N Ingezonden PBÜIL LETOIN Tweemaal twee is vier. Voor de Vrouw Ziektebestrijding bij de Fruitboomen. N N Bulten verantwoordelijkheid der Redactie DEN HEER BLAUPOT. Geachte Heer, U veroorlove mij een kort antwoord op Uw open brief. Dat een combinatie van de meest hete rogene bestanddeelen reeds vroeger pro beerden zaken te doen met Rusland geef ik U toe. Wat een wonder. Dat daarbij een Jood betrokken was, begrijp ik; <iat er een R.K. Fabrikant uit het Zuiden in zat, ver baast mij niet, alleen kwalificeert U dat we zen verkeerd. Dat was geen R.K, fabrikant, dat was een gedroste R.K., tusschen haakjes, men, beoordeelt een. leger niet naar zijn deserteurs een van die joden waar ik op doel. Een van die wezens die het steenkoud laten of er bloed kleeft aan de winst. Alzoo iemand, rijp voor het concen tratiekamp. U schrijft dat ik geen gelegen heid laat voorbij gaan om mijn anti-semiti- sche gevoelens te luchten. Dat kunt U niet meenen. Ik heb onder Joden geen re form-joden beste menschen aangetroffen. Ik heb zelfs te mijnen huize onlangs nog met een braven Jood van gedachten gewis seld. Misschien weet U, dat de Vader van Trotsky zeer veel geleden heeft door de handelingen van dezen, en de Joodsche ge meenschap Trotsky uitgebannen heeft. Er zijn Joden en Joden, geachte Heer. De machtsgroepeeringen cnder hen is hetgeen waartegen ik strijd. Wat U schrijft van Pi- zarro enz. is verdienstelijk. J£r zijn Chris tenen en| Christenen, weet U. Hoe hoog de Christenen bij mij staan zoudt U kunnen weten wanneer U eenmaal een actieavond had meegemaakt, waar U wel niet veel nieuws zoudt hooren en welke ook niet zoo belangrijk is, maar waar U in elk geval een, inzicht zoudt hebben-kunnen krijgen in mijn meening over Christendom, Jodendom, Atheisme eni Communisme. Nogmaals, mijn meening is niet belangrijk. U denkt waar schijnlijk dat ik de bezetters van de eerste stoelen in de kerken wel buitengewoon ech te christenen noem en heel diepe buigingen er voor maak. Och kom. Zoo'n zoetsappig heid ware mij maatschappelijk ongetwijfeld wel bekomen, maar ik vertik het tegen mijn gemoed in te handelen, en daarom is de le vensstrijd misschien wat zwaarder. U hebt het ook over de Inquisitie. Welke bedoelt U, de kerkelijke of de „Koninklijke"? De bloedbruiloften; der Koninklijke Spaansche inquisitie is een wel zeer donkere vlek. Het is echter een» onderwerp van studie, hetgeen. U toch wel weten kunt. En een al- gemeene lanceering van het woord „inqui sitie" is niet fair. Dat weet U ook. Misschien ga ik er nog eens toe over om mijn ervaringen te publiceeren aangaande het Christendom hetwelk ik in de laatste 18 maanden heb ontmoet. Laten wij de oude paardjes maar gerust op stal laten. Er zijn ook nog wel kolommen te vullen met het gewas 1900 of daaromtrent. Mag ik misschien van deze gelegenheid gebruik maken, met een kleine zijsprong te gewageni van de vereerende uitnoodiging welke ik ontving vanwege de Vrienden van de Sowjet Unie. Ik ontving tenminste een stuk papier, zonder couvert met eeni „open brief" en een uitnoodiging bevattend om tegenover een „Delegatielid" die met een arbeidersdelegatie naar Rusland was ge weest, mijn beschuldigingen waar te maken. Wellicht zal ik binnenkort als gastheer dat Delegatielid gaarna op een openbare verga dering ontvangen. Als gast van de V.V.S.U. in een reeds bij voorbaat vaststaand vruch teloos debat te worden gewikkeld, is voor geen der partijen gewenscht. Wanneer men aanneemt dat het betreffende delegatielid volkomen te