Adverteert ook
des Woensdags
RG
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Gemeenteraad
Veilig Verkeer
i
UT
od
De groote les.
Het nieuwe Uitbreidings
plan der gemeente Soest
Bekendmakingen
Officieel
Werkt allen mede
No. 90
Twintigste Jaargang
Woensdag 9 November 1932
:n
groot-
omé.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
UITGAVE: N V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ *.h. 8. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIËNVAN 1-5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 1.- PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380)
GEMEENTERAADSVERGADERING
De Burgemeester der gemeente Soest
maakt bekend, dat een openbare Vergade
ring van den Raad dezer gemeente is be
legd tegen Donderdag, 10 November 1032
des namiddags 4 uur.
Soest, 5 November 1932.
De Burgemeester voornoemd,
G. Deketh.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarlie der gemeente ter visie
is gelegd een verzoek met bijlagen van
E. J. Mastenbroek, Hartweg 25, Soesti,
zulks met intrekking van zijn verzoek, dd.
29 September 1932, om vergunning tot de
oprichting eener zuivelfabriek en het daar
in plaatsen van een electromotor van 1 P.K.
voor het inwerking stellen van een zuig-
pomp en een electromotor van 2 P.K. die
nende voor aandrijving van 1 boterkneeder,
centrifuge en karn op/in het perceel Hart
weg No. 25 kad. gemeente Soest, Sectie H.
No. 1410;
dat op den lSden November 1932 des
voormiddags te 11 uren gelegenheid is om
ten gemeentehuiize bezwaren tegen het op
richten dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende drie dagen vóór dien
dag op de secretarie der gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zijj, die niet op
de aangewezen plaats en het aangegeven
uur in de vorengenoemde ingevolge art.
7 der Hinderwet te houden zitting zijn
verschelten, teneinde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Soest, 4 November 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Seoretaris, J. Batenburg.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarie der gemeente ter visie
gelegd een verzoek met bijlagen vin
M. Hornsveld, Nieuwerhoekstraat 4 te
hoest om vergunning tot het oprichten van
een benzinebewaarplaats, bestaande uit een
orrdergrondsch leservoir van 10.000 Liter
inhoud en een aftappomp en een on ier-
grondsch reservoir van 6000 Liter inhoud,
met aftappomp op/in het perceel van Wee-
of flraat Kerr>eente Soest Sectie A. No.
2141
dat op den IBderi November 1932 des
voormiddags te 11 Uren gelegenheid is om
ten gerweentehuize bezwaren tegen het op
richten dier inrichting in te brengen,
en dat gedurende DRIE DAGEN vóór
dien dag op de secretarie der gemeente van
de ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de
aangewezen plaats en het aangegeven uur
in de vorengenoemde ingevolge art. 7
der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, teneinde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Soest, 4 November 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Voor wie de teekenen van den tijd weet
te verstaan en dat kunnen we allen, wan
neer we eerlijk, ernstig nadenken vormt
het tijdperk waarin we leven als het ware
één groote aanschouwelijke les. Het gaat
met de naties, zooals het met menschen
gaat, althans in vele gevallen gaat. Wan
neer het ons voor den wind gaati, als we
betrekkelijk overvloed hebben en succes,
<lan hebben we van niemand raad noodig.
We kunnen heusch onze boontjes wel al-
'een doppen. Met de moraal, kom, daar
mee nemen we het dan niet zoo nauw. We
zijn immers zoo modern? Etische overwe
gingen, naasten liefhebben als onszelve?
Och kom, dat is wee gezwam in de ruimte,
allang verouderd immers? Nietwaar, wij
zijn zulke enorme kerels, wij menschen van
de twintigste eeuw, de eeuw van de dui
zelingwekkende mogelijkheden, van de su
per-techniek. Nederig zijn? Waarvoor?
