D R U K W E R K ■min De ontvluchting van het Maorihoofd te Kooti. Het rotspad. Voor de Huisvrouw rrrr FEUILLETON u) Voor de Vrouw yO EFliFIFI Goed, Billijk, Vlug Vraagt prijs! In de geschiedenis van elke koloniale of maritieme mogendheid zijn wel eens dingen gebeurd, zeer ernstig en niet zeer eervol en die niet hadden behoeven te ge beuren, al/s de verantwoordelijkheid dra gende autoriteiten wat meer en wat beter op de teekenen der tij>den hadden gelet. In de koloniale geschiedenis van ons eigen land kennen we het verraad van het Atjesche Hoofd 4Toekoe Oemar" in 18%; 'de overval op Lombok in 1894; de overval' op Ouracao, nog slechts twee jaar gele den en de muiterij op het oorlogschip de „iZevien Provinciën". Het is een troost, al is het een schrale troost, dat ook bij andere mogendheden dergelijke dingen wel eens zijn gebeurd. Daarbij denken we niet direct aan de mui terij gedurende den groo-ten oorlog op de Russische en Duitsche vloot, doch meer aan de muiterij aan bOord van het Engel- sche oorlogschip .Boutny" in het jaar 1789. In hot jaar 1868 is er iets dn Nieuw- Zeeland gebeurd, waarbij de overval op Lombok of op Curagao niet te vergelijken isi Het betreft de ontvluchting van een Maori-hoofdanan. krijgsgevangene en ver: bannene, van de Chat/tam Eilanden naar Hieuw-Ze el and. De gevolgen waren voor de bewoners van dit land zeer ernstig, zoo als uit deze geschiedenis zal blijkem Te Kooti, leider en profeet der Maories. In de jaren 1863 en 1864 heeft het Gou vernement van Nieuw-Zeeland oorlog moe. ten voeren' tegen de Maorie-stamimen op hot Noordereiland, die tegen de regeening der Dominion in opstand waren gekomen In 1866 werden een groot aantal inboorlin. gen» die gedurenlde dien oorlog gevangen waren genomen^, naar de Chattam Eilan den gedeporteerd. Deze eilanden liggen be. oosten Nieuw-Zee-land; op ongeveer 400 mijl van de hoofdstad Wellington verwij derd. Onder deze bannelingen bevond zich een zekere Maori ,,Te Kooti" genaamd, die naar de Ghat-tam Eil. was gezonden onder beschuldiging, dat hij met den vijanid ge meenschap had onderhouden. De regeening had hem tot dien tijd steeds als een loyale inboorling beschouwd, doch nu wertd hij met andere blikken aangekeken. Men hield hem nu voor iemand met een slecht karak ter, die voor de veiligheid en de vrede van het district een groot gevaar opleverde. Op ideze gronden werd hij door eene Euro. peesche rechtbank, die hem niet bizonder gezind was, schuldig verklaard en met de overige Inboorlingen verbannen. Verschei, dene jaren was „Te Kooti" eigenaar ge weest van een schoener, waarmede hij han. del dreef tusschen de Povertybaai en de stad Auckland, waar hij toen -ter tijd een zeer bekepde persoonlijkheid \v,as. Dat schip werd later door hem verkocht. Hij mengde zich daarna in die politieke za ken, die na eerngen tijd tot zijne deporta tie ieidden. Te Kooti \voan'de in het district der Pooverty-baai; hij was niet getatou- eerd, ofschoon het tegendeel algemeen ge loofd werd, en ook was hij geen Inl-andsch hoofd door geboorte. Door zijne krachtige karakter eigenschappen werd hij langza merhand een leider van zijn volk, de Ron- gewhakata s<taim; ofschoon, onder hen chefs waren van hoogen rang. Twee jaren waren de gevangenen nu op de Chattam Eik, en algemeen werd verondersteld, dat zij zich met hun toestand verzoend) hadden). Een kleine militaire macht, onider Kiapt. Tho mas werd door de regeering voldoende geacht, om de gevangenen te bewaken en in het huis van afgevaardigden was reeds 'de vraag te b rde gebrachit, of het niet raadzaam was den gevangenen amnestie te verleenen en ze naar hunne verschillende stammen ,in N. Zeeland terug te zenden. Te Kooti was de regeering echter voor en loste dit vraagstuk op, door zich aan het hoofd van een complot te stellen en met de bannelingen te vluchten,, met uitzonde ring van twee of drie personen, die vreemd genoeg er de voorkeur aan ga ven^ om op het eiland achter te blijven. We willen nu eens zien, onder welke om standigheden Te Kooti dat ten uitvoer bracht. M-oed, beleid en ook eene zekere mate van ridderlijkheid kan men hem bier- b:; niet ontzeggen. Op 4 Juli 1868 arriveerde Naar het Engelsch. 