Openbare Vergadering
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
De finantieele motor.
No. 94
Twintigste Jaargang
Woensdag 23 November 1932
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. v. d. BOVENKAMP
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 TEL. 20B2 - SOESTDIJK
Bekendmakingen
Officieel
inzake Uitbreidingsplan op^Vrijdag-
avond van den 18 November
in „Huis ten Halve",
te Soesterberg.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS. EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
ADVERTENTIËN i VAN 1 -5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 3?0
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Soe>t,
Gelet op het bepaalde bij de artt. G en 7
der Hinderwet
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarlie der gemeente ter visie
is gelegd een verzoek met bijlagen van
hel Bestuur der Coöperatieve Landboqw-
vereeniging, te Soest om vergunning tot
uitbreiding der bestaande maalderij met
pakhuis, door a. het bijplaatsen van een
electroinotor van 2 P.K. in de maalderij,
dienende voor aandrijving van een trans-
portschroef: b. een electromotor van 2 P.K.
nn het aangebouwde pakhuis, dienende voor
het in werking stellen van een hijscbtoe-
stel; c. een amarilsteen, aangedreven wor
dende door de bestaande electromotor van
5 P.K. en cl. het opslaan van kunstmest
stoffen in het aangebouwde pakhuis, op/in
perceel, gemeente Soest, sectie H. No. 5159,
gelegen aan de Torenstraat;
dat op den 29en November 1932, des
voormiddags te 11 uren gelegenheid is om
ten gemeentehui/.o bezwaren tegen het uit
breiden dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende drie dagen, vóór dien
dag op de secretarie der gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd i n zijj, die niet op
de aangewezen plaats en het aangegeven
uur in de vorengenoem 1 ingevolge art
7 der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, teneinde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Soest, 15 November 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarie der gemeente ter visi
is gelegd een verzoek met bijlagen van
J. v. d. Broek, Akkerweg 4, Soest om ver
gunning tot het oprichten van een smederij
en het daarin plaatsen van een electromotor
van 2 P.K., dienende voor aandrijving van
een boormachine en amarilsteen op/in het
perceel, gelegen aan de Schriikslaan kad. ge
meente Soe.st Sectie H. No. 3500;
dat op den 29en November 1932, des
voormiddags te 11 uren gelegenheid is om
ten gemeentehuize bezwaren tegen het op
richten dier inrichting in te brengen,
en dat gedurende DRIE DAGEN vóór
dien dag op de secretarie der gemeente van
de ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de
aangewezen plaats en het aangegeven uur
in de vorengenoemde ingevolge art. 7
der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, teneinde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Soest, 15 November 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg
Aan den vooravond van de overhandi
ging van de Fransche en Britsche nota's
aan Amerika inzake de moeilijkheden ten
aanzien van de betalingen op de oorlogs-
schulden aan Amerika, heeft de Amerikaan
sche rcpublikeinsche Senator Reed, die lid
is van de Senaatscommissie voor de finan
ciën, nog eens even het Amerikaansche
standpunt uiteengezet. Reed, en daarmee
een groot deel van het Amerikaansche volk,
is gekant tegen een vermindering der schul
den. En wel om de volgende, zeer duidelij
ke reden: De Vereendgde Staten hebben in
Amerika obligaties uitgegcvien, ter dek
king van de leeniingen, welke indertijd aan
Europa werden verstrekt. De zaak is dus
heel eenvoudig: Worden de schulden aan
Amerika verminderd, of, zooals sommigen
zelfs willen, kwijtgescholden, dan heeft de
