2e BLAD
W=K „Holland-lndië
komt natuurlijk ook Zaterdag
middag in het Openlucht-Theater
Volkszang
DE LANDBOUWDAG.
Eenige zeer billijke aanbiedingen in huizen:
W. G. v. ZADELHOFF, Apotheker
1938
1898
IFilSTK^HnTMIi.
EERSTE HULPHOEKJE
Steenhoffstr. 77, Soest, Tel.2909
op Zaterdagavond.
Een tragisch Geheim.
EERSTE SOESTER BEGRAFENIS ONDERNEMING
U SLAAGT ALTIJD EN BETER BIJ HET
FEUILLETON
behoorende bij „D E S O E S T E R" van
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1838, No. 73
Vervolg van pag. 2, le blad)
Landbouwpaard van 36 jaar.
H. J. v. d. Bor.
le prijs
2e prijs JJ. Brouwer.
3e prijs W. Floor.
4e prijs H. v. d. Breemer.
Landbouwpaarden ouder dan 6 jaar.
le prijs C. Blankesteijn.
2e prijs W. Floor.
3e prijs P. A. Hilhorst.
2-jarlge Landbouwpaarden.
le prjjs Joh. Kok.
2e prijs A. v. d. Breemer.
3e prjjs A. v. d. Hengel.
Jaarlingen.
le prijs I. Stalenhoef.
2e prys P. van den Breemer.
3e prijs Joh. v. d. Breemer.
E.V, A. I. Stalenhoef.
E.V. W. Hartman.
Koeien, klasse I, Stieren,
le prijs P. Wantenaar.
2e prijs G. Hallman.
3e prijs H. Kok Lzn.
He klas, Melkvee.
le prijs H. Kok.
2e prijs A. v. d. Hengel.
3e en 4e prijs D. Lam.
Klasse UI, Drachtige koeien.
le pr\js W. van Roomen.
2e prijs A. Hilhorst.
3e prys P. Kuyer.
KJasse IV, Vaarzen en Schotten,
le prijs P. J. Kok.
2e prijs A. van Doorn.
3e prijs P. van den Breemer.
4e prijs P. J. Kok.
Klasse V, 1-jarigen.
le prijs A. W, Kuyer.
2e prijs A. W. Zeijtveld.
3e prijs A. v. d. Hengel.
Klasse VI, /2 jarigen,
le prijs D. Lam.
2e prijs W. van Logtensteijn.
Klasse Vila, Guist vee.
2e prijs D. Lam.
Klasse Vllb, Vetvee.
le prijs Willem van Roomen.
2e prijs W. Hartman.
3e prijs W. van Roomen.
Villa m. centr. verw., bev.: 5 kamers, keuken, kelderk., badkam. met
ingeb. bad, 2 v. wascht., zolder, tuin, garage; vrij uitzicht; v. 37.50 p.m.
Landhuis, bev. suite, met zitje, keuken, kelder, 3 sl.kam., 2 v. wascht.,
douchecel, zolder, tuin, garage v. 28.per maand.
Vraagt inlichtingen en gratis Woninggids bij het
Woningbureau P. MAN, Eig. Ir J. G. F. Gijzen, gedipl Beëed. Mak.
STEENHOFFSTRAAT 5 t.o. Station Soestdijk. TELEFOON 2300
Varkens, kl. 1.
Drachtige zeugen.
le prijs C. Lam.
Kl. 2, zog met keuen*
le prijs P. v. Rossenberg.
2e prijs A. F. Kuyper.
3e prijs Joh. v. d. Breemer.
Schapen.
le prijs W. Floor.
2e prijs P. G. K}ok.
3e prijs A. v. Logtenstein.
Extra prijzen vielen ten deel aan:
D. Lam, zilveren medaille, van H.K.H.
Prinses Juliana, voor het hoogste aantal
punten in alle klassen.
H. J. v. d. Bor, zilveren medaille van
MANNENKOOR „APOLLO"
SOESTDIJK.
De door den dirigent van bovengenoemd
koor speciaal gecomponeerde en gedichte
Jubileum-cantate Is te Loenen a.d. Vecht
door ruim honderd zangers en zangeressen
waar ter plaatse veel belangstelling voor
bestond o.l.v.d. componist en directeur H.
J. v. Maurik, met veel succes uitgevoerd.
Apotheek en Laboratorium voor chemisch onderzoek
VAN WEEDESTRAAT 46 TELEFOON 2487
Opleiding voor Apotheker-Adsistent.
