Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Bekendmakingen.
dvA
„GOUDHEUVEL"
Voorjaarsgedachten.
Wie beu is van politiek gekonkel, stemme op één der candidaten van lijst
Algemeen Gemeentebelang
I Algemeen Gemeentebelang
Binnenland.
Officieel.
FEU LILET ON
No. 42
Negentiende Jaargang
Woensdag 27 Mei 1931
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTD1JK
ADVERTENÏIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOf STER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIÈN VAN l TOT 5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS I 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN ADM.-ADRESVAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - S0ESTD1JK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER 380)
J(2
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest, gelet op het bepaalde bij de
art.. 6 en 7 der Hinderwet, brengen ter
algemeene kennis:
dat op de secretarie 'der gemeente ter
visie is gelegd een verzoek met belagen
van J. A. Slager, te Soest, om vergunning
tot uitbreiding en wijziging der bestaande
smederij, door bijplaatsing van een 2e
boormachine en amaril machine met elec-
tromotor van 2P.K., dienende ter aandrijV-
ving dezer machines, alsmede van de be
staande boormachine zulks met intrekking
van zijn verzoek van 27 April 1931* in fcet
perceel Nieuwe weg no. 92, kad. gemeente
Soest, sectie G. no. 3239
dat op den 5 Juni 1931, des'namiddags
te 3 uren gelegenheid is (om ten gemeente
huize bezwaren tegen het uitbreiden en
wijzigen dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende drie 'dagen vóór dien
dag op de secretarie der gemeente Van de
ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennis genomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek' te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op
de aangewezen plaats en het aangegeven
uur in de vorengenoemde - - ingevolge ar
tikel 7 der Hinderwet te 'houden i 'zitting
zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren
mondeling toe te lichten.
Soest, 22 Mei 1931.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg
Burgemeester en Wethouders van Soest
maken bekend, dat het verzoek Van dej N.V.
O.B.I.M. te Soest om in-op perceel, gele
gen aan de Birktstraat, kadastraal bekend
in sectie C, no. 1873 teen ondergrondsche
benzinebewaarplaats met aftapinrichting
te mogen oprichten door hen is ingewil
ligd op 19 Mei 1931.
Soest, 23 Mei 1931.
Burgem. en W9th. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Burgemeester en Wethouders van Soest
maken bekend, dat het verzoek van H. (Ie
Vries, te Soest, om op-in perceel, gele
gen aan den Schoutenkampweg, kadastraal
bekend in sectie D, no. 1647 een brood-
bakkerij met oven te mogen oprichten door
hen is ingewilligd.
Soest, 19 Mei 1931.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Naar het Engelsch
CARL SWERDNA
10)
De rentmeester ging zitten, maar sprak
zenuwachtig en bleef steeds naar den hoed
kijken, dien hij in de hand hield.
,,Ik geloofMr. Ryder heeft mij te
verstaan gegevendat er enkele ver
anderingen hier in huis moesten aanger
bracht worden. Als u misschien
Juist kwam het meisje Tante wegroepen,
die met een verontschuldiging hem de hand
bood, waardoor dc rentmeester in zijn ver
strooidheid zijn notitieboekje liet vallen, en
er ettelijke papieren op den grond uitge
spreid werden.
„Wacht, ik zal u helpen!" zei Dorothy en
bukte zich, om enkele losse papieren op te
rapen.
„O, doet u toch geen moeite, madam!
Het was door mijn onhandigheid. Neem mij
niet kwalijk: Uw tante heeft uw naam wel
genoemd
Maar u heeft dien niet verstaan?
Nu, ik heet Foliot."
Nadat de rentmeester enkele dingen in
zijn bock had opgeteekend, zei hij:
,,Als u nu geen opdracht meer voor mij
heeft, miss Foliot?"
„Neen, nu weet ik niets meer. Maar toch
wilde ik u nog wat vragen, Mr. Boonc.
Mag ik uw dochter eens komen opzoeken?"
„Heel vriendelijk van u, Miss Foliot.
Maar, ochik zou haast zeggen:
doet u het liever niet1"
„Waarom niet? Heeft uw dochter het niet
graag?"
