Strafzaken in het oude
Holland.
Ni
Witte Heide
No.
Dè ontdekking van een moord na tien jaar.
FEUILLETON
Voor de Vrouw
r
IX
Het was in den Franselien tijd, dat op
een ochtend boeren, die kat ter kermis
waren geweest, in eenigszins brooddron
ken stempning naar huis reden. Het waren
een aantal jongelieden, die zich eerst aan
het kermisgenoegen hadden overgegeven,
daarna geruimen tijd met elkander den
goeden wijn in de herberg hadden opge
dronken, en die dus niet al te nauwlettend
toezagen, op wat zij deden. Een hunner, die
een zoogezegde grap wilde uithalen, maak
te het paard van zijn buurman aan het
schrikken. Dit schrok inderdaad, het
liet zijn berijder vallen en verdwenen in
de lanen van het bosch, dat men voor
zich had. Zeker ware ruzie ontstaan tus-
schen de jongelieden, had men niet tijdig
bespeurd, dat het paard een laan insloeg,
welke men wist, dat door een hek aan
het eind was afgesloten. Zoo had men
dus kans, ja eigenlijk zekerheid het paard
te zullen opsporen, en men zette zich
aan het werk. Het paard, stuitende op
het hek, was ter zijde van de liaan hei
bosch ingedrongen, maar daar konden de
vervolgers het al spoedig grijpen. Zij'
waren bezig het ontvluchtte paard bij den
teugel' te nemen en weer terug te gaan
naar hun kameraden, toen een hunner be
merkte, dat zijn stijgbeugel was verloren.
Denkende, dat deze wellicht in de takken
was blÜjven hangen, steeg hij af om er
naar te zien, en toen werd zijn aandacht
getrokken tot een pak, dat hij enkele me
ters verder in de struiken vond liggen.
Het was het Napoleontische tijdperk van
den smokkelhandel, zoodat de eerste ge
dachte der jongelieden was, dat men te
doen had met een pak, wellicht in de
vlucht weggeworpen smokkelgoederen
Mlen naderde dus met zekere voorzichtig
heid, maar wie schetst de verbazing ei
tevens de ontzetting der boeren, toen zr,
geen pak smokkelwaren, maar een in ee
donkeren mantel gehulde levenlooze gt
daante aantroffen, wiens bonte en opval
lende kleedij terstond de aandacht trok
Kleuren waren er evenveel in deze kleedij
als in den regenboog, en ware om he
overschot geen zwarte mantel geslagen,
men zou het reeds minuten tevoren hebbe:
gezien.
De boeren stegen weer op, maar niet
dan nadat zjj het overschot van den doo-
den man want dat er van leven niets
meer viel te bespeuren, stond vast ir.
een graf, in allerhaast opgeworpen, had
den gelegd. Zij gingen daarna Schout en
Schepenen waarschuwen, die, vergezel}]
van een heelmeester, spoedig ter plaatse
waren. Maar ook zij konden niet anders
dan den dood constateeren, den dood ech
ter door worging, zoodat aan niet anders
dan een misdaad viel te denken. Twee din
gen trokken de aandacht, en wel de weinig
gebruikelijke kleeding van den vermoorde,
die aan een Turk deed denken, en de ta-
toueeringen op den rechterarm aange
bracht, waarbij de letters F. X. Iv. Hei
Het gerecht deed navragen, waar het kon.
maar niemand had vreemdelingen in de
ze streek gezien. Dat was ook ongewoon,
want de streek was ver van de groote
handelswegen en van havensteden verwij
derd. Na verschillende bekendmakingen
meldde zich een herbergier uit de verre
omgeving aan. In zijn herberg, den Witten
Doorn geheeten, hadden twee mannen
overnacht, die naar de beschrijving, wel
ke hij van een rondreizend marskra|mer
had vernomen, wel tot den vermoorde kon
den behooren. Maar toen hij het lijk er.
zijne kleeding aanschouwde, en vroeg oi
niets meer gevonden was en men hetn'
ontkennend moest antwoorden, schudde hij
teleurgesteld het hoofd, want de vreem
delingen, die bij hem hadden vertoefd,
waren geheel anders gekleed geweest.
