Strafzaken in het oude Holland. Ni Witte Heide No. Dè ontdekking van een moord na tien jaar. FEUILLETON Voor de Vrouw r IX Het was in den Franselien tijd, dat op een ochtend boeren, die kat ter kermis waren geweest, in eenigszins brooddron ken stempning naar huis reden. Het waren een aantal jongelieden, die zich eerst aan het kermisgenoegen hadden overgegeven, daarna geruimen tijd met elkander den goeden wijn in de herberg hadden opge dronken, en die dus niet al te nauwlettend toezagen, op wat zij deden. Een hunner, die een zoogezegde grap wilde uithalen, maak te het paard van zijn buurman aan het schrikken. Dit schrok inderdaad, het liet zijn berijder vallen en verdwenen in de lanen van het bosch, dat men voor zich had. Zeker ware ruzie ontstaan tus- schen de jongelieden, had men niet tijdig bespeurd, dat het paard een laan insloeg, welke men wist, dat door een hek aan het eind was afgesloten. Zoo had men dus kans, ja eigenlijk zekerheid het paard te zullen opsporen, en men zette zich aan het werk. Het paard, stuitende op het hek, was ter zijde van de liaan hei bosch ingedrongen, maar daar konden de vervolgers het al spoedig grijpen. Zij' waren bezig het ontvluchtte paard bij den teugel' te nemen en weer terug te gaan naar hun kameraden, toen een hunner be merkte, dat zijn stijgbeugel was verloren. Denkende, dat deze wellicht in de takken was blÜjven hangen, steeg hij af om er naar te zien, en toen werd zijn aandacht getrokken tot een pak, dat hij enkele me ters verder in de struiken vond liggen. Het was het Napoleontische tijdperk van den smokkelhandel, zoodat de eerste ge dachte der jongelieden was, dat men te doen had met een pak, wellicht in de vlucht weggeworpen smokkelgoederen Mlen naderde dus met zekere voorzichtig heid, maar wie schetst de verbazing ei tevens de ontzetting der boeren, toen zr, geen pak smokkelwaren, maar een in ee donkeren mantel gehulde levenlooze gt daante aantroffen, wiens bonte en opval lende kleedij terstond de aandacht trok Kleuren waren er evenveel in deze kleedij als in den regenboog, en ware om he overschot geen zwarte mantel geslagen, men zou het reeds minuten tevoren hebbe: gezien. De boeren stegen weer op, maar niet dan nadat zjj het overschot van den doo- den man want dat er van leven niets meer viel te bespeuren, stond vast ir. een graf, in allerhaast opgeworpen, had den gelegd. Zij gingen daarna Schout en Schepenen waarschuwen, die, vergezel}] van een heelmeester, spoedig ter plaatse waren. Maar ook zij konden niet anders dan den dood constateeren, den dood ech ter door worging, zoodat aan niet anders dan een misdaad viel te denken. Twee din gen trokken de aandacht, en wel de weinig gebruikelijke kleeding van den vermoorde, die aan een Turk deed denken, en de ta- toueeringen op den rechterarm aange bracht, waarbij de letters F. X. Iv. Hei Het gerecht deed navragen, waar het kon. maar niemand had vreemdelingen in de ze streek gezien. Dat was ook ongewoon, want de streek was ver van de groote handelswegen en van havensteden verwij derd. Na verschillende bekendmakingen meldde zich een herbergier uit de verre omgeving aan. In zijn herberg, den Witten Doorn geheeten, hadden twee mannen overnacht, die naar de beschrijving, wel ke hij van een rondreizend marskra|mer had vernomen, wel tot den vermoorde kon den behooren. Maar toen hij het lijk er. zijne kleeding aanschouwde, en vroeg oi niets meer gevonden was en men hetn' ontkennend moest antwoorden, schudde hij teleurgesteld het hoofd, want de vreem delingen, die bij hem hadden vertoefd, waren geheel anders gekleed geweest. Naar het Engelscb. 