HOEDEN i MEISJESM ANTFXS i JJ; f Mantelcostumes Sportieve Nieuwe weefsels, bonte mengeling van kleuren t KNIPPATROON NUTTIGE WENK H«t kleeding- vraagstuk der dochters 's niet zoo'n ingewikkeld probleem als dat van Mama; doch verdient desniet temin de bijzon dere aandacht. Ondanks de prac- tische eischen, waaraan voldaan moet worden, kan ook het aesthe- tisch element niet uitgeschakeld worden. „Smaak volle eenvoud" in deze beide woorden ligt het geheim verscho len, waardoor de indruk, die vele kleine en groote- re meisjes maken, zoo aangenaam aandoet. Van groot be lang is, dat de materialen van goede kwaliteit zijn en de coupe zoowel van man tels als jurken onberispelijk is. De nieuwe voorjaarscollecties brengen ook voor meisjeskleeding een groote ver scheidenheid in weefsels en kleuren. Soe pele wollen stoffen, effen, ruiten, strepen, fantasie weefsels met kleurige nopjes en daarnaast een enorme keus in linnen, ka toen, voile, waschzijde met bont bedrukte motieven en effen. Vyella is vooral voor de kleintjes zoo bijzonder geschikt om op kille dagen te worden gedragen. Wat dan de nieuwe kleuren voor jurken betreft, zien wij er, die in sterk sprekende toon zijn, zooals o.a. oranje en brique, die des niettemin zonnig staan en vooral bij don kere typen passen. De blondjes vragen mooie zachte nuanceeringen blauw, vooral oud-blauw komt bij blonde krullen en blauwe oogen mooi tot zijn recht. Verder zien wij blauw en groen in alle mogelijke nuanceeringen, frambozen aalbessen banaan chamois champagne helder rood stroogeel beige oud-rose. Pas teltinten ziet men naast marine-blauw bruin en groen voor mantels verwerken, terwijl voor jurken sterke tegenstellingen worden gezocht, o.a. sprekend groen en frisch rood of brique en oranje. Plooirokjes aan een lijfje gezet, worden met vlotte jumpers gedragen, die evenals cardigans vooral in het voorjaar zeer prac- tisch zijn. Bolero's worden door grootere meisjes gedragen, terwijl men ook v^or kleintjes jurken met een bolero-effect aan MEISJESJURKJES. Twee-in-een patroon 2747. Prijs f 0.30 pl. f 0.05 voor adm.- en verzendkosten. Twee schijnbaar geheel verschillende jurkjes, die echter van één en hetzelfde twee-in-een-knippatroon worden gemaakt. Bij dit patroon ontvangt men twee verschil lende mouwtjes. Het broekje, dat eveneens in patroon wordt bijgegeven, wordt van de zelfde stof als het jurkje gemaakt. Patro nen voor den leeftijd 24 en 46 jaar. Besteladres: „Het Practisch Modeblad", postbus 36, Den Haag, giro 203203. Bij be stelling het verschuldigde bedrag in post zegels bysluiten of opzenden per postwis sel of per giro. de voorzijde ziet, hetgeen verkregen wordt door opgestikte zij pandjes in afgeronde lijn. De gesmokte jurkjes met gladde pas, om liggend kraagje, sluiting met kleine knoop jes rugzijde en lange blouse of pofmouw tjes zijn het aardigst en kleeden steeds ge distingeerd voor meisjes tot ongeveer vijf jaar Leeftijdsgrenzen voor meisjeskleeren zijn steeds moeilijk aan te geven, omdat het eene kind veel langer en meer uit de kluiten gegroeid is dan het andere. Vlug kleeden ook de geplooide jurken van geruite stof, terwijl wij een bijzonder aardig ensemble zagen voor 812 jaar van marineblauwe wollen stof, bestaande uit geplooid rokje met rechte band en tamelijk lange bolero met opgestikte patten, die iets langer en op de rok geknoopt waren, slui ting hals met knoop en' lusje. De kraag der witte waschzijden blouse viel over de bo lero, die lange mouwen had. Een ander genre meisjeskleeding, dat lange jaren op den achtergrond geraakte, zien wij thans weer terug, n.1. matrozen jurken, jekkers en muts van marineblauwe wollen stof. De modellen, die zich zoowel voor schoolkleeding als om uit te gaan lee- nen, zulen er ongetwijfeld weer „in" ko men; ook voor het a.s. zomerseizoen, in oud-blauw en wit. De mantels, die grootere meisjes dragen, 1216 jaar, zullen in verband met haar weinig evenredig, ontwikkelde vormen, bij voorkeur niet te aansluitend gekozen wor den. Lange of driekwart lange paletots, sportieve tweed en kleurige regenmantels zijn voor zon- en sport de ideale dracht. Nieuwe en ongetwijfeld aparte ontwerpen zien wij voor de kleintjes, waarvoor wij enkele op nevenstaande schets weergeven. Links heeft een rug, die uit smalle pandjes bestaat, die zich naar den zoom toe ver- breeden, waardoor een lijn ontstaat, die een weinig klokt. Voorzijde is glad en sluit met dubbele rij knoopen. Hoed met door- m meeste blouses worden over den rok ge dragen met een strak-aansluitend schoc' e of wel bij opgeknipte rokken. Het vestmodel leent zich, evenals de biouse-jaquette uitstekend voor meer ;e- zette dames. De halslijn zal dan een e- scheiden V-vorm aangeven, terwijl ar Ie voorzijde twee scherpe punten op den >k vallen. Aansluitende of lange mouwen worden bij dit