DL B LL.
VoogdenerJ
Eemnes
Hoop.
No. 106
DINSDAG 30 DECEMBER (1924
Verschijnt Dinsdags en Vrijdags
FLnnEiiEiKouf?
ADVERTENTIEPRIJZEN: van 1—5 regels II.— elke regel meer
20 cent. Advertenties tusschen den tekst op pagina 2 en 3 dubbel
tariefadvertenties op pagina 1 driemaal den regelprijs.
Bij contract belangrijke reductie
Bureau van Redactie en Administratie
ABONNEMENTSPRIJS bij vooruitbetaling per drie maanden
70 cent, met geïllustreerd Zondagsblad f 1 35 per post 85 cent
met geïllustreerd Zondagsblad I 1.80.
Per week 6 cent. met Zondagsblad 11 cent. Losse nummers 5 ct
Eerste Blad.
Nog eenige uren scheiden ons van het
oogenblik, waarop het jaar afscheid neemt, om
plaats te maken voor een nieuw.
En op dat oogenblik. op dat denkbeeldige
oogenblik. gaat er in ons, menschen, heel
wat om.
Van welke richting, zoowel op politiek als
op Godsdienstig terrein, wij ook zijn, aan
welke zijde van den aardbol wij ons ook be
vinden. het moment van de jaarwisseling is
telkenmale weer voor ons ten keerpunt in ons
leven. Op dat oogenblik komt steeds weer
boven, het beste dat wij hebben, ons betere ik,
zich uitende in een stil vertoeven bij wat ge
beurde, in vurig, oprecht verlangen naar 't
goede in dat, wat komen zal.
Oudejaarsavond! Dat zijn de uren, waarop
in eenige, simpele oogenbhkken aan ons voorbij
trekt een heel jaar van gebeuren. Dan rijen
zich dt gebeurtenissen en trekken zij aan ons
voorbij, de legers onzer gedachten;.... dan
komen ze aan ons voorbij gemarcheerd, de
herinneringen aan zoo grootc als kleine
schoone oogenblikkten, aan diepe smarten,
welke bloedende wonden sloegen, zoowel als
aan kleine verdrietelijkheden. Dan komen ze
tot ons, de herinneringen aan wat ons trof
door schoonheid, of door schrijnende pijn.
Dan doorleven wij in korte spanne tijds weder
al 't schoone, al 't mooie dat ons gegeven werd,
dat tot ons kwam, dan lijden wij weden op
nieuw het groote leed, de dikwijls onnoeme
lijke pijnen, welke ons lichaam folterden of
onze ziel te torsen kreeg. Dan wellen de tranen
op, diep, diep uit ons innerlijk wezen en lossen
zich op in één lange snik; soms eene van
innige dankbaarheid om 't heerlijk geluk, dat
wij deelachtig werden, dikwijls om 't onzeg-
gelijke leed. dat ook ons niet spaarde.
Dan >is 't parade in ons hoofd en sneller
steeds trekken ze voorbij, de herinneringen,
in gesloten colonnes. Wij vertoeven bij wat
was.
Doch voort gaat het leven, immer voort.
En voort ook gaat de tijd.En wij worden
meegevoerd door den stroom naar wat komen
zal. En staren voor ons uit, het onbe
kende in. En wij vragen ons afwat nu?
En wij hopen,
Gelukkig: wij hopen. Anders waren wij geen
menschen. Wij hopen, dat in wat komen gaat,
voor ons zal zijn weggelegd iets moois, iets
goeds. Niet om ons zelf, in de eerste plaats;
wij hopen dat er zonneschijn zal zijn in onze
ziel. En hoe ouder wij worden, des tc minder
zullen onze verwachtingen en wenschen zijn
voor ons zelf.
Wij worden ouder en hopen. Ziedaar
het machtige, het grootc. het geweldige, dat
ligt in dat denkbeeldige oogenblik dat heet:
oud in nieuw.
