DL B LL. VoogdenerJ Eemnes Hoop. No. 106 DINSDAG 30 DECEMBER (1924 Verschijnt Dinsdags en Vrijdags FLnnEiiEiKouf? ADVERTENTIEPRIJZEN: van 1—5 regels II.— elke regel meer 20 cent. Advertenties tusschen den tekst op pagina 2 en 3 dubbel tariefadvertenties op pagina 1 driemaal den regelprijs. Bij contract belangrijke reductie Bureau van Redactie en Administratie ABONNEMENTSPRIJS bij vooruitbetaling per drie maanden 70 cent, met geïllustreerd Zondagsblad f 1 35 per post 85 cent met geïllustreerd Zondagsblad I 1.80. Per week 6 cent. met Zondagsblad 11 cent. Losse nummers 5 ct Eerste Blad. Nog eenige uren scheiden ons van het oogenblik, waarop het jaar afscheid neemt, om plaats te maken voor een nieuw. En op dat oogenblik. op dat denkbeeldige oogenblik. gaat er in ons, menschen, heel wat om. Van welke richting, zoowel op politiek als op Godsdienstig terrein, wij ook zijn, aan welke zijde van den aardbol wij ons ook be vinden. het moment van de jaarwisseling is telkenmale weer voor ons ten keerpunt in ons leven. Op dat oogenblik komt steeds weer boven, het beste dat wij hebben, ons betere ik, zich uitende in een stil vertoeven bij wat ge beurde, in vurig, oprecht verlangen naar 't goede in dat, wat komen zal. Oudejaarsavond! Dat zijn de uren, waarop in eenige, simpele oogenbhkken aan ons voorbij trekt een heel jaar van gebeuren. Dan rijen zich dt gebeurtenissen en trekken zij aan ons voorbij, de legers onzer gedachten;.... dan komen ze aan ons voorbij gemarcheerd, de herinneringen aan zoo grootc als kleine schoone oogenblikkten, aan diepe smarten, welke bloedende wonden sloegen, zoowel als aan kleine verdrietelijkheden. Dan komen ze tot ons, de herinneringen aan wat ons trof door schoonheid, of door schrijnende pijn. Dan doorleven wij in korte spanne tijds weder al 't schoone, al 't mooie dat ons gegeven werd, dat tot ons kwam, dan lijden wij weden op nieuw het groote leed, de dikwijls onnoeme lijke pijnen, welke ons lichaam folterden of onze ziel te torsen kreeg. Dan wellen de tranen op, diep, diep uit ons innerlijk wezen en lossen zich op in één lange snik; soms eene van innige dankbaarheid om 't heerlijk geluk, dat wij deelachtig werden, dikwijls om 't onzeg- gelijke leed. dat ook ons niet spaarde. Dan >is 't parade in ons hoofd en sneller steeds trekken ze voorbij, de herinneringen, in gesloten colonnes. Wij vertoeven bij wat was. Doch voort gaat het leven, immer voort. En voort ook gaat de tijd.En wij worden meegevoerd door den stroom naar wat komen zal. En staren voor ons uit, het onbe kende in. En wij vragen ons afwat nu? En wij hopen, Gelukkig: wij hopen. Anders waren wij geen menschen. Wij hopen, dat in wat komen gaat, voor ons zal zijn weggelegd iets moois, iets goeds. Niet om ons zelf, in de eerste plaats; wij hopen dat er zonneschijn zal zijn in onze ziel. En hoe ouder wij worden, des tc minder zullen onze verwachtingen en wenschen zijn voor ons zelf. Wij worden ouder en hopen. Ziedaar het machtige, het grootc. het geweldige, dat ligt in dat denkbeeldige oogenblik dat heet: oud in nieuw. De mensch richt zich op, hoe zwaar zijn wonden ook wezen mogen hoe moeizaam 't ook gaat. dikwijls. Hij richt zich op. gaat den weg. welke voor hem ligt. het onbekende in en hooptWat hij ook verloren moge hebben... dat ééne heeft hij behouden: de hoop. Gelukkig bij hoopt Wijs den mensch die geen hoop meer heeft. Hij is er niet. Al is die hoop nog zoo klein, nog zoo nederig, zij is er. En wij schrijden voort,, de hoop is onze steun. Wij worden ouder en ouder en hoe ouder wij worden, des te grootcr onze hoop.... des tc mooier onze hoop op de toekomst, omdat ons hopen steeds meer is bestemd voor hen. die om ons zijn, ons leven vervullen, ons dierbaar zijn. Wij schrijden voort op 't levenspad, van •hoop