I
I
Pluimveeteelt.
Kle
houdt stééds z'n waarde
Fotograaf Drost - Steenhofstraat 56 - Tel. 486
Eenige belangrijke Belasting- en Handelscijfers
onder invloed van den crisistijd.
J. L. H0KSBERGEN
Het Wegenfonds zij
onaantastbaar.
V.V. „SOEST"
]E?i©©HTiIiS
VAN VLIET
Leest dit:
H. J. M.v. d. WEERO
Een zeldzaam Jubileum
Predikbeurten
PERRY ARTIKELEN
I
EEN
(6 „Briefkaarten"-Foto's vanaf f 2.—.)
f
zetbelastingwet waakt voor de belangen
van belastingplichtigen door de regeling
van een procedure voor het geval men van
meening is, dat de aanslag te hoog is.
Men kan in beroep komen binnen een
maand na de gedagteekende kennisgeving,
vermeldende den aanslag. Het beroep
wordt ingesteld bij den Directeur der in
voerrechten en accijnzen. De wet bepaalt
dit niet, maar het zal zonder meer wel dui
delijk zijn, dat dit beroep met redenen dient
te zijn omkleed. Met een beroepschrift,
waarin men het feit constateert te hoog
te zijn aangeslagen, zal men weinig berei
ken.
De Directeur doet zoo spoedig mogelijk
uitspraak bij een met redenen omkleede
beschikking. Deze beschikking wordt den
belanghebbende in afschrift toegezonden
of uitgereikt.
Het geval kan zich voordoen, dat toten
tegen de uitspraak van den Directeur be
zwaar heeft. Men kan in zulk een geval
binnen een maand in beroep komen bij de
Tariefcommissie.
Wij zouden over beroep tegen te hooge
aanslagen meer kunnen mededeelen. Dit
zou echter te veel plaatsruimte vergen.
Wij geven daarom de wenk zit men met
te hooge aanslagen zich tot ons te wen
den. Kosteloos zullen wij de abonné's gaar
ne van advies dienen. Evenals bij reclame
en beroep tegen aanslagen in de Inkom
stenbelasting plaatst degene, die niet vol
ledig heeft voldaan aan zijn verplichtingen
tot het doen van aangifte en tot het ve
strekken van nadere toelichting, zich
een ongunstige posjtie.
De aanslag wordt namelijk gehandhaafd
„zoo niet aan de Tariefcommissie is ge
bleken, dat en in hoever de aanslag onjuist
is." Ook al is de termijn voor beroep ver
streken, dan nog kan door of vanwege den
Minister van Financiën de aanslag worde
verlaagd of vernietigd.
Bovendien kan de Minister van Finan
ciën teruggaaf verleenen van belasting, die
door dwaling of onwillekeurig verzuim te
veel of ten onrechte is betaald.
In andere belastingwetten wordt gespro
ken van „dwaling of verschoonbaar
zuim", hier heet het „dwaling of onwille
keurig verzuim." Het wil ons voorkomen,
dat de uitdrukking onwillekeurig verzuim
ruimere strekking heeft dan de uitdrukking
verschoonbaar verzuim.
In beide gevallem hangt het van het qor
deel van den Minister af of van dwaling
en onwillekeurig, resp. verschoonbaar ver
zuim kan worden gesproken.
Vragen omtrent Omzetbelasting beant
woordt kosteloos voor onze abonné's
mits postzegel voor antwoord bijgevoegd
is
N.V. Accoutantskantoor „Nationaal Bureau
voor Adviezen". Gevestigd te Leeuwarden,
Groote Kerkstraat 16.
P .SIEBESMA, Directeur.
Het Alg. Handelsbl. geeft halfjaarlijks
een z.g. „Banknummer" uit, waaraan ik
hierondervolgemd eenige cijfers van be
lang ontleen, cijfers, die teekenend zijn
voor de tijden, die wij nu doormaken.
Alleen vernietiging tijdens het vervoer
(scheepsrampen) zou hier een spaak in het
wiel kunnen steken, maar als gevolg daar
van zou het totaa'1 der invoeren kleiner
moeten zijn dan dat van de uitvoeren.