Naar het Engelscb.
17
Hij sloeg de sjaaltjes om haar heen, nam
haar op en onwillekeurig voelde hij een
huivering, toen hij haar beenigen arm om
zijn hals sloeg; want zij wist waarschijnlijk
beter dan hij^ dat het geen gemakkelijke
tocht zou zijn. Hoe Deborahs geestestoe
stand overigens ook moge geweest zijn, zij
scheen zeer goed te begrijpen den aard van
het avontuur, waarop zij uitgingen.
Gelukkig had hij de noodige werktuigen
bij zich!, om het slot open te steken, want hij
had van Annie wel gehoord, dat Miss Burn-
ham de laatste weken! onder het een of an
der voorwendsel den sleutel van de kelder
deur bij zich gestoken had en dat zij „ver
geten" had, 'm er weer op te steken.
Een lantaarn stond al in gereedheid en
voorzichtig ging het de treden af.
Toen ze „daar beneden" in den kelder
waren aangekomen, moest Sanders eens
even poolshoogte nemen; maar Deborah
mompelde hem steeds enkele hem onver
staanbare woordenl, vlak bij het oor, terwijl
haar beenigc hand wees in de richting van
de valdeur,, waar ze nu ook weldra vóór
stonden, en die Ursula ongegrendeld had
gelaten, na haar ochtendbezoek aan den
zieke.
Als Jack het niet zoo „volhandig" had
gehad, zou hem dit misschien eenigszins
bevreemd hebben, maar hij moest nu al zijn
aandacht bepalen bij het streven, om in het
tunneltje te komen.
Ouwe Deborah snoof de lucht in en scheen
Van hun uiterlijk herinnerde h\j zich wei
nig of nietszij waren des avonds laat ge
komen en des ochtends voor het krieken
van den dag weer weggegaan. En hoe men
verder zocht, men vond niets, en wat men
ook door middel van de nieuwsbladen op
riep, geen antwoord kwam in.
Tien jaren later ging een der boeren,
die tot het geezlschap der uitgelaten ker
misgasten had behoord, ter paardenmarkt
in het Zuiden van het land. Hij nam er lo
gies 9 een zeer gezochte herberg en zat
er des avonds in een grooten kring lustig
te vertellen. Verbazen kan het niet, da»
naar aanleiding van een geval, dat zich
juist in die dagen en in die streek had
voorgedaan, men kwam te spreken over
onopgeloste moordzaken. Het eene ver
haal, al onwaarschijnlijker dan het andere
werd opgedischt, en onze boer wilde niet
achterblijven. Hij verhaalde van de wonder
lijke ontdekking;, die hij en zijn kameraden
hadden gedaan. Nog als de dag van gis
teren stond hem de kleeding van den ver
moorde voor oogen, en ook de tatoueering,
die hij nimmer tevoren had gezien, was hem
goed bijgebleven,. In het vuur van zijn ver
haal zag hij niet, dat in het bijzonder de aan
dacht van een der toehoorders in den kring
op hem gevestigd was. Het was een man in
een mpt gallon bezetten rok], die groote
stevels en een geel harslederen broek droeg.
Men behoefde den> man maar aan te zien
om te begrijpen, dat hij of tot een. rondrei
zend circus behoorde of de aanvoerder van
een troep kermisgasten was. Dat bleek in
derdaad het geval; de voorstellingen van
zijn troep zouden den. volgenden dag tij
dens de paardenmarkt beginnen. Toen onze
boer met zijn verhaal gekomen was aan de
mislukte ontdekking van den waard uit den
Witten! Doorn, kon de man zich niet langer
inhouden. „Waar is het precies gebeurd;
wat ge vertelt", zoo vroeg hij, „en hoe was
de vreemdeling, dien niemand kende, ge
kleed?" De boer gaf nadere aanwijzingen.
