Wetenswaardigheden op
Administratief en Fiscaal
terrein.
FEU1LLETO "S
WEERGALÖOZE
ZELFOPOFFERING
Voor de Vrouw
Voor de Kinderen
Correspondentie deze rubriek betreffende
rechtstreeks te zenden aan de Directie van
de N.V. Accountantskantoor „Nederlandsch
Bureau voor Adviezen", gevestigd te Haar
lem, Houtplein 17r.
Bij vragen lezers hebben het recht tot
het inwinnen van kosteloos advies in be
lastingzaken en aangelegenheden van boek-
houdkundigen aard postzegel voor ant
woord bijvoegen.
Het Kasboek is een belangrijk boek.
Vandaar nog een artikel aan het Kas
boek gewijd.
Ai stippen wij slechts aan en al gaan
wij slechts zeer terloops op verschillende
kwesties in, toch is dit derde artikel over
het Kasboek noodig.
Enkele regelmatig terugkeerende moei
lijkheden willen wij thans nog bespreken.
Omschrijf in het Kasboek de posten
voldoende.
Plaats geen posten in het Kasboek met
de omschrijving „Onvoorziene uitgaven"
of „Diversen" of met een andere niets
zeggende omschrijving.
Wanneer U voor zaken op reis moet,
kan men niet van U verlangen, dat U al
le uitgaven, die U op reis had, specifiek
noteert. Maar noteer dan toch in ieder ge
val „Reis naar
Wanneer U een vergadering bezoekt
niet een politieke vergadering of een pret
tig samenzijn, welke kosten uit privé-geld
moeten worden betaald, maar een verga
dering, die in het belang van uw zaak of
bedrijf moet worden bezocht dan be
hoeft U niet te vermelden het aantal kop
jes koffie, die U naar binnen werkte. Ver
meld dan „Onkosten Vergadering
Uit het Kasboek moet blijken de soort
uitgaven.
Vergeet ook vooral niet, wanneer U een
kasverschil ontdekt, op den dag, waarop
U dit ontdekt, in het Kasboek hiervan
melding te maken.
Is er over in kas, is er dus meer geld
dan het Kasboek aangeeft, dan boekt U
een ontvangst met de vermelding kas
verschil en daarachter het bedrag, dat
over is.
Is er een kastekort dit is het geval
wanneer er minder geld in kas is, dan
er volgens het Kasboek moet zijn. uan
boekt U een uitgaaf met de omschrijving
kasverschil en daarachter het bedrag, cta.
tekort is.
Het saldo van het Kasboek bepaalt I
op een hoogst eenvoudige wijze.
De bedragen op de Ontvangst-bladzijde
worden opgeteld, daarna de bedragm op
op de Uitgaai'bladzijde. Het laatste totaal
bedrag wordt afgetrokken van het eers.e.
Het verschil is het Kasboeksaldo.
Zoodra één van de beide bladzijden is
volgeschreven, behooren de bedragen van
beide bladzijden te worden opgeteld.
De beide totaalbedragen worden op de
nieuwe bladzijden overgebracht.
Men kan het Kasboek op die wijze een ge
heel jaar laten doorloopen.
Men kan ook eens per maand afsluiten.
Is het einde van de maand daar, dan
schrijft men als laatste post op de uitgaaf-
'pladzijde het saldo, dat in kas aanwezig
is. Daarna telt men de bedragen op beide
bladzijden voorkomend op. Men zal dan
ontdekken, dat men aan beide kanten ge
lijke bedragen tot uitkomst krijgt. Men be
gint daarna op een nieuwe bladzijde met
het kasgeld, dat per den eersten in kas is.
te noteeren.
Men denke er aan als kasgeld uitsluitend
te beschouwen, het geld dat in huis aanwe
zig is.
Er zijn menschen. die bijv. in kas hebben
f 100, op de Spaarbank f 2.000 en aan een
familielid uitgeleend hebben f 5.000, en die
dan zeggen mijn kasgeld is f 7.100 Ze be
schouwen dan het Spaarbankgeld en het
geld, dat werd uitgeleend ook als kasgeld
Het is echter wel bezit, kasgeld is het
niet. Kasgeld is alleen het geld, dat in huis
aanwezig is.
