Strafzaken in het oude
Holland.
PLATTEGROND VAN SOEST
Schaal 1 op 15.000
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij
Witte Heide
Ondertrouwkaarten
Voor de Vrouw
is thans verkrijgbaar
De Italiaansche marskramer (1750)
FEUILIjET 1N3
Uitvoering in 9 kleuren
Prijs f 0.90
Prijs f 0.90
III.
In den jare 1750 werd in het Oostelijk
deel van Gelderland een opzienbarende en
tegelijk raadselachtige moord gepleegd.
Het gold een jonge man, rijke zoon van een
rijken vader, de laatste in West-Indië ver
toevend en daar zijn groot fortuin nog ver
meerderend. Als leerling werkzaam zijnde
op een der papiermolens in de omgeving,
had hij zich, gelijk eens per week zijn ge
woonte was, te voet naar het buiten van
zijn oom begeven; had in het dorpje Laren
een schuilplaats gezocht voor een naderend
onweer en daarna zijn nog verre wandeling
voortgezet. De boer, die hem een schuil
plaats had verleend, hoorde, toen hij kor
ten tijd na het vertrek van den jongeling
de boekweit op het land ging bezichtigen,
een schot in een, naburig boschje waarop
noch hij noch zijn buurman, die hem ver
gezelde, aanvankelijk acht gavent Hen pas
seerde een vreemdeling, de zwarte ketel
lapper genoemd, die meer in deze streken
vertoefde. De weg van dezen man voerde
eveneens door het boschje, doch hij kon
het hauwelijks een paar minuten zijn bin
nengegaan of hij kwam, met ontsteld ge
laat, terug en riep de beide boeren toe, dat
daar 'n moord moest zijn gepleegd.. Zij von
den er het ontzielde lichaam van den jon
geling, duidelijk getroffen door een schot
wond in het achterhoofd. De boer, bij wien
hij vertoefd had, merkte op, dat het kost
bare gouden( horloge, hetwelk hij in zijn
woning uit zijn zak had gehaald om er
den tijd op te zien, was verdwenen en dacht
zoodoende vanzelf aan een roofmoord. De
zwarte ketellapper kon van den moord niet
worden verdacht want toen het schot werd
gelost, bevond hij zich nog achter de beide
boeren. |Een ietwat zonderling individu,
wiens tegenwoordigheid later werd waarge
nomen, bleek een gepasporteerd militair te
zijn, die daar meermalen zwerfde, doch kon
afdoende afwezigheid op een andere plaats
bewijzeri op het oogenblik dat de moord
moest zijn geschied. Groote deelneming
heerschte alom; de eigenaren van den pa
piermolen bij wie de jongeling in huis was,
stelden er den oom en zijne familie van in
kennis, die eveneens door het gebeurde
zeer geschokt bleken. Groot was dan ook
de deelneming bij de begrafenis; groot de
belangstelling jegens den vader, die, zon
derling toeval, korten tijd voor den moord
op den zoon overleden bleek te zijn.
Hoezeer de rechterlijke autoriteiten on
derzochten, zij vonden geen', enkel aanknoo-
pingspunt. Ferdinand, zoo heette de jon
geling, had geen vijanden of het moest een
voormalig Duitsch officier zijn, die met
hem dong naar de gunst van de jongste
freule op het nabijgelegen kasteel. Moei
zaam werd het onderzoek in alle richtingen
voortgezet doch niets, ook niet het vermiste
horloge werd gevonden. Wel vond een
schaapherder in het boschje, zorgvuldig
onder de bladeven verborgen een pistool,
waarvan al spoedig kon worden vastgesteld,
dat daarmede het noodlottig schot moest
zijn afgeschoten!. Totdat, twee maanden la
ter plotseling een spoor gevonden scheen,
doordat bij een horlogemaker te Zutphen
het horloge van Ferdinand, dat een zeer
opzienbarende wijzerplaat had, werd ge
bracht. Het was ter reparatie gegeven door
een reizend Joodsch koopman, die, door de
politie ondervraagd, zeide het gekocht te
hebben van een vrouw, Machteld geheeten,
die in de herberg van een naburig plaatsje
wel bekend was. Hoewel niet gemakkelijk,
zoo vond men toch deze Machteld en den
man, met wien zij leefde, en die aanvanke
lijk aan haar verteld had het horloge op den
weg te hebben gevonden. Deze man was
de zwarte ketellapper die moest bekennen,
dat hij niet, zooals hij aanvankelijk ver
klaarde, het horloge naast het lijk had zien
liggen, maar het uit den zak had gehaald
en naar het heette niet dadelijk met de be
doeling om het te ontvreemden, doch om
het aan de Justitie over te leverei Tevoren
stond wel reeds vast, dat deze man de
moordenaar niet kon zijn, en dus leverde
ook dit spoor niets op.
