeente behoort
terug te betalen?
Zoo neen?
Wordt 't dan niet meer dan tijd dat 't Col
lege van B. en \Y. wordt gewijzigd en sa
mengesteld uit leden van den Raad die (on
afhankelijk van wien dan ook) de capacitei
ten bezitten noodig om met terzijde stelling
van politieke groepen-belangen, de belan
gen der geheele bevolking onzer Gemeen
te te dienen.
De burgemeester, de vragen beantwoor
dende, bevestigt de eerste twee vragen. Er
is echter geen raadsbesluit als door den in-
terpellant bedoeld, waaraan B. en W. zou
den zijn gebonden. De Commissie van
Openbare Werken is slechts een Commissie
van bijstand en deze kan slechts aan het
college advies geven, waaraan dat College
ook niet is gebonden. Er wordt erkend, dat
de wensch naar openbare aanbestedingen
steeds in den Raad en in de Commissie is
geuit,, doch dit was slechts een wensch zon
der bindend besluit. Het is aan het college
niet bekend, dat door deze wijze van koopen
de gemeente 20% schade heeft geleden, al
is natuurlijk de mogelijkheid geenszins uit
gesloten, .dat, indien er prijsopgave ook bij
anderen zou zijn gevraagd, dan lagere no
teeringen zouden zijn aangeboden. Er is
slechts één erkende houthandelaar in Soest
en daarbij is het bewuste hout gekocht.
Wel wordt door het college de behandeling
van Wethouder Koenders onvoorzichtig en
ontactisch geoordeeld. Waar geen schade
bekend is,, is natuurlijk ook van vergoeding
daarvan geen sprake.
De beantwoording van de vraag omtrent
de samenstelling van het College van B. en
W. is slechts aan den Raad zelf.
De'heer Busch vindt de verdediging bij
zonder mager. Het verweer van B. en W.
i> wel handig, maar het is ook louter onzin.
Spr. vraagt positief aan den Burgemeester:
„Dekt het geheele College de handelwijze
van Wethouder Koenders?"
De burgemeester aarzelt met antwoorden
en wil eerst maar paüzeeren; de gemoederen
zullen dan misschien wat bedaren.
Wethouder Endendijk merkt echter op.
dat het antwoord op die positieve vraag dui
delijk in het antwoord van het College
staat.
De heer Busch: .Juist, dus het College
dekt den Wethouder". Dan gaat spr. verder
met zijn betoog tegen het College. In ver
schillende artikelen van de gemeentewet
staat uitdrukkelijk, dat openbare aanbeste
dingen regel moeten zijn. De Raad kan zich
de aanbesteding voorbehouden en daarvan
mag alleen om bijzondere redenen worden
afgeweken. Alle onderhandsche aanbeste
dingen moeten zelfs door Gedeputeerde Sta
ten uitdrukkelijk worden goedgekeurd. De
Raad is steeds het souvereine lichaam en
meermalen wordt ook dat College bedoeld
met Gemeentebestuur." Dat B. en W. dus
de meening van den Raad zoo maar naast
zich neer kunnen leggen is volstrekt on
juist. De vaste Commissies uit den Raad be
rusten op artikel 54 der Gemeentewet en
deze staan krachtens hun van den souve-
reinen Raad ontvangen opdracht B. en W.
bij in het beheer van bepaalde takken van
dienst. Hoe dus B. en W. den zedelijken
moed hebben, om nu te betoogen, dat zij
eigenlijk met die Commissie niets te maken
hebben en aan de besluiten daarvan niet ge
bonden zijn,, begrijpt spr. in het geheel niet.
Ja, zelfs schrijft art. 44 i van de gemeentewet
uitdrukkelijk voor, dat omtrent onderhand
sche aanbestedingen en leverantiën nimmer
in een besloten vergadering kan worden be
raadslaagd of besloten. Alles moet dus zoo
veel mogelijk openbaar.
Op 20 Januari heeft spr. zijn vragen inge
zonden en als B. en W. nu op 2 Maart nog
niet weten dat er meer dan 20% schade is
geleden,, dan spreekt dat toch wel boekdee-
len. De samenwerking in het College is vol
slagen zoek en haar leden doen .maar aller
lei dingen buiten de andere twee om. Het
is net een groentenwagen met knollen en
citroenen dooreen, maar dan meer knollen
dan citroenen. Dat men toch nog steeds maar
doorgaat met ontoelaatbare handelingen
spreekt boekdeelen; men stoort zich een
voudig nergens aan. Iedere dag komen er
nieuwe schandaaltjes bij en als mén zou
meenen, dat het spel bijna is uitgespeeld,
komt men tot de conclusie, dat men nog
slechts aan de ouverture bezig is en nog
niet eens tot de eerste acte is gekomen. Als
ik hier niets kan bereiken,, zoo roept spr.
uit, dan zal ik noodgedwongen elders, maar
dan in het openbaar spreken. Al mag dan
ook geen domheid aanwezig zijn, in elk ge
val is er persoonlijke bevoordeeling. Voor
het stomme getal van een meerderheid ga
ik niet uit den weg, het gemeentebelang
eischt, dat ik op de bres blijf staan, zoo
lang ik raadslid ben, aldus de heer Busch.