'Nadruk verboden. Na enkele dagen begon Rokebey weer gewoon uit te gaan. maar met den arm nog in verband. Hij was kalm en opgewekt en toen Hij naar Coombe ging, sprak hij met zorgvolle genegen heid van zijn nichtje. Lady Monica bleef hem echter steeds met de grootste nauwlettend heid gadeslaan. Wat b enje stil liefste! Het woei en regende en Dorothy W-enyss had dien heelen dag lusteloos bij het vuur gezetem, met de handen in den schoot, en keek met onbestem den blik voor zich uit. Zij was veel verouderd, sinds het ongeluk; zc zag er teer en tenger uit en zat geheel achteruit gezonken in de kussens van haar stoel; maar het was vooral de uitdrukking op haar gelaat waaraan zulk een verandering viel waar te nemen. Ze leek half-wakend half-in slapend, zoo dof en mat zat ze voor zich uit te staren. Den heelen dag had zij bijna geen woord gespro ken en Effie merkte, dat het wezen- looze steeds toenam; ze deed, wat men haar vroeg, en antwoordde ook, maar de schoener „Riffleman", Kapt. Christian; van Wellington en ankerde ter reede van het stadje Wtiitangi op de Chattam EiL waar de bannelingen verblijf hielden). Op korten afstand.lag een kleiner vaartuig, de Florence" geankerd. Kapt. Christian be gaf zach naar den wal en de schoener stond nu zoo lang onder het bevel van den stuurman W. A. Payne. De sergeant van de gewapende politie Elliot genaamd, ging met eene groote sloep, die door 14 Maori- gevangenen geroeid werd', naar de Riffle man" om Gouvernements-goederen af te halen, die door dat schip waren aange bracht. Het stadje Waitanga had zijn ge woon kalim en rustig voorkomen, en niets wees er op, dat dde rust zoo spoedig op eene zeer onverwachte wijze verstoord zoude worden. Toen de sergeant eenige goederen in zijn sloep had geladen, roeide hij naar den wal terug. Zoodra hij geland was, begonnen zijne roeiers te roepen en te schreeuwen en terzelfder tijd hoorde hij verder aan land schoten knallen, Gedurende de korte afwezigheid van den sergeant waren de Maories aan den wal in opstand gekomen; ze hadden eensklaps de wacht ontwapen/d en bezit genomen van de re doute. In de worsteling, die daaraan vooraf was gegaan, werd één man van de wacht; een zekere „Mlirhael Hartnell" gedood Kapt. Thomas werd gegrepen, en geboeid, waarna met hem naar hot douane-kantoor werd gemarcheerd, waar de gezagvoerder van den schoener reeds opgesloten was. Sergeant Elliot en de overige constabels werdien eveneens in verzekerde bewaring gesteld, door hen op te sluiten. Nadat de wacht op die wijze onschadelijk was ge- maak, werd hef sfadje grondig doorzocht en alle geldswaarden in beslag genomen, want de Miaories waren nu volkomen heer en meester van den toestand. Te Kooti had de meest strikte orders gegeven» dat men geen noodeloos geweld mocht gebrui ken en met uitzondering van Hartnell ge schiedde,.nocJh aan Kapt. Thomas noch aan zijne manschappen -of iemand der inwo ners eenig leed. Een zekere Mevrouw Fou. genie had in ihaar huis een zakje, waarin zich 300 Sovereigns bevonden. Met groote tegenwoordigheid van geest stopte zij dit zakje in een ketel met water, dat op het vuur stond te koken, zoodat dit geld niet n de handen van Te Kooti viel. Een aantal gewapende Inboorlingen roei. den nu met de Gouvernements sloep naar de .