Hij vertelde nogmaals van de getatoueerde
letters, en toen vroeg de onbekende in groo_
te spanning of hij zich de letters herinnerd,
die in den arm gebrand stonden. Waarop
de boer zonder zich te bedenken, de letters
F. X. F. noemde. Terwijl een doodskleur
over 's mans gelaat trok, gilde hij: .„Dat
moet mijn Frans zijn geweest!" Maar voor
dat men gelegenheid had hem naar zijn plot
selinge ontroering te vragen! snelde hij
reeds de kamer uitj, roepende: „Dat schreit
om wraak!" Zijn uiterlijk voorspelde niets
goeds, dus volgde men hem naar den be-
iendenden stal, waar de paarden van het cir
cus werden gevoederd.
Onze man had daar den bediende, belast
met de bewaking der paarden; bij den keel
gegrepen. Met reuzenkracht sleepte hij hem
uit den stal naar buiten. „Ge zult hooren,
satan"1, zoo brulde hij hem toe, „waar mijn
arme Frans gebleven is, en| ge zult u daar
over verantwoorden". Een onbeschrijfelijke
angst was over het gelaat van den bediende
getrokken. Maar hoe hij stamelde: „Laat
mij los, ik heb immers niets gedaanv," zijn
wederpartij hield de vuist onverwringbaar
in zijn borst geklemd, Midden in den kring
der mervschen in'dë^herberg bracht hij hem,
en daar riep hij hem toe: „Nu zult ge mij
zeggen waar ge tien jaar geleden mijn on-
gelukkigen Frans hebt gelaten". Maar voor
dat een der aanwezigen tusschenbeide was
getreden of de beschuldigde iets had kunnen
antwoorden', was het gerecht, spoedig ge
waarschuwd, ter plaatse. De Schout greep
den beschuldigde, en verzocht den aanvaller
en den boer. wiienJs verhaal tot deze op
schudding had aanleiding gegeven,, hem te
volgen-. Dat geschiedde, en daar vernam de
boer, dat zijn toevallig vertelsel de gezoch
te waarheid had gebracht. De directeur toch
van dit circus was de vader van den ver
moorde. Deze was in gezelschap van een
der bedienden van het paardenspel op reis
gegaan om de voorstellingen van het circus
in verschillende Nederlandsche provinciën
voor te bereiden. De bediende deed dit
daarom met graagte, omdat hij, indertijd
in Namen, gedeserteerd zijnde, wat angstig
iets bijzonders" te ruiken, waar de petro
leumkachel zeker schuld aan had. Jack
hield dit voor de gewone atmosfeer in zoo'n
kelderachtige ruimte.
Het tunneltje was vrij diep en de leemen
vloer was zóó glibberig, dat hü heel voor
zichtig loopen moest met zijn last. Ineens
werd de doorgang wat breeder en liep uit
op een paar afgebrokkelde steenen treden,
die, te oordeelen naar het klotsen van het
water, rechtstreeks naar de rivier leidden.
Driftig stond Jack Sanders stil en riep:
Jou ouwe gek!Moest ik je dan
naar het water dragen, om
Tot zijn verbazing sprak Deborah nu heel
duidelijk:
Zet mij neer!
Hij liet haar bijna vallen van schrik, toen
zij zeer verstaanbaar en geregeld door
praatte:
Ja,, die treden leiden naar de rivier,
maar de deur zal wel dicht zitten. En dcLdr
hebben wij -ook niets te doen; maar licht
liever eens goed bij en volg mij!
Zijzelve was misschien even verbaasd als
hij, dat zij* nu, na anderhalf jaar, weer ver-
taanbaar spreken kon; maar het was nu
geen tijd voor verbazing, of dankbaarheid,
of schrik: er moest gehandeld worden en
nel ook!
