o< Voor de Vrouw De twee machten in het leven. Ingezonden FEUILL ETOIN Buiten verantwoordelykiield der Redactie Mijnheer de Redacteur. Verleent U mij voor het volgende een plaats in Uw veelgelezen blad? De raadsvergadering van 23 Mei j.1. deed mij besluiten hierover een en ander te schrijven en wel, dat het erg vreemd was, dat juist bij deze zoo gewichtige zaak de Voorzitter afwezig is door ziekte? De Wethouder van Klooster moet daar om de zaken afhandelen en verzocht de raadsleden niet allemaal tegelijk te spre ken, hetgeen de R.K. niet konden nalaten, want op een zeker oogenblik leek het meer op de Jodenhoek, dan wel op een Raad;, vergadering, waar ieder op zijn beurt het woord heeft gekregen om te spreken. Toen punt 1 ter behandeling kwam werd dit door het lid Gasille met zuiverheid be oordeeld, en werd ook door den Voorzitter beantwoord met zeer juist. Het antwoora van den heer Grootewal viel mij hierop bij zonder tegen, want wat heeft het gepen sionneerd zijn hier mede te maken, al moge het waar zijn, dat de Nederlander met zijn Jan Saliegeest niet graag soldaat is. Waar is ook, dat menig burger-patroon juist aan oud-militairen de voorkeur geeft voor alle mogelijke baantjes, en wel wegens stiptheid en orde in het militaire leven geleerd. Zelf: de Regeering benoemd oud-gepensionneer den tot Burgemeesters, enz., zoodat ik de hatelijke uitdrukking van den heer Groote wal ernstig afkeur, daar zulke argumenten niet in de Raadsvergadering thuis zijn. doch het is beter, dat hij dat heeft gezegd, dan iemand met zijn volle verstand. Punt 5, Rijwieltoelage van 25 Gulden werd zonder op- of aanmerking goedge keurd, daar gaan onze hooge belastingcen ten aan een tijdelijken opzichter. Hiertegen heeft zich geen enkel raadslid Verzet, en is ook niet bepaald, oi deze 25 gulden voor één keer, of wel iedere maand kan ge schieden. Punt 6 werd ook heftig over gesproken. Hier had de Heer de Bruyn het aan het goede end, geen half werk, maar radicaal in orde brengen, dat is ook de weg en geen half lapwerk, zooals hier zoo veel voor komt (zie het Natuurbad). De heer van Dam was het eens met het voorstel van B. en W.; weet van Dam wel wat hij heeft gedaan? De Heer van Duren geeft de Raad een vaderlijke raad, om toch voorzichtig heid te betrachten, daar zij nu weer f 10.ÜU0 voteeren en wij belasting-betalers moeten hier maar genoegen mede nemen. Kan en mag dit zoo blijven voortgaan? Divere an dere zaken worden met, of zonder opmer king aangenomen, totdat eindelijk het kar dinale punt ter behandeling komt en wel al of geen kermisfeest. De Heer de Bruyn (A.R.) is tegen ker mis en heeft dit zeer duidelijk gezegd, ter wijl de heer Grootewal zeer onvoorzichtig den Heer Kolfschoten, Burgemeester van lEdam, en de K.N.A.U. in een minder gun stig licht heeft gesteld Ook de Heer En dendijk drukt zijn spijt uit over hetgeen de Burgemeester heeft gedaan, om hier zijn toestemming aan te verleenen, nog veel werd hierover gezwamd en bij de stemming bleek, dat de kermis was afgestemd met 9 tegen, 5 vóór. Dit ging als een loopend vuurtje door Soest en alle neringdoenden waren nu over den uitslag ook tevrêe en bij de rondvraag ben ik huiswaarts gegaan met de gedachte: och, vader, vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij hebben gedaan! Want Vrijdag werd opnieuw een spoed vergadering belegd om toch den Raad te bewegen, om