'S ).s. I" AN Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag De groote kans. Banketbakkerij „Nieuwerhoek" Hoogst fijn Amandel- en Botergebak •gift ïeue. REN Bekendmaking en. Denkt U eens aan de kille najaarsavonden Van het onzichtbare leven. No. 74 Negentiende Jaargang Zaterdag 12 September 1931 ©ur VAF lortret UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Officieel. TCNS HET VCOdt DOEN Vraagt inlichtingen. overC MACHINALE ©PMAAKWASCH" Goedkoop. Kastklaar l-lyg. 5toomwasch - en 5tryk inrichting. PW.C.vd.VEEN. Tel474. Baarn. rrwn «■w Vele malen bekroond HET IS NU TIJD OM EEN GASKACHEL TE KOOPEN KOOlVh OP Eerste Soester Algem. Begrafenis-Onderneming Begrafenissen Transporten - Crematie's an soli- D TER ïdragen g. Geen zekerd. het Bu- lie hem /indend :tzij om ig over it past. ur. van ing van voor- n genot 'en met onder id. 50EST ichting hoogst n mag. BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 76 CTS., ELKE REGEL MEER 19 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS f L— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER »8») DIENSTPLICHT. Inlevering van Rijksgoederen.. De Burgemeester der gemeente Soest brengt ter kennis van de gewone dienst plichtigen der landmacht, die op 1 October a.s. naar de aanvullingsreserve overgaan, dat zij ingevolge het bepaalde in artikel 41. 2e lid, der Dienstplichtwet verplicht zijn de hun verstrekte rijksgoederen met uitzonde ring van haarkam, roskam, spons en zak boekje in te leveren op 16 October 1931 in het Politiebureau aan den Stationsweg te Baarn voor zoover deze goederen niet reeds eerder ingeleverd zijn. Tot de hierboven bedoelde dienstplichti gen behooren: 1. zij, die behooren tot de lichting 1916, met uitzondering van hen, die de eerste oefening met een andere lich ting hebben beëindigd, en 2. de gewone dienstplichtigen van andere lichtingen, die met de lichting 1916 de eerste oefening heb ben beëindigd, met uitzondering van hen, die reeds eerder naar de aanvullingsreserve zijn overgegaan. Van de inlevering zijn niet uitgezonderd de dienstplichtigen van de lichting 1916, die reeds in 1915 zijn ingelijfd en ook in dat jaar de eerste oefening hebben aangevangen. Indien deze dienstplichtigen echter die oefe ning niet onafgebroken hebben volbracht en dientengevolge haar hebben beëindigd met een andere lichting dan die van 1916, geldt voor hen de uitzondering, gemaakt in het tweede lid onder 1 hierboven. Van de inlevering zijn vrijgesteld: a. de dienstplichtigen, die als „bijzondere vrij williger" zijn geregistreerd; b. de dienst plichtige vrijwilligers van de Vrijwillige landstormkorpsen Motordienst en Vaartui- gendienst. Komen de onder a bedoelde bij zondere vrijwilligers in zoodanige omstan digheden te verkeeren, dat een behoorlijke opberging of behoorlijk onderhoud van de aan hen verstrekte rijksgoederen hun niet of niet meer mogelijk is, dan kunnen zij, indien zij naar de aanvullingsreserve zijn overgegaan, een verzoek tot inlevering van die goederen richten aan den commandant van het verband of korps, waarvoor zij wor den geregistreerd. Deze beslist dan op dat verzoek en deelt zijn beslissing mede aan den verzoeker en aan den indeelings-dis- trictscommandant. Wordt het verzoek toe gestaan, dan neemt deze commandant de goederen in ontvangst. De dienstplichtigen zijn verplicht in bur- gerkleeding te verschijnen. Onder verant woordelijkheid van den betrokken dienst plichtige kan de inlevering echter namens hem door een ander geschieden. Van de inlevering wordt in het zakboek je een aanteekening gesteld. De indeelingsdistrictscommandant kan vergunnen de inlevering in December a.s. te doen. Verkeert een dienstplichtige om een of andere reden in de onmogelijkheid zoowel om bij de inlevering in October te verschij nen als om de inlevering door iemand an ders te doen geschieden, dan verplicht de districtscommandant hem zijn goederen in te leveren in December a.s. De indeelingsdistrictscommandant is be voegd, den dienstplichtige te vergunnen om in een ander district, op een andere plaats binnen zijn district of op een anderen dag de goederen in te leveren. Wordt van deze vergunning niet nauwkeurig gebruik ge maakt, dan wordt zij geacht te zijn verval len, De verlofganger, die rijksgoederen bui ten zijn verblijfplaats moet inleveren, ver richt