Naar het Engelsch.
Heb je een ongeluk gehad? riep ze.
O, het heeft niets te beduiden. Ik was
zoo'n beetje aan het jagen! met John Kerby,
toen hij ineens misschoot, 't Is anders niets,
hoor! Een schrammetje maar. Ouwe Potter,
die net langs reed, nam mij mee naar zijn
verbandkamer en maakte er een heelc druk
te vanNu, wat is er, Amy?
O, Chris! riep ze met verstikte stem.
Verbeeld je, dat het nu eens raak was ge
weest en dat hij je doodgeschoten had!
Zou je dat erg hebben gevonden,, Amy?
Erg? herhaalde zijEn ik zou het
mijzelve nooit vergeven hebben, dat
Spreek nu, als-je-blieft, niet van ..ver
geven"! Je weet nie^, hoezeer ik mij later
schaamde.
O, als-je-blieft, houd op!
Maar vastbesloten ging hij voort:
Geen wonder, dat je boos op mij was,
maarik wist ook niet, zie je
Zeg, Amy, mag ik je een kus geven? besloot
hij fluisterend.
Intusschen wachtte hij haar toestemming
niet af; maar ook dit scheen zij heel goed
te vinden.
Toen sprak ze bezoigd:
Hoor eens, Chris, jc mag niet zoo lang
staan. Ga nu weer gemakkelijk in dien stoel
liggen.
Eerst moet je mij eens die vraag be
antwoorden, Amy: Wil je mijn eenige lief
de zijn?
Een.1 oogtenblik genoten zij van elkaar en
toen zei ze bedenkelijk:
We zijn nog wel erg jong! Ik weet
Eerst 13 jaren later bracht het toeval,
dat zoo dikwerf op de wegen der gerechtig,
heid wordt gevonden, licht in deze zaak.
Het gebeurde in een voornaam logement te
Leiden, dat een heer en zijn knecht zoo*-
danigen twist kregen, dat de heer z'n knecht
de trappen afgooide, hetgeen vanzelf spre
kend de aandacht van de in het café aanwe
zige bezoekers trok. De knecht, Mattieu
geheeten, bleek niet zuinig in zijne verwen-
schingen tegen zijn heer, en waar hij dezen
van een dubbelen moord beschuldigde, nam
een der bezoekers, die onderschout bleek
te zijn, hem ter zijde, en zeide hem, dat hij
zich deswegen tegenover de Justitie zou
hebben te verantwoorden. Mattieu, 'n slim
me, maar ook een brutale kerel, toonde
zich daardoor in het minst niet bezorgd,
doch vroeg veeleer dat men op den man
daarboven, Lafronde geheeten, goed zou
toezien,. De onderschout waarschuwde de
hoogere autoriteiten, en binnen Jiet halfuur
stond een wagen voor de deur. De heer
Lafronde werd uitgenoodigd in dien wa
gen plaats te nemen, waaraan hijb zij het
ook wat verbaasd over de aandacht, die de
plaatselijke Justitie aan een zoo luttel iets
als de mishandeling van een knecht schonk,
gehoor gaf. Hij toch wist niet wat de knecht
hem in het bijzijn van anderen had verwe
tenzijn kamerdeur was toen reeds weer
gesloten, en hij kon veel minder vermoe
den welke bewijzen tegen hem de knecht
in den zak droeg. Ware dat niet het geval
geweest, zeker zou hij met dezen knecht, al
was hij dezen reeds lang moede om zijn
brutaliteit, niet aldus om een kleinigheid
zijn rondgesprongen. Want de twist tus-
schen die beiden ging om een banknoot van
50 pond, die de knecht vergeefs had ge
poogd te wisselen en die hij zeide aan den
heer reeds te hebben teruggegeven. Deze
beweerde dat dit niet waar was en zoo lokte
het eene woord het andere uit. In den mid
dag toen de dienstmaagd van de heerberg
het vertrek schoonmaakte, vond zij den
banknoot, die tusschen twee stoelen was
gevallen en daar onopgemerkt was blijven
liggen!
