Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Bekendmakingen. dvA „GOUDHEUVEL" Voorjaarsgedachten. Wie beu is van politiek gekonkel, stemme op één der candidaten van lijst Algemeen Gemeentebelang I Algemeen Gemeentebelang Binnenland. Officieel. FEU LILET ON No. 42 Negentiende Jaargang Woensdag 27 Mei 1931 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTD1JK ADVERTENÏIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOf STER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIÈN VAN l TOT 5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS I 1.— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRESVAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - S0ESTD1JK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER 380) J(2 Hinderwet. Burgemeester en Wethouders der ge meente Soest, gelet op het bepaalde bij de art.. 6 en 7 der Hinderwet, brengen ter algemeene kennis: dat op de secretarie 'der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met belagen van J. A. Slager, te Soest, om vergunning tot uitbreiding en wijziging der bestaande smederij, door bijplaatsing van een 2e boormachine en amaril machine met elec- tromotor van 2P.K., dienende ter aandrijV- ving dezer machines, alsmede van de be staande boormachine zulks met intrekking van zijn verzoek van 27 April 1931* in fcet perceel Nieuwe weg no. 92, kad. gemeente Soest, sectie G. no. 3239 dat op den 5 Juni 1931, des'namiddags te 3 uren gelegenheid is (om ten gemeente huize bezwaren tegen het uitbreiden en wijzigen dier inrichting in te brengen; en dat gedurende drie 'dagen vóór dien dag op de secretarie der gemeente Van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennis genomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek' te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in de vorengenoemde - - ingevolge ar tikel 7 der Hinderwet te 'houden i 'zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Soest, 22 Mei 1931. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat het verzoek Van dej N.V. O.B.I.M. te Soest om in-op perceel, gele gen aan de Birktstraat, kadastraal bekend in sectie C, no. 1873 teen ondergrondsche benzinebewaarplaats met aftapinrichting te mogen oprichten door hen is ingewil ligd op 19 Mei 1931. Soest, 23 Mei 1931. Burgem. en W9th. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat het verzoek van H. (Ie Vries, te Soest, om op-in perceel, gele gen aan den Schoutenkampweg, kadastraal bekend in sectie D, no. 1647 een brood- bakkerij met oven te mogen oprichten door hen is ingewilligd. Soest, 19 Mei 1931. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Naar het Engelsch CARL SWERDNA 10) De rentmeester ging zitten, maar sprak zenuwachtig en bleef steeds naar den hoed kijken, dien hij in de hand hield. ,,Ik geloofMr. Ryder heeft mij te verstaan gegevendat er enkele ver anderingen hier in huis moesten aanger bracht worden. Als u misschien Juist kwam het meisje Tante wegroepen, die met een verontschuldiging hem de hand bood, waardoor dc rentmeester in zijn ver strooidheid zijn notitieboekje liet vallen, en er ettelijke papieren op den grond uitge spreid werden. „Wacht, ik zal u helpen!" zei Dorothy en bukte zich, om enkele losse papieren op te rapen. „O, doet u toch geen moeite, madam! Het was door mijn onhandigheid. Neem mij niet kwalijk: Uw tante heeft uw naam wel genoemd Maar u heeft dien niet verstaan? Nu, ik heet Foliot." Nadat de rentmeester enkele dingen in zijn