unstsehilder n zwerver 9etrus Martinus FranciscusHerwaart LEES VERDER OP PAGINA: (fDERDAG 20 DECEMBER 1973 LEUSDER KRANT vond het goed Ik kocht een Schotse herder. Die hond begon te verharen. Ze hadden in die flat een heel oud kleedje en dat kwam vol met honde- haar te zitten. Toen ik de woning opzei, omdat ik iets anders gevonden had, dat me beter aanstond, kreeg ik een oproep van de Rechtbank Ze hadden een aanklacht ingediend. Ze wilden een nieuw karpet Het karpet was onbruik baar. er zat een dikke laag hondehaar op. De rechter vroeg aan mij of het zo was. Ik zei ,,Die laag hondehaar was niet zó dik, maar zó Wijst met duim en wijsvinger een dikte van een centi meter of vier aan. ..Wij liepen op het haar van onze eigen hond. edel achtbare Ik kreeg gelijk Zij konden onverrichterzake naar huis gaan. Ik heb op het punt gestaan om ook met mijn tweede vrouw naar Amerika te gaan lk was op het Amerikaanse Consulaat en had al een formulier in gevuld Toen bleek, dat het alleen voor mij was. ..Wij zijn met ons beiden," zei ik. ,.U mag direkt terug van het Amerikaanse Consulaat." ,,En mijn vrouw," zei ik ..Die valt onder de Emigratiewet Dat duurt drie jaar." Toen heb ik het laten schieten Anders was het heel anders gelopen. Ik vraag hem nu naar zijn Neder landse tijd en hoop dat hij even met zijn gedachten in Nederland wil blijven. ,,In Amersfoort had ik een kunst handel op de hoek van de Westerstraat en de Appelweg We woonden al een paar jaar hier, toen ging nog het praatje dat we niet getrouwd waren.' ,,Dat komt," zegt zijn tweede vrouw, ..wij schelen achttien jaar. Maar we zijn echt in Den Haag getrouwd, hoor In februari 1974 zijn we dertig jaar getrouwd We wonen negenentwintig jaar in Leusden. ,,Wij hebben ook nog drie jaar in Steenwijk gewoond. Ik was er leider van de dresseerhondenciub." Zijn vrouw .toont mij een foto met veel martiaal uitziende heren met grote uniformpetten op Op de voorgrond een stuk of tien fiere herdershonden, de oren gespitst in opperste waak zaamheid. ,.lk heb ook veel honden geschil derd De laatste, die ik schilderde, was voor de baas van Noach op de Soesterweg. Ook een Duitse herder Ik heb Superalex gehad. Syrië, Claus van Zinsenfort Ik had daar in de Westerstraat goede gelegenheid voor, met een grote tuin. Ik had voor me dat pleintje. Een overste bracht daar elke morgen zijn dochtertje te paard naar de meisjesschool." wor staat en lden; sui- re- ihui Het wik niets n de geen be- zo- Su- en te keer leen nder t de our- om rder LEUSDEN - Hij wordt in maart 1974 I jaar: Petrus Martinus Franciscus id Herwaarden, kunstschilder en lerver in de nieuwe wereld. Hij ver- ilt vlot, uren achtereen, maar hij is j| biezebomzerig op de benen, zo- hij het zelf noemt. Hij ziet alleen [g in vlekken, heeft een zonneklep oven de brilleglazen en kan geen fel :ht verdragen. Gevoelige handen, die iet trillen. Een lieve zorgvolle echt- iDOte (72), die het kostbare leven tnhult en begeleidt, 's Avonds léven e, kijken ze televisie, 's Morgens lijven ze uitrusten. Niet vóór de iiddag beginnen ze weer aan een leuwe dag. „lk ben na de Eerste Wereldoorlog il Chicago naar Nederland gekomen. Chicago heb ik ruim tien jaar ge- oond Ik had altijd zo veel werk, dat méér werk had dan ik kon maken, jk in Nederland bestelden ze aan le kanten, tot aan de koninklijke imilie toe Ik had een schilderstuk imaakt bij de geboorte van Prinses jaliana, waarop werd uitgebeeld, dat door de ooievaar naar.het paleis lerd gebracht. Dat stuk viel zó in de maak bij de officieren, dat ze