Mattieu, die reeds voordat de heer Laf
ronde daar aankwam, naar het gebouw der
Justitie was gebracht, wist veel en veel
bedenkelijks van zijn meester te verhalen.
Het was hem opgevallen, dat deze meester,
schoon gierig, zich buitengewoon vrijgevig
betoonde tegenover een tweetal Italianen,
de gebroeders Ruccini, Bertino en Giovan-
ni geheeten, die te Haarlem een galanterie
winkel hadden, welke naar het uiterlijk een
bloeiende zaak scheen, doch blijkens de boe
ken geen winsten, veeleer telkenmale groo-
ter verlies afwierp. Aangezien het buiten
van zijn heer in de nabijheid van Haarlem
was gelegen, en de heer Lafronde een deel
van het jaar op reis doorbracht, noodigde
Mattieu daar menigmaal de gebroeders
Ruccini of een hunner. Op reis had Mattieu
Italiaansch geleerd, doch dit èn voor zijn
heer èn voor de Ruccini's verborgen ge
houden. Zoo was hij een keer getuige ge
weest van een gesprek tusschen de beide
gebroeders, die, in hunne ontstemming over
het gebrek aan royaliteit van den heer La
fronde, over diens geheimen met elkander
hadden gesproken. Dit maakte Mattieu's
nieuwsgierigheid gaande, maar deed hem
ook gelooven, dat hij, door meer te verne
men, een kostbaar geheim kon koopen, En
op een zomeravond toen hij voof Giovanni
een bijzonder heerlijken wijn schonk, wist
hij van dezen, mede door het feit, dat hij
zich in het bezit van veel geheime weten
schap vernomen uit het afgeluisterde ge
sprek der Ruccini's kon toonen, een bij
kans volledig verhaal te verkrijgen. Een der
Ruccini's, Bertino, had als marskramer den
moord aanschouwd door den heer Lafron
de op een onschuldig jongeling, die hem in
den weg stond, gepleegd. Met moeite had
hij eigen leven gered en verdere stilzwij
gendheid met goud doen koopen. Vandaar
de royaliteit van den heer Lafronde jegens
de gebroeders Ruccini. die, korten tijd na
hun vestiging te Haarlem een knap nichtje
niet, wat de anderen: Sir Basil en Ursttla
zullen zeggen.
O, die varen vrijwel in hetzelfde schuit
je, ook al zijn ze dan veel ouder. Ik word
het volgend jaar nu twintig en in Januari
ga ik naar Cambridge. Oom Rasil wil, dat
ik een beroep kies. Je moet er mij maar
eens bij helmen. Ik zal vijf honderd pond
oer jaar hebben, als ik meerderjarig ben,
om nog niet van mijn vooruitzichten te
spreken'. Want daar moeten wij maar niet
op rekenen, omdatals oom Basil
trouwde
Zou je dan erg teleurgesteld zijn,
Chris?
Heel eerlijk antwoordde hij:
Ja, dat natuurlijk wel!- Ik ben eenmaal
opgevoed in het idee, dat ik zijn erfgenaam
zou worden. Maar daarom zou ik het den
ouden heer toch wel gunnen, dat hij geluk
kig werd met Miss Burnham. Hoor nu eens:
wanneer zullen wij hun ons nieuws ver
tellen
Nog niet. Zoo'n haast is daar niet bij,
Chris. Ik zou liever een paar dagen wach
ten. 't Ts nu óns geluim. Maar als iedereen
het weet, zal het heel anders zijn.
Ja, hetl anders! meende hij ook, toen
Gvven binnen/trad en dus een einde maakte
aan hun tête-è-lêtc.
HOOFDSTUK X.
Den middag daaropvolgende vertoonde
Sir Basil zich in den salon op den Water
molen en vroeg een kop thee.