bock had opgeteekend, zei hij: ,,Als u nu geen opdracht meer voor mij heeft, miss Foliot?" „Neen, nu weet ik niets meer. Maar toch wilde ik u nog wat vragen, Mr. Boonc. Mag ik uw dochter eens komen opzoeken?" „Heel vriendelijk van u, Miss Foliot. Maar, ochik zou haast zeggen: doet u het liever niet1" „Waarom niet? Heeft uw dochter het niet graag?" „Dat welMaar ziet uzij is niet altijd even Vergunningsaanvrage Hinderwet. Burgemeester en Wethouders der ge meente Baarn maken bekend, dat door de N.V. American. Petroleum Company, ge vestigd te 's-Gravenhage vergunning is gevraagd tot oprichting van een onder grondsche benzine-bewaarplaats met pf- tapinrichting, op het perceel, kadastraal bekend gemeente Baarn, sectie B, nos. 9233-9234 gelegen aan de Torenlaan. Het verzoekschrift zal, met de daartoe betrekkelijke bijlagen, gedurende veertien dagen ter Secretarie der Gemeente voor belanghebbenden ter inzage liggen. Op Vrijdag, 5 Juni 1931, des voormid dags 11 uur, zal aldaar de gelegenheid worden aangeboden om bezwaren tegen 't oprichten der inrichting toe te lichten, ter wijl drie dagen vóór dien dag inzage kan worden genomen van de ter zake ingeko men stukken. Herinnerd wordt, dat volgens de tegen woordige rechtspraak tot beroep bij Hare Majesteit de Koningin van het door Burge meester en Wethouders te nemen besluit niet gerechtigd zullen zijn zij, die op ge noemde zitting niet mondeling hunne be zwaren toelichten. Baarn, 22 Mei 1931. De Burgem. en Weth. van Baarn De (Burgem. G. J.. v. Reenen De Secretaris, B. de Die. Zijnde hiervan afkodiging geschied, waar het behoort, den 22sten Mei 1931. Burgem. en Weth. van Soest, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. de oogen wisselen 't blijde nieuws. Van hand tot hand gaat de groet'nis heen, Van hart tot hart gloeit lichtend' hoop De zoekers naar het Licht zijn één". SAMUEL LONGFELLOW. Het was een dóódsimpele, maar toch wel aardige geschiedenis, die Berry, een rede naar aan gene zijde van den grooten ha ringvijver, onlangs aan zijn gehoor vertel de. Een nogal naief vertelseltje over een roodborstje. Het was dan zoo. De vogels kwamen dit voorjaar heel vroeg naar onze stad. Het is een zonnige plaats en er zijn veel boomen en struiken. Op een morgen dreef er een lied mijn ka mer binnen van een kale boom daar buiten in de laan. Een roodborstje zong dat lied. I7 geeft geen snars om een roodborstjes liedje, zei U dat niet? Nou ja, het doet er ook niet toe. Ik zei dan, „meneer Roodborst, ik kan niet begrijpen wat jij nu in vredesnaam kunt vinden om over te zingen." Want er was geen groen in de laan. De boomen waren kaal. De struiken vertoonden geen enkel teeken van leven. De wind woei koud. Het ijs lag nog in de rivieren. Maar rood borst bleef maar zingen. Ik kon niets zien en niets voelen dat zijn lied kon inspiree- ren. Hij evenmin. Maar het roodborstje wist waar hij aan- toe was. Hij verwachtte de warme en geurige lentetijd en hij zong zijn hartelijke begroeting. Hij betaalde vooruit. Hij wist dat in een dag of wat de zuiden wind zou gaan waaien, de zon de aarde met haar warmte zou koesteren, de boomen met „Och, men moet natuurlijk in het oog houden, dat zij een zieke is, een hulp behoevende nog wel! Maar u zult mij het genoegen toch niet benemen, haar eens te mogen bezoeken, Mr. Boone? Wilt u haar dan uit mijn naam zeggen, dat ik bij haar zal komen, zoodra ik een middag vrij heb? Maar nu mag ik u niet langer ophouden. Uw dochtertje kijkt