Bij de geboorte van Prinsen en Prinsessen. „Het is de mystiek van Oranje, die geheimzinnige en onweerstaan bare kracht, die alles wat nationaal, wat heemsch denkt, beheerscht; zij is het stramien onzer volkskracht, zij is de volkskracht zelve". Mijlpalen in de historie van het Huis v. Oranje NAAR aanleiding van de biyde geboorte, welke thans op het Palels Soestd'dk heeft plaats gehad, geven wy in nevenstaand artikel eenige bijzonderheden over de geboorte van Prinsen en Prinses sen uit het Huls van Oranje. van Holland en Zeeland te kunnen aan vaarden. Zoo gelukkig als de geboorte van zijn kleinzoon Willem II was, zoo droevig was de geboorte van zijn achterkleinzoon Wil lem III, den lateren Koning-Stadhouder van Engeland dat hij de kinderpokken had, een ziekte, die, vroeger veelvuldig voorkwam. Ook met het oog op de prinses, die in blijde verwach ting was, werden allerlei voorzorgsmaat regelen genomen, voor het geval, dat de prins mocht komen te overlijden. De prinses mocht hierin echter niet gemoeid worden, daar dit voor haar toestand niet gewenscht was. Op 6 November nam de ziekte plotseling een zeer ongunstige wen ding, zoodat men zelfs nog aan vergifti ging dacht en reeds 's avonds om negen uur overleed hij. Eerst 8 dagen na den dood van zijn va der zag het nieuwe prinsje het levenslicht. Iedereen was diep onder den indruk van den plotselingen dood van den prins en men voelde zijn heengaan als een zwaar verlies, vooral de weduwe, Maria, maar ook de moeder van den overleden prins, Amalia van Solms. De eerste jeugd van Prins Willem III was niet gelukkig, daar reeds onmiddellijk na zijn geboorte een strijd tusschen zijn moeder en grootmoe der ontbrandde, over de doopplechtigheid en over het voogdijschap. Bij de doopplech tigheid in de kerk deden zich onstichtelijke tooneelen voor, daar men niet wist, wie het kind dragen moest. Na lang twistèn en PRINS WILLEM VAN ORANJE, de grondlegger onzer dynastie (1533—1584). (Van een bijzonderen medewerker). OP 24 April 1533 schreef de Graaf van Nassau in zyn dagboek: „Anno etc., XXIII off dornstag den XXIIIJ Aprilis had die wolgeborne Juliana von Stolberg etc., greffin und frau zu Nassau Catzenelnbogen und Diez, züschen zweyen en dreyen, doch allernechts dreyen uhren morgen vormittags im schloss Dillenbergk ein kyndlein m&nlichs Geschlechts der name sol Wilhelm heissen zur Welt geboren." Hiermee was door den vader de geboorte aangekondigd van zijn zoon, Willem, die later de grondlegger zou worden van de dynastie der Oranjes in Nederland. Zijn vader en moeder waren, n& beiden reeds het echtelijke geluk gesmaakt te hebben, in 1531 in het huwelijk getreden. Hieruit werden, behalve Willem, nog 7 dochters en 4 zonen geboren, terwijl de huiselijke kring nog vergroot werd door ne ven en nichten, die in de familie der Nassau's opgenomen werden. Het huwelijk van de ouders van Willem was zeer gelukkig en beiden leg den zich met zorg op de ontwikkeling en de op voeding van hun talrij ke kinderen toe. DE HOFSCHOOL TE DILLENBURG. Op het kasteel te Dil lenburg werd een groo- te hofschool ingericht, waar de kinderen van leeraren, door den Graaf van Nassau met zorg uitgezocht, onderwijs kregen. Dit was buiten gewoon veelzijdig; niet alleen werden de schoolvakken lezen, schrijven en rekenen onderwezen, maar ook kregen de kinderen les in plant- en dier kunde, waartoe ze met hun leeraren wan deltochten in de heerlijke omgeving van h'et kasteel maakten. Voorts waren er tal rijke dieren, zooals paarden, honden, vreemde vogels en zelfs een aap voor den jongen prins op het kasteel bijeengebracht. Aldus was de jeugd van Prins Willem van Nassau buitengewoon gelukkig, maar toch begon ook voor hem spoedig de ernst dgs levens. In Juli van het jaar 1544 werd hij verrast door den dood van zijn neef, René van Chalons, die zijn landje Oranje, in het Zuiden van Frankrijk, aan hem vermaakte. Hiermee