„Dat welMaar ziet uzij is
niet altijd even
Vergunningsaanvrage Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Baarn maken bekend, dat door de
N.V. American. Petroleum Company, ge
vestigd te 's-Gravenhage vergunning is
gevraagd tot oprichting van een onder
grondsche benzine-bewaarplaats met pf-
tapinrichting, op het perceel, kadastraal
bekend gemeente Baarn, sectie B, nos.
9233-9234 gelegen aan de Torenlaan.
Het verzoekschrift zal, met de daartoe
betrekkelijke bijlagen, gedurende veertien
dagen ter Secretarie der Gemeente voor
belanghebbenden ter inzage liggen.
Op Vrijdag, 5 Juni 1931, des voormid
dags 11 uur, zal aldaar de gelegenheid
worden aangeboden om bezwaren tegen 't
oprichten der inrichting toe te lichten, ter
wijl drie dagen vóór dien dag inzage kan
worden genomen van de ter zake ingeko
men stukken.
Herinnerd wordt, dat volgens de tegen
woordige rechtspraak tot beroep bij Hare
Majesteit de Koningin van het door Burge
meester en Wethouders te nemen besluit
niet gerechtigd zullen zijn zij, die op ge
noemde zitting niet mondeling hunne be
zwaren toelichten.
Baarn, 22 Mei 1931.
De Burgem. en Weth. van Baarn
De (Burgem. G. J.. v. Reenen
De Secretaris, B. de Die.
Zijnde hiervan afkodiging geschied,
waar het behoort, den 22sten Mei 1931.
Burgem. en Weth. van Soest,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
de oogen wisselen 't blijde
nieuws.
Van hand tot hand gaat de groet'nis
heen,
Van hart tot hart gloeit lichtend'
hoop
De zoekers naar het Licht zijn één".
SAMUEL LONGFELLOW.
Het was een dóódsimpele, maar toch wel
aardige geschiedenis, die Berry, een rede
naar aan gene zijde van den grooten ha
ringvijver, onlangs aan zijn gehoor vertel
de. Een nogal naief vertelseltje over een
roodborstje. Het was dan zoo. De vogels
kwamen dit voorjaar heel vroeg naar onze
stad. Het is een zonnige plaats en er zijn
veel boomen en struiken.
Op een morgen dreef er een lied mijn ka
mer binnen van een kale boom daar buiten
in de laan. Een roodborstje zong dat lied.
I7 geeft geen snars om een roodborstjes
liedje, zei U dat niet? Nou ja, het doet er
ook niet toe.
Ik zei dan, „meneer Roodborst, ik kan
niet begrijpen wat jij nu in vredesnaam kunt
vinden om over te zingen." Want er was
geen groen in de laan. De boomen waren
kaal. De struiken vertoonden geen enkel
teeken van leven. De wind woei koud.
Het ijs lag nog in de rivieren. Maar rood
borst bleef maar zingen. Ik kon niets zien
en niets voelen dat zijn lied kon inspiree-
ren. Hij evenmin. Maar het roodborstje wist
waar hij aan- toe was. Hij verwachtte de
warme en geurige lentetijd en hij zong zijn
hartelijke begroeting. Hij betaalde vooruit.
Hij wist dat in een dag of wat de zuiden
wind zou gaan waaien, de zon de aarde met
haar warmte zou koesteren, de boomen met
„Och, men moet natuurlijk in het oog
houden, dat zij een zieke is, een hulp
behoevende nog wel! Maar u zult mij het
genoegen toch niet benemen, haar eens te
mogen bezoeken, Mr. Boone? Wilt u haar
dan uit mijn naam zeggen, dat ik bij haar
zal komen, zoodra ik een middag vrij heb?
Maar nu mag ik u niet langer ophouden.
Uw dochtertje kijkt zeker al vol verlangen
naar u uit."
Toen zij hem de hand wilde reiken, viel
het haar eerst op, hoe bleek hij zag, en zij
vroeg:
„Is u niet wel, Mr. Boone?"
„O, het is niets! Het gaat dadelijk weer
voorbij, verontschuldigde hij zich.