goeder trouw is wat zeer wel mogelijk is, want onder communisten vindt men nog wel fatsoenlijke menschen: mijn strijd gaat dan ook nimmer tegen, de communisten, WIEL tegen het communisme is hij niet te bekeeren. Is het niet te goe der trouw dan kan men er beter het zwijgen toe doen. Er is namelijk een toppunt van delirium, hetwelk elke discussie uitsluit. Ieder mensch die wat verder gekeken heeft in de wereld weet dat er nog geen enkele delegatie naar Rusland vertrokken is gedurende zoo langen tijd als noodig is om een zesde van de aardbol te bezien en over Militaire humoreske van Freiherr von Schlicht door CEKA. 19) Hij stokte. De betaalmeester zat echter nog steeds met het beminnelijkste gezicht tegenover hem; hij had hem niet een en kele maal onderbroken, ja meer nog, hij had zelfs den sleutel der brandkast uit de tasch gehaald. De gelegenheid was zoo gunstig mogelijk; die kwam wellicht in ail de levensjaren, welke hem nog restten, niet terug. Bliksemsnel overlegde hij nu, hoe veel hij zou vragen; hoe meer hij kreeg, des te beter voor hem, en als hij later den grooten prijs gewonnen had, was het im mers totaal onverschillig of hij 150 dan wel 200 Mark terug gaf. Geneer u niet, luitenant; ik heb geld genoeg! De man stort zich willens met alle ge weld in 't ongeluk, dacht Gerd. Nu, als hij zelf zoo lichtzinnig is, behoef ik hem ook niet te ontzien. En daarom zei hij: Ik behoef natuurlijk niet te veel! Slechts een bagatel van de som, die ik eer lang krijg. Als u me soms 400 Mark Gerd schrok van zich zelf. Hij was niet laf dat had hij vroeger op de krijgsschool bewezen, toea hij bij 'n duel 'n geroutineer- den schermer tegemoet trad en dezen» hoe wel Gerd van duelleeren totaal geem ver stand had, zoo tot worst hakte, dat zijn sa bel kapot vloog. Neen, hij was niet bang; maar dat hij die „400 Mhrk" over z'n lippen bracht, vervulde hem met de grootste ach ting en bewondering voor z'n eigen persoon. Ware hem in dit oogenblik de orde „pour Ie imérite" verleend, hij had ze gewis kalm den; bestaanden toestand te rapporteeren. De laatste man die dat geleverd heeft in enkele weken was Herriot. Ik zou zijn bankreke ning over de laatste maanden wel eens wil len zien. In het R.K. Sowjet Russische propagan- dagblad de Tijd van de vorige week las ik dat in Rusland het aantal analphabeten is teruggebracht tot 3%. Het stéét er. Wan neer er bij stond „in de groote steden" zou men er het zwijgen toe doen. Naar aanleiding van opmerkingen over de 20 millioen verhongerden in de Oekraine in een jaar, vestig ik de aandacht op de op roep van Kardinaal Innitzer in de wereld pers, waarin Z.Em. kennis geeft van het feit, dat in het laatste half jaar 10 millioen Oekrainiers den hongerdood gestorven zijn. Het klinkt voor Westersche breinen onge looflijk, voor hen die het Oosten kennen klinkt het niet vreemd. Tot slot nog een terugkeer naar den heer Blaupot. Wanneer U meent, geachte heer, dat ik de maatschappijvorm waarin wij leven met hart en ziel ben toegedaan, dan hebt U het mis. Indien er iets voos is, aftands en rot, dan is het de maatschappijvorm waarin U en ik leven. Dat het veranderen moet en zal, och, dat weten we allebei. Dat wij den even- mensch, Christen of Jood moetem knevelen zooals dat elders gebeurt, wil ik niet bewe ren, maar dat er christenen en Joden zijn die ernstig in aanmerking komen hun bezit geconfisceerd te zien. ten behoeve der ge meenschap en te moeten leven onder con trole, staat voor mij vast. Dat er onder de kapitaalbezitters