venvuld. En wij steken beide handen uit, als in overgave en zeggen wees ons welkom, gij toekomst, gij groote onbekende. Wees ons welkom, want op u is onze hoop gebouwd. B. L. Het Rapport van de heeren E. Diamant en H. F. J. ten Kroode over de Reke ning van den Ontvanger en het Bur gerlijk Armbestuur 1923. Ill de raadsvergadering van 2 October 1924 werden bovengenoemde heeren aangewe zen om de rekening van den Ontvanger en het Burgerlijk Armbestuur van Laren na te zien. Aan het uitvoerig rapport, dat zij van hun bevindingen hebben opgesteld ontlcenen wij het volgende: Het kwam hen niet voldctende voor, zich tc contcntceren met z.g. „steekproeven", die de vorige Raadscommissie met de Rekening 1922 had genomen. Reeds toen had de heer Diamant als zijn mecning te kennen gegeven, dat op die wijze de verificatie niet aan be hoorlijke eischen voldoen kon. Ook de heer Ten Kroode deelde deze zienswijze volkomen, zoodat de onderhavige commissie zich tot taak stelde alle ontvangsten en uitgaven zooveel mogelijk aan haar oordeel te onderwerpen. De Commissie is van meening, dat het ge- wenscht is dat door het „Bureau voor Verifi catie en financieele adviezen van de Vereen, van Nederl. Gemeenten", dat de uitgaven voorkomende in de boeken van den Ontvan ger 3-maandelijks controleert, daarvan een eenigszins beredeneerd rapport wordt uitge bracht. Wellicht zou daarin dan ook tot uiting zijn gekomen, dat weliswaar van alle uitgaven behoorlijk geteekende mandaten aanwezig wa ren, doch dat ook van verschillende ontvang sten en uitgaven niet aan alle eischen van een deugdelijke controle beantwoordende beschei den werden aangetroffen. Nadrukkelijk stelt de Commissie na deze opmerking vast. dat de administratie door den Ontvanger gevoerd, noch aan volledigheid of overzichtelijkheid, nóch aan stiptheid te wen schen overliet, en dat genoemde functionaris de Commissie bij de uitvoering van haar taak in alle opzichten ter wille is geweest. Daarna volgt een bespreking van de verschil lende posten. Wij noemen daarvan de vol gende Ten aanzien van de gratificatiën aan brand weerlieden wijst de Commissie er met klem op. dat voor alle ontvangsten dt Gemeente ontvanger quiteert en voor alle betalingen kwijting wordt geêischt. Ten aanzien van de Plaatselijke Inkomsten belasting zegt de Commissie: De opbrengst bestond uit: 1/3 (n.l. de maan den Jan. t.m. April 1923) van het belasting jaar i922-'23, in totaal f95-5/0.—met een heffingspercentage van 2*. f 31.850.en 2/3 (n.l. de maanden Mei t.m. Dec. 1923) van het belastingjaar i923-'24, in totaal ten minste f 171.000.met een hetfingspercentage van 4: f 114.000.te zamen f 145.850. Bij het afsluiten der rekening over 1923 was van den Rijksontvanger slechts ingekomen f 128.650.zoodat over 1923 nog te vorderen was f 17.200.welk laatste 'bedrag verant woord zal worden in 1924. De opbrengst uit dezen post in 1923 bleef derhalve c.a. f 92.000.ten achter bij de raming, per saldo groot pl.m. f 220.60aHieruit volgt, dat de indertijd door den heer Burgemeester, in zijn antwoord aan den eerstondergttcekendc, in verband met diens begrootingsrede. verkon digde stelling, dat de geraamde belasting opbrengst er in ieder geval komen moet, ook voor 1923 niet opgaat. Deze stelling is trou wens indertijd reeds door den eerstonderge- teekende bij diens repliek bestreden, mede onder verwijzing naar hetzelfde verschijnsel over 1922. De afwezigheid van kennis van het wezen tener Gemeentebegrooting, gelijk het verwijt van den Burgemeester in diens destijds ge geven antwoord aan den eerstondergeteekendc (den heer Diamant) luidde, behoeft dus nïet voetstoots tc worden aangenomen, waar be weerd wordt, dat de geraamde belasting opbrengst hooger kan zijn, dan de werkelijke ontvangst. De Commissie geeft als haar oordeel