de fout, die den Burgemees ter heeft gemaakt, weer in orde te brengen, en dit alles weer ten koste van onze Be lasting-betalers van Soest, want deze spoed vergadering kost weer aan 14 Raadsleden extra thee, sigaren en presentiegeld. En hoe komt dit nu, wel, omdat op Woensdag 23 Mei de vergadering half werk is ge weest en omdat de wethouder van Klooster achter de schermen speelt met „aap, wat heb je een mooie jongen", neen, het zijn geen menschen waar je op bouwen kunt, vandaag is hun stem tegen, en als van Klooster met de Burgemeester heeft ge sproken zijn zij er weer vóór. Gelukkig dat niet allen zoo zijn, en van de Nies ken ik mij ook geen denkbeeld maken, hij gaat door het vuur om de 'Ned. vlag hoog te naar het Engelsch van LILLIAS CAMPBELL DAVIDSON. (Nadruk verboden) 21) De deur van zijn zitkamer stond op een kier. Daar ging ik nu heen en keek eens even binnen, eer ik klopte. Ik zag een roode streep over den wit-steenen vloer bij het kleedje van de schrijftafel en dade lijk vloog ik er binnen. Hij lag plat op den grond, met het gelaat voorover, en eer ik nog trachtte, hem op te helpen, zag ik al, dat dit niet meer noodig was. Hij moet uren lang dood zijn geweest. Ik legde hem weer precies zoo neer, en, toen ik voelde, dat zijn hart niet klopte, ging ik alarm slaan. De deur van de zitkamer was aan de buitenzijde afgesloten, maar ik ging er uit door de slaapkamer en in een halve mi nuut stond de heele kazerne overeind Te midden van al dat alarm riep een van de jongere officieren, ik geloof, dat 't Mr. Richards was, dat hij de kamer van Mr. Vyvian leeg had gevonden, dat die er zeker van door was. Dit maakte, dat er heel wat daarheen gingen. En als Mr. Vyvian den raad in dat briefje gevolgd had, dan verzeker ik u, dat hij op dat oogenblik al halverwege Sicilië kon zijn.. Ik nam mij voor, daar niet van te spreken, uit vrees, dat ik anders soms in moeilijkheden mocht raken, doordat er dan allicht gezegd zou worden, dat ik mee geholpen had, om hem weg te krijgen; ofschoon dit toch niet door mijn schuld was. Toen ik den corridor bijna doorgeloopen houden, zeker omdat de oranjewimpel hie niet aan was gehecht. Dit is toch niet de bedoeling van de S. D. A. P., is U, gelijk als Busch in den tijd was? S.D.A.P. van de naam, maar niet van de daad. Op deze spoedverg. was het vrij onheb bel ijk tusschen den heer de Bruyn en Ga. sille, als de heer de Bruyn werkelijk in dienst is geweest, dan heeft hij het toch zeker niet tot Generaal kunnen brengen en is dat wel zoo, dan nog vordert de mensche- lijke beleefdheid, dat men niet dergelijke uitdrukkingen doet tegen iemand op een vergadering, waar men gezamenlijk de be langen moet behartigen van de gemeente, en mag zeker de partij dit niet gedoogen Ik had van U, mijnheer de Bruyn, nie verwacht, dat U je op deze manier, als raadslid zou hebben uitgelaten. En zie, bij de stemming wordt nu we de kermis gehandhaafd en aangenomen met 8 voor en 5 tegen. Kan je nu hier bij komen, ook weth. Lodeesen is zelfs voor de kermis en dat noemt zich (Chr. Arb. deze film is ook weer afgedraaid. En wat is de gemeente nu beter gewor den van deze twee vergaderingen? Niets, alleen heeft van Beuzel tweemaal sigaren en thee moeten rondienen, terwijl all raadsleden met pijp of sigaren zitten te dampen is het ons op de houten bank ach ter het hek verboden te rooken. Ja, Soest is Soest