de reis naar en van de plaats, waar het inleveren plaats heeft, op eigen kosten. Kan de verlofganger niet zonder het doen van uitgaven voor de reis aan de op hem rusten de verplichting voldoen, doordat hij verblijf houdt in een plaats, van waar de plaats van inlevering niet zonder het passeeren van een veer, brug of tol kan worden bereikt, dan ontvangt hij ter secretarie zijner ver blijfplaats een passagebiljet voor de heen- en voor de terugreis. Is het noodzakeijk den verlofganger, die recht heeft op een passagebiljet, gedurende de reis te doen overnachten, dan wordt hij voor rijksrekening bij de ingezetenen ge huisvest en gevoed. Hij, die de goederen reeds heeft ingele verd, behoort vóór of op den voor hem be paalden datum van inlevering aan den in- deelingdistrictscommandant of aan den of ficier, die met het in ontvangst nemen van de goederen belast is, zijn zakboekje en, indien het veldzakboekje niet reeds in inge leverd, ook dit boekje te vertoonen, te doen vertoonen of toe te zenden. Is van de in levering in het zakboekje geen aanteekening gesteld, dan behoort hij zorg te dragen, dat bij het zakboekje tevens wordt gevoegd het aan hem uitgereikte bewijs, dat de inlevering heeft plaats gehad. De groot-verlofganger, die zijn verplich ting tot inlevering niet naleeft, of wiens goe deren bij de inlevering blijken niet in den vereischten staat te verkeeren, kan, krach tens het bepaalde in artikel 41, 4e lid, dei- Dienstplichtwet, nogmaals worden vh plicht tot inlevering. De groot-verlofganger staat, zoolang hij aanwezig is bij de inlevering van goederen, onder de bevelen van de autoriteit, die met het in ontvangst nemen van goederen be last is. Aan hem, aldus bepaalt artikel 42, le lid, der Dienstplichtwet, die niet voldoet aan een ingevolge artikel 41, 2e lid, op hem rus tende verplichting, kan een streng arrest of een licht arrest van ten hoogste zes dagen worden opgelegd. De officier, die met het in ontvangst nemen der goederen belast is, kan die straf opleggen. De dienstplichtige, die zich niet onder werpt aan een hem opgelegde straf, kan door de daarvoor aangewezen personen worden aangehouden en naar de plaats van bestemming worden overgebracht. Soest, 1 September 1931. De Burgemeester voornoemd, G. Deketh. Er is een vrij sterke, hooggespannen verwachting, dat president Hoover in het loopende schuld-opschortingsjaar stappen zal doen tot een verlengen van het mora torium met een of meer jaren, teneinde de wereld nog wat meer gelegenheid te geven om op haar verhaal te komen. Men zal zich echter schromelijk vergissen, in dien men meent, dat Amerika de filan tropie zoover zal drijven, dat het de kos ten van zulk een opschorting ten behoeve van Europa zal dragen, zonder daarbij waarborgen te eischen, dat het aldus uit gespaarde geld ïiiet wordt verkwist aan een meer dan schandelijke bewapenings rage, waaraan Europa zich in de laatste jaren heeft overgegeven. Het is de groo te kans, idie Amerika neeft, om, zij het tegelijk in zijn eigen voordeel, Europa den grootsten dienst welke men zich denken kan te bewijzen, n.1. een gebie dend halt aan de bewapenaars toe te roe pen. Dat Amerika inderdaad zich zeer krach tig op dit punt zal laten gelden, tijdens de komende ontwapeningsconferentie in Februari a.s. is aan geen twijfel onder hevig. Hoover heeft categorisch verklaard, dat hij er niet aan denkt, om dit jaar nog met voorstellen tot hernieuwde opschor ting der schulden te komen. Evenmin wil hij iets hooren omtrent uitstel der ontwa peningsconferentie, waarop natuurlijk weer van Fransche zijde herhaaldelijk gezin speeld is, omdat, men daar nu eenmaal zich slecht kan gewennen aan de gedach te, dat veiligheid door bewapening in de m wereld van heden een utopie is gewor den. Men zal er van op aan kunnen, dat Amerika op de komende ontwapeningscon ferentie den Europeeschen vrienden eeni- ge harde noten te kraken zal geven. Want er zijn onlangs zeer leerrijke sta tistieken gereed gekomen, omtrent de kosten der huidige bewapeningen; en het heeft een buitenge1, >on slechten indruk gemaakt, dat, terwijl men aan den eenen kant zucht onder den druk der betalingen uit hoofde van de schulden voortvloeiende uit den wereldoorlog en men voor die schulden in uiterste nood om uitstel heeft gevraagd, men aan den anderen kant ont zaggelijke