Dus lichtte hij haar bij, terwijl zij met de
eene hand tegen den muur geleund, de voch
tige steenen betastte en ineens verblijd
mompelde:
De vijfde van onder af en de tweede
aan de rechterhandJuist, ik weet
het nog welIk kan er zelf de doos
wel uithalen.
Zij werkte er de steenen één voor één
uit, vier in getal, en' zoo kwam een vier
kante ruimte te zien, waar zij voorzichtig
iets uitschoof, terwijl zij nadrukkelijk zijn
hulp afwees.
Hij sloeg haar gade en zag, dat haar
was in die streken opnieuw te worden ge
zien. De beide mannen trokken dus door
Nederland. Na een reis van enkele maanden
was de bediende alleen bij den vader terug
gekomen. Frans, zijn zoon, had hem verla
ten; deze was in dienst getreden bij dc
Duitschers. Dat verbaasde den vader min
der dan het hem verdriet deed, want reeds
meer dan eens had Frans te kennen gege
ven. dat hij het paardrijdershandwerk ver
foeide en militair wilde worden. Hij hoopte
slechts, dat zijn zoon, na de hardheden van
den dienst ondervonden te hebben tot hem
zou terugkeeren en hij beloofde zichzelf bij
voorbaat, dat hij hem dan hartelijk welkom
zou heeten. Geen oogenblik was bij hem
twijfel gerezen of het verhaal van den be
diende, Baptiste geheeten-, waar was. Het
is een bewijs voor de slechte verspreiding
van de nieuwstijdingen in die dagen, want,
terwijl Schout en Schepenen ter plaatse,
waar de moord was geschied, zich beijver
den om belanghebbenden op te roepen, had
het circus in een ander deel van Nederland
vertoefd. Hoe licht had een hunner de be
kendmaking niet kunnen lezen!
De samenloop der omstandigheden deed
de schuld van Baptiste vrijwel onloochen
baar zijn. Hij poogde aanvankelijk alles te
ontkennen,, maar hij slaagde daarin slechts
korten tijd. Toch was hij niet zoo schuldig
als op het eerste oog leek. Tezamen waren
de beide mannen dag na dag onderweg
geweest. Op een laten avond waren zij in de
herberg: den Witten Doorn aangekomen' in
hun gewone reiskleedij. Zij hadden er slechts
enkele uren van den nacht vertoefd om
's morgens vroeg weer op reis te gaan. Tn
de nabijheid van 't dorp, nabij hetwelk de
moord plaats had. gekomen!, kwamen zij
op de gedachte, dat het aanbeveling ver
diende, dat zij zich in costuum aan de boe
ren vertoonden. Zooiets trok altijd meer de
aandacht, en het was er hen om te doen om
die aandacht te verkrijgen! Frans was spoe
dig gereed en had zijn reiskleeding reeds in
zijn valies geborgen, terwijl Baptiste de
laatste hand aan zijn gewaad legde. Hij
haalde een bonten neusdoek uit zijn valies
te voorschijn en Frans meende1, dezen als
zijn eigendom te herkennen. Daaruit ont
stond een heftige twist, waarbij Baptiste
den jongen een noodlottigen slag toebracht
die hem bewusteloos ter aarde deed zin
ken. Zijn hevige stuiptrekkingen brachten
hem op de gedachte, dat hij er het leven niet
meer zou afbrengen. Radelooze angst dreef
hem daarop tot bet uiterste. Om verzekerd
te zijn, dat de ongelukkige niet weer zou
bijkomen en zijn misdrijf aan het licht zou
brengen, worgde hij den jongen man met
denzelfden doekj, waarover de twst was ont
staan. Hij wierp het lijk daarop in een grep.
pel; begaf zich zonder oponthoud in het Ol-
denburgsche om er het paard van den ver-
slagene te verkoopen„ en wierp het valies
en de verdere reiskleeding op eem afgele
gen stuk heide in een diep moeras. Zoo
meende hij alle sporen van zijn misdaad te
hebben uitgewischt, vervoegde zich te
Haarlem zonder blikken of blozen bij den
vader, die hem weer in den troep opnam
als ware niets gebeurd.