en Soest zal wel Soest blijven is hier door een persoon gezegd maar hij heeft vergeten hier aan toe te voe gen: al gaat het zielental hard vooruit, wij zijn toch 50 jaar te laat geboren, want 2i jaar terug was de belasting zeer laag 0.9, thans betaal je, dat je groen en geel wordt, en durft men nog te zeggen: Vestigt U in Soest, lage belasting natuurlijk gegroepeer de Jeneverbessen, ja, dit lokt velen, maar komen vaak bedrogen uit. Dat men hier niet alle stads-allures kan toepassen, ben ik volkomen eens, maar vergun mij, dat ik ook een paar vragen stel, die wel beant woord zullen worden: Waarom is Baarn met 12.000 zielen in de 2e klasse van de Belasting en Soest met 16.000 in de 6e klasse? Hierdoor betaalt men in Baarn van f 4.00 per weck huurbelasting, terwijl men in Soest van f 2.50 per week moet betalen aan wien de schuld? Ik hoor al zeggen: de beste stuurlui staan aan wal, maar dan antwoord ik, dat het allemaal geen slagers zijn, die lange mes sen dragen. Dan is er de kwestie van de Winkelslui ting; de middenstand heeft het thans bij zonder moeilijk en nu is het merkwaardige, dat deze stand alzoo geholpen zou zijn, als men maar een beetje terug kwam op de in perking van zijn vrije werkgelegenheid. Maar de Regeering talmt en schuift een verbetering voortdurend op de lange baan, en wat dóet onze gemeenteraad hier nu voor? een kermis stichten om het geld Soest uit te slepen, en de winkeliers pof- klanten bezorgen totdat zij ten gronde zijn en dan volgt een faillissement. Tot zoover blijf ik U mijnheer de Re dacteur dankbaar voor Uwe welwillendheid en blijf ik, hoogachtend, D. L. VAN PEURSEN. NOGMAALS DE BULT. Bij voorbaat dank aan allen, die willjsn medewerken „het Hoogt" te behoudan. vVat zou Soester-berg zijn, zonder hoogte'/ Wat waren wij vaak in 't Buitenland waar de bewoners zou trotsch zijn op hun heuvelen en dalen. Geachte Heer van den Bremer !Op Uw toestemming doe ik hierbij een beroep, op Uwe 'welwillendheid ojm het natuur- ichoon te bewaren voor Soesterb-ergi Met dank voor de plaatsing, achtend' Wed. L. A. Sevenhuysen-.v.d. Sloot NOG EENS NATUURBAD. Naar aanleiding van het schrijven aan onzen raad over het natuurbad door en kele voormannen der ultra Geref. gedachte in samenwerking met 2 pastoors, moet ik even wat zeggen. Het zijn dezelfde perso nen, die verleden jaar ook trachten de re putatie van ons bad te bezoedelen en de exploitatie te doen mislukken; thans ech ter in samenwerking met nog enkele an deren. Ze zien geen kans hun schaapjes onder bedwang te houden en nu moet de raad dat maar opknappen ten koste van alles. Men wete evenwel dat deze adres schrijvers geen van allen zwementhousias- ten zijn, er nog nooit gebruik van gemaakt was, kwam ik Mr. Smith tegen. De offi cier van gezondheid was er geweest en de majoor, maar geen van allen konden ze ets doen voor den kolonel: die was mors dood! Zoodra ik Mr. Smith zag, salueerde ik en vroeg: Neem mij niet kwalijk, sir, maar heeft de kolonel gisterenavond zijn deur afgesloten, nadat u er uitging, of is u door de slaapkamer gegaan? Hij keek op, of hij een slag in het gezicht had gekregen en zei: Ik ben in het geheel niet bij den kolonel geweest. Hij zei dit met zóó'n na druk, en keek zóó streng, dat ik mij een oogenblik van mijn stuk gebracht voelde. Toch begreep ik zeer wel, dat ik goed ge zien had. Neem mij niet kwalijk, sir, vroeg