bedragen voor nieuwe bewape ning uitgeeft. Men kan wel begrijpen, welk een indruk zulk een onzinnige politiek ook in Amerika heeft gemaakt. Zoodat men er vast van overtuigd kan zijn, dat Ame rika geen stap verder zal doen in de rich ting van schuldopsehoTting of schuldan- nuleering, indien niet op de meest radi cale wijze het mes wordt gezet in de Eu- ropeesche bewapeningsuitgaven. Eerst heb ben dus de naties te Genève in Februari a.s. op duidelijke wijze te toonen, tot wel ke uiterste grens van bewapeningsver— mindering ze willen gaan, alvorens men van Amerika ook nog maar eenige ver dere toeschietelijkheid inzake de oorlogs- schulden kan verwachten. Een paar cijfers mogen een en ander illustreeren. In het afgeloopen begroo— tingsjaar hebben de naties der wereld niet minder dan 4.157.931.958 (ver over de 10 milliard gulden!) voor be-wapeniig uitge geven. En dat in een jaar, dat Duitsch- land op 'het punt stond van volslagen fi- nancieele ineenstorting. Niettemin gaf Duitschland aan bewapening een bedrag van 171.924-040 uit. Oogenschijnlijk is dit een klein bedrag in vergelijking met wat andere landen voor dit doel spen deerden. Niettemin \vas dit ongeveer de helft van het bedrag, Mat Duitschland uit spaarde ten gevolge van de opschorting Uitgebreide sort. bonbons, chocolade en dessertwerken. Gereduceerde prijzen TELEFOON 2232. AANBEVELEND, F. H. EU WE. Zoodra de zon weg is wordt ge huiverig. NU REEDS is KACHEL- WARMTE wenschelijk Wilt ge geen onaangenaamheden van stof, roet, asch, of extra werk en gesleep? EEN GASKACHEL GEEFT WARMTE OP 'T JUISTE OOGENBLIK En juist zooveel als ge wenscht. Een gaskachel is precies op de gewenschte warmte te regelen. Vraagt eens inlichtingen bij het Gemeentelijk Gasbedrijf Gaarne is men II daar van dienst. Fa. M. HAKS en WED. D. HAKS. Opgericht 1899 TELEFOON 2146, 2037, 2002 D. HOOLWERF, Dir., Heuvelweg 18 der schuldbetalingen. Engeland, dat eerst nu de gevolgen van den oorlog aan den lijve gevoelig ondervindt en dat zeer kor telings een ernstige iinanoieele crisis doormaakte, gaf 465.255.000 (ca. f 1150 millioen!) voor 'bewapening uit en de Dominions nog eens extra 266.560.065 (f 065 mill.) Frankrijk, dat nog steeds met een opbouw der verwoeste gebieden bezïig is len daartoe op de herstelbetalin gen van Duitschland staat, legde niet minder dan 466.960.000 (f 1180 mill.) aan den zinkput der soldaterij ten koste. Ten slotte stonden Rusland en de Ver. Staten aan het hoofd van de lijst der militaire uitgaven met respectievelijk 578.942.707 en 707.425.000. Als men deze, aan het waanzinnige grenzende bedragen ziet, die uitgegeven werden in een tijd, dat de we reld bijna verpletterd werd onder haar financieele lasten, dan is het 'geen won der, dat het economische evenwicht op zeer ernstige wijze verstoord werd. En in vergelijking met deze ontzaggelijke be dragen is de som van een milliard gul den, welke men van Duitschland's schou ders nam door het jaar uitstel, feitelijk een peuleschilletje. Heel terecht merkte daarom de Ghristian Science Monitor op, dat indien de naties het te Genève er slechts over eens zouden worden om de uitgaven voor bewapening biet slechts 9.5 pCt .te verminderen, zij daardoor ge noeg zouden besparen om elk jaar een milliard gulden cadeau te doen aan de goede zaak van bet economische wereld herstel. En het is dus niet nneer dan lo gisch, dat Amerika op de komende con ferentie te Genève met de knokkels op tafel zal slaan en eischen zal, dat de be- wapeningsbegrootingen ingekrompen zul len worden, opdat ide schulden betaald zullen kunnen worden, die aangegaan wer den voor vroegere bewapeningen. Het ge lamenteer van „De tijden zijn nog niet rijp voor ontwapening!" moet thans een einde nemen. Als de tijden thans niet rijp genoeg 'zijn, wanneer zullen zij het dan ooit wezen? Nu, terwijl de heele we reld naar economisch herstel zucht? Nu men allerwegen op schuldvermindering uit is, teneinde het herstel te bevorderen? Nu men ^Herwegen de finantiën wil sa- neeren en de normale kapitaalbeweging tussehen de verschillende landen wil her stellen? Nu is het toch zeker tijd om een punt te zetten achter de .bankroetiersjw- iitiek om kolossale bedragen uit de reeds als een citroen uitgeknepen belastingbe talers te persen, om weer nieuwe impro ductieve bewapeningen te betalen, terwijl de oude bewapeningsschulden nog niet eens zijn afgelost. Zoo ooit, dan is de tijd nu „rijp" en is nu de groote kans. FLORIS C. Wij brachten de Paaschdagen door in Prigen, bij kennissen. 