D R U K W E R K K Nieuws- ea Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Een vriendelijk mensch No. 89 Bekendmakingen Officieel Gemeentelijk Allerlei. Binnenland Goed, Billijk, Vlug Vraagt prijs! Een en Twintigste jaargang Woensdag 8 November 1933 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. 6. d. BOVENKAMP ADVERTENTIËN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST REOACTIE- EN ADM.-ADRES: v. WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165 HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912-(STAATSBLAD No. 380) le Afd, No. 3224. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat zij aan het bestuur der Hervormde (Geref.) Meisjesvereeniging „Tabitha" te Soest ontheffing van de ver bodsbepalingen van de Winkelsluitings wet hebben verleend ten aanzien van de ba- /ar, welke gehouden wordt 'in een lokaal der Chr. U. L. O. School aan de Spoor straat, en hebben toegestaan, dat deze bazar geopend is op 22 en 23 November a.s. des namiddags van 2 tot 10 uur. Soest, 2 November 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der ge meente Soest, Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis: dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van E. J. Holtrust, van Weedestraat 3, Soest zulks met intrekking van zijn verzoek, dd. 10 October 1933 om vergunning tot het op richten van een inrichting voor het maken van bouillonproducten, in het perceel, Van Weedestraat No. 3; kadastraal bekend ge meente Soest, in sectie H. 4052 en het daar in plaatsen van: 1 inpakmachine, gedreven door een electro- motor vn 3/4 P.K.; 1 deegmachine en 1 pers. gedreven d^or een electromotor van 4 P.K.; 1 maalmacnine en 1 vacumpomp, gedreven door een electro motor van 3 P.K. en, een stoomketel. dat op den 17den Nov. 1933, des vóór middags te 11 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het oprich ten dier inrichting in te brengen; en dat gedurende DRIE "DAGEN vóór dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennisgenomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in de vorengenoemde ingevolge art. 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mon deling toe te lichten. Soest, 3 November 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Baten/burg. Een groot mensch is verdraagzaam jegens de opvattingen van anderen; hij is lankmoedig ten aanzien van hun tekortkomingen; hij toont waar medegevoel in hun zorgen; hij ver heugt zich in hun successen. ANON. Nu, laten we eerlijk zijn: over het alge meen gesproken zijn we nu niet bepaald daverend in onze waardeering voor een eenvoudig, vriendelijk mensch. We vinden zoo iemand wel prettig, soms misschien noemen we hem in ons hart een beetje ,,half zacht", doch het zal niet in ons hoofd opkomen, zoo'n onopvallend, eenvoudig, vriendelijk^ mensch een groot" man te noemen. 'Nee, dat zouden we, eerlijk ge zegd, een beetje bespottelijk vinden. Sap perloot, onder een groot man verstaan we heel wat anders, dat is er eentje, die de heele wereld van zich doet spreken, die midden in het zoeklicht der publieke opinie staat, die deksels kranige 'dingen doet en zegt en die toont ruggemerg te hebben en af en toe eens met zijn figuurlijke vuist op een tafel durft te slaan, zoodat de figuurlijke tafel ervan davert Tja, dat is natuurlijk allemaal erg flink en' kranig en grootsch en zoo, maar men zou schuchterlijk willen vragen, of men dan wellicht niet cranerie voor grootheid houdt? Want men heeft wel eens kunnen hooren beweren, dat menschelijke eigenschappen alleen nog geen grootheid vormen in de ware beteekenis van het woord. Omdat wa re grootheid gekenmerkt wordt door een voud. Zou dus toch zoo'n doodeenvoudig, vriendelijk menscheen werkelijk „groot" mensch