Telkenmale blijkt in de geschiedenis der
strafrechtpleging, dat het toeval een niet
onbelangrijke rol speelt. De moordenaar
mocht inderdaad verwachten, dat hij zijn
slachtoffer op een afgelegen plek had neer
gelegd. Ware het paard van den eenen boer
niet op hol geslagen, wellicht waren dagen,
weken, zoo niet maanden voorbijgegaan,
voordat iemand deze afgelegen plek had
betreden. Had men dan het lijk gevonden,
het ware wellicht vergaan; de herkenning
nog moeilijker, de kleeding niet meer op
zienbarend. Het toeval wilde, dat twee da
gen na den moord de boeren op deze plek
kwamen, en dat juist een hunner tien ja
ren later in een geheel ander deel van het
land een verhaal deed! dat tot de ontdekking
leidde! Dat de moordenaar zijn welverdien
de straf in den geest dier dagen niet ont
ging, behoeft nauwelijks vermelding.
NOG EEN PAAR EENVOUDIGE
ZOMERJAPONNETJES.
Behalve veel kunstzijde worden er dit sei
zoen natuurlijk heel veel katoenen japonne
tjes gedragen, al zou U dat op het eerste
gezicht niet zeggen. De fabrikanten van ka
toenen stoffen hebben zich namelijk de
moeite gegeven allerlei aardige stoffen te
ontwerpen, die er werkelijk fraai uitzien.
Zoo is bijvoorbeeld het japonnetje links op
de teekening van vermillioen-roode katoe
nen crêpe. Het lijfje vormt een boléro en
krachten haar langzamerhand begaven; dus
schoof hij haar op zij en sprak:
Nu is het mijn beurt, ouwetje!
De opening in den muur was zéér diep;
hij stak er de linkerhand in en haalde er uit
te voorschijn een smal, ijzeren kistje met
stevige klampen.
Zijn oogen schitterden; hij nam het kistje
onder den arm en keek naar de oude, die
op den vloer lag.
- Is dit 41?begon hij', toen boven
het klotsen van het water uit, het geluid
van stemmen klonk en/ van voetstappen, die
de steenen trap betraden.
Hij had juist Deborah eens willen door
elkaar schudden, toen hij opsprong, het
hoofd achterover wierp en luisterde.
Gesnapt! Aep hij heesch. Gesnapt!
Hij wilde vluchten, trachtte Deborah op
zij te schuiven,, maar, met een kreet, die
weergalmde door de ruimte, pakte zij hem
bij den enkel, zóó onverwacht, dat hij wan
kelde en zwaar neerviel.
HOOFDSTUK XXV.
Amy kwam langzaam bij. Een oogenblik
voelde zij zich nog te zwak en wee, om te
beseffen, wat er gebeurd was, maar toen de
chloroform uitgewerkt had, was zij zeker,
dat hetgeen San.dcrs vóór had, iets had uit
te staan met den man in den kelder. En
Ursula?
Een paniek maakte zich van haar mees
ter. Zij worstelde en spartelde, tot de af
drukken van de touwen in haar polsen en
enkcis stonden.
Toen zij uitgeput en ademloos weer even
stil lag, merkte zij, dat zij de handen al
thans wat losser had gewerkt; ze waren nog
wel gebonden', maar ze kon ze een beetje
bewegen. Ze droeg voor de warmte een
Norfolk-jasje over haar blouse en in een
van de zakken had zij een opvouwbare
is met kleine naadjes onder den kraag ge
zet. Het kraagje en de manchetjes zijn wit.