De mensch richt zich op, hoe zwaar zijn
wonden ook wezen mogen hoe moeizaam
't ook gaat. dikwijls. Hij richt zich op. gaat
den weg. welke voor hem ligt. het onbekende
in en hooptWat hij ook verloren moge
hebben... dat ééne heeft hij behouden: de
hoop.
Gelukkig bij hoopt Wijs den mensch die
geen hoop meer heeft. Hij is er niet. Al is die
hoop nog zoo klein, nog zoo nederig, zij is
er. En wij schrijden voort,, de hoop is
onze steun.
Wij worden ouder en ouder en hoe ouder
wij worden, des te grootcr onze hoop....
des tc mooier onze hoop op de toekomst,
omdat ons hopen steeds meer is bestemd voor
hen. die om ons zijn, ons leven vervullen, ons
dierbaar zijn.
Wij schrijden voort op 't levenspad, van
•hoop venvuld. En wij steken beide handen uit,
als in overgave en zeggen wees ons welkom,
gij toekomst, gij groote onbekende.
Wees ons welkom, want op u is onze hoop
gebouwd.
B. L.
Het Rapport van de heeren E. Diamant
en H. F. J. ten Kroode over de Reke
ning van den Ontvanger en het Bur
gerlijk Armbestuur 1923.
Ill de raadsvergadering van 2 October
1924 werden bovengenoemde heeren aangewe
zen om de rekening van den Ontvanger en
het Burgerlijk Armbestuur van Laren na te
zien. Aan het uitvoerig rapport, dat zij van
hun bevindingen hebben opgesteld ontlcenen
wij het volgende:
Het kwam hen niet voldctende voor, zich tc
contcntceren met z.g. „steekproeven", die de
vorige Raadscommissie met de Rekening 1922
had genomen. Reeds toen had de heer
Diamant als zijn mecning te kennen gegeven,
dat op die wijze de verificatie niet aan be
hoorlijke eischen voldoen kon. Ook de heer
Ten Kroode deelde deze zienswijze volkomen,
zoodat de onderhavige commissie zich tot taak
stelde alle ontvangsten en uitgaven zooveel
mogelijk aan haar oordeel te onderwerpen.
De Commissie is van meening, dat het ge-
wenscht is dat door het „Bureau voor Verifi
catie en financieele adviezen van de Vereen,
van Nederl. Gemeenten", dat de uitgaven
voorkomende in de boeken van den Ontvan
ger 3-maandelijks controleert, daarvan een
eenigszins beredeneerd rapport wordt uitge
bracht. Wellicht zou daarin dan ook tot uiting
zijn gekomen, dat weliswaar van alle uitgaven
behoorlijk geteekende mandaten aanwezig wa
ren, doch dat ook van verschillende ontvang
sten en uitgaven niet aan alle eischen van een
deugdelijke controle beantwoordende beschei
den werden aangetroffen.
Nadrukkelijk stelt de Commissie na deze
opmerking vast. dat de administratie door den
Ontvanger gevoerd, noch aan volledigheid of
overzichtelijkheid, nóch aan stiptheid te wen
schen overliet, en dat genoemde functionaris
de Commissie bij de uitvoering van haar taak
in alle opzichten ter wille is geweest.
Daarna volgt een bespreking van de verschil
lende posten. Wij noemen daarvan de vol
gende
Ten aanzien van de gratificatiën aan brand
weerlieden wijst de Commissie er met klem
op. dat voor alle ontvangsten dt Gemeente
ontvanger quiteert en voor alle betalingen
kwijting wordt geêischt.
Ten aanzien van de Plaatselijke Inkomsten
belasting zegt de Commissie:
De opbrengst bestond uit: 1/3 (n.l. de maan
den Jan. t.m. April 1923) van het belasting
jaar i922-'23, in totaal f95-5/0.—met een
heffingspercentage van 2*. f 31.850.en
2/3 (n.l. de maanden Mei t.m. Dec. 1923) van
het belastingjaar i923-'24, in totaal ten minste
f 171.000.met een hetfingspercentage van
4: f 114.000.te zamen f 145.850.