het van ij kochten en mij verzochten het zelf gaan brengen. Op het paleis werd je toch niet naar Amerika? Heb je al een ticket voor de boot-'Nee? Nou, daar kan ik je voordelig aan helpen." Hij was een Leger des Heilsman, dat familielid, en hij zorgde voor mijn ticket. Ik ging eerst naar Liverpool, en toen van Harwich naar Amerika. Ik vond het prettig. Ik had geen last van zeeziekte. Het was een oude boot, gecharterd door het Leger des Heils. Wist ik veel Er werd me beloofd er zou bij aankomst voor me gezorgd worden Ik zou werk krijgen in mijn eigen vak. Het was een stelletje leuge naars. Ik kreeg helemaal geen werk Ik moest mijn eigen weg zoeken Ik ging naar een fabriek Daar werden in de zomer sleden gemaakt, en in de winter rijtuigen En het was hele maal niet in Amerika, maar in Canada. „Hier mengt zijn vrouw zich in het gesprek: ,,Kunt u zich dat voorstellen: zo'n kleine figuur als mijn man, en dan van die grote rijtuigen?" Wijst de- i uit aaD den- per- aan- k ontvangen door Baron Boudt, en ik leb een hele tijd met hem zitten babbe- Ik kreeg daarna opdrachten van iverste Fabius, overste Teding van lerkhout en van nog veel meer offi- neren Constateert nog eens nadruk- ehjk, en met zichtbare voldoening. ,Ja, ik werkte voor de handel, en ik uil volop bestellingen, zowel in Ame- •ika als in Nederland." Hessenweg Grijpt dan terug naar een stuk begin- ijd. Ik was op een atelier, eerst was iat in Amsterdam en later ging dat pjar Amersfoort Weet u hoe dat ging, üt we naar Amersfoort verhuisden? De oude patroon wilde naar Elburg. Die kwam daar vandaan. We hadden de ulroons Stoffels en Hengeveld En *e hadden veel personeel Maar me- teer Stoffels wilde naar Amersfoort. Zijn vrouws familie kwam daar van- lan Ik moest toen beslissen of we aar Amersfoort of naar Elburg gin- ;en. Ik gooide mijn pet in de hoogte, (wam de holle kant boven, dan gingen »e naar Elburg, de bolle kant. dan verd het Amersfoort. Zo werd het us Amersfoort. Maar de zaak ging op een bepaald moment uit elkaar lengeveld was aan de christelijke kant en liet een kerkje voor zichzelf en voor zijn mensen bouwen. Er 'am een scheiding: het harmomeer- niet meer Ik bleef met nog twee anderen bij Stoffels werken. Ik hoorde met bij die kerkelijke beweging Als ik met vakantie ging, ging de heer Stoffels mee en betaalde alle onkosten Hij was erg op me gesteld. Hij ging zelfs met me mee naar mijn ouders in Nijmegen, waar ik werd geboren (Maar het beviel me daar niet Ze vroegen aan mijn zusters: „Wie is toch die dolle meneer, en dat was ik Mijn vader beheerde de boel in de officierssociëteit ,,De Harmonie" aan Brugstraat. Er mochten geen dames en meisjes in de officierssociëteit komen. Ik was de eerste zoon van mijn ouders, en die officieren waren zó met me ingenomen dat er een fonds voor me werd gesticht, zodat ik officier kon worden. Op een ge- leven ogenblik brak de Atjeh-oorlog uit Al die jonge officieren gingen Gaar Atjeh, en namen de kas mee Ze zijn waarschijnlijk allemaal gesneu veld Zo kwam er niets van terecht dat ik officier werd.)" Komt later in het gesprek nog terug zijn vader en op zijn verlangen om io het leger te gaan. Ik vraag hem te vertellen hoe hij in Chicago terecht kwam „Tja, we leverden uit ons atelier hoofdzakelijk aan de Verenigde Staten. Toen kregen ze het in het hoofd om uaar Amerika te verhuizen: dan hoef den ze het werk niet meer op testuren. Ik was toen negentien jaar. Maar twee hadden een excuus bij de hand, toen Puntje bij paaltje kwam. Dat waren de heer Stoffels en die andere