N
Ingezonden
PBÜIL LETOIN
Tweemaal twee is vier.
Voor de Vrouw
Ziektebestrijding bij de
Fruitboomen.
N
N
Bulten verantwoordelijkheid
der Redactie
DEN HEER BLAUPOT.
Geachte Heer,
U veroorlove mij een kort antwoord op
Uw open brief.
Dat een combinatie van de meest hete
rogene bestanddeelen reeds vroeger pro
beerden zaken te doen met Rusland geef ik
U toe. Wat een wonder. Dat daarbij een
Jood betrokken was, begrijp ik; <iat er een
R.K. Fabrikant uit het Zuiden in zat, ver
baast mij niet, alleen kwalificeert U dat we
zen verkeerd. Dat was geen R.K, fabrikant,
dat was een gedroste R.K., tusschen
haakjes, men, beoordeelt een. leger niet naar
zijn deserteurs een van die joden waar
ik op doel. Een van die wezens die het
steenkoud laten of er bloed kleeft aan de
winst. Alzoo iemand, rijp voor het concen
tratiekamp. U schrijft dat ik geen gelegen
heid laat voorbij gaan om mijn anti-semiti-
sche gevoelens te luchten. Dat kunt U niet
meenen. Ik heb onder Joden geen re
form-joden beste menschen aangetroffen.
Ik heb zelfs te mijnen huize onlangs nog
met een braven Jood van gedachten gewis
seld. Misschien weet U, dat de Vader van
Trotsky zeer veel geleden heeft door de
handelingen van dezen, en de Joodsche ge
meenschap Trotsky uitgebannen heeft. Er
zijn Joden en Joden, geachte Heer. De
machtsgroepeeringen cnder hen is hetgeen
waartegen ik strijd. Wat U schrijft van Pi-
zarro enz. is verdienstelijk. J£r zijn Chris
tenen en| Christenen, weet U. Hoe hoog de
Christenen bij mij staan zoudt U kunnen
weten wanneer U eenmaal een actieavond
had meegemaakt, waar U wel niet veel
nieuws zoudt hooren en welke ook niet zoo
belangrijk is, maar waar U in elk geval een,
inzicht zoudt hebben-kunnen krijgen in mijn
meening over Christendom, Jodendom,
Atheisme eni Communisme. Nogmaals, mijn
meening is niet belangrijk. U denkt waar
schijnlijk dat ik de bezetters van de eerste
stoelen in de kerken wel buitengewoon ech
te christenen noem en heel diepe buigingen
er voor maak. Och kom. Zoo'n zoetsappig
heid ware mij maatschappelijk ongetwijfeld
wel bekomen, maar ik vertik het tegen mijn
gemoed in te handelen, en daarom is de le
vensstrijd misschien wat zwaarder. U hebt
het ook over de Inquisitie. Welke bedoelt
U, de kerkelijke of de „Koninklijke"? De
bloedbruiloften; der Koninklijke Spaansche
inquisitie is een wel zeer donkere vlek.
Het is echter een» onderwerp van studie,
hetgeen. U toch wel weten kunt. En een al-
gemeene lanceering van het woord „inqui
sitie" is niet fair. Dat weet U ook.
Misschien ga ik er nog eens toe over om
mijn ervaringen te publiceeren aangaande
het Christendom hetwelk ik in de laatste
18 maanden heb ontmoet. Laten wij de
oude paardjes maar gerust op stal laten. Er
zijn ook nog wel kolommen te vullen met
het gewas 1900 of daaromtrent.
Mag ik misschien van deze gelegenheid
gebruik maken, met een kleine zijsprong te
gewageni van de vereerende uitnoodiging
welke ik ontving vanwege de Vrienden van
de Sowjet Unie. Ik ontving tenminste een
stuk papier, zonder couvert met eeni „open
brief" en een uitnoodiging bevattend om
tegenover een „Delegatielid" die met een
arbeidersdelegatie naar Rusland was ge
weest, mijn beschuldigingen waar te maken.