zeker al vol verlangen naar u uit." Toen zij hem de hand wilde reiken, viel het haar eerst op, hoe bleek hij zag, en zij vroeg: „Is u niet wel, Mr. Boone?" „O, het is niets! Het gaat dadelijk weer voorbij, verontschuldigde hij zich. Zij deed hein nu geheel uitgeleide en koos opzettelijk den weg door den tuin, dat h:; gelegenheid zou hebben zich weer wat te herstellen en plukte onderwijl enkele rozen. „Mag ik u die nog voor Mary meegeven? Ofschoon ze zelve dc mooiste exemplaren om zich heen heeft. Maar Mr. Curzon ver tilde mij, dat zij onuitsprekelijk veel van bloemen houdt." „Dat is ook zoo, Miss Foliot! Er zijn er ook maar weinigen, die altijd zoo vriende lijk zijn, als hij, en dit ook blijven, ofschoon ze niet veel vriendelijkheid terug ontvan gen. Ik ben er hem dan ook zeer dankbaar voor; als u zoo iemand als ik ben, ten minste tot zulk een gevoelen in staat acht!" Dorothy bleef hem nakijken en voelde zich weer tot in het diepst van haar ziel getroffen door medelijden met dien vreem den man. „Wat denkt u nu van hem, na deze per soonlijke kennismaking?" vroeg Roderick Curzon. Ze moest even met dc handen langs de oogen strijken en had 't land aan zichzelve. „Ik ben waarlijk in het geheel niet senti menteel aangelegd, heb ik, geloof ik, al eens verklaard; maar die man stemt mij nu altijd zoo droef. Hij heeft denzclfden inelancholieken blik in de oogen als een I i bladeren bedekt zouden zijn, de lan^n be kleed met een groen grastapijt en dat de geur der seringen en kamperfoelie en rozen de tuinen zou vervullen. De lente kwam. Het roodborstje wist dat zij zou komen.Mijn beste vrienden, vind jelui het op het oogenblik misschien een beetje kil? Blaast de wind guur? Ziet de lucht er stormachtig en donker uit? Schijnt de lente-tijd van zakenvoorspoed, of van goede gezondheid of van innerlijken vrede wat erg lang veria; t Uw stemming is er eene van ongeduld en ontmoediging. Uw le ven is zoo moeilijk geweest. De weg is zoo ruw geweest. Hooggespannen verwachtin gen zijn zoo dikwijls op de aarde te pletter gevallen. U hunkert naar de komst van den lente-tijd naar iets dat de troostelooze routine van Uw leven zal veranderen. Maar helaas! het is nog winter. Daarom is er geen lied in Uw hart. Kom. kijk nu eens hier! Laten we nu eens aannemen dat de lente erg lang op zich schijnt te laten wachten, zij moet toch zeker komen. Zing dan. zooals het roodborstje zong. Zing. omdat de warm te en de vruchtbaarheid van den zomer on derweg zijn. Zing in de verwachting van wat zeker komen zal. Geloof reikt verder dan de oogen Ja zeker.... En hoor nu eens hier: als het eenmaal voorjaar is geworden en alles in de natuur uitspruit en de prikkelende voorjaarsgeuren U omringen, dan voert ge immers op, dan wordt in U het geloof en het vertrouwen in het goede, in de overwin ning van Uw eerlijk pogen en werken weer wakker? Dan leeft immers krachtiger dan ooit te voren in U het vertrouwen, neen het weten op, dat wij allen bestuurd worden door de groote Wijsheid, die het heelal be stuurt, en dat we slechts dan veilig en ge rust kunnen zijn, wanneer we in ons denken en doen in overeenstemming met deze groo te ahvijsheid handelen, waarvan de groote aspecten zijn Waarheid en Leven en Lief de? Ons geweten is daarbij een veilig, nim mer falend kompas, al zijn er wel soms on der ons, die dat kompas maar liefst zoo min mogelijk aan het woord laten of het bedek ken. Maar welk verstandige zeeman doet dat? En wij, als verstandige zeelieden