prachige menschen zijn, is vassttaand: dat er gewetenloooze uitzuigers bestaan weet U evengoed als ik. Dat ieder mensch tot plicht heeft mede te bouwen aan een nieuwe betere maatschappelijke or de is logisch. En dat daarbij gewaakt moet worden voor de geestelijke vrijheden staat als een paal boven water. Een ieder die daaraan medewerkt, zij het stuntelig en hak kelend als een kind, of met krachtige woor den) en werken, is achting waard. Wanneer de redactie van dit blad mijn kerstwensch had geplaatst, zoudt U een betere kijk heb ben gehad op de inzichten welke ik heb ten aanzien van deze vraagstukken, Hoewel mijn inzichten geen rol spelen. Ik ben toe vallig Roomsch Katholiek. Wlas ik Vrijden ker, dan was ik communist. De communis ten' hebben nooit geprobeerd mij te bekee ren. Dat deden katholieken wel, begrijpt U, maar dan: tot het communisme van Mos kou: omdat zij het communisme van Golgo- tha zelf te schande maakten. En wanneer ik zoo in stilte alles eens overweeg, dan krijg ik een geweldige eer bied voor den practiseerenden katholiek, of deze of gene grijze of jonge priester die de handelwijzen van vele, zeer vele godzalige pseudo christenen, Goddank, te schande ma- keni door de beleving van het ware com munisme: een algemeene broederschap van alk menSchen, in het belijdende Christen dom. Heil aan U. NIEVEEN. OMZETBELASTING EN EIGEN FRUIT. Geachte Redactie. £oudt U aan Uwen medewerker in zake „Omzetbelasting" de volgende Vraag willen voorleggen, die naar het mij voorkomt voor de meeste plaatsgenooten van be lang is. Volgens deze nieuwe wet wordt de fruit teler met „fabrikant" gelijk gesteld, zoodat fruit onder deze belasting valt. (Fruit oogst '33 werd vrijgesteld). De fabrikant moet ook voor het fabri kaat, dat hij zelf verbruikt, belasting beta len. Ik leid hieruit af, dat ieder, die voor eigen gebruik fruit kweekt, hierover belasting schuldig is. We behoeven geen zegels op die appels te plakkenl maar zullen een „aanslag-biljet" moeten aanvragen. Is deze zienswijze juist en zoo ja hoe moeten wij dan de waarde bepalen van hetgeen wij zelf opeteni? Met dank bij voorbaat. Uw Dw. Wl D. ONDERSCHRIFT; Wij willen gaarne aan Uw verzoek voldoen, en na ontvangst van het antwoord dit in ons blad publiceeren. Red. aangenomen met de woorden: Die heb ik ook verdiend! Als de man mij er nu uitgooit, ge schiedt mij eigenlijk niet anders dan recht, dacht Gerd. Maar de betaalmeester openide niet de deur der kamer, doch die der brandkast en telde hem de 400 Marken op tafel. Is het zoo goed, luitenant, 300 in papier, 100 in goud? Ik kan het u natuurlijk ook wel an ders geven Doch Gerd weerde dit aanbod dankend af; hij was met alles tevreden, en al had hij het geld louter in 5-pfenningstukken ont vangen, dan was het ook goed geweest. Hij borg het geld in z'n tasch en moest zich bedwingen om z'n blijdschap niet te toonen; maar toch beefde z'n hand een wei nig, toen hij het ontvangbewijs teekentde. Wht u me daar straks vertelde, luite nant, doet me oprecht plezier. Ik gun het u als geen ander, dat u eindelijk uit de verle genheid komt. Mtocht evenlwel uw geld niet loskomen, dan moet ik natuurlijk dit voor schot bij gedeelte van uw salaris afhouden. Dat spreekt van zelf; maar u zal daar toe geen gelegenheid hebben! En met eeni- ge woorden van dank nam Gerd afscheid. Toen hij voor de trap stond, die van het op de tweede verdieping gelegen bureau naar het kazerneplein voerde, overlegde hij een» oogenblik heel ernstig, op welke ma niet hij ze zou afdalen. Het