altz
Zweedsche
Belevenissen
Verkeerslessen
Militair-Recht I
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
c
:c
c
c
c
:c
c
:c
:c
c
c
c
c
:c
c
:c
c
c
s«:c«
En toch won Genève...
van de A.N.W.B.
No. 26
Twlntli
r.ftS
iO
SC
SC
'ing
SC
9tS
SC
SC
SC
LEV REN
VLUG,
GOED,
BILLIJK
REKENINGEN,
NOTA's,
KWITANTIES,
BRIEFPAPIER,
MEMORAN
DUMS,
BRIEFKAAR
TEN, ENZ. ENZ.
>0
Woensdag 30 Maart 1932
n vergo-d
ien.
el.
6.—
0 ct.
Iton-
1.60
m.
■ÜK«AÜ VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDK8TRAAT I 80E8TDIJK
ADVIRTENTIIN EN INGEZONDEN 8T0EEEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAQSMORGEN8 18 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. 6. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT I REGELS 71 CT8., ELKE REGEL MEER 18 CT8
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. OROOTE KORTING
ABONNEMBNTSPEIJS II.— PER DRIE MAANDEN, VR ANCO PER POST.
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
HET AUTEUR8RSCHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOM8TIE ARTIKEL II VAN DE AUTEURSWET 1111 (STAATSBLAD NUMMER 188)
Er doet zich in de beschouwing van het
Chineesch-Japansche conflict dat thans
door het ingrijpen van den Volkenbond gc-
localiseerd is, en reeds op den weg naar
oplossing is, een merkwaardig verschijnsel
voor Reeds bij het eerste onverwachte op
treden van Japan, toen de eerste protesten
van den Volkenbond, oogenschijnlijk zon
der resultaat, waren uitgegaan, werd er on
middellijk door het kortzichtige deel van
het publiek, dat onmiddellijk met een afbre
kend, neerhalend. minachtend oordeel
klaar staat, op den Volkenbond gesmaald.
I)e Volkenbond deed niets, de Volkenbond
was machteloos, in alle mogelijke persor
ganen verschenen aanvallen op den lakschen
Volkenbond, in straatliedjes en „verheffen
de" levensliedjes door artisten van den zoo-
veelsten rang voorgedragen, werd de Vol
kenbond gekleineerd en gesmaad, omdat hij
er niet in slaagde onmiddellijk de Japan
sche troepen als bij tooverslag uit China te
doen verdwijnen. Men sprak over den oor
log, die geen oorlog was en stelde er een
eer in om met groote wereldwijsheid te ver
kondigen: ..Ik heb het je wel gezegd, die
Volkenbond is maar een wassen neus, als
het er op aan komt, doen ze toch niets!"
Maar ondertusschen is er toch wel iets
gebeurd. Door het optreden van den Vol
kenbond is de publieke opinie van de heele
wereld gemobiliseerd geworden. Amerika
voegde zijn moreele prestige bij dat van
den Volkenbond. Op 10 Maart jl. kwam het
bureau van de Volkenbonds-vergadering ge
reed met zijn ontwerp-resolutie, betreffende
de regeling van het Chineesch-Japansche
conflict. Deze resolutie bevat het besluit
tot instelling van een- commissie van 19 le
den, die de regeling van het conflict verder
ou moeten behandelen. Deze commissie
moet aan den Volkenbonds-vergadering
rapport uitbrengen over de staking der vij
andelijkheden en het terugtrekken der Ja
pansche troepen. Dit terugtrekken moest
zich ook tot Mandsjoerije uitstrekken, ter
wijl eventueel nog het advies van het Per
manente Hof voor Internationale Justitie
te 's-Gravenhagei zal worden gevraagd. En
den volgenden dag op 11 Maart jl. werd de
ontwerp-resolutie eenstemmig door de Vol
kenbonds-vergadering aangenomen tot
vreugde van den Chineeschen gedelegeer
de Dr. Yen, terwijl Sato, de gedelegeerde
van Japan, de verklaring aflegde, dat de re
geering van Japan zich met de beginselen
van de resolutie kon vereenigen, met andere
woorden, Japan onderwierp zich aan het ge
zag van den olkenbond. Inmiddels is het
terugtrekken der Japansche troepen uit
Sjanghai reeds begonnen, terwijl verschil
lende vlooteenhederr naar Japan zijn terug-
gecommandeerd. En nu zou men zeggen,
