Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag DE DAG VAN HEOEN, Liberalen, let op uw saeck !Z L Ej T de nieuwste PHILIPS Radio-apparaten ZIET de nieuwste Telefunken Radio-apparaten Aan één der Commissieleden. No 73 Een en Twintigste Jaargang Woensdag 13 September 1933 UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. d. BOVENKAKP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: v. WEEDESTR. 7 - TEL. S62 - GIRO 161165 bij: TECHNISCH BUREAU H. SCHUIJFF, SOEST Binnenland _>o bij: TECHNISCH BUREAU H. SCHUIJFF, SOEST BUREAU VOOR ADMINISTRATIE. VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIÊN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTFURSWET 1012 - (STAATSFI AD No. 380 ADVERTENTIÊN. VAN 1-5 REGELS 75CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1.- PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST De beste toebereidselen voor de toekomst bestaan daarin, dat men de dingen van het he den goed doet. R. VV. LAMBERT. Wie ge ook zijt, weest nobel; wat ge ook doet, doe het goed; wat ge ook zegt, spreekt vriend'lijk; geeft vreugde, waar ge ook gaat ANON. Om U de waarheid te zeggen, ik weet niet eens of ik het gedichtje wel goed citeer: In het verleden ligt het heden, in het nu, wat worden zal. Maar in ieder geval komt de strekking van deze dichtregelen hierop neer, dat wij, zonderlinge snaken die we veel tijds zijn, ons dikwerf veel te dik ma ken over wat geweest is of wat ko men zal. terwijl we met al deze drukte over verleden en toekomst waaratje het allervoornaamste vergeten, name lijk datgene wat voor de hand ligt: het w£rk van heden, van nu, van dit oogenblikgoed te doen. Door al ons gefilosofeer over wat geweest is, en ons zorgelijk blikken} naar mor gen, komt de dag van heden heelemaal in de verdrukking. Tja, en als we dan te hooren krijgen, dat de beste voor bereiding voor de toekomst daarin be staat, dat we het heden" goed doen, tja, dan begrijpen we misschien een klein beetje, waarom het somtijds in die toekomst dan zoo maltentig gaat. Als we immers niet goed voorberei den Goed, goed, we zijn het dus eeng: wc zijn er voor de zooveelste keer van doordrongen, dat we vreemde sinjoren zijn. Maar kom, laten we dan maar met frisschen moed van voren af aan beginnen. Zooals een spreker onlangs eens zei: vandaagdat is Uw dag en de mijne! Laten we dezen dag nu eens doen tellen voor de glorie van al wat goed is. Vandaag dat is de eenige dag waar we zeker van zijn, want gisteren^ is voorbij en morgen, morgen komt feitelijk nooit. We leven immers maar op één dag te gelijk, hoezeer we ook probeeren het anders te doen en pogen meer in één dag te proppen, dan we feitelijk be hoorden te doen. D i t is onze dag: heden. Laten we ons nu eens voorne men, het de beste dag te maken die we nog ooit ge- en beleefd hebben. En danals dan werkelijk die „morgens" komen, het heden weer in een morgen vervloeit, en weer „heden" wordt, dan zullen ze vervuld worden van blijheid en vreugde, omdat we el- ken dag, als die tot ons kwam, goed geleefd hebben. Elke keer dat we een nieuwe taak opvatten, zullen we dan vervuld zijn met de wetenschap, dat we alles te winnen hebben en niets te verliezen. Het leven moet een voort durend opwaarts gaan zijn, een voort durend streven naar hooger en beter. Dus: laten we nog eens heelemaal overnieuw beginnen, „gaat heen en zondig niet meer", maar laat ons ver trouwen; in het goede ons door het strijdperk leiden op vreedzame wijze, naar de verheven taak om orde uit chaos te maken, vertrouwen uit wan trouwen en wankelmoedigheid Dit vertrouwen in de essentieele goedheid van het heelal, dit rotsvaste geloof is al wat goed is, in de uitein delijke overwinning van het goed^ is het, dat aan ons gemoed die rust en kalmte geeft, die ons in staat stellen moeilijke omstandigheden en uiterlijk zeer verontrustende tegenslagen suc cesvol het hoofd te bieden. En even zeer is het dit geloof in het goede, dat ons in staat stelt ons niet te bezorgd te maken