v. Weedestraat 7 - Telefoon 2062 - Soestdijk Damestasschen, Portefeuilles, Sigarenkokers, Portemonnaies, Actetasschen, School-Etui's, Luxe doozen Post en Schrijfmappen, Correspondentiekaarten Ruime sorteering Schrijfblocks. Diverse soorten Enveloppen en Vulpennen WRAAK Landbouw MO)B©1©OE. FEUTL T^TOJX VEEL STERFTE ONDER HENNEN voortgekomen uit koppels kuikens, waar onder het vorige jaar pullorum heerschte. (Jos, Boshouwers) Aan geen enkele ziekte gaan zooveel kui kens dood als aan pullorum. Deze ziekte „erft over": als de kip, die het broedei leg de, of de haan, welke met de kip paarde, pullorum-besmet is, dan zal in vele geval len ook dat broedei de kiem der pullorum bevatten. Uit zulke eieren komen doorgaans min der goede kuikens (meer „dood in den dop), en de sterfte begint in den regel al op de eerste dagen, vooral wanneer de noodige hygiënische maatregelen niet ter dage in acht worden genomen. De bestrijding der pullorum moet daarom beginnen bij de fokdieren, want een kuiken, dat eenmaal pul'orurnbesmet is, geneest men niet meer. Het kan er r.og wel dóór komen, maar besmet blijft het en levert daardoor een gevaar op voor later. Ten le, omdat de afstammelingen weer besmet kunnen zijn en men dus niet ge makkelijk „uit de ziekte raakt", en ten 2e, omdat de schijnbaar genezen die ren, de z.g. smetstofdragers zélve, óók groote misère veroorzaken kunnen. En dit laatste wordt nog maar al te zeer over het hoofd gezien. Als iemand 300 kuikens heeft gekocht, waarvan er, om maar eens een getal te noemen, 100 dood gaan aan pullorum, dan moet hij niet denken: „Ziezoo, ik heb er toch nog 200, waar het nu voortaan goed mee zal gaan." Want dat kan geweldig tegenvallen, en in de meeste gevallen doet het dat ook. Ren kuiken, dat pullorumbesmet is,%n er dóór komt, kan weer best opgroeien tot een kip, die er normaal uit ziet, die ook gewoon gaat leggen, net of er geen vuiltje aan de lucht is, maar meestal komt er toch misère en wel onder verschillenden vorm. Men is tegenwoordig op de meeste plaat sen al wel zoo vèr, dat men geen broed- eieren meer zal nemen van kippen, die uit een „pullorumkoppel" zijn voortgekomen, omdat men weet, dat er veel kuikens dood in den dop zouden blijven en de uitgeko men kuikens waarschijnlijk grootendeels dood zouden gaan aan de „erf-kwaal." Maar aan de verdere gevolgen denkt men vaak niet. Men kan er echter van verzekerd wezen, dat de overgeblevenen, volwassen zijnde en aan den leg, 'n veel hooger sterf- te-percentage zullen bereiken, hoofdzakelijk in het le legjaar. Buikvliesontsteking, legnood, 't producee- ren van eieren met bijna uitsluitend bloed, al deze kwalen komen niet zelden op reke ning van de pullorumbesmetting. Van de week kwmen kippenhouders uit Angeren, uit Beuningen en uit Driel bij ons aan huis, om eens /.-ven te praten over „de" ziekte van den dag. Wanneer m'n huisgenooten de deur ope nen, weten1 ze meestal al wel direct-wat er gaande is en vragen dan, als bij intuïtie: „Zeker zieke kippen?" 't Antwoord luidt dan schuchter: „ja". Ik laat de lui eerst maar eens uitpraten. Het beeld van het ziekteproces wordt heel nauwkeurig geschilderd, natuurlijk alleen wat de uitwendige verschijnselen betreft. Meestal krijgt men dit te hooien: 1. Er ontstond diarrhee; de afgang is vloeibaar, kleeft aan de aarsveeren en ziet er wit-groenachtig uit. 2. De 2ieke dieren laten den staart han gen, en hebben de vleugels los legen het lijf aan. 3. De meeste kippen, die ziek zijn, gaan na een dag dood, enkele doen er eenige da gen over. 4. De kammen worden blauw. 5. Ze eten zoo goed als niet meer en zitten op den dag afgezonderd te treuren. 0. 's Morgens liggen er dood onder de zitstokken. 