D
R
U
K
W
E
R
K
■min
De ontvluchting van het
Maorihoofd te Kooti.
Het rotspad.
Voor de
Huisvrouw
rrrr
FEUILLETON
u)
Voor de Vrouw yO
EFliFIFI
Goed, Billijk, Vlug
Vraagt prijs!
In de geschiedenis van elke koloniale
of maritieme mogendheid zijn wel eens
dingen gebeurd, zeer ernstig en niet zeer
eervol en die niet hadden behoeven te ge
beuren, al/s de verantwoordelijkheid dra
gende autoriteiten wat meer en wat beter
op de teekenen der tij>den hadden gelet.
In de koloniale geschiedenis van ons
eigen land kennen we het verraad van het
Atjesche Hoofd 4Toekoe Oemar" in 18%;
'de overval op Lombok in 1894; de overval'
op Ouracao, nog slechts twee jaar gele
den en de muiterij op het oorlogschip de
„iZevien Provinciën".
Het is een troost, al is het een schrale
troost, dat ook bij andere mogendheden
dergelijke dingen wel eens zijn gebeurd.
Daarbij denken we niet direct aan de mui
terij gedurende den groo-ten oorlog op de
Russische en Duitsche vloot, doch meer
aan de muiterij aan bOord van het Engel-
sche oorlogschip .Boutny" in het jaar 1789.
In hot jaar 1868 is er iets dn Nieuw-
Zeeland gebeurd, waarbij de overval op
Lombok of op Curagao niet te vergelijken
isi Het betreft de ontvluchting van een
Maori-hoofdanan. krijgsgevangene en ver:
bannene, van de Chat/tam Eilanden naar
Hieuw-Ze el and. De gevolgen waren voor
de bewoners van dit land zeer ernstig, zoo
als uit deze geschiedenis zal blijkem
Te Kooti, leider en profeet der
Maories.
In de jaren 1863 en 1864 heeft het Gou
vernement van Nieuw-Zeeland oorlog moe.
ten voeren' tegen de Maorie-stamimen op
hot Noordereiland, die tegen de regeening
der Dominion in opstand waren gekomen
In 1866 werden een groot aantal inboorlin.
gen» die gedurenlde dien oorlog gevangen
waren genomen^, naar de Chattam Eilan
den gedeporteerd. Deze eilanden liggen be.
oosten Nieuw-Zee-land; op ongeveer 400
mijl van de hoofdstad Wellington verwij
derd. Onder deze bannelingen bevond zich
een zekere Maori ,,Te Kooti" genaamd, die
naar de Ghat-tam Eil. was gezonden onder
beschuldiging, dat hij met den vijanid ge
meenschap had onderhouden. De regeening
had hem tot dien tijd steeds als een loyale
inboorling beschouwd, doch nu wertd hij
met andere blikken aangekeken. Men hield
hem nu voor iemand met een slecht karak
ter, die voor de veiligheid en de vrede van
het district een groot gevaar opleverde.
Op ideze gronden werd hij door eene Euro.
peesche rechtbank, die hem niet bizonder
gezind was, schuldig verklaard en met de
overige Inboorlingen verbannen. Verschei,
dene jaren was „Te Kooti" eigenaar ge
weest van een schoener, waarmede hij han.
del dreef tusschen de Povertybaai en de
stad Auckland, waar hij toen -ter tijd een
zeer bekepde persoonlijkheid \v,as. Dat
schip werd later door hem verkocht. Hij
mengde zich daarna in die politieke za
ken, die na eerngen tijd tot zijne deporta
tie ieidden. Te Kooti \voan'de in het district
der Pooverty-baai; hij was niet getatou-
eerd, ofschoon het tegendeel algemeen ge
loofd werd, en ook was hij geen Inl-andsch
hoofd door geboorte. Door zijne krachtige
karakter eigenschappen werd hij langza
merhand een leider van zijn volk, de Ron-
gewhakata s<taim; ofschoon, onder hen chefs
waren van hoogen rang. Twee jaren waren
de gevangenen nu op de Chattam Eik, en
algemeen werd verondersteld, dat zij zich
met hun toestand verzoend) hadden). Een
kleine militaire macht, onider Kiapt. Tho
mas werd door de regeering voldoende
geacht, om de gevangenen te bewaken en
in het huis van afgevaardigden was reeds
'de vraag te b rde gebrachit, of het niet
raadzaam was den gevangenen amnestie te
verleenen en ze naar hunne verschillende
stammen ,in N. Zeeland terug te zenden.
