D
R
U
K
W
E
R
K
K
Nieuws- ea Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Een vriendelijk mensch
No. 89
Bekendmakingen
Officieel
Gemeentelijk Allerlei.
Binnenland
Goed, Billijk, Vlug
Vraagt prijs!
Een en Twintigste jaargang
Woensdag 8 November 1933
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. 6. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIËN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST
REOACTIE- EN ADM.-ADRES: v. WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912-(STAATSBLAD No. 380)
le Afd, No. 3224.
Burgemeester en Wethouders van Soest
maken bekend, dat zij aan het bestuur der
Hervormde (Geref.) Meisjesvereeniging
„Tabitha" te Soest ontheffing van de ver
bodsbepalingen van de Winkelsluitings
wet hebben verleend ten aanzien van de ba-
/ar, welke gehouden wordt 'in een lokaal
der Chr. U. L. O. School aan de Spoor
straat, en hebben toegestaan, dat deze bazar
geopend is op 22 en 23 November a.s. des
namiddags van 2 tot 10 uur.
Soest, 2 November 1933.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarie der gemeente ter
visie is gelegd een verzoek met bijlagen van
E. J. Holtrust, van Weedestraat 3, Soest
zulks met intrekking van zijn verzoek, dd.
10 October 1933 om vergunning tot het op
richten van een inrichting voor het maken
van bouillonproducten, in het perceel, Van
Weedestraat No. 3; kadastraal bekend ge
meente Soest, in sectie H. 4052 en het daar
in plaatsen van:
1 inpakmachine, gedreven door een electro-
motor vn 3/4 P.K.;
1 deegmachine en 1 pers. gedreven d^or een
electromotor van 4 P.K.; 1 maalmacnine en
1 vacumpomp, gedreven door een electro
motor van 3 P.K. en, een stoomketel.
dat op den 17den Nov. 1933, des vóór
middags te 11 uren gelegenheid is om ten
gemeentehuize bezwaren tegen het oprich
ten dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende DRIE "DAGEN vóór
dien dag op de secretarie der gemeente van
de ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de
aangewezen plaats en het aangegeven uur
in de vorengenoemde ingevolge art. 7
der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, ten einde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Soest, 3 November 1933.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Baten/burg.
Een groot mensch is verdraagzaam
jegens de opvattingen van anderen;
hij is lankmoedig ten aanzien van
hun tekortkomingen; hij toont waar
medegevoel in hun zorgen; hij ver
heugt zich in hun successen.
ANON.
Nu, laten we eerlijk zijn: over het alge
meen gesproken zijn we nu niet bepaald
daverend in onze waardeering voor een
eenvoudig, vriendelijk mensch. We vinden
zoo iemand wel prettig, soms misschien
noemen we hem in ons hart een beetje
,,half zacht", doch het zal niet in ons hoofd
opkomen, zoo'n onopvallend, eenvoudig,
vriendelijk^ mensch een groot" man te
noemen. 'Nee, dat zouden we, eerlijk ge
zegd, een beetje bespottelijk vinden. Sap
perloot, onder een groot man verstaan we
heel wat anders, dat is er eentje, die de heele
wereld van zich doet spreken, die midden
in het zoeklicht der publieke opinie staat,
die deksels kranige 'dingen doet en zegt
en die toont ruggemerg te hebben en af
en toe eens met zijn figuurlijke vuist op een
tafel durft te slaan, zoodat de figuurlijke
tafel ervan davert
Tja, dat is natuurlijk allemaal erg flink
en' kranig en grootsch en zoo, maar men
zou schuchterlijk willen vragen, of men dan
wellicht niet cranerie voor grootheid houdt?
Want men heeft wel eens kunnen hooren
beweren, dat menschelijke eigenschappen
alleen nog geen grootheid vormen in de
ware beteekenis van het woord. Omdat wa
re grootheid gekenmerkt wordt door een
voud. Zou dus toch zoo'n doodeenvoudig,
vriendelijk menscheen werkelijk
„groot" mensch kunnen zijn?Maar
dan zouden wijwij allemaal eigen
lijk waarlijk groote mannen en vrouwen
kunnen zijn, terwijl we altijd gedacht had
den, dat zooicts alleen maar het voorrecht
van den enkeling wasMerkwaar
dig, waartoe men door wat rustig naden
ken en logisch redeneeren al niet kan ko
menM'aar laten we verder hoo
ren, wat men over „groote menschen" door
denkers kan*hooren verklaren: hij die waar
lijk groot is, plaatst zichzelf niet op den
voorgrond. (Hm, hm, dat zouden sommigen
onder ons misschien wel eens met vrucht in
de ooren kunnen knoopem). Volmaakte be-
heersching, welke zich manifesteert in woor
den en daden, is een duidelijk kenmerk van
grootheid. De wereld bewondert spontaan
dengeen, die onbewogen kan blijven door
de stormen van strijd en hartstocht die an
dere menschen', om hem heen doen buigen.
