SACRÉ MADAME STEMPELS De Balans van het oude jaar. Kantoorboeken JOH. TAK werf FEUILLETON WEERGALOOZE ZELFOPOFFERING Plaatselijk Nieuws wij LEVEREN VLUG, GOED, BILLIJK gew» conf len pactj een Jani de den huui van I De 4 zittel dooi niet* maai vra» prijs sto maal geen pen lenu| heei- heeiè ceel. de i zeei naa£ en 21. ties den. z Hor) aan. heel een moa mee maa voll; hon-; heli soo: gen: mer hiei H 1 ninf artj naa Gedj V« wer dag Na ver- 2 R.Kj Soe: a ken, b kos stee- - I han korl voo O.M We| won gev stet het fora ter Ej hieif- raatj neu ken! gerl seej kinft wij: hed uni:: pen hed daa het te ere late. uitj nad kei for:' gev woj zou B. 28; geil en t 1; for keu daa Gm uitl wej finf te zoc- dez der. lee zoe bec dee De sou wil heé spr nog de mi.4 té. der bet en die bre tha vai GOED, BETER, BEST, maar het allerbeste" is onze BELGISCHE ANTHRACIET Geen slakken, geen steenen, niet aanbakken, dat is het ware. Alleen verkrijgbaar bij, v.h. Kleman Berghuis Kerkpad la, Telefoon 2180 Soesterb.str. 25, Tel. 2186 't Leven is werk'lijk, ook ernst is het leven, En 't graf is daarvan nooit 't eind: 't „Stof zijt ge,, tot stof wederkeer", Werd van de ziel niet gezegd}. Henry Wadsworth Longfellow De donkerste schaduwen in 't leven zijn die, welke een mensch zichzelf maakt door in zijn eigen licht te staan. Lord Avebury Opnieuw is een jaar op de „wielen van den tijd" heengerold en opnieuw zetten we ons er onwillekeurig toe, om op den jaars avond een oogenblik terug te zien in onze gedachten, en de balans van ons wel en wee op te maken. En als we wijs zijn, dan neemt dit balans maken den vorm aan van het „tellen onzer zegeningen", van dankbaar heid en vanzelfbeschouwing, ten einde na te gaan, wat er van onze schoone voor nemens, die we stellig bij de intree van dit jaar hebben gekoesterd, is terecht geko men^ of we trouw zijn geweest aan onze onuitgesproken belofte om beter te zijn, beter te dienen in de groote menschenmaat- schappij, om eerlijker, oprechter, meer lief devol, zachter in ons oordeel, grooter van hart, meer vergevensgezind, minder snel tot veroordeelen geneigd te zijn. Dankbaar te zijn? Zegeningen tellen? Van dit jaar? Ja zeker, van dit jaar! Was er misschien verlies? Werkloosheid? Beleggingen die versmolten? Best mogelijk, maar toch.... er moet in ieder menschen- leven toch zeker iets te vinden zijn, om dankbaar voor te zijn. Al lijken de moei lijkheden ook nog zoo groot, onoverkome lijk bijna. En het is goed om dankbaar te zijn, omdat deze gemoedstoestand als het ware helpt om de vrees te vernietigen en de deur opent voor het ontvangen van nog grooter zegen'. Kweek de gewoonte dei- dankbaarheid aan, zei onlangs iemand eens, en ge opent nieuwe springbronnen van vreugde in uw leven. Jawel, jawel.... maar dankbaar te zijn voor zulk een slecht jaar? Hoe legt ge dat aan? Luister eens, wat Roy L. Smith eens zei, na een jaar, dat voor hem, louter materieel gesproken, zeer, zeer slecht was geweest. We hebben, zoo zei hij dan, een paniek doorgemaakt, van een ineenstorting op de beurs geleden en zijn nu meer dan halfweg Naar het Engelsch van M. E. E. POWERS. 