Zweedsche
Belevenissen
S. ZETHOVEN
gj Automobiel-Centrale
«JOH. TAK
n
L WïüW^TT
IHIIUFT y IIMTI
Levert U betere Brandstoffen
Advertentiën
I. Geijtenbeek, Bloemisterij
Drogisterij „DE VIJZEL'1
R. VAN BURGSTEDEN
Handel in Aardappelen
Groenten en Fruit
bij DAN1ËLS - JUWELIER
sk
ss
sc
sc
c
se
sc
sc
BRANDSTOFFEN HANDEL
Kantoor Kerkpad 1a - Soest
Ingezonden
Kruiden, Homoecpatische-
geneesmiddelen.
Verband
en verplegingsartikelen
W. V. I>. VELDEN
Burgem. Grothestraat 28a
WASCHBARE
POETSDOEK
Di
i>:
K
t*
i>;
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
SC
G. G. J.
ALBLAS
Di
SC
SC
SC
voorheen KLEMAN BERGHUIS
EN IS GOEDKOOPER
van Dompseler w.o.; S. LI. Tjoa en J. de
Labije slaan W. v. d Breggen en Th. Schef-
felaar Klots met 75, 62.
Eindstrijd: L. Nieuwenhuis en F. van
Dompseler slaan S. L. Tjoa en J. de Labije
met 108, 62.
Dames dubbelspel.
Halve eindstrijd: Mej. D. de Quant en
L. Römer Price slawn Mevr. A de Braun
en Mevr. de Wijs met 62, 62; Mevrouw
Bouvy en Mevr. v. Laer slaan Mevr. Leeu-
we en Mevr. Stroband met 61, t>—2.
Eindstrijd: Mpj. D. de Quant eni L. Rö
mer Price slaan Mevr. Bouvy en Mevrouw
van Laer met 61,, 46, 62.
Gemend Dubbelspel.
Kwart eindstrijd: Mevr. Bouvy en J. van
Manen slaan Mej. W. Wüst en J. de La
bije met 0, tl—3; Mej. D. de Quant en
F. van Dompseler slaan de Heer en Mevr.
Beunders met 63, 36, 64; Heer en
Mevr. Schölvink slaan Mej. I. Huygen en
S. L. Tjoa met 97, 62. Mej. L. Römer
Price en L. Nieuwenhuis slaan Mevrouw
van Laer en J. H. Kruyt met 64^, ti1.
Halve Eindstrijd: Mevr. Bouvy en J. van
Manen slaan Mej. D. de Quant en F. van
Dompseler met 63. 75; Mej. L. Römer
Price en L. Niieuwen|huis slaan Heer en
Mevr. Schölvink met 61, 60.
Eindstrijd: Mej'. L. Römer Price en L.
Nieuwenhuis slaan Mevr. Bouvy en J. van
Manen met 61, 63.
CLUBNIEUWS V.V. „SOEST'
Zondag a.s. terrein Bosstraat
2 uur: Soest ISOPLA I
4 uur: Soest IISOPLA II
SOPLA in de U.P.V.B., de duor „Soest"
gevreesde tegenstander, komt a.s. Zondag
op bezoek bij ons le elftal, aan de Bos
straat.
We rekenen op eenj vlug en 6portief te
spelen wedstrijd. Soest-spelers, denkt er om,
probeer in praktijk te brengen, wat met
trainen geleerd as.
De trainer zal bij beide wedstrijden aan
wezig zijn; volg de eventueel te geven aan
wijzingen zonder meer op.
Ook ons 2e elftal krijgt een zware taak,
SOPLA II speelt res, le kl. U.P.ViB., zoo
dat het a.s. Zondag een voorproefje wordt
voor de komende competitie; speel een open
spel, en probeer het niet alleen.
Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie
den WeldEdelen Heer Smedes
Soest.
WelEdele Heer.