ik weer even eerbiedig, maar ik zag u van de kamer van den kolonel komen, toen u mij dat briefje gaf, om bij Mr. Vy vian te brengen. Hijstaarde mij aan en snauwde: Ga mee naar mijn kamer. Ik volgde hem, en, toen ik daar was, nam hij een stoel, keek mij door en door en vroeg: Wat durf jij beweren, Reynolds? Hoe kan je nu zeggen, dat je mij in den corri dor zag, die naar de kamer van den kolo nel leidt? Die corridor leidt immers ook naar mijn kamer en ik kwam daaruit, toen k jou zag en je den brief voor Mr. Vyvian gaf. Maar daar hoeft niets van geweten te worden; denk er aan Je hebt mij in het ge heel niet gezien, vat je? Jij hebt mij enkel op mijn eigen kamer gezien, toen je mij den brief bracht, dien de kolonel mij zond, om 'm door te geven aan Mr. Vyvian en waarin hij hem orders gaf, op zijn kamer te komen, omdat hij hem spreken wilde. Nog eens: je hebt mij in het geheel niet op den corridor gezien; dat verbeeldde je je maar! Je begrijpt toch ook wel, Reynolds, dat je den schijn heel erg tegen hebt, en dat, als Mr. Vyvian dat schot op den kolonel niet heeft gelost, de verdenking dan aller eerst op jou valt: je hebt een boodschap hebben en misschien (enkele uitgezonderd er nog nooit geweest zijn, en er ook nooit komen zullen, óók al was het steeds ge scheiden. Hun schaapjes storen zich ech ter niet aan hun gedachte maar wagen het met die „onzedelijkheid" die niet bstaat Iemand die een ander niet in een badpakj, kan zien zonder wellustgedachte, hoort in een zwemgelegenheid nooit thuis, (men gaat nu eenmaal niet in gekleed costuum te water) maar dat geeft geen recht, een zwemliefhebber zijn genoegen te ontnemen. Op Zondag vind ik auto- en rijwielgema. niak veel erger dan een verfrissching zoe. ken in het water. Wat zonnebaden betreft, zij men niet zoo gek om een zwemmer te verbieden eerst even op het strand te rus ten om enkele geestdrijvers genoegen te doen. Nu aan het adres der Stichting nog dit: Ware het niet billijk een abonnement nemer te wijzen op de avonden dat hij (zij) er geen gebruik van mag maken? Zoo loopt men er in. Degenen die gescheiden komen zwemmen, komen er óók gemengd. Waar om de avondtarieven niet als verleden jaar op de helft, dan kan de arbeidende ook s avonds «ich nog even verfrisschen wat voor dezen prijs niet gaat; het komt finan tieel de Stichting ten goede. We wachten v. D. IN NAVOLGING VAN?? Als wij, als buitenstaanders van de talrij ke navolgers van den rattenvanger van Ha melen zullen behooren, eens een blik slaan in den grooten heksenketel, die in Europa, ja in heel de wereld te vuur staat, dan komt onwillekeurig de gedachte te voorschijn: dat Darwin toch niet zoo geheel ongelijk scheen te hebben, en dat het: Zwakheid Uw naam is mensch, ook veel waarheid be vat. Is het geen zwakheid, zich als zachte klei, door anderen, of een ander te latei bewerken, soms bewust, soms onbewust. Was de mensch wel ooit zoo klein en sug gestief, als in dezen hoogst zieken tijd'; Wij leerden een kleine zeventig jaren terug, dat de beeldenstorm was ontstaan, omdat eene doldriftige vrouw haar schoen, of slof tegen een beeld had geworpen. Een kleine oorzaak met ontzettend groote gevolgen. Heeft de mensch (met een kleine letter dit woord) met al zijn vernis, dat men voor Beschaving aanzag en aanziet, geen rust voor de heksenketel overkookt; en een dol driftige het brouwsel over de toeschouwers