dat na dit uiteindelijke, groote moreele, zoo
wel als materieele succes van den Volken
bond een even greote. zoo niet nog veel
grootere geestdrift bij het publiek moest
zijn ontstaan, als eenige weken geleden,
toen velen zich beijveren elkaar te overtref
fen in defaitistischen geestdrift en in on
heilsvoorspellingen. De leden echter, die
zich toen zoo verlustigden en zweiden in
afbrekende kritiek, bewaren thans een vol
komen stilzwijgen. En vinden het niet de
moeite waard om volmondig te erkennen,
dat ze ten eenenmale volkomen ongelijk
hebben gehad en dat. niettegenstaande de
ontzaggelijke moeilijkheden van het pro
bleem, de Volkenbond een oplossing wist
te bereiken. Want aan den eenen kant ston-
£en«Japan's gerechtvaardigde eischen inza-
p andsj°eriie en dc chaotische toestand
in u -j3! waar men feitelijk niet van een
een eid kan spreken en waar in bepaalde
s.re 'e,J banditisme en willekeur hoogtij
vieren en aan den anderen kant Japan's on-
gerechtvaarchgde optreden te SJ a^hai en
China s gerechtvaardigd beroep als Volken-
bonds-hd op den Volkenbond
Het zij dus met nadruk geconstateerd,
dat de door den Volkenbond Reorganiseerde
publieke opinie in samenwerking met Ame-
rika's moreele steun, de militaire heethoof
den van Japan gedwongen heeft van hun
avonturen, in China af te zien. Dat
de groote kosten van zulk een avon
tuur, welke in Japan een ernstige crisis
in het leven hebben geroepen, daarbij een
handje geholpen hebben, kan men overi
gens buiten beschouwing laten. Militaire
avonturiers hebben; niet dc gewoonte zich
door zulke kleinigheden te laten afschrik
ken, als de volgens hen „militaire nood
zaak" dwingt. Wanneer men dus voldaan
kan zijn over de Japansche oorlogsplannen,
zoo moet men niettemin waakzaam blijven
en nauwlettend toezien, dat Japan bij de
thans volgende onderhandelingen met Chi
na geen voordeelen bedingt, die men zou
kunnen beschouwen als te zijn voortge
vloeid uit em behaald door het militaire op
treden. Want indien dat zoo zou zijn, zou
toch dc wereld nog een klap in het aange
zicht krijgen, omdat dan zou zijn gebleken,
dat men toch door 'n oorlog eenig resultaat
zou hebben bereikt. En ook zelfs het ge
ringste resultaat moet aan het militaire op
treden ontzegd worden en volslagen onmo
gelijk worden gemaakt. Eerst dan zal de
zege van den Volkenbond volkomen zijn.
Intusschcn is de benoeming van de Volken-
bonds-commissie een goede waarborg hier
voor. Doch de publieke opinie heeft niette
min ervoor te waken, dat deze commissie
z*ch ook niet maar de schijn laat ontfutse
len van een toegeven aan eenige tisch van
Japan, welke een rechtvaardiging van of
succes voor het oorlogsavontuur zou kun
nen beteekenen. Men dient goed in het oog
te houden, dat Japan willens en wetens ver
dragen van internatonale overeenkomst
heeft geschonden, dat Japan de neutrali
teit van de Internationale Vestiging te
Sjanghai heeft aangetaast en dat in een on
miskenbare oorlogsdaad China's grondge
bied werd aangetast, hetgeen op geen enke
le wijze tc verontschuldigen is.
FLORIS C.
(Nadruk verboden).
8e Les
KLIM NIET OP EEN AUTO, WAGEN
OF TRAM!
A N WB, TOERISTENBOND VOOR NEDERLAND
Op allebei de teekeningen van dit plaatje
begaan de jongens een groote onvoorzich
tigheid. (Hier kon niet afgebeeld worden
hoe het goed en hoe het verkeerd is, wajit
het meerijden achter op een auto of op een
kar is altijd verkeerd).
Op het plaatje links wordt een jongen
(het zal Piet wel weer wezen) door een
motorfiets overreden en het is zijn eigen
schuld, want hij beging de onvoorzichtig
heid om achter op de snel rijdende vracht
auto te willen klimmen en is daarbij op
zijn neus gevallen, vlak vóór den motorrij
der, die onmogelijk zóó snel kan stoppen,
dat hij een ongeluk voorkomen kan.