was de blijde jeugd van .den Prins feitelijk afgeloopen, want nu moest hij aan het hof van Karei V te Brussel komen; daar deed hij aanvankelijk als page dienst, maar tevens werd hij opgevoed om naderhand zijn verantwoordelijke betrekking als Prins en Holland. Met een ge weldige pracht en praal werd de geboorte van Willem II ge vierd op 26 Mei 1626. Hij was de zoon van Stadhouder Frederik Hen drik, die de jongste zoon van den Prlhs v. Oranje was. Aanvankelijk had men veel moeite gehad, Frederik Hen drik tot een hu- weiyk te bewe gen, daar hy niet van deze knellende band hield. Toen hij evenwel kennis gemaakt had met een van de hof dames van het Boheemsche Hof, Amalia van Solms, begon hij er anders over te denken en in 1625 trad hij met haar in het huwelijk. Groot was zyn blijdschap, toen hij in Mei 1626 bericht kreeg, dat zijn vrouw hem een zoon, Willem II, geschon ken had. scheiden. Daar ik zeer aan hen gehecht was, deed mij dat veel leed. Nu kreeg ik een eigen gouvernante met wie ik een eigen huishouden te regelen kreeg. Ik mocht mij gelukkig prijzen, wanneer ik één maal per dag met de roede getuch tigd werd, meest gebeurde dit echter twee of drie maal per dag en zelfs is het mij eenmaal overkomen, dat ik vijf maal af geranseld werd. Als ik toegaf aan een vlaag van drift, had mijn gouvernante, freule von Redern, iets anders bedacht om mij te straffen. Dan moest ik naast haar komen staan, ter wijl zij aan haar schrijftafel bezig was, haar corresponden tie af te handelen. Ik moest blijven staan, totdat mijn drift bui voorbij was en vaak stond ik er na middernacht nog. Als de freule von Redern mijn op voeding had moeten voltooien, geloof ik, dat zij mijn karakter niet verbeterd, maar verbit terd had." Tot zoover de Prin ses zelf. Reeds van jongs af aan nam zij zich voor, dat de opvoe ding van haar kinde ren anders zou zijn en werkelijk heeft zij haar plannen ten uit voer kunnen brengen. Op jeugdigen leeftijd trad zij in het huwe lijk met Prins Willem V van Oranje, een goed, zacht, maar slap man. Hoewel de staatszaken (Luitenant-generaal b.d. Jhr. W. Röell voor het Nationaal Jongeren Verbond, op 8 Jan. 1938 te Arnhem). HET PRINSELIJK PAAR op het balkon van het Paleis te Amsterdam. DE „DILLENBURG", het kasteel waar Willem van Oranje zijn jeugd doorbracht. Alom werd de mare met trompetgeschal en vroolijk klokgelui begroet, terwijl de hellebardier, die het bericht van de ge boorte aan den voorzitter der Staten-Ge- neraal overbracht, met drie dubbele gouden rijders beloond werd. Met groote plechtigheid werd het kind, de jonge aan staande stadhouder en opvol ger van zijn vader, ten doop gehouden door zijn grootmoe der, de koningin van Bohemen. De vreugde in het land was geweldig, in het geheele land werd feest gevierd, de kranten gaven daarover uitvoerige be schrijvingen, de dichters wijd den er hun mooiste gedichten aan. ruziemaken was men het over de formatie van de stoet eens. Maar de opwinding in de kerk was zoo groot, dat de dominee zijn preek moest bekorten en men in het geheel geen aandacht betoonde. Toch was er belangstelling voor de nieuwe telg van Oranje. Ook over den naam van het kind konden de moeder en de grootmoeder het niet eens worden. Zijn moeder, zelf een En- gelsche prinses, wilde, dat hij Karei ge doopt zou worden, net als de Engelsche koningen, maar zijn grootmoeder, Amalia van Solms, kon niet toelaten, dat de naam Willem uit de familie der Oranjes zou ver dwijnen. Ook hpt voogdijschap van den prins vormde een punt van geschil. Zijn moeder Maria wenschte zelf het voogdijschap te aanvaarden, maar zijn grootmoeder, de heerschzuchtige Amalia van Solms, meen de, dat het beter aan een raad toever trouwd zou zijn. Aldus leefde het aanvanke lijk zeer zwakke kind, dat voortdurend aan erge hoofdpijnen leed, in een zeer onaan- namen strijd tusschen zijn moeder en grootmoeder. Meestal woonde hij