7. De leg der resteerende kippen gaat hard achteruit, ik vrees dus, dat er nog méér gevallen zullen komen. Enz. enz. Nu begin ik te vragen: a. Onder welke hennen is het hoofdza kelijk, onder de éénjarige- of onder de ouderen? Antwoord: onder de jongen. b. Zijn er het vorig jaar bij U ook veel kuikens dood gegaan, gedurende de eerste weken b v„ aan pullorum? Antwoord bijna altijd: „Ja, om-en-om de helft." Her uiten zich dus de nadeelige gevol gen, welke de pullorumziekte ook na den opfoktijd nog na zich sleept. Meestal hebben de lui, die nu in zak en asch zitten, hun kuikens betrokken, waar ze het „goed koopst" zijn, er niet aan gedacht hebbende, dat bedrijven, waar men reeds jaren pol- lorumbestrijding deed, en waar men boven dien alles zoo hygiënisch mogelijk heeft in gericht en behandeld, kuikens afleveren, waar lang zooveel risico niet aan zit. Jk wijs daar altijd op, doch het is niet ge makkelijk om in dezen te overtuigen. In verband met bovenstaande mag degeen die jonge hennetjes koopt, zich er eerst wel ter dege van vergewissen, of onder de kop pels waar die jonge hennen uit voort moeten komen, geen pullorum heerscht of heersch te. Men zegt wel eens: „Wie jonge henne tjes koopt' die heeft geen risico; dat draagt de opfokker, doch dit is maar tot op zekere hoogte waar, n 1. als men niet de abso lute zekerheid heeft, dat de dieren der al lereerste jeugd gezamenlijk in gezondheid hebben doorgebracht. Daar wordt gewoonlijk niet naar geinfor- meerd. En toch is dat de eerste noodzaak. Laatst schreef me een onzer abonne's: „Ik betrek al jaren en jaren mijn jonge hen nen van het bedrijf.... teen nog nooit heb ik klachten behoeven te uiten. De prijs is wel iets hooger, maar men krijgt ook waar voor zijn geld. Dit is echter nog een witte raaf, maar ik kom er toch even mede voor den dag, om anderen aan te sporen, zijn voorbeeld te volgen. (Alg. Ho'1. Landbouwblad) SOORT BIJ SOORT (Jos. Boshouwers.) Dat men geen kuikens van verschillen den leeftijd onder eene kunstmoeder kan grootbrengen, dat weet tegenwoordig wel iedeieen Men ziet dan ook geen kuikens van b.v. 8 dagen bij dieren van bijv. 3 we ken. De practijk heeft wei doorslaand en overtuigend bewezen, dat de jongsten altijd het onderspit delven. Als ze fnaar 14 dagen later geboren zijn, lijken ze naderhand wel een maand of zes weken jonger; er zit geen groei in, velen gaan dood, worden onder den voet geloopeh of van den bak gepikt. Met „soort bij soort" bedoelen wij daar om iets anders en wel^dit: Als de haantjes verwijderd zijn en de jonge hennetjes be ginnen den leeftijd van 2 of 3 maanden te krijgen, dan moet men ze nog gescheiden van de legkippen houden. En hiertegen wordt, vooral op de boerderijen maar al te vaak gezondigd, Men denkt daar zoo gauw, dat de jonge hennetjes zich op dien leeftijd, tusschen de volwassen hoenders, wel zullen redden, maar dat is niet waar! Ze komen in de ver drukking, dat staat als een paal boven wa ter, de groei raakt er, uit en het gevolg daarvan is dat ze veel en veel later aan den leg komen, en wanneer ze eenmaal aan den leg zijn. nooit die productie zullen geven als waartoe ze in staat waren, al3 ze onge hinderd hadden kunnen doorgroeien. Als het mij te doen stond, verkocht ik nog liever de overjarige hennen, als deze in ten apart hok zitten, om daar na rei niging en ontsmetting de jonge garde te brengen. Ze kunnen dan in dit hok blijven, wat veel beter is, dan dat ze van den winter in eenzelfde hok komen inet kippen, die dan den tweeden leg ingaan. Spreekt maar eens op, lezers en lezeres sen, die des winters kippen van den eersten leg en van den volgenden of derden leg in één hok hebt gehad, of de resultaten wel bevredigend waren. Dat bestaat niet. Wel kan men kippen van den tweeden leg en derden leg onder elkaar houden, omdat die in dezelfde omstandigheden verkeeren, maar die van den eersten leg moeten apart blijven Want als die van één jaar hetzelfde kwantum har 'graan krijgen, zal de e^ne categorie daar te weinig aan hebben en de andere te veel. Resumeerende komen we dus tot de slot som, dat de kuikens van verschillenden leef tijd niet in een koppel mogen groot ge bracht worden, ook niet als ze de kunst moeder kunnen missen en dat de jonge ge neratie verder gedurende den eersten win ter apart moet blijven, dit is gescheiden van de overjarige hoenders (De Kleinveeteelt Koopt Uw Radiobode bij N V. EERSTE SOESTER ELECTR DRUKKERIJ Van Weedestr. 