Nog meer kwesties zijn den laatsten tijd
uitgekomen, zoo b.v. met den verhuur van
hot land aan Hagen, waar de raadsleden ook
al weer misleid zijp. en de gemeente voor
f 90.— is benadeeld. Bij de aanbesteding
van rioolbuizen en kolkputten voor OAV. is
nog een biljet ontvangen geruimen tijd na
het vastgestelde uur, toen de anderen bil
jetten al warén geopend en toen is nog gauw
een biljet binnengekomen. Ik kan mij niet
langer als kwajongen lajen gebruiken, er
moeten maatregelen worden genomen en
anders moet aan het publiek maar eens goed
worden verteld, dat het geld, dat op die
manier te veel wordt uitgegeven, tenslotte
uit hun portemonnaies moet komen. De
eigenschappen voor een goéd Wethouder
moeten minstens zijn, dat hij kan, wil en
doet, doch Wethouder Koenders heeft geen
van deze drie eigenschappen, en beschouwt
het baantje meer als een soort eerebaantje.
De Schrift zegt, dat wie dé grootste onder
U is de dienstknecht zal wezen, maar daar
heeft die Wethouder blijkbaar nooit van ge
hoord. Hij meent blijkbaar, dat de gemeen
schap er is voor hem, maar dat is toch ge
rust onjuist. Het is alleen een ongelukkig
standpunt.
Tenslotte stelt spr. de navolgende motie
voor:
De Raad der gemeente Soest in openba
re vergadering bijeen op Maandag 2 M.aart
1931,
gehoord de besprekingen,
gelet op de algemeene gemeentebelangen,
van meening, dat deze niet door het Da-
gelijksch Bestuur naar b.chooren worden ge
diend,,
van overtuiging, dat niet in de eerste
plaats partijen bij het besturen der gemeen
te moeten domineeren, doch de meest ge
schikte personen^
Ongeëvenaard in kwaliteit
oordeelt het noodig, dat het College zijn
zetels ter beschikking stelt van den Raad,
en gaat over tot de o.rde van den dag.
De heer Gasille heeft ook onderzoek ge
daan en heeft gemerkt, dat sinds verleden
jaar de houtprijzen met ongeveer 20% naar
beneden zijn gegaan. De detailprijs, waar
voor vorig jaar de heer v. d. Velden heeft
geleverd, is aan den hoogen kant, daar het
steeds kleine leveringen betreft, in dit geval
was het nog wel een zeer groote levering
ineens.
De prijs,, waarvoor is gekocht, is schan
dalig hoog en meer dan f 300.heeft de
gemeente schade geleden, wat meer dan
roekeloos is, Spr. heeft ook prijzen doen
aanvragen en daaruit blijkt, dat drie firma's
hetzelfde soort hout aanbieden te leveren
tegen veel minder. Ja, zelfs nog de waarne
mend Directeur van Openbare Werken, de
heer Meurs, heeft den Wethouder nog ge
waarschuwd en opgemerkt, dat het eigenlijk
moest worden aanbesteed, en er was dus
voor den ethouder alle reden om daar
mede rekening te houden. Maar hij deed
dat niet en ging liever een vriendje bevoor-
deelen, wat toch zeker niet tepas komt.
De heer Doorman kent geen erkende hout
handelaren en wil daarmede ook geen reke
ning houden. Of nu Butselaar alleen hout
handel is en van der Velden dat bedrijf
slechts als bijzaak voert, heeft er niets me
de te maken. Daarenboven heeft van der
Velden ook een bord met opschrift Hout
handel, en dat verschl is dus van geen be-
teekenis. Beiden leveren het gevraagde hout
en tusschen beiden mag geen onderscheid
worden gemaakt. Het is voor de gemeente
volslagen onverschillig of dat bedrijf als
hoofdzaak,, dan wel als bijzaak wordt uitge
oefend en daarom mag men op dien grond
geen verschil maken.
De heer van Klooster kan wel niet geheel
en al alles onderschrijven, wat de heer
Busch heeft gezegd, maar is het toch in
hoofdzaak met hem eens. Voor een elkeen,
die van de feiten heeft kennis genomen,
moet toch wel als een paal boven water
staan^ dat hier iets is gebeurd, dat nooit
door den beugel kan. Er is besteld en ge
kocht zonder voorkennis van B. en W. en
dat is de groote fout. Dat had moeten ge
beuren endaarom is niet B. en W. als col
lege, maar alléén Wethouder Koenders zelf
persoonlijk verantwoordelijk.