Bij het afsluiten der rekening over 1923 was
van den Rijksontvanger slechts ingekomen
f 128.650.zoodat over 1923 nog te vorderen
was f 17.200.welk laatste 'bedrag verant
woord zal worden in 1924. De opbrengst uit
dezen post in 1923 bleef derhalve c.a.
f 92.000.ten achter bij de raming, per saldo
groot pl.m. f 220.60aHieruit volgt, dat de
indertijd door den heer Burgemeester, in zijn
antwoord aan den eerstondergttcekendc, in
verband met diens begrootingsrede. verkon
digde stelling, dat de geraamde belasting
opbrengst er in ieder geval komen moet, ook
voor 1923 niet opgaat. Deze stelling is trou
wens indertijd reeds door den eerstonderge-
teekende bij diens repliek bestreden, mede
onder verwijzing naar hetzelfde verschijnsel
over 1922.
De afwezigheid van kennis van het wezen
tener Gemeentebegrooting, gelijk het verwijt
van den Burgemeester in diens destijds ge
geven antwoord aan den eerstondergeteekendc
(den heer Diamant) luidde, behoeft dus nïet
voetstoots tc worden aangenomen, waar be
weerd wordt, dat de geraamde belasting
opbrengst hooger kan zijn, dan de werkelijke
ontvangst.
De Commissie geeft als haar oordeel te ken
nen. dat. ofschoon afwijkingen tusschen ra
ming en opbrengst niet zijn te vermijden, er
naar moet worden gestreefd, die verschillen
tot een minimum tc beperken. Nog wensche-
lijker ware het. indien kon worden bereikt,
dat, in tegenstelling met hetgeen zich dc laat
ste jaren voordeed, n.l. dat de raming boven
de opbrengst uitgaat, dt ontvangsten in be
langrijke mate dc begrooting te boven gaan.
Een oplossing in die richting zou kunnen
worden gevonden door bij dc bcgrooting alle
uitgaven, tot het doen waarvan de gemeente
niet door wettelijk* voorschriften of door
contract verplicht is, op te schorten totdat de
tijd zal zijn aangebroken, waarop met zeker
heid dc opbrengst van de hoofdbron, n.l. de
belastingen, op basis van een redelijke heffing,
zooals dc tegenwoordige van 4 zou kunnen
worden vastgesteld. Eerst dan, en niet eerder,
behoorde men tot het doen van zulke onver
plichte uitgaven over te gaan.
Het wil der Commissie voorkomen, dat de
raad in het jaar 1923 veel te optimistisch is
geweest, en daardoor uitgaven heeft goedge
keurd, zonder de zekerheid te hebben, of tot
dekking daarvan de inkomsten in voldoende
mate zouden vloeien.
Wanneer bij de behandeling der aanstaande
begrooting in dt aangegeven richting zou wor
den te werk gegaan, dan zou zijn tegemoet
gekomen aan een onafwijsbaren cisch van
voorzichtig financieel gemeentebeleid.
De uitgaven betreffende dt ambtenaren van
den Burgerlijken Stand geven de Commissie
aanleiding op te merken, dat het gewenscht
is in dc toekomst op dezen post te bezuinigen,
die bij suppl. begrooting tot f 750.is ver
hoogd.
Ten aanzien van dt Reis- en Verblijfkosten
adviseert dc Commissie in het vervolg niet
anders gebruik te maken van auto's dan in
noodzakelijke gevallen, b.v. wanneer de plaats
van bestemming nitt per trein of tram kan
worden bereikt. Het zal in elk geval aanbeve
ling verdiehem. 'het kostbare wachten van
auto's te vermijden.
De post Onderhoud en Aankoop van meu
belen was'oorspronkelijk geraamd op f 500.—
en later verhoogd tot f 815.22. Van deze som
wtrd slechts f 38.47 bestemd voor het eigen
lijke doel van dezen rekeningpost. De rest
ad f 776.75 werd besteed tot aankoop van
schilderstukken, n.l.
van den heer Vredenburg 2 stuk
ken voor f 90
van den heer Breeman 1 triptiek voor 425.
van den heer Toon de Jong twee
(ten teeken ingen voor 250.