17 Hij sloeg de sjaaltjes om haar heen, nam haar op en onwillekeurig voelde hij een huivering, toen hij haar beenigen arm om zijn hals sloeg; want zij wist waarschijnlijk beter dan hij^ dat het geen gemakkelijke tocht zou zijn. Hoe Deborahs geestestoe stand overigens ook moge geweest zijn, zij scheen zeer goed te begrijpen den aard van het avontuur, waarop zij uitgingen. Gelukkig had hij de noodige werktuigen bij zich!, om het slot open te steken, want hij had van Annie wel gehoord, dat Miss Burn- ham de laatste weken! onder het een of an der voorwendsel den sleutel van de kelder deur bij zich gestoken had en dat zij „ver geten" had, 'm er weer op te steken. Een lantaarn stond al in gereedheid en voorzichtig ging het de treden af. Toen ze „daar beneden" in den kelder waren aangekomen, moest Sanders eens even poolshoogte nemen; maar Deborah mompelde hem steeds enkele hem onver staanbare woordenl, vlak bij het oor, terwijl haar beenigc hand wees in de richting van de valdeur,, waar ze nu ook weldra vóór stonden, en die Ursula ongegrendeld had gelaten, na haar ochtendbezoek aan den zieke. Als Jack het niet zoo „volhandig" had gehad, zou hem dit misschien eenigszins bevreemd hebben, maar hij moest nu al zijn aandacht bepalen bij het streven, om in het tunneltje te komen. Ouwe Deborah snoof de lucht in en scheen Van hun uiterlijk herinnerde h\j zich wei nig of nietszij waren des avonds laat ge komen en des ochtends voor het krieken van den dag weer weggegaan. En hoe men verder zocht, men vond niets, en wat men ook door middel van de nieuwsbladen op riep, geen antwoord kwam in. Tien jaren later ging een der boeren, die tot het geezlschap der uitgelaten ker misgasten had behoord, ter paardenmarkt in het Zuiden van het land. Hij nam er lo gies 9 een zeer gezochte herberg en zat er des avonds in een grooten kring lustig te vertellen. Verbazen kan het niet, da» naar aanleiding van een geval, dat zich juist in die dagen en in die streek had voorgedaan, men kwam te spreken over onopgeloste moordzaken. Het eene ver haal, al onwaarschijnlijker dan het andere werd opgedischt, en onze boer wilde niet achterblijven. Hij verhaalde van de wonder lijke ontdekking;, die hij en zijn kameraden hadden gedaan. Nog als de dag van gis teren stond hem de kleeding van den ver moorde voor oogen, en ook de tatoueering, die hij nimmer tevoren had gezien, was hem goed bijgebleven,. In het vuur van zijn ver haal zag hij niet, dat in het bijzonder de aan dacht van een der toehoorders in den kring op hem gevestigd was. Het was een man in een mpt gallon bezetten rok], die groote stevels en een geel harslederen broek droeg. Men behoefde den> man maar aan te zien om te begrijpen, dat hij of tot een. rondrei zend circus behoorde of de aanvoerder van een troep kermisgasten was. Dat bleek in derdaad het geval; de voorstellingen van zijn troep zouden den. volgenden dag tij dens de paardenmarkt beginnen. Toen onze boer met zijn verhaal gekomen was aan de mislukte ontdekking van den waard uit den Witten! Doorn, kon de man zich niet langer inhouden. „Waar is het precies gebeurd; wat ge vertelt", zoo vroeg hij, „en hoe was de vreemdeling, dien niemand kende, ge kleed?" De boer gaf nadere aanwijzingen. Hij vertelde nogmaals van de getatoueerde letters, en toen vroeg de onbekende in groo_ te spanning of hij zich de letters herinnerd, die in den arm gebrand stonden. Waarop de boer zonder zich te bedenken, de letters F. X. F. noemde. Terwijl een doodskleur over 's mans gelaat trok, gilde hij: .