Op het rehterplaatje zijn twee jongens
achter op een langzaam rijdende kar ge
klommen en dat is ook gevaarlijk. Zie maar
wat er gebeurt- De voerman moet ineens
zijn paard inhouden voor een auto, die uit
een zijstraat komt, en door dat plotselinge
inhouden raakt die eene jongen achter op
de kar leelijk in de klem. Zijn\handen steekt
hij van schrik en pijn in de hoogte en zijn
beenen zie je niet,, want die zitten bekneld
tusschen de kar en de auto die er achter
tegenop rijdt. De chauffeur kon die botsing
niet voorkomen^ want die wist niet, dat de
voerman zoo plotseling zou moeten stop
pen (omdat er van rechts een auto kwam)
en verplicht was zijn paard jn te houden,
want het verkeer van rechts gaat voor.
In de tiende les wordt dat nader be
handeld.
9e Les
HOU ALS FIETSER ZOOVEEL MOGE
LIJK RECHTS!
ANWB TOERISTENBOND VOOR NEDERLAND
De grondregel van het verkeer is: „Hou
rechts!"
Dat werd al in de eerste les geleerd en
de menschen hebben dat van de mieren
afgekeken., die in een mierennest, ook rechts
houden. Blijf dus zooveel mogelijk aan den
rechterkant van den weg. Wie een ander
wil inhalen, moet hem links voorbij gaan,
De langzaamste rijder wordt op een weg
natuurlijk het meest door anderen inge
haald en een auto, die snel rijdt, zal dus
meer menschen moeten inhalen dan een
fietser. Daarom moet een fietser, die op den
rijweg fietst, zooveel mogelijk rechts hou
den.
Gp het plaatje geeft een stippellijn het
U11' j i"«Van rïén weg aan en nu blijkt het
duidelijk, dat de fietsers op de rechtsche
teekening verkeerd rijden. Ze mogen niet
zoo op liet midden van den weg komen,
want nu versperren zij den weg voor de
auto die hen achterop rijdt,
j. ui-van met de handkar doet het goed;
die blijft zoo dicht mogelijk bij het trottoir
aan zijn rechterkant.
Op het plaatje links rijden de fietsers
veilig rechts van den weg, dicht langs het
voetpad, zoodat de auto hen goed voorbij
kan rijden. En bovendien rijden ze i ehoor-
lijk achter elkaar, hetgeen op een drukken
weg veiliger is dan naast elkaar. Maar al te
vaak ziet men op een rijweg een rijtje fiet
sers naast elkaar over de volle breedte van
den weg. Dat is natuurlijk verkeerd, want
de auto's kunnen dan niet ongehinderd
voorbij rijden.
Op een breed f'etspad mogen fietsers wel
twee aan twee naast elkaar rijden, als ze
maar zorgen, dat-er voldoende ruimte over
blijft voor een anderen fietser om te pas-
seeren. Als het fietspad smal is, blijft dan
steeds achter elkaar rijden.
II.
Al deze beloften voor een bezoek werden
systematisch afgewerkt, brachten uitnoodi-
gingen voor de eerste soirée van 't winter
seizoen, October kwam met de eerste
sneeuw. We skiden. November bracht meer
sneeuw en we skiden weer, en gingen naar
diners en dansavondjes en premières, die
niemand missen mocht. Tenslotte bracht
November mij ook de volgende dialoog tus
schen mijn betere en mijn luie ik, waar ik
sedert lang op gewacht had:
Waarom ging ik naar Zweden?
Om te studeeren.
Doe je dat?
Het luie-ik had onmiddellijk een veront
schuldiging klaar:
Ik moest toch eerst Zweedsch leeren?
Ken je dat 'nu?
Ja, dat gaat wel.
Zullen we dan nu aan het werk gaan?
Ga je gang.
Goed, ik weet wat mij te doen staat.
En het complete ik greep de telefoon.
„Vasa 17178."
Ja, Greta, ik ben, de Vliegende Hollan
der. Is Edvin thuis?
Ja, Edvin is thuis,
Wil je hem vragen, van avond naar
Continental te komen? Ik heb gewichtige
dingen met hem te bespreken.
Gewichtige dingen, zeg je? Heeft er
ooit iemand gewichtige dingen, met Edvin
te bespreken?
Zeg geen sarcasmen door de telefoon,
Greta. Ze verliezen daardoor de helft van
hun charme.
Greta bleef pertinent weigeren, haar broe
der au sérieux te nemen.
Móet je Edvin hebben voor een fuif?
Ook al. Dat is de inleiding. Die fuif
wordt een afscheidsfuif.