Vriendelijk dank voor Uwe gepreciseerde
toelichingen," betreffende den plechtigen
overgang om te geraken van makelaar tot
volgen|s de wet (.„Makelaar". Alles natuurlijk
volgens eigen vrije wil, op verzoek en ge
heel voor eigerl centjes, aangezien de Wet
immers geen beëediging eischt. Er zou dan
ook eigenlijk niet dienen te worden ge
schreven „Beëedigd" Makelaar, maar van:
„Beëedigd als of tot Makelaar." Prefereert
men soms, gezien den eed, een/meer civiele
naam, welnu de keuze is groot, je ware, je
oprechte, je van alle smetten vrije Makelaar
enz. Door die beëediging toch neemt de
wet geen afzonderlijke verplichtingen op en
evenmin wordt de waarde van den „Make
laar volgens de wet" er door verhoogd. Het
is daarom dan ook zoo jammer dat U niet
heeft gedemonstreerd het verschil dat er is
of bestaat (aangenomen nog altijd dat er
verschil bestaat) tusschen de rechten, plich
ten en verplichtingen van den> vrijwillig
beëedigden Makelaar en den Makelaar die
zich zonder beëediging vrijwillig ergens
poot. U zoudt daarmede tevens het groote
publiek een pracht dienst bewijzen, dat ze
de nog veel verbreide meening laayschieten
alsof een „beëedigd" Makelaar" onder eede
staat, hetgeen absoluut onwaar is en hun
eventueele verklaringen dan ook al even
veel of even weinig waarde hebben als van
ieder ander particulier persoon. Trachtte
indertijd niet ergens een der beeedigde man
nen mij met geuren en kleuren duidelijk te
maken dat „men" onder eede stond? U
groetend mijnheer H. Smedes, en de Redac
tie dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
A. O. NOOZELER.
HET MIDDEL!
Vervolg.
De lezers die mij volgden, weten thans
dat er wèl degelijk EEN WEG is om uit
al deze ellende, zooals daar zijn werkloos
heid, met al den, aankleve van dien, belas
tingdruk, waardoor vele zaken zijn lamge
slagen om voorloopig niet meer op te ko
men, armoede met al zijn excessen van be
drog, moord en doodslag, te komen.
En zelfs een zeer' gemakkelijke, een zeer
snel toe te passen middel.
Een middel zóó eenvoudig, dat vele niet
aan nadenken gewoon, het niet gelooven,,
kunnen en op het eerste gezicht (gehoor)
twijfelen.
Men wil het altijd verder zoeken.
Het is ook hier met recht:
„We zoeken naar het paard en zitten er
op"!
Er is maar één wetje nog noodig, en al
het andere zal U wel niet toegeworpen
worden: maar in verhoudingen tot de thans
ontstane „.Helle" toestanden zal het inder
daad iet of wat op het paradijs-achtige gaan
lijkerL al is 't dan geen Communistische of
Socialistische Heilstaat. Stel U eens voor,
welke gevolgen| we verwachten Icunnen.
Grond overal beschikbaar tegen billijke
pachtwaarde, waardoor vele duizenden te
rug keeren naar hun land; de boeren zijn
bevrijd van allen druk van belastingen, op
gedreven pachten, hypothekenl gaan overal
weer werken. De markten worden meer dan
ruim voorzien van producten, de prijzen
gaan naar beneden, hetgeen de boer, niet
meer deeren kan. Hij krijgt zijn volle loon
naar arbeid en behoeft niet meer naar be
lasting- of hypotheekkantoor, krijgt dus zijn
i,volle" loon, zonder eenige korting.
In de steden komt opruiming, de fabrie
ken en magazijnen kunnen weer veel meer
personeel gebruiken, de loonen gaan naar
boven, de prijzen naar beneden. De wer
kers verdienen weer, kunnen dus ook meer
koopen, alles gaat weer marcheeren en de
armoede verdwijnt.
Een ieder kan thans „zelf" zijn plaats be
palen. Zijn arbeid in overeenstemming met
zijn aanleg en idealen brengen. Men behoeft
niet meer voor elke arbeid en voor e'k loon
niet meer voor eiken arbeid en voor elk
loon te arbeiden, te accepteeren. De arbeid
is thans geen kwelling meer.