Aanvang der cursus MEDIO SEPTEMBER
Z.K.H. Prins Bemhard,voor het beste
landbouwpaard in kl. 2-2A en 3.
H. Kok, zilveren medaille van den Com
missaris der Koningin in de Prov. Utrecht
voor het beste stuk hoornvee.
A. J. Stalenhoef, zilveren medaille van
de gemeente Soest, aangeboden door het
Gemeentebestuur voor de beste merrie met
veulen.
W. v. Roomen, zilv. Wisselbeker, aan
geboden door Jhr. C. H. v. d. Brandeler,
voor den inzender die in alle klassen teza
men het hoogst aantal punten heeft ver
worven.
A. J. Stalenhoef, kunstvoorwerp, aan
geboden door den heer W. v. d. Grift, uit
Baarn, voor de beste in tuiggaande mer
rie, gedekt door Tebertus of Protector.
Joh. v. d. Breemer, zilv. jubileum-medail
le, aangeboden door den heer H. J. A.
Meijer, voor den winnaar kl. concours 2-
spannen Boerenwagen.
A. J. Stalenhoef, zweep met zilveren
inscriptie, aangeboden door Mej. J. Ka
merbeek uit hotel de Gouden Ploeg, voor
het beste één-span.
H. Kok, 10.aangeboden door den
heer H. v. d. Pol, rietdekker, voor de beste
inzending in de kl. koeien 2, 3 en 4.
A. W. Kuyer, 10.aangeboden door
Uit te voeren door de gezamenlijke Soester
Koren ter gelegenheid van het 40-jarig
Regeeringsjubileum van Hare Majesteit
op a.s. Dinsdagmiddag van 16.1517.15
uur in het Openluchttheater Soest.
Gedicht: E. van Eeden.
Muziek: J. Bartelsman
KONINGIN WILHELMINA.
Een jubel gaat door Nederland,
De feestklaroenen schallen.
De klokken luiden blij van toon,
En vreugdeschoten knallen.
Het dundoek wappert aan den mast,
Hoog boven van den toren.
Heel Holland is in feestkleed^,
Als nimmer nog te voren.
OPGERICHT 1899
Fa. J, C. Haks Dz. Directeur D. HOOLWERF
Telef. 2 731
Kantoor: Heuvelweg. 18
Begrafenissen - transporten - crematie-s
Hoort de accoorden der klokken die luiden,
Met hun gebeier den volke beduiden,
Dat er een feestzang en danklied beginne,
't Loflied ter eere van Neerlands-Vorstinne.
Hoort! Volk van Nederland!
Hoort hoe die blijde klanken,
Aan Hem, die 't &1 bestiert,
Oprecht ootmoedig danken:
„Dankt, dankt nu allen God,
„Met blijde feestgezangen,
„Van Hem is 't heuglijk lot,
„Het heil, dat wij ontvangen.
„Hij ziet in Christus ons,
„Altijd genadig aan,
„En heeft ons dag aan dag,
„Met goedheid overlaan."
Hoe volgen Zij niet fier,
het spoor van Hare Vad'ren,
Die met Hun edel bloed,
Oranje in de ad'ren,
Voor vrijheid en voor recht,
méér dan vierhonderd jaren,
Het lieve Vaderland,
voor 't volk mochten bewaren.
Door vele eeuwen heen,
bleef het „ORANJE-BOVEN".
Dat kostbaar edel pand,
dat laten wij niet rooven.
Voor woest geweld of druk,
wat er ook kome ooit.
„ORANJE-NEDERLAND",
de Band verbreke nooit.
Hooge Koninklijke Vrouwe,
Wilhelmina van Nassouwe,
Van Uw volk het kostbaarst pand,
Koningin van Nederland.
Gij bestierdet veertig jaren,
Die het Land ten zegen waren
Met onwrikbaar vaste hand,
't Vrije volk van Nederland.
De lieve Koninginne,
Het klinkt ver over zee,
Waakt immer fier en krachtig,
Voor het „JE MAINTIENDRAI".
Zij handhaaft de historie,
In zachtheid ligt Haar Kracht.
Als erfdeel der Oranjes,
Het oude voorgeslacht.
J. M. van Kooy, zuivelfabrikant, voor de
beste inzending koeien, kl. 5.
P. van Rosseweij, 5.aangeboden
door dezelfde, voor de beste inzending var
kens.
A. J. Stalenhoef, 5.aangeboden door
H. Valkenet, Mr. smid, voor de beste jaar-
lingpaarden.
