ft i Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Pinksterfeest. Banketbakkerij „Nieuwerhoek" Gemeenteraadsverslaq. Magazijn DE DOM No. 41 Negentiende Jaargang Zaterdag 23 Mei 1931 Dit nummer bestaal uit 2 bladen. Bekendmaking en. Officieel. De Volkenbond behoeft steun en progaganda. Hoogst fijn AMANDEL- en BOTERGEBAK Uitgebreide collectie bonbons, chocolade, suiker- en dessertwerken. TELEFOON 2232. AANBEVELEND, F. H. EU WE. Eerste Soester Algem. Begrafenis-Onderneming Begrafenissen - Transporten - Crematie's rmë keus, S"'—- enorme de laagste prijzen UTRECHT 'AMERSFOORT 'ZEIST JONS HETf nc VCOÜ. U DOEN Vraagt inlichtingen, ove „DE MACHINALE^ OPMAAKWAS CH Goedkoop. kastklaan Uyg. 5tooiTwa5ch.- en 5tryk- inrichtirvg. PW.C.vd.VEEN. 'el474. Baarn. iTTT BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIÊN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIÊNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS I 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRESVAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER 380) meer opgetuigd en van een loszinnige, ru moerige bende omstuwd door de straten ge voerd en er wordt geen geld meer aldus door de opgeschoten jeugd ingezameld, om dat des avonds in luidruchtige braspartijen te verdoen. De beruchte dronkemansvecht partijen van Pinksterdrie zijn vrijwel geheel vergeten en ontegenzeggelijk is het moreele peil, ondanks onze als materialistisch uit gekreten tijd, aanmerkelijk gestegen. Men zou kunnen zeggen, dat de onsterfelijke zuurdezem van de Pinksteren immer voort- werkt ter vernieuwing en verheffing. FLORIS C. KENNISGEVING. Sedert 18 Mei 1931, des voormiddags te 9.30 ure wordt van het postkantoor te Baarn vermist een aangeteekende brief, inhouden de 9 pandbrieven aan toonder k f 1000.- van de Insulaire Hypotheekbank te Zierik zee, serie E. No. 10056 tot en met 10064. Bij eventueele aanbieding of anderszins wordt hiervan ten spoedigste telefonisch bericht ingewacht bij den Heer Commissa ris van Politie te Baarn. De Inspecteur van Politie te Soest: A. F. SCHREUDER. >,En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. En daar ge schiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van eenen ge weldigen gedreven wind, en ver vulde het geheele huis waar zij za ten; en van hen werden gezien ver deelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen; en zij werden allen vervuld met den hei ligen Geest, en begonnen te spre ken met andere talen, zooals de Geest hun ingaf uit te spreken.... (HANDELINGEN). Wij', die ons vertrouwd hebben gemaakt met de nieuwe, diepere, grootscher betee kenis van het Pinksterfeest, zooals dat door christenen wordt herdacht, vragen ons on willekeurig af, wat dit glorieuse herden kingsfeest van den geest toch wel betee- kend kon hebben twintig eeuwen geleden,, toen de discipelen „eendrachtelijk bijeen" waren, zooals de boven-aangehaalde schrif tuurplaats vertelt. Ook toen reeds was er dus sprake van een oud en gevestigd Pink sterfeest. In de Grieksche vertaling Pente- kostos wil het woord niets anders zeggen dan „de vijftigste"!,1 dat is: de vijftigste dag na Paschen, een datum waarop de Israëlie ten bij het voortschrijden der eeuwen de tendenz der vergeestelijking en verheffing van de menschelijke gedachten voorbijgaan, en er kwam een tijd, dat het Israëlitisch gemoed niet langer bevrediging vond in een .oogstfeest", ook al, doordat de Joden ver spreid werden, en niet als eenheid meer een landbouwende bevolking bleven vormen zoodat een oogstdankfeest voor velen alle actueele beteekenis verloor. En juist zooals de oude christelijke kerkvaderen zich aan hun tijd aanpasten en bestaande heidensche feesten en attributen kerstenden en er een nieuwe, christelijke beteekenis en inhoud aan gaven, evenzoo verstonden de Rabijnen de teekenen van den tijd, en