Wel kunt U gemakshalve het tegoed
op de girorekening als kasgeld beschouwen
Doet U dit, dan dient U er om te denken.
dat U bij het kasgeld steeds het saldo te
goed op de girorekening bij het kasgeld mee
telt.
Betalingen van het giro-tegoed gedaan,
boekt U dan gewoon in, alsof U zelf de be'
taling deed. Wordt op de giro-rekening ge
stort, dan boekt U in Uw Kasboek een ont
vangst, alsof U zelf het bedrag ontving.
U dient er echter om te denken, dat, wan
neer U zelf een bedrag op de giro-rekening
tort en wanneer U zelf ove£ een gedeelte
an het tegoed beschikt, dat U dan niets
boekt.
Het totaalbedrag kasgeld ondergaat im
mers geen wijziging. Het kasgeld blijft ge
lijk. Heeft U f 100 in kas en f 500 op de
giro-rekening, dan is Uw kasgeld groot
f 600. Haalt U f 495 van de giro-rekening
en stort U dit bedrag in eigen kas, dan
blijft het Kasgeld f 600, ofschoon de sa
menstelling anders wordt, n.1. geld in huis
f 595 en op de giro f 5.
DRIE KINDERJURKEN.
Natuurlijk komen de kinderen ook al
weer aan de beurt voor een nieuwe jurk. De
teekening geeft daarvoor een drietal aardige
modelletjes aan. Van links naar rechts heb
ben we eerst een jurkje van gele toile de
laine, terwijl het geschulpte kraagje en de
dito manchetjes van wit piqué zijn. Het rok
je is verder van voren met plooien, die in
een punt tot in het lijfje doorloopen. Voor
en meisje van 8 jaar heeft men aan 1.60
M,. stof van 1.40 M. breed voldoende (pa
troon No. 3364). Vervolgens een jurk van
helderblauwe drapella, ook al met kraagje
en manchetjes van wit piqué. Het rokje is
met breede, ingezette stolpplooien, terwijl
het lijfje met twee ingezette pandjes is, die
duidelijk door een stiksel worden aange
geven. Deze jurk (patroon No. 3365) is be
stemd voor een meisje van 10 jaar en er
is 1.60 M. stof van 1.40 M. breed voor noo
dig. Verder hebben wij dan nog een jurkje
N««r het Engelsch van
U. E. E. POWER8.
18)
„.Arm kind!" zei William. En die enkele
woorden van sympathie vielen als balsem
op Maisie's hart.
„Hoe kunt u zoo vriendelijk zijn? U weet
toch,, dat ik een bedriegster en een dievegge
ben?"
„Spreek toch niet zoo"! vermaande hij.
„Allereerst: mijn naam is Maisie Barring.
ton. Jaik ben de kleindochter van sir
John en ik ben hier gekomen onder een
valschen naam, om maar dicht bij mijn zus
je te zijn, die de aangenomen dochter is
van mrs. Monro. Ik maakte mij ongerust
over haar en wilde een paar weken in haar
nabijheid zijn."
Er volgde een pauze, waarna zij weer
schuchter begon:
„Die bracelet was van mijn moeder..
Zijn gelaat helderde op.
„Zij heeft 'm van haar eigen geld gekocht.
Ouwe Bctty Treduthen heeft mij daar alles
van verteld. Maar mijn grootvader heeft 'm
nooit willen teruggeven ofchoon mijn moe
der er toch nadrukkelijk om gevraagd heeft.
Maar nu ik er zoo vreeselijk inzat, besloot
ik 'm te nemen-
„Hoe zat je er zoo vreeselijk in?"
't Was gemakkelijker, om tot hem te
spreken, dan zij zich dit had voorgesteld
daar zijn kalm optreden haar hoe langei
hoe meer vertrouwen inboezemde. In korten
tijd had zij dan ook haar heele ge
schiedenis en die van haar zuster mcege
deeld, tot ze besloot, met haar voornemen,
om majoor Dare dood te schieten in de
Spook-vallei.