6) O"ji stamelde zij, vreeselijk ontsteld, dat zij dus betrapt werd. ,,U is toch niet- u kunt toch niet majoor Dare zijn?" „Waarom niet?" „Hij is nog niet gekomen." ,;Zeker; een uur geleden al. En zijn tante heeft hem hierheen gezonden, om kennis te maken met u." „Dus u is waarlijk „Ja: ik ben waarlijk. Daphne nam hem eens nauwkeurig op. Ze zag een militaire gestalte met een re gelmatig gelaat; met} rustelooze blauwe oogen en donker haar en knevel. En, of schoon ze zich zoo vaag bewust werd, dat in zekeren zin, dc man, zooals hij daar was, niet beantwoordde aan het ideaal, dat zij zich had voorgesteld, wilde ze toch niet toegeven, dat ze zich teleurgesteld voelde. En wie is de held, die niet tegen u zcu willen spreken» omdat u te jong is vroeg Gilbert Dare, terwijl een spotten de glimlach hem om de lippeir speelde. Daphne bloosde allerbenauwendst en haar smeekende blik was een stil beroep op hem. „Toch zeker niet de ,,Laird" met zijn mooie roode haren?.... Toe, vertelt u er mij eens alles van! Wij zijn nu neef en nicht, tenminste, dit beweert tante". „Wie zou het anders wezen dan u zel ve?" vroeg zij hem met oogen, tintelend van guitigheid. „Zóó, ben ik dan de-held?", vroeg hij met eigenaardige stembuiging. En was u bang, dat ik niet tegen u spreken zou?" „Nu niet meer! nu ik eenmaal heb ge- zien* hoe vriendelijk en gewoon u is!" door de depressie heen, enik ben nog steeds rijk.... Het kan best waar wezen, dat ik veel minder bezit om van te léven, dan ik een jaar .geleden had, maar het is zeker waar, dat ik precies zooveel als ooit heb om voor te leven. De werkelijke waarden van het leven zijn ongeschikt en soliede De depressie heeft de waarde van geen enkele vriendschap doen dalen. Buren groe ten ons nog steeds op de oude, hartelijke manier, zakenrelaties gelooven in ons, en onze zonen houden ons in hooge eere, De welkomstgroet van de vrouw aan het eind van den dag is niet het minst gede- precieerd, en onze dochters gaan voort met hun genegenheid over ons uit te stor ten op dezelfde, oude overdadige manier. Mijn geloof in de goedheid van het heelal is onaangetast. Door dat geloof word ik gesterkt wanneer ik tegenslag en wanhoop tegemoet treed. De gebeden die mijn moe der mij leerde en het vertrouwen in God mij ingegeven door een toegewijd vader, blijven als onbetaalbare schatten, die geen depressie kan beroeren. Geen natie wordt groot door rijk te wor den. Noch vindt een mensch blijvende satis factie in het leven door iets te bezitten, doch alleen door iets te worden. De meest onteerende armoede is die, welk ontstaat door het dooden van de ziel, opdat het lichaam gediend moge worden. Deze depressie is een uitdaging, geen ramp. Een geslacht dat de luchten veroverd heeft en reuzenvliegmachines rond den aardbol zendt, dat in de diepten gedoken is en op den bodem van den oceaan gewandeld heeft, dat boven de wolken geklommen is en geleefd heeft in den stratosfeer, wordt thans uitgedaagd om boven zijn afhankelijk heid van zuiver materieele dingen uit te stijgen en een emancipatie van den geest van den mensch te zoeken. Het laatste halfjaar is voor vele men- schen een prikkelend geestelijk avontuur geweest, waardoor zij hun ware rijkdom ontdekt hebben. Beroofd van dividenden en winsten, ontdekken ze opnieuw de steunen de krachten van een sterk geloof, de blij vende waarden van moed, eer, liefde en be trouwbaarheid.Een financieele crisis kan ons berooven van alles wat we hebben, maar het kan niet beroeren wat we.... z ij n En dit is misschien wel de beste oude jaarsavond-overpeinzing. FLORIS C. (Nadruk verboden). VER. VAN VRIJZ. GODSDIENSTIGEN Afd. Soest. Deze afdeeling vierde Zondagavond van half 8 tot 10 uur haar Kerstfeest in Religie en Kunst, waar op het podium een fraaie den prijkte, geschenk van den heer Kraayen- brink, met versierselen van de familie van Veen. De kinderkraaloogjes