heel stil op slot Teylingen of op kasteel Honse- laersdijk, terwijl ook zijn opvoeding in de eerste jaren niet erg goed was. Alles ging precies op de klok, nooit was er eens een verandering in zijn leven, zoodat zijn jeugd volkomen kleurloos en eenzaam was. Hier kunnen wij nog even aan toe voegen, dat Prins in onbeduidend was, bleek hij toch voor zijn vrouw en kinderen een uitstekend echtge noot en vader te wezen. Prinses Wilhelmina zat met kracht achter de ontwikkeling en opvoeding van haar kinderen heen, daarbij op aardige en hartelijke wijze door haar echtgenoot bijgestaan. Zij hadden drie kinderen, Prinses Louise, Prins Willem en Prins Frederik, die zij steeds tezamen lieten spelen. Van haar eigen jeugd had Prinses Wilhelmina im mers geleerd, hoe vreeselijk het was, van TRAGIEK Hoe treurig FREDERIK HENDRIK (1584—1G47), stadhouder van Holland en Zeeland, in de typische dracht van, dien tyd met de kanten kraag. was daarmede in tegenstel ling de ge boorte van den zoon van Willem II, Willem III. „Den 14den No vember 1650 wesente Maandagh avont omtrent quar- tier uyr voor negen, heeft de princes roy- al ^een jonge prins gebaert." Aldus tee- kende toen Frederik Schoon, kamerdie naar van Willem II, de geboorte van Wil lem III aan. In de drie weken, daaraan voorafgaande, was er heel wat gebeurd. Op 28 October van dat jaar was de Prins, Willem II, 's morgens al heel vroeg in den Haag komen, daar hij zich reeds te Dieren niet goed gevoeld had. Toen hij thuiskwam, bracht hy eerst een bezoek aan z'n vrouw Prinses Maria Stu- art, maar ging ver volgens dadelijk naar bed. Al spoedig bleek KONING-STADHOUDER WILLEM III, (1650—1702) had een trotsch gelaat met een fraai gebogen arendsneus. met Prins Willem III de rechte lijn der Oranjes uitstierf, daar hij geen kinderen had. In 1652 was een dochter van Frederik Hendrik, Albertina Agnes, gehuwd met Willem Frederik, vorst van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland. Een achter kleinkind van dit echtpaar erfde nu bij den dood van Willem III diens titel en goed en volgde op als Willem IV. Hij was dus een zijtak van het Huis van Oranje. DROEVIGE JEUGD Ook andere familieleden van het Huis Oranje hebben hun jeugd beschreven. Zoo bijvoorbeeld Prinses Wilhelmina van Prui sen, de vrouw van Willem V. Over haar jeugd schreef Wilhelmina als volgt: „Ik was een schuw huilerig kind; reeds op myn derde jaar werd ik van mijn ouders ge- PRINSES WILHELMINA VAN PRUISEN (1751—1820) de energieke vrouw van Willem V. de anderen afgescheiden te worden. Het meisje was de speelkameraad van haar twee jongere broers. De prinses stelde hoo- ge eischen aan de ontwikkeling van haar kinderen, zoodat zij zorgde voor een gere gelde studie en tevens voor lichamelijke ontwikkeling. De jeugd van den lateren koning Willem I van Nederland mag, met recht door de uitstekende zorgen van zijn moeder, gelukkig genoemd worden. KONINGIN EMMA. Hoe zonnig en gelukkig was ook de jeugd van onze geliefde Koningin Emma. Op 2 Augus tus 1858 werd zij geboren als derde kind van George Victor van Waldeck Pyrmont en Prin ses Helena van Nassau op slot Waldeck. Zij bracht daar een heerlijken tijd door, omgeven door haar vijf zusters en broe der. De kinderen werden opge voed in een gezellige, huiselijke en godsdienstige omgeving, waar zij slechts bescheidenheid leerden. Koningin Emma heeft daarover later zelf wel iets verteld: „Ik zal U van onze op voeding vertellen. Deze was zeer eenvoudig. We hadden ja renlang een Engelsche gouver nante, die zeer sociaal voelde en ons sprak over arbeidsver- houdingen, sociale instellingen, het leven van de fabrieksarbeiders, die toen meestal nog zeer treurig waren. Ze gaf ons niet alleen les, maar trachtte ook sfeer in het onderwijs te brengen, iets, waarvoor een kind meestal zeer gevoelig is. De indrukken, die eens een kind in zijn jeugd opdoet, worden vaak de richtsnoer voor