Ik ben den heelen dag in Northboiough
geweest zei hij. aar heb ik Gwen heenge
reden, om dien sneltrein npar Londen te ha
len. Het was afschuwelijk weer; maar het
ziet er hier'zoo echt gezellig uit, besloot
hij met bewonderenden blik naar zijn gast
vrouw, die wat zat te schemeren.
Ik denk, dat ik geslapen heb, veront
schuldigde Ursula zich. Het leek mij hier
wat kil. daarom heb ik een vuurtje laten
aanleggen.
bij zich opnamen, met wie de heer Lafronde
'n betrekking aanknoopte, die eindigde, toen
zij, met hem op reis zijnde, op een raad
selachtige wijze plotseling stierf, Het wan
trouwen, door hen beiden tegen den heer
Lafronde daardoor nog meer in het leven
geroepen, durfden zij jegens elkander nau
welijks uitspreken!
De plaatselijke Justitie te Leiden zond
een harer getrouwen naar Haarlem en daar
slaagde men er in zich op weinig opzien
barende wijze en zonder dat het den broe
ders gelukt was tevoren overleg met elkan
der te plegen, Bertino in hechtenis te ne
men. Vc or de feiten geplaatst, gelijk Mat
tieu hem deze had medegedeeld, kon hij
niet anders veronderstellen dan dat de heer
Lafronde genoopt was geworden te spreken.
Hij moest als waar toegeven wat Mattieu
had verteld. Hier werd het geheim van den
moord op den jongen Ferdinand opgelost.
Want het was de heer Lafronde, Ferdi-
nand's oom, wien hij zijn gewone bezoek
ging brengen, geweest, die hem op laaghar
tige wijze had neergeschoten. Bertino, een
voudig, armelijk marskramer, was even te
voren het boschje ingegaan, had daar wat
rust gezocht tusschen de boomen en was
zoo de onvrijwillige toeschouwer van dezen
moord geweest. Te zijner ontlasting dient
er bij gezegd, dat voordat hij tusschenbeide
kon komen, het noodlottig schot was ge
vallen. Zeker zou de heer Lafronde hem
niet gespaard hebben, waren niet toevallig
in de nabijheid stemmen van aanwezigen
gehoord. Dat waren de beide boeren, die
aan 'n meisje, dat zich met eten voor haar
vader naar een ander land moest begeven,
den juisten weg wezen. Bertino had zich
door den/ heer Lafronde laten overhalen
om den moord, die toch niet meer ongedaan
was te maken, te verzwijgen; met geld was
hij gepaaid; met angst was hij vastgehouden
en zoo was het het eene jaar na het andere
gegaan.
Wat den heer Lafronde tot zijn misdrijf
had bewogen? Dat bleek eerst later, Deze
Lafronde toch, opgevoed in de weelderige
Parijsche omgeving van een oom, was een
man, die voor zijn genoegen nooit geld
genoeg had. Te Amsterdam op een ban
kierskantoor gekomen, had hij zich de gunst
en de liefde weten te verwerven van een
jongedame, enkele jaren ouder dan hij.
maar de dochter van een vooraanstaand
Amsterdamsch koopman. Toen deze stierf,
bleek Lafronde's eehtgenoote nog veel rij
ker dan hij gedacht had. Dit leidde er toe,
dat hij bij zijne uitgaven geheel geen maar
meer kende. Zoo kwam hij tot schulden, en
op het oogenblik, dat de jonge Ferdinand
door zijn vader in Nederland werd achter
gelaten, ging hij reeds gebukt onder hypo
theken aan ziin zwager. Een advocaat, ver
trouwde van Ferdinand's vader, kwam door
een toevallige omstandigheid achter den
werkelijken toestand van Lafronde. Korten
tijd daarna ontving Lafronde het bericht
van het overlijden van den vader van Fer
dinand. en bij zijn brief ingesloten een
voor denzelfden advocaat, die door den
overledene tot uitvoerder van zijn testament
en tot raadsman voor zijn nog minderjari
gen zoon was aangewezen» Wanneer La
fronde dezen brief had doorgegeven, zou
hij van den advocaat zeker geen hulp te
wachten hebben/ gehad; integendeel, al het
mogelijke zou deze hebben gedaan om Fer
dinand van zijn oom te verwijderen. Zoo
vatte het booze plan in zijn geest post, dat,
wilde het slagen, spoedig moest worden
uitgevoerd. Verdween Ferdinand van de
wereld voordat het overliiden van zijn va
der bekend was, dan kon de oom optreden,
en daarna voor den overleden zwager han
delen,. Lafronde wist welken weg Ferdi
nand zich elke week koos; hii wendde te
genover de huisgenooten voor boeren, die
zijn pachters waren, te gaan bezoeken,
maar begaf zich in stilte naar het boschje,
waar h" zijn misdrijf volvoerde. Slechs zijn
jager, dien hii in de onmiddellijke nabij
heid van het boschje tegenkwam, was een
getuige tegen hem, maar deze, een zooda-
nigen schandelijken aanslag niet durvende
veronderstellen, viel gemakkelijk op een
dvaabpoor te brengen.
