ae
m
Wh
„STRALSUNDER"
SPEELKAARTEN
K
Land- en Tuinbouw.
FEUIL L ETOIN
Tweemaal twee is vier.
Voor de Vrouw
Pluimveeteelt.
Rechtzaken
Het genoegen van een kaartavond
wordt belangrijk verhoogd door het
gebruik van
Immers alle wenschen, die U
dienaangaande mocht koesteren,
worden in deze spelen verwezenlijkt
VOORLOOPIGE PRIJZEN:
15, 24, 26, 32, 34 en 50 ets. per spel
IX. KUNSTMEST.
De mest van onze huisdieren bevat alles,
wat de planten voor haar groei noodig
hebben; stikstof, kali, fosforzuur en kalk,
zij het dan ook niet in de juiste verhouding.
De boer, die overvloed van dezen mest
bezit, mag zich dus gelukkig rekenen. Maar
wat men voor ruim 60 jaren nog niet wist,
dat weet men nu door de onderzoekingen
en proeven van bekwame mannen. Deze
ontdekten, wat en hoeveel de planten op
nemen, hoe ze dat voedsel uit den bodem
en uit de lucht halen, en ook, waaruit de
stalmest bestaat. En toen bleek, wat we
zoo pas zeiden: de stalmest bevatte wel al
het noodige plantenvoedsel, doch niet in
de onderlinge goede verhouding.
Die wetenschap leidde tot het zoeken
naar stoffen, van welke de planten te wei
nig ontvingen en die den stalmest geheel
of gedeeltelijk zouden kunnen vervangen.
Deels door proeven, deels door toeval
vond men, dat mem het land volledig en
goedkooper dan met stalmest kon bemes
ten door middel van eenige minerale zou
ten of gesteenten, nadat men deze eerst
verschillende bewerkingen laat ondergaan.
En een der grootste voordeelen is zeker
wel, dat men van elk dezer meststoffen
zooveel of zoo weinig kan geven', als men
verkiest en die hoeveelheid geheel kan
regelen naar de behoeften der verschil
lende gewassen en gronden.
Die uitvinding is voor den landbouw dus
van zeer groote waarde, en sindsdien is hij
dan ook met reuzenschreden vooruitge
gaan. Duizenden en duizenden Hectaren
woeste, niets opleverende gronden zijn in
de laatste 50 jaren ontgonnen en tenge
volge van die uitvinding herschapen in
vruchtbare bouw- en weilanden.
Die kostelijke uitvinding wasde
kunstmest. De naam duidt reeds aan, dat
men er met bedoelt die mest, welke op een
kunstmatige wijze in fabrieken wordt ge
maakt, in tegenstelling van den stalmest,
die langs natuurlijken weg ontstaat.
Die kunstmest wordt gemaakt van ver
schillende stoffen, zoodat men tal van
soorten heeft, ieder met zijn bijzondere
eigenschappen; doch alle komen hierin
overeen, dat ze bestaan uit een meer of
minder fijn poeder.
Jaarlijks worden er in ons land millioe-
nen K.G. ingevoerd en over de akkers en
weiden gestrooid, waarvan de volgende
cijfers wel een sprekenid voorbeeld geven.
In 1895 gebruikte Nederland ruim
13.000.U0Ü K.G. kaïniet, in 1900 ruim 14 en
in 1905 bijna 102 y3 millioen K.G., terwijl
het gebruik van patentkali (gezuiverde kaï
niet) in diezelfde jaren achtereenvolgens
was 195.000, bijna 2% millioen en ruim 12
millioen K.G.