„Dat moet mijn Frans zijn geweest!" Maar voor dat men gelegenheid had hem naar zijn plot selinge ontroering te vragen! snelde hij reeds de kamer uitj, roepende: „Dat schreit om wraak!" Zijn uiterlijk voorspelde niets goeds, dus volgde men hem naar den be- iendenden stal, waar de paarden van het cir cus werden gevoederd. Onze man had daar den bediende, belast met de bewaking der paarden; bij den keel gegrepen. Met reuzenkracht sleepte hij hem uit den stal naar buiten. „Ge zult hooren, satan"1, zoo brulde hij hem toe, „waar mijn arme Frans gebleven is, en| ge zult u daar over verantwoorden". Een onbeschrijfelijke angst was over het gelaat van den bediende getrokken. Maar hoe hij stamelde: „Laat mij los, ik heb immers niets gedaanv," zijn wederpartij hield de vuist onverwringbaar in zijn borst geklemd, Midden in den kring der mervschen in'dë^herberg bracht hij hem, en daar riep hij hem toe: „Nu zult ge mij zeggen waar ge tien jaar geleden mijn on- gelukkigen Frans hebt gelaten". Maar voor dat een der aanwezigen tusschenbeide was getreden of de beschuldigde iets had kunnen antwoorden', was het gerecht, spoedig ge waarschuwd, ter plaatse. De Schout greep den beschuldigde, en verzocht den aanvaller en den boer. wiienJs verhaal tot deze op schudding had aanleiding gegeven,, hem te volgen-. Dat geschiedde, en daar vernam de boer, dat zijn toevallig vertelsel de gezoch te waarheid had gebracht. De directeur toch van dit circus was de vader van den ver moorde. Deze was in gezelschap van een der bedienden van het paardenspel op reis gegaan om de voorstellingen van het circus in verschillende Nederlandsche provinciën voor te bereiden. De bediende deed dit daarom met graagte, omdat hij, indertijd in Namen, gedeserteerd zijnde, wat angstig iets bijzonders" te ruiken, waar de petro leumkachel zeker schuld aan had. Jack hield dit voor de gewone atmosfeer in zoo'n kelderachtige ruimte. Het tunneltje was vrij diep en de leemen vloer was zóó glibberig, dat hü heel voor zichtig loopen moest met zijn last. Ineens werd de doorgang wat breeder en liep uit op een paar afgebrokkelde steenen treden, die, te oordeelen naar het klotsen van het water, rechtstreeks naar de rivier leidden. Driftig stond Jack Sanders stil en riep: Jou ouwe gek!Moest ik je dan naar het water dragen, om Tot zijn verbazing sprak Deborah nu heel duidelijk: Zet mij neer! Hij liet haar bijna vallen van schrik, toen zij zeer verstaanbaar en geregeld door praatte: Ja,, die treden leiden naar de rivier, maar de deur zal wel dicht zitten. En dcLdr hebben wij -ook niets te doen; maar licht liever eens goed bij en volg mij! Zijzelve was misschien even verbaasd als hij, dat zij* nu, na anderhalf jaar, weer ver- taanbaar spreken kon; maar het was nu geen tijd voor verbazing, of dankbaarheid, of schrik: er moest gehandeld worden en nel ook! Dus lichtte hij haar bij, terwijl zij met de eene hand tegen den muur geleund, de voch tige steenen betastte en ineens verblijd mompelde: De vijfde van onder af en de tweede aan de rechterhandJuist, ik weet het nog welIk kan er zelf de doos wel uithalen. Zij werkte er de steenen één voor één uit, vier in getal, en' zoo kwam een vier kante ruimte te zien, waar zij voorzichtig iets uitschoof, terwijl zij nadrukkelijk zijn hulp afwees. Hij sloeg haar gade en zag, dat haar was in die streken opnieuw te worden ge zien. De beide mannen trokken dus door Nederland. Na een reis van enkele maanden was de bediende alleen bij den vader terug gekomen. Frans, zijn zoon, had hem verla ten; deze was in dienst getreden bij dc Duitschers. Dat verbaasde den vader min der dan het hem verdriet deed, want reeds meer dan eens had Frans te kennen gege ven. dat hij het paardrijdershandwerk ver foeide en militair wilde worden. Hij hoopte slechts, dat zijn zoon, na de hardheden van den dienst ondervonden te hebben tot hem zou terugkeeren en hij beloofde zichzelf bij voorbaat, dat hij hem dan hartelijk welkom zou heeten. Geen oogenblik was bij hem twijfel gerezen of het verhaal van den be diende, Baptiste geheeten-, waar was. Het is een bewijs voor