kwam hem eem voudig onwaardig voor heden, op dezen geluksdag en in dit vroolijkste uur zijns le vens, net als anders naar beneden te gaan. Wtts er een leuning geweest, dan had hij zich daarop gezet om naar onderen te rut- sen; maar nu bleef hem niets anders over dan te springen. En in groote sprongen vloog hij dan ook van de eene trede op de andere. Zijn dolle bui hield ook nog aan, toen hij met z'n manschappen dienst deed; hij bekommerde zich om elke kleinigheid met een, opgewektheid, die hem zelf het meest verwonderde. Maar in spijt daarvan IETS OVER BABV-KLEEREN. Sommige dames mogen misschien mee nen, dat baby-kleeren niet zoo erg belang rijk zijn, de meesten denken er toch anders over. En al zijn ze nu nog te jong om zelf te naaien, babies hebben hun eigen ideeën omtrent kleeren en als ze deze rege len zouden kunnen lezen, zouden ze heftig met hun knuistjes op de tafel trommelen om hun instemming te betuigen. Bovendien» weet men wel, dat er bijv. in Amerika een „Bureau of Home Economics" is (zooiets als een bureau, dat zich bezig houdt met het bestudeeren van methodes om de verschil lende dingen uit het gezin zoo economisch mogelijk te doen)? Dit bureau nu heeft bijv. de babyjurk links op de teekening ontwor- Jeannet dringend een nieuwe jurk of man tel noodig hebben. Voor dit doel zijn de twee kleine plaatjes links op de teekening gegeven. Voor een pop van ongeveer 5U c.M» lang heeft men ongeveer 65 c.M, be drukte stof van 90 c.M. breed noodig voor het jurkje, dat natuurlijk zoo eenvoudig mogelijk met een volannetje van onderen en twee kleine volannetjes voor het kraagje is afgewerkt. Voor het manteltje en het mo derne pet-mutsje is 75 c.M. effen stof van U40 breed noodig. Maar dan is het poppen- kind ook weer voor een heelen tijd klaar, want het voordeel is: ze groeien er niet uit. Natuurlijk hebben onze eigen meisjes ook van tijd tot tijd nachtjaponnen noodig en U moet eens zien, hoe blij ze zijn als U een nieuwe maakt, van een eeavoudig gebloemd stofje, of anders een effen wit met rood af gewerkt. Vooral als men ze een beetje mo dern maakt, met pofmouwtjes of schouder kapjes, zooals het plaatje er een paar laat zien. pen. De kwestie is, dat babies kleeren wil len hebben, die zacht zijn en licht en warm en, vooral kleeren, waarin ze de ruimte heb ben en zich absoluut onbeperkt kunnen be wegen) Hoe gemakkelijker en sneller die kleertjes aan en uit gaan, hoe liever zij het hebben. Daarom stemmen babies op strik- sluitingen en jurkjes, die van voren hee'le- maal open gaan, zooals het model links op het plaatje laat zien. Zeker, als het dan /noet, willen we wel een onderjurk dragen en ze hebben heelemaal geen bezwaar tegen wollige slaapzakken, die van onderen met drie knoopen dichtgeknoopt worden (een combinatie van nachtjapon en slaapzak en ze zouden daarom in koor van plezier kraaien als ze zoo'n uitrusting kregen; als rechts op het plaatje staat aangegeven. U ziet daarbij, dat men grootendeels gebruik heeft gemaakt van strikjes en| hier en daar een paar knoopen. Hfcmdige moeders kun nen! hiermede hun voordeel doen en» als ze weer een nieuw baby-jurkje gaan maken, dit plaatje eens in gedachten houden. MADELEINE. IETS OVER POPPENKLEEREN EN NACHTJAPONNEN. De moeder van een of twee meisjes be seft het niet altijd, maar ze is in vele geval len tegelijkertijd moeder van nog minstens een dozijn andere kindertjes, al heeft ze die Wat onze eigen kleeding aangaat willen we er nog even aan herinneren, dat er dit seizoen bijzonder