„Ben je wel zeker, dat hij dood is?" vroeg
stellaan 66, Amsterdam, Z. Op het strook
je nauwkeurig vermelden: Naam en adres
van afzender, nummer van het gewenschte
patroon en leeftijd van het kind. Levering
binnen 1 week.
TWEE AVONDJAPONNETJES.
Terwijl aan den eenen kant het winter
seizoen ten einde spoedt, met diverse
i'ees'jes-met-een-dansje in het vooruitzicht,
ligt het voor de hand, dat hier en daai
nog ernstig gedacht wordt over een nieuw
van jersey fantasiestof, met een nauwslui
tend lijfje, hooge taille en godets opzij in
het rokje. De sluiting van het lijfje bestaat
uit knoopjes,, terwijl de overslag in punt
jes is uitgeknipt. Voor een jongedame van
7 jaar heeft men voor dit model (patroon
No. 3366) aan 1.50 M. stof van 1.40 M.
breed voldoende.
Het komende seizoen voor de damesmo
de belooft een groote voorkeur voor alle
mogelijke soorten kant te brengen. Zoowel
Venetiaansche, of z.g. spinneweb kant. als
de liersche gehaakte kant, Alengon kant
worden gedragen. Men ziet heele blocsen
van Iersche gehaakte kant en Alengon kant
bij zijden costuums gedragen warden.
Op het gebied van de hoeden ziet men
een zeer groote verscheidenheid van stijl.
Doch welke stijl men ook zal verkiezen, het
kapsel blijft er een zeer groote rol bij spe
len, omdat er heel veel van het haar te zien
komt. Over het algemeen kan men zeggen,
dat de nieuwe hoeden één kant van het
hoofd vrij laten en vrij sterk in den hals
gedragen worden. Af en toe ziet men ook
nog het kleine neusvoiletje.
L O E S.
Van deze jurken zijn knippatronen
verkrijgbaar a 75 cent per stuk.
William, toen zij ophield.
Een oogenblik kreeg zij hoop.
„Ik zal mij eerst gaan overtuigen of dit
zoo is en ook zal ik het geweer terughalen.
Onmiddellijk verdween hij, in de steeds
dichter-vallende duisternis.
Gedurende goed twintig minuten werd
Maisie alleen gelaten. En toen William te
rugkwam, zag hij wel zeer bleek, maar er
speelde een geruststellende glimlach om zijn
lippen, die Maisie hoopvol deed vragen:
„Is hij in leven?"
William knikte.
„Is hij erg gewond?"
„Hij is bewusteloos", zei William enkel;
waarna hij zich bezighield met het geweer
schoon te maken, dat hij had vinden lig
gen, waar zij het van zich geworpen had.
Je moet morgenochtend vroeg hier weg
zien te komen. Er zal een onderzoek worden
ingesteld, als hij bij bewustzijn is."
„Zou ik niet beter doen, dit af te wach
ten? Want het was toch een ongeluk.
„Ik weet dit nu, maar wie zou het ge-
looven? Waarom was je eigenlijk in het
boschje?"
„U bedoelt, dat niemand mijn verklaring
gelooven zóu in verband met het feit, dat
ik daar dan toch heenging in de bedoeling
om hem te dooden. Maar waar moet ik nu
heen?"
En zij drukte de handen tegen de bran
dende slapen.
„Naar het buitenland"^ antwoordde hij,
nog altijd bezig, met het geweer. „Naar
Australië. Daar je vriendin gaan opzoeken.
Alles raakt dan in het vergeetboek".
„Maar majoor Dare?"
„Laat mij daar maar voor zorgen", zei
hij, het geweer weer in hét rek zettend. „Ik
heb invloed bij hem
„Maar ik mag Daphne niet alleen laten."
„Ja, zeker. Zij is veilig. Laat haar ook
maar aan mij over. Ze zal later bij je ko
men."