„Riiffleman", doch ze werden door den Muurman niot aan boord toegelaten, en diie twee of drie hunner in de boot terug iduwde. Andere booten met Maories kwa men toen langs zijde; zij verspreidden zich over het schip en namen de opvarenden, bestaande uit den stuurman, den hofmees ter en drie matrozen, gevangen, met de bedreiging, dat ze onmiddellijk gedood zouden worden, in geval zij eenligen tegen stand boden of trachten te ontvluchten. Een set-tier van het eiland trachtte de si tuatie nog -te redden door aan boord te gaan en 'de ankerketting te laten slippen. Hij was daarin bijna geslaagd, toen hij ge grepen werd, waarna men hem trachtte op te hanigen; Te Kootli deed zijne manschap pen ecihter van dit voornemen afzien. De booten gingen gestadig tus-schen den wal en het schip heen en weer, totdat alle Maories geëmbarkeerd waren', totaal 298 pers-onen namelijk 163 mannen 64 vrouwen en 71 kinderen. Te Kooti, de leider en or ganisator van den overval', kwam met de laatste boot van den! wail .aan boord. De be. mannin-g van de „tFlorence" werd nu ge last aain wal te gaan; het anker werd ge licht. en men liet hef vaartuig op het strand drijven. Imtusóchen waren de zeilen van de „Riffleman" los gemaakt, het an ker ingehieuwd en aan den stuurman, on der bedreiging met d-en 'dood. Indien hij weigerde, gelast om den schoen-er naar de Poverty Baai te navigeren. De zeilen zwol len in de bries en de „Riffleman.", opge propt met menschen als een slavenschip, kliefde de goltven en bij zonsondergang was van Chattam Eiland n-iets anders te zien dan een blauw wolkje aan. de kiim. Te Kooti had uit de redouite geroofd 49 draag bare vuurwapenen, eene groote hoeveelheid munitie en 500 -baar geld, dat gezonden was om den officier en de manschappen te betalen. Voorts alle voorraden aan boord van de „R-iffileman". die benevens andere artikelen» bestonden uit 17 ton meel, 6200 pond suiiker en 5 vat*n ale. Na het vertrek van de ^Rifleman" werden Kapt. Thomas en Kapt. ChrS-sfian door de bewoners be vrijd. Ze trachten nu de „Florence", die hoog en droog op het strand zat, vlot te krijgen, doch deze pogingen had-den geen succes. De schoener schoot niet hand op en op Donderdag 9 Juli- na twee dagen een ongustigen wind te hebben gehad, begon, er tweedracht onder de vluchtelingen te ko men en ze begonnen te twijfelen aan de macht van Te Kooti, die zich bij zijne me degevangenen uitgegeven had voor een pro feet van God. Hoe kon dat waar zijn, indien de winden boos waren en weigerden om hem te helpen, zoo vroegen zij zich af. Na alles, wat men tot nog toe van hem gezien en ondervonden had, bleek duidelijk, dat hij geen Hoofdman kon zijn, doch slechts een gewoon menschr niet van eenigen rang of adel, en niets meer, dan de meesten hun. ner, die aan boord w,aren. „Te Kooti" voelde den ernst van den toestand en be greep, dat zijn prestige op het spel stond. Met de plechtigheid van een tohunga (priester) deelde hij zijne lotgenooten mede, dat men den God der winden gunstig moest stemmen/ door iemand op te offeren. Als dit gedaan was, zou alles goed gaart Tot groote verwondering van iedereen wees Te Kooti zijn eigen oom aan als de A„Jonas". /die overboord geworpen moest worden. Deze oom „Mohi" genaamd, was voortdurend tegen „Te Kooti" te keer ge gaan. en had herr. een „tangate kino"> dat is: een slecht mensch genoemd- Het on gelukkige slachtoffer werd direct gegrepen en aain dek gesleept, ahvaar zijne handen en voeten stevig werden gebonden), zoodat hij volkomen weerl-oos was. Onder hart verscheurende kreten om genade en ter wijl hij nog-trachtte, om eenigen weerstand te bieden, werd hij in de golven gegooid en spoedig door dien oceaan verzwolgen. Kort daarna veranderde de wind en de schoener ,(,Riffleman" liep mot eene mooie vaart in -de gewenschte richting1, koers zettende naar de Poverty Baai. Wordt vervolgd. OVER MANTELS, KLEUREN EN