op de levenszee kunnen het kompas zeker niet missen. Doch om dan op het voorjaar terug te komen, als ge het tastbaar voor U ziet, dan leeft het vertrouwen op. Maar waarom dan geen voorbeeld aan dat kleine vogeltje genomen, dat al zong, toen de ijzige wind nog woei en de boomen nog kaal waren? Waarom niet blijmoedig voortgewerkt en „vooruit betaald" voor wat we diep in ons innerlijk weten, dat toch komen zal? Zeg gen onze geijkte, door ieder gekende spreek woorden het niet, zooals „na regen komt zonneschijn" en zoovele andere? De Duit- sche dichter bezong het reeds, om met de blijde-tirade te eindigen: „Het moet toch lente worden." En als we de waarheid dan weer goed beseffen, dan wisselen de oogen weer het blijde nieuws, „van hand tot hand gaat de groet'nis heen, van hart tot hart gloeit lichtend hoop, de zoekers naar het Licht zijn een." FLORIS C. HILVERSUM. NIEUWE ZWEMINRICHTING BIJ CRAILO. hond, die zijn baas kwijt is. O, ik heb nog nooit zoo'n innig medelijden met iemand gevoeld! Ik had hem wel kunnen omhel zen!" „Ja?Maar dat heeft u toch zeker niet gedaan?" „Neen, maar toch had het weinig ge scheeld. Is hij al lang op „Goudhcuvel?" „Al verscheidene jaren. Ik weet niet pre cies. Maar waarom vraagt u dit zoo?" „Eigenlijk zonder een bepaalde reden. Hij gaat nu zeker onmiddellijk naar zijn dochter?" „Natuurlijk. Als hij maar een uur van haar zijde wordt geroepen, voor zaken, dan is zij al diep ongelukkig." De rentmeester ging niet onmiddellijk terug naar huis. Hij liep „Het Bouquet", zooals Dorothy het villatje had gedoopt, voorbij, of hij het niet zag; ging langs de „Kluizenaarshut" en zoo steeds met ver snelden pas, tot hij „Goudhcuvel" bereikte. Toen deed hij een klein zijhek open, waar van hij den slèutel altijd bij zich droeg en trad het huis binnen, dat er nog eens zoo schilderachtig uitzag in het zachte licht van de juist opkomende maan. De bediende zei, dat zijn heer wel alleen was, maar nog aan tafel zat. Wilde Mr. Boone even wachten?Dit wilde Mr. Boone echter niet, hij duwde den man op zij, liep de hall door en ging zoo regel recht dc eetzaal binnen, waar Mr. Ryder al klaar was met zijn eenzaam maal, maar nog ccn oogenblik was blijven zitten met zijn glas wijn, toen hij onwillekeurig op schrikte bij dit onverwacht bezoek. „Jij Boone? Wat voert je hierheen?" Deze vraag op zichzelve was niet meer dan natuurlijk; alleen de toon, waarop ze geuit werd, was verbazend ruw en beleedi- gend, cn bewaarde dc eigenaar van „Goud- heuvel" enkel voor den rentmeester. De verdere Mannamcaders zouden hem niet herkend hebben in zulk optreden. „Wat is er?" herhaalde hij. „Wat scheelt er aan? Kan je niet praten?" Op een werkelijk zeer idyllisch plekje, vlak bij de Crailoosche brug nadert de nieu we Hilversumsche Zweminrichting haar voltooiing. Wij kunnen onze groote bewondering uit spreken, over hetgeen daar tot stand werd gebracht. Het zal een ideale gelegenheid worden om er de gezonde zwemsport te beoefenen. De omgeving werkt in hooge mate mede, door hooge taluds, beschut tegen den wind, kunnen de zwemsters en zwemmers naar hartelust genieten van het frissche heldere water en'als de beplanting in een verder stadium van groei verkeert, en de jonge dennen nog meer zijn opgeschoten, dan mo gen wij gerust zeggen, dat Hilversum een ideale zw.emgelegenheid gekregen heeft, waar zeker niet alleen de Hilversummers, doch ook velen uit naburige gemeenten de zwemsport gaarne zullen beoefenen. Er is een groot