Wellicht zal ik binnenkort als gastheer dat
Delegatielid gaarna op een openbare verga
dering ontvangen. Als gast van de V.V.S.U.
in een reeds bij voorbaat vaststaand vruch
teloos debat te worden gewikkeld, is voor
geen der partijen gewenscht. Wanneer men
aanneemt dat het betreffende delegatielid
volkomen te goeder trouw is wat zeer
wel mogelijk is, want onder communisten
vindt men nog wel fatsoenlijke menschen:
mijn strijd gaat dan ook nimmer tegen, de
communisten, WIEL tegen het communisme
is hij niet te bekeeren. Is het niet te goe
der trouw dan kan men er beter het zwijgen
toe doen. Er is namelijk een toppunt van
delirium, hetwelk elke discussie uitsluit.
Ieder mensch die wat verder gekeken
heeft in de wereld weet dat er nog geen
enkele delegatie naar Rusland vertrokken is
gedurende zoo langen tijd als noodig is om
een zesde van de aardbol te bezien en over
Militaire humoreske
van Freiherr von Schlicht
door
CEKA.
19)
Hij stokte. De betaalmeester zat echter
nog steeds met het beminnelijkste gezicht
tegenover hem; hij had hem niet een en
kele maal onderbroken, ja meer nog, hij
had zelfs den sleutel der brandkast uit de
tasch gehaald. De gelegenheid was zoo
gunstig mogelijk; die kwam wellicht in ail
de levensjaren, welke hem nog restten, niet
terug. Bliksemsnel overlegde hij nu, hoe
veel hij zou vragen; hoe meer hij kreeg,
des te beter voor hem, en als hij later den
grooten prijs gewonnen had, was het im
mers totaal onverschillig of hij 150 dan wel
200 Mark terug gaf.
Geneer u niet, luitenant; ik heb geld
genoeg!
De man stort zich willens met alle ge
weld in 't ongeluk, dacht Gerd. Nu, als hij
zelf zoo lichtzinnig is, behoef ik hem ook
niet te ontzien. En daarom zei hij:
Ik behoef natuurlijk niet te veel!
Slechts een bagatel van de som, die ik eer
lang krijg. Als u me soms 400 Mark
Gerd schrok van zich zelf. Hij was niet
laf dat had hij vroeger op de krijgsschool
bewezen, toea hij bij 'n duel 'n geroutineer-
den schermer tegemoet trad en dezen» hoe
wel Gerd van duelleeren totaal geem ver
stand had, zoo tot worst hakte, dat zijn sa
bel kapot vloog. Neen, hij was niet bang;
maar dat hij die „400 Mhrk" over z'n lippen
bracht, vervulde hem met de grootste ach
ting en bewondering voor z'n eigen persoon.
Ware hem in dit oogenblik de orde „pour
Ie imérite" verleend, hij had ze gewis kalm
den; bestaanden toestand te rapporteeren. De
laatste man die dat geleverd heeft in enkele
weken was Herriot. Ik zou zijn bankreke
ning over de laatste maanden wel eens wil
len zien.
In het R.K. Sowjet Russische propagan-
dagblad de Tijd van de vorige week las ik
dat in Rusland het aantal analphabeten is
teruggebracht tot 3%. Het stéét er. Wan
neer er bij stond „in de groote steden" zou
men er het zwijgen toe doen.
Naar aanleiding van opmerkingen over
de 20 millioen verhongerden in de Oekraine
in een jaar, vestig ik de aandacht op de op
roep van Kardinaal Innitzer in de wereld
pers, waarin Z.Em. kennis geeft van het
feit, dat in het laatste half jaar 10 millioen
Oekrainiers den hongerdood gestorven zijn.
Het klinkt voor Westersche breinen onge
looflijk, voor hen die het Oosten kennen
klinkt het niet vreemd.
Tot slot nog een terugkeer naar den heer
Blaupot.