Het is natuurlijk, dat de kunstmeststof
fen, als men ze afzonderlijk aanwendt, den
stalmest niet volkomen kunnen vervangen»
wijl er slechts enkele, belangrijke voedings
stoffen in voorkomen. Indien men jaar op
jaar met kalk bemestte, zou deze al spoe
dig niet meer werken, als later ook de an
dere planten'voediagsstoffen niet verstrekt i
worden. Precies hetzelfde kan gezegd wor
den van een eenzijdige stifstof-, fosforzuur-
en kalibemesting. En juist in deze een*
zijdige werking der kunstmeststoffen! ligt
voor den onkundige het gevaar, dat hij
slechte resultaten verkrijgt. Doch voor den
zaakkundigen landbouwer is deze eenzij
digheid juist een voordeel, want daardoor
is hij in staat de bodemkracht te verster
ken daar, waar zij het zwakst is, m.a.w. dat
bestanddeel in den grond te brengen, wat
hem ontbreekt om groote opbrengsten te
geven.
Maar ook op andere wijze vormen" de
kunstmeststoffen een belangrijk hulpmid
del. Onze kultuurplanten» moeten wel alle
voedingsstoffen voor haar groei, maar de
verschillende gewassen nemen de afzon
derlijke stoffen in zeer verschillende ver
houdingen tot zich, terwijl ze bovendien
een verschillende geschiktheid bezitten om
deze of gene voedingsstof op te nemen.
Zoo moeten .b.v. de klaversoorten een zeer
ruimen voorraad kalk in den bodem vin
den, indien zij de voor haar noodige hoe
veelheid zullen opnemen en lijden reeds
dan honger, wanneer andere planten, b.v.
halmgewassen, nog in staat zijn in ruime
mate haar behoefte aan kalk uit den bo
dem te halen. De vlinderbloemigen eischen
een bijzonder grooten voorraad fosforzuur
en kali, de hakvruchten en granen veel
Militaire humoreske
van Freiherr von Schlicht
door
CEKA.
27)
Laat ten minste wat van de huid zit
ten! riep Gerd.
Maar onmeedoogend wreef de oppasser
verder, tot beiden zich baadden in 't zweet.
Ziezoo, nu kan ik niet meer, heer lui
tenant!
Ik ook niet, steunde deze. Maar hij
gevoelde zich weer lekker, z'n bloed had
de gewone circulatie hernomen, en toen
hij nu opstond, was hij weer geheel frisch.
Peter Petersen, zei Gerd tot z'n op
passer, terwijl hij zich liet aankleeden» we
zijn op eens ontzettend rijk geworden.
Deze had het reeds gehoord, vroeg dus
ook niet verder en meende alleen, dat het
eindelijk ook hoog tijd werd.
Ja. ja, tijd werd het, zei Gerd. En toch
was het hem niet slechter gegaan dan zoo
veel anderen, die er zich altijd kunstmatig
bovenop hielden door met het eene gat het
andere te stoppen, die voortdurend schul
den maakten om ze later als kapitein of
majoor langzaam af te betalen. En hij was
in het schulden maken eigenlijk nog maar
een beginneling: met 3000 Mark was alles
te voldoen.
Wil de heer luitenant nu nog luite
nant blijven?
Gerd zag hem verwonderd aan en vroeg:
Waarom niet?
Nu, ik meende maar zoo; want noo
dig heeft de heer luitenant het nu toch niet
meer.
stikstof. Door de kunstmeststoffen is men
alzoo, veel meer nog dan door den stal
mest, in staat gesteld deze bijzondere be
hoeften der kuituurgewassen te bevredi
gen. Ook kan men door eenzijdige bemes
ting bij mengsels van verschillende gewas
sen veel meer op de ontwikkeling der af
zonderlijke soorten werken, dan men dat
door samenstelling van het zaadmengsel
zelf vermag. Want vinden de afzonderlijke
kultuurplanten in voedend of natuurkun
dig opzicht niet de voor haar vereischte
voorwaarden, dant ontwikkelen zij zich
toch armoedig en worden door die planten,
voor wie de omstandigheden gunstiger
zijn, verdrongen en onderdrukt. Men kan
daarom geheel naar keuze, door eenzijdige
bemesting b.v. óf de klaver óf de grassen
het sterkst tot ontwikkeling brepéefiT Be
mest men een mengsel van klaver en gras
met een stikstofrijke meststof, b.v. chili-
salpeter, dan ontwikkelen zich voorname
lijk de grassen; bemest men hoofdzakelijk
met een kalkmeststof, dan krijgt de klaver
de overhand. Evenzoo kan men ook op de
weiden een geheele verandering in de sa
menstelling der gewassen door de bemes
ting veroorzaken. Strooit men kalk-, fos
forzuur- en kalirijke aschbestanddeelen
daarop uit, dan zullen zich weldra klaver
en wikkesoorten ontwikkelen en de gras-
groei zal verminderen.