Met al dit materiaal in handen werd de
verdere reconstructie der moordzaak in het
Geldersche voortgezet. Lafronde, hoewel
als door den. bliksem getroffen, toen hem na
zoo langen tijd deze aanklacht voor de
voeten werd geworoen, bleef alles ontken
nen. Maar de jager bracht nu zijn verhaal
naar voren, en lieden uit een herberg in de
buurt herkenden Lafronde en Bertino als
degenen, die op den middag van den moord
daar tezamen hadden geschuild eni er een
levendig gesprek in het Fransch hadden
gevoerd, En nog meer, het destijds gevon
den pistool, dat nog immer bij de Justitie
in bewaring was, bleek te ontbreken aan
een koppel gelijke pistolen, die Mattieu bij
zijn meester aanwezig verried. Zoo pasten
de schakels van de ketting maar al te zeer
in elkaar, en Lafronde zou de doodstraf,
die hij dubbel en dwars verdiend had, niet
zijn ontkomen ware het hem niet gelukt uit
zijn gevangenis te ontsnappen!
Waar hij sed'rt dien bleef, niemand wist
het. Totdat een vijftal iaren later, dezelfde
advocaat te Amsterdam, die ongewild in
het drama een rol had gesneeld, zich naar
het Elzasser land moest begeven om er
familie-aangelegenheden te regelen. Lafron
de kwam uit ditzelfde deel van den Elzas.
En het was op een avond, dat de advocaat
er in een herberg verblijf hield, dat men
het lichaam van een man, dien men uitgeput
langs den weg had gevonden, daarheen
bracht.
Niemand kende hem; hij was 'n zwerver,
die door honger en koude overvallen, uit
geput op den weg terneer had gelegen. Dat
bleek, tic advocaat herkende hem wel,
Lafronde te zijn; de man, die eenmaal een
zoo schitterende rol in Amsterdam en el
ders had gespeeld en die op deze wijze in de
allervreeselijkste misère den dood vond!
EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
Van Weadestraat 7, Tel. 2062, Soestdljk
enz. zien we speciaal voor de jongemeisjes
heele groote stroohoeden, die men in Ameri
ka met „karrewielen" aanduidt, op den
voorgrond treden. Doch ook voor gewone
damesdracht stijgt de groote hoed in aan
zien, al blijven de middclmatig-groote hoe
den er* de heele kleine dopjes nog een be-
VAN DRIE AARDIGE KINDEREN
Het is met de kinderen al net als met de
grooten, kleine ballonmouwtjes en Berthe-
kraagjes, welke tot zekere hoogte de korte
mouwHes vervangen,, zijn schering en in
slag bij de nieuwe jurken. Of was het wel
licht omgekeerd? Hebben de mode-huizen
juist de jeugdige, kinderlijke noot van de
korte pofmouwtjes voor de japon der groo
ten aan het kinderjurkje ontleend? Hoe dan
ook, de kinderjurkjes van dit seizoen zijn
weer alleraardigst. Links op het plaatje
hebben wij eerst een rose jurkje van toile-de
soie, dat aan den hals ingeriinpeld is. De
kleine, ballonmouwtjes zijn met 'n vrij sterk
om den bovenarm sluitend smal manchetje.
Van onderen is het jurkje gegarneerd met
een aardige borduursteek, die men ook aan
treft op de manchetjes van de ballonmouw
tjes. Voor een jongedame van 5 jaar js voor
dit model (No. 3572) 80 c.M. stof van 1 M.
breed noodig. In het midden hebben we een
beige jurkje van tussor met groen! bedrukt,.