schilder. Toen ging ik maar alleen. Maar umoet weten: bij vergissing kwam ik in Canada terecht." Wacht even, genietend van mijn ver wondering. „Hoe is dat nu mogelijk?" vraag ik ,Een familielid vroeg aan me. Pierre, wat heb je gedaan, anders ga met de armen een wijde boog (van de rijtuigkap) ver boven het hoofd. ,,Ik was niet bekend op dat gebied. De hoofdbaas vroeg me ..Wat voor schilderwerk deed je dan?" Ik bracht de volgende dag een paar opgerolde doekjes mee ,,Dan heb ik een be stelling voor je," zei die baas. Hij nam me mee in een pracht van een slee een eind buiten Oshawa Je schrijft Oshawa, maar je spreekt uit Oesjewee. Hij zegt: ,,Je moet goed kijken. Er liggen zeven bergen genaamd de ze ven zusters Daar wou ik een schilder stuk van hebben Ik moest een heel groot aquarel voor hem maken. Dat viel zo in de smaak, dat ik veel be stellingen er op kreeg Die fabriek had veel kantoorpersoneel Die zaten allemaal achter glas En alles was van mahoniehout. Het was daar een heel fijne boel. Van die kantoormensen kreeg ik enorm veel opdrachten. Zijn vrouw komt nog even terug op zijn klein van stuk-zijn. Daar sluit hij zich graag bij aan omdat het hem de mogelijkheid geeft om te spreken over het leger, waar hij zo graag in wou. ,,Bij mijn vooropleiding in Amers foort moest ik altijd de top van de pyramide vormen lk deed het graag. Toen kwam er een andere bij, die klein van stuk was, maar Dumoulin zei tegen mij Blijf jij maar aan de top. hoor." Maar later in Nijmegen werd ik afgekeurd vanwege mijn ogen. Afgekeurd voor alle militaire diensten Ik was bijziende ,,U kunt geen rijks- of gemeentebetrekking waarnemen, zoals brievenbesteller en zo", zei de burgemeester, die er bij was ,,Daar heb ik ook geen behoefte aan," zei ik, ,.dan word ik wel burgemeester 'Want die burgemeester had zelf een bril op. Hij keek niet weinig zuur. dat vond hij geen leuke opmerking ,,U was bij die opdrachten in Ca nada," zeg ik .Ik voerde ze naar genoegen uit. Ik had veel werk Veel Hollanders liepen daar werkeloos rond. De enige plaats waar ze konden werken was een ijzer gieterij Dat was verschrikkelijk. Er was mij wel eens over de hel verteld Nou, dat was een hel. Alles was vuur en hitte en gloeiend metaal Ik was er een half uur geweest, maar het ging niet. Ik moest bij de time-keeper komen. Ik kreeg een kwartje en mijn ontslag. Dat kwartje deed ik later aan mijn horlogeketting Iedereen op die ijzergieterij liep na korte tijd ver brande benen op. Later hoorde ik, dat het Leger des Heils voor iedereen, die naar die ijzergieterij in Canada ging, drie dollar kreeg! Ik ben naar Toronto gegaan Ik kreeg van de direkteur van de rijtuigfabriek een brief mee voor de direkteur van een farmaceutische fabriek ,,Die zal ook wel het een en ander van u willen hebben," zei hij Ik heb op de brief een postzegel gedaan Ik ging naar ee kunsthandel. De kunsthandel was Amerika in handen van de Joden, Duitse Joden Die probeerden je uit benen. Zegt-ie tegen me ,,Als u Holland gaat kunt u ons alles sturen wat u maakt. Dan zetten we achter op het doek: Imported, en maken we een betere prijs." Maar ik had veel werk Ze bestelden soms een paar honderd schilderstukken tegelijk. Eén stuurde me tweehonderd ongespannen doeken tegelijk. Hij zei. ,,Dan hebben we voor iedere vertegenwoordiger twee doeken." Ik werkte hard. Hij vroeg. ..Hebt u dag en nacht doorgewerkt?" Het bleek echter, dat hij helemaal niet rechtstreeks naar Toronto was ge komen. Via een tussenplaats kwam hij eerst weer in Oshawa terug! ,,Ik was aan