de slechte verspreiding van de nieuwstijdingen in die dagen, want, terwijl Schout en Schepenen ter plaatse, waar de moord was geschied, zich beijver den om belanghebbenden op te roepen, had het circus in een ander deel van Nederland vertoefd. Hoe licht had een hunner de be kendmaking niet kunnen lezen! De samenloop der omstandigheden deed de schuld van Baptiste vrijwel onloochen baar zijn. Hij poogde aanvankelijk alles te ontkennen,, maar hij slaagde daarin slechts korten tijd. Toch was hij niet zoo schuldig als op het eerste oog leek. Tezamen waren de beide mannen dag na dag onderweg geweest. Op een laten avond waren zij in de herberg: den Witten Doorn aangekomen' in hun gewone reiskleedij. Zij hadden er slechts enkele uren van den nacht vertoefd om 's morgens vroeg weer op reis te gaan. Tn de nabijheid van 't dorp, nabij hetwelk de moord plaats had. gekomen!, kwamen zij op de gedachte, dat het aanbeveling ver diende, dat zij zich in costuum aan de boe ren vertoonden. Zooiets trok altijd meer de aandacht, en het was er hen om te doen om die aandacht te verkrijgen! Frans was spoe dig gereed en had zijn reiskleeding reeds in zijn valies geborgen, terwijl Baptiste de laatste hand aan zijn gewaad legde. Hij haalde een bonten neusdoek uit zijn valies te voorschijn en Frans meende1, dezen als zijn eigendom te herkennen. Daaruit ont stond een heftige twist, waarbij Baptiste den jongen een noodlottigen slag toebracht die hem bewusteloos ter aarde deed zin ken. Zijn hevige stuiptrekkingen brachten hem op de gedachte, dat hij er het leven niet meer zou afbrengen. Radelooze angst dreef hem daarop tot bet uiterste. Om verzekerd te zijn, dat de ongelukkige niet weer zou bijkomen en zijn misdrijf aan het licht zou brengen, worgde hij den jongen man met denzelfden doekj, waarover de twst was ont staan. Hij wierp het lijk daarop in een grep. pel; begaf zich zonder oponthoud in het Ol- denburgsche om er het paard van den ver- slagene te verkoopen„ en wierp het valies en de verdere reiskleeding op eem afgele gen stuk heide in een diep moeras. Zoo meende hij alle sporen van zijn misdaad te hebben uitgewischt, vervoegde zich te Haarlem zonder blikken of blozen bij den vader, die hem weer in den troep opnam als ware niets gebeurd. Telkenmale blijkt in de geschiedenis der strafrechtpleging, dat het toeval een niet onbelangrijke rol speelt. De moordenaar mocht inderdaad verwachten, dat hij zijn slachtoffer op een afgelegen plek had neer gelegd. Ware het paard van den eenen boer niet op hol geslagen, wellicht waren dagen, weken, zoo niet maanden voorbijgegaan, voordat iemand deze afgelegen plek had betreden. Had men dan het lijk gevonden, het ware wellicht vergaan; de herkenning nog moeilijker, de kleeding niet meer op zienbarend. Het toeval wilde, dat twee da gen na den moord de boeren op deze plek kwamen, en dat juist een hunner tien ja ren later in een geheel ander deel van het land een verhaal deed! dat tot de ontdekking leidde! Dat de moordenaar zijn welverdien de straf in den geest dier dagen niet ont ging, behoeft nauwelijks vermelding. NOG EEN PAAR EENVOUDIGE ZOMERJAPONNETJES. Behalve veel kunstzijde worden er dit sei zoen natuurlijk heel veel katoenen japonne tjes gedragen, al zou U dat op het eerste gezicht niet zeggen. De fabrikanten van ka toenen stoffen hebben zich namelijk de moeite gegeven allerlei aardige stoffen te ontwerpen, die er werkelijk fraai uitzien. Zoo is bijvoorbeeld het japonnetje links op de teekening van vermillioen-roode katoe nen crêpe. Het lijfje vormt een boléro en krachten haar langzamerhand begaven; dus schoof hij haar op zij en sprak: Nu is het mijn beurt, ouwetje! De opening in den muur was zéér diep; hij stak er de linkerhand in en haalde