veel aparte bloes en rok gedragen wordt. Bij de lagere mantel wor den de lange tuniekbloezen gedragen. De aparte rok is dit seizoen heelemaal niet be perkt tot een sportcostuum, doch we kunnen deze heel goed bij tal van andere gelegenhe den dragen. De vele variaties op het gebied van jumpertjes, klaargekocht of zelfge maakt, maken het ons daarbij al heel mak kelijk. Voor de gewone sport- en wandel- rok geldt, dat dit model recht moet zijn met de eenige ruimte heelemaal van onderen, hetzij door een paar ingestikte plooien van voren of van achteren of allebei. Voor iets meer gekleede dracht, het z.g. namiddag costuum, moet de rok iets langer zijn. Ook hier begint de ruimte pas bij de knieën. Of het met de crisis verband houdt, weet ik niet, maar een feit is, dat de dracht van de aparte bloes en rok een heel economische dracht is, omdat we op een rokje verschil- schilende bloezen of jumpertjes kunnen dragen, wat heel wat voordeeligev is dan het aanschaffen van verschillende jurken. MADELEINE. Eenige wenken. Vormen voor gebak zonder boter, zooaK bijvoorbeeld sponsgebak, moet men nooit vet maken, met meel bestrooien of beleggen met vetpapier. niet dagelijks te wasschen en aan te klee- den. Ik bedoel natuurlijk: de poppenkinde- ren van haar eigen kinderen. En nu mogen we denken, dat we met het koopen van de pop alles gedaan hebben, wat er van ons verlangd werd, doch dan hebben we 't toch mis! Onze jongedames weten ons al heel gauw te beduiden, dat pop Minet of pop Men kan de geur van groentesoep bui tengewoon verhoogen, door er een paar kruidnagelen aan toe te voegen. Wanneer men nieuwe glacéhandschoenen tusschen de vouwen van een: vochtigen handdoek legt gedurende een uur, voordat zag hij toch soms op z'n horloge, of het nog geen 7 uur was; hij kon het oogenjblik, waarop hij het lot in z'n portefeuille zou hebben, bijna niet afwachten. Eindelijk sloeg het uur der verlossing en dadelijk ijlde hij naar den naasten collec teur. Welke loterij heeft in de eerstvolgende dagen een trekking? vroeg Gerd. De Hamburger, was 't antwoord, en zelfs de voornaamste der laatste klasse. Na tuurlijk moet de heer luitenant de andere bijbetalen. Dat spreekt. Geeft u mij maar een heel lot. Wat kost dat? Honderd en( veertig Mark, luitenant! Gerd stond in diep gepeins en de collec teur vreesde reeds, dat de zaak niet zou doorgaan. De luitenant kan ook een half, een vierde of een achtste lot nemen! i Neem, neen! Ik heb het bij me zelf overlegd. Ik verzoek u, mij twee heele lo ten te geven. Dat is 280 Mark, dacht Gerd; maar op twee loten móét ik toch winnen. Ik houd dan nog 125 Mark voor me zelf, en met het geld, dat ik reeds bezat, kan ik, tot ik ge wonnen. heb, leven als de vorst van Thurn und Taxis. Hij telde het geld op de tafel neer, stak de loten op en trad even later zoo trotsch en gelukkig door de straten, alsof hij niet de loten, maar reeds de gewonnen sommen in den zak had. Wat nu? vroeg hij zich af. Hij gevoel de niet alleen lust, maar ook de moreele verplichting in zich opkomen de een of an dere domme streek te begaan; doch daar voor was het nog te vroeg op den' dag, en ook aan de stamtafel zou hij nog geen ka meraden vinden. Zoo dwaalde hij ziel- en doelloos door de stad, tot hij zich ten slot te voor de villa van mevrouw de regeerings- raad bevond. Onwillekeurig klopte z'n hart sneller. Kom, ik zal König eens opzoeken; misschien heb ik het geluk ook Elly te zien. XII. G.ERD MAAKT ZIJN DEBUUT. De lange König lag op de chaise longue op de bij