het station om naar Toronto te gaan ergens op een overstap plaats. Daar zag ik een dame en een heer met twee kinderen. Ze konden het met de man aan het loket niet eens worden over de plaats, die ze opgaven. Ze vroegen om twee tickets naar Oshawa. Aan het loket deden ze geen enkele moeite. Oshawa was onbekend. Ze deden het loket dicht. ,,Waar moet u naartoe?" zei ik Oshawa," zei hij ..Ach, dat spreek je uit: Oesjewee het is een oude Indiaanse naam." Ik had hem zo goed geholpen, dat hij vroeg of ik hem wilde brengen naar Oshawa. Daar zocht ik een gelegenheid voor een goede kamer voor ze, en waar ze konden eten en drinken. Zijn vrouw was Duitse, hij was Nederlander. Andrehegge heette hij. Hij was jaren in de Belgische Congo geweest. Hij zei tegen me: ..Dat Leger des Heils heeft mijn geld in beheer. Ik moet hier een farm kopen, maar ik ben geen boer. Maar anders krijg ik dat geld niet los (het was iemand, die nogal veel geld uitgaf en zijn familie wilde dat geld op die manier veilig stellen). Ik heb er het bewijsstuk van (het was een heel groot bedrag). Hoe kom ik eraan?" Ik dacht na. ,,Er staat geen afmeting bij voor die boerderij. Je gaat naar een makelaar en je koopt een stuk terrein met een optrekje. Dan moet het Leger des Heils je het geld geven. Dan ga je naar de makelaar en je vraagt of hij het terrein met de schuur van je terugkoopt. Je verliest er misschien honderd dollar mee .Jij bent een grote vriend van mij," zei hij Hij deed het zoals ik zei en het lukte. ,,Wat wou je nou wél gaan doen'''" vroeg ik. .Ik wou in rubberartikelen gaan handelen." ,,Heb je daar verstand van?" ,,Nee, verstand heb ik er niet van." zei hij ..In Congo was ik officier. Eens in de veertien dagen kwam er een karavaan en dan moesten we zorgen, dat ze de pakjes meenamen In die tussentijd bedachten we wat je allemaal aan lekkere dingen kon eten. Ik ging met hem naar Toronto In Toronto kocht hij een royaal huis. Hij stond erop, dat ik bij hem kwam wonen. Jk kreeg één kamer om te schilderen en een slaapvertrek. Maar van schil deren kwam niets, 's Morgensom 4 uur klopte hij al op mijn slaapkamer. De ene keer om te vissen. De andere keer om te jagen. Ik wou kostgeld betalen. ,,Een vriend betaalt niet." zei hij. Zijn vrouw kon overheerlijk koken Zijn kinderen zeiden ,,Das ist so viel: Herr Van Herwaarden." Dus zeiden ze: Herr Van Waarden tegen me. Ik kon er niet vandaan komen. Als je met hem buiten liep zei hij al gauw: Laten we eerst een kleine eet nemen Dan was het weer- „Laten we nu een kleine drink nemen Hij was altijd druk, maar hij deed niets. Van die rubberideeën kwam ook mets. Ik zei wel eens tegen hem- ,,En als je geld nu opraakt„Dan sturen de tantes me wel geld." zei hij. „Mijn tantes laten me nooit in de steek." Hij was de zoon van een rijke tabakshandelaar. Hij had geen zorgen. Op, dat bestond niet. Het was altijd meer Als het tegen Kerstmis liep zei hij „Herr Van Waarden, ik geef een groot kerstdiner. Je moet een heleboel arme Hollanders uitnodigen. Hij zat zelf dan aan het hoofd van de tafel Hij vond het fijn als iedereen lekket at en dronk „Man," komt zijn vrouw tussen beide, „hoeveel mensen waren dat nou, die daar méé-aten0" Hij, met trots in zijn stem „Dat waren er wel dertig of veertig Ik was lid van het Nederlands Verbond in den Vreemde. Zo kwam ik met al die mensen in aanraking. Ook al weer door de Salvation Army. Die mensen werkte ik tegen Dat waren allemaal leuge naars Ik weet niet hoe ik zijn visie op het Leger des Heils moet plaatsen. Ik denk aan onze Majoor