Moeten zulke kranige sinjoren als wij ne
derig zijn? Onzin! Ennetekortko
mingen? Wat is dat voor gezeur? Moeten
wij, branies die we zijn, liggen te jammeren
over onze tekortkomingen? Als we die al
mochten hebben, want te deksel, succesvol
le menschen als wij, die het wereldruim ver
overen, wij die zoo rationeel zijn en zoo
knap alle deksels wat knap zijn wij toch
die hebben toch feitelijk geen tekortko
mingen? Neeneemaar kijk eens hier:
het ballonnetje is gebarsten, het ballonne
tje van ons succes, en nu ligt het daar als
een vies propje en we beginnen ons af te
vragen, of er misschien toch.... hm
wellicht een kleinigheidje aan ons mankeer
de, ofnu ja, het is niet prettig voor
zulke moderne, knappe venten als wij zijn,
om fouten te moeten erkennenof er
misschien toch nog wel zooiets zou zijn
misschien. Als een universeele wet van
oorzaak en gevolg op het gebied van zoo'n
ontastbaar ding als de naastenliefde
Tja jaEn als we dan eens komen te
denken over den toestand in de heele we
reld, dan levert dat toch wel stof tot na
denken. We ziijn nu wel langzamerhand er
allemaal van oordrongen, dat het een on
weerlegbaar economisch feit is, dat de we
reld één geheel vormt, dat elke natie dus
met sterke banden aan de andere naties ge
ketend zit. Met zulke hechte banden, dat
wat de eene natie treft ten goede of ten
kwade al de andere ook treft. Waar dus
de hcele wereld als het ware kreunt onder
den last van een economische depressie, we
ten we, dat de eenige manier om die last
te verwijderen zal zijn, dat de naties bijeen
zouden komen, bijeen zouden blijven, sa
men zouden denken en werken, ten bate van
allen. Vandaar al die internationale confe
renties die gehouden werden en nog zul
len worden.
Er is echter met die internationale bij
eenkomst iets niet in orde geweest. We
hebben het telkens weer gezien. Hoogge
stemde verwachtingen en hoop omringden
de conferenties. En tochop een ge
geven oogeniblik werd er roet in het eten
geworpen, leek het wel, alsof er een on
heilspellende betoovering over de cont'eree-
renden geworpen werd. en het resultaat
wasmislukking. Wie de moeite
neemt, de oorzaken na te speuren, ontdekt
al gauw welke dat zijn: op het critieke
oogenblik maakt zich een sombere vrees
van de confereerenden meester, een geest
van jalouzie en bekrompen nationalisme.
In dien laatsten tijd hebben vooraanstaande
staatslieden en zakenlieden,, terugkomende
van belangrijke internationale conferenties
op verschillende wijzen gezegd: we kunnen
met al onze pogingen niet verder komen,,
zoolang die oude geest blijft heerschen. On
ze eenige hoop is, dat er een nieuwe geest
zal komen
Hier is de groote les: ieder weet, ieder
beseft althans, wat die nieuwe geest moet
zijn. Dat het een geest moet zijn, die de
naties ertoe brengt ronduit te erkennen, dat
het welzijn van den een het welzijn van al
len is, de tegenslag van den een, de tegen
slag van allen. Een geest dus, die maakt,
dat de naties niet alleen aan hun eigen be
langen denken, maar ook aan die van de
anderen, dat ze aan anderen, zelfs vroegere
vijanden geven willen, wat ze ook voor
zichzelf wenschen, dat ze samen willen
werken, niet als rivalen, maar als partners,
in één gemeenschappelijk pogen voor het
gemeenschappelijk belang. En, tot zijn
eenvoudigste vorm teruggebracht: wat is
dat anders dan de aloude opdracht, die
we in schijnvoorspoed vergaten en in
arren/moede zoekende naar oorzaken
teruggevonden hebben, namelijk dat we
den naaste liefhebben moeten, gelijk ons-
zelve'
FLORJS C.
(Nadruk verboden).
In „de Soester" van 29 Octobcr 1.1. vond
m,en de officieele mededeeling onder
dagteekening 26 October van het H^ofd
onzer Gemeente afgedrukt, dat voor een
ieder ten Raadhuize ter kennisneming aan
wezig is het nieuwe uitbreidingsplan met
bijbehoorende bescheiden.