Opbrengst der
Beursbelasting
1927
5.877.196
1929
8.530.575
1931
4.1:38.228
1932
3.178.989
1933
3.420.000
Dividend- en
Tantième-bel.
19.443.690
22.377.885
18.738.285
14.276.757
10.552.000
Vermogensbel.
12.458.748
14.399.992
15.227.680
12.795.963
10.511.000
Inkomstenbel.
102.860.624
87.414.145
91.682.029
77.572.275
58.820.000
Rijksmiddelen
503.209.579
511.223.274
452.799.712
400.525.439
383.900.000
Ten aanzien/ van de cijfers over '33 zij
vermeld, dat het Handelsblad slechts de
cijfers gaf over Januari tot en met 'Novem
ber, dus 11 maanden. Wij hebben de som
dezer cijfers met één elfde deel verhoogd
en aldus afgerond om de vermoedelijke
opbrengst over het nu juist afgesloten jaar
te benaderen.
Dat in bovenstaand overzicht de beurs-
belasting en de Dividend- en tantième
belasting den' sterksten achteruitgang too
nen, behoeft niet te verwonderen, daar juist
de handel, de industrie en het verkeerswe
zen het meest rechtstreeks bij dert crisis
.betrokken zijn. (Landbouw en veeteelt mo
gen wij in dit opzicht gerust meerekenen
onder „industrie").
Wjrj hebben indertijd reeds eens een op
gave verstrekt Van het aantal nog-divi-
den/d-betalende ondernemingen op ver
schillend gebied. Dat aantal was percents
gewijze zeer klein en in zóó verre valt het
nog mee, wanneer wij nu zien, dat de Di
vidend-belasting van 1929 op 1933 is te-
ruggeloopen van bijna» 22% millioen gul
den op 10% millioen.; een teruggang even
wel nog van 54
Het heet tegenwoordig' veelal, dat er oen
kleine opleving zich afteekewt. Het zal on3
benieuwen of deze zich reeds zal af teeke
nen in een hoogere opbrengst van deze be
lasting over 1934.
Ook de t Inkomstenbelasting teekent
scherp de verminderde inkomsten, zij het
dan ook iets minder sterk dan de Divid.-
belasting.
Ten opzichte van het jaar '27 het top
jaar voor de inkomens bedraagt de ach
teruitgang ongeveer 42%
Aanmerkelijk meer weerstand heeft t»t
nu toe geboden de Vermogensbelasting,
die slecbts(?) met 30 terug liep, terwijl
het totaal der Rijksmiddelen met 25 ver
minderde.
Belangwekkend is verder een overzicht
omtrent „Invoer en Uitvoer" in den We
reldhandel. -
Het bewerken van deze cijfers eischt na
tuurlijk veel tijd en in zoover is het niet
te verwonderen, dat '33 nog niet is afge
sloten, hoewel toch reeds voor verschei
dene landen de cijfers over Oct. '33 worden
aangegeven.
Wij laten nu 1933 buiten beschouwing en
zien dan de volgende gemiddelde maand
cijfers, uitgedrukt in millioenen goud-dol
lars: v
Wereldh.: 1928 1929 1930 1931 1932
Invoer 2659 2716 2210 1587 1062
Uitvoer 2477 2446 1956 1389 944
Nederland:
Invoer 89.9 92.17 81.05 63.44 43.64
Uitvoer 66.50 Ü6.58 57.62 43.97 28.41
Het feit, dat deze cijfers zijn uitgedrukt
in dollars, doet vermoeden, dat ze in Ame
rika zijn verzameld en dit maakt het dan
eenigszins aannemelijk, dat waar de ge
gevens van een dozijn landen ontbreken
ook Ned.-Jndië* in deze opgave gemist
wordt.
Dat invoer en uitvoer van een bepaald
land niet aan elkaar gelijk zijn, is van-zejf-
sprekend, maar dat de totaalcijfers daar
voor wanneer men de geheele wereld te
zamen neemt niet overeenstemmen, lijkt
vreemd. Men zoi> toch zeggen, dat alles,
wat ergens ter wereld" wordt uitgevoerd,
op een andere plaats weer moet worden
ingevoerd.