Boshardt en haar weldoend werk. Maar misschien had ook het Leger des Heils in die slechte sociale tijden andere gebruiken Hij bevestigt me dit nogmaals „Een meneer Govaers, kapitein van het Leger des Heils, sprak daar in Toronto met de mensen Er waren een heleboel Nederlanders daar, overal vandaan, maar vooral veel uit Zaandam Zij klaagden daar tegen kapitein Govaers. dat ze het zo slecht hadden. „Dat kan ik niet begrijpen," zei hij. „Ik kom uit Oshawa en daar zijn de mensen zo tevreden Ze hebben het er zó goed." En hij vouwde zijn handen erbij en keek verzaligd. „Man, dat lieg je." riep ik. „Ik ben in Oshawa geweest. De mensen klaagden er steen en been." Govaers droop ogenblikkelijk af. Ja, zo probeerden ze dat te matzen." Hij kijkt me aan. Tegenspraak wordt niet geduld. „Ik bekommerde me meer om zijn geld dan dat hij dat zelf deed. Maar ik moest er tenslotte een eind aan maken. Ik was liever met mijn eigen bezigheden aan de gang Uiteindelijk moet hij nog in Chicago terechtkomen denk ik. Ik ben benieuwd hoe hij daar belandt. Zijn vrouw ver went ons met een aaneenschakeling van kopjes thee. koekjes, rumbonen, kopjes koffie, stukjes kaas. „Drink dit, man," zegt ze, „laat het niet koud worden Je zult dorst hebben." „Ik wou uit Canada weg lk wou naar Amerika Ik ging naar het Nederlandse Consulaat in Toronto Daar was geen één Nederlander Het waren allemaal Duitsers. Ik moest minstens drie jaar in Canada zijn om er uit te kunnen. Ik ging toen naar het Amerikaanse Con sulaat De consul zei „Dat zijn wette lijke bepalingen Maar ik zei: „Ik wil hier vandaan Ik ben niet naar hier ge komen, omdat ik wat op mijn kerfstok had, maar om hier te werken Die consul was vol lof over Nederland Net wilde ik opstaan toen hij zei. „Wait a minute Hij ging schrijven en deed een brief in een couvert „Kun je mor genochtend om 10 uur aan de trein zijn,; En je bagage?" „Die staat ge pakt. Ik ben gereed om te vertrekken „Breng deze brief naar het Consulaat in New York. Ik kwam aan het station. De perrons waren daar afgesloten met hekken Bij iedere doorgang stonden controleurs. Ze waren verwittigd. Een controleur bracht me naar de trein. Ik kreeg een gereseiveerde coupe. ..Reserved' En daar zat ik op mijn eentje in een gereserveerde coupé. Toen ik een tijdje onderweg was kwam er iemand binnen, die zijn handtas op de grond zette. „Wilt u roken?" vroeg hij. Hij gaf mij de ene sigaar na de andere. Ik kon niets terugpresenteren, want ik had de tijd niet gehad om Iets te kopen. Ik bood hem mijn veront schuldigingen aan. Op een gegeven moment bukte hij zich en toen schoof zijn jas wat opzij. Ik zag een revolver. „Ja, ik ben gewapend." zei hij „Ik behoor tot de Railroadrecherche, de treinpolitie We maakten samen de reis Bij de grens moesten we in een andere trein overstappen. Alle rei zigers moesten naar de douane. Ik wou ook gaan. maar hij tikte me op de schouder en beduidde me, dat ik niet hoefde „Daar staat de trein voor New York," zei hij „Je bagage zit er al in En hij bracht me naar mijn coupé „In New York," zei hij, „neem je bus nummer zoveel Die brengt je recht streeks naar de Cityhall Daar moet je de brief afgeven voor de consul Ik deed het zo. Er liep daar een politie-agent heen en weer lk liep heel veel gangen en trappen door, gaf ergens mijn brief af en ging weer weg Buiten stonden twee mensen op me te wachten." Ik ben er nu al aan gewend, dat overal mensen op hem staan te wach ten. Maar ik ben wel benieuwd wat ze nü weer voor hem in petto zullen hebben. Ik denk: Hij zegt dat