Idealen kunnen tot feiteni komenwe kun
nen weder normaal adem halen: de verkeer
de dingen, de overgebleven uitwassen met
meer succes bestrijden.
Een natuurramp is niet te bestrijden;
maar deze rampen, een uitvloeisel van dom.
heid en gemeenheid, daar is een) einde aan
te maken.
En het komt mij voor, dat het de heilige
en allereerste plicht van elk mensch is, me
de te werken tot het redden van deze men-
schenmaatschappij, indien elk ook zijn be
lang inziet en vooral ook die van zijn kin
deren.
Hoogt waarschijnlijk zullen velen nog niet
weten dat dit „Het Middel" reeds eenige
tijd door grootere en kleinere groepen in
ons land bewust, wordt nagestreefd, en deze
groepen Internationaal aangesloten zijn.
Diverse groepen met de onze vormen
reeds een „wereld Organisatie" o.a. in En
geland, Denemarken, Amerika, Australië,
Zuid-Afrika, etc. etc.
In den loop van dit jaar zal een boekwerk
worden uitgegeven, waarin alles meer ge
detailleerd de oorzaken en de gevolgen uit
een gezet zullen zijn, voor henl die er meer
studie van wenschen te maken: „Vooruit
gang en toch armoede" is de titel.
Hierna hoop ik nog enkele zaken' in ver
band met deze kwestie, naar voren te mogen
brengen.
Wie ruggegraat heeft, laat hem spreken
en handelen, en niet toezien.
A. P. G. Socrates.
Soest, 21—7—'32.
WelEdele Heer Hoofdredacteur.
Mag ik s.v.p. over een klein bescheiden
plaatsje in Uw algemeen gelezen' blad be
schikken.
Bij voorbaat dank.
Daar er vele nieuwe wegen worden aan
gelegd of zijn aangelegd, zou het voorzeker
de voorkeur verdienen, de hoogspannings
draden over de straat weg te nemen en de
kabel onder de straat te leggen, evenals
dit in Baarn het geval ia.
In afwachting
Een bewoner van een laan die onder
handen genomen wordt.
MET EEN DUIKBOOT TER
OEFENING.
Alvilde Prijdz begint haar boek: „Gunvor
Thors dochter op Haerö" met een prachtige
„Inleiding waaruit ik enkele zinnen over
neem.
„Help mij, God! De zee is zoo groot en
mijn bootje is zoo klein".
Dit is het refrein van een oud volkslied,
dat de visschers daarginds in Bretagne jaar
uit, jaar in hebben gezongen eeuwen door
Een refrein, dat men altijd en overal hoort,
waar de zee is, waar leven is en strijd.
„Help ons God! de zee is zoo groot, ons
bootje zoo klein." Zij weten het, die aan
het strand wonen, dat de zee hunne moeder
is, veel meer dan de aarde, waarop zij
hunne huizen hebben gebouwd. Leven en
dood liggen in dw hand der machtige en
groote. In de zee spreekt God tot zijne
men schen kinderen."
Wie dit met aandacht leest zal fluisteren
Verstaan de menschen dan nooit Gods
taal, heeft God dan ook nu in de zee tot
ons gesproken? Als zoo vele malen, sedert
een mrenschduivel dit gruwelijk oorlogstuig
uitvond, toog vóór enkele weken een troep
mannen heen, in vredestijd, zonder angst
voor gevaar, om zich te oefenen hoe zijl
in oorlogstijd,, op hoog christelijk!! bevel,
veel levens zouden kunnen vernietigen, 't
Was nu maar oefenen nietwaar, de boot
was een veilige werkplaats, dus was het
afscheid niet droevig van hen die hun lief
waden, 't Was maar een oefening. Alvilde
Prijdz zegt: „In de zee spreekt God tot
zijne menschenkinderen". En wie durft ont
kennen dat ook thans dit woord bewaarheid
is. Arme kerels, gij waart toch zeker niet
geboren om in de kracht uws levens in de
zee ten onder te gaan? Hebt gij in uwe
laatste oogenblikken 't beeld gezien van
hen die door Uw werk een wellicht, ja ze
ker, wreeder dood zouden vinden? Dat was
dan geen oefening of was dat moord, sluip
moord op bevel van hoogerhand. Waarom
zou men 't kind niet bij zijn naam noemen?