Te Kooti was de regeering echter voor en
loste dit vraagstuk op, door zich aan het
hoofd van een complot te stellen en met
de bannelingen te vluchten,, met uitzonde
ring van twee of drie personen, die
vreemd genoeg er de voorkeur aan ga
ven^ om op het eiland achter te blijven.
We willen nu eens zien, onder welke om
standigheden Te Kooti dat ten uitvoer
bracht. M-oed, beleid en ook eene zekere
mate van ridderlijkheid kan men hem bier-
b:; niet ontzeggen. Op 4 Juli 1868 arriveerde
Naar het Engelsch.
'Nadruk verboden.
Na enkele dagen begon Rokebey
weer gewoon uit te gaan. maar met
den arm nog in verband. Hij was kalm
en opgewekt en toen Hij naar Coombe
ging, sprak hij met zorgvolle genegen
heid van zijn nichtje.
Lady Monica bleef hem echter
steeds met de grootste nauwlettend
heid gadeslaan.
Wat b enje stil liefste!
Het woei en regende en Dorothy
W-enyss had dien heelen dag lusteloos
bij het vuur gezetem, met de handen
in den schoot, en keek met onbestem
den blik voor zich uit.
Zij was veel verouderd, sinds het
ongeluk; zc zag er teer en tenger uit
en zat geheel achteruit gezonken in de
kussens van haar stoel; maar het was
vooral de uitdrukking op haar gelaat
waaraan zulk een verandering viel
waar te nemen. Ze leek half-wakend
half-in slapend, zoo dof en mat zat ze
voor zich uit te staren. Den heelen
dag had zij bijna geen woord gespro
ken en Effie merkte, dat het wezen-
looze steeds toenam; ze deed, wat men
haar vroeg, en antwoordde ook, maar
de schoener „Riffleman", Kapt. Christian;
van Wellington en ankerde ter reede van
het stadje Wtiitangi op de Chattam EiL
waar de bannelingen verblijf hielden). Op
korten afstand.lag een kleiner vaartuig, de
Florence" geankerd. Kapt. Christian be
gaf zach naar den wal en de schoener
stond nu zoo lang onder het bevel van den
stuurman W. A. Payne. De sergeant van
de gewapende politie Elliot genaamd, ging
met eene groote sloep, die door 14 Maori-
gevangenen geroeid werd', naar de Riffle
man" om Gouvernements-goederen af te
halen, die door dat schip waren aange
bracht. Het stadje Waitanga had zijn ge
woon kalim en rustig voorkomen, en niets
wees er op, dat dde rust zoo spoedig op
eene zeer onverwachte wijze verstoord
zoude worden. Toen de sergeant eenige
goederen in zijn sloep had geladen, roeide
hij naar den wal terug. Zoodra hij geland
was, begonnen zijne roeiers te roepen en
te schreeuwen en terzelfder tijd hoorde hij
verder aan land schoten knallen, Gedurende
de korte afwezigheid van den sergeant
waren de Maories aan den wal in opstand
gekomen; ze hadden eensklaps de wacht
ontwapen/d en bezit genomen van de re
doute. In de worsteling, die daaraan vooraf
was gegaan, werd één man van de wacht;
een zekere „Mlirhael Hartnell" gedood
Kapt. Thomas werd gegrepen, en geboeid,
waarna met hem naar hot douane-kantoor
werd gemarcheerd, waar de gezagvoerder
van den schoener reeds opgesloten was.