Reparatie lijsten 11.75
f 776.75
Of voor deze uitgaven voldoende grond aan
wezig was, vermag de Commissie niet te bc-
oordeelen. Mede op grond van dc ook in de
rekening van 1923 voorkomende uitgaven ten
'c/ohoeve van de beeldende kunstenaars, met de
Rijksbijdrage tezamen f 8000.zou de Com
missie hieromtrent gaarne worden ingelicht.
De kosten van Financieele Controle beloo-
pen f 82250. Hierin zijn begrtpen f 620.
voor de controle op de administratie der
woningbouwvereenigingen. Het komt de Com
missie voor. dat het regelmatiger ware, zoo
die vereenigingen deze kosten uit eigen kas
bestreden. Het zou ook overwtging verdienen
of aan een gemeente ambtenaar, die daartoe
de geschiktheid bezit, die taak zou kunnen
worden opgcdragc-n ttgen een vergoeding ten
laste van genoemde vereen ïgingskassen Meer
aanbeveling zou het evenwel verdienen, wan
neer een bestuurder dier vertcnigingcn zelf
standig de administratie ter hand nam.
Daarnaast acht de Commissie noodzakelijk een
nauwgezet toezicht van gemeentewege op het
beheer, door die vereenigingen gevoerd, aan
gezien toch nadeelige saldi bijna uitsluitend
ten laste der gemeentekas komen.
De Contributie aan de Verecniging van
Nederlandsehc Gtmeenten bedraagt f 91.50.
De Commissie vraagt zich af, of, waar onge
veer de helft der 1400 Nederl. gemeenten niet
is aangesloten, dit lidmaatschap van Laren
moet worden bestendigd. Zij metnt. dat ge
noemde vcreeniging, die zooveel tegenstrijdige
belangen heeft te behartigen, weinig voor
Laren /al kunnen doen. Mtt name noemt zij
b v. dc forcnscnbelasting. Groote en kleine
gemeenten hebben hier tegenstrijdig* belan
gen. De Commissie beveelt vervolgens B. en
W. gaarne aan in den een of anderen vorm
stappen te diArn bij dc betrokken autoriteiten
oin ongewijzigde aanneming van het aangebo
den „Ontwerp Foreivscnbelasting" te bevor
deren.
Omtrent dc Bijdragen aan Openbare Lees
zalen zegt cit Commissie:
De uitgetrokken f 6 000.— werden als volgt
uitbetaald
Openbare Leeszaal f 1.830.
R.K. Openbare Leeszaal 4-17°-
Te zamen f 6.000.
Bij de behandeling van de begrooting voor
1924 werd, op verzoek van eerstondergetee
kendc door B. en W. toegezegd, te zullen on
derzoeken. of de Besturen der beide Openbare
Leeszalen bereid waren in overleg te treden
omtiVnt dc vraag, of fusie mogelijk ware. ten
einde zonder opoffering van beginsel te komen
tot beperking der uitgaven en zoodoende tot
vermindering van de uit dc publieke kas op te
brengen subsidies. Zou dit overleg nitt plaats
hebben of niet het gcwenschte resultaat op
leveren, dan zou de cerstondergetcckende voor
volgende jaren zijn standpunt bepalen ten
aanzten van de subsidie aan die der beide
leeszalen, door wier bestuur het overleg werd
geweigerd of het bereiken van het gewenschte
gevolg werd in den weg gestaan.
Tot nu toe mocht dc raad te d.'en aanzien
var. B. en W. niets vernemen, ofschoon die
toezegging reeds meer dan een jaar geleden
werd gedaan.