verleenden een nieuwere, diepere en hoogere beteekenis aan hun Pinksterfeest, door het te stellen als herdenkingsdag in verband met de wet geving op den berg Sinaï. Ondanks alles kan een bepaalde analogie tusschen de Joodsche en de Christelijke herdenkings- grond nu niet meer ontkend worden. Im mers ongetwijfeld beteekende de wetgeving op Sinaï de komst van een nieuwen geest, een nieuw gebod, een nieuwe wet, een nieuw verbond, een vernieuwing der le venshouding, hetgeen ongetwijfeld een ver heffing was. En de „vervulling" met den „heiligen Geest" die Christenen herdenken en waardoor de discipelen „andere talen" begonnen te spreken, wijst evenzeer op een vernieuwing en verheffing der gedachten, waardoor allen die er deel aan hadden, voortaan met nieuw vuur begeesterd wer den, met grooter liefde, verdraagzaamheid, vergevensgezindheid, met grooter begrij pen ook van de ontzagwekkende, wereld- vernieuwde beteekenis van de onsterflijke, onvergetelijke dingen, die in de luttele drie jaren van zijn rondgang door den Messias werden gezegd en gedaan. Zoo werd in het jaar 305 bij de kerkver gadering van Elvira (Spanje) het Christe lijk Pinksterfeest vastgesteld, om in 1094 door Paus Urbajius II van 1 op 3 dagen te worden gebracht. Men noemt onzen tijd, onder den indruk van den steeds in grooter vaart voortschrij dende vooruitgang van de techniek welke ons hoe langer hoe meer los en vrij maakt van de oogenschijnlijke belemmeringen en beperkingen der materie, materialistisch. Maar pleit het niet juist voor een geestelijke verheffing dat speciaal in latere jaren ge broken werd met allerhande zeer materieele feestelijkheden en gebruiken (om van los bandigheden nog maar te zwijgen- die ter gelegenheid van het Pinksterfeest plaats vonden? Er worden geen witte duiven meer in kerken losgelaten, en er vindt geen er gerlijke profanatie van zulk een in den grond niet kwaad bedoeld doch nogal naïef gebruik meer plaats, door de organisatie van Pinksterschuttersfeesten, waarbij de duif het doel was waarop de schutters hun pijlen richtten. De Pinksterbruid wordt niet Ruim 10 jaren geleden kwam de Volken bond in concreten vorm tot stand. In ge dachte was hij er reeds lang, reeds eeuwen achtereen. Hij is in die tien jaren tijds uit gegroeid tot een instrument, waarvan de nuttige werking op internationaal gebied wordt erkend door een ieder, althans door een ieder, die niét blind wil zijn voor de feiten. Hij heeft in elke richting arbeid ter hand genomen, die vaak wij denken aan voorkomende verschillen en aan financieele- saneering als in Oostenrijk en Hongarije en elders zegenrijke gevolgen heeft ge had. De Volkenbond heeft van den aanvang van zijn bestaan af aan het ontwapenings- vraagstuk aandacht gewijd; de mogelijkhe den overwogen om deze ontwapening, die met de veiligheid der volken onder elkan der nauw verband houdt, ter hand te ne men; het Protocol van 1924 geschapen; de atmosfeer van Locarno van zich doen uit gaan, en is zoo, dank zij den moeitevollen arbeid der Commissie-Loudon gekomen tot de eerste Ontwapeningsconferentie, die op 2 Februari 1932 zal worden geopend. Waar om dan steun aan dezen Volkenbond, die immers door de Staten werd gesticht en in materieelen en moreelen zin wordt onder houden? Waarom dan propaganda voor zijn arbeid, die immers door een ieder gekend, al is het technisch niet door een ieder ge prezen wordt? Inderdaad, de Volkenbond is een veree niging van volken. En hij is in zekeren zin georganiseerd gelijk elke vereeniging, groot of klein. Hij heeft een algemeene ledenver gadering, de jaarlijks op den tweeden Maandag van September bijeenkomende Assemblée; hij heeft een bestuur, den Raad die thans uit veertien leden bestaat; hij heeft een secretariaat, dat te Genève is gevestigd en uiteraard* gezien de gewichtige werk zaamheden, die daaraan