NOG IETS. We hebben al eerder verteld, dat het mode-silhouet van de vrouw in het nieuwe seizoen breed in de schouders is, hetgeen met allerlei hulpmiddelen wordt bereikt, in de eerste plaats door de mouwen van boven. Over het algemeen zijn de rokken van de japonnen, alsmede het onderste gedeelte van de mantels veel minder wijd uit zichzelve, ging zij hoe langer hoe minder spreken. Sinds haar ziekte had Dorothy nie mand meer gezien dan den dokter, Ef fie en miss Greig. Rokebey had niet aangeboden, bij haar te komen en zij had nooit zijn naam genoemd. Uit eigen beweging sprak zij over nie mand. Effie had zich zoo gevleid, dat dit langzamerhand wel weer komen zou; maar, eigenaardig genoeg nam die apathie met den dag toe. De dokter had dien ochtend eeni brief met een chequé van Wenyss ge had, waarin Rokebey verklaarde, dat zijn nichtje nu zooveel beter was. dat dokter S.teele voorloopig zijn bezoe ken wel staken kon. Hij dacht er eens over na. Zoo, zijn patiënte ging dus vooruit, de operatie was geslaagd en er was geen réden tot ongerustheidWaar de herse nen eenmaal geraakt waren, bleef het toch altijd een! precair geval! Dorothy keek even op, nu Effie sprak. Wat zei je? vroeg zë langzaam, en| op bijna droevigeti toon. Je bent zoo stil, lieveling! Er valt niets te zeggen, Effie. Ik houd vani stilte. Ik haat drukteen la waai. Nu, lieve, houdt je dan ook maar heel stil, hoor! Ik zal je niet lastig vallen. Hoe vreemd, dacht de oude in- tusschen. Zij vraagt in het geheel niet meer naar Colin en schrijft hem dan in voorgiaande seizoenen. Parijs schrijft voor dat de rokken recht en nauw moeten zijn en de slankheid-, die daardoor verkre gen wordt, wordlt nog een tikje aa-nigedikt door het n-ieuwe nauwsluitende lijfje, door vrij sterk getailleerde jasjes; die tot op de heup reiken, of door zoo'n wijde, min of meer sportieve driekwart mantel. Cein tuurs zijn weer sterk in de mode, juist ook voor m-antels. De figuur links op het plaatje geeft daarvan reeds een voorbeeld. Ook ziet men daarop de nieuwste mode snufjes. zooials die breede revers; waarvan de punten buiten het figuur uitsteken, de breede schouders', verkregen door de kop- mouwen,, eniz. Bij het rechtsohe model heeft ook niet. Wat zou dat toch beduiden die overgroote lusteloosheid? Maar Effie maakte niemand deelge noot van haar bezorgdheid. Geen an der dan miss Greig betrad ooit de ziekenkamer en die had zich dan ook zoo nuttig gemaakt, dat Effie haar den toegang niet durfde te verbieden. Toen de oude getrouwe dien, avond naar beneden ging om te eten en miss Greig met haar handwerk bij de pa tiënte was geïnstalleerd, vertelde Ef fie weer het gewone: Miss Wenyss wias betereride; méér viel er niet te •zeggen. Miss Greig keek af en toe eens naar het jonge meisje en sprak dan een en kel woord tot haar, maar sommige opmerkingen bleven geheel onbeant woord. De oude dame zag er bleek en slecht uit. terwijl er onrust lag in den blik van haar oogen. Toent Effie binnentrad met een/blad, stond miss Greig op en keken beide vrouwen elkaar aan. Dorothy was weer in gepeins verzonken; met gebo gen hoofd zat zij kalm voor zich uit te staren. Toen de oude het blad voor haar neerzette, sprak ze enkel zacht: Dank je wel. Miss Greig trad liet vertrek daar naast bin/nen. Effie volgde en sloot de deur. Dit was haar eigen kamer, of schoon ze op een veldbed ïaast haar meesteresje sliep. Hoe vindt u. dat zij er vanavond uit ziet? vroeg zij miss Greig. Vrijwel hetzelfde. men de breedte van boven verkregen door het opgezette cape-je, met opstaanden rand van boven. Dit cape-je loopt echiter op den mg niet heelemaal door. Het zijn dus fei telijk twee apart opgezette groote kappen over de boveiïmouw, die van voren op het lijfje en achter op den mg zijn vastge- stikt. Het linksche