Hiermede was deze geslaagde Concours
dag ten einde, welke werd bijgewoond door
1600 bezoekers, duus volkomen
Wat wappert de Driekleur, ons Rood-Wit
en Blauw,
Dat erfstuk uit eeuwen van glorie.
Die wimpel, 't symbool van onwrikbaren
Der oude Oranje-historie. (trouw,
Zoo trotsch en zoo fier zijn haar banen ont
plooid,
Ter eer Onzer Vorst'lijke Vrouwe,
Die steeds is geweest, als de vlag van Haar
land,
Het toonbeeld van Houw en van Trouwe!
VERKEERDE VOORLICHTING.
Het drogistenorgaan: „Voor alles ge
zondheid" geeft in haar 7e jaargang No.
21 wenken voor moeders van jeugdige kin
deren.
Voor snijwonden wordt daarin het vol
gende aanbevolen:
„Wascht wonden altijd goed uit met
„een oplossing van een theelepeltje
„boorzuur op L. water. Leg ook een
„hierin gedrenkt stukje verbandgaas
„op de wond. Daar het voorwerp, wan-
„neer het zich snijdt, niet altijd schoon
„is, dcet U er verstandig aan, vooraf
„de wond te ontsmetten met een wei-
„nig jodium-tinctuur of mercuro-
„chroom. Is de wond diep en groot,
„dan kunt U er een paai- druppels pe
rubalsem in doen. Verbindt de wond
„zoo stevig mogelijk en laat alleen
„den dokter komen als het bloeden
„niet wil ophouden."
Meneer de medicus, zich noemende „Me-
dico", ik hoop, dat deze regelen U via de
uitgeefster zullen bereiken en geef U ern
stig den raad een E.H.B.O.-cursus te vol
gen. Een leek mag niet aangeraden wor
den een wond uit te wasschen. Een groote
diepe wond mag door een leek niet be
handeld worden met perubalsem en dat
U adviseert alleen een dokter te laten ko
men als het bloeden niet wil ophouden, is
mij een raadsel.
Moet die diepe wond niet gehecht wor
den, Medico? op den E.H.B.O.-cursus
wordt ons anders geleerd:
Een klein wondje wordt met een weinig
Jodium-tinctuur behandeld, daarop een
gaasje met leukoplast bevestigd. Een groo
te diepe wond wordt uitsluitend voorzien
van een steriel verband, 't liefst een snel-
verband en zoo noodig een drukverband.
En dan sturen wij zoo'n patiënt direct
naar den dokter, meneer de medicus. In
geen geval gaan wij de wond eerst behan
delen.
Mag ik U het „Oranje Kruisboekje" aan
bevelen
Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duitschen bloet;
Den Vaderlant ghetrouwe
Blijf ick tot in den doet.
Een Prince van Oranjen
Ben ick vrij onverveert,
Den Coninck van Hispanjen
Heb ick altijd gheëert.
Mijn schild ende betrouwen
Sjjt ghy, o Godt, mijn Heer!
Op U so wil ick bouwen,
Verlaat mij nimmer meer!
Dat ick doch vroom mach blijven,
U dienaer t'allerstont,
Die tyranny verdrijven,
Die mij mijn hart doorwont.
De Jubeltoon klinkt over 't Land,
Ter eere der Vorstin.
Een machtig loflied, wijd en zijd,
Lang leev' de Koningin!
De Hulde aan Haar wijs beleid,
Klinkt over verre zee.
Een golf van geestdrift bruist alom:
HOEZEE! HOEZEE! HOEZEE!
Het ligt in de bedoeling, dat als onder
deel der feestelijkheden op heden, Zater
dagavond te 7.15 uur in het Rosarium te
genover het Gemeentehuis een uurtje van
Soester Volkszang wordt gegeven, uitgaan
de van het Soester Volkszang Comité, dat
uit vertegenwoordigers van de 7 Soester
Zang- en Muziekvereenigingen bestaat. Als
dirigent zal optreden de heer J. Bartels
man.
Br zullen worden gezongen 1-stemmige
Vaderlandsche liederen, waarvan het de
bedoeling is, dat het geheele publiek me-
dezingt, iets wat hier ter plaatse ook al
eens eerder is georganiseerd, namelijk ter
gelegenheid van den verjaardag van Prina
Bernhard.
De Soester Harmonie P.V.O. zal zijn me
dewerking bij dezen volkszang verleenen.
naar het Engelsch.
15).
„Leidde de weg, dien de man nam, en
kel naar „De Wilgen"?" vroeg hij.