zijn en voottdurend worden opgedragen, ook een grooten om vang heeft. Maar de Volkenbond is meer dan een gewone vereeniging, want hij be oogt het welzijn van alle volken tegelijk door dezen te verhinderen elkander en tege lijk zichzelven nadeel toe te brengén door elkander te beoorlogen en de beste krach ten van elkanders bloed af te tappen. De Volkenbond nu bewandelt ter bereiking vari dit doel tweeërlei weg: den directen en den indirecten. Gezag berust slechts zelden, en dan al leen op het beslissende oogenblik, op daad werkelijke kracht; gezag berust voor een groot gedeelte op de suggestie, die er van het gezag uitgaat. Wel in geen enkele stad van ons toch in het algemeen ordelievend vaderland is er een politiecorps^ krachtig en talrijk genoeg om weerstand te bieden aan pogingen lot ordeverstoring, die de geza menlijke bewoners van zulk een stad zou den aanwenden. Maar de politie is georgani seerd, de menigte ongeorganiseerd; deze laatste leeft voor een groot deel onder de suggestie, die niet alleen suggestie is, dat verzet tegen het gezag toch vruchteloos is. Vandaar, dat met een relatief kleine poli tiemacht kan worden volstaan, en dat in het algemeen de innerlijke orde in eiken Staat kan worden gehandhaafd met een macht, die eigenlijk slechts berekend be hoeft te zijn ter beteugeling van de opzet telijke kwade en kwaadaardige elementen der samenleving! Een zoodanig gezag zal de Volkenbond zich slechts langzaam kun nen verwerven; nu licht de krachteloosheid van dien Bond tegen daadwerkelijk verzet nog te veel voor ieders oog open. Vandaar dat de Volkenbond uiterst voorzichtig moet zijn om den directen weg te bewandelen ter bereiking van zijn doel; den directen weg, die zou kunnen uitloopen hetzij op fiasco, hetzij op toespitsen der werkelijke kracht. Slechts enkele malen dan ook heeft de Vol kenbond de krachtproef genomen; wij den ken daarbij aan het Italiaansch-Grieksche geschil om Corfu; aan het Mosoel-geschil tusschen Engeland en Turkije; aan de merkwaardige oplossing van het Grieksch- Bulgaarsche grensconflict, dat zonder den Volkenbond ongetwijfeld tot een bloedigen oorlog in den Balkan zou hebben geleid. Als men eenerzijds den Volkenbond wel eens te groote voorzichtigheid verwijt op politiek gebied, dient men anderzijds hem de erkenning niet te onthouden, dat telken male zijn ingrijpen een juist ingrijpen is gebleken! Daarnevens de andere, de indirecte weg. Deze indirecte weg leidt langs de interna tionalisatie van de wereld en van de ge dachten der wereld. Ongetwijfeld, ook vóór den oorlog was er veel internationaal ge regeld. Maar wie zich bedenkt, hoevele moeilijkheden de bijeenroeping van een in ternationale conferentie over een desnoods onbelangrijk doel ondervond, zal den groo ten vooruitgang zien van het feit, dat thans de Volkenbond zijn gewoon apparaat maar in werking heeft te stellen om tot zulk een conferentie te geraken. Bovendien heeft de Volkenbond voor zijn z.n. secundaire werk zaamheden het stelsel van decentralisatie' toegepast, dat uitnemend werkt. Er is, zij het ook min of meer onafhankelijk van den Volkenbond, aan dezen verbonden een Ini ternationale Arbeidsorganisatie, die voor de doorvoering der internationale arbeids wetgeving zorg draagt; er is een organisa tie van doorvoer en verkeer, die de moei lijkheden!, tevoren aan het internationaal verkeer verbonden, aai merkelijk vergemak kelijkt; er zijn organis.Yues voor financieele en economische aangelegenheden, bij welke men den naam van Oostenrijk en van Hon garije maar behoeft te noemen om van haar nut verzekerd te zijn; er is een hygiënische organisatie, die reeds menige ramp van Europa heeft afgewend. Er zijn commis- siën voor de mandaten, die de Volkenbond over de vroegere Duitsche koloniën Turksche gebieden uitoefent; 'voor de opiumbestrijding, die het in 