over den dag van morgen, doch het „heden", den eenigen dag die ons toebehoort, al ons werk dat voor de hand ligt, waarlijk goed te doen. Die zoozeer voor ieder van ons ge- wenschte innerlijke rust is niet af hankelijk, ondergaat geen invloed van uiterlijke omstandigheden. De groote Leermeester der menschen heeft ge zegd „Vrede laat ik u, mijnen vrede geef ik uUw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd." Te recht zeide daarom een anonymus, als wij het geloof hebben, dat Hij had en dat Hij beschreef als de eenige basis voor innerlijke vrede en vreugde, ver trouwen in hèt goede, vertrouwen in de beteekenis van het leven, vertrou wen in de overwinning van het goede, vertrouwen in de oppermacht van lief de, zouden wij dan niet onafhankelijk zijn van de uiterlijke dingen, de z.g. omstandigheden? Zouden we-dan niet den toetssteen bezitten, waaraan we alle waarden kunnen meten, waardoor we in staat gesteld worden de dingen van den dag van heden waarlijk „goed" te doen? FLORIS C. (Nadruk verboden). Wrj leven snel. Sinds de onlangs ge houden verkiezingen is heel veel veran derd: er is e^n kentering gekomen in de geestesgesteldheid van ons volk. De natio- uaal-socialistische vloedgolf heeft ook ons land bereikt. Waarom zou zij ook halt houden aan de grens? Voor zij al te groote verwoestingen heeft aangericht, dienen wij ons tot het; uiterste ertegen te verweren. Wél Kan de regeering iets doen om de geestelijke oesmetting te bemoeilijken, doch de strijd cegen het nationaal-socialisme als politiek oeginsel dienen wij zelf te voeren, enimét ons, allen die de geestelijke en praatschap- pelijke vrijheid, die diep in de volksziel verankerd ligt, willen redden. Het is wel een zware tijder dient ge- voehten te worden naar twee kanten, «te gen het socialisme dat en decadence is. .egen het communisme, maar vooral te gen het fascisme en nationaal-socialisme, die beide nog in stijgende lijn zijn. Om dien strijd op de juiste wijze te kunnen voeren, dienen we er ons reken schap van te geven, welke oorzaken tot het volgen van deze stroomingen geleid nebben.. De stoot is uit het buitenland gekomen, maar als de toestanden in ons land de menschen niet rijp gemaakt hadden, om hem op te vangen, zou hij geen succes ge had hebben. Tot die toestanden behooren als voor naamste 1. Ontevredenheid met de werking van ons parlementair stelsel. 2. Het falen der democratie. 3. De versnippering op politiek gebied. 4. De economische verdwazing. Over die toestanden willen wrj iets zeggen, voor zoover ze ons land betref fen, al gelden ze ook het buitenland. Wij liberalen, zijn altijd voorvechters geweest van parlementaire democratie» vVij zijn het nog. Terecht! Maar laten we niet blind zijn voor de fouten, die haar aankleven.. De partijen zijn niet bij mach te geweest, een zekere mate van verval .van het parlementaire stelsel te voorko men. Al geruimen tijd is het niet bij mach te geweest een parlementaire regeering voort te brengen. Ook is wijd verbreid in de vertegenwoordigende lichamen bracht. Wrj zouden kunnen doorgaan, doch het zij ons genoeg, om duidelijk te maken, dat tegen dit alles een reactie niet* kon uitblijven. En deze zal licht te sterk wor den. Het zal een moeilijke taak zijn, cm de fouten te bestrijden. En toch zal dit/ noo- dig zijn, wil men het kostelijke goed, de parlementaire democratie behouden. Ook de versnippering is onhoudbaar geworden: de 53 partijen bij de laatste verkiezingen zijn er het beste bewijs voor. Maar ook al zouden er 10 zijn geweest, het is eenmaal een feit, dat de vele zéér goede krachten, die in die partijen schuil den, een aanzienlijk deel van hun capaci teiten verspillen in den strijd tegen el kaar inplaats van die aan te wenden in het landsbelang. En al is dit verklaar baar, ten slotte voelt men, datl het niet juist is. Lang heeft men, met de gematigde onverschilligheid, die in groote groepen van het volk heerschte, ten aanzien van de politiek en het landsbelang, de dingen op hun