Deze mededeeling is geschied ingev lge
artikel 37 van de Woningwet.
Wij wwlen, hier allereerst voor belang
hebbenden vermelden, wat de Woningwet
in deze aangelegenheid verder bepaalt.
Artikel 36 dezer Wet stelt het opmaken
van een Uitbreidingsplan, geldend voor
hoogstens 10 jaren, verplichtend voor alle
gemeenten met minstens 10.000 zielen, zoo
dat Soest hiervoor reeds sedert vele jaren
in aanmerking komt.
Volgens artikel 37 moet het ontwerp
van dit plan gedurende ten minste vier we
ken ter openbare kennisname worden ten
toongesteld, waartoe dan nu door den Bur
gemeester de termijn is gesteld van 28 Oc
tober 1.1. tot 28 November d.a.v.
Belanghebbenden hebben gedurende dien
termijn gelegenheid hunne bezwaren tegen
het ontwerp aan den Raad kenbaar te ma
ken. Allen, die meenen belang te hebben
bij dit ontwerp, verzuimen dus niet zich
tijdig op de hoogte te gaan stellen.
Na afloop van dezen termijn beslist de
Gemeenteraad binnen 3 maanden, over het
Ook des Woensdags hebben
Uwe cliënten hunne behoef
ten, en koopen niet alleen des
Zaterdags.
Het is dan ook voor den han
delsman noodzakelijk, dat het
publiek ook midden in de
week op zijn branche het oog
laat vallen.
Een advertentie in „De Soes
ter" en U kunt er van verze
kerd zijn, dat deze in alle huis
gezinnen van Soest wordt ge
lezen'.
DAAROM:
00K DES WOENSDAGS!
ontwerp en over dt voorgebrachte bezwa
ren. welke beslissing éénmaal voor hoog
stens 3 maanden kan worden verdaag
Door den Raad al of niet gewijzigd
vastgesteld zijnde, wordt het nu tot
„plan" verheven „ontwerp" opnieuw voor
een ieder ter inzage gelegd en nu gedurende
14 dagen
Binnen 14 dagen na dezen termijn zenden
B. en W. het plan ter goedkeuring aan Ge
deputeerde Staten, terwijl belanghebbenden,
die reeds bezwaren indienden bij den Raad,
zes weken tijd hebben hun bezwaren bij
Ged. Staten in te dienen.
Worden deze bezwaren ook door Ged.
Staten niet gedeeld, d'staat volgens art.
38 ten slotte beroep open bij de Kroon,
mits binnen een maand na den dag der
bekendmaking door B. en W. van de be
slissing van Ged. Staten.
Ik heb hiermede gemeend belanghebben
den zoo volledig mogelijk te hebben voor
gelicht omtrent de wegen, die hen open
staan om hunne belangen in deze te ver
dedigen.
Het ligt voor de hand, dat de ontwerper
van een LTitbreidingsplan zich daarbij in
de allereerste plaats moet laten leiden door
eischen van schoonheid en door Verkeers
technische belangen. En dan ligt het even
eens voor de hand. dat ook al moge die
ontwerper oog hebben ook voor particu
liere belangen hij deze laatsten veelal
naar het tweede plan zal moeten terugdrin
gen.
Wij mogen wel als zeker veronderstel
len, dat de heer K. C. van Nes, die ons
uitbreidingsplan heeft gemaakt, eien man
die elders zijn sporen verdiend heeft niet
andere uitbreidingsplannen en als land
schap-architect, ook voor vele moeilijkhe
den heeft gestaan waar het betrof het spa
ren van persoonlijke belangen. En zoo zul
len er zeker gevallen voorkomen, waarbij
een of andere grondeigenaar de vraag stelt,
waarom moest nu juistdeze weg geheel op
mijn terrein liggen en niet ten deele op dat
van mijn buurman, of waarom gaat die
weg schuin over mijn land in plaats van
zooveel mogelijk langs mijn perceelgrens?