Eerlijkheid eni oprechte woorden vindt men
bij hen, die waarlijk groot zijn. Omdat zij
niets te verbergen hebben, zij zich niet an
ders hebben voor t'e doen, dan zij zijn. Wat
zij zeggen, komt uit hun hart en daar kan
men op af gaan. De groote mensch is ver
draagzaam jegens de opvattingen van an
deren; hij is lankmoedig ten aanzien van
hun tekortkomingen; hij toont waar mede
gevoelen in hun zorgen; hij verheugt zich
in hun successen.
Dus d a t is een waarlijk groot mensch:
een eenvoudig, vriendelijk menschJa,
vooral vriendelijk, als afstraling van een
hart vol liefde voor den medemensch. O,
en dat hoeft niet noodzakelijkerwijs zijn
buurman te zijn, zooals men de aanduiding
„naaste" wel eens opvat. Het kan ook een
ander medemensch zijn, ieder medemensch
feitelijk die in moeite is, en die ons mede
gevoel behoeft. Want men kan terecht de
meening aanvaarden, dat het niet alleen in
groote dingen is, dat we onze liefde voor
den naaste kunnen toonen, maar ook en
vooral in de kleine dingen. Er doen zich
iederen dag zooveel gelegenheden! daarom
voor, om een groot mensch te zijn, en
vriendelijkheid op eenvoudige, verstandige,
onopvallende wijze te betoonen, en die voor
een ander soms zoo bijster veel kan betee-
kenen. Het gebeurt immers zoo dikwijls
dat het in ons vermogen is anderen zich
gelukkig of ellendig te doeni gevoelen, al
leen door al of niet wat simpele attentie te
betoonen. We kunnen dan vriendelijk of
onvriendelijk zijn. Het is aan ons om te
kiezen. We kunneri verdraagzaam zijn, of
lankmoedig, we kunnen ons dikwijls in de
plaats van anderen stellen, en zoo ons ma
tigen in ons oordeel over hen
Vooral dit laatste is een zeer goede raad.
Want we kunnert zoo bar hard zijn in ons
oordeel over anderen, en zoo vlug, en daar
om zoo gauw de plank misslaan en ver
keerd oordeelerï, soms zelfs heel erg grie
ven en miskennen. Maar als we als regel
zouden aannemen, alvorens een oordeel uit
te spreken, eens na te gaan, hoe w ij ons
zouden voelen als een ander zóó over ons
zou oordeelen, evenzoo vluchtig en evenzoo
hard, dan zouden er heel wat harde woor
den ongesproken blijven en1 heel wat meer
vriendelijkheid betoond.
(Nadruk verboden).
FLORIS C.
III.
Er zijn weer heel wat telescopen, öp de
Soester proppen gekomen. Sommige dood
eerlijke lieden kregen een flauwte van den
schrik en vroegen haastig om hun proppen
schieter. De benoeming van een commissie
ter overweging van de mogelijkheid om te
komen tot de oprichting van een Soester
Sterrenwacht, waarvoor alléén niet-Soes-
ters in aanmerking kunnen komen, kon in
een gesloten zitting van den Gemeenteraad
niet aan de orde komen, omdat men. eerst
nog een commissie wilde aanwijzen, waaruit
de deputatie ter huldiging van den' aftre-
lenden Wethouder gevormd zou worden.
Toen nu zoo'n paar van die amateur-
astronoompjes het tweede meteoortje in den
kijker kregen, slaakten zij een zucht van
verlichting. Het onheil was niet plaatselijk
geweest, zij konden weer ongestoord den
slaap des rechtvaardigen indommelen, hun
proppenschieters (catapults zijn overigens
ook in de mode) weer opbergen.