Wellicht zijn bij de bcgrooting 1925 mede-
declingcn \anwege het gemeentebestuur ter
zake te wachten. Zonder hierop vooruit te
willen loopen. stelt de eerstonderteekende (de
heer Diamant) er prijs op onder uw aandacht
te brengen, dat tegen de voorgestelde samen
voeging geen principieele bezwaren kunnen be
staan, aangezien, naar bij informatie bleek, in
dc gemeenten Almelo en Doctinchem dt
katholieke geestelijkheid ook met het bestuur
der Openbare Leeszaal samenwerkt. Daar heeft
ir.tn slechts één openbare leeszaal met één
catalogus, en 111 deze catalogus is op het eerste
blad voor katholieke lezers een voorschrift
van hun Geestelijkheid geplaatst, waardoor alle
beginselmoeilijkheden blijkbaar worden onder
vangen. Hter wordt dus een „Algemeene"
Openbare Leeszaal door de R.K. Geestelijkheid
gesanctionneerd.
Waar dit dus in andere gemeenten mogelijk
is. behoeft hitrtegen ook in Laren geen be
zwaar te bestaan.
Mocht derhalve uit dc mededeelingen te
dezer zake van B. en W. blijken, dat of de
Openbare-, of dt R.K. Openbare Leeszaal tot
samenwerking niet bereid werd gevonden, dan
zal de betrokken Leeszaal de consequentie van
haar houding hebben te aanvaarden en zal ze
ztlf dan maar de kosten van de exploitatie
geheel moeten dragen, terwijl aan deze instel
ling het subsidie behoort te worden onthouden.
De tweede ondergeteekende (de hter Ten
Kroode) kan zich met het hierboven ontwik
kelde standpunt niet vereenigen.
Aanleg van wegen uit het Wegenfonds.
Uit het onderzc/ek, dat naar het verloop
dezer Rekening werd ingesteld, is gebleken, dat
eind 1923 f 16676.01* uit dien hoofde in kas
had moeten zijn.
Dooiidat in de opeenvolgende jaren niet ge
reserveerd werd g'ehouden het gedeelte van
de door particulieren in het Wegenfonds ge
storte gelden, dat nog niet voor dat doel was
gebruikt, is het meergenoemde bedrag inge
teerd.
Of hitnuit gewone, dan wel buitengewone
uitgaven zijn bestreden, zal ter secretarie na
der worden onderzocht, terwijl door B. en W.
den Raad voorstellen zullen worden gedaan,
omtrent de wijze waarop aanvulling van dit
saldo zal plaats vinden.
Oven den aan- en verbouw van het gemtente-
huis en da'stributiehuis met eerste inrichting,
zegt de Commissi.-
Toen bij de verificatie van dit volgnummer
een mandaat werd aangetroffen van een uit
betaling aan den architect, den Hetr H. F.
Smit, „Gedeelte Honorarium voor de verbou
wing van het Gemeente- en Distriibutiehuis,
overeenkomstig de honorariumtabel voor ar
chitecten 1.500.—." heeft de Commis
sie. waar haar bij navraag bleek, dat dit het
eerste gedeelte van het salaris was. teneinde
zich van de juistheid van die gtdeeltclijkc be
taling te kunnen vergewissen, doen voorleggen
de mandaten, waarbij de venderc betalingen
aan den heer Smit werden bevolen.
Dit waren dc mandaten No. 576 en 577. beide
dd. 16 Augustus 1924. ten beloope van
1.168.80 en 666.56. tezamen uitmakende
met dc in 1923 betaalde 1.500.—. een som
van f 3.335 36.
Of, en in hoeverre de betaaldt declaraties
juist waren kon slechts worden -gecontr. met
de overeenkomst, die tusschen het Gemeente
bestuur en den architect was aangegaan. Die
overeenkomst bleek te zijn opgenomen in de
notuitn van een Raadszitting van 19 Februari
1920. waarvan het ter zake dienende gtdeelte
luidt als volgt
240. Jaarwedde Gemeente-Architect.
„Het voorstel van B. en W. om de jaar-
„weddc van den Gemeente-Architect, in-
„gaande 1 Januari 1920, te bepalen op
„f 2.000.en den voorloopigen pensioen
grondslag op ƒ2 000 5.— als schat
eer voor het vergunningsrecht) alsmede
„voor hem uitgtvoerde buitengewone ge-
„meentewerken, waarvan de kosten meer
„dan 20.000.bedragen, toe tc kennen een
„vergoeding, overeenkomende met de laag-
„ste klasse van dc honorariumtabel voor ar
chitecten."