Amerikaansche regeering niettemin de ver
plichting de uitstaande obligaties af te los
sen en er rente op te betalen. Do hiervoor
benoodigdè bedragen moeten natuurlijk
door de Amerikaansche belastingbetalers
worden opgebracht. Nu kan men wel zeg
gen, dat door een vermindering van de
Europeesche schuldenlast de builenlandscbe
handel van de Vereenigde Staten zou verbe
teren en 't Amerikaansche volk daarvan du:
vruchten zou plukken, die het verlies in
gevolge d'e kwijtschelding verre zouden
overtreffen, het zeer onaangename feit
blijft toch. dat de Amerikaansche belasting
betalers feitelijk de Europeesche schulden
zouden hebben te betalen. En dit onaange
name feit krijgt een nog stootender betee
kenis, wanneer 't Amerikaansche volk aan
den anderen kant ziet, dat de schuldenaar
landen uit Europa wel milliarden telkenjare
besteden voor militaire bewapening, doch
als het er op aan komt de schuilden te be
talen, in zak en asch zitten. Men hoort
nooit, dat er in een van die landen een groo-
te politieke crisis uitbreekt, omdat men de
iniillioenen voor het bewapeningsinstrumemt
niet bij elkaar kan brengen. De groote fi
nantieele offers daarvoor worden zonder de
minste inspanning gebracht. Maar wanneer
't er om gaat de schulden te betalen, dan
dreigt plotseling algehee.le finantieele in
eenstorting van de betreffende landen en
is er geen cent te vinden om aan deze vol
komen gerechtvaardigde vordering tc vol
doen.
Deze zienswijze is verre van nieuw. Men
heeft er in de Europeesche landen natuur
lijk allerlei uitvluchten op gevonden en
diverse theorieën opgebouwd om toch maar
aan tc toonen|, dat Amerika een wreedaar
dige Shylock is. Maar al deze theorieën
kunnen toch de simpele feiten, van de
voorstelling zooals Senator Reed die nog
eerns gegeven heeft, niet uitwiisschen.
Het voorstel van Hoover, tot verminde
ring der bewapening met een derde, had
dus een volkomen juriste ondergrond, al
heeft hij er ook zorgvuldig voor gewaakt
de verwachting te wekken, dat Amerika
de schulden zou kwijtschelden, indien Euro
pa flink ontwapende. Want zelfs indien
Europa de uitgaven voor bewapening met
een derde verminderde, hetgeen bij in ge
breke blijven ten aanzien van de schulden
aan Amerika niet meer dan fatsoenlijk zou
zijn, dan nog is er voor Amerika geen aan
leiding om deze schulden zoo-maar kwijt
te schelden. Hoogstens kan m'en een zekere
tegemoetkoming verwachten als tegenpre
statie voor den goeden wil, die |Europa zou
hebben getoond. Het schijnt thans wel goed
tot de betrokken Europeesche landen door
gedrongen te zijn, dat het bij Amerika mee-
nens is. De finantieele relatie tusschen
Europa en Amerika blijkt een goede motor
te zijn voor de ontwapeningsconferentie.
'Niu Amerika niet geneigd blijkt tot belang
rijke finantieele offers, begint men nood
gedwongen de ontwapeningsconferentie
weer in het goede spoor te brengen. Enge
lanid schijnt nu zeer veel voor de Ameri
kaansche be wapeningsvermin dering-voor
stellen te voelen. Frankrijk is langzamer
hand al een heel stuk afgedwaald van de
nationalistische voorstellen van Tardieu,
die bij wijze van spreken stijf staan van de
kanonnen en fortificaties. Miussoffinii heeft
het sabel gekletter belangrijk gereduceerd.
Men is, ook al ten gevolge van Hoover's
jongste waarschuwing dat als men nu
niet tot bewapeningsvermindering besluit!
Amerika zijn vloot zal uitbreiden, waar
door de gewapeningswedloop opnieuw zal
beginnen om tenslotte, zooals de geschiede
nis aantoont, in oorlog te eindigen tot
't inzicht gekomen, dat in elk opzicht ver
mindering der bewapening gebiedend nood
zakelijk is, zoodat met behulp van de fi
nantieele motor, het karretje van de ont
wapeningsconferentie zeker weer op het
goede pad getrokken zal worden.