„,En welk excuus kan /ik dan tot lady
Challoner zeggen, dat ik zoo ijlings ver
trek?"
avondjaponnetje, ook wel met het oog ..op
het feit, dat er in het voorjaar toch ook
nog al eens 's avonds de noodige pretjes
zuilen plaa'.s vinden. De twee modelletjes
op de teekening zijn buitengewoon een
voudig en daarom juist zoo aardig. Links
een japon van groene velours m:t 'n ge
deeltelijk ivoren kanten lijij- De rok be
staat uit smalle, naar beneden wijder uit-
loopende, rondgesneden pandjes. Er i
4.50 M. velours van 1 M. breed noodig er.
80 c.M. kant van 1 M. breed (patroon nr
12.238). Het andere japonnetje is van ro
sé gebrocheerde zijde, met kleine ruim
ingezette mouwtjes met ing stikte plooi
tjes en een groote strik aan de taille. D:
•breede volant aan den rok is ruim, inge-
rimpeld aaogeze'. Aan 4.80 M. zijde van
1 M. breed heeft rn voor dit model (pa
troon nr. 12.239) voldoende. Een aardig
detail is de bloem van velours aan den
pols van het linksche figuurtje. Trou
wens, bloemen zijn weer sterk in onze
gunst teruggekeerd, zoowel voor over
dag als voor avondkleding. De bloemen
hebben thans de rol om een speciaal'
accent aan te brengen. Zoo zag men on
langs in Parijs een prachtig avondtoilet.
ontworpen door Irene Dana, van zwarte
tulle met een gouden corsage van glan
zende rozen en blaadjes opzij aan de" tail
le, terwijl er gouden avondschoentjes, een
goud avondtaschje en een zakdoekje van
zwarte georgette met een gouden mono
gram bijgedragen worden. Voor de gewone
daagsche dracht bij onze nieuwe voor
jaarsjaponnetjes worden de bloemen dik
wijls gedragen in een stijf bijeengebonden
klein boquetje of een enkele roos, gemeen
lijk opzij bij den ceintuur of in het midden
van het lijfje. Ook bij de bedrukte stof
fen speelt het bloemenmotief een groote
rol. De bedrukte stof vertoont mooie, war
me, rijke kleurencombinaties. Voor de
avondjapon geeft men de voorkeur aan
de groote patronen. Voor overdag ziet
men heel veel kleine bloeme'jes.
L O E S.
Van deze japonnen zijn knippatronen
verkrijgbaar a 75 cent jier stuk.
Adres: zie voren.
Beste meisjes en jongens,
De antwoorden op de raadsels van de vo
rige week luiden als volgt:
1. Karmijn, geel, paars, rood, bruin.
2. Muilezel, (m/uil/ezel).
3. Vorst, dorst, korst, worst.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Wie kan van de volgende letters een
muziekinstrument maken? AFGMNOORE.
Wie kan de letters in de volgende
woorden zóó rangschikken, dat 'er een
spreekwoord komt te staan? NEE WAL-
ZUW AM KAT GNO NEEG MOERZ.
3. „De voetbalkampioen roosterde
brood." Wie wee welke bloem in deze zin
verborgen is?
OOM KAREL.
5).
HET GEHEIM VAN DEN
NACHTEGAAL
Vrij naar een sprookje van Hans Christiaan
Andersen, bewerkt door Clara van Son.
(Nadruk verboden Alle rechten voorbe
houden).
o
Doch eensklaps vlak bij het open raam,
verbrak een heerlijk liefelijk gefluit de ake
lige stilte. Het was de echte levende nach
tegaal, die op een tak van den boom zat
te zingen. En die boom stond vlak voor het
venster van den ouden keizer. De nachtegaal
had gehoord hoe erg de oude keizer hem
noodig had, en daarom was hij gekomen
om hem te troosten en nieuwe hoop te bren
gen. En terwijl hij daar zijn mooie liedjes
floot, werden de leelijke gezichten in de
bedgordijnen hoe langer hoe onduidelijker,
totdat zij eindelijk heelemaal verdwenen.