1912 in Den Haag aangevangen werk krachtdadig voort zet; voor de bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen; voor de intellectu- eele samenwerking, en op nog menig ande: gebied, die alle nuttigen arbeid afwerpen. Deze commissiën vergaderen geregeld te Genève. de uitwisseling van gedachten tus schen de vooraanstaande personen^ die aan den arbeid dezer commissiën deelnemen, waarborgt voor het internationaal verkeer reeds een belangrijke verbetering. Maar hoe nu dezen arbeid, den onder grond zijner gedachten', tot de groote mas sa's in de verschillende landen te brengen? De Volkenbond is, zonder een superstaat te zijn, een officieel lichaam, waarvan leden zijn het meerendeel der landen, die de we reld vormen. De Volkenbond mag en kan tusschen zijn leden geen onderscheid ma ken, en toch beseft hij levendig, dat datgene wat in het eene land kan geschieden, in het andere onmogelijk is. De Volkenbond kan daarom zoo moeilijk, anders langs indirec- en weg, propaganda maken voor eigen ar beid, eigen gedachten in populairen zin toe lichten, in het kort zeiven tot de groote massa's gaan. Daarom was het zoo juist gezien van de Engelsche pacifisten, dat zij, ter zelfder tijd bijna, dat de oprichting van den Volkenbond practisch aan de orde werd gesteld, een League of Nations Union op richten; een voorbeeld spoedig in Frankrijk en Italië gevolgd. Ook andere landen zijn in dit voetspoor getre len, en in Nederland, waar gedurende den uo.log de aloude Bond j,Vrede door Recht" en de Nederlandsche Anti-oorlog Raad samenwerkten, werden deze beide samengesmolten teneinde tot een geheel nieuwe Vereeniging voor Volken bond en Vrede te geraken. Ook deze Ne derlandsche Vereeniging, die als centrale organisatie voor de verspreiding van de ken nis van den Volkenbond mag worden be schouwd, stelt zich ten doel den Volken bond nader tot de massa in Nederland te brengen; den Volkenbond en zijn arbeid te doen kennen en daardoor waardeeren. Want, het moge vreemd en bevreemdend klinken, maar ontstellend is soms de on wetendheid^ die tegenover den Volkenbond heerscht, ook, ja voornamelijk zelfs bij de genen, die dezen het meest becritiseeren, In die leemte aan kennis moet worden voor zien; niet het minst ter wille van den Vol kenbond zeiven. Want deze is geenszins volmaakt, deze is gebrekkig samengesteld en op gebrekkigen grondslag opgetrokken. Het is het streven van de Volkenbondsver- eenigingen in de verschillende landen om die samenstelling en dien grondslag te ver beteren, uit te breiden, te verbreeden. Dat zal slechts kunnen geschieden door langzamen, gestadigen arbeid, die inspan ning en toewijding zal vorderen. Dat zal lechts kunnen geschieden^ indien vereeni- gingen als die voor Volkenbond en Vrede en deel, bij voorkeur een groot deel der massa achter zich weten. Zeer zeker, niet alle Nederlanders kunnen lid worden van deze vereeniging, maar zij kunnen door middel der organisaties, waarin zij op poli tiek of ander gebied worden omvat, blijk geven van hunne belangstelling in den ar beid dezer vereeniging en zoodoende de kracht harer werkzaamheden schragen. Want, laten wij één ding niet vergeten. Er worden menigmaal uitingen van onte vredenheid vernomen over den Volkenbond en zijn werkzaamheid; er worden menig maal wenschen geuit in positieve richting. Maar hoe kan men van de regeering van. cenig land verlangen, dat zij met zoodanige klachten of wenschen zal rekening houden ze bij den Volkenbond zeiven zal voorbren gen, indien niet deze wenschen en klachten worden geuit in organisatorisch verband? Er zijn er in ons land velen, en er komen er steeds meerderen, die belangstellen in den Volkenbond, en ook onder degenen, die nog sceptisch staan tegenover resultaten, die hij kan en zal bereiken, is het besef le vendig, dat indien aan de samenleving der volkeren één