Zij deed hein nu geheel uitgeleide en
koos opzettelijk den weg door den tuin, dat
h:; gelegenheid zou hebben zich weer
wat te herstellen en plukte onderwijl enkele
rozen.
„Mag ik u die nog voor Mary meegeven?
Ofschoon ze zelve dc mooiste exemplaren
om zich heen heeft. Maar Mr. Curzon ver
tilde mij, dat zij onuitsprekelijk veel van
bloemen houdt."
„Dat is ook zoo, Miss Foliot! Er zijn er
ook maar weinigen, die altijd zoo vriende
lijk zijn, als hij, en dit ook blijven, ofschoon
ze niet veel vriendelijkheid terug ontvan
gen. Ik ben er hem dan ook zeer dankbaar
voor; als u zoo iemand als ik ben, ten
minste tot zulk een gevoelen in staat acht!"
Dorothy bleef hem nakijken en voelde
zich weer tot in het diepst van haar ziel
getroffen door medelijden met dien vreem
den man.
„Wat denkt u nu van hem, na deze per
soonlijke kennismaking?" vroeg Roderick
Curzon.
Ze moest even met dc handen langs de
oogen strijken en had 't land aan zichzelve.
„Ik ben waarlijk in het geheel niet senti
menteel aangelegd, heb ik, geloof ik, al
eens verklaard; maar die man stemt mij
nu altijd zoo droef. Hij heeft denzclfden
inelancholieken blik in de oogen als een
I
i
bladeren bedekt zouden zijn, de lan^n be
kleed met een groen grastapijt en dat de
geur der seringen en kamperfoelie en rozen
de tuinen zou vervullen.
De lente kwam. Het roodborstje wist dat
zij zou komen.Mijn beste vrienden, vind
jelui het op het oogenblik misschien een
beetje kil? Blaast de wind guur? Ziet de
lucht er stormachtig en donker uit? Schijnt
de lente-tijd van zakenvoorspoed, of van
goede gezondheid of van innerlijken vrede
wat erg lang veria; t Uw stemming is er
eene van ongeduld en ontmoediging. Uw le
ven is zoo moeilijk geweest. De weg is zoo
ruw geweest. Hooggespannen verwachtin
gen zijn zoo dikwijls op de aarde te pletter
gevallen. U hunkert naar de komst van den
lente-tijd naar iets dat de troostelooze
routine van Uw leven zal veranderen. Maar
helaas! het is nog winter. Daarom is er geen
lied in Uw hart. Kom. kijk nu eens hier!
Laten we nu eens aannemen dat de lente
erg lang op zich schijnt te laten wachten, zij
moet toch zeker komen. Zing dan. zooals
het roodborstje zong. Zing. omdat de warm
te en de vruchtbaarheid van den zomer on
derweg zijn. Zing in de verwachting van
wat zeker komen zal. Geloof reikt verder
dan de oogen
Ja zeker.... En hoor nu eens hier: als
het eenmaal voorjaar is geworden en alles
in de natuur uitspruit en de prikkelende
voorjaarsgeuren U omringen, dan voert ge
immers op, dan wordt in U het geloof en
het vertrouwen in het goede, in de overwin
ning van Uw eerlijk pogen en werken weer
wakker? Dan leeft immers krachtiger dan
ooit te voren in U het vertrouwen, neen het
weten op, dat wij allen bestuurd worden
door de groote Wijsheid, die het heelal be
stuurt, en dat we slechts dan veilig en ge
rust kunnen zijn, wanneer we in ons denken
en doen in overeenstemming met deze groo
te ahvijsheid handelen, waarvan de groote
aspecten zijn Waarheid en Leven en Lief
de? Ons geweten is daarbij een veilig, nim
mer falend kompas, al zijn er wel soms on
der ons, die dat kompas maar liefst zoo min
mogelijk aan het woord laten of het bedek
ken. Maar welk verstandige zeeman doet
dat? En wij, als verstandige zeelieden op de
levenszee kunnen het kompas zeker niet
missen. Doch om dan op het voorjaar terug
te komen, als ge het tastbaar voor U ziet,
dan leeft het vertrouwen op. Maar waarom
dan geen voorbeeld aan dat kleine vogeltje
genomen, dat al zong, toen de ijzige wind
nog woei en de boomen nog kaal waren?