Het hart van den ouden keizer begon met
krachtiger slagen te kloppen en hij voelde
zich hoe langer hoe beter worden, zóó zelfs.,
dat hij na een poosje heelemaal hersteld
rechtop in zijn legerstede ging zitten, en
met tranen in de oogen uitriep: „O, mijn
kleine, brave nachtegaal, hoe moet ik je
danken! Je hebt de booze gezichten op de
vlucht gejaagd en mij met je gezang weer
tot nieuw leven geroepen. En ik had je nog
wel uit mijn rijk verbannen! Hoe kan ik je
dit ooit vergelden?"
De kleine nachtegaal huppelde het ven
ster binnen, ging op liet voeteneind van het
bed van den ouden keizer zitten en sprak:
„Ik bert al voldoende beloond. De tranen
zijn U in de oogen gekomen reeds de eerste
keer, dat ik voor U zong en dat zal ik nooit
vergeten! Dat is de mooiste belooning, die
ik ooit zou hebben kunnen krijgen. Maar
ga nu slapeni, dan zult gij heelemaal ver
jongd en sterk weer opstaan. Ondertusschen
zal ik voor U zingen.
Toen begon de nachtegaal weer te fluiten
en de keizer viel in een diepe slaap. De zon
stond reeds hoog aan den hemel, toen hij
heerlijk frisch en sterk ontwaakte. Geen
van zijn bedienden was nog bij hem terug
gekomen, want zij dachten dat hij dood
was; doch de kleine nachtegaal zat nog
steeds te zingen.
„Je moet altijd bij me blijven!", zei de
keizer, „dan zing je alleen maar, als je er
zin in hebt en dan zal ik de kunstnachte
gaal in duizend stukjes gooien!"
„O, doet U dat niet", zei de nachtegaal
„die heeft gedaan .wat hij kon. Hij kan
niet helpen, dat hij maar een uurwerk is.
Maar ik kan niet altijd bij U blijven en mijn
nest hier bouwen en in het paleis wonen.
Doch ik beloof U, dat ik eiken avond zal
komen en op de tak van den boom voor Uw
venster zal zingen, om U op te vroolijken
en U alles te vertellen van wat ik gezien
heb onder de menschen, van de arme vis-
schers en van de boeren en van alle andere
menschen, de goeden en de kwaden, de ge
lukkigen en de bedroefden."
.Prachtig!", zei de keizer heel tevreden,
Toen vloog de nachtegaal heen. Ondertus
schen kleedde de keizer zich aan in zijn
prachtigste gouden gewaden en zette zijn
kostbare juweelen kroqn op. Doordat er,
zooals ik jullie verteld heb, in het heele pa
leis dikke kleeden gelegd waren, hoorde
niemand den, ouden keizer aankomen. De
hovelingen waren in een groote zaal bijeen
met den nieuwen jongen keizer, dien zij ge
kozen hadden om den ouden keizer, dien
zij gestorven waanden, op te volgen. Zij
leiden om het hardst den jongen keizer en
deden zich aan allerlei heerlijkheden te
goed, terwijl zij zich vroolijk maakten over
den dwazen, ouden keizer. De oude keizer
kwam heel stil binnen en plotseling stond
hij in het midden van hen. Een paar hove
lingen ontdekten hem en stootten elkaar
aan. Als een loopend vuurtje ging het dooi
de heele zaal: „De oude keizer is niet dood!
Hij is hier in ons midden!" Alle gesprekken
verstomden, een doodelijke stilte heerschte
"n de groote zaal. De nieuw gekozen jonge
keizer sloop heel stilletjes heen. Toen alles
doodstil was, en al de hovelingen met gebo
gen hoofd stonden van schaamte, ging de
oude keizer op zijn troon zitten, en sprak:
„Nu heb ?k meteen eens kunnen zien, wat er
waar was van al jullie mooie praatjes. Geen
mensch is er geweest, die naar mij is ko
men kijken, toen ik boven heel ziek lag, en
jullie dachten, dat ik zou sterven. En on
dertusschen hebben jullie al een nieuwen
keizer gekozen en zijn aan het feestvieren
gegaan. Het is wat mooi! Maar omdat ik
nu weer heelemaal heter ben, zal ik het jul
lie maar vergeven,"
Toen heerschte er alom weer groote
vreugde in het land en de oude keizer re
geerde nog vele jaren.