Sergeant Elliot en de overige constabels
werdien eveneens in verzekerde bewaring
gesteld, door hen op te sluiten. Nadat de
wacht op die wijze onschadelijk was ge-
maak, werd hef sfadje grondig doorzocht
en alle geldswaarden in beslag genomen,
want de Miaories waren nu volkomen heer
en meester van den toestand. Te Kooti
had de meest strikte orders gegeven» dat
men geen noodeloos geweld mocht gebrui
ken en met uitzondering van Hartnell ge
schiedde,.nocJh aan Kapt. Thomas noch aan
zijne manschappen -of iemand der inwo
ners eenig leed. Een zekere Mevrouw Fou.
genie had in ihaar huis een zakje, waarin
zich 300 Sovereigns bevonden. Met groote
tegenwoordigheid van geest stopte zij dit
zakje in een ketel met water, dat op het
vuur stond te koken, zoodat dit geld niet
n de handen van Te Kooti viel.
Een aantal gewapende Inboorlingen roei.
den nu met de Gouvernements sloep naar
de .„Riiffleman", doch ze werden door den
Muurman niot aan boord toegelaten, en
diie twee of drie hunner in de boot terug
iduwde. Andere booten met Maories kwa
men toen langs zijde; zij verspreidden zich
over het schip en namen de opvarenden,
bestaande uit den stuurman, den hofmees
ter en drie matrozen, gevangen, met de
bedreiging, dat ze onmiddellijk gedood
zouden worden, in geval zij eenligen tegen
stand boden of trachten te ontvluchten.
Een set-tier van het eiland trachtte de si
tuatie nog -te redden door aan boord te
gaan en 'de ankerketting te laten slippen.
Hij was daarin bijna geslaagd, toen hij ge
grepen werd, waarna men hem trachtte op
te hanigen; Te Kootli deed zijne manschap
pen ecihter van dit voornemen afzien. De
booten gingen gestadig tus-schen den wal
en het schip heen en weer, totdat alle
Maories geëmbarkeerd waren', totaal 298
pers-onen namelijk 163 mannen 64 vrouwen
en 71 kinderen. Te Kooti, de leider en or
ganisator van den overval', kwam met de
laatste boot van den! wail .aan boord. De be.
mannin-g van de „tFlorence" werd nu ge
last aain wal te gaan; het anker werd ge
licht. en men liet hef vaartuig op het
strand drijven. Imtusóchen waren de zeilen
van de „Riffleman" los gemaakt, het an
ker ingehieuwd en aan den stuurman, on
der bedreiging met d-en 'dood. Indien hij
weigerde, gelast om den schoen-er naar de
Poverty Baai te navigeren. De zeilen zwol
len in de bries en de „Riffleman.", opge
propt met menschen als een slavenschip,
kliefde de goltven en bij zonsondergang was
van Chattam Eiland n-iets anders te zien
dan een blauw wolkje aan. de kiim. Te
Kooti had uit de redouite geroofd 49 draag
bare vuurwapenen, eene groote hoeveelheid
munitie en 500 -baar geld, dat gezonden
was om den officier en de manschappen te
betalen. Voorts alle voorraden aan boord
van de „R-iffileman". die benevens andere
artikelen» bestonden uit 17 ton meel, 6200
pond suiiker en 5 vat*n ale. Na het vertrek
van de ^Rifleman" werden Kapt. Thomas
en Kapt. ChrS-sfian door de bewoners be
vrijd. Ze trachten nu de „Florence", die
hoog en droog op het strand zat, vlot te
krijgen, doch deze pogingen had-den geen
succes. De schoener schoot niet hand op
en op Donderdag 9 Juli- na twee dagen een
ongustigen wind te hebben gehad, begon, er
tweedracht onder de vluchtelingen te ko
men en ze begonnen te twijfelen aan de
macht van Te Kooti, die zich bij zijne me
degevangenen uitgegeven had voor een pro
feet van God. Hoe kon dat waar zijn, indien
de winden boos waren en weigerden om
hem te helpen, zoo vroegen zij zich af. Na
alles, wat men tot nog toe van hem gezien
en ondervonden had, bleek duidelijk, dat
hij geen Hoofdman kon zijn, doch slechts
een gewoon menschr niet van eenigen rang
of adel, en niets meer, dan de meesten hun.
ner, die aan boord w,aren. „Te Kooti"
voelde den ernst van den toestand en be
greep, dat zijn prestige op het spel stond.