Mag dat „op hoog bevel", voor U eene
verontschuldiging zijn? Hier is geen tus-
schenweg. 't Lijkt zoo op het eerste ge
zicht, niet zoo wreed,, in dienst van een re
geering zich met een duikboot zeewaarts
te begeven, als met een bajonet ten mensch
te bewerken. Doch het doel :s m.i. gelijk.
Beide oefeningen zijn bestemd om moor
denaars te kweeken en menschen uit den
weg te ruimen. En Beiden zijn ir strijd met
het gebod (voor alle christenen in de eer
ste plaats geldig): „gij zult niet dooden".
Wanneer zal een volk leeren inzien, dat
t woord „Vaderland" als de roode doek is,
waarmede de stieren half dol worden ge
maakt, en waarnaar de z.g.n. beschaving
rustig zit toe te kijken. En als dolle stie
ren handelen de menschen, die zich beschik
baar stellen op hoog bevel de moordtuigen
aan hun doel te doen beantwoorden. O, ik
weet het wel, ik ben langdradig van stof,
en hamer telkens en telkens weer op het
zelfde aanbeeldj, doch mag men zwijgen als
men ziet: hoe de beschaving zelfmoord
pleegt? En wat doen wij vrouwen tegen
het dreigend spook, tegen het monster oor
log? Luisteren wij naar Gods stem die in
de zee ook tot ons, Zijne menschenkinderen
spreekt? Bouwen wij allen aan een vredes-
boot. Ach, dat de Vrouw in de vrouw toch
luisterde naar Gods stem. Want eenmaal
zal die stem duidelijk en verstaanbaar tot
ons allen klinken. Dan zal Hij spreken:
„Tot hiertoe en niet verder." Dèn wordt
die stem gehoord, ook dddr waar geen zee
is, doch waar lijden en smart zijn binnen
gereden, waar geen troost is,, want zwaar
rdrukt 't smartelijk verlies op hen, die ach
terbleven. Wij lezen het bericht, hebben
even medelijden envergeten. Maar de
aanmaak van oorlogstuig gaat door, trots
onze allcrchristelijkste christelijkheid. Maar
w:: willen niet luisteren naar Gods stem,
die in de zee ook tot ons spreekt. Wie was
het, die zei: ons klinkt het lied der wereld
schooner nog? Terwijl ik dit neerschreef
meen ik dat het de woorden zijn van Mevr/
Hartog-Meijes in „Verborgen Wegen".
Mocht voor ons vrouwen vooral, het lied
van de visschers uit Bretagne die diepe be-
teekenis hebben, zooals, het heeft voor al
len, t die leven en dood, en strijd aan zich
voorbij zien gaan. Voor allen, en voor ieder
persoonlijk is dit lied van kracht: „Help
mij, God! De zee is zoo groot, mijn bootje
is zoo klein.
MEVR. C. M. BERG.
Juli 1932, Soestdijk.
VERVOLG.
Nu is het voorjaar in allen ernst geko
men dag voor dag neemt zijn weldadige
macht toe. Tientallen levende geluiden vul
len de bosschen met als nooit zwijgenden
ondertoon het gebruisch der watervallen.
Nu en dan komen trekvogels over. Zij vlie
gen soms in wijde bogen en* stooten een
vreemden roep uit, die met den wind ver
waait.