„De Voorzitter antwoordt op de desbe
treffende vraag van den heer Voogd, dat de
„architect verantwoordelijk is voor hei
„werk van de te benoemen opzichter".
„Het voorstel wordt met algemeene
„stemmen aangenomen".
Hieruit volgt dus, dat indien dezen func
tionaris opgedragen wend. een Gemeentewerk,
dat een bouwsom van 20000.overschreed,
hem het gewone archtieetenhonorarium vol
gens de laagste gemeenteklasse der tabel zou
worden uitbetaald.
Uit de door den beer Smit ingeleverde de
claraties, dd. 15 Juli 1924. blijkt intusschen,
dat het eene werk n.l. betreffende het Ge-
metntehuis, 26.000.vorderde, zoodat hier
over het door de Gemeente verschuldigde sa
laris, groot 2.168.80 terecht werd uitbetaald.
Hetzelfde kan evenwel met gezegd worden van
het honorarium, door. den architect Smit in re
kening gebracht en door den ontvanger uitbe
taald met betrekking tot den bouw van het
Distributiehuis.
Volgens dc eigen opgave van den architect,
betrof het hier eten werk, dat slechts
12000.bedroeg en dus verre bleef bene
den de grens van 20.000.Het hiervoor ge
declareerde bedrag, groot 1.16656 is naar 't
oordeel der Commissie ten onrechte uitbt-
taald 1
De desbetreffende declaratie is voor accoord
getcckend door den Directeur van Gemeente
werken en het mandaat door Burgemeester
ei» Wethouder Calis.
Dat de architect ztlf ervan overtuigd was.
dat lucr van twee afzonderlijke wciiken geen
sprake was, blijkt wel uit dc omstandigheid,
dat hij voor het werk Gemeente-huis. bedra
gende 26.000.,in rekening bracht het vol
gens klasse A daarvoor in aanmerking ko
utend percentage n.l. 6.41 en voor het Dist>r,i-
butiehuis ad 12.000.—, 7.3 pCt.
Zoo genoemde heer van meenang was ge
weest. dat het één werk gold, dan had hij
slechts in rekening mogen brengen over
(f26.000.en f 12.000.f38.0005.96
pCt. of wel: 2.264.80
verhoogd met 30 pet. toeslag voor
verbouwing (art 24 der tabel)679.44
Voor de weiiktcckeningen (1.182
pet. pi. 30 pet. is 1.5366 pet):... 5839'
Tesamen 3 528.15
terwijl nu in hoofdsom in rekening
gebracht werd 2.568.80 plus
1.366.56 is 3 935 36
Beide totaalbedragen zijn te verminderen
met 600.wegens aftrek voon gedeeltelijke
uitvoering vanwege de Gemeente Laren
De commissie zal gaarne van B. en W. ver-
nem'en op welke wijze en wanneer het hier
boven aangeduide ten onrechte uitbetaalde be
drag, groot 1.166.56 inct bijberekening van
rente, in de Gemeentekas zal worden terug
gestort.
Financieele positie der gemeente.
Ten slotte heeft de Commissie gemeend
zich eten oordeel te moeten, vormen omtrent
het bedrag der Gemeentelijke schuld.
Op het eind van 1923 was de stand aldus:
Schulden niet bij wijze van an-
nuiteit aangegaan 431.385.
Sohuldcn wel bij wijze van an
nuïteit aangegaan 416.000.
847.385—
Dit cijfer komt overeen met het bedrag,
genoemd door eerstondergtetcekende in zijn
rede bij de bcgrooting 1924.