De invloed der eenzijdige meststoffen
gaat zelfs zoo ver, dat ook de afzonder
lijke organen der betreffende planten in
hun tegenstrijdige behoeften daaraan on
derworpen zijn. De stikstofrijke meststof
fen werken inzonderheid op bladontwikke
ling, kalk op een krachtigen, compacten
groei der stengeldeelen en in verbinding
met fosfaten ook gunstig op de vorming
der vrucht.
Voor we nu overgaan tot de bespreking
der voornaamste kunstmeststof!en, hun
oorsprong, htin samenstelling en de aan
wending ervan, willen we eerst nog in het
kort de verschijnselen nagaan, welke zich
bij de planten vertoonen bij een gebrek
aan (of een overvloed van) de een of an
dere plantenvoedende stof. Het is n.1. ge
bleken, dat alleen door een scheikundig
onderzoek van den bodem niet is uit te ma
ken, of de planten uit dien bodem vol
doende voedsel voor een goeden groei kun
nen halen. Dit vindt zijn oorzaak hierin,
dat men door zoo'n grondonderzoek niet
kan vaststellen, of de betreffende voedings
stoffen aanwezig zijn in een vorm, waarin
zij door de planten kunnen worden; opge
nomen. Toch is daaruit wel komen vast
te staan, dat een vruchtbare bodem in den
regel rijk is aan de belangrijkste voedings
stoffen, terwijl onvruchtbare gronden min
stens aan één dier bestanddeelen gebrek
hebben. Zoo heeft men b.v. ontdekt, dat de
teelt van klaver niet gelukt, als de grond
minder dan 0.1 kalk bevat, maar van
den anderen kant bleek ook, dat een bo
dem met 0.3 kalk geen grootere on-
brengsten geeft door nog verderen toevoer
daarvan. De halmgewassen daarentegen
stellen, wat het kalkgehalte betreft, veel
'bescheidener eisohen: Ibevat de grond
0.1 dan lijden ze nog geen gebrek.
Zichbaar gebrek lijden de granen, als 't ka
ligehalte van den bodem beneden 0.05
is, erwten bij 0.08 terwijl bij deze laat
ste vrucht fosforzuurgebrek zich vertoont
beneden 0.05 Het stikstofgehalte mag
bij granen, aardappels en bieten niet bene
den 0.12 dalen, anders krijgt men gerin
ger oogsten.
Uiterlijke kenteekenen aan de gewassen
voor de mestbehoefte van den bouwgrond
zijn o.a. de volgende:
a. bij kalkgebrek: te lange stengeldee
len in vergelijking met hun middellijn en
lange, flodderige bladeren, de aanwezig
heid van veel zuring en gele ganze-
bloem; i
b. bij stikstofarmoede: lichtgroene tot
geelachtige, aan de randen roodachtig ge
kleurde, smalle bladeren en het veelvuldig
voorkomen van heelbeen, akkerhoornbloem
en voorjaarsvroegeling, terwijl daarentegen
weelderige ontwikkeling van muur, gui
chelheil, brandnetel, ganzevoet en melde
wijst op rijkdom aan stikstof;
c. bij fosforgebrek: ruime opbrengsten
van stroo en weinig zaad;
d. bij kaligebrek: de aardappels b.v.
krijgen midden in den groeitijd reeds don-
kerbruinachtige, later koperkleurige bla
deren, de planten zijn in 't algemeen te
vroeg rijp.