Ik stel mij voor. dat de ontwerper hen
de redenen klaar en duidelijk zal kunnen
voorleggen.
Toch verwacht ik, dat vele bezwaren van
dien aard zich zullen voordoen en dat tal
van deze zich-bezwaard-voelende personen
hulp zullen zoeken bij een of ander Raads
lid.
Moge dan zoo'n Raadslid en mogen ten
slotte alle Raadsleden dan blijk geven van
sen breeden blik en mogen zij zich bewust
zijn, dat het hier een vraagstuk geldt waar
in zich slechts zeer weinig menschen thuis
voelen, zoodat het noodig is vertrouwen te
stellen in den man, dien men in deze als
„deskundige" heeft gekozen en die ook
elders als deskundige wordt erkend!
Bovendien wil ik er op wijzen, dat de
Woningwet een weg aanwijst om die per
soonlijke belangen zoo veel mogelijk te
ontzien.
Wanneer de Gemeente zelf eigenaar is
van den grond, waarop nieuwe straten vol
gens het plan moeten worden aangelegd,
dan komen geen persoonlijke bezits-belan-
gen in het geding.
Welnu, artikel 34 van de Woningwet
geeft een aanvulling betreffende „onteige
ning in het belang der Volkshuisvesting"
en hiervan vermelden wij de volgende be
palingen
y,Zonder voorafgaande verklaring bij
de wet, dat het algemeen nut de onteige
ning vordert, kan in het belang der
volkshuisvesting onteigening plaats vin
den le enz
4e ter verkrijging van de beschikking
over ongebouwde en gebouwde eigen
dommen, begrepen in een goedgekeurd
plan van uitbreiding, zulks ten einde uit
voering te kunnen geven aan zoodanig
plan of ter verkrijging van de beschik
king over ongebouwde of gebouwde
eigendommen, benoodigd om uitvoering
te geven aan een in het belang der volks
huisvesting vastgesteld bouwplan.
Men ziet, dat hier een eenvoudige weg is
geopend voor de gemeente om een geheel
complex gronden in handen te krijgen,
waarbij belanghebbenden naar billijkheid
worden schadeloos gesteld voor het afstaan
dier terreinen waarna zonder iemands
persoonlijke belangen te schaden de we
gen kunnen worden aangelegd zóó, dat
een mooi en goed-verantwoord geheel
wordt verkregen.
Mogen de leden van den Raad zich deze
bepaling herinneren wanneer het gaat om
vele kleine belangetjes, die als bezwaren
voor het thans gemaakte ontwerp naar vo
ren komen.
Maar dan moet ook de Raad zoowel
de tegenwoordige als een toekomstige
er niet voor terugschrikken om tot aan
koop van terreinen over te gaan, wanneer
in een of ander deel der Gemeente uitbrei
ding noodig is. En tevens moet die uit
breiding dan ook zooveel mogelijk stelsel
matig worden ter hand genomen, zoodat
niet overal een of twee huisjes aan nieuw
te maken straten worden gebouwd.
Men zie in deze naar het groote stelsel
matige werk in onze groote steden!
Het ontwerp-uitbreidingsplan, zooals het
ons thans is aamgeboden, hoop ik in een
volgend stuk te behandelen.
W. H. C. DOORMAN.
De Raad der gemeente Soest wordt hier
bij in openbare vergadering bijeengeroepen
tegen Donderdag. 10 Nov. 1932, des na
middags 4 uur, ter behandeling van de na
volgende
AGENDA:
1. Behandeling van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders betreffende:
Werkloosheidvoorziening. Werkverschaf
fing en steunverleening." (No. 2685).
Soest, 5 November 1932.
De Burgemeester van Soest,
G. Deketh.
De stukken liggen ter inzage.
PUNT 1 VAN DE AGENDA.