In het antwoord, dat de Burgemeester op
deze rede gaf, wordt in zekeren zin ontkend,
dat de schuldenlast der gemeente zoo groot is.
De Commissie nu. is door eigen waarneming
tot de conclusie gtkomen. dat het hierboven
genoemde bedrag wel degelijk het beloop van
de Gemeenteschuld op 31 December 1923 weer
geeft
Aan het einde van haar taak gekomen, geeft
de Commissie den Raad in overweging de Re
kening van den Ontvanger over 1923 goed
te keuren, zoo dc verkregen inlichttngen van
B. en \Y. daartoe aanleiding geven.
De Commissie voonnoemd
w.g. W. J. E. DIAMANT
H. F. J. TEN KROODE
Raadsvergadering.
Vervolg uit het tweede blad.
Et? heer CRAP HELLINGMAN (C. H.)
vraagt verplaatsing van enkele lantaarns,
op dat hier' en daar een doelmatige ver
lichting kan plaats hebben.
D«* BURGEMEESTER zal gaarne een
lijstje van de desiderata van den heier
Crap Hellingman te dien aanzien ontvan
gen ter nadere overweging.
De heer DIAMANT (N.) verzookt punt
80, subsidie teil behoeve van de politie
school te Hilversum a f 20.te schrappen.
Do BURGEMEESTER meent, dat dit
instituut steun verdient., omdat het de
politie op een hooger peil brengt.
Met. op 1 na algemeene stammen werd
de post op de bcgrooting gelaten.
Bij punt 81 betreffende de kosten van
geneeskundige behandeling van het poli
tiepersoneel en van de gezinnen daarvan,
(geraamd bedrag f 200.magt. de heer
GAM PM AN (R.K.) of het juist is. dat de
liiatst-uangcstelde poli tie-beambte van dit
recht is uitgesloten.
De BURGEMEESTER antwoordt, dat
alleen het oudere personeel de genoemde
vrije geneeskundige behandeling met zijn
gezinnen geniet
D*' heeren CAMPMAN (R.K.) en VAN
GESTEL (R.K.) stellen voor, ook den
laatst-benoemdcn agent er in te betrek
ken. Gelijke monniken, gelijke kappen.
Met 3 stemmen tegen werd evenwel de
zienswijze van B. en W. geliandliuafd.
Bij de behandeling van de subsidie van
dc Burgerwacht (f250.stelde de lieer
BAKKER (R.K.) voor deze te verhoogen
met f 500.dus te brengen op f 750.
Hij vindt de Burgerwacht, geen sport en
er is wel degelijk, volgens spr.. gevaar
voor wanordelijkheden. Men is nog aan 't
werk, zij het ook in stilte.
Dl- heer DIAMANT (N.) vindt het. zeer
verkeerd, wanneer men eerst uit zuinig
heid f 500 schrapt, men later zou beslui
ten, die er weer bij te doen!
Met 8 tegen 3 stemmen wordt het voor
stel van B. en W.om de subsidie op f250
te laten daarna aangenomen.
Aan de orde komt daarna Hoofdstuk VI
betreffende de Volksgezondheid.
Do heer VAN GESTEL (R.K zegt ont
dekt to hebben dut de gemeente- „vrijbnn-
ken" heeft en het verwondert hem, dat
deze zoo weinig opbrengen, llij zou gaarne
nader omtrent, den aard van deze vrijban-
keu worden ingelicht.
De hoer DIAMANT (N.) vraagt of dit
instituut soms de goede zeden kwetst.
De BURGEMEESTER expliceert de be
doeling van de vrijbanken. waar alleen
vleesch van de sporadisch voorkomende
noodslach tin geil mag worden verkocht.
Bij punt 101, l»etreffende de subsidie
aan vereenigingen voor drankbestrijding
(f 150.stelt de heer DIAMANT (N.)
\oor, te trachten geleidelijk van al die
subsidies af te komen. Spr. wil z.e althans
voorloopig met 20 pet. verminderen en al
leen subsidie geven aan neutrale vereeni-