Het starre ijsdek van den stroom is nu een
wervelende, kokende, bruischenide heksen
ketel, waarop de stammen dansen. Het hout
is nu op weg naar de rivier en zoo verder
naar zee. Het voorjaar heeft ons veel ge
bracht, maar ook één ding ontnomen: het
tehuis dat onze barak gedurende de winter
maanden geweest is, onze eenige bescher
ming tegen de onbarmhartige koude.
Als- het hout maar eenmaal vlot is!
heeft Olav vaak gezegd in de afgeloopen
maanden, met een vreemde schittering in
de oogen.
Olav is een merkwaardig mensch. Hij
heeft meer van een of andere boschgeest,
die door een speling der natuur in men-
schengedaante geboren is. Hij is wel een
half hoofd méér dan twee meter lang en
omvangrijk als een zuil van de Madeleine.
Bij de omvangrijkheid moet de vergelijking
ophouden, al was het alleen reeds ter wille
van de behaardheid. Want plegen de stutten
van genoemd bouwwerk zich van oudshei
clean-shaven te vertoonen), Olav ziet er
steeds uit, als leefde hij eeuwen vóór den
tijdf, dat een of andere paalhuis-bewoncr den
snuggeren inval kreeg zich met een gesle
pen vuursteen te ontdoen van overtolligen
haargroei, ter meerderen behage aan zijn
uitverkoren „oervrouw".
Zijn geest past precies in deze groote,
primitieve uiterlijke verschijning. Zijn li
chaamskracht is feitelijk zijn eenige sterkte.
Ik herinner mij een avond, dat iemand hem
geplaagd had een goed be'doelde, maar
onbegrepen raillerie vermoedelijk. Hij zat
op een blok bij het vuur en warmde zich.
Plotseling rees hij overeind zijn uitge
strekte gestalte reikte bijna tot den eersten
balklaag. Hij bromde iets onverstaanbaars
en greep toen een brandende tak uit het
vuur, waarmede hij om zich heen begon te
zwaaien. Het was een schilderachtig ge
zicht), deze massale natuurmensch, overgo
ten door het rossige licht van het houtvuur,
de scherpe tanden blinkend onder de opge
trokken bovenlip. Maar er was weinig tijd
voor aestetische of romantische observatie's.
De regen van vonken, kwistig over ons en
het interieur uitgestort, maakte deze mani
festatie van verstoordheid niet geëigend
voor rustige beschouwing. Zoodat wij ge-
achten onzen confrater overmanden, iets
waar wij intusschen al onze handen (en
■\oeten) en een'klein kwartiertje voor noodig
hadder».
- Als het hout maar eenmaal vlot is'
Nü was het vlot en nü begreep ik ook zijn
hunkerend verlangen naar dit tijdstip. Want
nu kwamen al zijn kracht en lenigheid en
behendigheid tot hun recht, wanneer liet
hout in zijn onstuimigen drift naar zee zich
vast zette achter een of andere klip. Een
tam behoeft zich maar vast te haken achter
eenige steenblokken en den doorgang te
versperren. Binnen enkele minuten heeft hij
honderden: dringende, duwende stammen
achter zich, die verder willen, opgezweept
door de voortjagende watermassa's. Zij bui
telen en tuimelen op en over elkaar, verhef
fen zich loodrecht uit 't water. Dikke stam
men breken als lucifers of worden tegen de
teenblokken versplinterd. Het lijken vech
tende reuzen, uitgehonderde reuzeni die el
kaar te lijf gaan om een klein stukje voed
sel. dat ergens verborgen ligt. En Olav
waagt zich dan middenin den strijd, sprin
gend, balanceerend, om de „dwarsligger"
met zijn haak tot rede tc brengen. Eén se
conde van onbedachtzaamheid, één misstap
kunnen het leven kosten. Maar Olav is niet
onbedachtzaam en doet geen misstappen -
hier, onder de oogen van den dood, die hij
zich slechts met uitbuiting van al zijn li
chaamskrachten van het lijf kan houden,
voelt hij zich in zijn element.
Er ligt een vreemde bekoring in dit werk,
eerst om het te zien. dan om het te doen.