er uit te voorschijn een smal, ijzeren kistje met stevige klampen. Zijn oogen schitterden; hij nam het kistje onder den arm en keek naar de oude, die op den vloer lag. - Is dit 41?begon hij', toen boven het klotsen van het water uit, het geluid van stemmen klonk en/ van voetstappen, die de steenen trap betraden. Hij had juist Deborah eens willen door elkaar schudden, toen hij opsprong, het hoofd achterover wierp en luisterde. Gesnapt! Aep hij heesch. Gesnapt! Hij wilde vluchten, trachtte Deborah op zij te schuiven,, maar, met een kreet, die weergalmde door de ruimte, pakte zij hem bij den enkel, zóó onverwacht, dat hij wan kelde en zwaar neerviel. HOOFDSTUK XXV. Amy kwam langzaam bij. Een oogenblik voelde zij zich nog te zwak en wee, om te beseffen, wat er gebeurd was, maar toen de chloroform uitgewerkt had, was zij zeker, dat hetgeen San.dcrs vóór had, iets had uit te staan met den man in den kelder. En Ursula? Een paniek maakte zich van haar mees ter. Zij worstelde en spartelde, tot de af drukken van de touwen in haar polsen en enkcis stonden. Toen zij uitgeput en ademloos weer even stil lag, merkte zij, dat zij de handen al thans wat losser had gewerkt; ze waren nog wel gebonden', maar ze kon ze een beetje bewegen. Ze droeg voor de warmte een Norfolk-jasje over haar blouse en in een van de zakken had zij een opvouwbare is met kleine naadjes onder den kraag ge zet. Het kraagje en de manchetjes zijn wit. De uiteinden van het kraagje zijn onder de sluiting van de boléro doorgehaald. De mouwen zijn recht. Opzij krijgt de rok de noodige ruimte door een aantal platte plooi en; Rechts hebben we een heel eenvoudig, doch zeer smaakvol japonnetje van witte katoenen crepon. De hals van het japonne tje is van voren met een ingezet plastron met twee over elkaar vallende stukken. De aardige korte mouwtjes zijn boven op den arm gespleten. Drie metalen knoopjes op eiken schouder geven ook aan dit japonne tje weer een beetje het sportieve, eenigszins militaire cachet, dat momenteel veel japon netjes typeert. En U moet niet denken, dat alleen voor de gewone zomerjaponnetjes voor overdag katoenen stofjes gebruikt worden. Integem- deel! Katoenen avondjurken worden steeds meer populair, daaronder nemen de piqué's en de gekleurde, dikwijls gestreepte katoe nen, stofjes een voorname plaats in. Ze wor den gewoon gemaakt volgens de modernste patronen en zijn buitengewoon flatteus. Aardige korte jasjes van het fijnste piqué worden op chiffon japonnen gedragen. Het groote voordeel van deze katoenen mode is, dat alles gemakkelijk gewasschen kan wor den. Ook tasschen, schoenen, ceintuurs, hoeden en mantels, ziet men van dezen zo mer in allerlei katoenen uitvoeringen. L O E S. Van deze japonnen zijn knippatronen verkrijgbaar 4 75 cent per stuk. Postwissel (of postgiro 7 15 12) zenden aan: De Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z. Op het strookje nauwkeurig vermelden: Naam en adres van afzender, nummer van het ge- wenschte patroon en maat. De maten van 40 tot 52 kunnen geleverd worden. Levering 1 week na ontvangst van order. DAGBOEKBLAADJES Vandaag tante Marie op bezoek ge had. Mijn gezelligste tante die ik heb Weet overal raad op en is onuitputtelijk in huishoudelijke wenken. Geen wonder dat ze pottenderwijs „het wandelende huishoud boek" genoemd wordt. Toch valt er een heeleboel van tante Marie te leerent Had ik bijvoorbeeld anders geweten, dat die poets lappen met lijnolie, waarmee ik wel eiken meubelen wrijf, brandgevaar kunnen ople veren? Toch is 't zoo, zegt tante Marie. Ze kunnen vanzelf gaan ontbranden, al komt er heelemaal geen vuur bij. Nu, voortaan berg ik ze dan maar weg in de leege asch- ketel of ik gooi ze weg. vruchtentijd geeft vruchtenvlekken, zei tante Marie. Maar zóó erg is dat nu niet. Je krijgt ze. weg met alcohol, spiritus of eau de cologne. Gewoon uitwasschen met water helpt meestal ook wel, als je er maar niet met zeep bij komt. 