(Wordt vervolgd). CEKA.
Schaapskop! Dat was alles, wat
Gerd daarop wist te zeggen. Alsof hij tot
dusver alleen luitenant geweest was om
geld te verdienen! En voor de eerste maal
dacht hij er over na, waaróm hij eigenlijk
officier was: louter omdat z'n moeder niet
de middelen had bezeten hem een andere
betrekking deelachtig te doen worden. Hij
had een kostelooze plaats in het corps ge
kregen en was daarna in het leger getre
den. De staat had hem gratis opgenomen
in de stellige verwachting, dat hij later z'n
plicht zou doen; de staat zou later door de
diensten, welke hij bewees, zeker de rente
trekken van het voorgeschoten kapitaal.
Maar hoe had hij z'n beroep opgevat? Hoe
weinig was hij zich z'n plicht bewust ge
weest! Hij schaamde zich plotseling bijna,
zelfs voor Peter, die hem zoo goed kende,
en hij zag hem met een eenigszins verle
gen blik aan. Peter vatte dien blik ver
keerd op, want hij zei: De heer luitenant
kan gerust zijn; ik heb dat „schaapskop"
heel niet kwalijk genomen.
Schaapskop! herhaalde Gerd nog
eens, en daarna liet hij zich verder aan-
kleeden.
Mijn sabel! riep hij eindelijk. Pet en
handschoenen.
Peter zag op het horloge. De heer luite
nant heeft nog een half uur tijd; 't geweer
appèl is eerst om 5 uur.
Maar Gerd hield het in. z'n kleine wo
ning niet langer uit, hij verlangde naar
lucht en vrije beweging.
Wil de heer luitenant dat gruwelijk
vele geld niet bij zich steken? vrtieg de
oppasser.
O ja, dat is waar! Gerd schoof de bil
jetten in z'n tasch, maar nam ze er ook
direct weer uit.
Neen, zoo lichtzinnig durf ik er niet
mee omgaan.
Hij nam de oude tasch zijns vaders en
VAN SCHOORSTEEN EN KELDER.
Er zijn nu twee deelen van ons huis, en
wel de twee uitersten, die in de loopende
maanden meer dan eens onze aandacht
vragen. Dat is in de eerste plaats de
schoorsteen (denk maar aan kachels en
fornuizen) en in de tweede plaats de kel
ders, waar we brandstoffen, of allerlei in-
maakproducten bewaren. Onze schoorstee-
nen moeten, willen we ons vrijwaren voor
alle mogelijke narigheid, 1 keer per jaar
geveegd worden. Brandt men veel eierko
len, turf of hout, wat veel roet geeft, dan
is één keer niet voldoende. Een keukeu-
schoorsteen, die het heele jaar in dienst is,
behoort dus minstens twee keer per jaar
geveegd te worden. Dan kan meteen een
algemeene inspectie gebeuren, als nakijken
of voegen van gemetselde schoorsteenen
nog vastzitten (uitgevallen voegen bij oude
schoorsteenen en puin en kalk in nieuwe
kunnen verstopping opleveren, waardoor
de schoorsteen niet trekt). Rookende
schoorsteenen hebben meestal verstopping
tot oorzaak of wel, ze staan te laag, en
zijn blootgesteld aan valwinden, enz. Er
moet dan een verlengstukje op geplaatst
worden.
In de kelders, die maar al te dikwijls
vochtig zijn, hebben we de ellende van sal
peter, z.g. „poes" op de muren te bestrij
den. Men geeft daar wel middelen tegen
aan, doch geen één helpt afdoend. Het
beste is, telkens als het poes opkomt, dit
af te vegen. Ten slotte zal het dan voor
goed ophouden te verschijnen.
