Een geslaagde vlucht
Op de drempel van Afrika
De Meikevers
i
LEGKAART - Witkopgieren aan de zeekust
kin
door L. W.
Een paar dagen waren we in Mazagan
geweest, maar we waren blij, toen de boot,
waarmee we naar Casablanca zouden gaan,
aanlegde. Want veel is er in Mazagan niet
te doen. Er staan een paar honderd witte
huizen, een paar duizend woningen, die
meer op hutten dan op huizen lijken en
een paar palmen. Je kunt de omnibussen,
die naar de woestijn gaan, zien aankomen
en weggaan, verder kan je overal rondlo
pen en alles bekijken, maar veel is er niet
te zien. We hadden dan ook een gevoel
van opluchting, toen we de sirene van on
ze boot hoorden.
De deining van de golven maakten het
niet bepaald plezierig om van de kleine
motorboot op het grote schip te komen. Het
motorbootje danste tegen de hoge zijwand
van zijn grote broer en het was alleen aan
de donkerbruine stuurman van het bootje
te danken, Jat het niet door de golven met
alle kracht ertegen aan geslagen werd. Tel
kens gooide hij op het laatste ogenblik
het roer om en voer dan weer opnieuw
voorzichtig naar de trap toe, die van de
grote boot naar beneden gelaten was. Maar
eindelijk waren we dan toch boven en
meteen hoorden we het geraas van de gro
te schroeven en zette de boot zich alweer
in beweging.
Vlak langs de Marokkaanse kust, zette
de boot koers naar Casablanca. Het was
nog vroeg genoeg om de sneeuwwitte zee
van de huizen met hun moderne bouw en
de oude minarets te zien opduiken, maar
net te laat om nog aan land te kunnen
gaan, want de havenarts was al naar huis
en niemand tocht van boord af, voor hij
was komen controleren of alles goed was.
Casablanca is één van de vele plaatsen,
die toegang geven tot Afrika. Het is zelfs
een vrij belangrijke toegangsdeur. Op de
gebouwen van de douane en de havenpo
litie waait de Franse driekleur. Negers in
de uniform van het koloniale leger houden
de wacht bij de kazerne's. De trein komt
tot vlak aan de kade, en het geheel vormt
een stadsbeeld vol leven en bedrijvigheid.
Uit Bordeaux kwam die nacht een grote
vrachtboot binnen. De hele nacht klonk er
muziek aan boord en de volgende morgen
al heel vroeg, zagen we, dat er een paar
duizend recruten voor het vreemdelingen
legioen van boord gingen. Ze droegen al
len nog hun gewone kleren en hadden hun
bezittingen in een samengebonden bundel
tje bij zich. Met een negerorkest in knal
rood uniform voorop, gingen ze naar de
kazerne's.
Toen de havenarts aan boord was ge
weest, mochten wij ook allen aan wal gaan.
Zolang je nog in de Europese stadswijken
liep, kon je je nauwelijks voorstellen, dat
je op Afrikaanse grond was..Hoge, statige
kantoorgebouwen, die je niet van de ge
bouwen in Europese steden kunt onder
scheiden, staan aan beide kanten van de
weg. Het zijn hoofdzakelijk Franse firma's,
die zich hier op de drempel van Afrika
hebben gevestigd en het is trouwens bijna
alles Frans watj e hier ziet. Moderne
auto's en trams zijn hier de verkeersmid
delen.
Wanneer je door het echte Casablanca
loopt, het Casablanca van de inboorlingen,
krijg je een heel ander beeld te zien. Toen
wij daar kwamen, scheen het ons, alsof we
in een heel andere wereld waren, bont en
onbekend, met een geheimzinnige sfeer. Op
de markten liepen zwaar gesluierde vrou
wen en deden hun inkopen. De verkopers
zaten met over elkaar geslagen benen op
de grond en hadden de koopwaren voor
zich liggen, die ze met grote overredings
kunst aan de mannen en vrouwen probeer
den te verkopen. Ze hadden de meest uit
eenlopende waar, naast levensmiddelen,
vruchten, doeken en huishoudelijke artike
len, verkochten ze ook brillen zonder gla
zen, verroeste naaimachine's, enkele schoe
nen, waar ze maar één van hadden en al
lerlei andere, wonderlijke dingen.
Aan de waterputten, die dikwijls heel
mooi versierd zijn, dronken de mensen en
de ezels door elkaar, en je kon hier de
gratie van de vrouwen zien, die de volle
kruiken op hun hoofd of op hun schouder
zetten en na een nieuwsgierige blik naar
de vreemdelingen, als vlugge hagedissen
wegglipten.
Een prachtige autoweg gaat naar Rabat,
de residentie van den jongen sultan en de
Franse mandaatregering. De eentonigheid
van het landschap wordt zo nu en dan door
de dorpen van inboorlingen onderbroken
Je kunt niets van hun hutten zien, maar
de hoge muren van cactussen, die rondom
de dorpen zien, verraden, dat er een of
andere nederzetting is.