stort en roept: „dat heeft een jood ge daan", of elders „dat deed een neger?" Die doldriftige, de ware dader behoort tot de imitatie-christenen. Hij doet deze wandaad niet om Christus wil. Dat kan hij niet, om dat Christus voor hem niet de ware Christus is; Wiens leer „naastenliefde" in ruimen zin bevatte; en Wiens woorden: Die zijn broe der (d.i. zijn naaste) haat, is een moorde naar. Waar is opeens die Vaderlandsliefde vandaan gekomen, waar die zanglust voor Vaderlandsche liederen? Vliegen vangt men met suiker, of stroop zegt men; menschen vangt menvul zelf maar in lezers en lezeressen. Ledigheid is des duivels oor kussen, ik denk dat Z.M. de Duivel, of te wel, de vele zwarte gedachten (die door de suggestieve menschen niet zwart worden gezien) vele oorkussens op den weg kan vinden. En dan is het voor een zaaier ge makkelijk zaaien, doch wee den Zaaier, die met beschimmeld zaad zaait. Wee, waar hij zelfzucht, haat, vernietiging, vrijheids- berooving, moordlust zaait. Aan de vrucht kent men den boom. In troebel water is het goed visschen. En het vischwater is troebel en wat in den heksenketel te vuur staat, overtreft alles in troebelheid. Toch waant men recht te hebben zich te rekenen tot eene Beschaafde Christelijke Maat schappij. Het is nog niet zoo lang geleden dat een jonge man alhier alle, niet-vader- landsche liederen zingenden naar „Digoel" wilde doen verhuizen, een ander wilde ze naar de grenzen zenden. Dat waren de z.g.n. beste stuurlui, die aan den wal, dus op het veilige land stonden. Daarvan loopt de Maatschappij over, men zou ze ook imi tatie-rattenvangers van Hameien kunnen noemen. Zij helpen bewust, misschien on bewust, mede tot de herhaling van de ont zettende stierengevechten 19141918; de herhaling van den menschonteerenden men- schenmoord, die voor immer, als een Vloek op beschaafd (Europa zal rusten. Beseffen zelfs de vrouwen niet: dat zij, door naar dien lokstem te luisteren aan de Vrouwenwereld een kaakslag toebrengen? Denken zij nooit eens dieper door? Het is niet, als bij een roofoverval: „je beurs of gebracht naar mÜ van den kolonel. Ik vond je daar op den corridor naar zijn ka mer, nog laat, nadat iedereen te bed lag en de lichten uit waren. Ik weet toevallig, dat er den laatsten tijd in de officierskwartie ren enkele dingen vermist werden; de ko lonel heeft zelve zijn beklag gedaan tegen over mij, dat hij geld vermiste uit zijn ka mer. Als ik in de kazerne bekend maakte, ter vergelding van jouw uitspraak, dat ik in den corridor zou zijn geweest, dat ik er zoo mijn idee van had, wie den moord be ging, dan zou het je slecht vergaan! Nu, u begrijpt, al zweer ik nu ook, dat ik zoo onschuldig ben als een pas-geboren kind, wat zou mijn woord nu voor gewicht de schaal leggen tegenover dat van een officier? Je ziet, ging Mr. Smith voort, je hebt den schijn tegen en dit deel ik met jou. Als we nu maar beiden zwijgen en ons totaal onwetend houden van deze zaak, dan zal er geen risico bestaan voor een van ons bei den. Het was Mr. Vyvian, die het misdrijf pleegde. Hij zou gisterenavond al den ko lonel getroffen hebben, als wij hem zijn gang hadden laten gaan, zóó driftig was hij. Het is nu zóó gebeurd: de kolonel zond om hem door mij. Jij bracht het brief je. Dit zal je moeten getuigen. Je zegt dan, dat je mij het briefje op mijn kamer bracht en dat ik er je mee doorstuurde