Een moeilijk punt is de houding van Ja
pan. waar gedurende eenigen tijd een
militaire clique een zeer noodlottige poli
tiek voert, welke het Japansche volk reeds
onnoemelijke schade heeft berokkend.
Thans kwam dezr dagen 't bericht, dat Ja
pan onvoorwaardelijk de voorstellen tot
vermindering der vloot had afgewezen.
Men moet dergelijke verklaringen met een
korreltje zout nuttigen. De Amerikaansche
verklaring, dat de Vereenigde Staten tot
uitbreiding van de vloot zouden overgaan,
was voor een groot deel ook voor Japan
bestemd. Men moet niet vergeten, dat Ame
rika geen gebruik heeft gemaakt van het
verlof tot uitbreiding van zijn vloot vol
gens 't vlootverdrag van Londen. Japan
aanvaardde het verdrag met tegenzin, doch
putte troost uit 't feit, dat Amerika geen
gebruik maakte van z'n recht om uit te
breiden. Maar breidt Amerika z'n vloot uit
tot de sterkte, drie het bij 't verdrag van
Londen werd toegestaan, dan zal men zich
in Japan nu niet bepaald erg op z'n gemak
voelen. Het aanvaarden van de voorstellen
van Hoover is voor Japan ook een lastige
geschiedenis. In de 1ste plaats is daar de
systematisch opgezweepte, Japansche open
bare meening. In de 2de plaats is Tokio
van meening, dat hoe kleiner de vlooten
worden, hoe sterker zal zich de ongunstige
verhouding tusschen de Amerikaansche en
Japansche vloot doen gevoelen; met andere
woorden, heeft Japan 10 kruisers en Ame
rika 16, dan kan Japan zich vrij veiilig ge
voelen. Maar heeft Japan er 6 en Amerika
10. dan voelt japan zich niet veilig. Van
militair standpunt beschouwd, zal hier
voor iets te zeggen zijin. Doch wat militai
re experts niet kunnen vatten, is, dat er on
noemelijke voordeelen voortvloeien voor
de geheele wereld uit een herstel van het
vertrouwen in de wereld door een einde
van de bewapeningswedloop. Alles bijeen
genomen zullen de vrienden In Tokio zich
nog wel eens bedenken, voor zij het odium
op zich laden van Amerika en daarmede
dc geheele Wereld tot de bewapeningswed
loop te hebben geprest.
FLORIS C.
Nadruk verboden.
Voor een goed bezette zaal opende de
Voorzitter van het Comité in zake het Uit
breidingsplan der gemeente Soest, de bij
eenkomst op Vrijdagavond j 1. In 't kort
ging spreker na de wording en het doel
van dit Comité, dat naar aanleiding van de
Protestvergadering van de vorige week in
Soest, alhier nu een bijeenkomst had geor
ganiseerd, waar men van twee zijclen over
het bewuste onderwerp zou worden inge
licht. Daarbij stelt het Comité zich op een
strikt neutraal standpunt.
Dan gaf hij het woord aan den heer L.
Klawer, redacteur van „Ons Eigendom" te
Rotterdam, die begon met zijn genoegen uit
te spreken voor de uitnoodiging op dezen
avond. Er is hier, aldus spreker, veel be
langstelling voor dit Uitbreidingsplan1, dat
van ver strekkende beteekenis kan zijn.
Met nadruk wenschte hij vast te stellen,
dat hij in geen enkel opzicht iets met Soest
te maken heeft, noch met dit Comiiité. Tot
zijn eigenlijk onderwerp komende, behan
delde spreker daarop de ontwikkeling van
het Uitbreidingsplan in de Woningwet.
Oorspronkelijk een stratenplan, werd het
tenslotte, na vele geschillen tusschen be
langhebbenden en Overheid, als bestem
mingsplan in de Woningwet van 1921 vast
gelegd. Het uitloopende begrip van bestem
ming gaf weer aanleiding tot strijd bij de
onteigening. En zoo kwam in 1931 een
nieuwe wijziging tot stand, die leidde tot
het tegenwoordige bebouwings- of uitbrei
dingsplan.