kunnen zijn?Maar dan zouden wijwij allemaal eigen lijk waarlijk groote mannen en vrouwen kunnen zijn, terwijl we altijd gedacht had den, dat zooicts alleen maar het voorrecht van den enkeling wasMerkwaar dig, waartoe men door wat rustig naden ken en logisch redeneeren al niet kan ko menM'aar laten we verder hoo ren, wat men over „groote menschen" door denkers kan*hooren verklaren: hij die waar lijk groot is, plaatst zichzelf niet op den voorgrond. (Hm, hm, dat zouden sommigen onder ons misschien wel eens met vrucht in de ooren kunnen knoopem). Volmaakte be- heersching, welke zich manifesteert in woor den en daden, is een duidelijk kenmerk van grootheid. De wereld bewondert spontaan dengeen, die onbewogen kan blijven door de stormen van strijd en hartstocht die an dere menschen', om hem heen doen buigen. Eerlijkheid eni oprechte woorden vindt men bij hen, die waarlijk groot zijn. Omdat zij niets te verbergen hebben, zij zich niet an ders hebben voor t'e doen, dan zij zijn. Wat zij zeggen, komt uit hun hart en daar kan men op af gaan. De groote mensch is ver draagzaam jegens de opvattingen van an deren; hij is lankmoedig ten aanzien van hun tekortkomingen; hij toont waar mede gevoelen in hun zorgen; hij verheugt zich in hun successen. Dus d a t is een waarlijk groot mensch: een eenvoudig, vriendelijk menschJa, vooral vriendelijk, als afstraling van een hart vol liefde voor den medemensch. O, en dat hoeft niet noodzakelijkerwijs zijn buurman te zijn, zooals men de aanduiding „naaste" wel eens opvat. Het kan ook een ander medemensch zijn, ieder medemensch feitelijk die in moeite is, en die ons mede gevoel behoeft. Want men kan terecht de meening aanvaarden, dat het niet alleen in groote dingen is, dat we onze liefde voor den naaste kunnen toonen, maar ook en vooral in de kleine dingen. Er doen zich iederen dag zooveel gelegenheden! daarom voor, om een groot mensch te zijn, en vriendelijkheid op eenvoudige, verstandige, onopvallende wijze te betoonen, en die voor een ander soms zoo bijster veel kan betee- kenen. Het gebeurt immers zoo dikwijls dat het in ons vermogen is anderen zich gelukkig of ellendig te doeni gevoelen, al leen door al of niet wat simpele attentie te betoonen. We kunnen dan vriendelijk of onvriendelijk zijn. Het is aan ons om te kiezen. We kunneri verdraagzaam zijn, of lankmoedig, we kunnen ons dikwijls in de plaats van anderen stellen, en zoo ons ma tigen in ons oordeel over hen Vooral dit laatste is een zeer goede raad. Want we kunnert zoo bar hard zijn in ons oordeel over anderen, en zoo vlug, en daar om zoo gauw de plank misslaan en ver keerd oordeelerï, soms zelfs heel erg grie ven en miskennen. Maar als we als regel zouden aannemen, alvorens een oordeel uit te spreken, eens na te gaan, hoe w ij ons zouden voelen als een ander zóó over ons zou oordeelen, evenzoo vluchtig en evenzoo hard, dan zouden er heel wat harde woor den ongesproken blijven en1 heel wat meer vriendelijkheid betoond. (Nadruk verboden). FLORIS C. III. Er zijn weer heel wat telescopen, öp de Soester proppen gekomen. Sommige dood eerlijke lieden kregen een flauwte van den schrik en vroegen haastig om hun proppen schieter. De benoeming van een commissie ter overweging van de mogelijkheid om te komen tot de oprichting van een Soester Sterrenwacht, waarvoor alléén niet-Soes- ters in aanmerking kunnen komen, kon in een gesloten zitting van den Gemeenteraad niet aan de orde komen, omdat men. eerst nog een commissie wilde aanwijzen, waaruit de deputatie ter huldiging van den' aftre- lenden Wethouder gevormd zou worden. Toen nu zoo'n paar van die amateur- astronoompjes het tweede meteoortje in den kijker kregen, slaakten zij een zucht van verlichting. Het