Met de plechtigheid van een tohunga
(priester) deelde hij zijne lotgenooten mede,
dat men den God der winden gunstig
moest stemmen/ door iemand op te offeren.
Als dit gedaan was, zou alles goed gaart
Tot groote verwondering van iedereen
wees Te Kooti zijn eigen oom aan als de
A„Jonas". /die overboord geworpen moest
worden. Deze oom „Mohi" genaamd, was
voortdurend tegen „Te Kooti" te keer ge
gaan. en had herr. een „tangate kino"> dat
is: een slecht mensch genoemd- Het on
gelukkige slachtoffer werd direct gegrepen
en aain dek gesleept, ahvaar zijne handen
en voeten stevig werden gebonden), zoodat
hij volkomen weerl-oos was. Onder hart
verscheurende kreten om genade en ter
wijl hij nog-trachtte, om eenigen weerstand
te bieden, werd hij in de golven gegooid en
spoedig door dien oceaan verzwolgen. Kort
daarna veranderde de wind en de schoener
,(,Riffleman" liep mot eene mooie vaart in
-de gewenschte richting1, koers zettende
naar de Poverty Baai.
Wordt vervolgd.
OVER MANTELS, KLEUREN EN
NOG IETS.
We hebben al eerder verteld, dat het
mode-silhouet van de vrouw in het nieuwe
seizoen breed in de schouders is, hetgeen
met allerlei hulpmiddelen wordt bereikt,
in de eerste plaats door de mouwen van
boven. Over het algemeen zijn de rokken
van de japonnen, alsmede het onderste
gedeelte van de mantels veel minder wijd
uit zichzelve, ging zij hoe langer hoe
minder spreken.
Sinds haar ziekte had Dorothy nie
mand meer gezien dan den dokter, Ef
fie en miss Greig. Rokebey had niet
aangeboden, bij haar te komen en zij
had nooit zijn naam genoemd. Uit
eigen beweging sprak zij over nie
mand. Effie had zich zoo gevleid, dat
dit langzamerhand wel weer komen
zou; maar, eigenaardig genoeg nam
die apathie met den dag toe.
De dokter had dien ochtend eeni
brief met een chequé van Wenyss ge
had, waarin Rokebey verklaarde, dat
zijn nichtje nu zooveel beter was. dat
dokter S.teele voorloopig zijn bezoe
ken wel staken kon.
Hij dacht er eens over na. Zoo, zijn
patiënte ging dus vooruit, de operatie
was geslaagd en er was geen réden tot
ongerustheidWaar de herse
nen eenmaal geraakt waren, bleef het
toch altijd een! precair geval!
Dorothy keek even op, nu Effie
sprak.
Wat zei je? vroeg zë langzaam,
en| op bijna droevigeti toon.
Je bent zoo stil, lieveling!
Er valt niets te zeggen, Effie. Ik
houd vani stilte. Ik haat drukteen la
waai.
Nu, lieve, houdt je dan ook maar
heel stil, hoor! Ik zal je niet lastig
vallen.
Hoe vreemd, dacht de oude in-
tusschen. Zij vraagt in het geheel
niet meer naar Colin en schrijft hem
dan in voorgiaande seizoenen. Parijs schrijft
voor dat de rokken recht en nauw moeten
zijn en de slankheid-, die daardoor verkre
gen wordt, wordlt nog een tikje aa-nigedikt
door het n-ieuwe nauwsluitende lijfje, door
vrij sterk getailleerde jasjes; die tot op de
heup reiken, of door zoo'n wijde, min of
meer sportieve driekwart mantel. Cein
tuurs zijn weer sterk in de mode, juist
ook voor m-antels. De figuur links op het
plaatje geeft daarvan reeds een voorbeeld.