Spreker gaat daarop de eischen na, waar
aan een Uitbreidingsplan volgens de wet
moet voldoen. De voornaamste eisch is wel,
dat het uitvoerbaar is in de eerstvolgende
jaren. In sommige opzichten is de wet vaag.
Zoo laat deze zich niet uit over bestemming
en evenmin over hoofdzaak en onderdeelen.
Het gevolg hiervan is, dat zoowel Overheid
als belanghebbenden wederzijds critisch
staan. Ditzelfde kan ook worden gezegd
van de schadevergoeding.
Voortgaande betoogt spreker, dat het Uit
breidingsplan voor Soest in strijd is met
de wet. lst. Omdat dit bestemming in on
derdeelen vastlegt, welke in de eerste jaren
niet verwezenlijkt kunnen worden. 2de. Om
dat verschillende in dit ontwerp genoemde
onderdeelen in strijd zijn met de geest van
de wet, ook al worden zij in de eerst vol
gende jaren verwezenlijkt.
Bestemming voor land-, tuin- en bosch-
bouw. De wet is er een woningwet, maar
niet een voor de genoemde objecten. Spr.
doet verder eenige grepen uit het plan. Zoo
is er voor Soest een nieuw, groot station
ontworpen,, maar de omgeving is hieraan
niet aangepast. Dat is niet overeenkomstig
het wereldplan voor een groote stad als
Soest. Zit hier niet achter een deprimeeren
van de waarde van dien grond?
Over bestemming van buitenplaatsen.
Hieronder wordt verstaan een huis met een
groot stuk grond erom. Nu heeft b.v.
iemand een villa, waarvan de grond als
bouwterrein in aanmerking komt. Maar
het gemeentebestuur weigert een vergun
ning, krachtens de bestemming als buiten
plaats.
Bestemming van grond voor natuurreser
vaat. Dat beteekent. dat de eigenaar er niets
meer aan mag doen, wat een ondoelmatige»
onbehoorlijke en met de wet strijdige be
stemming is.
Bestemming voor openbaar park, sport
terreinen, openbare luchtsamenkomsten enz.
Het is als een wereldstad.
Rustieke wegen. Men stelt zich dan een
heerlijk, klein paadje voor. De ontwerper
verstaat hieronder heel wat anders en denkt
zich wegen van 40 M. en breeder, afgeno
men hier van de toevallge bezitters.
Eenige andere bestemming als lyceum,
kerken e.a. Heeft het bestuur van een kerk
genootschap daarover niets meer te zeg
gen? Alleen de rioleering is wat te duur.
Na dit overzicht der bebouwingsvoor
schriften behandelt spreker nog de kwestie
der schadevergoeding. Laat U niets wijs
maken, zoo roept hij uit. De woningwet be
helst geen enkel voorschrift in z ke scha
devergoeding tengevolge van het Uitbrei
dingsplan. Wel wordt er schadevergoeding
uitgekeerd volgens de werkelijke waarde,
ingeval grond of huis onteigend wordt.
Maar wanneer koopt de gemeente en ont
eigent zij? De bestemming echter ligt er
voor goed op, zoo het plan eenmaal is aan
genomen. En over dat laatste beslist de ge
meenteraad.
In dit plan wordt met geen enkel woord
gesproken over de fjnancieele raming. Toch
is het een millioenienplan, dat Soest nooit
kan uitvoeren, wijl het dan schulden maken
moet. Soest is geen plaats van groote ka
pitalen. Slechts een 6 7-tal is voor meer
dan f 10.000.inkomen aangeslagen. Wan
neer het plan zou worden uitgevoerd, dan
moest de belasting worden verhoogd met
als gevolg uittrek van bewoners.