RECEPT.
Wanneer moeder de vrouw de huisge-
nooten eens extra wil onthalen, bij feest
in het huisgezin, of iets van dien aard, dan
is het volgende schoteltje, compote van pi
sang, sinaasappelen en mandarijnen, aan te
bevelen. Voor zes personen neme men 6
bananen, 3 sinaasappelen en 3 mandarijnen
met de noodige suiker. De sinaasappelen
en mandarijnen worden geschild. Haal er
vooral de witte vezels af. Dan snijdt men
de vruchten in schijfjes, waarna men over
al de pitten verwijderd. De bananen wor
den, ook geschild en in stukjes gesneden,
waarna men de vruchten, laagje voor laag
je met suiker, in een schaaltje doet. Dit laat
men staan, tot alle suiker gesmolten is.
Af en toe moet men de bovenste laag met
het vocht overgieten. Voor dessert een
heerlijk frisch schoteltje, dat zeker in den
smaak zal vallen.
VERTEER BA ARHEIDSPROEVEN BIJ
HOENDERS.
Om een goed voederrantsoen te kunnen
samenstellen, moet men natuurlijk in de
eerste plaats weten, wat een dier behoeft.
Hoewel dit niet zoo eenvoudig is, meent
men dat voor de meeste diersoorten wel
te weten. Noodig is het echter ook te we
ten, in hoeverre de voedermiddelen, waar
uit het rantsoen is samengesteld, verteer
baar zijn.
Het vaststellen van de verteerbaarheid
stuit echter bij hoenders, trouwens bij de
vogels in 't algemeen, op bijzondere moei
lijkheden. Bij de vogels worden n.1. het van
het voedsel onverteerde gedeelte, de mest,
en het overschot van het verteerde gedeel
te, de urine, gezamenlijk afgescheiden. Af
zonderlijk opvangen is zonder operatief in
grijpen niet mogelijk, vandaar, dat men bij
de samenstelling van voeders voor het
pluimvee veelal van bij de groote huisdie
ren, meest varkens, gevonden verteerbaar-
heidscoëfficieniten heeft gebruik gemaakt.
Professor Mangold van het Dierphysio-
logisch Instituut der Landbouwhooge-
school te Berlijn heeft nu echter een schei
kundige methode gevonden om bij kippen
de uitwerpselen van mest en urine te
scheiden.
Hij deelt in de D. L. G. Z. omtrent de
volgens deze methode gevonden verteer-
baarheidscoefficienten het een en ander
mede. Het aantal proeven schijnt al vrij
belangrijk te zijn; op grond daarvan heeft
prof. Mangold ten minste de volgende ta
bel samengesteld:
legde ze daar in.
Arme vader! dacht hij, was u in uw
leven ook eens zoo'n geluk overkomen!
Hij wist, hoeveel moeite deze gehad had
om naar zijn stand te kunnen leven, en hij
gevoelde zich plotseling tegenover den
doode erg schuldig, omdat het hem zelf
zooveel beter ging.
Daarop wendde hij zich tot z'n oppasser.
Ge hebt hedenmiddag niets te doen,
nietwaar?
Wlelnu, Peter, ga dan naar alle kooplui,
wien ik iets schuldig ben en laat je de re
keningen geven. Je behoeft echter niet
overal te vertellen, dat ik een prijs gewon
nen heb. Dat is absoluut niet noodig.
Ik zal er mij wel voor wachten, zei
Peter. Want als het bekend werd, zouden
wij zooveel bedelaars aan onzen hals krij
gen, dat wij er heelemaal niet tegen op
konden. En wat het ergste is: dan leenen
altijd zij het meest, die het in 't geheel niet
noodig hebben.
Spreek je dan uit ondervinding?