Ook ziet men daarop de nieuwste mode
snufjes. zooials die breede revers; waarvan
de punten buiten het figuur uitsteken, de
breede schouders', verkregen door de kop-
mouwen,, eniz. Bij het rechtsohe model heeft
ook niet. Wat zou dat toch beduiden
die overgroote lusteloosheid?
Maar Effie maakte niemand deelge
noot van haar bezorgdheid. Geen an
der dan miss Greig betrad ooit de
ziekenkamer en die had zich dan ook
zoo nuttig gemaakt, dat Effie haar
den toegang niet durfde te verbieden.
Toen de oude getrouwe dien, avond
naar beneden ging om te eten en miss
Greig met haar handwerk bij de pa
tiënte was geïnstalleerd, vertelde Ef
fie weer het gewone: Miss Wenyss
wias betereride; méér viel er niet te
•zeggen.
Miss Greig keek af en toe eens naar
het jonge meisje en sprak dan een en
kel woord tot haar, maar sommige
opmerkingen bleven geheel onbeant
woord. De oude dame zag er bleek en
slecht uit. terwijl er onrust lag in den
blik van haar oogen.
Toent Effie binnentrad met een/blad,
stond miss Greig op en keken beide
vrouwen elkaar aan. Dorothy was
weer in gepeins verzonken; met gebo
gen hoofd zat zij kalm voor zich uit
te staren. Toen de oude het blad voor
haar neerzette, sprak ze enkel zacht:
Dank je wel.
Miss Greig trad liet vertrek daar
naast bin/nen. Effie volgde en sloot de
deur. Dit was haar eigen kamer, of
schoon ze op een veldbed ïaast haar
meesteresje sliep.
Hoe vindt u. dat zij er vanavond
uit ziet? vroeg zij miss Greig.
Vrijwel hetzelfde.
men de breedte van boven verkregen door
het opgezette cape-je, met opstaanden rand
van boven. Dit cape-je loopt echiter op den
mg niet heelemaal door. Het zijn dus fei
telijk twee apart opgezette groote kappen
over de boveiïmouw, die van voren op het
lijfje en achter op den mg zijn vastge-
stikt. Het linksche model vertoont een aar
dige kleurencombinatie, n.1. een blauwgrij
ze mantel met hoed en schoenen in de
zelfde tint, terwijl er onder een roode das
gedragen wordt. De Techtsche man/tel is
rood, bij een rood hoedje en dito schoe
nen.
Wat de kLeuren betreft zal men in het
najaar voor overdag de volgende mode
kleuren zien. Er zal meer dan ooit zwart
gedragen worden, verder veel zwart niet
wit, voorts bruin (tabakskleur, kastanje
bruin, beiige-bruin); rood (wijnrood, roest
rood, scharlaken, enz.'; groen, (dennegroen»
olijfgroen en roestgroen); blauw (in de
eerste plaats natuurlijk marineblauw, dan
purperblauw en grijsblauw); molkleur en
st-opverfgrijs. Tenslotte zijn er nog aller
lei tussohenkleuren, zooals bietenrood met
zwarte weerschijn, of zachtblauw met mos-
terdkleurige vlammen, of roestrood gelei
delijk afzwakkend naar diep oranje. Als
avondkleur noemt men speciaal: wit en de
zeer zachte pastelkleuren, robijn» kersrood,
zwart, oranje in de kaniteloep- en nianda-
rijnitinten, verder metaaüachfcige kleuren.
fletsblauw, beige-achtig rose en heel ldchl
geelgroen. En welke kleuren moet men
nu dragen? Over het algemeen gesproken
moeten blonde nuensclien (die in de meer
derheid zijn) geen geelgroen, oranjerood,
grijsblauw of grijszwart dragen. Wat ze
dan wel moeten dragen, dat vertellen we
een volgende keer.