De heer Busch: „Ik heb toch eerst ge
vraagd, of het College den Wethouder ge
heel dekte en daar heb ik toch antwoord op
gekregen. Dan hadden ze daarnet dat maar
niet moeten toegeven."
De heer Grootewal uit ook protest,, dat de
wethouder zoo maar op zijn eigen houtje
bestelingen voor dergelijke bedragen gaat
doen. De fout rust geheel op den Wethou
der, en zeer zeker in dit geval na de be
antwoording. Als hét geheele college nu
eerst betoogt, dat het de verantwoording,
op zich neemt, is dat slechts den Raad met
een kluitje in het riet sturen. Doch daarom
is dan ook het geheele college verantwoor
delijk. Een dergelijke handelwijze komt niet"
te pas en spr. is ervan overtuigd, dat de
wethouder, als hij 't uit eigen portemonnaie
had moeten betalen, anders zou hebben 'ge
handeld. Te meer is het dus te laken en dub
bel is het te betreuren, dat hij, nu het over
gemeentegeld ging, ook niet voorzichtiger
is geweest.
De heer van Doorne heeft door zijn ziek
te, waarvan hij nog maar net genezen is,
niet zoo heel veel in deze zaak kunnen wroe
ten. De minderwaardige manier, waarop
men hieruit weer venijn heeft gezocht en
insinuaties aan het adres van den wethou
der heeft gericht, die men heeft verweten,
dat het hem slechts te doen was om stem-;
nietjes voor zijn candidatuur voor de a.s.
gemeenteraadsverkiezing te winnen,, zal
spr. niet volgen. Hij kan zijn houding nog
niet bepalen., daar er nog eenige open vra
gen zijn, die nog niet tot volle klaarheid zijn
gebracht. Deze zijn:
le. is de houtleverantie gegund en zoo
ja, aan wien?
2. is er strijd met een raadsbesluit?
3e. is er schade berokkend en zoo ja.
hoeveel?
Gunstig tegenover de vuiligheid der geda
ne beweringen over het stemmetjes win
nen, staat het nette betoog van den heer
Busch; alleen meent spr. dat de heer Busch
wel wat te hard van stapel is geloopen
Dat er een raadsbesluit zou zijn om. altijd
openbare aanbestedingen te houden, daar
is spr. niets van bekend. Men kan toch ook
niet alles in het openbaar gaan besteden.
Het cyclostyle-papier voor de secretarie
koopt de secretaris heel goed en goedkoop
van een Jood uit Amsterdam en daarvoor
kan men toch niet laten inschrijven. Zou dt
raad inderdaad het verlangen hebben ge
uit, zooals door den heer Busch aangege
ven, eerst dan zou men kunnen spreken van
strijd met d'at uitgesproken verlangen, maar
daar is spr. niets van bekend.
De tweede vraag is, of de Wethoudei
verantwoord was.
Men schermt nu wel met schadebedra
gen van f200.— en zelfs van f 337.31
maar die schade staat heelemaal niet vast
Van der Velden staat inderdaad bekeni
als een strikt eerlijk en altijd vertrouw
baar persoon, maar wethouder Koender;
zal Butselaar ook wel als zoodanig hebbe;
beschouwd. De schade thans definitief
vast te stellen is een zeer groot waagstuk
Spr. heeft de moeite genomen om eens
naar drie adressen te schreven met ver
zoek hem mededeeling te doen, of de prijs,
waarvoor is gegund billijk is te achten
Deze drie firma's waren Prins uit Nijkerl
(gereformeerd), Lamoen uit Naarden (li
beraal) en Schoenmaker uit Amsterdan
(katholiek), dus drie groote firnia's vai
verschillende richting. Én alle drie hebbei
spr. medegedeeld, dat de prijzen, waarvooi
Wethouder Koenders de levering heeft ge-
gurd, zijn: normaal en billijk. Een var
'hen wees zelfs nog op de jongste Rus
sische dumpingsmaatregelen, waardoor de
prijzen van hout in dezen tijd juist zóó
sterk varieerden en niet behoorlijk vast
stonden. Deze drie opgaven zijn natuurlijk
in strijd met de drie opgaven van den heer
Busch, doch waar we nu zes verschillende
opgaven hebben, alle van groote houthan
delaren, die zoo sterk uiteen loopen, daar
kan men toch moeilijk een schadebedrag
gaan berekenen, zelfs tot in centen. Als
de heeren mij kunnen overtuigen, dat mijn
cijfers onjuist en de hunne goed zijn, dan
zou, ik genegen zijn met hun mede te gaan,
maar tot zoolang moet ik voor mij consta-
teeren, dat ik het niet weet, en dus ook
geen schade kan aannemen.