konden maar niet genoeg krijgen van den mooien flonke renden boom. De voorzitter, den heer J. N. Plemper van Balen, riep allen het welkom toe en deelde mede dat dit jaar eens niet bij de leden was aangeklopt, daar zoo me nigmaal een aanslag op de beurs wordt ge daan, maar dat nu bij den uitgang collec te gehouden zal worden. Spr. dankte allen die mede hebben gewerkt aan dit Kerstfeest, en laat daarop zingen lied 151 2. De or ganist der kerk, den Jieer Fr. Breekveldt, liet daarop van zijn heerlijk orgelspel, met Kerstmelodiën genieten, waarna Mej. J. A. Burgersdijk het Kerstevangelie voor las, waarop door het kinderkoor een lied werd gezongen,. Vervolgens zong een dameskoor onder leiding van den organist een tweetal nummers, zuiver van maat en van toon, wat een streeling was voor het gehoor. In de daaropvolgende pauze werden de Kerst geschenken aan de leerlingen uitgereikt, waarna de presidente een Kerstverhaal ver telde, dat ademloos werd beluisterd. Nadat de heer Breekveldt zich nogmaals op het klavier had laten hooren, zong het dames- en kinderkoor nog enkeLe liederen, waarna gezongen werd lied 152. De kinderen wer den ruim onthaald op allerhande lekkers. Het was een goed Kerstfeest}. KINDERPAVILJOEN ZONNEGLOREN Djnsdag 22 en Woensdag 23 December werd door het Soestduinsche Meisjesclub je „Klein maar Dapper" een voordrach tenavondje gehouden, ten bate van het op te richten Kinderpavïljoen „Zonnegloren". „Is dit een compliment, of niet?" „Ik weet immers wel, dat u niet gewoon is. Maar ik vind het aardig van u, dat u zich niet zoo hoog boven mij verheven stelt." Dan zal ik altijd zoo aardig voor u zijn," spotte hij weer; maar, weet u wel, dat als ik mij verwaardig zoo op voet van gelijk heid met u te spreken, dit enl^el een vrien delijkheid mijnerzijds is!" „Nu spot u!" zei Daphne, die ineens weer verlegen werd. „Integendeel, ik meen het in diepen ernst. Ik bewonder den zin voor eerbied bij de jongeren; vooral waar die eerbied mij geldt. Maar zoudt u mij nu ook eens willen in lichten!, waarom u mij zooverre boven u verheven acht?" Doodeenvoudig es overtuigd antwoordde Daphne: „Wel, omdat u militair is. Soldaten zijn altijd even dapper en iedereen weet dat u nog dapperder is„ dan de meeste militai ren!" „Zoo? Dus: een ridder zonder blaam en zonder vrees." Nu, ik weet dan bij wie ik komen moet, om een getuigschrift als degenen,, die wat op mij te zeggen heb ben, soms wat al te hard in hun oordeel mochten zijn!" Dit: „die wat op mij te zeggen hebben," deed er Daphne ineens weer aan denken, hoe mrs. Monro altijd sprak van haar neef, als van iemand, die zeer miskend was, en, toen het haar nu opviel welk een droeven trek hij om den mond had» legde ze spon taan haar hand op zijn arm en zei veel belovend: „Ik zal u nooit miskennen." Gilbert Dare kon deze gedachtengang zoo gauw niet volgen, maar, terwijl eens klaps de cynische glimlach van zijn gelaat verdween,, zei hij nadrukkelijk: „Dat vind ik heel lief van u! Maar ik vrees, dat u meer belooft, dan u zult kun nen nakomen!" Met groote, niet-begrijpende oogen, staar de ze hem een tijdje aan en er volgde eenigen tijd pauze. Toen praatten ze weer over allerlei dood-gewone onderwerpen, welke gegeven werden jn 't Stationskof- fjehuis te Soestduïnen, wat door den ejgenaar voor dat doel belangeloos werd afgestaan. De avonden werden gevuld door het opvoeren van een 14-tal voordrach ten door de meisjes, afgewisseld door de welwillende medewerking van een man dolineclubje. De