beloop gelaten. Thans ontwaakt men. Men vraagt, afkeerig van het poli tieke steekspel, „het landsbelang vóór alles". Het lijkt me zeker, dat ons huidige staatsbestel bezig is aan zijn laatstje kanis. Moge het die gebruiken! De partijen- staan thans voor de keushun leven be teren of verdwijnen. Wat de economische oorzaken aangaat, deze hebben het proces, dat anders ook gekomen zou zijn, buitengewoon versneld. Zij hebben het socialisme geveld. De cri sis, die o.a. te wijten is aan den wereld oorlog, is mede voor een zeer groot ge deelte te wijten aan den technischen voor uitgang in de industrie, die het aantal menschen, werkzaam bij het productie proces, te snel heeft doen dalen, zoodat de wereld zich niet kon aanpassen. Daar kwam bij de industrialisatie van 'het Oosten, dat door de lage loonen zeer „konkurrentzfahig" is, zoodat het geen verwondering hoeft te baren, dat een enor me overproductie op de wereldmarkten een strijd op leven, en Hnod heeft doen ont staan. Of stelselmatige productie en autarkie hier uitkomst kunnen brengen, valt af te wachten. Zeker is het, dat de geweldige proefnemingen, die daarmee o.a. in Ame rika en Duitschland, worden genomen,, wanneer ze slagen, ons welvaartpeil e- norm zullen drukken. En door dit alles is ons vrijhandels beginsel, hoe juist ook op zichzelf, ge doemd om voorloopig „Pro Memorie" op ons program te blijven paraisseeren. On der den dwang der omstandigheden is onze vrijhandel verdwenen. Laten we hopen, tijdelijk.. Het is wel treurig, datide vrijhandel, waarbij de wereld en ons land groot zijn geworden, moest verdwijnen. Wat nu verder dient te worden gedaan, om zoo goed mogelijk door dit tijdsge wricht heen te komen? In de eerste plaats krachtige bestrijding van de vele fouten, die de parlementaire democratie aankleven. Laten we niet ver geten, dat zij het zijn, die de geesten ont vankelijk hebben gemaakt voor fascisme en nationaal-socialisme! Voorts zal men moeten komen tot een zeer nauwe aansluiting tusschen alle ge zagsgetrouwe partijen, met uitzondering van de fascistische en nationaal-socialis- tische, hoewel die nog wel het monopolie pretenderen té hebben van de trouw aan het gezag. v» WEEDESTRAAT 46 - TELEFOON 487 de meening, dat er een verkeerde machts verhouding gegroeid is tusschen parlement en regeering. Maar bovenal heeft de opvatting veld gewonnen, dat het parle mentaire stelsel niet voldoet in tójden van crisis, waarin de meest ver strekken de maatregelen in korten tijd moeten worden genomen, doordat het politieke aspect dagelijks verandert. Men heeft den indruk, dat tot voor kortt de regeering bestond uit een praatgrage en bemoeizieke Tweede Kamer, die een .blok aan het been was voor dexegeering, die dientengevolge slap was. Onder het parlementaire stelsel heeft men het opdrijven der belastingen niet we ten te voorkomen. Aan den voortdurend ?n druk van uiterst links om te komen tot steeds hoogere uitgaven voor sociale maatregelen, zonder rekening te houden met de financieele draagkracht van ons volk, heeft men geen weerstand weten te bieden. Men wist, dat het landsbelang al te vaak moest wgken voor het partijbe lang. De evenredige vertegenwoordiging bleek een verstarring teweeg te brengen, die het onmogelijk maakte, dat af en toe eens een frissche wind door de politiek woei, en die al te veel dezelfde gezichten Alles wat verdeelt dient men opzij te zetten, en het landsbelang vóór alles te laten gaan. Dit doende zal men gezamenlijk zeer veel macht moeten delegeeren aan de re geering, die de teugels strak aanhoudt, en met moed en beleid ons volk voert naar een betere toekomst. (de Vrijheid) V. G. M. DE B.B.N. De BBN (Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland) heeft het volgende adres aan Z.E. den Minister van Buitenlandsche Zaken gezonder*. Aan Zijne Excellentie den Minister van Buitenlandsche Zaken^ te 's-G ravenhage. Excellentie, Het zij ons veroorloofd, de aandacht en tusschenkomst van Uwe Excellentie te vragen voor