naar Mr. Vyvian. Dat is de waarheid. Mr. Vyvian is naar den kolonel gegaan, nadat jij en ik den corridor hadden verlaten en ongetwij feld beschuldigde kolonel Lang hem toen an vervalsching van de kaarten. In zijn drift haalde Mr. Vyvian zijn pistool te oorschijn en schoot. Ik beweer daarmee nog niet, dat hij dit deed met de bedoeling an doodslag, maar hij kan wel hajf waan zinnig zijn geweest van drift. Toen hij wist, wat hij gedaan had, ontvluchtte hij. Ja, sir, zei ik gedwee. Intusschen wist ik beter: dat geluid als het breken of het-af- je leven"; doch gehoorzaamheid in alles, óf daar is een concentratiekamp, waarin te leven erger is, dan de dood. Wij lezen hiervan in het Meinummer van Bevrijding 1934 het volgende: Concentratiekamp. „Zoo brachten wij onze dagen door: vijf uur wekken. Naakt naast de bedden staan Horst Wessellied zingen. Bedden opmaken Koffie halen. Vrije oefeningen, zwemmen „Gelande"-sport. (verkapte militaire ter reinoefeningen). Om 12 uur 's middag! steeds slechts een bord soep en een stuk droog brood. Van half een tot half twee vrij. Om half twee appèl, inspectie, toe spraken. Van twee tot zes uur werken aan den dijk. Dan borden reinigen, wasschen Om zeven uur avondboterham. Om acht uur naar bed. En dan kwam de nacht. W lagen met zes en dertig mannen in één ver trek. Dat vertrek was fel belicht, gesloten en gegrendeld, en voor de getraliede groo te vensters patrouilleerden onophoudelijk schildwachten met geladen geweren. Die nachten!!! Tweemaal heb ik het meegemaakt, dat 's nachts menschen verhoord werden. Hur kreten klonken uren lang. Wij konden niei slapenHeinz Liepmann i/d neue Weltbühne. De vrouwen en meisjes, die suggestief als zij zijn, zich in een Hitier uniform (de blouse) willen kleeden, zien niet, kunnen niet zien; de vlekken op dat uniform, nagelaten door het bloed en de tranen der slachtoffers, hunner vrouwen en kinderen. Christelijk! nietwaar zulk een sombere uniform?? Soestdijk, Mei 1934. Mevr. C. M. BERG. COSTUMES EN SCHOENEN. Eindelijk een rustpunt! Dat zal de kreet van opluchting zijn, door haar die niet zoo rg van verandering houden, alsmede door zuinige heeren der schepping geslaakt, wan neer ze aan het oude vertrouwde, altijd keurige donkerblauwe mantelpakje den ken, het veston met twee rijen knoopen, dat elk jaar opnieuw opduikt en diegenen verrukt, die van een sportieve, Engelsche snit houden. Want modes mogen komen en gaan, het twee-rij-veston, zooals dat oorspronkelijk door het modehuis Chanel werd uitgebracht, blijft voor immer vrijwel onberoerd door voorbijgaande modes, be taan. En bovendien wordt het bijna door alle seizoenen heen gedragen. Nu zien we ze weer van marineblauwe Schotsche tweed. De rok is van onderen klokkend door een aantal kleine ingezette godets van voren. Het figuurtje rechts op de teeke- ning geeft er een beeld van. Een andei modelletje, heel populair dit seizoen, voor al gedragen door de z.g. „flapper", het min of meer ondeugende jonge meisjes, is het korte voorjaarspakje, met jasje tot op de heup reikend, en korte, zeer breede revers. Zoo'n modelletje is links op de teekening. knappen van een stok was uit de kamer van den kolonel gekomen, eer ik het briefje aan Mr. Vyvian bracht. Het was ook geen schrijven van den kolonel, om Mr. Vyvian order te geven, bij hem op de kamer te ko men, maar er stond een waarschuwing in, om te