attracties in de pauze en de programma's werden eveneens gratis toegezonden, zoodat de geheele opbrengst, groot f 53.40 aan het Sanatorium „Zon negloren" kon worden afgedragen. Tot groote tevredenheid der belanghebbenden zijn beide avonden uitstekend geslaagd. KERSTFEESTVIERING. Wij hebben verschillende feestelijkheden bijgewoond met de feestdagen, waarvan wij in de Volgende regels een overzicht geven. Het eerste dat wij bijwoonden was van de Fröbelschool in „Relige en Kunst", waar 's middags vele kleine peuters waren samengekomen. De fraai aangekleede kerstboom met zijn flikkerende kaarsjes, was een zeer aardig gezicht. Mej. A. A. Sneltjes met haar helpster Mej. Wijnbeek had de lei ding en nadat de peuters een aardig kerst lied hadden gezongen, ging zij voor ïn ge bed en rjep daarna allen een hartelijk welkom toe, en betreurde het, dat zooveel zieke kinderen thuïs moesten blijven en het feest njet konden medemaken. Na de ze openjng werden verschillende kerst liederen aangeheven, onderwijl de klei nen en grooten werden getracteerd op chocolademelk, kerstkransjes en derge lijke feestartikelen. De kleine „Cor" zong parmantig een kerstlied geheel alleen, wat een aardige prestatie was. Ds. Eu REKENINGEN, NOTA's, KWITANTIES, BRIEFPAPIER, MEMORAN DUMS, BRIEFKAAR TEN, ENZ. ENZ. Aanbevelend, N.V. 1c SOESTER ELECT R ISCH E DRUKKERIJ Groeneveld gaf een aardig kerstverhaal ten beste, besloten met „Stille Nacht". Daarna had de uitdeeling plaats van het plakwerk, door de peuters gemaakt voor vader of moeder, waarna de kleinen wer den bedacht met een mooj prentenboek en een kerstkrans. De heer Batenburg gaf een overzicht van de school en beval deze in de belangstelling aan. De school telt momenteel 36 leerlingen en gaat goed vooruit. Spr. dankt de leidster en haar helpster voor hetgeen zij doen voor de school en overhandigde beiden een ge schenk. Nadat Ds. Groeneveld in gebed was voorgegaan, ontving elk nog een si naasappel. Nadat was medegedeeld, dat de vacantie tegelijk was ingegaan tot 51 '32 was dit feest ten einde. Ds. Wouters zoodat mrsi. Monro, bij haar binnentreden, verheugd vroeg: („Zoo? Al goede vrienden naar ik zie?" Die avond was de gelukkigste dien het jonge meisje nog te Bengevat had doorge bracht. Na het diner ging zij wat zingen en majoor Dare sloeg de bladeren voor haar om. Van uit haar hoekje zat mrs. Mon ro met genotvollen blik het tweetal gade te slaan. Gedurende de veertien dagen, die volg den werd de vriendschap tusschen majoor Dare en zijn nieuw nichtje hoe langer hoe hechter. Hèm althans, werd die vriendschap veel te veel waard, dacht hij„ op den avond, dat hij alleen in de rookkamer zat, en bijna wenschte dat hij maar niet in Ben- gevat gekomen was. Hij werd echter in deze overpijnzingen gestoord door het binnen treden van zijn tante. „Beste jongen, ik kom hier eens kalm een praatje met je maken, terwijl je rookt." Gilbert glimlachte veelbeteekenend en schoof een stoel naderbij. „Dit, dacht ik wel. Ja, tantetje, laat ons eens een praatje houden, onderwerp: het nieuwe nichtje!" „Juist, jongen; geraden! Ik wilde wel je meening eens hooren over het lieve kind. Wat mij betreft, ik ga met den dag meer van haar houden'. Zij is zoo lief en zacht. En zoo aardig om te zien", vulde hij aan. „Ja» natuurlijk; dat staat bij een man voorop!!" „Nu, volgens mijn meening is zij een voudig. vJa, wat?. „Qni voor te knielen! Méér...," Mddr?" ^.Nog echt een baby." „Ja, ze is nog heel jong. Maar, mij dunkt, vooral in dit