kans geboden wordt om dezen op vredelievenden en vriendschappelijken grondslag te vestigen, deze kans is gele gen in den Volkenbond te Genève. Veran derd, verbeterd, verbreed, maar niettemin bestaande gelijk thans. Vandaar, dat op de zen 18 Mei de Vereeniging voor Volken bond en Vrede in ons land, gelijk andere vereenigingen in andere landen, tot alle Ne derlanders komt om hen en haar te zeggen, dat er een Volkenbond te Genève is; dat deze behoefte heeft aan aller steun, aan al ler medewerking, en dat op allen, die het wel meenen met de vredelievende samen werking der volkeren, de plicht rust om in het organisatorisch verband van deze ver eenigingen den arbeid van dien Volkenbond te steunen! Tndien de noodzakelijkheid daartoe be staat, dan wel in dit jaar» Want wij staan aan den vooravond der Ontwapeningscon- ferentie-1932, en indien eene conferentie van levendig belang voor den Volkenbond mag worden geheeten, dan wel deze. De ontwa pening zal de veiligheid dienen en de vei- vele malen bekroond. Fa. M. HAKS en WED. D. HAKS. Opgericht 1899 TELEFOON 2146, 2037, 2002 D. HOOLWERE, Dir., Heuvelweg 18 ligheid dient harerzijds de ontwapening. Het is reeds een gelukkig teeken, dat men een zoodanige sfeer van vertrouwen tusschen de Staten aanwezig acht, dat men de Ont wapeningsconferentie heeft samengeroepen. Komt zij samen, dan moet zij slagen. Sla gen zij niet in dien zin, dat zij reeds dade lijk geheel of gedeeltelijk ontwapening brengt, wat uiteraard onmogelijk is. Doch slagen in zooverre, dat zij een begin van uitvoering geeft aan de maatregelen om te komen tot geleidelijke vermindering der bewapeningen, niet slechts, zooals men het vroeger voelde, uit economische, maar bovenal uit algemeen zedelijke overwegin gen! Een verkeershuisje voor ..Soest Vooruit" naast het gemeentehuis. Verharding van den Hellingweg. Geen gemeenteborden voor verkiezingsprogaganda. Bij den wegenaanleg nabij den Heideweg is de gemeente voor een groot bedrag benadeeld! De rol van den heer van Klooster; een duistere zaak, waaraan heel veel vreemds is. De gemeenteraad van Soest kwam in Openbare vergadering bijeen op Woensdag 20 Mei 1931 ter behandeling der reeds ge publiceerde agenda. Na de gebruikelijke opening deelde de Burgemeester mede bericht van verhinde ring te hebben ontvangen om de vergade ring bij te wonen van Mevrouw Landweer- de Visser en van den heer Hilhorst. Verder was afwezig de heer van Doorne (waar schijnlijk wegens een familie-sterfgeval), terwijl de heeren Grootewal en Koenders later ter vergadering verschenen, zoodat de vergadering dus geopend werd met 8 leden, wat aan den heer Busch de opmerking ont lokte, dat je wel goed kon zien dat het pre sentiegeld was afgeschaft, (gelach) De burgemeester stelde aan de orde: PUNT 1 VAN DE AGENDA 1. Mededeeling van ingekomen stukken. Ingekomen zijn: a. een beroepschrift betreffende de kwes tie van de finantieele regeling tusschen Rijk en Gemeente, waarover de gemeente in be roep was gegaan. b. Een mededeeling van den Wethouder van Onderwijs over de Commissie van het plaatselijk toezicht, teneinde deze commis sie eventueel te hooren over voordrachten voor onderwijzers. Op voorstel van den heer Gasille wordt deze mededeeling ook deze vergadering weer aangehouden door afwezigheid van de voorstelster, Mevrouw Landweeer-de Vis ser. c. Het antwoord van B. en W. op de 3 vragen van den heer Gasille inzake den wegaanleg nabij den Heideweg voor de maatschappij Heidebloesem, waarbij ook de heer van Klooster is betrokken. De heer Gasille bedankt den voorzitter vcor het zeer snelle antwoord, al zit daar ook een ironisch bijsmaakje aan bij de ver wijzing naar agendapunt 2. Spreker appre cieert echter de spoed, doch is in het geheel niet bevredigd en verzoekt dit punt aan Colbert&»

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1