Neen, dat niet, heer luitenant! Maar
ik heb het eens in de courant gelezen en
wat daarin staat, is toch waar!
Of ook niet! Nu, ik ga en jij zorgt
voor de rekeningen.
Zal ik dan tegelijk nieuwe sigaren
meebrengen?
Wij hebben er maar één meer.
Dat spreekt van zelf! En die laatste
mag jij rooken.
Dat liet Peter zich geen tweemaal zeg
gen en nauwelijks was z'n luitenant weg,
of hij stak ze aan, zette zich in den gemak
kclijken Amerikaanschen stoel, strekte z'n
beenen wijd uit en zag de rookwolkjes na.
Hij luierde naar alle regelen der kunst;
lieden mocht hij zich die weelde volgens
z'n innige overtuiging wel veroorloven.
En terwijl hij luierde dacht hij er óver
na, hoeveel z'n luitenant hem wel van het
Verteerbaarheid van verschillende voeder middelen in percenten bij hoenders.
No. 16
droge
organische
ruw
ruw
ruw
stofstof
stof
stof
eiwit
vet
vezel
extrac-
tiefstoffen
Tarwe
77.25
80.81
84.16
47.30
13.32
83.58
Gerst
72.98
75.06
75.95
52.26
21.21
79.59
Mais
82.58
84.08
87.09
83.09
2.68
85.69
Rogge
76.20
78.29
69.90
31.44
10.18
81.75
Haver-
schroot
51.89
57.65
70.96
88.38
21.88
61.67
Vischml.
41.38
66. LI
94.20
Uit deze tabel blijkt ook een vrij groote
verteerbaarheid van ruwvezelstoffen voor
hoenders. Algemeen werd vroeger aange
nomen, dat deze stoffen voor hoenders on
verteerbaar waren.
Prof. Mangold-*is echter tot een andere
conclusie gekomerr. Uit speciaal daarvoor
opgezette proeven is hem gebleken, dat de
ontwikkeling van de spiermaag bij kuikens
ter zeerste afhangt van de voeding. Hij is
van oordeel, dat men kuikens reeds spoe
dig ook zaden moet voederen, zoodat hun
spiermaag zich beter ontwikkelt, wat aan
een voordeelig voedergebruik op lateren
leeftijd ten goede zou komen.
In deze redeneering zit ongetwijfeld veel
waars, maar of een goede of minder goede
vertering van ruwvezel door hoenders ooit
van veel invloed kan zijn op de rentabiliteit
van het pluimveebedrijf, gelooven wij niet.
Men moet niet vergeten, voor het verteren
van ruwvezels, door welke diersoort ook,
is veel arbeid, of beter energie, noodig,
zoodat het netto-rendement steeds klein
zal blijven.
Intusschen zal het geen kwaad kunnen,
de jonge hennen niet al te zeer als kas
plantjes te behandelen, maar ze door het
toedienen van voldoende granen en zaden
bij den opfok hun maag te laten ontwik
kelen.
UITSPRAKEN KANTONGERECHT.
Arbeidswet: C. J. te Soest f 5 of 3 d.
Vleeschwarerabesluit: R. B. te Soest f 15
of 6 dagen.
Vleeschkeuringswet: G. J. K. te Soest
f 4U of 10 dagen.
Te snel rijden in Soest: A. A. G. te
Utrecht f 15 of 8 dagen.
Te Amersfoort wielrijden naast twee
anderen f 1 of 1 dag.
Te Soest venten z.v.: G. Ch. te A'dam,
f 2 of 1 dag.
Wielrijden zonder licht: S. B. te Soes-
terberg: f 5 of 3 dagen.
Verboden weg rijden: J. P. van U. te
Soest f 1 of 1 dag.
N'.V. Eerste Soester Electrische Drukkerij
v. Weedestr. 7, Soestdijk.
gewonnen geld zou afstaan. Op een thaler
rekende hij beslist, maar in z'n stoutste
droomen hoopte hij op een goudstuk.