En toch geeft bovenstaand staatje meer
invoer dan uitvoer!
Ik zie geen kans dit raadsel op te los
sen., tenjzij de oplossing zit in de ontbre
kende cijfers van het bovenbedoelde 12-
tal landen. Tot die landen behooren toch
behalve Ned.-Indie, o.a. Indo-China, Phi-
lippijnen en Belg. Congo, tropenlanden,
die vermoedelijk alle aanmerkelijk meer
uit- dan invoeren.
Beschouwen wij nog even de cijfers zelf,
dan zien! wij een1 teruggang van "den we
reldhandel met ruim 60 sedert het top
jaar 1929.
Voor Nederland is de uitvoer iets min
der dan 60 achteruit gegaan, de invoer
echter erminderde volgens deze cijfers
met iets meer dan 50 dus betrekkelijk
minder sterk, waar-door het invoer-over
schot des te sterker tot uiting komt.
Dat de wereldhandel vooral door hooge
invoerrechten en contingen,teering wordt
beperkt, behoeven wij wel nauwelijks in
herinnering te brengen, ware het niet, dat
wij meenen steeds te moeten terugkomen
op het vrijhandelstelsel als het meest noo
dige.
Hoewel in het vorenstaande geen cijfers
voorkomen over den uitvoer van Ned.-Indië
zoo willen wij toch wijzen op eenige licht
punten, 'die de Indische inkomsten wellicht
eenigszins gunstig kunnen beïnvloeden.
Tot de voornaamste Indische uitvoerarti
kelen mogen gerekend worden tabak, tin
suiker, rubber en thee. De suiker verkeert
nog in zeer ongunstige omstandigheden en
hierbij is van eenig lichtpunt nog niet te
spreken. De tabaksmarkt is wel eeniger-
mate verbeterd, doch dit product is ten
zeerste afhankelijk van de weersgesteld
heid, zoodat voorspellingen omtrent qua-
liteit en daarmee verband houdende hoo
gere prijzen moeilijk zijn.
Maar voor de drie andere genoemde
producten is ongetwijfeld de markt veel
verbeterd, zoodat de prijzen stijgenïïe zijn
en vooral voor tin zeker weer een winst
waarborgen.
Restrictie moge vooral voor tin en
thee hierbij van invloed zijn, zeker is,
dat het tinverbod in 1933 weer aanzienlijk
is gestegen en dit is de eenige natuurlijke
factor, die op verbetering wijst.
Wanneer ook de thee-prijzen de stijging
der laatste maanden blijven volgen (de
laatste veilingen te Amsterdam en Batavia
gaven weer een verhooging van 2 a 3 cent
per pond em ook Londen de grootste
markt voor dit product toont een soort
gelijke verhooging, dan kan men weer met
winst werken, wat trouwens reeds tot
uiting kwam door aankondiging van een
interim-dividend van enkele thee-onderne
mingen.
Zoo eindigen wij dus, ondanks de on
gunstige cijfers der bovengegeven tabel
len, niet zonder hoop op een iets beter
handelsjaar 1934.
W. H. C. DOORMAN.
(voorheen R. FRESE Hofleveranciers
BAARN
Vleeschhouwerij Varkensslachterij
BESLIST EERSTE KWALITEIT
Nijverheidstraat 13 Telefoon 31
Dagelijks hooren en bezorgen
De A.N.W.B., B.B.N. en K.X.A.C.
zoeken plaatsing van onderstaand artikel
„We schrijven 1920. Nauwelijks het
krijgsrumoer in Europa verstomd, nog
slechts enkele maanden is het geleden, dat
verdragen een. einde maakten aan een pe
riode van ellende en tevens het toen nog
niet vermoedde begin beteekenden van een
nieuwen tijd van ramspoed en achteruii
gang in Europa. Wel stond er een kort<
spanne tijd van schijnwelvaart voor de
deur, maar daardoor werd de eerste terug
slag de crisis van omstreeks 1923, de
scherper gevoeld.