Waarom niet blijmoedig voortgewerkt en
„vooruit betaald" voor wat we diep in ons
innerlijk weten, dat toch komen zal? Zeg
gen onze geijkte, door ieder gekende spreek
woorden het niet, zooals „na regen komt
zonneschijn" en zoovele andere? De Duit-
sche dichter bezong het reeds, om met de
blijde-tirade te eindigen: „Het moet toch
lente worden." En als we de waarheid dan
weer goed beseffen, dan wisselen de oogen
weer het blijde nieuws, „van hand tot hand
gaat de groet'nis heen, van hart tot hart
gloeit lichtend hoop, de zoekers naar het
Licht zijn een."
FLORIS C.
HILVERSUM.
NIEUWE ZWEMINRICHTING BIJ
CRAILO.
hond, die zijn baas kwijt is. O, ik heb nog
nooit zoo'n innig medelijden met iemand
gevoeld! Ik had hem wel kunnen omhel
zen!"
„Ja?Maar dat heeft u toch zeker
niet gedaan?"
„Neen, maar toch had het weinig ge
scheeld. Is hij al lang op „Goudhcuvel?"
„Al verscheidene jaren. Ik weet niet pre
cies. Maar waarom vraagt u dit zoo?"
„Eigenlijk zonder een bepaalde reden.
Hij gaat nu zeker onmiddellijk naar zijn
dochter?"
„Natuurlijk. Als hij maar een uur van
haar zijde wordt geroepen, voor zaken, dan
is zij al diep ongelukkig."
De rentmeester ging niet onmiddellijk
terug naar huis. Hij liep „Het Bouquet",
zooals Dorothy het villatje had gedoopt,
voorbij, of hij het niet zag; ging langs de
„Kluizenaarshut" en zoo steeds met ver
snelden pas, tot hij „Goudhcuvel" bereikte.
Toen deed hij een klein zijhek open, waar
van hij den slèutel altijd bij zich droeg en
trad het huis binnen, dat er nog eens zoo
schilderachtig uitzag in het zachte licht van
de juist opkomende maan.
De bediende zei, dat zijn heer wel alleen
was, maar nog aan tafel zat. Wilde Mr.
Boone even wachten?Dit wilde
Mr. Boone echter niet, hij duwde den man
op zij, liep de hall door en ging zoo regel
recht dc eetzaal binnen, waar Mr. Ryder
al klaar was met zijn eenzaam maal, maar
nog ccn oogenblik was blijven zitten met
zijn glas wijn, toen hij onwillekeurig op
schrikte bij dit onverwacht bezoek.
„Jij Boone? Wat voert je hierheen?"
Deze vraag op zichzelve was niet meer
dan natuurlijk; alleen de toon, waarop ze
geuit werd, was verbazend ruw en beleedi-
gend, cn bewaarde dc eigenaar van „Goud-
heuvel" enkel voor den rentmeester. De
verdere Mannamcaders zouden hem niet
herkend hebben in zulk optreden.
„Wat is er?" herhaalde hij. „Wat scheelt
er aan? Kan je niet praten?"
Op een werkelijk zeer idyllisch plekje,
vlak bij de Crailoosche brug nadert de nieu
we Hilversumsche Zweminrichting haar
voltooiing.
Wij kunnen onze groote bewondering uit
spreken, over hetgeen daar tot stand werd
gebracht. Het zal een ideale gelegenheid
worden om er de gezonde zwemsport te
beoefenen.
De omgeving werkt in hooge mate mede,
door hooge taluds, beschut tegen den wind,
kunnen de zwemsters en zwemmers naar
hartelust genieten van het frissche heldere
water en'als de beplanting in een verder
stadium van groei verkeert, en de jonge
dennen nog meer zijn opgeschoten, dan mo
gen wij gerust zeggen, dat Hilversum een
ideale zw.emgelegenheid gekregen heeft,
waar zeker niet alleen de Hilversummers,
doch ook velen uit naburige gemeenten de
zwemsport gaarne zullen beoefenen.