7, Soestdijk de N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij NAAR BET ENGELSCH. (Nadrui verboden). 16) Ja, dat was het wel! Maar je hebt dus meelij met hem, dat je zoo spreekt van: „armen jongen man"? Je weet toch, dat hij beschuldigd werd van diefstal?Ja, de laatste erfgenaam van het trotsche geslacht der Achyms zou de familie diamanten ge stolen hebben, om zijn schulden, hoofd zakelijk speelschulden* -te voldoen en de bewijsstukken van zijn schuld werden bij hem gevonden. I,k heb ook van dat „Achym- schandaal" gehoord, de oneer, die gebracht werd over Huize Achym. En je hebt nog meelij met hem? Ik heb meelij met hem, omdat ik denk, dat hij vreeselijk in verzoeking werd ge bracht; en lord Jasper was zulk een gewel dig strengen vader voor hem, dat hij zeker diens toorn vreesde, als hij hem alles ver telde. Geen vader kon ook een dergelijk wan gedrag vergeven, als waarvan zijn zoon werd beschuldigd, en blijkbaar met be wijzen. En toch heeft lord Jasper het zijn zoon vergeven, zei Elaine. Ja, denk je dat? Ik heriner mij nog een dag, kort vóór zijn dood, toen ik een week op Mcrlyn Ab- bey was en ik bij hem op het terras zat, want hij scheen mij graag om en bij zich te hebben, en mij toen ineens zei: Kind, als ooit mijn zoon mocht terug komen, wanneer ik er met- meer ben, zeg hem dan, dat ik hem alles vergeven heb, alles! Ik vertelde later aan Vader, wat oude lord Jasper mij opgedragen had en die zei toen: „Stil Elaine, lord Jasper is dik wijls in de war. Zijn zoon kan nooit terug- keeren, want hij is dood. Een korte pauze volgde, waarop Douglas het handje, dat hij tot nog toe in de zijne gevat hield losliet en op kalmen, vastbe raden toon sprak: Elaine, de erfgenaam van Merlyn Ab. bey is niet dood! Hij leeft! Hier is hij! Ik ben Douglas Achym! HOOFDSTUK XXII. In den stillen zomeravond klonk Dou glas' stem zoo helder, dat ook de wegschui lende Mephistoles de woorden duidelijk had gehoord en doodsbleek werd achter zijn masker,. Gerechte hemel! dacht hij, zou dit waar zijn? Kan die man Douglas Achym wezen?Het is mogelijk, want wij had den geen zeker bewijs van zijn dood. En als het waar is, dan had hij ook een bedoe ling met zijn komst hier. Dit beduidt ge vaar voor ons; maar een gevaar, waar wij nu op voorbereid zijn. Ik ga onmiddellijk mijn vriend Achym waarschuwen. Behoedzaam sloop hij weg tusschen de schaduwen van de boom en, ging het huis weer 'binnen en ook de balzaal, waar hij weldra mr. Achym ontdekte, in het costuum van lord Burleigh en in gesprek met Meg Merrylies. Mephistoles trad ijlings op hem toe, stak den arm door dien van zijn lordschap en be gon op zachten toon: Ga gauw mee naar het terras. Ik moet je dringend spreken; er is haast bijr Ik heb mij juist de toekomst laten voorspellen, lachte mr. Achym. Een breed vooruitzicht was he(t anders niet! De beide heeren verdwenen en Meg, die ze nakeek, dacht: Die twee hebben wal te overleggen! Zou er wat gebeurd zijn?.... Nu, het be- oofde eenmaal een avond van verrassingen tc worden; du9 geen wonder! Wygrave, begon de kolonel op zachten toon, toen ze op eenigen afstand van huis waren, ik heb daar iets gehoord, dat ik haast niet geloof, dat waar kan wezen: Douglas Achym is in leven! Wat zeg je daar nu? Ja, toch /.al het waar zijn. JE" "iet al. leen moet hij in leven zijn, maar hij moet in Engeland,.... in Southshire,op Mos Grange wezen!.... Mr. Graaf heeft natuurlijk verklaard, dat hijzelve Douglas Achym is. Hoe heb je dat gehoord, Machin, en waar? De kolonel vertelde nu onmiddellijk al wat hij had gehoord en gezien bij de rivier en geheel verslagen vroeg mr. Achym: Aangenomen nu dat het waar is, Ma chin wat moeten wij dan doen? De vraag is niet, wat wij moeten doen, maar wat hij zal doen; wij moeten niet het initiatief nemen. Morgen zullen wij het alles langdurig bespreken. Voor