Het was in dezen tijd dat de stille wegen
met hun vorige-eeuwsche karakter in on:
land langzamerhand weer beteekenis gin
gen krijgen voor het verkeer. De benzine
tekorten welke het automobilisme tijdens
de oorlogsjaren in ongekende mate hadden
gebreideld, waren vergeten1, de tijden, waar
in rubberbanden van de slechts denkbar
kwaliteit om de wielen van auto's en li
sen werden gelegd, bleven slechts in de
herinnering bestaan* De scheepvaart, die
jaren nagenoeg stiTlfacT gelegen en slechts
met groot levensgevaar door enkele dap
pere mannen voortgezet was, kreeg een
overvloed van vrachtaanvrageni De auto
mobiel begon haar zegetocht. Dat het een
zegetocht was, die in groote lijnen voor
namelijk voordeelen heeft gebracht, zal wel
door niemand ontkend worden. Het platte
land werd uit een isolement verlost, dat
ondanks meer dan ten halve eeuw spoor
tramwegontwikkeling niet noemen
waardig aangetast was; in handel en be
drijfsleven nam het motorische vervoer
middel weldra een belangrijke plaats in
toerisme en internationaal verkeer leefden
op, dank zij de automobiel.
Het wegennet omstreeks 1920.
Het spreekt vanzelf, dat onze wegen
de verste verte niet in staat waren, om de
auto-invasie zelfs maar in het eerste
begin te verwerken. Ons wegennet, ont
worpen en onderhouden volgens negentien,
de-eeuwsche grondslagen, "w-as absoluut on
oldoende zelfs om het verkeer uit dje da
gen eenigermate soepel en, veilig te verwer
ken. Al spoedig klonken dan ook- stemmen
uit de kringen der belanghebbenden, aie
voor een nieuwe wegenpolitiek pleitten
Het toenmalige beheer geschiedde dóo
veelal te kleine bestuursinstanties met naar
verhouding hooge administratie-kosten, on.
voldoende personeel, maar al te vaak be
chikkend over te geringe deskundige ge
gevens. Wij haddem een hinderlijke ver
scheidenheid van wegtypen, wanverhou
dingen tusschen de belangen bij den wég
de lasten, traagheid en omslachtigheid
bij pogingen tot verbetering van misstan
den. Aldus getuigden velen op het Eerste
Nederlandsche Wegen-Congres in 1920.
Hier moeten radicale veranderingen aan
gebracht worden. Verschillende wegen had
Zondaga.s n-rm. 2 uur
SOEST 1 - LAREN 1
Terrein a. d. Bosstraat
den een dermate druk doorgaand verkeer
gekregen, dat de belangen van de wegbe
heerders in geen verhouding meer stonden
tot de belangen, van de weggebruikers. Om
deze reden begon men het billijk te vinden
dat deze laatsten mede zouden betalen) aan
de verbetering en het onderhoud van de
wegen, van belang voor het doorgaand ver
keer. Bovendien was; de categorie der on
dernemers van motortransport in opkomst
eeds in 1921 werd de stelling verdedigd,
dat een motortransportbedrijf in economi
schen zin uiteraard alleen bestaanbaar kaq
zijn, wanneer dit, rekening houdende met
de door dat bedrijf veroorzaakte hoogere
ko^Jen, van wegonderhoud, nog rendabel
zou zijn. En ten slotte voelde men het al
billijk aan, dat de weggebruikers, die be
hoefte (nijpeqde behoefte zelfs) hadden
aan betere wegen, waarover een weinig
snelverkeer mogelijk zou zijn, daaraan zeli
zouden meebetalen.
Een loyaal standpunt.
Dat de toenmalige weggebruikers verte
gemwoordigers en voorloopers als het ware
an het nieuwe, van-het verkeer der toe
komst, hunnerzijds breëde opvattingen hul
digden, blijkt wel het beste uit het feit, dat
ijzelve toen voorgesteld nebben om een
egenbelasting in te voeren, teneinde spoe
dig betere wegen te krijgen. Deze bereid-
illigheid was natuurlijk gebaseerd op dit
principe: de weg-belasting zou zijn een be
stemmingsbelasting, niet de sluitsteen van
de Rijksbegrooting en zeker niet een „kurk,
aarop de spoorwegen konden drijven."