Werkloosheidvoorzienmg. Werkverschaf
fing en steunverleening.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
Wij hebben de eer Uwen raad mede te
deelen, dat wij wederom genoodzaakt zijn
Uwe medewerking in te roepien voor het
nemen van maatregelen en besluiten noo
dig voor de leniging van de nooden onder
de arbeidersbevolking dezer gemeente, ont
staan tengevolge van nog steeds aanhou
dende werkloosheid. Reeds vele jaren werd
door Uw College door het doen verrichten
van werk tijdens de winterperiode in de
nooden voorzien', en vonden de arbeiders
in het overige deel van het jaar nog vol
doende gelegenheid tot arbeiden in het
vrije bedrijf. Het is echter gebleken dat de
economische crisis ook onze gemeente in
hare nadeelige gevolgen niet heeft gespaard.
Den geheelen zomer van dit jaar bleef het
aantal werkloozen vrij constant én moest
het Burgerlijk Armbestuur door het ver-
leenen van groote bedragen aan extra sub
sidie in staat gesteld worden de werkloo
zen individueel naar behoefte in geld te
steunen.
Het laat zich aanzien, dat in de eerste
toekomst 'de werkloosheid nog zal voort
duren, een omstandigheid welke ons Col
lege met aanhoudende zoirg vervult. Ecner-
zijds is het onze taak te waken voor de be
langen van de door werkloosheid getroffen
inwoners, anderzijds raken de voorzienin
gen in het belang dezer groep ten nauwste
de financiën der gemeente, en daarmede
de geheele gemeenschap. Deze gedachten
hebben ons na rijpe overweging er toe ge
bracht Uwen Raad voorstellen, te doen
welke weliswaar eenige offers vragen,
doch ten slotte aan de nooden weerstand
kunnen bieden. Deze voorstellen zullen
strekken tot algeheele wijziging in de tot
heden gevolgde wijze van werkverschaf
fing en steunverleening, gepaard gaande
met steun uit 's Rijks kas waardoor de las
ten voor de gemeente tevens zullen worden
verlicht.
Om U va,n den stand der in deze ge-
meerite heerschende werkloosheid in te
lichten deelen wij U mede dat op heden bij
de arbeidsbeurs ingeschreven zijn:
136 Bouwvakarbeiders
73 Landarbeiders
53 Arbeiders werkzaam in ver
schillende vakken.
Teneinde aan deze werkloozen eti hunne
gezinnen een bestaansmogelijkheid te ver
schaffen staan de volgende maatregelen
ten dienste t.w.
I. Werkverschaffing
a. met subsidie uit 's Rijks kas;
b. gemeentelijke werkverschaffing zon
der subsidie uit 's Rijks kas.
II. Steunverleening.
a. gemeentelijke steunverleening met
rijkssubsidie;
b. armenlzorg uit te oefenen door het
Burgerlijk Armbestuur.
Ten aanzien van te nemen maatregelen
ter voorziening in de werkloozenzorg, ver
dient de onder 1 genoemde n.1. Werkver
schaffing op grond van velerlei motieven
zoowel in het belang der werkloozen als
in dat van de gemeente de voorkeur. De
regeering gaat daarin voor, door aan de
gemeente onder bepaalde voorwaarden en
voor door den Minister van Binnenlandsche
Zaken goed te keuren werken in de kosten
Hoort een,s, Soesterschen en Soesters:
Spot niet langer met 't Verkeer!
Moeten er eerst dooden vallen
Daar gezondigd wordt steeds weer.
Rustig staat een groepje praters,
Met de fiets op 't rijwielpad;
Dwingt een ander: „om" te rijden
Op den rijweg. ,,'t Hindert wat!"
Eiken dag: een rij van kinders,
Wandelt tegen alles in;
Houdt steeds „links" want de „geleid-
Snapt de fout al evenmin! ster"
Dag'lijks wandelt oud meneertje
Statig stokje in de hand
Met zijn hondop 't rijwielpaadje
Links; dus aan verkeerden kant!
Telkens komt hij fietsers tegen,
Gaat geen stroobreed uit den weg;
Moet er eerst een „botsing" komen
En gewonden Paatje zeg?
Vóór 'n Garage aan den Hoofweg,
Staan steeds auto's geparkeerd
Op het fietspadMoet hier eerst een
Dood'lijk onheil genoteerd?