De heer Busch antwoordde, dat de hou
ding van den heer van Doorne hem buiten
gewoon tegenviel, en hem sterk frappeer
de. Hij had zoo'n rede van den heer van
Doorne wel allerminst verwacht. Deze
heeft blijkbaar geen prijsopgave gevraagd,
waarvoor desgewenscht geleverd zou wor
den, maar alleen maar een beoordeeling
verzocht. Degenen, die aan spreker prijs
opgave hebben gedaan, zijn ook ten allen
tijde bereid voor die prijzen inderdaad te
leveren, en dat is nog wel heel wat an
ders, dan een schriftelijke beoordeeling
over de levering door een concurrent,
waarvan te voren vaststaat, dat zij reeds
is geschied en dat kans op levering voor
hen totaal is uitgesloten. Maar zoo dom
heeft spr. het niet aangepakt. Het komt
hem voor, dat de heer van Doorne nieV
anders dan poogt om zijn interpellatie tot
het uiterste minimum te reduceeren en
dat nog wel op b'.ii ton ge woon losse gege
vens. Behoorlijk onderzoek heeft de heer
van Doorne niet ingesteld en die is alleen
maar afgegaan op een paar briefjes van
houthandelaren zonder verder eenig be
hoorlijk onderzoek naar prijzen in te stel
len. Spr. heeft zoo'n onderzoek wèl fin-
gesteld, zelfs zeer uitvoerig en kan dan
ook nu definitief hier verklaren, dat de
prijzen wèl veel te hoog zijn, dat staat
vast. De heer van Doorne treedt in deze
zaak op als verdediger van Wethouder
Koenders op een wijze als een advocaat
van vuile zaakjes doet en....
De heer van Doorne, wijzende op den heer
Busch: „Tegen die woorden protesteer ik.
Ik eisch dat je ze terug neemt. Doe je dat
niet, dan moet je dat zelf maar weten".
De heer Busch, na eenige aarzeling:
„Nu, goedi, dan neem ik die woorden te
rug, maar ik blijf erbij, dat je hier op
treedt, zonder de minste kennis van za
ken te hebben en op een zoodanige min
derwaardige wijze, dat
De heer van Doorne: „Daar neem ik
geen genoegen mede, dat moet je ook in-
OPGERICHT 1899
TELEFOON No. 330
POSTGIRO No. 146487
trekken". Verschillende leden 'schreeuwen
door elkander heen, de burgemeester ha
mert heftig en het wordt een groot kabaal.
Tenslotte slaagt de burgemeester erin bo
ven alles uit te komen en sommeert den
heer Busch de gewraakte woorden terug
te nemen.
De heer Busch, onder ineens opvallende
stilte: „Ik trek daarvan niets in".
De burgemeester: „Dan zal ik genood
zaakt zijn op grond van het reglement van
orde den Raad voor te stellen U het woord
te ontnemen".
Na een pauze zegt dan de heer Busch,
dat natuurlijk zijn bedoeling niet is ge
weest den heer van Doorne te beleedigen.
Hij heeft alleen gezegd, niet, dat de heer
van Doorne een advocaat van vuile zaak
jes is, maar slechts dat de wijze, waarop
de heer van Doorne deze zaak thans be
handelt, er eene is als van een advocaat
van vuile zaakjes. Hetgeen men anders zou
hebben verstaan, heeft hij niet bedoeld.
Met stemverheffing roept spr. echter uit,
dat hij zich steeds het recht voorbehoudt
om in den Raad te zeggen, wat hfi meent
en dat recht laat hjj zich door niemand
ontnemen, noch door den Burgemeester,
noch zelfs door den Raad zelf.
De heer van Doorne verklaart door de
woorden van den heer Busch thans te zyn
tevreden gesteld, waarna de burgemeester
het incident voor gesloten verklaart.
De heer Busch, voortgaande, zegt, dat
er zeer zeker een raadsbesluit genomen is
om alles in het openbaar te besteden. De
heer van Doorne moét trouwens zelf toch
wel overtuigd zijn van de gewenschtheid
voor openbaarheid, want juist hij heeft
altijd daarvoor b\j verschillende gelegen
heden op scherpe wijze op de bres ge
staan. Dat de heer van Doorne nu ineens
als een blad op den boom omslaat, be
grijpt spr. heelemaal niet en hij had zeker
allerminst verwacht den heer van Doorne
hier heden aan te treffen als verdediger
van Wethouder Koenders. Al moge dan