Maar waarom nog meer rampen veroor
zaken, nu het heengaan van een in elk geval
representatieven wethouder onze gemeente
treft? Want zooals kleeren den man maken,
zoo geeft een keurig voor den dag komend
college van B. en W. altijd het aanzien aan
de gemeente. Wij denken, hierbij aan het
goede figuur, dat wij bij de opening van
het Natuurbad sloegen. Overigens mis
schien wel het eenigste in deze vermake
lijke historie.
Dat de heer Lodeesen deze hoedanigheid
niet bezit, mogen wij hem niet euvel duiden.
Een, kind tracht men het ook, zonder ver
bieden, af te leeren een' mismaakten man
na te wijzen. Treft nu het verwijt dengene,
die op den heer Lodeesen stemden! Zijn zij,
die bezweken onder den aandrang van het
verwijt, de motiveering van hun keuze ver
geten. Afgezien van de inconsequentie,
schijnen zij niet meer te weten wat de be
weegredenen tot dezen noodsprong, als van
een kat in het donker, waren. Tot eiken
prijs moest vermeden worden, dat er weer
onder één hoedje gegoocheld kon worden
door rechts, waar men door de toch wel
gunstige resultaten, der verkiezingen de
huid van den. beer reeds meende te mo
gen verdeelen. Waarom dat beter was, leert
een vergelijking van het tegenwoordige en
het vroegere beheer!
Inderdaad heeft mem meer recht van spre
ken als men critiek op het beleid van een
wethouder kan leveren. Enis in
wezen dan niet het wethoudersbeleid het
beleid der onder hem ressorteerende amb
tenaren?
Wat is een wethoudersbaantje tenslotte?
De kroon op het werk van een| gemeente
politicus; Zooals het ministerschap de be
kroning beteekent van een diplomatieke
carrière. De meeste wethouders zijn geen
geboren leiders, laat staan gemeentebeheer
ders. Daarvoor behoeven zij hun ambtena-
reru. Door eeni wethouder in een slecht dag
licht te plaatsen via onthouding van mede
werking stelt de ambtenaar zich zelf aan
de kaak.
De eindelijk verkregen kroon zal den heer
van Duren met veel genoegen verschaft
hebben. Het werk is hem over het bekroon
de hoofd gegroeid. Hij heeft niet direct ge
zegd: Mijn college schiet tekort. Daar is
onze heengaande wethouder te netjes voor
ik zei, hij is een representatief per
soon. Maar
Eerst kon hij het afondanks het
Natuurbaden nu er geen derden
wethouder komt
Mien had van rechts wantrouwen in B. en
W. moeten uitspreken, eerst d&n zou Lodee
sen gegaan zijn. Want dat laat hij zich niet
door heerem gemeenteraadsleden zeggen.
Er is maar één KareiLodeesen.
Laat hierbij persoonlijke antipathie even
tueel niet gaan voor gemeentebelangen!
Wordt vervolgd.
Wachtgeld-regeling.
Toen in het laatst van de zittingperiode
van den vorigen Gemeenteraad het Ambte
narenreglement werd behandeld, zijn op
voorstel van schrijver dezes de daarin ver
vatte bepalingen voor de wachtgeldregeling
gewijzigd.
Door B. en W. was voorgesteld om een
Ambtenaar, die door opheffing zijner be
trekking of wegens verandering in de in
richting van zijn tak van dienst overcom
pleet werd, wachtgeld toe te kennen ge
durende hoogstens even. veel jaren als hij
diensttijd achter dem rug had.
Had de man 15 diertstjaren achter den
rug, dan kon hij dus ook 15 jaren lang
wachtgeld trekken. Zulks gold voor elk an
der aantal jaren.
Hetzelfde zou reeds algemeen voor an
dere gemeeaten. -geWr.-n en behoudens
eenige beperkende bepalingen ook voor
het Rijk. Mien, volgde dus eenvoudig een
gewoonte. Daar ik een, dusdanige regeling,
vooral voor jonge ambtenaren met klein
aantal dienstjaren, uitermate vrijgevig vond
(.wij waren' reeds aan den crisis bezig!) stel
de ik een schaal voor, waarbij de eerste
tl ja.en de volbrachte diensttijd voor één
derde deel, voor de volgende 12 jaren voor
de helft, voor de meerdere jaren voor twee
derden zouden rekenen als duur van de
wachtgeldbetaling.
Ik kreeg de meerderheid van den Raad
aan mijn zijde en het reglement werd aldus
gewijzigd.