Want men dwingt dadr alle fietsers.
Jong of oud, man, vrouw of kind.
Naar den uiterst drukken straatweg;
Toter één eten dood bij vindt!
Dan woont er in Soest nog iemand,
Die geregeld zich verstout,
Auto- motor-races te houden,
Waar men 't harte vast bij houdt.
En het klinkt haast ongelooflijk
Maar wat men vermeld hier ziet,
Dat herhaalt zich eiken dag weer!
Ziet d'Overheid zulks dan niet?
'k Wil U allen goed .Hechts raden;
't Kan geen kwaad toch, naar -ik gis.
Mee te helpen: „Put te dempen
Vóór het Kalf verdronken is!"
AD REM.
(Nadruk verboden).
der loonen, in het plakken van rentezegels
in het betalen van regenverlet en in drie
vierde deel der premie verschuldigd inge
volge de Ziektewet een nader vast te stel
len percentage uit 's Rijks in het vooruit
zicht te stellen. Dit percentage zal voor
deze gemeente in vergelijking met een na
burige gemeente ongeveer van denzelfden
omvang en dezelfde beteekenis te stellen
zijn op 40
Wij hebben ons inmiddels met den Mi
nister in verbinding gesteld en verzocht dc
rijkssubsidie in het vooruitzicht te willen
stellen en ons de voorwaarden mede te
deelen welke Zijne Excellentie aan de sub-
sidievtrleening meent te moeten stellen.
Bij schrijven van 22 October j.1. No.
17854 I afdeeling W. en S., dat wij voor U
ter lezing hebben neergelegd werden ons
de voorwaarden medegedeeld.
Aangezien door ons is getracht zoo gun
stig mogelijke voorwaarden te verkrijgen
en de Minister vrijwel onze wenschen heeft
ingewilligd meenen wij U te moeten voor
stellen deze te aanvaarden en daarbij aan
ons College dc machtiging te verleenen
tegenover deiv Minister de verklaring af te
leggen, dat het gemeentebestuur zich ver
bindt, geen enkele maatregel ten aanzien
van werkloozenzorg in te voeren of te la
ten invoer.en vóórdat het zich overtuigd
heeft, hoe de regeering tegenover de te ne
men voorziening staat.
Wanneer U overeenkomstig ons voorstel
zult hebben besloten bestaat nagenoeg de
zekerheid, dat de gemeente subsidie zal
verkrijgen in den vorm als hierboven om
schreven in de kosten der hierna te noemen
werken.
Wij herhalen nogmaals onze meening.
dat de werkloozenzorg door het laten ver
richten van werk aller belangen worden ge
diend. Alleen bij aanneming van ons voor
stel bestaat wegens financieele redenen de
mogelijkheid, dat de gemeente werken laat
uitvoeren, welke niet zouden worden ter
hand genomen, wanneer de werkloosheid
onder de arbeidende bevolking niet in zoo'n
sterke mate aanwezig was. Hierdoor wordt
tevens de gelegenheid geopend aan de ge
zinnen der werkloozen in den komenden
tijd de helpende hand te bieden.
Omtrent de maatregel gemeentelijke
werkverschaffing zonder rijksssubsidie dee
len wij U het volgende mede. In gevallen,
dat het aantal werkloozen uitgaat boven
het aantal, dat te werk gesteld kan worden
bij de werken waarvoor rijkssubsidie is te
verkrijgen, zal het noodig blijken dat naast
werken met rijkssubsidie de geme nte
werkzaamheden laat verrichten. Hiervoor
z.ullcn echter regelen moeten worden ge
steld welke overeenkomstig de bepalingen
der Regeering, dc goedkeuring zullen moe
ten hebben van den betrokken Minister.
Wij hebben bereids het oordeel van den
Minister over het door ons ontworpen re
glement verzocht. Inmiddels stellen wij U
voor tot vaststelling van het U hierbij aan
geboden ontwerp over te gaan. De Com
missie voor werkverschaffing kan zich met
dit ontwerp vereenigen. Eventueele door