't Is maar een weet. hè? t Is een beetje raar praatje zei tante Marie ook nog maar zweetvlek- schaar. Met veel geduld en ongerief bereik te zij haar zak. met krampachtig vertrokken vingers wist zij de schaar te bemachtigen en begon zoo langzaam het touw om haar rechterpols door te zagen. Het was een langdurig en pijnlijk proces; maar ten slotte kon Amy zich toch van de bank oprichten. Ze was zóó stijf en duize lig. dat ze in 't eerst haast niet staan kon; en. na dit eerste succes, trad er een reactie in. waardoor ze nu zulk een angst had„ dat ze zich haast niet durfde bewegen. Ze wist, dat er een lucifersdoosje vlak bij haar moest staan, maar ze durfde er de hand niet naar uitstrekken. Daar klonk door de haast hoorbare stilte in huis het geluid van naderende voetstap pen en er werd krachtig aan de bel getrok ken. Met koortsachtige haast stak zij nu de kaars aan, op een van de kandelaars, die op de kast stonden, en liep naar de deur, waar zij de grendels van terugschoof. al roepenjd: Help! Help! Amy, ik len het, Chris! Het was zijn stem En nu kwam het haar voor. hoe zij al dien tijd geweten had. dat het niemand an ders zijn kon! En toen hij den spaarzaain- verlichten hall binnentrad, viel ze hem in de armen en riep hij triomfantelijk: Ik wist flat Jc m,i nu wel z°"dt bin nenlaten! Ik kón niet wegblijven. Amy! Ik voelde, dat je mij noodig hadt; dat ik het nog eens moest probeerenLieU te, wat is er? viel hij zichzelven in de re de. op geheel veranderden toon. Steeds snikkende vertelde zij hem, wat er gebeurd was, en trok hem mee naar de eet kamer. - Ursula was hier, toen ik wegging. O, Chris, gauw! Laten wij, al was het dan ken in warme dagen kunnen erge leelijke vlekken oolever'm. Zijn ze versch, dan kan men ze wel wegkrijgen door in warm water uit te wasschen en daarna met een watje met benzine te behandelen. Oude vlekken bet je weg met azijn of citroen. Schei uit kind, riep tante Marie, toen ze me de groenten zoo flink en lang zag koken, kook je groenten toch nooit langer dan absoluut noodig is om ze gaar te krijgen. Kook ze niet dood! Je haalt al le kracht er uit, ze word-a leelijk van kleur, verliezen hun smaak en bovendien hun geur! Al weer wat geleerd, dacht ik. Waarom tuinboonen eigenlijk met spek gekookt worden, kind? Wel, beste kind, zri tante Marie, omdat daardoor de schillen zacht worden. Ja, als de tuinsoonen hard en oud worden, is het lekkers er dik wijls af. M„ar als je er wat moeite voor over hebt. kun je ze toch nog erg smake lijk krijgen! Als ze niet gaar te krijgen zijn namelijk kun je ze pellen, net als aman delen. Dat gaat tamelijk vlug. En ze sma ken dan weer heerlijk hoor! Tuinboontjes inmaken? Kan geleu- ren. hoor, zei Tante Marie. Als je er maar om denkt, dat je bij inmaak in het zout een pekel moet gebruiken van 4 ons zout op elke liter water. En bij slaboonen? Neem nou eens een ouderwetsche raad van mij aan, kind, en gebruik 1 pond zout op dui zend boontjes! Te veel zout kun je feitelijk nooit nemen. En bij snijboonen? 