XVI.
DONKER EN LICHT.
Ondertusschen slenterde Gerd door de
straten naar de kazerne. Wie z'n schulden
betaalt, vergroot z'n vermogen, dacht hij
en ging daarom terstond naar 't bureau
van den betaalmeester om daar het geleen
de terug te brengen, en na den dienst zocht
hij König op. Deze zette heel verbaasde
oogen op, toen Gerd hem alles, wat hij
schuldig was, op de tafel neertelde.
Wel, wat is er nou gebeurd? 't Lijkt
wel, of je het groote lot gewonnen hebt.
Dat heb ik ook! bevestigde Gerd ern
stig en vertelde van het geluk, dat hem
overkomen was.
Menschenkind, hoe is 't mogelijk!
riep König. Ik heb meer dan eens gelezen,
dat iemand in de loterij iets won; maar ik
had altijd gedacht, dat het slechts een truc
was om de dommen te lokken hun geld
aan loten, uit te geven. En nu zit tegen
over me een mensch, die met één slag een
vermogen gewonnen heeft. Kerel, je hebt
meer geluk dan verstand! Van ganscher
harte wensch ik je toe, dat het geld je ten
zegen strekke en ik verheug me hartelijk
en zonder afgunst in je geluk!
En König verheugde zich werkelijk. In
den laatsten tijd had hij zich dagelijks in
z'n gedachten met Gerd bezig gehouden
en steeds bij zich zelf gevraagd: Wat zal
er nog eens van hem worden? Bezit hif de
energie, uit zich zelf een ernstig mensch
te worden? En wat zal hij beginnen, als
hij op een kwaden dag de bonte rok moet
afleggen? Nu was die zorg verdwenen; als
Gerd rijet al te krankzinnig deed, was z'n
t
tV-,:
toekomst ten minste finantieel verzekerd:
Wilt ge nu nog langer officier blij
ven? zei hij.
Gerd keek verbaasd op. Ge zijt nu reeds
de tweede, die me dat vraagt. Waarom zou
ik er dan toe overgaan m'n ontslag te vra
gen?
König dacht: Nu, ik had me niet ver
wonderd, als ik een ander antwoord had
gekregen; maar hij wachtte zich wel het
uit te spreken. Daarom zei hij heel ver
standig: Zonder geld kan men leven, maar
een arbeid of een beroep moet men heb
ben; alleen maar boemelen leidt op den
duur tot den ondergang.
Gerd stemde dait toe en zette uiteen, hoe
hij zich er een ernstig verwijt van maakte,
dat hij z'n plaats tot nu toe zoo slecht ver
vuld had.
Ik weet niet, zei hij; de naturen zijn
zoo verschillend, maar trots al m'n licht
zinnigheid heb ik nooit de zorgeloosheid
bezeten me zelf met m'n finantiëelen toe
stand te bedotten. Ik geloof, dat ik behoor
tot hen, die slechts dèn met vreugde hun
plicht kunnen vervullen, als ze vrij zijn van
•alle geldzorgen.
God geve, dat het werkelijk bij u is,
zooals ge zegt; dan zult ge nu immers een
der plicfrtgetrouwste officieren worden.
Ik hoop het, en ik zou u willen ver
zoeken eens ernstig met den kapitein over
mij te spreken. Zoo gaat het niet langer;
hij is in de laatste dagen woedend op me!
En waarom?
Hij is slecht over u te spreken, om
dat ge laatst z'n dochter zoo razend het
hof gemaakt hebt.
O! daarom? zei Gerd. Wlaarom zegt
hij me dat niet open en eerlijk? Maar hebt
ge hem dan niet verklaard, dat m'n hart
niet meer vrij is?
Wordt vervolgd.
BURE;
ADVE
TOT I
UITGV
HET I
DIT
Een -
oogelijk
aarde.
daar iei
vormt