Het plan kan prachtig zijn. Spreker wil
het niet afkammen. Zijn critiek ligt echter
binnen het raam van de Woningwet. Spr.
spoort alle bezwaarden aan om bijtijds vóór
of op 27 'November hun bezwaarschriften
bij den Raad in te dienen. Wie daarvan
geen gebruik maakt, is zijn recht onherroc
pelijk kwijt. Laat U voorlichten door uw
eigen deskundigen, maar geef uw sanctie
niet aan een totaal onwettig plan, dat, zoo
het wordt uitgevoerd, Soest financieel ruï
neert. Aldus besloot de spreker
De heer van Nes, ontwerper van het Uit
breidingsplan, alsnu het woord verkrijgen
de, begon met er zijn leedwezen over uit
te spreken, dat zijn voorlichting niet op
andere wijze kon plaats hebben. Zou b.v
een dominé door zijn gemeenttnaren uitge-
noodigd op een stichtingsvergadering voor
een kerk, voor die uitnoodiging niet be
danken, zoo daar ook b.v. een voorzitter
eener anti-religieuze bond zou komen? Toch
heeft spreker gevolg gegeven, dank zij de
aandrang van een tweetal comitéleden. Dan
gaat spreker de geschiedenis na van de
opdrachtgeving, die nu voor de derde maal
heeft plaats gehad. Eenigszins uitvoerig
gaat spreker de arbeid na, welke aan de
uitvoering van een ontwerp vast zit. In 't
bijzonder worden de factoren genoemd,
waarmede rekening gehouden werd. Soest
in t' centrum van een belangrijke gemeente
land gelegen met ongeëvenaard natuur
schoon, Drie belangrijke kernen. Zeer groo
te militaire 'terreinen als het Vliegveld, Veel
was verknoeid. Onlerzoek naar bevolking,
handel en industrie, verkeer, toekomstmo
gelijkheden enz. Dat alles vergde veel tijd
om voor al die factoren een oplossing te
vinden. Daarbij conferenties en beraadsla
gingen met Openbare Werkten, Bouw- en
Woningtoezicht. Daarna het schemaplan
gecontroleerd en ontworpen na beraadsla
gingen met verschillende autoriteiten en
personen als B. en W., Raad, Commissie,
technische Ambtenaren Bouw- en Woning
toezicht, inspecteur Volkshuisvesting, Prov.
griffie, de maker van het streekplan, mili
taire autoriteiten enz. Ook met omliggende
plaatsen.
Vervolgens bepaalde spreker zich bij het
Uitbreidingsplan in verband met Soester
berg. Uit zijn toelichtende beschrijving,
welke in haar geheel in het nummer dezer
krant van Woensdag 16 November is op
genomen, las deze al datgene voor, wat
op Soesterberg betrekking heeft in het bij
zonder, afwel wat voor Soest en Soester
berg beide geldig is.
Dan komende tot een beantwoording van
den vorigen spreker, merkt de heer van
Nes hierbij op, dat hij met verbazing uit
de krantenverslagen heeft gelez/en, dat het
plan schadelijk zijn zou voor de toekomst
van Soest.
Zoo het een Ontwerp moest zijn in strijd
met de wet, dan hoeft men zich daarover
niet bezorgd 'te maken, want dan komt het
er toch niet, Het is echter niet in strijd met
de wet. Uit commentaren op de Woningwet
kan men alles lezen. In artikel 36 staat ech
ter niet, dat het plan uitvoerbaar zijn moet.
Nog andere artikels gaat spreker na. Een
gemeente, die bebouwingsvoorschriften vast
stelt ingevolge art. 39 det wet, kan dat
slechts doen in betrekking tot een Uitbrei
dingsplan. Voor een kleine gemeente geldt
dan artikel 30, evenwel niet buiten de be
bouwde kom. Hetzelfde standpunt wordt
ook ingenomen door andere colleges en bij
Uitbreidingsplannen.