Wanneer U meent, geachte heer, dat ik
de maatschappijvorm waarin wij leven met
hart en ziel ben toegedaan, dan hebt U het
mis. Indien er iets voos is, aftands en rot,
dan is het de maatschappijvorm waarin U
en ik leven. Dat het veranderen moet en zal,
och, dat weten we allebei. Dat wij den even-
mensch, Christen of Jood moetem knevelen
zooals dat elders gebeurt, wil ik niet bewe
ren, maar dat er christenen en Joden zijn
die ernstig in aanmerking komen hun bezit
geconfisceerd te zien. ten behoeve der ge
meenschap en te moeten leven onder con
trole, staat voor mij vast. Dat er onder de
kapitaalbezitters prachige menschen zijn, is
vassttaand: dat er gewetenloooze uitzuigers
bestaan weet U evengoed als ik. Dat ieder
mensch tot plicht heeft mede te bouwen
aan een nieuwe betere maatschappelijke or
de is logisch. En dat daarbij gewaakt moet
worden voor de geestelijke vrijheden staat
als een paal boven water. Een ieder die
daaraan medewerkt, zij het stuntelig en hak
kelend als een kind, of met krachtige woor
den) en werken, is achting waard. Wanneer
de redactie van dit blad mijn kerstwensch
had geplaatst, zoudt U een betere kijk heb
ben gehad op de inzichten welke ik heb ten
aanzien van deze vraagstukken, Hoewel
mijn inzichten geen rol spelen. Ik ben toe
vallig Roomsch Katholiek. Wlas ik Vrijden
ker, dan was ik communist. De communis
ten' hebben nooit geprobeerd mij te bekee
ren. Dat deden katholieken wel, begrijpt U,
maar dan: tot het communisme van Mos
kou: omdat zij het communisme van Golgo-
tha zelf te schande maakten.
En wanneer ik zoo in stilte alles eens
overweeg, dan krijg ik een geweldige eer
bied voor den practiseerenden katholiek, of
deze of gene grijze of jonge priester die de
handelwijzen van vele, zeer vele godzalige
pseudo christenen, Goddank, te schande ma-
keni door de beleving van het ware com
munisme: een algemeene broederschap van
alk menSchen, in het belijdende Christen
dom.
Heil aan U.
NIEVEEN.
OMZETBELASTING EN EIGEN
FRUIT.
Geachte Redactie.
£oudt U aan Uwen medewerker in zake
„Omzetbelasting" de volgende Vraag willen
voorleggen, die naar het mij voorkomt
voor de meeste plaatsgenooten van be
lang is.
Volgens deze nieuwe wet wordt de fruit
teler met „fabrikant" gelijk gesteld, zoodat
fruit onder deze belasting valt. (Fruit oogst
'33 werd vrijgesteld).
De fabrikant moet ook voor het fabri
kaat, dat hij zelf verbruikt, belasting beta
len.
Ik leid hieruit af, dat ieder, die voor eigen
gebruik fruit kweekt, hierover belasting
schuldig is.
We behoeven geen zegels op die appels
te plakkenl maar zullen een „aanslag-biljet"
moeten aanvragen.
Is deze zienswijze juist en zoo ja
hoe moeten wij dan de waarde bepalen van
hetgeen wij zelf opeteni?
Met dank bij voorbaat.
Uw Dw. Wl D.
ONDERSCHRIFT;
Wij willen gaarne aan Uw verzoek voldoen,
en na ontvangst van het antwoord dit in ons
blad publiceeren. Red.
aangenomen met de woorden: Die heb ik
ook verdiend!
Als de man mij er nu uitgooit, ge
schiedt mij eigenlijk niet anders dan recht,
dacht Gerd.
Maar de betaalmeester openide niet de
deur der kamer, doch die der brandkast en
telde hem de 400 Marken op tafel. Is het
zoo goed, luitenant, 300 in papier, 100 in
goud? Ik kan het u natuurlijk ook wel an
ders geven
Doch Gerd weerde dit aanbod dankend
af; hij was met alles tevreden, en al had hij
het geld louter in 5-pfenningstukken ont
vangen, dan was het ook goed geweest.
Hij borg het geld in z'n tasch en moest
zich bedwingen om z'n blijdschap niet te
toonen; maar toch beefde z'n hand een wei
nig, toen hij het ontvangbewijs teekentde.
Wht u me daar straks vertelde, luite
nant, doet me oprecht plezier. Ik gun het u
als geen ander, dat u eindelijk uit de verle
genheid komt. Mtocht evenlwel uw geld niet
loskomen, dan moet ik natuurlijk dit voor
schot bij gedeelte van uw salaris afhouden.
Dat spreekt van zelf; maar u zal daar
toe geen gelegenheid hebben! En met eeni-
ge woorden van dank nam Gerd afscheid.