model vertoont een aar dige kleurencombinatie, n.1. een blauwgrij ze mantel met hoed en schoenen in de zelfde tint, terwijl er onder een roode das gedragen wordt. De Techtsche man/tel is rood, bij een rood hoedje en dito schoe nen. Wat de kLeuren betreft zal men in het najaar voor overdag de volgende mode kleuren zien. Er zal meer dan ooit zwart gedragen worden, verder veel zwart niet wit, voorts bruin (tabakskleur, kastanje bruin, beiige-bruin); rood (wijnrood, roest rood, scharlaken, enz.'; groen, (dennegroen» olijfgroen en roestgroen); blauw (in de eerste plaats natuurlijk marineblauw, dan purperblauw en grijsblauw); molkleur en st-opverfgrijs. Tenslotte zijn er nog aller lei tussohenkleuren, zooals bietenrood met zwarte weerschijn, of zachtblauw met mos- terdkleurige vlammen, of roestrood gelei delijk afzwakkend naar diep oranje. Als avondkleur noemt men speciaal: wit en de zeer zachte pastelkleuren, robijn» kersrood, zwart, oranje in de kaniteloep- en nianda- rijnitinten, verder metaaüachfcige kleuren. fletsblauw, beige-achtig rose en heel ldchl geelgroen. En welke kleuren moet men nu dragen? Over het algemeen gesproken moeten blonde nuensclien (die in de meer derheid zijn) geen geelgroen, oranjerood, grijsblauw of grijszwart dragen. Wat ze dan wel moeten dragen, dat vertellen we een volgende keer. MADELEINE. b-xii*: J[i"-ir -ik KLiEL LLitAJ DINGEN, DIE IEDERE HUISVROUW WETEN MOET. Vooral in ons klimaat met sterke tem peratuur sver wisselingen en een hoog vocht gehalte van de lucht, moet de huisvrouw alle voorzorgsmaatregelen nemen om bederf van het voedsel, vooral -op heete dagen, te voorkomen. Bedorven voedsel kan heel wat onaangenaamheden teweeg brengen, zooals nog onlangs bleek, toen talrijke personen onwel werdien door -het nuttigen van be dorven ijs. De voornaamste oorzaken /a;i bederf w-ord-en gevonden in de lauwe tem peratuur en het vocht, all-smede insecten die bederf veroorzaken Men doet daarom goed te bedenken, dat men overgebleven, ge kookt eten nimmer moet bewaren in de pani, waarin men het kookte. Doet men dit toch, -dan wordt -het heel gauw zuur. Voorts moet men de temperatuur zoo laag mogelijk houden en! het dus bewaren op eten zoo koel mogelijke plaats, liefst op de tocht. Dit laatste omdat daardoor de lucht in beweging gebracht wordt, zoodat er geen schadelijke inwerking op de voe dingsmiddelen kan plaats hebben» Melk moet men altijd afdekken; wanneer men deze wegzet, tenminste wanneer ge kookte melk eerst goed uitgewasemd is Daarna legt m-en op de kan een schoteltje of een doek. Suiker is een van de voedingsstoffen, die voor ons lichaam onmisbaar worden ge acht} bovendien een voedingsmiddel dat gemakkelijk verteert en in het bloed over gaat. Wanneer het daarom eenigszans mo gelijk is,, doet men verstandig een normaal gebruik van suiker te makeni Saccharine, die ter vervanging van s-uiker wordt ge bruikt. is wöl goedkooper, doch bevat absoluut geen voedsel. Al-leen de smaak is ongeveer hetzelfde als van suiker. Er zijn menschen, die niet recht gegeten hebbeni als ze geen aardappelen en vleesch. benevens groenite, voor middagmaal hebben gehad1. Weet men echter wel. dat erwten en hoornen in gedroogdën toestand even veel eiwit bevatten als vleesch, terwijl de prijs toch veel lager is? Bovendien bevat ten erwten en boonen veel zetmeel. Een maal. boonen staat in voedingswaarde dus volkomen gelijk met een flinken maaltijd van overvloedig Vleesch en aardappelen! Wiil men de erwt-en en boonen nog smake lijker maken-, dan geeft men er gebakken spek bij. H/et is altijd beter groenten en vruchten versch te eten, om'dat ze dan de meeste zouten en vitaminen bevatten, die voor het lichaam nuttig zijn. Gedroogde vruchten hebben veel daarvan verloren, doordat ze meestal gedroogd