het volgende. v. WEEDESTRAAT 46 TELEFOON 487 Gelijk U.E. bekend is, heeft de Duitsche Regeering bij verordening van 6 October 1931 (Reichsgesetzbla-tt No. 67 van 7 Oc tober 1931) ten aanzien van het goederen vervoer per motorrijtuig tegen betaling, dat as vervoer ten behoeve van derden, be paald, dat zoodanig vervoer onderworpen is aan een vergunning, indien de transpor ten worden uitgevoerd over een afstand, grooter dan 50 KM. Aan deze verorde ning zijn ook de in het buitenland inge schreven motorrijtuigen onderworpen. Het schijnt te mogen worden aangeno men, dat deze verordening tot heden voor in Nederland ingeschreven motorrijtuigen geen bijzondere belemmering heeft opge leverd. althans hebben ons sedert hare uit vaardiging geen klachten bereikt. Zelfs is het ons gebleken, dat op de naleving der verordening ten aanzien -'ar in Nederland ingeschreven motorrijtuigen geenszins scherp werd toegezien. Naar ons heden evenwel is bekend ge worden). wordt de onderwerpelijke veror dening blijkbaar aangewend, om transpor ten vanuit Nederland met hier te lande in geschreven motorrijtuigen onmogelijk te maken. Een onzer leden heeft namelijk bij schri'Ven van 18 Augustus jl. bij de be voegde Duitsche autoriteit1, namelijk den Regeeringspresi'dent te Dysseld'orf, het ver zoek gedaan, in het bezit te worden, ge steld' van een vergunning voor het ver voeren van goederen van de grens naar bestemming in DuitschHand. Dit verzoek werd' terugontvangen met de kiamtteeke- ning, gedateerd 22 Augustus 1933; vZurückgesandit mit dem Ersuehen, „zunaohst den Antrag durch Angabe des ..polizciflichen Kienzeichens, der Fahr- „„gestellnummer, des JLigengewichts umd 1 ,-der zulassiigen Belastung der "Eahrzeuge. ,,mit denen Güterfernverkehr betrieben werden solt, zu vervol.lstamdigen. Gleich- .zeitig ersuche iohi, mir das deutsche „Grenzzollamt anzugeben, dem die Zoll- ,,abfentigung bei der Faihrt von Holland „mach Deuitschland' obliegt. ',,Im Auftrage". Op 26 Augustus werden de in boven aan gehaalde kan-tteekening gevraagde gege vens door den aanvrager verstrekt. Ook dit schrijven' werd geretourneerd, thans met deze toelichting: ^Zurückgesandlt mit dem Bemerken, ,,das naoh einer kürzlich ergangemen Ent- „scheidung des Reiohsverkehrsministers 4,vorlaufig eine Genehmigung zum Be- n,triebe einer Gü-terfernverkehrs nicht „mehr erteilt wird. i„Im Auftrage". Het wil ons voorkomen), dat een be schikking, als waarop de Regeeringspresi- dervt zich beroept, voor het Duitsche trans portwezen moge gelden, bijv. op grond van de overweging, dat het aantal vergunde diensten voor het oogenblik voldoende in de vervoersbehoefte voorziet, doch dat zij niet van toepassing kan zijn op het in ternationale verkeer, dat bij wed'erkeerig- heidsverdragen is geregeld. De buitenlandsche transporten staan ten overvloede geheel buiten de overweging betreffende de beschikbare vervoersgele- gen'heid te worden gehouden. Intusschen is het gevolg van deze mede- deeling van d'en Regeeringspresidenit te Düsseldorf. dat trans-porten van goederen vanuit 'Nederland met in Nederland inge schreven motorrijtuigen practisch onmoge lijk zijn gemaakt tot groote schade niet enikel van het Nederlandsche transportwe zen, nraar van het geheele bedrijfsleven,, dat belang heeft bij den export en deze ex portmogelijkheid slechts kan benutten, in dien het vervoer der goederen vooral van 9poedig aan bederf onderhevige produc ten, per motorrijtuig kan geschieden. Wij gevoelen ons dan ook genoopt. Uwe Excellentie op de hoogte te stellen van deze nieuwe belemmering, die ons -bedrijfs leven van de zijde der Duitsche overheid ondervindt en U.E. eerbiedig, doch tevens met door den ernst der zaak gerechtvaar digd-en aandrang te verzoeken, wel Hare tusschenkomst te willen verleen-en. opdat de vrijheid van het internationale verkeer met vrachtautomobielen op den vroegeren voet worde hersteld. Terwijl wij Uwe Excellentie gaarne bij voorbaat dank betuigen'. Hebben wij de eer te zijn, Van