zijn later leven. Het stadje, waar wij woonden, was maar heel klein, slechts 2000 inwo ners. Er woonden veel amb tenaren en voorts was er een goede school. Thuis leerden wij misschien iets minder schoolkennis, maar onze belangstelling voor sociale dingen was leven dig." Een diepe indruk maakte op Emma het over lijden van haar oudste zus ter, die aan tering leed. Daaruit is waarschijniyk later haar belangstelling voor zieken ontstaan en waaraan wij thans in Ne derland nog de Emma- stichting te danken heb ben. Na' een heerlijke jeugd was het onbezorgde leven- KONING WILLEM I (17721843). tje van Prinses Emma echter afgeloopen. Aan de zijde van een veel ouderen man, koning Willem III van Nederland, kreeg zij heel wat zware en verantwoordelijke plichten te vervullen. Te meer, daar de dynastie in den tijd van haar huwelijk wan kelde. Reeds dadelijk na haar huwelijk in 1878 kwam de tijding van het overlijden van den broer van Koning, Prins Hendrik. Nog grooter was de slag, toen het vol gende jaar 1879 het bericht kwam, dat de oudste zoon van den koning, de erfprins, 39 jaar oud, heengegaan was. Des te grooter was dan ook de vreugde in 1880, toen de Staten-Generaal het officieele bericht de wereld konden insturen, dat de Koningin het leven aan een prinses geschonken had. De vreugde van het volk weer te geven, is onmogelijk. Hoog sloegen de golven van vreugde en geestdrift over het Lage Land. Nieuw gebladerte was ontloken aan den ouden Oranje-boom. Allerwegen werd de ge boorte gevierd, want sterk was de indruk, dat de toekomst nu iets goeds zou bren gen. Duitsche verwanten kwamen bloemen brengen aan het bed van de kraamvrouw en de vreugde werd nog veel grooter, toen de Koningin, in een fraai sleepkleed van blauw fluweel, haar kind zelf ten doop hield voor den hofprediker, ds. Koetsveld. DE JEUGD VAN WILHELMINA. Met innige belangstelling volgde men de groei en de ontwikkeling van het kleine prinsesje, op wier schouders weldra de ge heel e dynastie der Oranje's zou rusten. Immers, in 1884 overleed de eenig over gebleven zoon van den koning, Prins Alexander. In 1884 namen toen de Staten- Generaal de wetsontwerpen aan, waarbij Koningin Emma werd aangewezen als Re gentes en als Voogdes over haar dochter tje. Over de eerste levensjaren van Prinses Wilhelmina legde zich al spoedig, als een gouden zonneschijn, de liefde van het volk. Overal waar Emma met het Prinsesje ver scheen, steeg de volksjubel ten hemel en er groeide in ons volk een groote aanhan kelijkheid. En het was, of het Nederland- sche volk nog nader kwam tot zijn prin ses, nog nader ook tot zijn koningin, toen in 1890 de oude grijze koning stierf en de troonopvolgster ook in waarheid Koningin geworden was. Toen stond aan de voet van den Troon, een tienjarig, blond kind: de Prinses, de Troonopvolgster. Hiermee was de blijde jeugd van Prinses Wilhelmina af geloopen. Was z^T eigenlijk reeds vanaf Haar vierde jaar, na den dood van Haar Oom, voor het aanstaande koningsschap voorbereid, nu maakte men er nog meer haast mee, want immers, op haar achttien de jaar zou Zij officieel als Koningin ge kroond moeten worden en vóór dien tijd had zij nog heel wat te leei'en, wat een toekomstige Koningin weten moet. DAGEN VAN SPANNING. Op de geboorte van Prinses Juliana heeft Koningin Wilhelmina lang moeten wach ten. Bittere teleurstelling was na Haar hu welijk met Prins Hendrik van Mecklen- burg-Schwerin, eerst Haar deel geworden. In deze periode overviel Haar een ernstige ziekte. In angstige spanning vroeg men zich af, of nu eindeiy'k, na vierhonderd jaar, de dynastie der Oranje's zou uitster ven. Totdat plotseling die schoone en on vergetelijke dag kwam, waarop de mare door het land ging, dat de Koningin in blijde verwachting was. Zou wel ooit de to ki ee ni Di da be de da st de ge da eij di. de kl

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1938 | | pagina 2