„O, neen, sir. Om de kromming zijn er
drie paden. Het één voert regelrecht over
de velden naar den hoofdweg en de andere
loopen alle twee naar het dorp."
Met hartelijken dank begaf Sydney Cox
zich op weg. Hij lette wel degelijk op de
plek, waar Simm zei, dat hij gestaan had,
toen hjj den vreemde zag wegloopen, ach
ternagezeten als hij werd door den herder.
Hij maakte ook een berekening, wat be
treft den tijd en kwam tot de slotsom, dat,
als de moordenaar zijn geweer en zijn
horlogeketting in de sloot had laten val
len, nadat hij het schot had afgevuurd, hij
dit dan moest gedaan hebben, als het wa
re voor de oogen van Simm. Dit ontkende
Simm echter toen hij later ondervraagd
werd, zoodat de detective er nog maar
tweeërlei theorie op na kon houden: óf de
man loog, óf het geweer en de ketting had
den totaal geen verband met den moorde
naar.
Toen Sydney Cox langs het transport-
veld ging, mocht hij daar even met Simm
spreken. Het was nu bijna tien uur en hij
verlangde terug naar z(jn logies, daar hij
wel wist, dat de eigenaars van dergelijke
dorpsgelegenheden graag niet laat sluiten,
daar ze zelf toch ook vroeg in de weer
moeten zijn.
Hij had eenige moeite met den juisten
weg te vinden, maar meende dien toch ein
delijk gekozen te hebben; stak een stee-
nen bruggetje over en was al een paar
honderd meter ver toen hij het betwijfelen
ging, of hij zich niet vergist had. Toen hij
een scherpe bocht in den weg zag, besloot
hij, om eens te zien, waar die heenleidde.
Verrast keek hij op, toen hij „De Wilgen"
vlak vóór zich zag liggen. Het was niet
donker en makkelijk stak hij de weide over,
die hem nog van het huis scheidde.
Ineens herinnerde hij zich, dat hij een
hongerigen en heel mageren herdershond
had opgemerkt op het erf en dit weer
hield hem, om nu langs den achterkant
het huis te naderen.
Behoedzaam liep hij langs het erf heen
naar den voorkant. Hij vond het hek open
dat leidde naar wat ééns een mooie oprij
laan en een aardig park was geweest,
maar dat nü ontaard was in een wilder
nis.
Het kwam Cox intusschen zeer goed te
pas, dat de oprijlaan zoo dicht overgroeid
was met mos en gras; het geluid van zijn
voetstappen werd daardoor geheel ge
dempt.
Er was geen licht in huis, maar toen hij
naderbijkwam, zag hü, dat er geen gor
dijnen voor de ramen hingen. Hij gluurde
eens naar binnen, maar voor zoover hij
in de schemering nog onderscheiden
kon, hingen de lappen behangsel er bij en
waren de plafonds bevlekt van het vocht.
Hij was nu langs drie vensters gekomen
en naderde het vierde: De ruit daarvan was
gebroken en was maar opgestopt met dun
karton.
Terwijl hij er naar keek, hoorde hij
stemmen van binnen. Hij trachtte al eens
in te gluren door spleten en barsten in het
houtwerk, maar dit lukte toch niet; wel
hoorde hij eeh heesche stem fluisteren:
„Je moét gaan! Ik ben niet bang voor
je en ik ben hier nu baas in huis."
„Zeg dat niet", klonk er een andere
stem, die de detective wél meende te her
kennen. „Je zoudt tochi niet buiten mij
kunnen. Ik zal je niet lastig vallen, maar
denk toch eens aan: ik kan Immers ner
gens anders heen. Laat mij nu bij je blij
ven!"
„Neen, ik wil je niet om en bij mij heb
ben."
„Maar je vergeet, dat Rose hier nu de
baas is. Zoo lang zij er is, blijf ik. Als ik
wegga, zal zij ook niet langer willen blij
ven. Nuen dan weet je de rest!"
Ineens begon de magere herdershond op
het erf verschrikkelijk te blaffen. Er volg
de een gesis, als om hem het zwijgen op
te leggen, een geschuifel van voeten, een
dichtslaan van de deur enhet vertrek
was verlaten.
De detective trok zich ijlings terug in
de schaduw van de boomen en sloop door
het hek. De hond had gewaarschuwd, dat
er iemand in de nabijheid was, aan den
achterkant van het huis. Cox was geen
lafaard, maar hij was a.lléén en de bewo
ners van „De Wilgen" [stonden immers
niet best aangeschreven. Ondanks hun be
tuigingen wist hij nü, dat er een man ver
borgen was,en een man, die zich ge
rechtigd achtte, de baas te zijn in huis!