Het bleek mij later, dat de Bond van Ne-
derl. Gemeente-ambtenaren daartegen in
verzet is gekomen. Ik meen, dat de zaak
nog altijd bij Gedep. Stateni ligt en
op afdoening wacht.
Intusschen bleek mij dezer dagen, dat er
ook andere gemeenten het Soester voet
spoor willen gaan volgen. Zoolang wacht
gelders nog weinig voorkwamen, kon men
zich desnoods de weelde van groote vrij
gevigheid veroorloven, doch nu „op wacht
geld-stellen" aan de orde van den dag is als
gevolg van noodzakelijke bezuiniging, gaat
men de gemaakte fout beseffen. Thans zijn
net B. en W. van Amsterdam die met
een voorstel komen om een schaal in te
voeren, zooals voor Soest werd vastgesteld,
zij het ook dat de breuken eenigermate van
onze cijfers verschillen.
Men moge dan al wat onwelwillend pra
ten over den Soester Raad, in één opzicht
zal Soest dan toch het goede voorbeeld
hebben gegeven!
Bezuinigen. Ik heb het kort geleden over
dit onderwerp gehad, doch kom er hier
nog even op terug en zulks naar aanleiding
van een ministerieel schrijven aan de ge
meenten over den Rijkssteun bij Werkver
schaffing. Ik wil het heele schrijven hier
niet behandelen, doch slechts vermelden,
dat bij het geven van Rijkssteun er op gelet
zal worden of de betrokken gemeente ge
noegzaam heeft bezuinigd o.a. op jaarwed
den, op subsidies, op onverplicht onderwijs
enz.
In Soest echter schijnt men, ondanks het
steeds dieper doorwerken van den crisis,
van zuinigheid juist bij die onderwerpen
nog geeni besef te hebben. B. en W. stel
den in ae laatste Raadszitting voor: subsi-
dieverhooging voor eenige gymnastiekver-
eenigingen en\ een nieuwe subsidie voor (on
verplicht/) bewaarschool-onderwijs! De
Raad keurde een en ander goed met slechts
één stem tegen, de stem van den heer Ga-
sille. Ten aanzien van die bewaarschool
heette het, dat men bij een eenige jaren ge
leden verleemde subsidie voor een bewaar
school had in 't vooruitzicht gesteld, dat
ook andere dergelijke scholen die subsidie
zouden kunnen krijgen. Op zich zelf was
die belofte niet onlogisch. Maar in hoog<
mate onlogisch acht ik het, dat men thans
daarbij een nietigheidje als deze crisis een
voudig over 't hoofd ziet.
Het schrijven van den Minister toont den
Heeren Raadsleden nu, wat hiervan verder
de gevolgen kunnen zijn!
Mijn vorig artikel over „bezuinigen" heeft
den Heer v. d. B. genoopt een ingezonden
stuk aan dit blad te zenden. Hij betoogde
daarin, dat de helft der gemeente-werklie
den tot 1929 geen hooger weekloon maak
ten dan f 18.en heb ik hem wèl begre
pen dan vond hij op grond daarvan, dat
dit personeel reeds duidelijk duizende gul
dens voor de malaise(?) had geofferd. De
tijd vóór 1929 ligt reeds in een grijs verle
den en juist in dat jaar begon de crisis, die
tot nu toe voortduurde en waarvan het
eind nog niet is te schatten. Ik heb hier
voor mij liggen de begrooting 1931 en daar
uit neem ik over de volgende weekloonen
bij O.W.:
i man met f 3ü.weekloon
3 man met f 32.weekloon
i man met f 3U.weekloon
1 man met f 28.80 weekloon
3 man met f 28.weekloon
o man met f 23.weekloon.
Ongetwijfeld zullen eenige dezer loonen
middelerwijl verhoogd zijn in verband met
uienstjaren.
in ïeuer geval ziet men dat deze cijfers
de f 18.wel heel ver te boven gaan.
De verzuchting van den Heer v. d. B., dat
men gaarne zou zien, dat een loonkoiting
ook nuttig werd besteed, gevolgd door ae
woorden: Maar helaas (.met 4 uit-
roepteekens). onderschrijf ik geheel!