Vervolgens moet hij een biecht aanhoo-
ren en raad geven.
Er was even een korte lach aan de andere
zijde van de lijn.
Van die fuif is O.K. Maar moet Edvin
raad geven?
Stel je voor, als de lamme, die de
blinde helpt, Greta, misschien valt het je
zoo gemakkelijker.
Vermoedelijk luisterde Greta niet. Haar
nieuwsgierigheid werkte bijna hoorbaar.
Een biecht en goede raad. Heb je je
vermogen verloren met bridgen?
Nee, Greta.
Ben je verliefd?
Nee, Greta. Dan zou ik trouwens jou
om advies gevraagd hebben en niet Edvin
Voor het geval ik nu adviezen noodig ge
had zou hebben in dat geval.
Voor het moment gaf zij het op.
Goed, de uitnoodiging voor de fuif
neem ik aan en Edvin zal ik sturen.
Ik bedankte, zonder op de gelanceerde
voorbarigheid te reageeren.
Reeds vroeg in den avond verscheen Ed
vin. Hij zocht en vond mij in het restau
rant. „Heb je nog centi-liters over?", was
was zijn welkomsvraa.g. Ik had centi-liters
over. Het heele Zweedsche Restaurantleven
wordt beheerscht door den strijd om de cen-
tiliters. De restaurants zijn ingedeeld, ge
lijk de treinen, de eerste, tweede en derde
klasse, waar men respeitievelijk 7%, 10 en 15
c.L. alcoholischen drank toebedeeld krijgt,
na eerst gegeten te hebben, voor een wet
telijk vastgesteld minimum bedrag en na
drie uur 's middags. Vóór dien tijd krijgt
men slechts de helft van deze quanta. Het
gevolg van deze beschoolmeestering is„ dat
zelfs zij, die bij een vrije alcoholconsumptie
I nauwelijks aandacht aan een borrel zouden
schenken, naarstiglijk hun centilitcr becijfe
ringen zitten te maken. Dit is te klemmen
der, waar iedere lunch en ieder diner in
Zweden met een zeer uitgebreide hors-
d'oeuvre begint „smör gasbord" genaamd,
De betiteling hors d'oeuvre is daarom on
juist, omdat dit gedeelte van den maal.
tijd als het gewichtigste beschouwd
wordt. En bij een smörgasbord be
hóórt nu eenmaal bier en brandewijn, Zij
vormen een conditie sine qua non. Wie
gasten bij zich thuis noodigt ten eten, maar
per ongelijk geen brandewijn heeft kunnen
veroveren, /.egt af, desnoods op het laatste
moment. Dat is minder onbeleefd, dan een
brandewijnlooze smörgasbord op te die
nen. Het koopen van spirituosa voor huise
lijk gebruik geschiedt in de winkels van het
„system" tegen overlegging van een soort
pas, „motbok" genaamd. Met leeftijd, ver
mogen en maatschappelijke standing als cri.
teria, stelt een commissie, de quantiteit al-
coholiën vast, die men gedurende een maand
zal mogen betrekken, varieerende van een
halve tot twee liter. Tegen de groote feest
dagen, Kerstmis of Paschen, kronkelen
voor deze winkels van het system filles
dorstigen, die in lengte de distributie-tijd-
queu's verre overtreffen.
Edvin dan ontlastte mij van de overtol
lige centiliters. Hij bestelde een „lichte
groc", groc in de Zweedsche beteekenis
dan, bestaande uit 2% cL. whisky in een
groot bierglas sodawater, zonder eetdwang
verkrijgbaar. Door bijmenging van dc ge-
erfde centiliters, kreeg het drankje kleur
en smaak. Edvin begon zich mensch te
gevoelen achter dit stilleven en' vroeg in
leidend:
Je had mij noodig?
Maar ik kende Edvin. Hij werd pas ge-
zelschapsfahig, wanneer hij naar hartelust
over dienst aangelegenheden had kunnen
uitwijden. Hij waa paa Officier an van de
belangrijkheid van het militairisme in het
algemeen en van zijn functie in het bijzon
der, vervuld. „De laatste, maar ook hevig
ste van alle/kinderziekten", plaagde ik hem
veelal, een scherts, die hij zich in goedige
zelfverzekerdheid liet welgevallen.
Majocr Cederquis is overgeplaatst?"
hielp ik hem op weg. Hij begon direct te
draven, vulde een half uur met commentaar
over de laatste mutatie's, zich daarbij met
een begrijpend knikken of vaag gebrom van
mijn zijde tevreden stellend en mij aldus
weinig storend in eigen gedachtengang.