(Voor de curiositeit zij eraan herinnerd, dat
de Nederlandsche spoorwegen reeds in het
jaar 1923 een tekort van f 22.000.000 had
den,!).
Zoo werd:, dan eerst achter de schermen,
later in opertbave vergaderingen door de
jonge Vereeniging „Het NederlandscheWe-
gen-congres" en anderen, het nieuwe denk
beeld gepropageerd. 'Zoo is ook het We
genfonds ontstaan, een en ander natuurlijk
in overleg met de Regeering, die terzake
een commissie instelde. Op deze wijze
oorkwam men ook versnippering van be
lasting, want het lag voor de hand, dat voor
het onderhoud en de verbetering der wegen
anders allengs het Noord Brabantsche voor
beeld van een weggeldverordening zou zijn
nagevolgd. Het Rijk zou de nieuwe, unifor
me belasting innen en administrateeren,
aan de Provincies zou een zeker, redelijk
percentage worden uitgekeerd, „niet als een
gunst, maar als een haar uit de belasting
toekomenld aandeel, dat haar even goed
ls het Rijk in staat moest stellen zich ten
deze van haar overheidstaak te kwijten.
(Memorie van Toelichting 1926).
Een afzonderlijk wegenfonds.
Van meet af heeft men een zekere zelf-
tandigheid van het Wegenfonds, als af
zonderlijk overzichtelijke „wegen-admini-
artatie duidelijk voor oogen gehouden.
Y\ anneer de opbrengst van üe nieuwe we
genbelasting in den „grooten pot" gekomen
/.ou zijn, ware de vree» gerechtvaardigd ge
weest, dat dit geld ook voor andere doel
einden gebruikt zou zijn geworden. De 1e-
gecrjng ïieelt zich inet een atzonderlijk we
genfonds accoord verklaard en, zich zelf
geproclameerd tot een coulante „bankier",
liovendven zou telken jare een bedrag uit
de Algemeene middelen in het Wegemonds
gestort worden, gerechtvaardigd door het
icit, dat anders toch ook een bedrag jaar
lijks aajj de wegen ten koste zou zijn ge
legd.
Zoo waren in het kort vermeld de
grondslagen van de Wegenbelasting, welke
dus op deze wijze na langdurig overleg
volle harmonie met de wenecüen van de
belanghebbenden, die tevens de autores in
tellectuales waren, ingevoerd. Een kleine
restrictie van den Minister van Financiën
ten aanzien van de grootte der jaarlijksche
uijdragen leidde reeds tot vele tegenwer
pingen en lange debatten. Ten aanzien van
de hoofdzaak, veiligstelling van het „w
gem-geld" meende men, dat gevaar ten
eenenmale uitgesloten was. De Regeering
had de plannen overgenomenhet
Wegenfonds was veilig!
Zeven jaar later
In 1933 echter komt de Regeering me
en voorstel on*. aan het Wegenfonds den
doodsteek te geven. Gok de belanghebben,
den, de weggebruikers, begrijpen dat dit
een abnormale tijd is, dat thans van ons
Nederlanders zware offers gevraagd wor
den, Zij zijn bereid ook hun offers aan de
algemeene kas te leveren, gelijk zij voor
hun auto op velerlei wijze reeds doen.
Maar thans stelt inen, voor, het Wiegen
fonds hun Wegenfonds op te offere
om de mogelijkheid te scheppen een defi-
citaire spoorwegpolitiek verder bestaan
baar te maken. En het merkwaardige van
dit alles is, dat zelfs de Nederlandsche
Spoorwegen nooit hebben aangedrongen
op de „oplossing" van het verkeervraag
tuk die thans door de Regeering is voor
gesteld!
Maar zelfs al zou een nieuwe geldelijke
bijdrage van het auoverkeer noodzakelijk
zijn om de Rijksfinanciën te helpen veili
stellen dan nog behoeft dit niet mee te
brengen, dat het Wegenfonds aangetast
wordt; vandaar het algemeene verzet tegen
dit wetsontwerp, vandaar dan ook, dat de
groote verkeersborden hier te lande (A.N.