2 pnd. zout op 1000 boonen. Lekker glaasje limonade, zei tan te Marie, en ze nam een lange teug. Maar. ging ze voort, je kunt zelf ook fijne limo nade maken van frambozen, als die er straks weer zijn. Dan krijg je frambozen sap, dat je voor vla en sausjes en ook voor limonade (dan natuurlijk met suiker erbij) gebruiken kan. Daarvoor doe je de fram bozen in een linnen/ of flanellen zak met een houten gordijnring. Je drukt de ring hoe langer hoe verder naar heneden en perst zoo de frambozen uit. Dan kook je het sap even op en laat het dagen op een koele, donkere plaats staan. Vervolgens zeven en weer 5 minuten opkoken, afschuimen en in gezwavelde flesschen 20 minuten pasteuri- seeren. Flesschen dichtlakken en op 'een koele, donkere plaats, liggend bewaren. Ja, die flesschen voor inmaak van vruchtensappen en zoo moeten natuurlijk goed schoon, merkte tante Marie op. Jc wascht ze uit met warme soda en zeepwa ter en spoelt ze terdege na. Goed uit laten druipen en'dan uitzwavelen met een zwavel- lint dat aangestoken wordt, waarna je dade lijk de schoone kurk erop doet, opdat de zwaveldamp niet ontwijken kan. Dan het sap er in doen. RECEPT. TUINBOONEN MET SPEK. Voor 4 personen neemt men op 3 K.G. tuinboonen (ongedopt) 2 ons mager rook- spek, wat zout en 2 theelepeltjes maggi's aroma. De boonen worden gedopt, gewas- chen en met ruim kokend water opgezet. Ook een beetje zout. Gaarkoken (14 uur) en dichtgedekt op een vergiet zetten om volko men droog uit te lekken. Het spek snijdt men in dobbelsteentjes, die men lichtbruin bakt. Voeg er de uitgelekte boonen bij, laat alles goed samen warm worden, meng er de aroma door en doe de groenten op een dekschaal. RECEPT. EEN SMAKELIJKE PUDDING. Men raspt de schil van een citroen (of nog liever een sinaasappel) en doet die in een pan met een liter melk en een half kopje suiker. Breng dit aan de kook en voeg er dan vijf eetlepels maizena bij, die men met een beetje koude melk heeft aangemengd tot een dik papje. Kook het mengsel tot het dik wordt en verdeel het dan in drie por ties. Voeg bij een van de drie porties twee eetlepels cacaopoeder, om dit deel choco ladekleurig te maken. Bij de tweede portie voegt men twee eetlepels bessensap, do der de portie laat men geel, zooals het ge kleurd werd door de citroenschil. Giet nu in een natten vorm een beetje van het cho colademengsel, daarna iets van het rose mengsel en vervolgens een weinig van het gele. Op die manier gaat men door in de zelfde volgorde, totdat al de pudding in den vorm is. Elke laag van de pudding strijkt men na het gieten in den vorm een weinig gelijk. Wanneer men bo vendien op deze pudding, wanneer ze goed stijf is, slagroom geeft, zult U aan tafel niets dan opgetogen gezichten zien, HUISVROUW. ook het ergste!, weten! Hij trachtte haar terug te houden, maar dit lukte niet en een oogenblik later kniel den ze naast Ursula, die het hoofd op en neer bewoog en steeds iets mompelde. Christoffer sneed de touwen om polsen en enkels door, terwijl Amy, haar angst overwinnend, meer licht ging halen en een opwekkend middel. Ze keerde dus terug met een lamp en vond Ursula opzitten en met Chris praten, terwijl zij in het geheel niet verrast scheen, hem te zien. - Hoe laat is het? vroeg zij. Nu moet ik gaan. Dit zeggende., stond zij op en trad wanke lend naar de deur. Ze trachtten haar terug te houden, maar Ursula herhaalde: - Ik moét gaan! Ik moét gaan En een koortsachtig licht flikkerde in haar oogen en een verhoogde blos tintte haar wangen. Waar gaat ze heen? fluisterde Christof fer. terwijl ze haar in den hall volgden. Amy wrong wanhopend de handen. Naar den kelder, antwoordde zij ein delijk. Den kelder? herhaalde hij ongeloovig. Ja. O, Chris, ze weet niet] wat ze doet! Vndcrs zou ze je nooit daarheen brengen. Maar je wilt ons toch helpen? Ik ben een boon, als ik 't snap! Maar natuurlijk wil ik je helpen, liefste. Hij sloeg den arm om haar heen en zij kreeg een gevoel van zalige veiligheid over zich. W4t er dan ook gebeurde. Chris was bij haar en hij zou dc verantwoordelijkheid op zijn breede schouders nemen. Halverwege den hall stond hij stil en zei: Die schurk moest toch gevat worden! Maar Amy keek zoo innig-teleurgesteld, dat hij dit idee opgaf. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4