te ken nen. dat. ofschoon afwijkingen tusschen ra ming en opbrengst niet zijn te vermijden, er naar moet worden gestreefd, die verschillen tot een minimum tc beperken. Nog wensche- lijker ware het. indien kon worden bereikt, dat, in tegenstelling met hetgeen zich dc laat ste jaren voordeed, n.l. dat de raming boven de opbrengst uitgaat, dt ontvangsten in be langrijke mate dc begrooting te boven gaan. Een oplossing in die richting zou kunnen worden gevonden door bij dc bcgrooting alle uitgaven, tot het doen waarvan de gemeente niet door wettelijk* voorschriften of door contract verplicht is, op te schorten totdat de tijd zal zijn aangebroken, waarop met zeker heid dc opbrengst van de hoofdbron, n.l. de belastingen, op basis van een redelijke heffing, zooals dc tegenwoordige van 4 zou kunnen worden vastgesteld. Eerst dan, en niet eerder, behoorde men tot het doen van zulke onver plichte uitgaven over te gaan. Het wil der Commissie voorkomen, dat de raad in het jaar 1923 veel te optimistisch is geweest, en daardoor uitgaven heeft goedge keurd, zonder de zekerheid te hebben, of tot dekking daarvan de inkomsten in voldoende mate zouden vloeien. Wanneer bij de behandeling der aanstaande begrooting in dt aangegeven richting zou wor den te werk gegaan, dan zou zijn tegemoet gekomen aan een onafwijsbaren cisch van voorzichtig financieel gemeentebeleid. De uitgaven betreffende dt ambtenaren van den Burgerlijken Stand geven de Commissie aanleiding op te merken, dat het gewenscht is in dc toekomst op dezen post te bezuinigen, die bij suppl. begrooting tot f 750.is ver hoogd. Ten aanzien van dt Reis- en Verblijfkosten adviseert dc Commissie in het vervolg niet anders gebruik te maken van auto's dan in noodzakelijke gevallen, b.v. wanneer de plaats van bestemming nitt per trein of tram kan worden bereikt. Het zal in elk geval aanbeve ling verdiehem. 'het kostbare wachten van auto's te vermijden. De post Onderhoud en Aankoop van meu belen was'oorspronkelijk geraamd op f 500.— en later verhoogd tot f 815.22. Van deze som wtrd slechts f 38.47 bestemd voor het eigen lijke doel van dezen rekeningpost. De rest ad f 776.75 werd besteed tot aankoop van schilderstukken, n.l. van den heer Vredenburg 2 stuk ken voor f 90 van den heer Breeman 1 triptiek voor 425. van den heer Toon de Jong twee (ten teeken ingen voor 250. Reparatie lijsten 11.75 f 776.75 Of voor deze uitgaven voldoende grond aan wezig was, vermag de Commissie niet te bc- oordeelen. Mede op grond van dc ook in de rekening van 1923 voorkomende uitgaven ten 'c/ohoeve van de beeldende kunstenaars, met de Rijksbijdrage tezamen f 8000.zou de Com missie hieromtrent gaarne worden ingelicht. De kosten van Financieele Controle beloo- pen f 82250. Hierin zijn begrtpen f 620. voor de controle op de administratie der woningbouwvereenigingen. Het komt de Com missie voor. dat het regelmatiger ware, zoo die vereenigingen deze kosten uit eigen kas bestreden. Het zou ook overwtging verdienen of aan een gemeente ambtenaar, die daartoe de geschiktheid bezit, die taak zou kunnen worden opgcdragc-n ttgen een vergoeding ten laste van genoemde vereen ïgingskassen Meer aanbeveling zou het evenwel verdienen, wan neer een bestuurder dier vertcnigingcn zelf standig de administratie ter hand nam. Daarnaast acht de Commissie noodzakelijk een nauwgezet toezicht van gemeentewege op het beheer, door die vereenigingen gevoerd, aan gezien toch nadeelige saldi bijna uitsluitend ten laste der gemeentekas komen. De Contributie aan de Verecniging van Nederlandsehc Gtmeenten bedraagt f 91.50. De Commissie vraagt zich af, of, waar onge veer de helft der 1400 Nederl. gemeenten niet is aangesloten, dit lidmaatschap van Laren moet worden bestendigd. Zij metnt. dat ge noemde vcreeniging, die zooveel tegenstrijdige belangen heeft te behartigen, weinig voor Laren /al kunnen doen. Mtt name noemt zij b v. dc forcnscnbelasting. Groote en kleine gemeenten hebben hier tegenstrijdig* belan gen. De Commissie beveelt vervolgens B. en W. gaarne aan in den een of anderen vorm stappen te diArn bij dc betrokken autoriteiten oin ongewijzigde aanneming van het aangebo den „Ontwerp Foreivscnbelasting" te bevor deren. Omtrent dc Bijdragen aan Openbare Lees zalen zegt cit Commissie: De uitgetrokken f 6 000.