De schadevergoeding werd door spreker
in commissie en college altijd naar voien
gebracht. Hier beslist de Raad, maar niet
de wet, die nog niets heeft vastgesteld. In
den Raad van Soest bestaat bij niet één de
neiging om die gronden aan de menschen
zoo maar te ontnemen. Voor een of ander
belang kan die grond gekocht of geruild
moeten worden. In het eerste geval bestaat
er groot verschil hoe men die schade ziet.
De wetgever vraagt volgens de tegenwoor
dige wet naar de aanwijsbare, tegenwoordi
ge waarde, dat is de waarde, die bij pu
blieke veiling zou worden opgebracht. Wat
het plan zelf betreft, dit zal eerder tot
waardevermeerdering leiden, zegt spreker.
Bij het natuurreservaat blijft het gebruik
hetzelfde. Later bij bestemming zou de
volle waarde moeten worden betaald. Aan
de eene zijde zal men bij uitvoering van
het plan een sterke waardevermindering
zien» aan de andere zijde vermeerdering.
Een regeling is mogelijk, doordat de ge
meente een deel der waardetoename op-
eischt ten bate van schadelijdenden.
Wat het nieuwe station betreft, dit wordt
een voordeel voor de forensen. Daarbij be
hoeft zich nog geen heele stad te ontwikke
len. We moeten het landelijke behouden.
Voor de Eng meent spreker een oplossing
te hebben gevonden als bebouwing behou
dens bezitsverkrijging door de gemeente
van enkele stukken voor park en uitzicht.
Lettende op de belangen van den eige
naar bij dit plan, staat echter het algemeen
belang voorop.
Na de pauze wordt gelegenheid gegeven
voor repliek. De heer Klawer weer het
woord verkrijgend, vangt aan met een pro
fest tegen een door de vorgie spreker ge
bezigde vergelijking met een voorzitter
eener anti-religieuze vereeniging. Krachtens
zijn functie is spreker niet tegen Uitbrei
dingsplannen. Doch hij staat op den bodem
der wet. En zoo die w t voor verschillende
opvattingen vatbaar is, dan leest de spr.
eruit, datgene wat er in staat. En dat
zegt hem. dat het plan ontwettig is, wat
nogmaals wordt toegelicht. Het blijft een
millioenenplan en wijl de gelden niet aan
wezig zijn, is het dubbel onwettig.
Wat de schadevergoeding betret, waar
schuwt spreker voor het zoet gefluit van
den vogelaar. Wie garandeert die vergoe
ding. Alleen in het geval men tot onteige
ning of aankoop over gaat. Maar hiertoe
kan niet worden overgegaan, zoodat de
schade ook niet wordt vergoed. Nu zegt
men wel» dat ziet ge te zwaar in. Maar stel
eens voor, dat iemand een villa heeft, die
geschiikt is om verkaveld te worden. Er is
een bod op gekomen. Maar daar komt het
Uitbreidingsplan en de villa heeft voor den
kooper geen waarde meer. Heeft nu de be
zitter recht om naar de gemeente te gaan
voor schadevergoeding? Neen.
Een ander geval. Bij het Uitbreidings
plan krijgt iemand een rooilijn door zijn
pand. Weg blijven de koopers. Kan hij nu
de gemeente dwingen om te onteigenen?
Toch is er schade in concrete aanwezig.
Door servituten en bouwverboden wordt
de toestand der perceelen wankel. Zoowel
door waardevermindering als door waar
devermeerdering. We staan nof altijd op
den bodem van het privaat eigendomsrecht.
Door die bestemmingen echter wordt men
aangetast in de uitoefening van zijn be
zitsrecht. Daartegenover staat geen vergoe
ding. Dat is niet alleen onwettig, maar zelfs
anti-maatschappelijk.
De maatregelen voor de Eng komen neer
op bouwverbod, zoo de bevolking in 1942
de 20.000 haalt, volgens schatting, dan is
het plan veel te grootsch opgezet, daar
de bevolking zoo matig toeneemt. Daarom
is hel niet uitvoerbaar binnen de eerstvol
gende jaren.