geval, kan dit niet anders, dan een voordeel worden geacht." Een oogenblik pauze volgde, waarin ma joor Dare in stilte voortrookte en wachtte, tot mrs. Monro weer begon: „Hoe is het je gegaan, Gilbert?" „Och,, ik zit altijd kort, hè? Maar ver der, als altijd, weet u!" was ook tegenwoordig. Na afloop hjervan was het feest voor de vaste leerljngen Van 't Nut van 't Algemeen waar het feest ook prettig is verloopen. Uft volle borst klonken ook hier de kerst liederen frisch op en werd ook hier vol op getracteerd. De heer Bloemen ver telde ee.i zeer mooj verhaal; na afloop kreeg elk nog een passend geschenk. De 2e kerstdag gingen wij het eerst naar de Oude kerk. waar onder leiding van Ds. J. I. van Schaick een Jeugddienst liturgie werd gehouden, welke zeer druk be zocht was. Nadat de organist vooraf preludien had laten hooren van kerst liederen, sprak de voorganger het votum uit om daarna de geloofsbelijdenis af te leggen, waarop gezongen werd Gez. 117 1. Na gebed leest ZEw. Luc II 1 14 en zjngt de gemeente uit Gez. 229 1 17, onderwijl gecollecteerd werd voor armen en kerk en verbindt daarop zijn toespraak aan Luc. 2 1011 en daarvan de woorden „groote blijdschap" welke opwelt ujt het diepst van het hart en is als een landschap njet altijd zon. Dit is nu een der moeilijkste dïngen en vooral nu in dezen tijd. waarin al leen gesproken wordt van malaise. Nu kan er wel blijdschap zijn als men een goede betrekking krijgt of een goed vocruitzjcht, maar dat ïs nïet die groote blijdschap, waarvan de tekst spreekt. Bliji- moet zetelen in het hart, dat ten slotte toch alles moet beheerschen, het moet die blijdschap zijn, waarvan de En gelen hebben gezongen, die uit het 'in nerlijk opstijgt. De kracht tot ophefa fing komt van den Hemelsehen Vader die Blijdschap schonk. Nu wordt de. kracht der Blijdschap geopenbaard door de komst van Jezus jn het Vleesch, maar onze tijd-bewijst dat het zeer noodig is, dat telkenmale te herhalen, dat wij God moeten liefhebben. In de kerstkribbe laat God de volle waarde zjen van den mensch. God ontdekt ons aan ons zelf. in Zijn Licht zien wij ons zelf, want Hij toont- ons onze feilen en wijst ons in Hem den weg om tot Hem te komen, want God ontdekt dan jn ons onzen aanleg. Daar om ons allen gericht in vollte blijdschap, tot het kindje in de kribbe, ïn Hem ge volgd op onzen verderen levensweg. Na deze toespraak gjng ZEw. voor in dank gebed en zong de gemeente Gez. 195 vers 1 en daarna staande van Gez. 11^ vers 179 12, waarop de zegen werd uitgesproken. Na een oogenblik van stilte werd dezen dienst beëindigd, waar na bij den uitgang gecollecteerd werd voor den jeugddienst. Er werd ook gele genheid geboden om te teekenen op de lijsten om te geraken door middel van den Volkenbond tot den Vrede. In de mjddaguren hebben wij daar op een bezoek gebracht, allereerst aan het St. Ludgardushuis waar door de tooneelvereeniging „de Room- sche Garde" een kleine tentoonstelling was georganiseerd van Kerststallen. Daar de goede bedoeling nog niet tot in de perfectie was begrepen, waren er slechts een tiental stallen ingezonden, waar inet een eerste prijs werd bekroond den jongeheer H. Sta lenhoef, welke zeer mooi was opgesteld; die van den jongeheer M. Lustenhouwer be haalde een loffelijke vermelding door de jury. Over het algemeen was er alleen „de stal" tentoongesteld zonder de daarbij be- hoorende figuren, waardoor „de stal" niet af was. Voor deze kleine tentoonstelling was veel belangstelling, waarmee zij het volgend