— werden als volgt uitbetaald Openbare Leeszaal f 1.830. R.K. Openbare Leeszaal 4-17°- Te zamen f 6.000. Bij de behandeling van de begrooting voor 1924 werd, op verzoek van eerstondergetee kendc door B. en W. toegezegd, te zullen on derzoeken. of de Besturen der beide Openbare Leeszalen bereid waren in overleg te treden omtiVnt dc vraag, of fusie mogelijk ware. ten einde zonder opoffering van beginsel te komen tot beperking der uitgaven en zoodoende tot vermindering van de uit dc publieke kas op te brengen subsidies. Zou dit overleg nitt plaats hebben of niet het gcwenschte resultaat op leveren, dan zou de cerstondergetcckende voor volgende jaren zijn standpunt bepalen ten aanzten van de subsidie aan die der beide leeszalen, door wier bestuur het overleg werd geweigerd of het bereiken van het gewenschte gevolg werd in den weg gestaan. Tot nu toe mocht dc raad te d.'en aanzien var. B. en W. niets vernemen, ofschoon die toezegging reeds meer dan een jaar geleden werd gedaan. Wellicht zijn bij de bcgrooting 1925 mede- declingcn \anwege het gemeentebestuur ter zake te wachten. Zonder hierop vooruit te willen loopen. stelt de eerstonderteekende (de heer Diamant) er prijs op onder uw aandacht te brengen, dat tegen de voorgestelde samen voeging geen principieele bezwaren kunnen be staan, aangezien, naar bij informatie bleek, in dc gemeenten Almelo en Doctinchem dt katholieke geestelijkheid ook met het bestuur der Openbare Leeszaal samenwerkt. Daar heeft ir.tn slechts één openbare leeszaal met één catalogus, en 111 deze catalogus is op het eerste blad voor katholieke lezers een voorschrift van hun Geestelijkheid geplaatst, waardoor alle beginselmoeilijkheden blijkbaar worden onder vangen. Hter wordt dus een „Algemeene" Openbare Leeszaal door de R.K. Geestelijkheid gesanctionneerd. Waar dit dus in andere gemeenten mogelijk is. behoeft hitrtegen ook in Laren geen be zwaar te bestaan. Mocht derhalve uit dc mededeelingen te dezer zake van B. en W. blijken, dat of de Openbare-, of dt R.K. Openbare Leeszaal tot samenwerking niet bereid werd gevonden, dan zal de betrokken Leeszaal de consequentie van haar houding hebben te aanvaarden en zal ze ztlf dan maar de kosten van de exploitatie geheel moeten dragen, terwijl aan deze instel ling het subsidie behoort te worden onthouden. De tweede ondergeteekende (de hter Ten Kroode) kan zich met het hierboven ontwik kelde standpunt niet vereenigen. Aanleg van wegen uit het Wegenfonds. Uit het onderzc/ek, dat naar het verloop dezer Rekening werd ingesteld, is gebleken, dat eind 1923 f 16676.01* uit dien hoofde in kas had moeten zijn. Dooiidat in de opeenvolgende jaren niet ge reserveerd werd g'ehouden het gedeelte van de door particulieren in het Wegenfonds ge storte gelden, dat nog niet voor dat doel was gebruikt, is het meergenoemde bedrag inge teerd. Of hitnuit gewone, dan wel buitengewone uitgaven zijn bestreden, zal ter secretarie na der worden onderzocht, terwijl door B. en W. den Raad voorstellen zullen worden gedaan, omtrent de wijze waarop aanvulling van dit saldo zal plaats vinden. Oven den aan- en verbouw van het gemtente- huis en da'stributiehuis met eerste inrichting, zegt de Commissi.