ontvluchten. Mr. Vyvian was ook niet uit zijn kamer geweest, vóór ik er het briefje bracht en niet daarna, tenzij dit was, toen ik al in bed lag. Maar dit was niet waarschijnlijk, in aanmerking genomen den tijd, dien het hem zal gekost hebben, om zich uit het raam te laten zakken en van de rots te springen, om de boot naar Sicilië te halen met een roeibootje. Dus kort en goed komt het nu hierop neer, ging Mr. Smith voort: Je rept er geen woord van, dat je mij op den corridor gezien zou hebben, of ik maak openbaar, dat ik je daar nog zag rondlummclen en vertel tegelijk van die diefstallen. We hou den beiden onzen mond en ik zal het nog goed voor je maken ook: ik zal je geld geven, dat je je pensioen kunt nemen en dat je stilletjes kunt gaan leven. Nu, Miss, ik wil u wel vertellen, dat ik meer dan genoeg had van den dienst en dat ik er altijd op uitgekeken had, om nog eens een herberg over te nemen, als k eenmaal gepensionneerd was. Ik bedacht mij dus niet lang, maar zwoer, dat ik mij nooit over dat bewuste geval zou uitlaten en dat heb ik tot op heden dan ook nooit gedaan. Ik zal u nog zijn naam niet ver klappen, ofschoon het zijn schuld is, dat er nu een eind aan mijn leven zal komen! Hoe dan? vroeg Jocelyn, die haast zelve niet wist, dat zij die vraag gedaan ad, verplet als zij was door deze open baring. Kijk zoo, Miss: Ik nam „In het dor stende Hert" over in Sheet Bridge en ik was daar heel gelukkig en tevreden. Op een dag kwam er daar een jonge heer aan gereden, wiens paard een hoefijzer verlo- een heel klein beetje gekarikaturiseerd, weergegeven. Men ziet die pakjes in het blauw, beige en roestkleur. En dan nog een paar woorden over onze schoenen. Het lijkt wel of de schoenfabrikanten de leuze van „leve de perforatie!" hebben aange heven. Tallooze modellen zijn versierd met allerlei figuren die uit kleine gaatjes be staan; meestal zijn die gaatjes niet door en door. Verder veel garneering van stik sels. De „Walk-over" brengt als aller nieuwste nieuwigheid zoo'n geperforeerde schoen in het blauw! Die wordt door de schoenfabrikanten nu gelanceerd als „de" voorjaarsschoen bij uitnemendheid, die bij elke jurk en elk costuumpje gedragen kan worden en er de echte voorjaarskleur aan verleent. MADE LEI NE. We gelooven nu eenmaal, dat heet wa ter veel beter is, om ons keukengerei af te wasschen, dan koud. En toch is dat voor sommige dingen niet waar. Voorwerpen, die we gebruikt hebben voor de behandeling van rauwe eieren, worden veel sneller met koud water gereinigd. Omdat heet water de aanklevende eierdeelen alleen maar kookt en dus verhardt, waardoor het veel lastiger wordt, ze te verwijderen. Ook zoo'n kleverig jampotje kunnen we gemakkelijk met koud water en een bor denkwast schoon maken. Die kleverigheid wordt o.a. veroorzaakt door de suiker, die in de jam zit. En suiker lost heel snel op in koud water. Wanneer men oude aardappelen kookt, is het goed, een klein beetje suiker in het water te doen, waarin ze opgezet worden. Caramelvla. Dit is een Toe'tje, waarvan zelfs de grim migste isegrim begint te glunderen. Er is voor noodig: 1 kan melk, 3 eetlepels mai- zena.