jaar wordt uitgebreid zal de be langstelling ook zeker stijgen. Voor deze gelegenheid hing de driekleur vroolijk te wapperen. Zeer mooie doelmatige prijzen werden toegedacht. Daarop volgde een kort bezoek aan het Kerstfeest der evangelisatie-commissie uit de Geref. Kerk in „Religie en Kunst" was niet zoo druk bezocht als wij dat gewend zijn. De leiding Na andermaal een korte pauze» sprak mrs. Monro: „Ik zal je eens even den stand van za ken toelichten, wat betreft Daphne. Je moet niet denken» dat ik van plan ben haar rijker te maken ten koste van jou. Jij blijft mijn erfgenaam en bij mijn dood vervallen, vol gens mijn tegenwoordige wilsbeschikking, het goed en mijn inkomen aan jou. Maar de voorwaarden waarop ik Daphne aangeno men heb, maken dat zij ook na mijn dood geborgen is; daarvoor heb ik achtduizend pond vastgezet. In ieder geval zijn die acht duizend pond voor haar; maar als zij nog bij mijn leven naar miju wensch trouwt, dan krijgt zij die som als huwelijksgifte." „Een heel edelmoedige schikking, voor waar!" ,i,Ik ben blij, dat je daarmee accoord gaat, Gilbert!" „En nu, tantetje, zal ik mij maar niet langer van den domme houden! Denkt u. dat ik niet begrijp» wat uw bedoeling is? Eér ik hier kwam, wist ik het al. Heeft u niet heel uw leven getracht, om een ach tenswaardig lid van de maatschappij van mij te maken en is dit nu niet uw laatste hoop? Als alle vrouwen denkt u, dat de liefde wonderen kan doen; d^t ik er mijn goeden naam door zal herwinnen; dat ik een nieuw leven zal kunnen beginnen met een aardig jong vrouwtje en met acht duizend pond." Mrs. Monro keek bijna met tranen in de oogen naar het knappe, spottende gelaat. ,„Móérstaat je dit voorsteldan niet aan?" „Eerst moet u mij eens vertellen, lieve tante, of het wel mooi is tegenover het jonge meisje?" „..Maar, als je je nu toch betert, Gil bert; en dit zal je zeker doen, als je een maal een doel hebt in het leven." „En, zeker» moet ik dan, net als Jacob, ook zeven jaar op z'n minst dienen, eer u er van overtuigd is, dat ik volkomen ver beterd ben!" *0, neen; geen zeven jaren! Laat ons zeggen: drie! Daphne is zoo jong. Ze kan fk ft ft ft f» pk iy fk f» N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij berustte bij Ds. S. Wouters, welke aller eerst laat zingen Psl. 25 2 en daarop in gebed voorgaat. Mej. Pontu vertelde daar op de Kerstgeschiedenis in zijn oorsprong en vervolg, waarna de heer J. Stork een Kerstverhaal ten beste gaf. Daartusschen door werden de kinderen onthaald op Kerst miszoetigheden en gingen ten slotte allen een cadeautje naar huis. Niet minder dan 12 verschillende Kerstliederen werden ge zongen, zoodat ook dit feest geslaagd is Het laatste feest dien dag was in de Oude kerk van de Ned. Herv. Zondagsscholen, het welk zeer druk bezocht was. Het werd geopend met Gez. 114 1-3-4 en 6, waarna de kinderen een lied zongen. Na gebed door den praeses riep hij allen het welkom toe en hoopte dat allen een gezegend kerst feest zouden hebben. Nadat door Ds. E. Groeneveld een bevattelijke kerstgeschie denis was verteld, wat bleek uit de vragen en antwoorden, had onder het zingen van „Eere zij God" de tractatie plaats van ge vulde koek en kerstkransjes. Nadat de ver schillende Kerstliederen hadden weerklon ken, werd door den praeses een Kerstver telling gedaan waarna wederom getracteerd werd. Onder het zingen van „Heilige Nacht" werd collecte gehouden, waarna dc 12 leer lingen die de .school verlieten, een N. Tes tament werd uitgereikt, waarop