genre gedragen, dat met een lange rij knoopen sluit in het midden voor. Behalve echter de ensembles, die van ef fen en geruite stoffen worden samenge steld, heeft men nog een andere combina tie, zooals deze op onze schets is weerge geven. De kleuren zyn wellicht naar veler smaak ietwat gewaagd, doch het ontwerp Kartnell werkt zeer origineel. De rok is van zwart wollen crêpe, het manteltje in steenkleur en de blouse van oranjekleurige zijde. G. C. M.S. gestikte rand van hetzelfde materiaal In het midden een mantel met recht rugpand en bolero-effect aan voorpanden. Rechts een tweed mantel in bruin met staand kraagje en knoopsluiting middenvoor. Gar- neering met viltsoutache in geel en bruin langs kraag, manchetten en voorzijde Schotsch mutsje van hetzelfde materiaal, eveneens met soutache langs den onder kant. Garneering met rechte veer en lange afhangende ribslinten. Sportieve mantelcostumes handhaven zich volgende seizoenen in allerlei uitvoeringen. De ensembles zullen vooral een groote rol spelen, doch zijn minder gekleed, dan de strenge tailleurs, die trouwens ook van an dere weefsels gemaakt worden. Deze laat ste ziet men wel in donkerblauw en zwart, ook in speciale taileursweefsels, waaronder grijs ook een groote plaats inneemt. De lijn der sportieve modellen blijft recht in tegenstelling met die der tailleurs, waar de taillelijn aansluit. Bij de sportieve genres kan men de fan tasie m§gr vrij spel laten en is men niet Vlotte voorjaarsmantel van marine-blauwe stof. fModel Marcelle Dormoy, Parijs aan één bepaald model gebonden, het geen bij de klassieke tailleur veel meer het ge val is. De ensembles brengen ongetwijfeld een levendige noot, omdat men een zeer groote rijkdom aan kleuren vindt, zoowel in de effen weefsels als in ruiten en stre pen. Kastanje bruine weefsels met zacht blauw, rose en roode ruiten zijn al even zeer en vogue als mooie pasteltinten en groen in allerlei nuanceeringen. De ensem bles geven rok en manteltje in afstekende kleuren, terwijl bv. bij een geruite rok een effen mantel gedragen wordt met geruite kraag en manchetten. De mode der blouses behaalt groote triomfen en vooral het over hemdmodel wordt gaarne gedragen. De Vele nieuwe mo dellen van hoe den hebben een rand, die min of meer naar bene den gebogen is en onder de cloche modellen gere kend wordt. Deze en capelines, die een iets breedere rand hebben over schaduwen het gelaat en zijn flatteus voor de meeste gezichten. Mateio's zijn zeer modern, doch in dien ze niet eeni ge garneering van bloemen hebben, werken ze wel eens wat héél streng, niettemin kleeden ze steeds keurig, vooral bij tailleurs. Fijn zwart stroo wordt zeer veel gedra gen en meerma len zien wij de bol, die in '",et midden iets i zakt is, opgevuld met kleurige bloe men. Bij een mo delcollectie zagen wij voor den a.s. zomer enorme breedgerande hoeden, die zonder hulpmid- I del in den vorm van een kapje, dat achter 1 aan den rand bevestigd is. niet op het hoofd passen. Veelal zijn deze kapjes of cache- peigne zooals de vakterm luidt, geheel be dekt met bloemen, wat aardig tegen 't haar afsteekt. Rose strikken passen bij zwar te hoeden, terwijl men ook witte en ge kleurde vleugels ziet dragen. De baret, thans van fyn stroo blijkt zich nog steeds te handhaven en soms heeft men midden op den bol een touffe bloemen gehecht. Onze schets geeft drie Parijsche model- hoeden weer. Links boven: een donker blauwe hoed van Italiaansch stroo. bestemd voor hoog opgemaakte kapsels, iets dat tot de laatste nieuwtjes behoort. Men ziet ach- tei in de hals kammen en daarboven hoog- opgemaakle krullen, hetgeen weer een ge- Japon van katoenen of wollen kantstof met knoopgarneering midden voor over de ge- heele lengte. Opgestikte zakjes en revers; korte mouwtjes. Zeer modern is om ge kleurde onderjurken onder kanten japon nen te dragen. Maakte U al eens kennis met ons nieuwe modeblad? Het munt uit door zijn fraaie voorjaars- en zomermodellen en aardige hand- en knutselwerkjes. Vraag het aan bij de moderedactrice, Mu- zenstraat 5 B. Den Haag, onder bijsluiting van tien cents aan postzegels. heel ander modebeeld geeft ïJe garnee ring van deze hoed bestaat uit twee vleu gels, één zacht blauw, de ander oud-rose. Ontwerp Jean Patou. De hoed in het midden is van Agnès en heeft een opgeslagen, omgebogen rand met bloemengarneering aan de achterzijde Kleurencombinatie: purper, rose en blauw achtig purper. De matelot is van Molineux van zacht groen stroo met garneering van kersen en kersenbloesem onder de rand en tegen de voorzijde bol Onderaan twee groote bloemen, die Ma dame Agnes op hare modellen verwerkt. Een witte lelie met gouden hart en een iris in nuanceeringen van blauw tot pur per, groen hart en groene bladeren.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1938 | | pagina 6