MADELEINE.
b-xii*: J[i"-ir -ik
KLiEL LLitAJ
DINGEN, DIE IEDERE HUISVROUW
WETEN MOET.
Vooral in ons klimaat met sterke tem
peratuur sver wisselingen en een hoog vocht
gehalte van de lucht, moet de huisvrouw
alle voorzorgsmaatregelen nemen om bederf
van het voedsel, vooral -op heete dagen, te
voorkomen. Bedorven voedsel kan heel wat
onaangenaamheden teweeg brengen, zooals
nog onlangs bleek, toen talrijke personen
onwel werdien door -het nuttigen van be
dorven ijs. De voornaamste oorzaken /a;i
bederf w-ord-en gevonden in de lauwe tem
peratuur en het vocht, all-smede insecten die
bederf veroorzaken Men doet daarom goed
te bedenken, dat men overgebleven, ge
kookt eten nimmer moet bewaren in de
pani, waarin men het kookte. Doet men
dit toch, -dan wordt -het heel gauw zuur.
Voorts moet men de temperatuur zoo laag
mogelijk houden en! het dus bewaren op
eten zoo koel mogelijke plaats, liefst op
de tocht. Dit laatste omdat daardoor de
lucht in beweging gebracht wordt, zoodat
er geen schadelijke inwerking op de voe
dingsmiddelen kan plaats hebben»
Melk moet men altijd afdekken; wanneer
men deze wegzet, tenminste wanneer ge
kookte melk eerst goed uitgewasemd is
Daarna legt m-en op de kan een schoteltje
of een doek.
Suiker is een van de voedingsstoffen, die
voor ons lichaam onmisbaar worden ge
acht} bovendien een voedingsmiddel dat
gemakkelijk verteert en in het bloed over
gaat. Wanneer het daarom eenigszans mo
gelijk is,, doet men verstandig een normaal
gebruik van suiker te makeni Saccharine,
die ter vervanging van s-uiker wordt ge
bruikt. is wöl goedkooper, doch bevat
absoluut geen voedsel. Al-leen de smaak
is ongeveer hetzelfde als van suiker.
Er zijn menschen, die niet recht gegeten
hebbeni als ze geen aardappelen en vleesch.
benevens groenite, voor middagmaal hebben
gehad1. Weet men echter wel. dat erwten
en hoornen in gedroogdën toestand even
veel eiwit bevatten als vleesch, terwijl de
prijs toch veel lager is? Bovendien bevat
ten erwten en boonen veel zetmeel. Een
maal. boonen staat in voedingswaarde dus
volkomen gelijk met een flinken maaltijd
van overvloedig Vleesch en aardappelen!
Wiil men de erwt-en en boonen nog smake
lijker maken-, dan geeft men er gebakken
spek bij.
H/et is altijd beter groenten en vruchten
versch te eten, om'dat ze dan de meeste
zouten en vitaminen bevatten, die voor het
lichaam nuttig zijn. Gedroogde vruchten
hebben veel daarvan verloren, doordat ze
meestal gedroogd zijn bij een hooge tem
peratuur,, waardoor de vitaminen vernie
tigd worden.
Wanneer -men op het gebruik van melk
wil bezuinigen', kan men in plaats van vol
le melk. de goedkoopere tiapte-melk nemen.
Mle'lk bevat namelijk in gemakkelijk ver
teerbaren vorm -alle voedingsstoffen» welke
voor het menschclijk lichaam nooddg zijn»
zooals: vet, eiwit, koolhydraten, vitaminen,
en zouten» Tapte-melk bevat al deze din
gen» behallve dan het vet, omdat tapte-melk
afgeroomd is. Voor het bereiden van pap.
enz., waarin dikwijls door -de meelspijs
toch al vet aanwezig is, kan men dus net
zoo goed fapte-melk nemen- wat goed
kooper uitkomt. Desnoods doet men er dan
een klontje boter bij.