Uitbreidingsplannen. Tegen het onlangs ter
zijae gelegde plan van denj Heer van Nes
is van verschillende zijden, indertijd o.a. het
oezwaar geuit, dat het veel te omvattend
zou zijn en verre den wettelijken eisch te
Doven zou gaan, dat het zou voorzien in de
Dehoefte van de eerstkomende tien j.aren.
Daartegenover heb ik gewezen op den
bijzonderen toestand in deze gemeente, dat
hier n.1. tot nu toe gebouwd is in vele ver-
uiteenliggen.de gedeelten, zoodat eenvoudig
niet is te zeggen, waar de bebouwing zich
in de naaste toekomst zal uitbreiden, het
geen m.i. teni volle rechtvaardigde, dat de
„lichtplannen" bijna ons geheele grondge
bied omvatten.
Nu wil ik hier de aandacht vestigen op
eveneens zeer ver-gaande plannen van een
tweetal andere gemeenten. Hilversum heeft
een plan op touw gezet, hetwelk betiteld is
met den naam „eindplan", hetwelk n.1. on
geveer alle in de toekomst voor bebouwing
in aanmerking konienide terreinen omvat,
hetwelk een stad zou opleveren voor ver
over de 1UU.0U0 inwoners! En nu lees ik,
dat ook Nijmegen een grootsch plan heeft
gemaakt voor ongeveer 150.0U0 zielen,
waarbij er op wordt gewezen, dat ook daar
tot nu toe de bebouwing uiterst weinig
systeem vertoonde, waarbij ik dadelijk
moest denken aan ons Soest. Men ziet hier
uit, dat het denkbeeld om alleen te voorzien
in de woningbehoefte der eerstvolgende
tien-jarige periode ook in andere plaatsen
niet als doorslaggevend richtsnoer wordt
aangehouden, doch dat men wel degelijk
met bijzondere omstandigheden rekening
houdt, wat m.i. niet anders dan logisch is
te noemen.
Wij zullen intusschen met belangstelling
de nieuwe plannen voor Soest tegemoet
zien.
W. H. C. DOORMAN.
REGEERING WENSCHT WERK
VERRUIMING.
Instelling van een verkeersfonds.
In antwoord op het verslag van de Twee
de Kamer, deelt de regeering mede, dat zij
overtuigd is van de moreele en economische
beteekenis van de vermeerdering van werk
gelegenheid, en dat zij een voor de uitvoe
ring van groote werken noodig beroep op
de geldmarkt zal doen, zoodra dit eenigs-
zins mogelijk zal zijn.
Voor een voorloopig plan van vervroegd
en versneld uitvoeren van werken, is reeds
een gedeelte voorbereid, onder meer voor
den aanleg van kanalen en veerhavens, nor
malisatie van rivieren, wegenbouw, brug
genbouw, spoorwegwerken, aanleg van
vliegvelden, ontginningswerken en ook het
begin van de droogmaking van den N. O.
Zuiderzeepolder, totaal tot een bedrag, dat
voor 1934 op rond zestig millioen wordt ge
raamd. Ook zal onder bepaalde voorwaar
den, aan het particuliere bedrijfsleven ge
legenheid worden gegeven voor de uitvoe
ring van werkverschaffingswerken.
NEDERLANDSCHE BOND VAN BOE
RINNEN EN ANDERE PLATTE
LANDSVROUWEN.
De algemeene najaarsvergadering, die op
17 October j.1. te Utrecht werd gehouden,
kenmerkte zich wederom door een goede
belangstelling.
De voorzitster, mevrouw A. Bonnema-
Benes, deelde o.m. mede, dat het Kon. Ned.
Landbouwcomité eri de Coöp. Aan- en
Verkoop-vereeniging Oudewater (in ver
band met een ongeluk, dat aldaar had plaats
gevonden) reeds adhaesie hadden getuigd
met het van den Bond uitgaande -schrijven
aan den Minister van Waterstaat inzake
meer zorg voor de veiligheid bij onbewaak
te overwegen, in het bijzonder bij mistig
weder. Vervolgens bracht ze ter kennis van
de vergadering, dat de Bond wederom de
beschikking heeft gekregen over eenige uit
zendtijden per radio en dat de eerste radio
lezing vervuld zal worden door den heer
Beijerman, secretaris van de Ned. Ver. „Het
Groene Kruis", die zal spreken over: „De
gezondheidstoestand op het platteland en
wat ter verbetering gedaan kan worden", op
Woensdag 13 December, 's morgens van
11—11.30.