het oogenblik moeten wij ons nog houden, of wij van niets weten. Maar waarom zou hij het Elaine ver teld hebben? Dat begrijp ik ook niet, zei de kolonel. In ieder geval moeten wij op onze hoede zijn. En veel kwaad kan het eigenlijk nog niet beduiden, want wij zijn immers in het bezit van het rechtmatig erkende testament. De eenige, die een spaak in het wiel had kunnen, steken, is mijn geliefde Bevtha; maar de dooden kunnen niet spreken. Alleen die Provèngaalschen troubadour, dien moeten wij in het oog houden! De vrienden traden het huis binnen en begaven zich door de oranjerie naar de bal zaal, waar het orkest een opera-ouverture speelde, tusschen twee dansen in. De ruime balzaal bood een eigenaardigen aanblik, de gemaskerden stonden in groep jes bijeen en bespraken zeker een onder werp, dat in groote mate hun verwondering had gewekt. HOOFDSTUK XXIII Toen mr. Graaf de verschrikkelijke open baring sprak: Ik ben Douglas Achym, was dit voor Elaine een verpletterende ontgoo cheling: De man die zij had gehouden voor al wat goed en edel was, had haar dus be drogen! Dit was het eerste groote verdriet voor Elaine. Ja, die andere helft van de geschie denis was dan wel een bittere teleurstel ling! Hij had haar immers gewaarschuwd, maar dat het zooiets verschrikkelijks zou zijn, had zij toch nooit gedacht. Ze sloeg de handen ineen en zei eindelijk met gebroken stem Neen, neen, dat meen je niet! Het kan niet waar zijn! Toch is het waar, Elaine, antwoordde hij somher. O, waarom heb je mij dit toch verteld? Tot nog toe was ik zoo gelukkig in je lief de en nu Als ik het je niet vanavond had verteld, dan zou je hel morgen hebben gehoord, wanneer mijn geheim over geheel Southshi re bekend zal zijn. Dan weet ik, dat je mij haten zult. Toch niet, Douglas. Maar waarom heb je mij misleid? Op geen enkele manier trachtte hij zich tegenover haai te verontschuldigen, want hij wist, dat hij dien volgenden ochtend nog wieeder voor haar zou zijn, doordat hij haar allen rijkdom zou ontnemen, waarvan zij zich de erfgename had gewaand. Vergeef het mij en neem nu afscheid, pleitte hij droevig, want nu haat je mij nog niet. En verlangend strekte hij de handen naar haar uit. Een oogenblik scheen zij niet besloten, wat te doen; toen overwon haar liefde en liet zij zich door hem in de armen sluiten, waar na een hartroerend afscheid volgde. Vaarwel, liefste!.... En vergeef het den man, wien je het dierbaarste bent/op de wereld! Ik vergeef het je, Douglas, vergeef het je van ganscher harte. Ga, nu, liefste, zei hij langzaam, we hebben elkaar vaarwel gezegd; nu moet het ook uit zijn tusschen ons. Zij antwoordde niet, maar wierp hem een kushand toe, en trok zich toen terug van haar geliefde, die aan den oever van de ri vier bleef staan. Douglas wachtte daar nog langen tijd, nadat zij weggegaan was en keerde toen langzaam naar huis terug. Hij trad echter niet binnen door een van de vele deuren, die wijd open stonden voor de gasten maar, be gaf zich naar den oostelijken vleugel van Moss Grange en deed daar een deurtje open, waarvan hij den sleutel hij zich droeg. Yoprzichtig sloot hij dit weer achter zich liep eerst door de gang en toen een trap op naar zijn eigen kamer, waar zijn trou we bediende reeds op hem wachtte. Nu, Reuben, is het tjd voor jou om je 'jol tc spelen! Ik hen bereid, sir, antwoordde de man; en, nadat hij vlug zijn kleeren had afge legd, deed hij 't andere troubadourcostuum aan en toen hij klaar was en ook het mas- ter voorgebonden had, leken de troubadours op elkaar als twee druppels water. Je weet toch, wat je te doen hebt, Reu ben? luidde nog eens dc vraag. Ja, sir, ik weet het. Douglas trad aan de tafel, waar een klein ijzeren kistje stond; dit maakte hij open en haalde er een aantal gevouwen papiertjes uit, waarvan ieder met de grootste zorg verzegeld was. Die gaf hij aan Reuben, die ze bij zich stak en. zich toen naar heneden, naar de balzaal, begaf. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4