^1ons suiker, 2 eieren, 1/4 stokje vanille. Wfe nemen nu ons van de suiker en doen die met de vanille in de melk, die aan de kook wordt gebracht. De rest van de suiker doen we in een pan, die we op een zacht vuur zetten. Met een houten le pel roeren we de suiker, tot die caramel is geworden en overal begint te schuimen. Dan moet er langzaam de kokende melk bijgegoten worden, waarbij we er wel voor moeten zorgen, dat we aan één stuk door gieten. De eierdooiers worden geklutst en roerende bij dp maizena gedaan, waarbij we er vooral op moeten letten, dat we alle klontjes fijnwrijven. 'Nu gaat er wat van de heele vla bij, genoeg, om de eierdooiers goed te verwarmen. Steeds natuurlijk roe ren. Nu gaan de eierdooiers in de pan bij de overige vla. Even laten doorkoken, ter wijl we nog met een z.g. garde roeren. Laten bekoelen, af en toe nog roeren en voor het opdienen met stijfgeklopt eiwit vermengen. Een nuttige wenk, bewaard op zijn tijd, heeft menige vrouw van veel last bevrijd. Er zijn nog veel gezinnen, waar de stof zuiger om tal van redenen zijn intree nog niet heeft gedaan. Daar wordt het karpet geschuierd en strooit men vooraf natte theeblaren. Een eenvoudiger methode is, den stoffer in water te doopen, goed uit te chudden en dan te schuieren. Het stof kan dan niet opstijgen. Een theelepeltje citroensap bij het beslag voor wafels enz. gevoegd verhoogt de smaak zeer en maakt het baksel fijn bros. In plaats van slagroom kan men heel goed een fijngemaakte banaan nemen, die men goed met het stijfgeklopte wit van een ei vermengt. Als men cake of ander gebak in den oven bakt, zet de wekker dan zoo, dat die begint te wekken, als het uur of 3/4 uur voorbij zijn. Dat is veel secuurder en U kunt in den tusschentijd rustig wat anders doen. Cake, al bewaart men die ook in een blikken trommel, wordt al heel gauw oud bakken, doordat ze uitdroogt. Neem daar om een klein vingerdoekje, doop dat in koud water en leg het in de trommel, waar- n de cake bewaard wordt. Het is opmer kelijk, hoe lang de cake dan versch blijft. HUISVROUW. ren had, zoodat hij het naar de smidse ge bracht had en bij mij een glas bier kwam drinken. We raakten zoo aan het praten en hij vertelde mij, dat hij officier was in het East-Mercia-Regiment en ik vroeg hem naar het een en ander. Hij was overge plaatst van het andere bataljon, vandaar dat ik hem niet kende. Ik genoot, toen ik hem weer eens van het een en ander hoor de vertellen. Maar een paar dagen later kwam Mr. Smith zelf van Portsmouth aan gereden, in woede ontstoken. Het scheen, dat de ander er hem toevallig van gespro ken had, dat hij mij ontmoette, en nu was Mr. Smith vuur en vlam, dat ik mij zoo dicht bij het regiment gevestigd had, net of ik nu wist, dat zij in Portsmouth zouden ingekwartierd worden, toen zij te rugkwamen uit de koloniën. Hij zei, hoe ik onmiddellijk met pak en zak daar weg moest trekken en ergens anders heengaan. Ik verzette mij nog zoo lang ik kon, tot hij begon te dreigen. Hij liet mij een pa pier zien, waarbij deze plaats te huur werd aangeboden en zei, dat hij ze koopen wilde en dat hij mijn verhuizing betalen zou, mits ik niemand zou laten weten, waar ik heen ging, of eenig spoor zou achterlaten. Ik moest haast op staanden voet vertrekken; het was verschrikkelijk ruw weer, zoodat ik kou vatte. En hier is het onbeschrijfelijk ochtig. Hij zal dus ook mijn dood op zijn geweten hebben. Als ter bezegeling van deze uitspraak overviel den armen man weer een geweldi ge hoestbui. Jocelyn wilde hem al water bieden, maar hij schudde het hoofd. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 4