Het cape-je of Berthekraagje geeft een aar
dige garneering aan het lijfje en maakt
mouwtjes overbodig. De rok is met groote
glad gestreken plooien opzij. Voor een 6-
jarige daine-in-den-dop heeft men aan 1.40
M. stof van 1 M. breed voor dit model (No
3573) voldoende. Rechts een keurig Hava-
na-bruin jurkje van crêpe marocain, met een
plastron van hemelsblauw piqué. Voor een
aanstaande bakvisch van 12 jaar heeft men
aan 3.10 Meter stof van 1 Meter breed voor
dit model (No. 3574) voldoende. Dit snoe
zige jurkje heeft korte mouwtjes, die uit
twee volannetjes bestaan. Het rokje klokt
en is met ingezette zijpanden,.
Nog een enkel woordje over de mid-zo-
jner-hoedenmode voor ons volwassenen. Wij
zjen langzamerhand verschillende hoeden
met vrij breede randen verschijnen. Vooral
voor stranddracht en voor buitenpartijtjes,
Dit zeggende hurkte zij neer, om den
haard wat op te rakelen en Sir Basil zag
de onmiskenbare sporen van tranen op haar
gelaat. Het volgend oogenblik zat zij weer
in haar gemakkelijken stoel en drong:
Toe, bel eens even om thee, Basil! Om
thee en om Amy! Ik geloof, dat het arme
kind vanmiddag met haar ziel onder haar
arm heeft geloopen; ze mist Gwendolyn
heel erg.
Ja, het zijn trouwe vriendinnen.
Hij stond op, belde en bleef Ursula in
stilte gadeslaan.
Waarom droeg zij toch altijd zoo somber
zwart en waarom had zij dikwijls zoo iets
(afgetrokkens in haar heele manier van doen,
1 vroeg hij zich af. Zij was ook zoo eenzaam
en het zou haar zooveel goed doen, als zij
'ziin bescherming had.
I Ursula voelde zich zenuwachtig over die
nauwlettende opmerkzaamheid en herhaalde.
dat Amy Gwen zou missen.
Ja, het zijn zulke goede vriendinnen
en bis zoo prettig voor het kind, om eens
een kameraadje te hebben. Gisteren heeft
zij den heelen middag op den Court doorge-
gebracht en, toen zij terugkwam vertelde zij
mij van dat ongeval van Chris, Hij is er
nóg goed afgekonyen!
I Ja, dat is zoo.
Nu volgde er weer een vrij langdurig stil-
zwijgen, dat ten slotte door Sir Basil ver
broken werd met de onverwachte vraag:
Waar dacht je zooeven aan, toen ik
binnenkwam?
Ik was half in slaap.
Maar dit verwierp hij onmiddellijk.
Neen, in slaap was je niet, maar je
hadt geschreid. Dacht je, dat ik dit niet
zag? Al was het ook midden in den nacht
geweest, dan geloof ik nóg, dat ik had ge
zien, hoe je bedroefd was geweest. Toe,
I Ursula, vertel mij nu eens. wat het is. dat cr
tusschen ons kan getreden zijn? Dan kan ik
je misschien helpen.
1 Hij stond op, terwijl hij dit zei, en legde
'de hand op haar rusteloos bewegende vin
langrijke plaats innemen. De garneering
vooral van de kleine hoedjes bestaat heel
dikwijls uit bloemen in allerlei vroolijke,
doch zachte tinten.
L O E S.
Van deze jurken zijn knippatronen
verkrijgbaar a 75 cent. Postwissel zenden
aan: De Beurs, Amstellaan 66. Amster-
dam-Z. of Giro: Postrekening 71512. Op
het strookje nauwkeurig vermelden: naam
en adres van afzender, num'mer van het
l.ewenschte patroon en leeftijd van het kind.
Levering binnen 1 week.
RECEPT
Kersen sloven:
Men neemt 1 pond kersen en naai*
smaak suiker, ongeveer 1.5 ons, 1 d.L.
water en wat aardappelmeel. Men kookt
het water en suiker en bindt dit met aan
gemaakt aardappelmeel. Dan kookt men
de kersen gaar, ongeveer tien minuten, in
dit water.