gezongen werd Psl. 121 4, terwijl vooraf Ds. J. I. van Schaick eene korte toespraak hield,. Aan het eind werd gezongen Gez. 270 5, waarna de praeses in dankgebed voor ging. Na afloop ontving elk der kinderen een nuttig cadeau. Het was een echt geani meerd feest. De mooie Kerstden was ge schonken door de Koningin Moeder. De kerk was rijk met palmgroen versierd. In Eemland was het de Ned. Tooneel vereeniging onder directie van Hub Kwin- to, hetwelk optrad met „Henkie wil wel" of „hoe kom ik aan een kind", een aller dolste militaire klucht met Hub Kievits (Henkie) in den titelrol. De kapitein,, de 7e rangs dichter, het schattige kapiteinsvrouw tje, de verloofde van den dichter, en ten slotte de oude Tante uit Amerika, vormden een allerleukst stel, waarom tranen zijn ge lachen, zoodat het daverend applaus niet uit bleef. Het kind, alias de oppasser was zeer goed op dreef, vooral in het 2e en 3e bedrijf. Velen zullen het gezelschap gaarne spoedig terugzien. De zaal was ditmaal aar dig bezet. Tot 2, driemaal moest gehaald worden. UITDEELING DEKENS KON. BREI EN NAAISCHOOL Maandagmorgen te 11 uur had in de Kon. Bi ei- en Naaischool door de commissie van Weldadigheid, ingesteld door H.M. de Ko ningin-Moeder en vertegenwoordigd door den heer Burgemeester en Mevrouw Land weer-de Visser, de jaarlijksche uitdeeling plaats van dekens, ondergoederen en bon boekjes aan 70 behoeftige gezinnen, wat in dezen tijd zeker een welkom geschenk is. Wij bevelen ons beleefd aan, voor de levering van ALLE MOGELIJKE tegen zeer lage prijzen. Aanbevelend, I.V.Eerste Soester Electr. Drukkerij v. Weedestraat 7, Soestdijk. Tel. 2062 best wachten. Ze weet nog niets van de liefde!" „Maar, als ik nu in geen drie jaar van liefde tot haar spreek, tot mijn verbete ring vaststaat, zou zij dan niet door iemand anders zijn weggekaapt? Heeft, bij voor beeld. die roodharige Laird dan geen oogen?" „O, 't is duidelijk genoeg, dat de „Laird" wanhopend verliefd is op haar; maar, zij begrijpt er niets van en ik weet zeker dat Daphne'nooit voelen zou voor zoo'n ver legen man." *,Hij is goed af en 't is een brave ke rel. Zoudt u het voor haar wenschen?" Mrs. Munro stond op en legde teeder haar hand op Gilbert's donker hoofd: „Ik wil, Daphne voor jou hebben beste jongen! Had ik zelve een dochter bezeten, dan zou ik altijd hopen, dat zij de uitver korene had mogen zijn, om je te redden." „U is de liefste, braafste ziel, die ik op de wereld ken, tantetje: en ook de kop pigste! Want wat u vrouwen zich eigenlijk wel voorstelt» als u het beste wat u heeft aan de voeten van een bruut werpt, zooals ik ben dèt begrijp ik niet! U weet im mers net zoo goed, als ik, dat ik niet waard ben, om mijn nichtje de schoenriemen aan te binden." „Zorg dan onverwijld, dat je dit wèl waard wordt," zei mrs. Monro gebiedend. „Gedurende de komende drie jaar heb je dus alle gelegenheid, haar te winnen; je zult haar voortdurend zien. Als je wilt kun nen Daphne en ik den winter bij je in Car- withan komen doorbrengen." i(,En dan zal zij nog liefde opvatten voor dien saaien Willem den Zwijger of zijn broer! In ieder geval, tantetje, kunt u er ook niet voor instaan, dat zij èltijd liefde zal voelen voor mij!" „Daar kan ik zeker voor instaan, als je maar precies doet, wat ik zeg!" sprak zij vol overtuiging; en wenschte toen haar neef goedennacht ofschoon er van rust harerzijds althans in de eerste uren niet veel inkwam. (W#rdt v«rv»lgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 4