onheil was niet plaatselijk geweest, zij konden weer ongestoord den slaap des rechtvaardigen indommelen, hun proppenschieters (catapults zijn overigens ook in de mode) weer opbergen. Maar waarom nog meer rampen veroor zaken, nu het heengaan van een in elk geval representatieven wethouder onze gemeente treft? Want zooals kleeren den man maken, zoo geeft een keurig voor den dag komend college van B. en W. altijd het aanzien aan de gemeente. Wij denken, hierbij aan het goede figuur, dat wij bij de opening van het Natuurbad sloegen. Overigens mis schien wel het eenigste in deze vermake lijke historie. Dat de heer Lodeesen deze hoedanigheid niet bezit, mogen wij hem niet euvel duiden. Een, kind tracht men het ook, zonder ver bieden, af te leeren een' mismaakten man na te wijzen. Treft nu het verwijt dengene, die op den heer Lodeesen stemden! Zijn zij, die bezweken onder den aandrang van het verwijt, de motiveering van hun keuze ver geten. Afgezien van de inconsequentie, schijnen zij niet meer te weten wat de be weegredenen tot dezen noodsprong, als van een kat in het donker, waren. Tot eiken prijs moest vermeden worden, dat er weer onder één hoedje gegoocheld kon worden door rechts, waar men door de toch wel gunstige resultaten, der verkiezingen de huid van den. beer reeds meende te mo gen verdeelen. Waarom dat beter was, leert een vergelijking van het tegenwoordige en het vroegere beheer! Inderdaad heeft mem meer recht van spre ken als men critiek op het beleid van een wethouder kan leveren. Enis in wezen dan niet het wethoudersbeleid het beleid der onder hem ressorteerende amb tenaren? Wat is een wethoudersbaantje tenslotte? De kroon op het werk van een| gemeente politicus; Zooals het ministerschap de be kroning beteekent van een diplomatieke carrière. De meeste wethouders zijn geen geboren leiders, laat staan gemeentebeheer ders. Daarvoor behoeven zij hun ambtena- reru. Door eeni wethouder in een slecht dag licht te plaatsen via onthouding van mede werking stelt de ambtenaar zich zelf aan de kaak. De eindelijk verkregen kroon zal den heer van Duren met veel genoegen verschaft hebben. Het werk is hem over het bekroon de hoofd gegroeid. Hij heeft niet direct ge zegd: Mijn college schiet tekort. Daar is onze heengaande wethouder te netjes voor ik zei, hij is een representatief per soon. Maar Eerst kon hij het afondanks het Natuurbaden nu er geen derden wethouder komt Mien had van rechts wantrouwen in B. en W. moeten uitspreken, eerst d&n zou Lodee sen gegaan zijn. Want dat laat hij zich niet door heerem gemeenteraadsleden zeggen. Er is maar één KareiLodeesen. Laat hierbij persoonlijke antipathie even tueel niet gaan voor gemeentebelangen! Wordt vervolgd. Wachtgeld-regeling. Toen in het laatst van de zittingperiode van den vorigen Gemeenteraad het Ambte narenreglement werd behandeld, zijn op voorstel van schrijver dezes de daarin ver vatte bepalingen voor de wachtgeldregeling gewijzigd. Door B. en W. was voorgesteld om een Ambtenaar, die door opheffing zijner be trekking of wegens verandering in de in richting van zijn tak van dienst overcom pleet werd, wachtgeld toe te kennen ge durende hoogstens even. veel jaren als hij diensttijd achter dem rug had. Had de man 15 diertstjaren achter den rug, dan kon hij dus ook 15 jaren lang wachtgeld trekken. Zulks gold voor elk an der aantal jaren. Hetzelfde zou reeds algemeen voor an dere gemeeaten. -geWr.