Een belangrijk moment blijft de finan-
cieole kwestie. Zoo'n raming is niets onge
woons. Spreker blijft het plan nadeelig
vinden voor de geheele gemeente Soest en
eindigt met de opwekking zich niet in
slaap te laten sussen en op tijd zijn recla
mes bij dien Raad in te dienen.
De heer van Nes, daarop nogmaals het
woord verkrijgend, constateert misverstand,
ook bij den heer Klawer. Een Uitbreidings
plan is geen plan van actie, maar van orde
ning. Bij deze opvra'ring behooren geen cij
fers. Het plan geeft slechts aan. Laten de
eigenaren hun bezwaren indienen en hier
aan zal tegemoet gekomen worden, zoo 't
algemeen belang niet in het gedrang komt.
Bestaat er wel een Uitbreidingsplan zon
der schadetoebrenging. Dan maakt spreker
een opmerking in verband met de positie
van den heer Klawe'r als redacteur van
Ons Eigendom, en dat deze hier voor de
Soester Bouwkring zou staan. De laatste
uitdrukking als zijnde een abuis, wijl de
heer Klawer dezen avond alleen door het
Comité werd uitgenoodigd, zonder bemid
deling van wie anders ook. Deze uitdruk
kingen die een persoonlijk karakter droe
gen, lokten heftige interrupties en protes
ten uit. waarna de Voorzitter weer de orde
herstelde.
De heer van Nes verder voortgaande,
zegt» dat er pas van cijfers sprake zijn kan,
zoodra er een deel van het plan in exploi
tatie wordt gebracht, wat de raad dan echter
zelf doet. In dit verband staat spreker even
stil bij 't Hart en het Natuurbad, die vol
gens hem geen schade zullen aanbrengen.
Er bestaat ook misverstand omtrent de
parallelwegen. Hij stelt voor deze eruit te
laten, zoo.er bezwaren zijn. Die wegen moe
ten de hoofdwegen van overmatig verkeer
ontlasten. De heer Klawer zegt, dat het
plan niet uitvoerbaar is. omdat het binnen
tien jaar moet worden uitgevoerd. Dit laat
ste geldt echter niet voor een Uitbreidings
plan. Wat gebeurt er als het plan verwor
pen wordt? Dan zullen Gedep: Staten aan
de gemeente een plan opleggen. De eigen
dommen worden aangetast, zegt de heer
Klawer. Dat doet een bouwverordening al
tijd.
Zou er geen andere bevolking komen?
Die gedachte is geweldig pessimistisch.
Naast dc kleine bouw bestaat er ook voor
de beter gesitueerden meer zekerheid door
het feit eener geordende bebouwing. Deze
geeft stabiliteit.
Het plan zou te grootsch zijn. Spreker
ziet dat niet in. Hij is zelfs voor concen
tratie.
Door de aanwezigen werden aan den
Heer van Nes de navolgende vragen ge
teld.
Vraag 1. Op welk aantal inwoners is er
bij het Uitbreidingsplan gerekend voor de
geheele Gemeente en op hoeveel voor Soes
terberg afzonderlijk.
Antwoord vraag 1. Er bestaan daarom
trent geen gegevens.
Vraag 2. Hoe groot is het bedrag, dat
de eerste jaren zal moeten worden gefour
neerd voor aankoop van parken, plantsoe
nen, rustieke lanen enz.?
Antwoord vraag 2. Het is mij niet be
kend, welk bedrag daarvoor benoodigd is.
Is bovendien een zaak, die de Raad aanbe
langt.
Vraag 3. Zullen door de baatbelasting
ook de eigenaren van omliggende terreinen
worden getroffen, ook al denken ze er niet
aan hun terreinen in exploitatie te brengen
of voor bouwgrond te verkoopen?
Antwoord vraag 3. Daar zal een regeling
voor moeten worden gezocht, doch mijn