zijn kamers behoorende veranda, van waar een kleine trap naar den tuin voerde;!zoo kon hij zijn rozen bewonderen, de frissche lucht inademen en vooral zich onderhouden met Elly, die eerst in den tuin op en neer had gewandeld, maar zich later op zijn verzoek bij hem had neerge zet. Ze wilde verschrikt opspringen, toen de oppasser Gerds bezoek meldde, doch Kö nig hield haar terug met de woorden: U moet juist hier blijven, anders dwingt U Gerd dadelijk weer te vertrekken. Het zou zoo lijken, of u voor hem weg liep. Daar trad Gerd ook reeds op de veranda en een uitdrukking van vreugde, welke ook Elly niet ontging, vloog over z'n gezicht, toen hij haar begroette. Daarna reikte hij den kameraad de hand en trok zich een stoel bij het tafeltje. Nadat König naar den dienst gevraagd had, zei hij: Over drie dagen hoop ik weer present te zijn; van middag was de kapitein hier om eens naar me te kijken; maar hij was bang, dat ik de manoeuvres niet mee zou kunnen maken. Het zou ook heel verkeerd van u zijn, u zoo gauw reeds als gezond te gaan mel den» zei Elly. Dunkt u ook niet, luitenant? zoo wendde ze zich tot Gerd. Zegt u nu cetis, of het niet heel licht zinnig is, als luitenant König zoo spoedig den dienst weer opneemt. Dat kan ik zoo natuurlijk niet beoor- deelen zei Gerd. Ik weet immers niet, hoe erg het met zijn voet gesteld is; maar als kras egoist, die ik nu eenmaal ben, kan ik men ze aan gaat trekken, zal meru ze veel gemakkelijker aan de hand krijgen. Ze ge ven dan meer mee en rekken in den ver- eischten vorin zonder te knappen. Men klopt eiwit sneller stijf, wanneer men er een snuifje zout aan toevoegt. RECEPT. Dadelbrood: Een heel lekker, voedzaam gebak is da delbrood, dat men als volgt maakt: Giet 3/4 kopje kokend water over 1 kopje fijngehak te, geconfijte dadels (pitten verwijderen na tuurlijk!) en 1 theelepeltje baksoda. Laat dit een nacht staan of tenminste verscheidene uren; Klop vervolgens een ei, voeg daarbij 1 3/4 kopje gezeefde bloem met een half theelepeltje zout. Doe er vervolgens een theelepeltje vanille en een half kopje gepel de walnoten bij. Alles goed dooreen1 men gen en vervolgens in een matigen oven (350 graden F.) gedurende ongeveer een, uur bakken. ,En dan zult U eens zien, hoe gauw dit dadelbrood verdwenen is! Zuurkool met Gehakt: Men neemt 1 K.G. zuurkool, 1 K.G. aard appelen» 2 ons rundergehakt, 2 ons var kensgehakt, wat peper, zout, noot, wat jus en paneermeel. De zuurkool kookt men gaar, en hetzelf de doet men met de aardappelen. Hiervan maakt men dan purée met wat peper, zout, noot, boter en melk. Nu maakt inen het ge hakt aan. Alles doet men nu laag om Jaag in een vuurvasten, schotel en zorgt, dat de bovenste laag van purée is. Dan bestrooit men het met wat paneermeel, giet er wat jus over of klontjes boter en laat het on geveer een' half uur in den oven staan. In plaats van het gehakt kan men natuurlijk ook saucijsjes nemen, waarvan dan een ge deelte in het schoteltje gaat en een gedeel te bovenop. HUISVROUW. Bij dea Plantenrziektenkundigen Dienst te Wageningen zijn verschenen No. 73 der Verslagen en Mededeelingen „Sproeische- ma voor fiuithoornen", alsmede een. her druk van M-ededeeling No. 50 „Schurftziek- te bij appel en peer". Hiet sproeischema is opgesteld door den heer T. A. C. Schoevers, phytopatholoog bij den dienst, en is een> voordracht gehouden op den fruitteeltdag tijdehs dc jongste landbouwweek te Wageningen. Daar het den dienst voor de fruitteelt van groot be lang voorkwam,, dat dit