-n en behoudens eenige beperkende bepalingen ook voor het Rijk. Mien, volgde dus eenvoudig een gewoonte. Daar ik een, dusdanige regeling, vooral voor jonge ambtenaren met klein aantal dienstjaren, uitermate vrijgevig vond (.wij waren' reeds aan den crisis bezig!) stel de ik een schaal voor, waarbij de eerste tl ja.en de volbrachte diensttijd voor één derde deel, voor de volgende 12 jaren voor de helft, voor de meerdere jaren voor twee derden zouden rekenen als duur van de wachtgeldbetaling. Ik kreeg de meerderheid van den Raad aan mijn zijde en het reglement werd aldus gewijzigd. Het bleek mij later, dat de Bond van Ne- derl. Gemeente-ambtenaren daartegen in verzet is gekomen. Ik meen, dat de zaak nog altijd bij Gedep. Stateni ligt en op afdoening wacht. Intusschen bleek mij dezer dagen, dat er ook andere gemeenten het Soester voet spoor willen gaan volgen. Zoolang wacht gelders nog weinig voorkwamen, kon men zich desnoods de weelde van groote vrij gevigheid veroorloven, doch nu „op wacht geld-stellen" aan de orde van den dag is als gevolg van noodzakelijke bezuiniging, gaat men de gemaakte fout beseffen. Thans zijn net B. en W. van Amsterdam die met een voorstel komen om een schaal in te voeren, zooals voor Soest werd vastgesteld, zij het ook dat de breuken eenigermate van onze cijfers verschillen. Men moge dan al wat onwelwillend pra ten over den Soester Raad, in één opzicht zal Soest dan toch het goede voorbeeld hebben gegeven! Bezuinigen. Ik heb het kort geleden over dit onderwerp gehad, doch kom er hier nog even op terug en zulks naar aanleiding van een ministerieel schrijven aan de ge meenten over den Rijkssteun bij Werkver schaffing. Ik wil het heele schrijven hier niet behandelen, doch slechts vermelden, dat bij het geven van Rijkssteun er op gelet zal worden of de betrokken gemeente ge noegzaam heeft bezuinigd o.a. op jaarwed den, op subsidies, op onverplicht onderwijs enz. In Soest echter schijnt men, ondanks het steeds dieper doorwerken van den crisis, van zuinigheid juist bij die onderwerpen nog geeni besef te hebben. B. en W. stel den in ae laatste Raadszitting voor: subsi- dieverhooging voor eenige gymnastiekver- eenigingen en\ een nieuwe subsidie voor (on verplicht/) bewaarschool-onderwijs! De Raad keurde een en ander goed met slechts één stem tegen, de stem van den heer Ga- sille. Ten aanzien van die bewaarschool heette het, dat men bij een eenige jaren ge leden verleemde subsidie voor een bewaar school had in 't vooruitzicht gesteld, dat ook andere dergelijke scholen die subsidie zouden kunnen krijgen. Op zich zelf was die belofte niet onlogisch. Maar in hoog< mate onlogisch acht ik het, dat men thans daarbij een nietigheidje als deze crisis een voudig over 't hoofd ziet. Het schrijven van den Minister toont den Heeren Raadsleden nu, wat hiervan verder de gevolgen kunnen zijn! Mijn vorig artikel over „bezuinigen" heeft den Heer v. d. B. genoopt een ingezonden stuk aan dit blad te zenden. Hij betoogde daarin, dat de helft der gemeente-werklie den tot 1929 geen hooger weekloon maak ten dan f 18.en heb ik hem wèl begre pen dan vond hij op grond daarvan, dat dit personeel reeds duidelijk duizende gul dens voor de malaise(?) had geofferd. De tijd vóór 1929 ligt reeds in een grijs verle den en juist in dat jaar begon de crisis, die tot nu toe voortduurde en waarvan het eind nog niet is te schatten. Ik heb hier voor mij liggen de begrooting 1931 en daar uit neem ik over de volgende weekloonen bij O.W.: i man met f 3ü.weekloon 3 man met f 32.weekloon i man met f 3U.weekloon 1 man met f 28.80 weekloon 3 man met f 28.weekloon o man met f 23.weekloon. Ongetwijfeld zullen eenige dezer loonen middelerwijl verhoogd zijn in verband met uienstjaren. in ïeuer geval ziet men dat deze cijfers de f 18.wel heel ver te boven gaan. De verzuchting van den Heer v. d. B., dat men gaarne zou zien, dat een loonkoiting ook nuttig werd besteed, gevolgd door ae woorden: Maar helaas (.met 4 uit- roepteekens). onderschrijf ik geheel! Uitbreidingsplannen. Tegen