Er is een groot parkeerterrein voor auto's,
voorzien van een asphaltdeklaagje en
groote overdekte stallingen voor fietsen,
waar ongeveer 100 rijwielen kunnen wor
den ondergebracht. Is het goed weer, dan
worden op dit terrein nog rekken voor
fietsen geplaatst, zoodat er dan heel wat
kunnen worden geborgen.
Een geheel wit bepleisterd kantoorge
bouwtje voor den badmeester, is een in alle
opzichten frisch en vroolijk entrée.
Er zijn daar twee ingangen, rechts voor
de heeren en links voor de dames. Ruime
loketten bieden glegenheid om er een kaar
tje te koopen.
In het kantoor zijn kastjes gemaakt voor
handdoeken, badgoed enz. Voorts zien wij
er een pomp voor drinkwatervoorziening en
voor de douches.
In een reservoir, dat zich boven het ge
bouwtje bevindt, wordt het water, door
middel van een electro-motor gepompt en
door een vernuftige vinding is het mogelijk
gemaakt, dat er steeds een gelijkmatige
druk op de douches is.
Dit hoofdgebouwtje is hoog geplaatst,
zoodat de badmeester steeds een goed over
zicht heeft over de geheele inrichting; hij
Dit leek ook wel zoo. Naar adem snak
kende, viel de rentmeester achter in een
stoel neer en prevelde slechts enkele on
verstaanbare klanken.
Ryder nam ijlings een glas van tafel,
schonk het vol en reikte het den ander,
wiens hand zóó zeer trilde, dat hij morste.
Toen hij echter een goede teug genomen
had, had hij zich in zooverre hersteld, dat
hij spreken kon.
„Nu, wat is er?
„U heeft mij naar „Boschzicht gestuurd."
„Juist. En?
„Ik ben er geweest. Ik kom er vandaan."
„Maar man moet ik je de woorden uit de
keel halen!"
„Ik tracht u al zooveel mogelijk te spa
ren voor den schok, die u wacht. Ja, ik
ben er geweest.En ik heb dc jonge da
mehet nichtje gezien. U heeft mij ge
zegd, dat haar naam Flowers was".
„Neen, zij heet Foliot."
„Wat? Foliot?Foliot?"
„Ja, ze heeft het zelve gezegd: Dorothy
Foliot."
Met iets, dat wel een onderdrukte snik
leek, viel Boone weer terug in zijn stoel.
„Stil, jou lafaard!" gebood hem zijn werk
gever met dreigend gebaar. „Laat mij eerst
denken!"
Dien volgenden dag was Curzon nog druk
bezig op „Boschzicht" en onder een van die
bedrijven, zei hij tot Miss Foliot:
„Ik geloof toch, dat u gelijk hadt en dat
uw verschijning hier in Mannamead mijn
waarden neef znlk een schrik bezorgd heeft,
dat hij gevlucht is. Althans, toen ik van
morgen even bij Boone langs kwam, vond
ik dien in zijn tuin aan het werk en ik
hoorde van hem, dat zijn werkgever van
ochtend met den eersten trein naar Londen
was vertrokken.
HOOFDSTUK VI.
Miss Nancy voelde zich met recht ver
legen: ze was zoo overvallen cn had zich
kan dus altijd precies zien, wat er gebeurt
en een beter toezicht is dan ook welhaast
niet denkbaar.
Bij dit gebouwtje zien wij links en rechts
vier toiletten vlak naast den ingang en aan
beide zijden een rij kleedkamertjes.
De trappen voeren naar een keurig aan
gelegd strand ter grootte van ongeveer 4U
bij 50 meter. Dit strand loopt geleidelijk af
in 't ondiepe bassin. Dit bassin is 40 meter
breed (de breedte van den plas) en 45 M.
lang. De diepte is 1 meter, zooals gezegd,
geleidelijk afloopend. Aan de kanten van dit
strand zijn ook de overige cabines gebouwd.
Alles in wit, met deuren in een frissche gele
kleur.
In totaal zijn er 180 kleedkamertjes, waar
van 36 wisselcabines.
Die wisselcabines vooral zijn een groot
voordeel, omdat daardoor een vrijwel onbe
perkt aantal kleedgelegenheden is gemaakt.