RECEPT:
EEN SMAKELIJK ZOMERDRANKJE:
NAPOLITAINE.
Hiervoor neemt men 4 5 sinaasappelen,
1 citroen, 2}4 kopje bessensap, L ons sub
ker, en 7 kopjes water. De sinaasappelen
en -de citroen waschit men goed schoon en
z-orgt dat alle zwarte stipjes verwijderd
w-orden. Dan schilt men er met een scherp
mes het buitenste gele laagje af en brengt
dat met het water langzaam aan de kook.
In deze viloeisof lost men de suiker op en
laat ze dan bekoelen. Nu voegt m-en er het
bessensap en het uitgeperste citroen- en
siinaasappelensap bij en giet het vocht
d-oor een flanellen lap, tot het heelemaal
helder is. Het liefst bewaart men deze na-
politaine niet langer dan een paar dagen.
HUISVROUW
Vindt u Haar dan niet bijzonder
stil?
Is ze altijd zoo kalm geweest?
O neen, tegenover mij niet. Zelfs
toen ze nvt jareri geleden roodvonk
heeft gehad, was ze dadelijk bij haar
beterschap weer veel levendiger en,
opgewekter.
't Is eigenaardig.
Effie kwam wat dichter naar haar
toe en fluisterde:
Weet hij het?
Wie?
Mr. Rokebey.
Hij heeft haar niet gezien.
Morgen ga ik toch eens met den
dokter spreken, of hij nog ndet eens
een middel weet, om haar wat op te
wekken, miss Greig.
Zeker. Vraag het den dokter
eens. Hjj lijkt mij anders niet bijzon
der knap. Kan men niet een specialist
raadplegen?
Eveni later verliet miss Greig het
vertrek. De deur van de bibliotheek
ging open en Rokebey Wenyss-trad
op haar toe, terwijl hij zei:
Ik wilde u graag eens spreken,
't Is zoo stil overal in huis, dat je
niets hoort dan het gieren van den
wind door de hooge boomtoppen.
Miss Greig gaf gevolg aan zijn uit-
noodiging en ging ook de bibliotheek
binnen.
HOOFDSTUK VII.
Het onderhoud duurde nog tot laat
in den avond, of eigenlijk tot in den
nacht voort en, toen/ zij eindelijk de
N V. 1ste S0ESTER ELECTR. DRUKKERIJ
Van Weedestraat 7 Telefoon 962
bibliotheek weer verliet, vroeg hij na
drukkelijk: Dus u begrijpt het goed?
Ja. ntaar je zult geduld moeten
hebben.
O, ik kan mijn tijd afwachten.
En toen zij nog even draalde, legde hij
haar haar de hand op den arm en zei:
U, is niet zoo geestdriftig als in
liet eerst, miss Greig.
Vrij heftig trok zij haar arm terug
en antwoordde:
Als je geestdrift verlangt, moet
je bij een ander aankloppen. Maar zoo
lang als ik althans nog doe, wat je
w/en/scht, is dat immers voldoende.
Miss Greig begaf zich nu naar haar
eigen) kamer, maar van slapen kwam
niet veel in! Zij deed een flanellen
ochtendjapon aan en ging bij het vuur
zitten nadenlken.
Allerlei tegenstrijdige gedachten
doorkruisten haar brein, tot ze einde-
Lijk opstond, haar vertrek verl-iet,
heel voorzichtig de deur van Dorothy
opendeed, aan het bed trad en daar
eenigen tijd stond te kijken naar het
slapende meisje.
Zij lag zoo kalm en vredig, met de
lippen half open, net als een kind.
Het heeft er veel van, of zij dood
is, zóó weinig teeken van leven geeft
zij, maarZou het niet beter
voor haar zijn, als zij ook dood was?
Ik geloof van wel. Ik had ook niet
gedacht, dat zij daaraan pntkomen
zou. En'ikikheb
hem nogal aangezet, om het te doen!
Wordt vervolgd.