We bleven een week in Casablanca en
hadden vaak gelegenheid om alles eens
rustig te bekijken. Elke dag ontdekten we
nieuwe, interessante buurten. We wenden
ook al een beetje aan de zuiver Oosterse
sfeer in de oude wijken.
Maar toen we weer aan boord gingen om
naar Holland terug te gaan en toen we
langzamerhand weer in de Westerse wereld
kwamen, zeiden we tegen elkaar: „Het is
na al dat vreemde en geheimzinnige toch
weer fyn om in ons eigen bekende landje
terug te komen."
Ieder jaar wordt de eerste Meikever met
een luid hoeraatje door de kinderen be
groet. Maar de boeren en tuinlieden en
vooral ook de mensen, die zelf vruchtboom-
gaarden hebben, zijn helemaal niet zo blij,
wanneer ze merken, dat de Meikevers er
weer zijn. Want iedereen weet, dat de Mei
kever zeer schadelijk is voor de planten.
Men vertelt, dat de mensen vroeger een
Meikever als de bode van het voorjaar be
schouwden en dat ze het diertje daarom
nogal vriendelijk behandelden. In oude
sprookjes en verhaaltjes kan je dikwijls le
zen, dat de Meikevers in Pommerland wa
ren, maar niemand begreep eigenlijk wat
Wanneer het klimaat en de bodem goed
zyn en als er ook genoeg struiken zijn,
waar de jonge Meikevers dan het groen
van af eten, kan het gebeuren, dat er gro
te vluchten Meikevers zijn, d.w.z. dat een
hele hoop Meikevers zich bij elkaar aan
sluiten en dan samen van de éne plaats
naar de andere vliegen. Meestal zijn er
twee of vier jaar tussen die grote vluchten
in, en in die tussenpoos verenigen de Mei
kevers zich dan tot veel kleinere groepen
De Meikevers eten de bladeren van de
bomen en van de struiken en vooral hou
den ze van de bladeren van eiken, rode
beuken, pruimen-, perziken- en kersenbo
men, lysterbesstruiken, aborn-. appel- en
perenbomen. Maar ook alle andere blade
ren, die ze krijgen kunnen, eten ze op.
Vooral de vruchtbomen hebben veel te lij
den van de kevers, want wanneer ze kaal
gevreten zyn, betekent dat niet alleen, dat
de boom voor dat hele jaar beschadigd is,
maar ook dat je dat jaar geen vruchten
van die boom hoeft te verwachten.
Zo gauw de voorjaarszon de bodem vol
doende verwarmd heeft, breken de Meike
vers door de aardoppervlakte heen en trek
ken in zwermen, juist wanneer het donker
begint te worden, naar de plaatsen, waar
wat te halen valt. Het kan twee maanden
duren voor de dieren weer weg zijn.
Wanneer het mooi weer is, leggen de
wijfjes nadat ze zich eerst 9 tot 10 dagen
volgegeten hebben, de eerste eitjes en dan
meestal een stuk of 30. Daarvoor graven
ze zich eerst in de grond in en leggen de
er met Pommerland bedoeld was. Nu heeft
iemand dat eens onderzocht en heeft ont
dekt, dat Pommerland een andere naam is
voor Appelland en jullie kunnen wel be
grijpen, dat Appelland een naam is voor de
grote boomgaarden, waar allerlei soorten
vruchtbomen staan en natuurlijk ook ap
pelbomen.
Er wordt wel eens verteld, dat de Mei
kevers vooral in de schrikkeljaren voorko
men. „Schrikkeljaren zijn Meikeverjaren!"
zegt men dan. Dat is niet helemaal waar,
maar het is wel mogelijk, dat er om de
vier jaar (en jullie weten toch wel, dat
een schrikkeljaar om de vier jaar is?) meer
Meikevers zijn dan anders. Dat komt om
dat een Meikever meestal vier jaar nodig
heeft om van een eitje een echte Meikever
te worden. In warmere streken heeft hij
maar drie jaar nodig en in meer noorde
lijke gebieden soms wel eens vijf jaar.
eitjes dan op een diepte van 12 tot 40 c.m.
De wijfjes kunnen ongeveer 4 maal eieren
leggen.
Na 4 of 6 weken komen de larven uit de
eitjes. Deze voeden zich het eerste jaar met
de aarde en met zachte wortels en later
beginnen ze ook van de harde plantendelen
onder de aarde te eten. Van het voorjaar
tot de herfst eten de larven door. De scha
de, die ze toebrengen is in het eerste jaar
betrekkelijk gering, maar al naar mate ze
groter worden, is die schade ook groter
Geen plant waar ze nut van hebben, wordt
door de larven versmaad en vooral aan de
suikerbieten en beetwortels brengen ze
grote schade toe, maar ook aan de aardap
pels, dus kortom aan alle planten, die voor
onze voeding het voornaamste zijn.
Het is daarom heel goed te begrijpen, dat
de boeren altijd proberen de Meikevers zo
veel mogelijk uit te roeien.
DE SLIMME OLIFANT
of
WIE KAN ER HET HARD
STE BLAZEN?