Toen Cox dan ook het logementje be
reikte, bleef hij nog tot diep in den nacht
zitten denken over hetgeen h\j nu het
laatst had gezien en vooral gehóórd.
HOOFDSTUK X.
Na zijn gesprek met den detective was
soldaat Simm naar zijn tent teruggekeerd.
Een ppaar minuten later waren alle licht
ten uitgedoofd en het heele kamp was in
duisternis gehuld.
Simm werkte zich behendig uit zjjn la
kens en legde, in plaats van zijn eigen
persoontje, een opgerolde paardedeken er
tusschen.
Het is geen gemakkelijk ondernemen om
's nachts onopgemerkt uit een kamp weg
te sluipen en er terug te keeren, maar
Simm had het er al meermalen met suc
ces afgebracht. Hij droeg zijn schoenen in
de hand, met de 'bedoeling om die weer aan
te doen, zoodra h\j het kamp verlaten had.
Hij volgde denzelfden weg als de detec
tive, maar ging naar den achterkant van
het huis, waar hij ook onmiddellijk begroet
werd door een woest geblaf van den ma-
geren herdershond. Waarschijnlijk zou hij
de beenen genomen hebben, als de deur
niet vlug opengegaan was en Hanna's
hoofd verscheen. Ze was heel bleek en
eenigszins buiten adem:
„Wat wilt u hier op dit. uur van den
avond, al^ de menschen al naar bed zijn."
„Wees maar niet ontzet, liefje! Je hebt
hier juist iemand weggestuurd met wien
ik wel een woordje had willen spreken."
„Ik begrijp niet, wat u bedoelt. Mrs.
Smith en Rose zijn beiden in bed."
„Laat ze daar, als-je-blieft, blijven. Ik
wil geen namen noemen, maar ik heb oogen
in het hoofd en je zult er mij wat voor
moeten geven, als je wilt, dat ik den mond
houd!"
Een rilling liep Hanna door de leden en
met grooten nadruk vroeg zij:
„Wat hebt u gezien?"
„Dat is mijn zaak, lieve! Vertel jij maar
eens dengeen, dien je zoo even wegge
stuurd hebt, dat er een detective hier is en
dat die tegen mij gezegd heeft, dat, als ik
zoo dicht in de buurt was ik den moorde
naar ook het geweer in de sloot had moe
ten zien gooien. „Neen", zei ik, „dat heb
ik toch niet gezien." wat ook waar Is.
Maar die bepaalde persoon wéét, wat ik
gezien heb en die detective gelooft mij nu
niet al te best, dus die zal mij zeker wel
meer vragen doen. Nu, lieve, je kimt niet
verwachten van een armen man, dat hij
zoo zeer z'n best zou doen voor niets
Een kleine belooning moet er dus wel op
overschieten. Dat is èl, wat ik je vraag."
„Hoeveel moet je dan hebben?"
„Zóó mag ik 't hooren, liefje!
Nu, laten we zeggen vijftig pond. Dat
zie je voor mij te krijgen en ik beloof je,
dat ik zwijgen zal en dat ik je nog een
aardig presentje geef, op den koop toe!"
„Uw presentjes heb ik niet noodig, maar
ik zal zien, wat ik doen kan. Vanavond
heb ik geen geld in huis. Mrs. Smith óók
niet. Maar morgen, nè. zessen, zal ik in het
dorp met u samenkomen en u vertellen,
wat er gedaan kan worden."
„Afgesproken! Goedennacht, liefje, en
aangename droomen!"
De deur ging toe en de man daar buiten
wreef zich in de handen van genoegen.
Toen ging hij terug naar het kamp, deed
zgn schoenen uit en kroop in bed, terwijl
alleen z'n buurman op onverstaanbaren
bromtoon aan hem vroeg, waarom hij toch
niet wat rustiger kon zijn.
Die vraag hoefde de man anders niet te
herhalen, want binnen vijf minuten was
soldaat Simm in slaap, zonder eenige kwel
lende gedachte, want hij was er zich in het
minst niet van bewust, dat de detective,
dien hij zoo graag misleiden wilde, hem
dien avond juist gezien had.
Gedurende de week, die volgde, zat Cox
tot 's avonds laat verdiept in het geheim,
dat hij maar niet doorgronden kon.
(Wordt vervolgd).