EINDE.
Volgende week begint weer een alleraar
digst kindervertelling.
„Dat is eenvoudig Laat ze denken, dat je
mijn aanzoek van de hand gewezen hebt."
Het kwam Maisie haast bovennatuurlijk
voor: Was er dan geen eind aan de edel
moedigheid van dien man? Er leek haast
iets wreeds in die groote goedheid. Hij
stapelde haar kolen vuur op het hoofd. In
ttige dankbaarheid vervulde haar; dank
baarheid jegens den man, dien zij, zoo kort
geleden, als eenigszins achterlijk, of althans
heel traag van begrip had beschouwd.
„O, neen",, zei ze, „dat zou niet mooi zijn
tegenover u!"
„Het is de eenige manier. Voel je je nu
wat beter?" vroeg hij eensklaps.
„Ik geloof wel", antwoordde zij mat.
„Maar mijn hoofd doet zoo vreeselijk pijn.
Als ik nu een paar uren slapen kan, dan
ben ik morgen misschien beter."
Hij vatte haar hand in de zijne. Die was
koortsig warm.
„Ga nu onmiddellijk naar bed", zei hij
haast gebiedend. „Bedenk wel, dat je mor
gen reizen moet."
Zij knikte. Ze voelde zich zoo vreemd,
zoo anders, dan anders. Hij hield nog altijd
haar 'hand in de zijne en daar was zij blij
om. Dit scheen haar kracht te schenken.
„Ik wou, dat ik u dank kon zeggen. Maar
mijn hoofd is zoo vreemd. En dan, woorden
zeggen nog maar zoo weinig!"
Zwijgende geleidde hij naar de deur.
,„Beteekent dit een „goeden dag"? vroeg
zij, bijna verschrikt. Want. ineens, drong het
tot haar door, hoe zij zijn beschermende
tegenwoordigheid ging verliezen die veel
waard was.
Hij voelde, dat zij zich aan hem vast
klampte; en misschien was hij op dit oogen.
blik beloond voor heel het verleden, voor
héél de toekomstenkel en alleen
door de vreugde, die het bewustzijn hem
schonk, dat zij op hem steunde en blij was,
hem bij zich te hebben. In ieder geval vroeg
hij geen andere belooning.
Toen zij weg was, steunde hij het hoofd
op den schoorsteenmantel: en, voor het
eerst van zijn leven, begaf hem zijn geest
kracht.
„De hemel helpe haér en mij!" snikte
hij haast.
Teddie sprong tegen zijn baas op en
trachtte hem de hand te likken. Maar dit
maal schonk William daar geen aandacht
aan. Hij vond het zelf een verschrikkelijk
geval, want hij had gelogen tot Maisie: ma.
joor Dare lag dood in het boschje, door
het hart geschoten.
HOOFDSTUK XXL
Het onderwerp van Dick's aanstaand ver
trek werd nog in den salon besproken, toen
sir John het vertrek binnengestrompeld
kwam en zich bij den groep voegde.
„Weten jullie ook, waar miss Crushley
is?" vroeg hij, rondkijkend. „Juist, Het is
net, zooals ik gedacht had. Zij is verdwe
nen met Wil. Als ze wéér verschijnen, dan
zal er sprake zijn van een engagement, of
ik zou mij moeten vergissen!"
„Is Biil dan terug uit Exeter? Ik heb
hem nog niet gezien. Ik begrijp nog niet,
wat hem vanmorgen met zooveel spoed
wegdreef. Hij heeft er gisteren' niets van
gezegd, dat hij zou gaan.
„Hij is zeker een verlovingsring gaan
koopen, de slimmerd! Heel best mogelijk,
dat hij op 't oogenblik bezig is, dien miss
Maisie aan den vinger te schuiven.