Dat is tenminste mijn meening", stop
te hij plotseling mij vragend aanziend. Ik
gaf als mijn opinie te kennen, dat zijn over
wegingen in zekeren zin juist waren en stak
toen zelf van wal.
Edvin, brave jongen, broeder in de
kunst, met groote en kleine K, en broeder
in Bachus, ik ga een nieuw leven begin
nen. Er was verbazing op zijn eerlijke j,on
gensgezicht en zelfs wat ontsteltenis. Zelden
heb ik iemand ontmoet, wiens innerlijk en
uiterlijk verschijnen zoo harmonieerden
in dat wat kinderlijke, oppervlakkige, maar
vitale en voor alles eerlijke, lag zijn groote
charme.
Een nieuw leven! Daar zijn velen aan
ten gronde gegaan", zei hij nadenkend.
Er zijn groote geesten, die zich alles
kunnen veroorloven. Ik ben hierheen geko
men, om Zweden jte ontdekken en in de we
reld van de grootheid der Zweedsche cul
tuur te getuigen.
Aanbevelend,
N.V. Ie SOESTER
ELECTRISCHE
DRUKKERIJ
Niet doen" zei hij. Nooit doen!
Dan komen er te velen naar onze cultuur
kijken, en gaat zij er aan. Bovendien, wij
hebben geen cultuur. In 1200 waren wij
nog heidenen. Dat zijn wij feitelijk nog,
drinkende heidenschc Germanen." En hij
tikte op zijn whisky and soda.
Er zat een heel kleine kern van waarheid
in zijn bewering:, in zooverre, dat de als
specifiek-Germaansch geroemde deugden,
als gastvrijheid en trouw en eerlijkheid ner
gens zou sprekend naar voren treden als in
Zweden, of überhaupt aanwezig zijn.
Edvin" zei ik, ernstig wordend.
„Wat ik van Zweden weet, heb ik voorna
melijk uit jullie litteratuur, en van wat losse
indrukken, hier in Stockholm opgedaan. En
hoe prettig die indrukken ook mogen zijn,
zij zijn in hooge mate eenzijdig en opper
vlakkig. Ik wil naar Warmland. Jouw fa
milie stamt uit dat landschap. Verschaf mij
een paar introducties."
Vermoedelijk was Selma Lagerlöf niet
vreemd aan deze mijn vereenzelving van
Warmland met het essentieel-Zweedsche,
Selma Lagerlöf, die als de meest autochtone
en zuiver Zweedsche schrijfster, een belang
rijk deel van haar werken in Warmland laat
spelen, het landschap, dat in zekeren zin
haar vaderland is en dat zelve in haar
oeuvre zoo'n integreerende rol speelt. Van-
nern was de naam zelve niet reeds zui
vere romantiek aan welks oever Ekeby
moest liggen. Het land van Gösta Berling,
in wiens tientallen historische en legendari
sche personen herleven, bedoeld als culmi
natie van Zweedsch voelen en die ons ver
laat, zooals hij tot ons gekomen is: dronken
van vrijheid en van punch en doortrokken
van den adem van z'n Varmland, waarvan 'n
ander schrijver, Liljebjörn geen romanticus,
zelfs geen artiest, slecht een eenvoudig, be
minnelijk man ons in zijn „Herinneringen"
vertelt, met evenveel nauwkeurigheid als
eenvoud, maar die er toch in slaagt, een
groot deel van het voor den vreemdeling
toch altijd nog onbegrijpelijke aan de Gösta
Berling-saga te ontnemen. In dezen geest
sprak ik tot Edvin. Ik vermoed, dat ik
zelfs welsprekend werd. Hij knikte naden
kend:
Ja, ik zou je vermoedelijk je zin wel
kunnen geven: Maar 't kost je 'n ideaal.
Wat moet je er eigenlijk nog. Je schijnt
er meer van te weten, dan ik zelf, en ik ben
nog wel een Varmlanning van geboorte.
Wat voor introducties wilde je?
Bij iemand met een oud slot met een
groote bibliotheek en een uitgebreid ar
chief. Ik wil studeeren, bronnen leeren ken
nen, ver weg van alle ijdele vermaken.
Toen kwam hij ineens met een vraag, die
mij verbaasde
Een LUITENANT uit 's-Gravenhage,
Was naar een feest-diner geweest;
Na enk'le borrels twee flesch wijn na
Was hij beneveld toen van geest.