Toen hij voor de trap stond, die van het
op de tweede verdieping gelegen bureau
naar het kazerneplein voerde, overlegde hij
een» oogenblik heel ernstig, op welke ma
niet hij ze zou afdalen. Het kwam hem eem
voudig onwaardig voor heden, op dezen
geluksdag en in dit vroolijkste uur zijns le
vens, net als anders naar beneden te gaan.
Wtts er een leuning geweest, dan had hij
zich daarop gezet om naar onderen te rut-
sen; maar nu bleef hem niets anders over
dan te springen. En in groote sprongen
vloog hij dan ook van de eene trede op de
andere. Zijn dolle bui hield ook nog aan,
toen hij met z'n manschappen dienst deed;
hij bekommerde zich om elke kleinigheid
met een, opgewektheid, die hem zelf het
meest verwonderde. Maar in spijt daarvan
IETS OVER BABV-KLEEREN.
Sommige dames mogen misschien mee
nen, dat baby-kleeren niet zoo erg belang
rijk zijn, de meesten denken er toch anders
over. En al zijn ze nu nog te jong om
zelf te naaien, babies hebben hun eigen
ideeën omtrent kleeren en als ze deze rege
len zouden kunnen lezen, zouden ze heftig
met hun knuistjes op de tafel trommelen om
hun instemming te betuigen. Bovendien»
weet men wel, dat er bijv. in Amerika een
„Bureau of Home Economics" is (zooiets
als een bureau, dat zich bezig houdt met het
bestudeeren van methodes om de verschil
lende dingen uit het gezin zoo economisch
mogelijk te doen)? Dit bureau nu heeft bijv.
de babyjurk links op de teekening ontwor-
Jeannet dringend een nieuwe jurk of man
tel noodig hebben. Voor dit doel zijn de
twee kleine plaatjes links op de teekening
gegeven. Voor een pop van ongeveer 5U
c.M» lang heeft men ongeveer 65 c.M, be
drukte stof van 90 c.M. breed noodig voor
het jurkje, dat natuurlijk zoo eenvoudig
mogelijk met een volannetje van onderen en
twee kleine volannetjes voor het kraagje is
afgewerkt. Voor het manteltje en het mo
derne pet-mutsje is 75 c.M. effen stof van
U40 breed noodig. Maar dan is het poppen-
kind ook weer voor een heelen tijd klaar,
want het voordeel is: ze groeien er niet uit.
Natuurlijk hebben onze eigen meisjes ook
van tijd tot tijd nachtjaponnen noodig en U
moet eens zien, hoe blij ze zijn als U een
nieuwe maakt, van een eeavoudig gebloemd
stofje, of anders een effen wit met rood af
gewerkt. Vooral als men ze een beetje mo
dern maakt, met pofmouwtjes of schouder
kapjes, zooals het plaatje er een paar laat
zien.
pen. De kwestie is, dat babies kleeren wil
len hebben, die zacht zijn en licht en warm
en, vooral kleeren, waarin ze de ruimte heb
ben en zich absoluut onbeperkt kunnen be
wegen) Hoe gemakkelijker en sneller die
kleertjes aan en uit gaan, hoe liever zij het
hebben. Daarom stemmen babies op strik-
sluitingen en jurkjes, die van voren hee'le-
maal open gaan, zooals het model links op
het plaatje laat zien. Zeker, als het dan
/noet, willen we wel een onderjurk dragen
en ze hebben heelemaal geen bezwaar tegen
wollige slaapzakken, die van onderen met
drie knoopen dichtgeknoopt worden (een
combinatie van nachtjapon en slaapzak en
ze zouden daarom in koor van plezier
kraaien als ze zoo'n uitrusting kregen; als
rechts op het plaatje staat aangegeven. U
ziet daarbij, dat men grootendeels gebruik
heeft gemaakt van strikjes en| hier en daar
een paar knoopen. Hfcmdige moeders kun
nen! hiermede hun voordeel doen en» als ze
weer een nieuw baby-jurkje gaan maken,
dit plaatje eens in gedachten houden.
MADELEINE.
IETS OVER POPPENKLEEREN EN
NACHTJAPONNEN.