De uiteinden van het kraagje zijn onder de
sluiting van de boléro doorgehaald. De
mouwen zijn recht. Opzij krijgt de rok de
noodige ruimte door een aantal platte plooi
en; Rechts hebben we een heel eenvoudig,
doch zeer smaakvol japonnetje van witte
katoenen crepon. De hals van het japonne
tje is van voren met een ingezet plastron
met twee over elkaar vallende stukken. De
aardige korte mouwtjes zijn boven op den
arm gespleten. Drie metalen knoopjes op
eiken schouder geven ook aan dit japonne
tje weer een beetje het sportieve, eenigszins
militaire cachet, dat momenteel veel japon
netjes typeert.
En U moet niet denken, dat alleen voor
de gewone zomerjaponnetjes voor overdag
katoenen stofjes gebruikt worden. Integem-
deel! Katoenen avondjurken worden steeds
meer populair, daaronder nemen de piqué's
en de gekleurde, dikwijls gestreepte katoe
nen, stofjes een voorname plaats in. Ze wor
den gewoon gemaakt volgens de modernste
patronen en zijn buitengewoon flatteus.
Aardige korte jasjes van het fijnste piqué
worden op chiffon japonnen gedragen. Het
groote voordeel van deze katoenen mode is,
dat alles gemakkelijk gewasschen kan wor
den. Ook tasschen, schoenen, ceintuurs,
hoeden en mantels, ziet men van dezen zo
mer in allerlei katoenen uitvoeringen.
L O E S.
Van deze japonnen zijn knippatronen
verkrijgbaar 4 75 cent per stuk. Postwissel
(of postgiro 7 15 12) zenden aan: De
Beurs, Amstellaan 66, Amsterdam-Z. Op het
strookje nauwkeurig vermelden: Naam en
adres van afzender, nummer van het ge-
wenschte patroon en maat. De maten van
40 tot 52 kunnen geleverd worden. Levering
1 week na ontvangst van order.
DAGBOEKBLAADJES
Vandaag tante Marie op bezoek ge
had. Mijn gezelligste tante die ik heb
Weet overal raad op en is onuitputtelijk in
huishoudelijke wenken. Geen wonder dat ze
pottenderwijs „het wandelende huishoud
boek" genoemd wordt. Toch valt er een
heeleboel van tante Marie te leerent Had ik
bijvoorbeeld anders geweten, dat die poets
lappen met lijnolie, waarmee ik wel eiken
meubelen wrijf, brandgevaar kunnen ople
veren? Toch is 't zoo, zegt tante Marie. Ze
kunnen vanzelf gaan ontbranden, al komt
er heelemaal geen vuur bij. Nu, voortaan
berg ik ze dan maar weg in de leege asch-
ketel of ik gooi ze weg.
vruchtentijd geeft vruchtenvlekken,
zei tante Marie. Maar zóó erg is dat nu niet.
Je krijgt ze. weg met alcohol, spiritus of
eau de cologne. Gewoon uitwasschen met
water helpt meestal ook wel, als je er maar
niet met zeep bij komt. 't Is maar een weet.
hè?
t Is een beetje raar praatje
zei tante Marie ook nog maar zweetvlek-
schaar. Met veel geduld en ongerief bereik
te zij haar zak. met krampachtig vertrokken
vingers wist zij de schaar te bemachtigen
en begon zoo langzaam het touw om haar
rechterpols door te zagen.
Het was een langdurig en pijnlijk proces;
maar ten slotte kon Amy zich toch van de
bank oprichten. Ze was zóó stijf en duize
lig. dat ze in 't eerst haast niet staan kon;
en. na dit eerste succes, trad er een reactie
in. waardoor ze nu zulk een angst had„ dat
ze zich haast niet durfde bewegen. Ze wist,
dat er een lucifersdoosje vlak bij haar moest
staan, maar ze durfde er de hand niet naar
uitstrekken.
Daar klonk door de haast hoorbare stilte
in huis het geluid van naderende voetstap
pen en er werd krachtig aan de bel getrok
ken.