Om „NARE DINGEN" te vóórkomen,
Bracht men hem huistoe middernacht;
nacht;
Toen nachtlucht hem had „OPGEKIK
KERD"
Werd dans-lokaal „BEZOEK" gebracht.
En weer, opnieuw, werd flink gedronken,
En daarbij ZOO'N KABAAL verwekt,
Dat men den NACHT-PORTIER gelastte:
„Die ,,HEER" op straat gezet DI
RECT"!
Portier probeerde toen te „LOOZEN",
Héél kalm, bedaard en vol gewicht;
Moest eerst voor „PLOERT" zich laten
schelden;
Kreeg daarna nog „OP ZIJN GEZICHT"!
Dies kwam de „luit" nu voor den
„KRIJGSRAAD":
De „PRESIDENT" sprak: „luister goed":
Van „DRONKEN MENSCH" SLECHTS
is 't verklaarbaar,
Die weet niet altijd wat hij doet."
De luitenant had „GOED BEGREPEN";
Sprak, „Kolonel, als „MAN VAN EER"
Zeg ik U 'k was HELAAS TOEN
„DRONKEN";
Ik zag en wist „VAN NIETS" toen meer".
Dat vond een ieder „FLINK GESPRO
KEN:"!
Wel had Portier „WAT AVERIJ",
Maar „DRONKEN MENSCH" was
„VRIJ VAN SCHULD", dus:,
SPRAK „KRIJGSRAAD UNANIEM
HEM VRIJ!
Nog velen weten uit hun „DIENST-TIJD":
Was iets „IN DRONKENSCHAP" be
gaan,
De „ZAAK" werd daardoor JUIST TE
ERGER;
Van flinken „DOUW" kon men op aan!
Nog velen weten uit hun DIENST-TIJD:
Daar spreekt men steeds een „VREEMD
SOORT RECHT";
Vooral een „KLACHT CONTRA" OFF'
CIEREN
Bekwam den meester BITTER SLECHT!
AD—REM.
(Nadruk verboden).
Ben je bang?
Bij mijn weten niet.
Ja, ik bedoel niet voor gevaarlijke om
standigheden of zoo, of voor een dronken
zeeman of een inbreker of een wispelturige
viouw. Erger dan dit. Voor een onbereken
bare, zuurpruimige zonderling van een
ouden heer."
En zich over de tafel naar mij buigend,
voegde hij er hal f fluisterend aan toe:
Ik heb een oom, die aan al je eischen
voldoet. Maar hij is half getikt, een bron
van verhalen in de omgeving en de schrik
van zijn huisgenooten.
Dat hij aan de eischen yoldoet, lijkt mij
het voornaamste. Schrijf hem, vraag, of ik
wat in zijn bibliotheek mag grasduinen.
Edvin beloofde het mij en wij verdiepten
ons in de détailuitwerking van het pas ge
boren plan. Hij lichtte mij in over de eigen
aardigheden van zijn oom, hoe een onweer
te voorkomen, en hoe het, mocht het onver
hoopt toch ontstaan, wat hij blijkbaar waar
schijnlijk achtte, weder te bezweren. Hij
kende daar speciale formules voor, uitge
ëxperimenteerd bij de gelegenheden, dat hij
geld van hem had trachten te leenen.
Ik zou je niet aanraden, er te gaan lo-
geeren, Er is een voortreffelijk pension, een
minuut of zes van het slot en gelegen op
grondgebied daarvan. En rustig is het er,
dat kan ik je verzekeren!
Daarna gingen wij over naar een ander
punt van de agenda, de voorgenomen af
scheidsfuif. Edvin bepleitte, dat uitsluitend
jongelui en vroolijke vrijgezellen toegang
zouden hebben. Ik liet hem, verzocht hem
zelfs, alles te arangeeren. Het was in goe
de handen. Onder deze besprekingen was
het laat geworden.
- Een oogenblikje" zei ik en belde
Greta opnieuw op. Zij was onmiddellijk aan
het apparaat.
Avond Greta. Ben je nog op?
Ja, ik heb brieven te schrijven.
Je wachtte toch niet op Edvin?
Nee, waarom zou ik.
O, dan is het goed. Hij blijft vannacht
hier, zie je.
Duidelijk klonk dc nijdige tik, waarmede
aan de andere zijde de microfoon aan de
haak gehangen werd, zonder verderen groet.
Kort daarna ging Edvin naar huis.