De moeder van een of twee meisjes be
seft het niet altijd, maar ze is in vele geval
len tegelijkertijd moeder van nog minstens
een dozijn andere kindertjes, al heeft ze die
Wat onze eigen kleeding aangaat willen
we er nog even aan herinneren, dat er dit
seizoen bijzonder veel aparte bloes en rok
gedragen wordt. Bij de lagere mantel wor
den de lange tuniekbloezen gedragen. De
aparte rok is dit seizoen heelemaal niet be
perkt tot een sportcostuum, doch we kunnen
deze heel goed bij tal van andere gelegenhe
den dragen. De vele variaties op het gebied
van jumpertjes, klaargekocht of zelfge
maakt, maken het ons daarbij al heel mak
kelijk. Voor de gewone sport- en wandel-
rok geldt, dat dit model recht moet zijn met
de eenige ruimte heelemaal van onderen,
hetzij door een paar ingestikte plooien van
voren of van achteren of allebei. Voor iets
meer gekleede dracht, het z.g. namiddag
costuum, moet de rok iets langer zijn. Ook
hier begint de ruimte pas bij de knieën. Of
het met de crisis verband houdt, weet ik
niet, maar een feit is, dat de dracht van de
aparte bloes en rok een heel economische
dracht is, omdat we op een rokje verschil-
schilende bloezen of jumpertjes kunnen
dragen, wat heel wat voordeeligev is dan
het aanschaffen van verschillende jurken.
MADELEINE.
Eenige wenken.
Vormen voor gebak zonder boter, zooaK
bijvoorbeeld sponsgebak, moet men nooit
vet maken, met meel bestrooien of beleggen
met vetpapier.
niet dagelijks te wasschen en aan te klee-
den. Ik bedoel natuurlijk: de poppenkinde-
ren van haar eigen kinderen. En nu mogen
we denken, dat we met het koopen van de
pop alles gedaan hebben, wat er van ons
verlangd werd, doch dan hebben we 't toch
mis! Onze jongedames weten ons al heel
gauw te beduiden, dat pop Minet of pop
Men kan de geur van groentesoep bui
tengewoon verhoogen, door er een paar
kruidnagelen aan toe te voegen.
Wanneer men nieuwe glacéhandschoenen
tusschen de vouwen van een: vochtigen
handdoek legt gedurende een uur, voordat
zag hij toch soms op z'n horloge, of het nog
geen 7 uur was; hij kon het oogenjblik,
waarop hij het lot in z'n portefeuille zou
hebben, bijna niet afwachten.
Eindelijk sloeg het uur der verlossing en
dadelijk ijlde hij naar den naasten collec
teur.
Welke loterij heeft in de eerstvolgende
dagen een trekking? vroeg Gerd.
De Hamburger, was 't antwoord, en
zelfs de voornaamste der laatste klasse. Na
tuurlijk moet de heer luitenant de andere
bijbetalen.
Dat spreekt. Geeft u mij maar een heel
lot. Wat kost dat?
Honderd en( veertig Mark, luitenant!
Gerd stond in diep gepeins en de collec
teur vreesde reeds, dat de zaak niet zou
doorgaan.
De luitenant kan ook een half, een
vierde of een achtste lot nemen!
i Neem, neen! Ik heb het bij me zelf
overlegd. Ik verzoek u, mij twee heele lo
ten te geven.
Dat is 280 Mark, dacht Gerd; maar op
twee loten móét ik toch winnen. Ik houd
dan nog 125 Mark voor me zelf, en met het
geld, dat ik reeds bezat, kan ik, tot ik ge
wonnen. heb, leven als de vorst van Thurn
und Taxis.
Hij telde het geld op de tafel neer, stak
de loten op en trad even later zoo trotsch
en gelukkig door de straten, alsof hij niet
de loten, maar reeds de gewonnen sommen
in den zak had.
Wat nu? vroeg hij zich af. Hij gevoel
de niet alleen lust, maar ook de moreele
verplichting in zich opkomen de een of an
dere domme streek te begaan; doch daar
voor was het nog te vroeg op den' dag, en
ook aan de stamtafel zou hij nog geen ka
meraden vinden. Zoo dwaalde hij ziel- en
doelloos door de stad, tot hij zich ten slot
te voor de villa van mevrouw de regeerings-
raad bevond. Onwillekeurig klopte z'n hart
sneller.
Kom, ik zal König eens opzoeken;
misschien heb ik het geluk ook Elly te zien.
XII.
G.ERD MAAKT ZIJN DEBUUT.