het onlangs ter zijae gelegde plan van denj Heer van Nes is van verschillende zijden, indertijd o.a. het oezwaar geuit, dat het veel te omvattend zou zijn en verre den wettelijken eisch te Doven zou gaan, dat het zou voorzien in de Dehoefte van de eerstkomende tien j.aren. Daartegenover heb ik gewezen op den bijzonderen toestand in deze gemeente, dat hier n.1. tot nu toe gebouwd is in vele ver- uiteenliggen.de gedeelten, zoodat eenvoudig niet is te zeggen, waar de bebouwing zich in de naaste toekomst zal uitbreiden, het geen m.i. teni volle rechtvaardigde, dat de „lichtplannen" bijna ons geheele grondge bied omvatten. Nu wil ik hier de aandacht vestigen op eveneens zeer ver-gaande plannen van een tweetal andere gemeenten. Hilversum heeft een plan op touw gezet, hetwelk betiteld is met den naam „eindplan", hetwelk n.1. on geveer alle in de toekomst voor bebouwing in aanmerking konienide terreinen omvat, hetwelk een stad zou opleveren voor ver over de 1UU.0U0 inwoners! En nu lees ik, dat ook Nijmegen een grootsch plan heeft gemaakt voor ongeveer 150.0U0 zielen, waarbij er op wordt gewezen, dat ook daar tot nu toe de bebouwing uiterst weinig systeem vertoonde, waarbij ik dadelijk moest denken aan ons Soest. Men ziet hier uit, dat het denkbeeld om alleen te voorzien in de woningbehoefte der eerstvolgende tien-jarige periode ook in andere plaatsen niet als doorslaggevend richtsnoer wordt aangehouden, doch dat men wel degelijk met bijzondere omstandigheden rekening houdt, wat m.i. niet anders dan logisch is te noemen. Wij zullen intusschen met belangstelling de nieuwe plannen voor Soest tegemoet zien. W. H. C. DOORMAN. REGEERING WENSCHT WERK VERRUIMING. Instelling van een verkeersfonds. In antwoord op het verslag van de Twee de Kamer, deelt de regeering mede, dat zij overtuigd is van de moreele en economische beteekenis van de vermeerdering van werk gelegenheid, en dat zij een voor de uitvoe ring van groote werken noodig beroep op de geldmarkt zal doen, zoodra dit eenigs- zins mogelijk zal zijn. Voor een voorloopig plan van vervroegd en versneld uitvoeren van werken, is reeds een gedeelte voorbereid, onder meer voor den aanleg van kanalen en veerhavens, nor malisatie van rivieren, wegenbouw, brug genbouw, spoorwegwerken, aanleg van vliegvelden, ontginningswerken en ook het begin van de droogmaking van den N. O. Zuiderzeepolder, totaal tot een bedrag, dat voor 1934 op rond zestig millioen wordt ge raamd. Ook zal onder bepaalde voorwaar den, aan het particuliere bedrijfsleven ge legenheid worden gegeven voor de uitvoe ring van werkverschaffingswerken. NEDERLANDSCHE BOND VAN BOE RINNEN EN ANDERE PLATTE LANDSVROUWEN. De algemeene najaarsvergadering, die op 17 October j.1. te Utrecht werd gehouden, kenmerkte zich wederom door een goede belangstelling. De voorzitster, mevrouw A. Bonnema- Benes, deelde o.m. mede, dat het Kon. Ned. Landbouwcomité eri de Coöp. Aan- en Verkoop-vereeniging Oudewater (in ver band met een ongeluk, dat aldaar had plaats gevonden) reeds adhaesie hadden getuigd met het van den Bond uitgaande -schrijven aan den Minister van Waterstaat inzake meer zorg voor de veiligheid bij onbewaak te overwegen, in het bijzonder bij mistig weder. Vervolgens bracht ze ter kennis van de vergadering, dat de Bond wederom de beschikking heeft gekregen over eenige uit zendtijden per radio en dat de eerste radio lezing vervuld zal worden door den heer Beijerman, secretaris van de Ned. Ver. „Het Groene Kruis", die zal spreken over: „De gezondheidstoestand op het platteland en wat ter verbetering gedaan kan worden", op Woensdag 13 December, 's morgens van 11—11.30. Uit het jaarverslag van de secretaresse N V. Ista SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ Van Weedestraat 7 Telefoon 962 bleek, dat in het afgeloopen jaar het leden tal belangrijk is toegenomen, zoodat dit aan het einde van het vorig jaar bedroeg 2173 en dat er in de verschillende afdeelin- gen flink is gewerkt. Er werden lezingen, cursussera en excursies georganiseerd. Bij het Plaatsingsbureau, een instelling van den Bond, kwamen 53 aanvragen in van meisjes voor een tijdelijke plaats in de huis houding in een andere omgeving. Aan 39 aanvragen kon, dank zij den, steun van vele huisvrouwen, voldaan worden, zoodat dit bureau in een behoefte voorziet. De boeken werden in orde bevonden; de kas sloot met een batig saldo a f 12.12. Tot H.B.-lid voor Noord-Holland werd gekozen mevr. A. Glijnis-Schermerhorn te Stompetoren, en tot plaatsvervangend H.B.- lid mevr. A. Bommezij-Schaak te Heer Hu- gowaard. Tot plaatsvervangend H.B.-lid voor Groningen werd gekozen mevr. A. Z. Sikkema-Ausema te Roodeschool. Besloten werd het werk van de Commis sie ter bevordering van de Heemschutge dachte onder de jeugd te steunen met f 5. per jaar. Reeds dezen winter zullen over dit voor het platteland belangrijke onder werp in eenige afdeelingen lezingen met lichtbeelden worden gehouden. Een interessant rapport werd ter verga dering uitgebracht over de electriciteits- voorziening ten plattelande, wat betreft de kosten, 't gebruik van apparaten in de huis houding, waartoe de afdeelingen medewer king hadden verleend. Hieruit bleek, dat de stroomprijzen en vastrechttarieven in on derscheidene gemeemten zeer uiteenloopen, dat de huisvrouw op het platteland in het algemeen voelt voor vereenvoudiging van haar huishouding, o.m. door het gebruik van electrische apparaten, doch dat de veelal dure electrische stroom, meer nog dan de prijs der apparaten, als een groot bezwaar wordt gevoeld om electriciteit in de huis houding voor verschillende doeleinden aan te wenden. In dezen werd besloten, eerst door des kundigen! een onderzoek te doen instellen naar de meest economische warmtebron voor voedselbereiding, verwarming van wa ter, in het bijzonder voor boerderijen waar veel warm water noodig is, waarna dan die pogingen aangewend zullen! worden ter be vordering van een in alle opzichten econo mische (o.m. ook wat betreft werkbespa- ring) verwarming. Betreffende de keuring van stoffen deel de de voorzitster, naar aanleiding van inge wonnen inlichtingen mede, dat deze nog niet onder de Warenwet valt, doch dat men stoffen voor onderzoek kan opzenden naar den Rijksvezeldienst te Delft (kosten f 10). Toch zou meer zekerheid omtrent de sa menstelling der stoffen van belang zijn, doch gezien de bezuiniging, zal er geen kans zijn, dat de Keuringsdienst vooreerst uitbreiding ondergaat. Wat betreft het punt verbetering van het handwerk op het platteland, werd besloten hiervoor den raad van bevoegde personen in te roepen om tot een zoo goed mogelijk plan te komen. Eveneens werd besloten vooreerst nog twee algemeene vergaderin gen per jaar te houden. De afgevaardigde naar het Internationaal Congres van Plattelandsvrouwen, mevr. A. C. Wiersma-Risselada, bracht verslag uit van deze in Juni te Stockholm gehouden' samenkomst. Zij wees op de groote betee kenis van het vereenigingsleven voor de plattelandsvrouw en noemde verschillende werkmogelijkheden voor de toekomst. Tenslotte deelde de voorzitster nog mede, dat een schrijven was ingekomen van de Uitgeversfirma van het maandblad „In en om Woning en Boerderij", waarin uitbrei ding van het aantal abonné's werd bepleit om zoodoende aan verschillende wenschen van lezeressen meer tegemoet te kunnen' ko men. Hierna werd de geanimeerde vergadering gesloten. A. H. L.b.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 1