't Was een heerlijke, frissche autorit naar 't gebergte, in den vroegen Indischen mor gen, als de zon aan 't opkomen is, en als een groote, vurroode bal, wazig, lichtend, aan den horinzon te voorschijn komt, alles belichtend met een glans van ontwakend leven. De Indische vroege morgens zijn zeld zaam mooi; als de zwoele nachten voorbij zijn, en in den lichtenden aankomenden morgen, zachtkens een nauw merkbaar win dezuchten de door de zon belichte hooge klapperpalmen in wuivende beweging brengt, 't Is alsof die hooge door de zon be lichte schitterende, wuivende palmen een morgengroet brengen, een groet van hoog verheven, onzegbare dingen aan de ontwa kende menschenkinderen. En een blijde glans van geluk ligt er dan in hunne oogen, een zich verwant voelen met het onzegbare, het onuitsprekelijke, met God Stil lagen de Sawahs (rijstvelden) links en rechts van den opwaarts gaanden weg, in de laagte; de zon bracht er lichtende plekken in 't bijna stil staande Sawahwater, en heel zacht murmelend hoorden wij 't wegstroomende water naar een lager gele gen rijstveld. Wij stonden stil, en genoten van den koelen ochtend. Dan is Java zoo mooi! Dan is 't alsof uit den zwaar vruchtbaren bodem monotone, in bedwang gehouden muziek opklinkt, zware baschklanken in loomen, zangerigen toon. besprenkeld wat zilverhelder klokkengezang, dat wegzweeft, lichter dan de lucht, in de ijle verten. Dan is 't, alsof al 't zware loome verdrie tige denken en verlangen van je afvalt, en je gevoelt je een ander mensch, zoo gehéél anders als den vorigen avond, toen 't zóó beklemmend warm was. 't Is dan alsof de ziel God aanvoelt! Zóó begon dien morgen, toen wij, mijn man en ik, met onze twee jongste kinderen den tocht naar Prigen deden. Wij, hij en ik zaten achter in den auto, onze kleintjes vóór ons, in blijdschap en jolige, onschuldige kin derpret. Nooit zal ik dien tocht vergeten, den laatsten met mijn twee kleine kinderen nog bij mij;. Verder ging de tocht naar boven. Een troepje karbouwen kwam den weg af, oude, logge, donkergekleurde, en jongere, lichte karbouwtjes, als goedige onnoozele schapen, begeleid door een klein, tenger inlandsch ventje, met niets anders dan een rieten stok je, waarmede hij de logge zware dieren leid de. ,Even vóór ons stond 't troepje stil; de ouderen, hunne breede koppen vooruit, de oogen wijd open, insnuivende de vreemde Europeanenlucht. Doch 't scheen vertrouwd, en gemoedelijk gingen ze langs ons heen. Ver in de laagte, in 't Sawahwater stond in een lichtende plek een eenzame karbouw, op zijn rug een klein vogeltje, dat hem al tijd vergezelt. In het water rondom opsprie- tende rijsthalmen, fijn lichtgroen, zich weer spiegelend in het koele wateroppervlak. Hier en daar op de graspaadjes, als ber men, een blekok, een Sawahvogel, in 't klein gelijkend op de ooievaar. Alles vrede en rust rondom, één harmonie van de menschelijke geest met de natuur. Zóó heeft God het gewild, dat schoone droomleven,. Niet het jachtende van 't ner veuze moderne leven, dat zich afkeert van God. Neen, terug naar de natuur, daar is de rust te vinden, die de mensch zoekt. Overdag maakten wij gezamenlijk uit stapjes, te paard, en bezochten een in de nabijheid zijnde waterval. Onder gezellig gepraat en soms een luid opklinkende lach, gingen de dagen snel voorbij. 'sAvonds kwamen wij samen bij een bevriende fami lie; de heeren maakten hun partijtje kaart, en wij, dames, zaten bij elkaar, maakten wat muziek, praatten en lachtten, en in de prettigste stemming gingen wij aan tafel. Geen wolkje aan de lucht, alles helder en blij. Zoo scheidden wij allen dien laten avond. De Indische nachten zijn soms zoo zwoel, benauwend warm. Overwarm in 't laagland. Doch daar in Prigen sliepen wij onder een deken, 't Was er zoo echt Hollandsch frisch, zooals 't in de lente is! De nachtlucht kwam door de spleten tussehen de planken naar binnen, want de pasanopaken (logeer- gebouw) was van hout, en wij genoten vol op van de Indische nachtkoelte, en ik droom de, ik droomdeeen vreemden droom. Ik werd schreiend wakher; mijn man

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1