1 K. M. in werkelijkheid is bijna 7 c. M. op de kaart
Naar de nieuwste officieele gegevens vervaardigd
Van Weedestraat 7 - SOESTDIJK - Telefoon 206?
gers».
herhaalde
Toe, vertel het mij nu een
hij.
Ijlings trok ze de handen terug cn zei,
zonder blijk te geven van eenige ontroering
in haar stem:
Hoe zou er nu iets tusschen on> kun
nen treden, daar wij immers niets voor el
kaar zijn?
Ursula, wees oprecht tegenover jczel-
vc: voel je in het geheel geen' liefde voor
m ij
I Zijn toon klonk zoo overredend, dat zij
'de oogen opsloeg en hem aankeek met zoo'n
wanhopenden blik, dat hij onwillekeurig
riep:
I Ursula, in 's Hemelsnaam, wat is cr
Je vergist je, zei ze nog in antwoord
op zijn eerste vraag. Als het gevoel, waar-
I van je spreekt, tusschen ons bestond, hoe
kotn je dan aan het bewijs, dat ik b*en
(degene, voor wie je mij houdt? Jc weet im
mers niets van mij!
I Ursula, dit is dwaasheid! vermaande-
hij streng. Ik begrijp, wat jc meent en ik
ben ook niet zoo dwaas, als je wel denkt.
Toen ik tot de ontdekking kwam, dat je
gevoelen voor mij meer was dan enkel
I vriendschap, achtte ik het m::n plicht, om
mt te vinden, wat ik maar ontdekken kon,
.betreffende de antecedenten van de vrouw,
die ik, als het geluk mij dienen wilde,
tot de mijne zal maken,
Ursula boog zich wat voorover, met het
gelaat in de handen.
Een beleidvol ondernemen, zei zc hit
ter.
Ursula!
De manier, waarop de naam werd uitge
sproken. was op zichzelve een verwijt.
Nu, en wat kreeg je tc hooren?
Dat je het leven leidde van een jong
meisje, dat opging in liefderijke zorgen
.voor haar vader, met geen gedachte voor
zichzelve; een werkende vrouw, steeds be
zig voor anderen*. Dit kreeg ik te hooren.
Vertel mij eens, Ursula, is dit zoo?
Ja, zei ze. En er was iets in den toon
van haar stem, dat hij daar eerst nooit in
had gehoord. Het is de waarheid. Maar
het brengt geen verandering in het feit, Ba
sil, dat het niets tusschen ons worden kan.
'Als je onze vriendschap op prijs stelt, die
mij toch ook zooveel waard is, dan moet
je het daarbij laten*. Zoo niet, dèn
moeten wij hier weggaan, Amy
en ik, als wij kunnen.
Ga, of blijft, zooals je wilt! Voor mij
maakt dat geen verschil. Jc hebt mij lief, Ur.
sula, dit heb je wel zoo goed als erkend, al
weet je het ook niet. Ik zou je volgen tot
aan lut einde van de aarde. Ik
Een kloppen op de deur riep hun beiden
tot de werkelijkheid terug.
Binnen! riep Ursula.
Ik vrees, dat ik niet zelf de deur kan
tpendoen, antwoordde de stem van Amy.
O, Ursula. die arme Annie heeft toch
zoo'n verdriet. We wilden je liever niet sto
ren, maar net even nadat zij Sir Basil had
opengedaan, kwam er een boodschap, dat
ze dadelijk hij haar moeder moest komen.
De boodschap was zóó dringend, dat ze wel
zeker was, dat er iets heel ergs moest zijn
gebeurd. Én zc huilde zoo, het arme kind,
dat ik er erg met haar te doen had en haar
onmiddellijk liet gaan: ik zou dan zelf wel
voor de thee zorgen. Dat vind jc toch goed?
O. zeker, antwoordde Ursula, maar
merkbaar zoo verstrooid, dat Amy van haar
naar den bezoeker keek en haar gevolg
trekkingen maakte.
Met een stem', echter, of ze niets gemerkt
had, zei ze dus doodgewoon:
Nu moet ik weer naar beneden gaan.
Deborah zal naar haar thee verlangen en ik
moet zorgen, dat zij geen ongelukken be
gaat. Annie zegt. dat er goed op haar gelet
moet worden, want dat zc, vooral den laat-
ten tijd. zoo rusteloos is.
Wordt vervolgd.