Immers, is men van plan lang in de zwem
inrichting te vertoeven, dan neemt men een
wisselcabine. Indien men zich in badcos-
tuum gestoken heeft, drukt men op een
knop en komt 'n sein naar buiten, waarop
de badknecht door een luik de kleeren in
ontvangst neemt en de cabine vrijkomt voor
een ander.
Door middel van een looper kunnen de
cabines door den badmeester worden afge
sloten.
In het ondiepe basin is een afscheiding
tusschen het dames- en hccrcnbad over de
geheel lengte der inrichting. Ook is er een
afscheiding tusschen de kleedkamertjes aan
weerszijden en op het strand.
Aan het einde van het ondiepe basin be
staat gelegenheid tot het geven van zwem
lessen.
Aan beide zijden langs dit basin is een
strook wit zand dat gelegenheid geeft tot
uitrusten en het nemen van een lekker zon
nebad.
Aan het einde van dit basin is een plan
kier aangebracht over de geheele breedte,
ook aan de zijden bevinden zich plankiers.
Op het middenplankier is een springplank
aangebracht.
Achter het ondiepe basin bevindt zich het
diepe, dat eveneens 40 M. breed is, doch
een lengte heeft van niet minder dan 70 M.
Dit basin is 2 meter diep, doch rond den
springtoren heeft het een diepte van 3 M.
Deze springtoren, welke zich bevind aan
het einde van het diepe basin, is evenals het
hoofdgbouwtje heel mooi. Opgetrokken van
beton, met frisch blauw geschilderde ijze
ren treden en leuningen is hij 'n juweeltje.
Bij den springtoren zijn drie springplan
ken en wel een op het plankier van 1 me
ter hoogte, een halfweg den toren op een
hoogte van 2 meter en ten slotte een boven
op den toren, vanwaar men van 3 meter
hoogte in het zilte nat kan duiken.
Achter dit diepe basin bevindt zich het
wedstrijdbasin dat 50 M. lang is.
toch graag met eenige bijzondere zorg ge
kleed voor het bezoek van Lady Eva.
„Wat een onzin, Tante! U ziet er best uit,
zooals u hier is! Als je je zoo erg mooi
maakt, dat is zoo parvenu-achtig! Laat u
de thee in den tuin brengen, 't is zonde
en jammer, om met zulk weer binnen te blij
ven en zegt u dan tegen oom Matt, dat
hij met u meekomt. Maar ik moet naar La
dy Eva gaan. Vindt u het geen aardig ding?
Zij heeft u allebei op de vlucht zien slaan,
dat is toch wel wat gek!"
Nu, Lady Eva wès een aardig ding en
ze zag er op haar voordeeligst uit, in een
lichtblauw cashmire japonnetje; maar toch
werd ze geheel in de schaduw gesteld door
Dorothy, die bepaald mooi was te noemen;
over het geheel een indrukwekkende per
soonlijkheid, hoe jong ze ook nog was! Zij
had met Oom een beetje buiten zitten pra
ten, toen er ineens het rijtuig van Roxmin-
ster stil hield, een oude rammelkast an
ders, en daar een in het blauw gekleed
figuurtje uit stapte, waarop oom Matt, met
zijn krant en tabakspot, in allerijl naar bin
nen was gevlucht.
Zoo was dus Dorothy alleen achter ge
bleven, om de bezoekster te ontvangen;
cn, nadat de jonge meisjes een vijf minuten
gepraat hadden, war Dory Tante gaan op-
cischen cn had zij haar maatregelen ge
nomen voor de thee.
„Ik hoop, dat u het mij niet kwalijk
neemt, dat ik u even alleen moest laten,"
verontschuldigde Dorothy zich bij haar
weerverschijnen; ik heb gezegd, dat Tante
ook moest komen. Anders zoudt u "nog den
ken, dat zij voor u weggeloopen was. Hebt
u Oom zien vluchten?"
„Hij is toch niet weggeloopen voor mij?"
„Ja, niet zoozeer \oor u, dan voor de
idee van u! Ik geloof, dat hij u voor een
gewichtig personage houdt."
„Ik geloof niet, dat iemand, die mij ge
zien heeft, er ooit zoo over denken zou."
(Wordt vervolgd.)