Uit het jaarverslag van de secretaresse
N V. Ista SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
Van Weedestraat 7 Telefoon 962
bleek, dat in het afgeloopen jaar het leden
tal belangrijk is toegenomen, zoodat dit
aan het einde van het vorig jaar bedroeg
2173 en dat er in de verschillende afdeelin-
gen flink is gewerkt. Er werden lezingen,
cursussera en excursies georganiseerd.
Bij het Plaatsingsbureau, een instelling
van den Bond, kwamen 53 aanvragen in van
meisjes voor een tijdelijke plaats in de huis
houding in een andere omgeving. Aan 39
aanvragen kon, dank zij den, steun van vele
huisvrouwen, voldaan worden, zoodat dit
bureau in een behoefte voorziet.
De boeken werden in orde bevonden; de
kas sloot met een batig saldo a f 12.12.
Tot H.B.-lid voor Noord-Holland werd
gekozen mevr. A. Glijnis-Schermerhorn te
Stompetoren, en tot plaatsvervangend H.B.-
lid mevr. A. Bommezij-Schaak te Heer Hu-
gowaard. Tot plaatsvervangend H.B.-lid
voor Groningen werd gekozen mevr. A. Z.
Sikkema-Ausema te Roodeschool.
Besloten werd het werk van de Commis
sie ter bevordering van de Heemschutge
dachte onder de jeugd te steunen met f 5.
per jaar. Reeds dezen winter zullen over
dit voor het platteland belangrijke onder
werp in eenige afdeelingen lezingen met
lichtbeelden worden gehouden.
Een interessant rapport werd ter verga
dering uitgebracht over de electriciteits-
voorziening ten plattelande, wat betreft de
kosten, 't gebruik van apparaten in de huis
houding, waartoe de afdeelingen medewer
king hadden verleend. Hieruit bleek, dat de
stroomprijzen en vastrechttarieven in on
derscheidene gemeemten zeer uiteenloopen,
dat de huisvrouw op het platteland in het
algemeen voelt voor vereenvoudiging van
haar huishouding, o.m. door het gebruik van
electrische apparaten, doch dat de veelal
dure electrische stroom, meer nog dan de
prijs der apparaten, als een groot bezwaar
wordt gevoeld om electriciteit in de huis
houding voor verschillende doeleinden aan
te wenden.
In dezen werd besloten, eerst door des
kundigen! een onderzoek te doen instellen
naar de meest economische warmtebron
voor voedselbereiding, verwarming van wa
ter, in het bijzonder voor boerderijen waar
veel warm water noodig is, waarna dan die
pogingen aangewend zullen! worden ter be
vordering van een in alle opzichten econo
mische (o.m. ook wat betreft werkbespa-
ring) verwarming.
Betreffende de keuring van stoffen deel
de de voorzitster, naar aanleiding van inge
wonnen inlichtingen mede, dat deze nog
niet onder de Warenwet valt, doch dat men
stoffen voor onderzoek kan opzenden naar
den Rijksvezeldienst te Delft (kosten f 10).
Toch zou meer zekerheid omtrent de sa
menstelling der stoffen van belang zijn,
doch gezien de bezuiniging, zal er geen
kans zijn, dat de Keuringsdienst vooreerst
uitbreiding ondergaat.
Wat betreft het punt verbetering van het
handwerk op het platteland, werd besloten
hiervoor den raad van bevoegde personen
in te roepen om tot een zoo goed mogelijk
plan te komen. Eveneens werd besloten
vooreerst nog twee algemeene vergaderin
gen per jaar te houden.
De afgevaardigde naar het Internationaal
Congres van Plattelandsvrouwen, mevr. A.
C. Wiersma-Risselada, bracht verslag uit
van deze in Juni te Stockholm gehouden'
samenkomst. Zij wees op de groote betee
kenis van het vereenigingsleven voor de
plattelandsvrouw en noemde verschillende
werkmogelijkheden voor de toekomst.
Tenslotte deelde de voorzitster nog mede,
dat een schrijven was ingekomen van de
Uitgeversfirma van het maandblad „In en
om Woning en Boerderij", waarin uitbrei
ding van het aantal abonné's werd bepleit
om zoodoende aan verschillende wenschen
van lezeressen meer tegemoet te kunnen' ko
men.
Hierna werd de geanimeerde vergadering
gesloten.
A. H. L.b.