Terwijl de oude heer dit met zooveel vol
doening verkondigde", kwam William zelf
liet vertrek binnengestapt. Sinds hij afscheid
had genomen van Maisie, had hij den toe
stand zorgvuldig overwQgen, en was hij
tot de slotsom gekomen, dat, als hij maar
acht-en-veertig uren voor haar kon win
nen, hij haar dan redden kon van de gevol
gen van haar onberaden stap. De stoomboot
naar Australië zou dien volgenden middag
vertrekken en als hij op de een of andere
manier kon zorgen, dat dc misdaad bekend
werd eerst nadat Maisie uitgezeild was, dan
zou zij buiten het bereik van de dagbladen
zijn en daardoor zou zij het noodlottige ge
volg van dat toevallig afgaan van het ge
O, KOM!
Wat triestige morgen o zonne, o „kom".
Wat laat Gij lang wachten, komt gij niet
weerom?
Wij wachten zoo bang reeds, den dag is
haast om.
Wij worden zoo stille en vragen o kom.
Wat zou het toch wezen die druk en die
macht
Die ons houdt gevangen bij dag en bij nacht,
't Onzekere leven, „ik durf niet" en wil.
Laat ik U zeggen, héél zeker maar stil.
„Vertrouwen" zoo heet het, heb lief nog het
meesf.
Daar is op aarde, steeds armoe geweest.
Aan dezen twee. vrienden, die gaan altijd
saam
Van heden tot eeuwig blijft dit hun naam.
Als wij als menschen met eer en met geld.
Op roem en op eere het meest zijn gesteld
'k Wed stil in hun ziele hoe need'rig hoe
dom.
Tikt steeds door het klokje
Kom vrede, O Kom.
4 44444*444444 44444444
4 EERSTE SOESTER DRUKKERIJ 4
4
4 ïsi 4
4 4
4 HET 4
4 BETERE 4
4 DRUKWERK 4
4 IS EEN ZAAK 4
4 VAN VERTROUWEN 4
4 KOM DAAROM BIJ ONS 4
4 WIJ LEVEREN HET 4
4 BESTE TEGEN DE 4
4 LAAGSTE 4
4 £^PR1JZEN^. 4
4 4
4 4
4 ni 4
4
4 VAN WEEDESTR. 7, SOESTDIJK 4
6
weer niet te hooren krijgen, vóór het le
laat was, om zichzelf aan te geven.
Intusschen was hij eveneens besloten dat
hij, zoo noodig, alle verdenking van
haar op zichzelf zou overbrengen. Van het
oogenblik af, dat hij had gehoord, hoe het
geval stond, had hij besloten dat, als iemand
voor de misdaad zou lijden, hij dit dan zou
wezen, ofschoon hij hoopte, dat men het er
voor houden zou, hoe majoor Dare, bij on
geluk, zichzelf den dood had aangedaan.
Maar de mogelijkheid bestond daarin, hoe
de afwezigheid van den majoor te verkla
ren gedurende minstens twee dagen zóó, dat
men zich te Carwithan niet ongerust ging
maken.
Dat het lijk zou gevonden worden, daar
had hij geen vrees voor, daar geen van de
dorpelingen ooit het pad door de Spook-
vallei volgde.
Hij voelde zich verrast door den blik vol
verwachting, waarmee zijn familie hem ont
ving.
Het was met een bezwaard gemoed, dat
Helen Ray zich aan haar kleine huiselijke
plichten begaf, op den dag, dat Maisie Tre-
venna verliet. Desnoods zou ze haar afwe
zigheid nog philosofisch genoeg gedragen
hebben; maar, dat kapitein Challoner nu
ook ging, dit ontnam haar allen levenslust.
Hoe zou zij den tijd nog omkrijgen!
O, verklaarde hij zich toch maar tot haar,
eer hij ging. Haar trots was nu toch gebro
ken en nu zou zij zich maar enkel dankbaar
toonen voor zulk een oplossing.
Het was al ver op den middag, toen zij,
toevallig het vertrek binnentrad, waar hij
zat.
O. ik wist niet. dat je hier was, zei ze.
„Neen, als je blieft, ga niet. Helen!" riep
Dick, smeekend. ,,Kijk"„ en hij hield haar
een open telegram voor; „al weer een
telegram van het ministerie van Oorlog;
de toestand is aanmerkelijk verergerd, sinds
het vorige."
(Wordt vervolgd).