De lange König lag op de chaise longue
op de bij zijn kamers behoorende veranda,
van waar een kleine trap naar den tuin
voerde;!zoo kon hij zijn rozen bewonderen,
de frissche lucht inademen en vooral zich
onderhouden met Elly, die eerst in den
tuin op en neer had gewandeld, maar zich
later op zijn verzoek bij hem had neerge
zet.
Ze wilde verschrikt opspringen, toen de
oppasser Gerds bezoek meldde, doch Kö
nig hield haar terug met de woorden: U
moet juist hier blijven, anders dwingt U
Gerd dadelijk weer te vertrekken. Het zou
zoo lijken, of u voor hem weg liep.
Daar trad Gerd ook reeds op de veranda
en een uitdrukking van vreugde, welke ook
Elly niet ontging, vloog over z'n gezicht,
toen hij haar begroette. Daarna reikte hij
den kameraad de hand en trok zich een
stoel bij het tafeltje.
Nadat König naar den dienst gevraagd
had, zei hij:
Over drie dagen hoop ik weer present
te zijn; van middag was de kapitein hier
om eens naar me te kijken; maar hij was
bang, dat ik de manoeuvres niet mee zou
kunnen maken.
Het zou ook heel verkeerd van u zijn,
u zoo gauw reeds als gezond te gaan mel
den» zei Elly. Dunkt u ook niet, luitenant?
zoo wendde ze zich tot Gerd.
Zegt u nu cetis, of het niet heel licht
zinnig is, als luitenant König zoo spoedig
den dienst weer opneemt.
Dat kan ik zoo natuurlijk niet beoor-
deelen zei Gerd. Ik weet immers niet, hoe
erg het met zijn voet gesteld is; maar als
kras egoist, die ik nu eenmaal ben, kan ik
men ze aan gaat trekken, zal meru ze veel
gemakkelijker aan de hand krijgen. Ze ge
ven dan meer mee en rekken in den ver-
eischten vorin zonder te knappen.
Men klopt eiwit sneller stijf, wanneer
men er een snuifje zout aan toevoegt.
RECEPT.
Dadelbrood:
Een heel lekker, voedzaam gebak is da
delbrood, dat men als volgt maakt: Giet 3/4
kopje kokend water over 1 kopje fijngehak
te, geconfijte dadels (pitten verwijderen na
tuurlijk!) en 1 theelepeltje baksoda. Laat dit
een nacht staan of tenminste verscheidene
uren; Klop vervolgens een ei, voeg daarbij
1 3/4 kopje gezeefde bloem met een half
theelepeltje zout. Doe er vervolgens een
theelepeltje vanille en een half kopje gepel
de walnoten bij. Alles goed dooreen1 men
gen en vervolgens in een matigen oven (350
graden F.) gedurende ongeveer een, uur
bakken. ,En dan zult U eens zien, hoe gauw
dit dadelbrood verdwenen is!
Zuurkool met Gehakt:
Men neemt 1 K.G. zuurkool, 1 K.G. aard
appelen» 2 ons rundergehakt, 2 ons var
kensgehakt, wat peper, zout, noot, wat jus
en paneermeel.
De zuurkool kookt men gaar, en hetzelf
de doet men met de aardappelen. Hiervan
maakt men dan purée met wat peper, zout,
noot, boter en melk. Nu maakt inen het ge
hakt aan. Alles doet men nu laag om Jaag
in een vuurvasten, schotel en zorgt, dat de
bovenste laag van purée is. Dan bestrooit
men het met wat paneermeel, giet er wat
jus over of klontjes boter en laat het on
geveer een' half uur in den oven staan. In
plaats van het gehakt kan men natuurlijk
ook saucijsjes nemen, waarvan dan een ge
deelte in het schoteltje gaat en een gedeel
te bovenop.
HUISVROUW.
Bij dea Plantenrziektenkundigen Dienst
te Wageningen zijn verschenen No. 73 der
Verslagen en Mededeelingen „Sproeische-
ma voor fiuithoornen", alsmede een. her
druk van M-ededeeling No. 50 „Schurftziek-
te bij appel en peer".