Het is een wat kille bekoring, maar een
bekoring is hetl Hét gevaar ziet men
slechts, zoo lang men aan den kant staat;
is men er middenl in, blijft slechts de span
ning over. Een beginnend speler wint in
den regel ook ik win in deze roulette met
den dood. Ik heb geen methoden, geen
theoriën, ik spéél. De dood speelt op cijfer
hij heeft dan tijd; ik rouge ou noir, ik
ben bescheiden amateur. Olav is de door-
kneede beroepsspeler. Eens zal ook hij ver
liezen een angstblik in een paar schuwe
onbegrepen oogen. een kreet misschien
dan zal alles voorbij zijn. Dan zal in komen
de winters, wanneer de hakkers om het
vuur geschaard zijn, verteld worden van
Olav, de woestq. de onverschrokkene en
zijn herinnering zal iets van een sage krij
gen. Zooals de menschen steeds sprookjes
noodig hebben om het soms wel wat crue
leven te vergeten en zooals herinnerin
gen stééds mooier zijn dan de belevenissen
zelve
Het laatste hout heeft hier boven den weg
naar zee ingeslagen, dan volgen wij. Het
water is nu rustiger, van dé stammen zijn
vlotten gemaakt, grootendeels reeds gesor
teerd volgens de brandmerken der eige
naars, die wij er van den winter ingedrukt
hebben. Met de vlotten trekken wij verder
het is nu een rustig en kalm leventje.
Nog is het koud, maar gehard als wij zijn.
liggen wij languit op de zacht deinende
stammen en. laten de oevers langzaam aan
ons voorhij trekken en de wolken over ons
hoofd drijven. Ik mediteer een beetje of suf
zonder méér. Totdat ik plotseling een paar
berkeboomen zie op een beschut hoekje en
ga rekenen. Het is enkele weken vóór mid
zomer. Dan vaart een vreemde jacht in mij,
ik wil weg. verder: dit gaat te langzaam-
Ik maak mijn voornemen hekend aan Berg-
wall.
Goed zegt hij de eerste maal, dat
wij aanleggen.
Woidt vervolg 1
en Bloemenmagazijn Telefoon 2113
Levert Bloemwerken voor alle gelegenhe
den. Alle soorten Kamerplanten en Perk-
beplanting. Geraniums Batunus Mar
grieten Lebelia's Begonia's enz.
voor zeer geschikte prijzen
Aanleg en onderhoud van tuinen
Aanbevelend
Molenstraat 4, (0.Z - Telef. 2243
Apoth.-Assist.
NIEUWST RA AT 55
EMMALAAN 13
Timmerman Aannemer
BELAST ZICH MET HET
ONTWERPEN, BOUWEN EN
ONDERHOUDEN van
landhuizen en andere bouwwerken
KLEEDERMAKERIJ
HEEREN MODE-ARTIKELEN
TELEFOON 2212
DE ORIGINEELE
Laanstraat 9B - Telefoon 495 - Baarn
Alle nverkoop voor Baarn en Omstrek en
POETST ALLE METALEN MET
VERRASSEND RESULTAAT!
PROEFDOKJEE GRATIS
l*
i*
voor een economische, bedrijfszekere automo
biel, met de voordeelen van een kleine wagen
en het comfort van een groote
D.K.W. Automobielen bezitten
deze eigenschappen.
De cabriolet met 4 ruime zitplaatsen onder de kap,
voorzien van voorwielaandrijving, freewheeling, onaf
hankelijk van elkaar veerende wielen, onsplinterbaar
glas, koffer enz. kost geheel compleet slechts f 1495.-
Overluigt U van de buitengewone riikwalitei'en en vraagt nog
heden, zonder eenige verplichting, nadere inlichtingen ol proefrit
bij den vertrgenwoordiger
SOESTDIJK -
VAN WEEDESTRAAT 5B
TELEF. 2061 ;<J
TELEF. 2180 - HUIS 2186