sproeischema, de kalender voor de ziektebestrijding in de ooftteelt, een ruime verspreiding verkrijgt, is het in de reeks van Mfededeelingen opge nomen. Het is nog steeds noodzakelijk, schrijft de heer Van Poeteren in zijn voorwoord van de andere brochure, dat de kwaliteit van het Nederlandsche fruit aanmerkelijk wordt verbeterd. Wat de appels en peren betreft, is de schurftziekte de belangrijkste oor zaak van de slechte kwaliteit van een deel van ons fruit, en moet deze kwaliteitsver betering in de eerste plaats verkregen wor den door eert krachtige en algemeene be strijding van de schurftziekte. Mededeeling No. 50 bevat een handlei ding voor die bestrijding. Zij is samenge steld door den heer ir. P. Hus, phytopatho loog bij den Planteniziektenkundigen Dienst; de praktische ervaringen in de belangrijk ste centra voor vruchtencultuur door de al daar gestationneerde ambtenaren van onzen Dienst met de bespuitingen verkregen, zijn er tevens in verwerkt. Het is zeer wenschelijk, dat deze publica tie, mede met behulp van de bij de fruit- cultuur belanghebbende vereenigingen, zoo veel mogelijk onder de fruittelers wordt verspreid en dat de daarin gegeven voor schriften algemeen worden opgevolgd. De Telers kunnen thans over een voldoend aan tal draagbare en rijdbare pulverisateurs, zoomede over motorsproeimachines be schikken, om de voor de schurftbestrijding noodige bespuitingen algemeen te kunnen uitvoeren. Daar deze bespuitingen noodza kelijk geacht moeten worden voor het te len van een, goede kwaliteit van fruit, is het van het hoogste belang, dat voor deze een krachtige propaganda wordt gevoerd. slechts zeggen, dat ik van harte wensch een deel van den dieivst en van de verant woording, welke thans op mij rusten) op andere en sterkere schouders te kunnen wentelen. Ik gevoel mij niet krachtig ge noeg om voortdurend alleen den Atlas te dragen. Ge ziet er toch nog heel goed uit, zei König, en ook Elly maakte hem een. com pliment over zijn frisch voorkomen. Dat is maar schijn, meende hij. Ik voel het: nog acht zulke dagen en ik zak in elkaar. Denk er u maar eens in, freule'. Heden heb ik reeds van 6 tot 7 uur instruc tie gehad reeds om 6 uur! Dan is evenwel onze geest nog niet ten volle wakker; dan ligt hij vast nog in een halven slaap, waaruit eerst de meer en meer aan den hemel rijzende zon hem wekt. En als wij dan geestelijk nog niet heelemaal uitgeslapen zijn, hoe moet het er in dat morgenuur wel niet uitzien> in de blikken hoofden onzer mannen? Zelfs een millioeni- voudige bestraling der hersens ware niet in staat de duisternis te verdrijven, die dan boven de kommiesbrooden heerscht. En vroeger had ik slechts 30 man te onder richten; nu heb ik ook nog de manschap pen van den dikken doctor. Waarom moest hij ook in 't water vallen? Hoe gaat het hem eigenlijk? vroeg Kö nig. Miserabel! Hij lijdt vooral aan een sterke zielsdepressie. Met een werkelijk be wonderenswaardige energie heeft hij, se dert hij opgeroepen is, en trots z'n dorst, die bij z'n zweetkuur toch vaak ontzettend geweest moet zijn, niet één droppel vloei stof tot zich genomen. Om slank te worden heeft hij beproefd, evenals het beroemde kameel zeven weken zonder water te leven; vlgens een gerucht heeft hij zelfs, om 'z'n tanden te sparen, alleen maar gedroogd wa ter gedronken. Wordt vervolgd. dU Kt TC Uil HE E mal Ulr om frie str:i recl ricli 193 Bu (Na ties, vers een men gev< de c opg: is t gror in '2 de 1 aan$ calc

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 4