W.B., B.B.N. en K.N.A.C.) zich tot taak
gesteld hebben, de belangen van de wegge
bruikers en het voortbestaan van het We
genionds te verdedigen, en de gevolgen van
verwezenlijking dezer planneni te belichten,
In een nabije toekomst zijn veilige wegen
onmisbaar, een levensbelang voor ons land.
En wegenverbetering kan slechts goed ge
schieden, wanneer volgens een goed gefun
deerd plan, zooals in de Wegenbelasting
wet nadrukkelijk is voorgeschreven, ge
werkt wordt, wanneer de financiering ze
ker is. Zonder „Wegenfonds" geen goede
wegen. Eneen land zonder goede
wegen verliest evenzeker in den strijd om
het beslaan als een land zonder-, sluitende
begro'oting!
XXI.
„Hoe zullen we gaan"?
Het is de vraag, die ons in dezen Carna-
valstijd heel wat hoofdbrekens kost, ook al
doordat wij het iets zuiniger moeten aan
leggen dan andere jaren. Wiant met de ons
ten dienste staande middelen willen wij
toch een costuumpje in elkaar flansen, dat
ons,*de anderen of misschien de jury be
valt.
Het is schier bovenmenschelijk iets
nieuws te bedenken en- daarom wil ik U
eenige ideetjes aan de hand doen.
Natuurbadnimf: eigen gebreid wollen
adpak, bij voorkeur zwart, met mouwen
tot de ellebogen era pijpen tot de knieën.
Badmuts van dik rubberVanzelf-
prekerad mag nergens een steekje aan los
zijn. Men denke bij het eën en ander aan
het uniform-verbod.
Radio-omroepvereeniging. Gewoon, ge
kleurd, costuum, naar gelang den omroep,
dien men voorstaat. In alle gevallen heeft
Modelslagerij
OPGERICHT 1899
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
ALLEEN EERSTE KWALITEITEN
TELEF. 330— POSTOIRO 146847
men echter absoluut den geheelen avond
ijn mond te houden. Zijn mond
ant voor vrouwen is deze rol ondoen
lijk.
Fransch ministerie. Voor groote groep
heeren, gekleed in rok, liefst met een hee-
eboel lintjes. Het eenige wat men te doen
heeft is: komen en gaan.
Ontwapenings-conterentie. Voor zeer
groote groep. Men houde er rekening mee,
dat een groot gedeelte van den avond door
gebracht dient te worden met soupeeren.
Terloops laat men uitlekken, dat men aan-
deelen in de wapenindustrie in zijn zak
heeft. Op het eind van het bal-m^qué ver
late men onverrichterzake de zaal.
Gegarandeerd den Nobelprijs voor den
rede.
De „Oostersche Kwestie" is bizonder ge-
chikt voor een paar. De als Japanner ver-
kleede persoon slaat zijn Chineeschen met
gezel herhaaldelijk op het „dankbaar" glim
lachend gelaat. Wordt het laatstgenoemde
bar, dan kan hij zich alsnog in een Pin
damannetje metamorphoseeren. De Japan
ner kan zich dan bezighouden met het be
tuigen van zijn vredelievendheid aan de
jury.
Ten sfotte moet ik U afraden als „crisis-
lachtoffer" te verschijnen, want dan kon
de toeg/ng wel eens geweiggrd worden,
mdat men U niet als gecostumeerd be-
chouwd. Verder worden ambtenaren in
een rood pakje niet toegelaten.
Wij brengen onder Uw
aandacht dat de volgende
artikelen door ons ve rkocht
en gerepareerd wordenI
Radiotoestellen, Stofzuigers,
Strijkbouten, Electrische Ver-
warmingsartikelen.
RADIO: Waldorp, Reico,
Stern en Edison Bell.
STOFZUIGERS
De Ricco Stofzuiger.
TECHN. BUREAU
civ. ing.
HEUVELWEG 42 - SOEST DIJK
ln het oud en mooi Enkhuizen:
'n zeldzaam jubilé, voorwaar;
Daar -citeert juffrouw Lueske 't mansvolk,
Reeds sedert vijftig jaar!
Feitelijk reeds zestig jaren!