zijn bij een hooge tem peratuur,, waardoor de vitaminen vernie tigd worden. Wanneer -men op het gebruik van melk wil bezuinigen', kan men in plaats van vol le melk. de goedkoopere tiapte-melk nemen. Mle'lk bevat namelijk in gemakkelijk ver teerbaren vorm -alle voedingsstoffen» welke voor het menschclijk lichaam nooddg zijn» zooals: vet, eiwit, koolhydraten, vitaminen, en zouten» Tapte-melk bevat al deze din gen» behallve dan het vet, omdat tapte-melk afgeroomd is. Voor het bereiden van pap. enz., waarin dikwijls door -de meelspijs toch al vet aanwezig is, kan men dus net zoo goed fapte-melk nemen- wat goed kooper uitkomt. Desnoods doet men er dan een klontje boter bij. RECEPT: EEN SMAKELIJK ZOMERDRANKJE: NAPOLITAINE. Hiervoor neemt men 4 5 sinaasappelen, 1 citroen, 2}4 kopje bessensap, L ons sub ker, en 7 kopjes water. De sinaasappelen en -de citroen waschit men goed schoon en z-orgt dat alle zwarte stipjes verwijderd w-orden. Dan schilt men er met een scherp mes het buitenste gele laagje af en brengt dat met het water langzaam aan de kook. In deze viloeisof lost men de suiker op en laat ze dan bekoelen. Nu voegt m-en er het bessensap en het uitgeperste citroen- en siinaasappelensap bij en giet het vocht d-oor een flanellen lap, tot het heelemaal helder is. Het liefst bewaart men deze na- politaine niet langer dan een paar dagen. HUISVROUW Vindt u Haar dan niet bijzonder stil? Is ze altijd zoo kalm geweest? O neen, tegenover mij niet. Zelfs toen ze nvt jareri geleden roodvonk heeft gehad, was ze dadelijk bij haar beterschap weer veel levendiger en, opgewekter. 't Is eigenaardig. Effie kwam wat dichter naar haar toe en fluisterde: Weet hij het? Wie? Mr. Rokebey. Hij heeft haar niet gezien. Morgen ga ik toch eens met den dokter spreken, of hij nog ndet eens een middel weet, om haar wat op te wekken, miss Greig. Zeker. Vraag het den dokter eens. Hjj lijkt mij anders niet bijzon der knap. Kan men niet een specialist raadplegen? Eveni later verliet miss Greig het vertrek. De deur van de bibliotheek ging open en Rokebey Wenyss-trad op haar toe, terwijl hij zei: Ik wilde u graag eens spreken, 't Is zoo stil overal in huis, dat je niets hoort dan het gieren van den wind door de hooge boomtoppen. Miss Greig gaf gevolg aan zijn uit- noodiging en ging ook de bibliotheek binnen. HOOFDSTUK VII. Het onderhoud duurde nog tot laat in den avond, of eigenlijk tot in den nacht voort en, toen/ zij eindelijk de N V. 1ste S0ESTER ELECTR. DRUKKERIJ Van Weedestraat 7 Telefoon 962 bibliotheek weer verliet, vroeg hij na drukkelijk: Dus u begrijpt het goed? Ja. ntaar je zult geduld moeten hebben. O, ik kan mijn tijd afwachten. En toen zij nog even draalde, legde hij haar haar de hand op den arm en zei: U, is niet zoo geestdriftig als in liet eerst, miss Greig. Vrij heftig trok zij haar arm terug en antwoordde: Als je geestdrift verlangt, moet je bij een ander aankloppen. Maar zoo lang als ik althans nog doe, wat je w/en/scht, is dat immers voldoende. Miss Greig begaf zich nu naar haar eigen) kamer, maar van slapen kwam niet veel in! Zij deed een flanellen ochtendjapon aan en ging bij het vuur zitten nadenlken. Allerlei tegenstrijdige gedachten doorkruisten haar brein, tot ze einde- Lijk opstond, haar vertrek verl-iet, heel voorzichtig de deur van Dorothy opendeed, aan het bed trad en daar eenigen tijd stond te kijken naar het slapende meisje. Zij lag zoo kalm en vredig, met de lippen half open, net als een kind. Het heeft er veel van, of zij dood is, zóó weinig teeken van leven geeft zij, maarZou het niet beter voor haar zijn, als zij ook dood was? Ik geloof van wel. Ik had ook niet gedacht, dat zij daaraan pntkomen zou. En'ikikheb hem nogal aangezet, om het te doen! Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4