Met koortsachtige haast stak zij nu de
kaars aan, op een van de kandelaars, die
op de kast stonden, en liep naar de deur,
waar zij de grendels van terugschoof. al
roepenjd:
Help! Help!
Amy, ik len het, Chris!
Het was zijn stem
En nu kwam het haar voor. hoe zij al
dien tijd geweten had. dat het niemand an
ders zijn kon! En toen hij den spaarzaain-
verlichten hall binnentrad, viel ze hem in de
armen en riep hij triomfantelijk:
Ik wist flat Jc m,i nu wel z°"dt bin
nenlaten! Ik kón niet wegblijven. Amy! Ik
voelde, dat je mij noodig hadt; dat ik
het nog eens moest probeerenLieU
te, wat is er? viel hij zichzelven in de re
de. op geheel veranderden toon.
Steeds snikkende vertelde zij hem, wat er
gebeurd was, en trok hem mee naar de eet
kamer.
- Ursula was hier, toen ik wegging. O,
Chris, gauw! Laten wij, al was het dan
ken in warme dagen kunnen erge leelijke
vlekken oolever'm. Zijn ze versch, dan kan
men ze wel wegkrijgen door in warm water
uit te wasschen en daarna met een watje
met benzine te behandelen. Oude vlekken
bet je weg met azijn of citroen.
Schei uit kind, riep tante Marie,
toen ze me de groenten zoo flink en lang
zag koken, kook je groenten toch nooit
langer dan absoluut noodig is om ze gaar
te krijgen. Kook ze niet dood! Je haalt al
le kracht er uit, ze word-a leelijk van
kleur, verliezen hun smaak en bovendien
hun geur! Al weer wat geleerd, dacht ik.
Waarom tuinboonen eigenlijk met
spek gekookt worden, kind? Wel, beste
kind, zri tante Marie, omdat daardoor de
schillen zacht worden. Ja, als de tuinsoonen
hard en oud worden, is het lekkers er dik
wijls af. M„ar als je er wat moeite voor
over hebt. kun je ze toch nog erg smake
lijk krijgen! Als ze niet gaar te krijgen zijn
namelijk kun je ze pellen, net als aman
delen. Dat gaat tamelijk vlug. En ze sma
ken dan weer heerlijk hoor!
Tuinboontjes inmaken? Kan geleu-
ren. hoor, zei Tante Marie. Als je er maar
om denkt, dat je bij inmaak in het zout een
pekel moet gebruiken van 4 ons zout op
elke liter water. En bij slaboonen? Neem
nou eens een ouderwetsche raad van mij
aan, kind, en gebruik 1 pond zout op dui
zend boontjes! Te veel zout kun je feitelijk
nooit nemen. En bij snijboonen? 2 pnd. zout
op 1000 boonen.
Lekker glaasje limonade, zei tan
te Marie, en ze nam een lange teug. Maar.
ging ze voort, je kunt zelf ook fijne limo
nade maken van frambozen, als die er
straks weer zijn. Dan krijg je frambozen
sap, dat je voor vla en sausjes en ook voor
limonade (dan natuurlijk met suiker erbij)
gebruiken kan. Daarvoor doe je de fram
bozen in een linnen/ of flanellen zak met
een houten gordijnring. Je drukt de ring
hoe langer hoe verder naar heneden en perst
zoo de frambozen uit. Dan kook je het sap
even op en laat het dagen op een koele,
donkere plaats staan. Vervolgens zeven en
weer 5 minuten opkoken, afschuimen en in
gezwavelde flesschen 20 minuten pasteuri-
seeren. Flesschen dichtlakken en op 'een
koele, donkere plaats, liggend bewaren.
Ja, die flesschen voor inmaak van
vruchtensappen en zoo moeten natuurlijk
goed schoon, merkte tante Marie op. Jc
wascht ze uit met warme soda en zeepwa
ter en spoelt ze terdege na. Goed uit laten
druipen en'dan uitzwavelen met een zwavel-
lint dat aangestoken wordt, waarna je dade
lijk de schoone kurk erop doet, opdat de
zwaveldamp niet ontwijken kan. Dan het
sap er in doen.