Toen toch 't was te Purmerend
Stond reeds 't 13-jarig meisje,
Als barbierstertje bekend.
In het huis thans, aan de Breedstraat,
Hoog gewelfd, drie eeuwen oud,
Is barbierster juffrouw Lueske,
Met haar klanten goed vertrouwd.
Want zij -cheert slechte „vaste klanten",
Op oud-Hollandsche manier;
Om moderne, nieuwste „poespas"
Geeft zij, èn de klant, geen zier!
Met de hand zeept zij ze in dan;
't Mes glijdt over hun gezicht;
Geen „vinaigre", poeder, steentje;
Déóraan hecht men geen gewicht.
En er komen daar óók klanten,
Zelf reeds sedert vijftig jaar!
Steeds weer gaan zij heen, tevreden;
Vlug schoon kin en wangen; klaar!
„En, hoe was nou het „tarief" wel,
Juffrouw Lueske, vroeger tijd"?
„Drie cent", „vijf, voor 't haar te knip-
Zegt zij, vol tevredenheid. pen",
Drie en zeventig jaar oud reeds,
Doet haar plicht zij; dag aan dag!
Is dat niet een jubileum
Zeldzaam? Wat er wezen mag?
D&arom: zeven Februari,
Zal haar 'n dag vol vreugde geweest zijn,
Daar gehéél Enkhuizen meeleeft,
In dat groot en mooi festijn!
En de oude klok tikt, poes spint;
t Is er stil en ruim en frisch;
Zestig jaren lang barbierster!
't Is een jubilé: niet mis!
AD REM.
Nadruk verboden.
NED. HERV. GEM. TE SOEST.
Zondag 11 Februari 1934 kerk 10 uur: Ds.
J. I. van Schaick.
Kerk 6 uur: Ds. E. Groeneveld.
Emmakerk 10 uur: Ds. E. Groeneveld.
Emmakerk 6 uur: Ds. J. I. van Schaick.
Donderdag 15 Febr. 1934 7.30 uur: Bijbel
lezing Hees.
VEREENIGING VAN VRIJZINNIG-
GODSDIE NSTIGEN.
Zondag 11 Februari 1934. geen dienst.
CHR. GER. KERK.
Zondag 11 Februari 1934 v-oorm. 10 uur en
nam. 6 uur: Ds. C. van der Zaal, uit
Deventer.
Donderdag 15 Februari 1934 nam. 7 uur:
Ds. Joh. Jansen, van Leiden.
HERV. (GER.) EVANG. Spoorstraat.
Zondag 11 Februari 1934 's morgens 10
uur en 's avonds 6 uur: Ds. J. H. v.' d.
Wal, van Wageningen.
DOOPSGEZINDE GEM. TE BAARN.
(Kerkgebouw Eemnesserweg 63b)
Zondag 11 Februari 1934 v.m. 10.30 uur:
Dr. A. K. Kuiper, van Amsterdam.
HET BROEDEN MET KLOEKEN.
Nu van overheidswege de teelt bij de
pluimveehouderij is geregeld, komt de
raag naar voren, of er nog met broedsche
ippen mag gebroed worden.
Daarvoo)* .is niets vastgesteld, zoodat
het broeden met kloeken geheel vrij is,
zoowel voor boeren als particulieren. Men
moet in 't oog houden, dat na Mei geen
kloeken meer"gezéT dienen Te worden'.
De kuikens van zware en middelzware
rassen (Reds, Wyandottes, Barneveldets)
behooren in Maart en April geboren te
orden, de lichte rassen (Leghorns, Ml-
norca's) in April en Mei. De zware rassen
hebben 6 tot 8 maanden en de lichte ras
sen 5 tot 6 maanden noodig om tot legrijpe
hennen op te groeien, die den winterleg
beginnen einde Octobcr of begin Novem
ber, als de eieren 't duurst zijn. Alleen
roegbroed jonge hennen leggen dure
eieren.
Hoenders, die vaak broedsch worden zijn
de Witte Wyandottes.
Verkrijgbaar bij:
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij
van Weedestraat 7 Soestdijk
w
De gc
f 111
zegt d
M- va
harteli,
1
tot
des
Eel
Mo