- Toen bij de verificatie van dit volgnummer een mandaat werd aangetroffen van een uit betaling aan den architect, den Hetr H. F. Smit, „Gedeelte Honorarium voor de verbou wing van het Gemeente- en Distriibutiehuis, overeenkomstig de honorariumtabel voor ar chitecten 1.500.—." heeft de Commis sie. waar haar bij navraag bleek, dat dit het eerste gedeelte van het salaris was. teneinde zich van de juistheid van die gtdeeltclijkc be taling te kunnen vergewissen, doen voorleggen de mandaten, waarbij de venderc betalingen aan den heer Smit werden bevolen. Dit waren dc mandaten No. 576 en 577. beide dd. 16 Augustus 1924. ten beloope van 1.168.80 en 666.56. tezamen uitmakende met dc in 1923 betaalde 1.500.—. een som van f 3.335 36. Of, en in hoeverre de betaaldt declaraties juist waren kon slechts worden -gecontr. met de overeenkomst, die tusschen het Gemeente bestuur en den architect was aangegaan. Die overeenkomst bleek te zijn opgenomen in de notuitn van een Raadszitting van 19 Februari 1920. waarvan het ter zake dienende gtdeelte luidt als volgt 240. Jaarwedde Gemeente-Architect. „Het voorstel van B. en W. om de jaar- „weddc van den Gemeente-Architect, in- „gaande 1 Januari 1920, te bepalen op „f 2.000.en den voorloopigen pensioen grondslag op ƒ2 000 5.— als schat eer voor het vergunningsrecht) alsmede „voor hem uitgtvoerde buitengewone ge- „meentewerken, waarvan de kosten meer „dan 20.000.bedragen, toe tc kennen een „vergoeding, overeenkomende met de laag- „ste klasse van dc honorariumtabel voor ar chitecten." „De Voorzitter antwoordt op de desbe treffende vraag van den heer Voogd, dat de „architect verantwoordelijk is voor hei „werk van de te benoemen opzichter". „Het voorstel wordt met algemeene „stemmen aangenomen". Hieruit volgt dus, dat indien dezen func tionaris opgedragen wend. een Gemeentewerk, dat een bouwsom van 20000.overschreed, hem het gewone archtieetenhonorarium vol gens de laagste gemeenteklasse der tabel zou worden uitbetaald. Uit de door den beer Smit ingeleverde de claraties, dd. 15 Juli 1924. blijkt intusschen, dat het eene werk n.l. betreffende het Ge- metntehuis, 26.000.vorderde, zoodat hier over het door de Gemeente verschuldigde sa laris, groot 2.168.80 terecht werd uitbetaald. Hetzelfde kan evenwel met gezegd worden van het honorarium, door. den architect Smit in re kening gebracht en door den ontvanger uitbe taald met betrekking tot den bouw van het Distributiehuis. Volgens dc eigen opgave van den architect, betrof het hier eten werk, dat slechts 12000.bedroeg en dus verre bleef bene den de grens van 20.000.Het hiervoor ge declareerde bedrag, groot 1.16656 is naar 't oordeel der Commissie ten onrechte uitbt- taald 1 De desbetreffende declaratie is voor accoord getcckend door den Directeur van Gemeente werken en het mandaat door Burgemeester ei» Wethouder Calis. Dat de architect ztlf ervan overtuigd was. dat lucr van twee afzonderlijke wciiken geen sprake was, blijkt wel uit dc omstandigheid, dat hij voor het werk Gemeente-huis. bedra gende 26.000.,in rekening bracht het vol gens klasse A daarvoor in aanmerking ko utend percentage n.l. 6.41 en voor het Dist>r,i- butiehuis ad 12.000.—, 7.3 pCt. Zoo genoemde heer van meenang was ge weest. dat het één werk gold, dan had hij slechts in rekening mogen brengen over (f26.000.en f 12.000.f38.0005.96 pCt. of wel: 2.264.80 verhoogd met 30 pet. toeslag voor verbouwing (art 24 der tabel)679.44 Voor de weiiktcckeningen (1.182 pet. pi. 30 pet. is 1.5366 pet):... 