parkeerterrein voor auto's, voorzien van een asphaltdeklaagje en groote overdekte stallingen voor fietsen, waar ongeveer 100 rijwielen kunnen wor den ondergebracht. Is het goed weer, dan worden op dit terrein nog rekken voor fietsen geplaatst, zoodat er dan heel wat kunnen worden geborgen. Een geheel wit bepleisterd kantoorge bouwtje voor den badmeester, is een in alle opzichten frisch en vroolijk entrée. Er zijn daar twee ingangen, rechts voor de heeren en links voor de dames. Ruime loketten bieden glegenheid om er een kaar tje te koopen. In het kantoor zijn kastjes gemaakt voor handdoeken, badgoed enz. Voorts zien wij er een pomp voor drinkwatervoorziening en voor de douches. In een reservoir, dat zich boven het ge bouwtje bevindt, wordt het water, door middel van een electro-motor gepompt en door een vernuftige vinding is het mogelijk gemaakt, dat er steeds een gelijkmatige druk op de douches is. Dit hoofdgebouwtje is hoog geplaatst, zoodat de badmeester steeds een goed over zicht heeft over de geheele inrichting; hij Dit leek ook wel zoo. Naar adem snak kende, viel de rentmeester achter in een stoel neer en prevelde slechts enkele on verstaanbare klanken. Ryder nam ijlings een glas van tafel, schonk het vol en reikte het den ander, wiens hand zóó zeer trilde, dat hij morste. Toen hij echter een goede teug genomen had, had hij zich in zooverre hersteld, dat hij spreken kon. „Nu, wat is er? „U heeft mij naar „Boschzicht gestuurd." „Juist. En? „Ik ben er geweest. Ik kom er vandaan." „Maar man moet ik je de woorden uit de keel halen!" „Ik tracht u al zooveel mogelijk te spa ren voor den schok, die u wacht. Ja, ik ben er geweest.En ik heb dc jonge da mehet nichtje gezien. U heeft mij ge zegd, dat haar naam Flowers was". „Neen, zij heet Foliot." „Wat? Foliot?Foliot?" „Ja, ze heeft het zelve gezegd: Dorothy Foliot." Met iets, dat wel een onderdrukte snik leek, viel Boone weer terug in zijn stoel. „Stil, jou lafaard!" gebood hem zijn werk gever met dreigend gebaar. „Laat mij eerst denken!" Dien volgenden dag was Curzon nog druk bezig op „Boschzicht" en onder een van die bedrijven, zei hij tot Miss Foliot: „Ik geloof toch, dat u gelijk hadt en dat uw verschijning hier in Mannamead mijn waarden neef znlk een schrik bezorgd heeft, dat hij gevlucht is. Althans, toen ik van morgen even bij Boone langs kwam, vond ik dien in zijn tuin aan het werk en ik hoorde van hem, dat zijn werkgever van ochtend met den eersten trein naar Londen was vertrokken. HOOFDSTUK VI. Miss Nancy voelde zich met recht ver legen: ze was zoo overvallen cn had zich kan dus altijd precies zien, wat er gebeurt en een beter toezicht is dan ook welhaast niet denkbaar. Bij dit gebouwtje zien wij links en rechts vier toiletten vlak naast den ingang en aan beide zijden een rij kleedkamertjes. De trappen voeren naar een keurig aan gelegd strand ter grootte van ongeveer 4U bij 50 meter. Dit strand loopt geleidelijk af in 't ondiepe bassin. Dit bassin is 40 meter breed (de breedte van den plas) en 45 M. lang. De diepte is 1 meter, zooals gezegd, geleidelijk afloopend. Aan de kanten van dit strand zijn ook de overige cabines gebouwd. Alles in wit, met deuren in een frissche gele kleur. In totaal zijn er 180 kleedkamertjes, waar van 36 wisselcabines. Die wisselcabines vooral zijn een groot voordeel, omdat daardoor een vrijwel onbe perkt aantal kleedgelegenheden is gemaakt. Immers, is men van plan lang in de zwem inrichting te vertoeven, dan