Uwe Excellentie de dienstwillige die maar, Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland. Steunverleening aan werklooze Bouwvak arbeiders wordt stopgezet. Wij vernemen, dat de Minister van So ciale Zaken besloten heeft, de steunver leening aan de werklooze leden van de Landelgke Federatie van Bouwvakarbei ders in Nederland, met ingang van 10 dezer, voor het geheele land stop te zet ten. De oorzaak hiervan is gelegen in het volgende: Den 21sten Augustus verzocht ge- Mijnheer. In. LTw schrijven im „De Soester", Kreeg „Ad Rem" van U een beurt; Juist! Door wrijving van gedachten, Komt vaak goed;, wat werd betreurd. 'k Wil beginnen U te zeggeni, 't Samenwerken hier in Soest, Voor het feest), (een „schuchter pogen" Zei U zelf) wasomdat 't moest. Niet blijmoedig, niet va-n harte, Niet met vollen zin-, spontaan, Maar .dit maal is „samenwerking" Uit.eigen belang" ontstaan. Want elk der Vereenitgingen, H,ad in kaseen schralen duit; Ging men nu aa-n 't .„samenwerken", Dankwam men wat beter uit. Was er soms geen oppositie? Ging het alles „ééns van zin"? Ware het maar zóó geschied, dan Was 't geweest: een prachtbegin! Had elk der Vereenigingen Eens gehad „een ruime kas", 'k Geloof, U zult het zelf wel weten, Hoe het dan geloopen was. Trouwens 't feest als „feest" kledneeren> Geenszins was zóó iets mijn doel; Juist door weinig medewerking. Werd het weer„een saaie boel", Verder door gebrek aan leiding, O.rde, regelmaat of zin, Wlas 't ook ditmaal weer in Soest een Pover „Feest der Koningin!" En wat „goede leiding" doen kan, Zagen wij in Amsterdam; Vijf en veertig duizend menschen, Défaleerdenord'lijk, stram! Soest tot „Eensgezindheid" brengen, Heusch, mijnheereen reuzetoer! Daarom, duid mij niet ten kwade, 't Moet: „frappez, frappez, toujours!" (Nadiruk verboden) AD REM. noemde Minister aan het bestuur van dé federatie, aan hem de verzekering te ge ven, dat zijn organisatie, net als de an dere landelijke vakbonden zouden instem men met de nieuwe verlaagde regeling van de loonen en tarieven in het stucadoors- bedrijf te Amsterdam. Verder verzocht de minister, hem te willen mededeelen, welr ke maatregelen door het bestuur getroffen zijn voor de leden zijner organisatie, die niet bereid blijken de nieuwe regeling te aanvaarden en, of deze evenals bij de an dere bonden van het lidmaatschap der organisatie zullen worden geroyeerd. Daar een verklaring als bovenbedoeld den minister nog steeds niet heeft bereikt*, heeft Z.Exc. het bestuur van de federatie laten weten, niet langer te kunnen wach ten en om die reden tot den bovengenoem- Jen maatregel te hebben besloten. De stopzetting van de steunverleening zal duren, totdat de federatie de door den minister gewenschte verklaring zal heb ben afgelegd. Ook onderzoekt de minister nog voor welke andere organisaties de steunrege^ ling behoort te worden ingetrokken. ECONOMISCHE CRISIS. De Minister van Staaft, Voorzitter van dien Raad van Ministers, heeft onder dag- teekening van 17 Augustus 1933 op het adres van de drie Centrale Landbouw organisaties dd. 30 Juni 1933 betreffende economische crisis als volgt geantwoord: p>Naar aanleiding van de aan den Raad van Ministers dd. 30 Juni toegezonden beschouwingen ten aanzien van de eco nomische crisis, die den land- en tuinbouw, in den algemeenen zin genomen, ernstig in ongunsftigen zin beïvloedit en die als aan vulling moeten worden beschouwd op den inihoud van Uw gemeenschappelijk schrij ven van 12 Juni 1930, zij medegedeeld, dat dit alles de volle aandacht heeft van de Regeering. Zij is overtuigd van den hachelijken toe stand, waarin de v.aderlandsche landbouw is komen te verkeeren. De tot heden getroffen maatregelen mo gen Uwe Organisaties een bewijs zijn, dat de Regeering met alle haar ten dienste staande middelen er naar streeft de ern stige en niadeelige gevolgen van de crisis zooveel mogelijk te helpen verzachten. De belemmeringen, die aan den export

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 1