5839' Tesamen 3 528.15 terwijl nu in hoofdsom in rekening gebracht werd 2.568.80 plus 1.366.56 is 3 935 36 Beide totaalbedragen zijn te verminderen met 600.wegens aftrek voon gedeeltelijke uitvoering vanwege de Gemeente Laren De commissie zal gaarne van B. en W. ver- nem'en op welke wijze en wanneer het hier boven aangeduide ten onrechte uitbetaalde be drag, groot 1.166.56 inct bijberekening van rente, in de Gemeentekas zal worden terug gestort. Financieele positie der gemeente. Ten slotte heeft de Commissie gemeend zich eten oordeel te moeten, vormen omtrent het bedrag der Gemeentelijke schuld. Op het eind van 1923 was de stand aldus: Schulden niet bij wijze van an- nuiteit aangegaan 431.385. Sohuldcn wel bij wijze van an nuïteit aangegaan 416.000. 847.385— Dit cijfer komt overeen met het bedrag, genoemd door eerstondergtetcekende in zijn rede bij de bcgrooting 1924. In het antwoord, dat de Burgemeester op deze rede gaf, wordt in zekeren zin ontkend, dat de schuldenlast der gemeente zoo groot is. De Commissie nu. is door eigen waarneming tot de conclusie gtkomen. dat het hierboven genoemde bedrag wel degelijk het beloop van de Gemeenteschuld op 31 December 1923 weer geeft Aan het einde van haar taak gekomen, geeft de Commissie den Raad in overweging de Re kening van den Ontvanger over 1923 goed te keuren, zoo dc verkregen inlichttngen van B. en \Y. daartoe aanleiding geven. De Commissie voonnoemd w.g. W. J. E. DIAMANT H. F. J. TEN KROODE Raadsvergadering. Vervolg uit het tweede blad. Et? heer CRAP HELLINGMAN (C. H.) vraagt verplaatsing van enkele lantaarns, op dat hier' en daar een doelmatige ver lichting kan plaats hebben. D«* BURGEMEESTER zal gaarne een lijstje van de desiderata van den heier Crap Hellingman te dien aanzien ontvan gen ter nadere overweging. De heer DIAMANT (N.) verzookt punt 80, subsidie teil behoeve van de politie school te Hilversum a f 20.te schrappen. Do BURGEMEESTER meent, dat dit instituut steun verdient., omdat het de politie op een hooger peil brengt. Met. op 1 na algemeene stammen werd de post op de bcgrooting gelaten. Bij punt 81 betreffende de kosten van geneeskundige behandeling van het poli tiepersoneel en van de gezinnen daarvan, (geraamd bedrag f 200.magt. de heer GAM PM AN (R.K.) of het juist is. dat de liiatst-uangcstelde poli tie-beambte van dit recht is uitgesloten. De BURGEMEESTER antwoordt, dat alleen het oudere personeel de genoemde vrije geneeskundige behandeling met zijn gezinnen geniet D*' heeren CAMPMAN (R.K.) en VAN GESTEL (R.K.) stellen voor, ook den laatst-benoemdcn agent er in te betrek ken. Gelijke monniken, gelijke kappen. Met 3 stemmen tegen werd evenwel de zienswijze van B. en W. geliandliuafd. Bij de behandeling van de subsidie van dc Burgerwacht (f250.stelde de lieer BAKKER (R.K.) voor deze te verhoogen met f 500.dus te brengen op f 750. Hij vindt de Burgerwacht, geen sport en er is wel degelijk, volgens spr.. gevaar voor wanordelijkheden. Men is nog aan 't werk, zij het ook in stilte. Dl- heer DIAMANT (N.) vindt het. zeer verkeerd, wanneer men eerst uit zuinig heid f 500 schrapt, men later zou beslui ten, die er weer bij te doen! Met 8 tegen 3 stemmen wordt het voor stel van B. en W.om de subsidie op f250 te laten daarna aangenomen. Aan de orde komt daarna Hoofdstuk VI betreffende de Volksgezondheid. Do heer VAN GESTEL (R.K zegt ont dekt to hebben dut de gemeente- „vrijbnn- ken" heeft en het verwondert hem, dat deze zoo weinig opbrengen, llij zou gaarne nader omtrent, den aard van deze vrijban- keu worden ingelicht. De hoer DIAMANT (N.) vraagt of dit instituut soms de goede zeden kwetst. De BURGEMEESTER expliceert de be doeling van de vrijbanken. waar alleen vleesch van de sporadisch voorkomende noodslach tin geil mag worden verkocht. Bij punt 101, l»etreffende de subsidie aan vereenigingen voor drankbestrijding (f 150.stelt de heer DIAMANT (N.) \oor, te trachten geleidelijk van al die subsidies af te komen. Spr. wil z.e althans voorloopig met 20 pet. verminderen en al leen subsidie geven aan neutrale vereeni-

Historische kranten - Archief Eemland

Eemnesser Courant | 1924 | | pagina 1