neemt men een wisselcabine. Indien men zich in badcos- tuum gestoken heeft, drukt men op een knop en komt 'n sein naar buiten, waarop de badknecht door een luik de kleeren in ontvangst neemt en de cabine vrijkomt voor een ander. Door middel van een looper kunnen de cabines door den badmeester worden afge sloten. In het ondiepe basin is een afscheiding tusschen het dames- en hccrcnbad over de geheel lengte der inrichting. Ook is er een afscheiding tusschen de kleedkamertjes aan weerszijden en op het strand. Aan het einde van het ondiepe basin be staat gelegenheid tot het geven van zwem lessen. Aan beide zijden langs dit basin is een strook wit zand dat gelegenheid geeft tot uitrusten en het nemen van een lekker zon nebad. Aan het einde van dit basin is een plan kier aangebracht over de geheele breedte, ook aan de zijden bevinden zich plankiers. Op het middenplankier is een springplank aangebracht. Achter het ondiepe basin bevindt zich het diepe, dat eveneens 40 M. breed is, doch een lengte heeft van niet minder dan 70 M. Dit basin is 2 meter diep, doch rond den springtoren heeft het een diepte van 3 M. Deze springtoren, welke zich bevind aan het einde van het diepe basin, is evenals het hoofdgbouwtje heel mooi. Opgetrokken van beton, met frisch blauw geschilderde ijze ren treden en leuningen is hij 'n juweeltje. Bij den springtoren zijn drie springplan ken en wel een op het plankier van 1 me ter hoogte, een halfweg den toren op een hoogte van 2 meter en ten slotte een boven op den toren, vanwaar men van 3 meter hoogte in het zilte nat kan duiken. Achter dit diepe basin bevindt zich het wedstrijdbasin dat 50 M. lang is. toch graag met eenige bijzondere zorg ge kleed voor het bezoek van Lady Eva. „Wat een onzin, Tante! U ziet er best uit, zooals u hier is! Als je je zoo erg mooi maakt, dat is zoo parvenu-achtig! Laat u de thee in den tuin brengen, 't is zonde en jammer, om met zulk weer binnen te blij ven en zegt u dan tegen oom Matt, dat hij met u meekomt. Maar ik moet naar La dy Eva gaan. Vindt u het geen aardig ding? Zij heeft u allebei op de vlucht zien slaan, dat is toch wel wat gek!" Nu, Lady Eva wès een aardig ding en ze zag er op haar voordeeligst uit, in een lichtblauw cashmire japonnetje; maar toch werd ze geheel in de schaduw gesteld door Dorothy, die bepaald mooi was te noemen; over het geheel een indrukwekkende per soonlijkheid, hoe jong ze ook nog was! Zij had met Oom een beetje buiten zitten pra ten, toen er ineens het rijtuig van Roxmin- ster stil hield, een oude rammelkast an ders, en daar een in het blauw gekleed figuurtje uit stapte, waarop oom Matt, met zijn krant en tabakspot, in allerijl naar bin nen was gevlucht. Zoo was dus Dorothy alleen achter ge bleven, om de bezoekster te ontvangen; cn, nadat de jonge meisjes een vijf minuten gepraat hadden, war Dory Tante gaan op- cischen cn had zij haar maatregelen ge nomen voor de thee. „Ik hoop, dat u het mij niet kwalijk neemt, dat ik u even alleen moest laten," verontschuldigde Dorothy zich bij haar weerverschijnen; ik heb gezegd, dat Tante ook moest komen. Anders zoudt u "nog den ken, dat zij voor u weggeloopen was. Hebt u Oom zien vluchten?" „Hij is toch niet weggeloopen voor mij?" „Ja, niet zoozeer \oor u, dan voor de idee van u! Ik geloof, dat hij u voor een gewichtig personage houdt." „Ik geloof niet, dat iemand, die mij ge zien heeft, er ooit zoo over denken zou." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1