Hiet sproeischema is opgesteld door den
heer T. A. C. Schoevers, phytopatholoog bij
den dienst, en is een> voordracht gehouden
op den fruitteeltdag tijdehs dc jongste
landbouwweek te Wageningen. Daar het
den dienst voor de fruitteelt van groot be
lang voorkwam,, dat dit sproeischema, de
kalender voor de ziektebestrijding in de
ooftteelt, een ruime verspreiding verkrijgt,
is het in de reeks van Mfededeelingen opge
nomen.
Het is nog steeds noodzakelijk, schrijft de
heer Van Poeteren in zijn voorwoord van
de andere brochure, dat de kwaliteit van
het Nederlandsche fruit aanmerkelijk wordt
verbeterd. Wat de appels en peren betreft,
is de schurftziekte de belangrijkste oor
zaak van de slechte kwaliteit van een deel
van ons fruit, en moet deze kwaliteitsver
betering in de eerste plaats verkregen wor
den door eert krachtige en algemeene be
strijding van de schurftziekte.
Mededeeling No. 50 bevat een handlei
ding voor die bestrijding. Zij is samenge
steld door den heer ir. P. Hus, phytopatho
loog bij den Planteniziektenkundigen Dienst;
de praktische ervaringen in de belangrijk
ste centra voor vruchtencultuur door de al
daar gestationneerde ambtenaren van onzen
Dienst met de bespuitingen verkregen, zijn
er tevens in verwerkt.
Het is zeer wenschelijk, dat deze publica
tie, mede met behulp van de bij de fruit-
cultuur belanghebbende vereenigingen, zoo
veel mogelijk onder de fruittelers wordt
verspreid en dat de daarin gegeven voor
schriften algemeen worden opgevolgd. De
Telers kunnen thans over een voldoend aan
tal draagbare en rijdbare pulverisateurs,
zoomede over motorsproeimachines be
schikken, om de voor de schurftbestrijding
noodige bespuitingen algemeen te kunnen
uitvoeren. Daar deze bespuitingen noodza
kelijk geacht moeten worden voor het te
len van een, goede kwaliteit van fruit, is
het van het hoogste belang, dat voor deze
een krachtige propaganda wordt gevoerd.
slechts zeggen, dat ik van harte wensch
een deel van den dieivst en van de verant
woording, welke thans op mij rusten) op
andere en sterkere schouders te kunnen
wentelen. Ik gevoel mij niet krachtig ge
noeg om voortdurend alleen den Atlas te
dragen.
Ge ziet er toch nog heel goed uit, zei
König, en ook Elly maakte hem een. com
pliment over zijn frisch voorkomen.
Dat is maar schijn, meende hij. Ik
voel het: nog acht zulke dagen en ik zak
in elkaar. Denk er u maar eens in, freule'.
Heden heb ik reeds van 6 tot 7 uur instruc
tie gehad reeds om 6 uur!
Dan is evenwel onze geest nog niet ten
volle wakker; dan ligt hij vast nog in een
halven slaap, waaruit eerst de meer en meer
aan den hemel rijzende zon hem wekt. En
als wij dan geestelijk nog niet heelemaal
uitgeslapen zijn, hoe moet het er in dat
morgenuur wel niet uitzien> in de blikken
hoofden onzer mannen? Zelfs een millioeni-
voudige bestraling der hersens ware niet
in staat de duisternis te verdrijven, die dan
boven de kommiesbrooden heerscht. En
vroeger had ik slechts 30 man te onder
richten; nu heb ik ook nog de manschap
pen van den dikken doctor. Waarom moest
hij ook in 't water vallen?
Hoe gaat het hem eigenlijk? vroeg Kö
nig.
Miserabel! Hij lijdt vooral aan een
sterke zielsdepressie. Met een werkelijk be
wonderenswaardige energie heeft hij, se
dert hij opgeroepen is, en trots z'n dorst,
die bij z'n zweetkuur toch vaak ontzettend
geweest moet zijn, niet één droppel vloei
stof tot zich genomen. Om slank te worden
heeft hij beproefd, evenals het beroemde
kameel zeven weken zonder water te leven;
vlgens een gerucht heeft hij zelfs, om 'z'n
tanden te sparen, alleen maar gedroogd wa
ter gedronken.
Wordt vervolgd.
dU
Kt
TC
Uil
HE
E
mal
Ulr
om
frie
str:i
recl
ricli
193
Bu
(Na
ties,
vers
een
men
gev<
de c
opg:
is t
gror
in '2
de 1
aan$
calc