Hier is een plaatje van een paar Witkop
gieren. Deze roofvogels leven in Noord-
Af rika en in Azië. Ook in de Zuidelijke
streken van Europa en op sommige plaat
sen van Zuid-Duitsland komen ze voor. Ze
voeden zich, als alle gieren, met aas. Wan
neer een of ander dier dood is gegaan, zor
gen de gieren wel, dat er na een tijdje niet
veel meer van de resten te zien is. Ze zijn
daarom heel nuttig en op sommige plaatsen
is het dan ook verboden om ze dood te ma
ken. Grotere dieren durven ze alleen te
naderen, wanneer die dieren gewond zijn
of in ieder geval hulpeloos.
De witkopgier is ongeveer 1 meter en 20
c.m. lang en als hij zijn vleugels uitslaat,
heeft hij een „vlucht" van 3 meter. Hij is
het echte type van een roofvogel, dat zul
len jullie wel zien als jullie deze legkaart
uitgeknipt en aan elkaar gepast hebben.
door Jan van Leeuwen.
Er zijn in de geschiedenis verschillende
gevallen bekend, van gevangenen, die op
de een of andere slimme manier uit hun
gevangenschap ontsnapten. Iedereen weet
wel, dat Hugo de Groot, toen hij op het
slot Loevestein gevangen zat in 1621, met
behulp van zijn vrouw en hun trouwe
dienstmaagd, in een boekenkist wist te ont
snappen. Hij kwam zo in Gorkum, ver
kleedde zich daar als metselaar en ging
naar Antwerpen.
Zich in andere kleren te steken had heel
dikwijls succes. De hertog van Lotharingen
heeft ook op die manier geprobeerd te ont
snappen.
De Fransen bezetten in 1634 Lotha*...gen
en hielden den Hertog in zijn kasteel in
Luneville gevangen. Op de eerste April
1634 ging een boerenvrouw heel vroeg in
de morgen naar de markt. Ze kwam onder
weg een boer en boerin tegen, die uit de
richting van Luneville kwamen. Toen ze
hen eens goed aankeek, herkende ze direct
den hertog en zijn vrouw, die in deze kle
ren uit het slot gevlucht waren. De boerin
liep vlug naar de schildwachten aan de
poort van de stad en vertelde wat ze ge
zien had. De soldaten keken even stomver
baasd en barstten toen in lachen uit „Alle
mensen!"' riepen zij uit, „wat heb je ons
aan het schrikken gemaakt, moedertje,
maar het is een uitstekende grap! We ge
loofden het heus het eerste ogenblik. Wat
is dat een kostelijke Aprilmop!" En hoe
meer de boerin haar best deed om de sol
daten te overtuigen, dat het werkelijk waar
was, des te harder begonnen de soldaten te
lachen.
Nadat ze lang over de zaak gepraat had
den, besloten de soldaten om het toch even
aan den officier, die dienst had, te vertel
len Maar ook deze beschouwde het verhaal
als een Aprilmop en wilde het niet verder
vertellen, uit angst, dat dan iedereen hem
uit zou lachen. De stadscommandant dacht
al precies hetzelfde, toen hij een paar uur
later de geschiedenis hoorde. Maar voor al
le zekerheid zond hij toch maar een paar
mannen naar het kasteel van den hertog.
Deze mannen vonden het verhaal zo grap
pig, dat ze eerst zelf een hele tijd uit moes
ten lachen en het aan iedereen, die ze te
genkwamen, vertelden. Die mensen lach
ten er ook allemaal hartelijk om en toen
de mannen later in de beste stemming bij
het kasteel kwamen en het aan de bedien
den vertelden, hoorden ze daar, dat de her
tog en zijn vrouw werkelijk ontvlucht wa
ren. Toen lachten ze geen van allen meer.
Er waren ondertussen al 8 uren verlo
pen, sinds de hertog en zijn vrouw uit het
kasteel ontsnapt waren, en ze waren al
over de grens van Duitsland gevlucht,
waar ze bondgenoten en vrienden troffen.
Behalve op hun andere kleren, hadden ze
ook wel een beetje op de oude gewoonte
om met 1 April grappen uit te halen, ver
trouwd en op die manier kwamen ze vrij
uit hun gevangenschap.
DE ZUINIGE SCHOT.
Juist toen een grote mailboot in New
York aankwam, en een Schot over de rai-
ling hing om naar het verkeer te kijken,
werd er een man' in duikerspak op een
andere boot opgehaald. De Schot zei toen
woedend tegen den kapitein: „Waarom
heeft u me niet gezegd, dat je ook over de
bodem van de zee naar Amerika kunt lo
pen, dan had ik dat ook gedaan. Dat is
toch veel goedkoper."
JE HOORT DE BOMEN GROEIEN.
In Zweden heeft men een nieuw instru
ment uitgevonden. Dit instrument maakt
het rhithme van de groei van een boom
hoorbaar en zichtbaar. Daardoor worden
de mensen dus in staat gesteld een boom
te horen groeien, iets wat voor de geleer
den bijzonder interessant is.