RECEPT.
TUINBOONEN MET SPEK.
Voor 4 personen neemt men op 3 K.G.
tuinboonen (ongedopt) 2 ons mager rook-
spek, wat zout en 2 theelepeltjes maggi's
aroma. De boonen worden gedopt, gewas-
chen en met ruim kokend water opgezet.
Ook een beetje zout. Gaarkoken (14 uur) en
dichtgedekt op een vergiet zetten om volko
men droog uit te lekken. Het spek snijdt
men in dobbelsteentjes, die men lichtbruin
bakt. Voeg er de uitgelekte boonen bij, laat
alles goed samen warm worden, meng er
de aroma door en doe de groenten op een
dekschaal.
RECEPT.
EEN SMAKELIJKE PUDDING.
Men raspt de schil van een citroen (of
nog liever een sinaasappel) en doet die in
een pan met een liter melk en een half kopje
suiker. Breng dit aan de kook en voeg er
dan vijf eetlepels maizena bij, die men met
een beetje koude melk heeft aangemengd
tot een dik papje. Kook het mengsel tot het
dik wordt en verdeel het dan in drie por
ties. Voeg bij een van de drie porties twee
eetlepels cacaopoeder, om dit deel choco
ladekleurig te maken. Bij de tweede portie
voegt men twee eetlepels bessensap, do der
de portie laat men geel, zooals het ge
kleurd werd door de citroenschil. Giet nu
in een natten vorm een beetje van het cho
colademengsel, daarna iets van het rose
mengsel en vervolgens een weinig van het
gele. Op die manier gaat men door in de
zelfde volgorde, totdat al de pudding in den
vorm is. Elke laag van de pudding
strijkt men na het gieten in den
vorm een weinig gelijk. Wanneer men bo
vendien op deze pudding, wanneer ze goed
stijf is, slagroom geeft, zult U aan tafel
niets dan opgetogen gezichten zien,
HUISVROUW.
ook het ergste!, weten!
Hij trachtte haar terug te houden, maar
dit lukte niet en een oogenblik later kniel
den ze naast Ursula, die het hoofd op en
neer bewoog en steeds iets mompelde.
Christoffer sneed de touwen om polsen
en enkels door, terwijl Amy, haar angst
overwinnend, meer licht ging halen en een
opwekkend middel.
Ze keerde dus terug met een lamp en
vond Ursula opzitten en met Chris praten,
terwijl zij in het geheel niet verrast scheen,
hem te zien.
- Hoe laat is het? vroeg zij. Nu moet ik
gaan.
Dit zeggende., stond zij op en trad wanke
lend naar de deur. Ze trachtten haar terug
te houden, maar Ursula herhaalde:
- Ik moét gaan! Ik moét gaan En
een koortsachtig licht flikkerde in haar
oogen en een verhoogde blos tintte haar
wangen.
Waar gaat ze heen? fluisterde Christof
fer. terwijl ze haar in den hall volgden.
Amy wrong wanhopend de handen.
Naar den kelder, antwoordde zij ein
delijk.
Den kelder? herhaalde hij ongeloovig.
Ja. O, Chris, ze weet niet] wat ze doet!
Vndcrs zou ze je nooit daarheen brengen.
Maar je wilt ons toch helpen?
Ik ben een boon, als ik 't snap! Maar
natuurlijk wil ik je helpen, liefste.
Hij sloeg den arm om haar heen en zij
kreeg een gevoel van zalige veiligheid over
zich. W4t er dan ook gebeurde. Chris was
bij haar en hij zou dc verantwoordelijkheid
op zijn breede schouders nemen.
Halverwege den hall stond hij stil en zei:
Die schurk moest toch gevat worden!
Maar Amy keek zoo innig-teleurgesteld,
dat hij dit idee opgaf.
Wordt vervolgd.