hij niets van het kerkgedoe moet hebben, maar hij gelooft vast in schutsengelen. Het is alsof hij overal thuis komt en ver trouwde mensen aantreft. „De ene was Jo Verschoor De andere was een Duitser Ze stelden me voor om mee te gaan naar hun flat Daar kon ik een kamer krijgen om te schil deren en te slapen. Dat kostte niets. Ze waren allebei scheepstekenaar en ze kwamen 's avonds om zes uur van hun werk Als ik dan maar wou zorgen, dat het eten klaar was. „Maar ik ben geen kok.' zei ik Nou, dat hoefde niet. Ik hoefde alleen maar blikken open te maken en die te warmen De meeste tijd aten we pore and beans. Ik hoefde mijn schilderwerk niet eens weg te brengen. Jo Verschoor bracht het weg die moest tóch in de stad wezen Hij inde het geld en gaf het aan mij. Ze hadden een rek hangen met veel boeken Ik had een nieuwsgierig moment en bladerde zo'n boek in Er bleken allemaal dollar biljetten in te zitten Een bankroof, schiet mij door het hoofd. Met ons soort televisie ontkom je niet aan zo'n gedachte. „Ik vroeg aan Jo Verschoor „Wat is dat?" „We hebben onze boeken," zei hij, „daar doen we het geld in wat we oversparen." Ik had het er wel leuk. Als ze een vrije dag hadden gingen we met een boot op de oceaan vissen We vingen zo veel vis, dat we niet wisten wat we er mee moesten doen. Geen mens wou die vis hebben. We wisten niets van het getij af. Je moest op tijd het lake binnen zijn, anders kwam je niet meer door de branding heen. We waren erg laat Die Duitser begon te huilen „Trekken," schreeuwde ik. „niet jan ken De angst overweldigde die Duit ser en dan roeide hij niet We zijn er doorgekomen Zijn vrouw haalt me nu bij een schilderij, dat achter haar stoel staat, tegen de muur „Hij zegt, dat hij er eigenlijk nog wat aan had moeten doen Maar zijn ogen lieten het niet meer toe Het stuk is niet af Het stelt een huizenhoge klif voor en twee iele fi guurtjes, die in panische angst op een rand lopen om de opkomende vloed vóór te zijn. Woelige zee Hoge bran ding. Van de plek wegschietende witte vogels Prachtige klifbegroenng Fascinerend stuk. „Helemaal uit zijn hoofd, uit zijn herinnering," zegt zijn vrouw. Ik zeg, dat ik het een mooi stuk vind. Hij reageert niet. Sluit af en toe de ogen. Vervolgt als vanzelfsprekend: „Toen ik in New York was kreeg ik een schrijven van huis. Als ik mijn moeder nog wilde zien moest ik gauw- overkomen: ze had niet lang meer te leven Twee dagen later zat ik op de boot lk moest zo'n bootformulier in vullen. Toen ik het bootformulier bij de scheepvaartmaatschappij afgaf, zei de ene klerk tegen de andere: „Didyou ever see such a little fellow with such a big name?" Ik bleef een maand of wat in Holland Ik trouwde er Ik kende dat meisje in Holland al lang en toen ik naar Amerika ging kreeg ik een ring van haar Ik gaf haar een ring terug. Als je in Amerika een ring droeg was dat het bewijs, dat je getrouwd was. Je trouwde bij de juwelier In 1918 ging ik terug naar Holland. Mijn vrouw had heimwee Ik woonde toen al tien jaar met haar in Chicago. Ik had daar een boerenhuis gekocht, waarvan de grond onteigend werd, want er moesten daar wegen worden aangelegd Ik kwam bij die boer. Die zei. „Ik moet grond hebben, die ik kan bebouwen Ze hebben mijn grond onteigend Ik wil het huis ver kopen Ik laat de helft erin De rest maak je maar af met de makelaar En laat die makelaar nou zeggen: „Wij laten de helft erin Wéér een helft, en ik betaalde alleen de interest. Ik woonde heel erg goedkoop. Ik kreeg een tijdje later van de gemeente bericht, dat als ik de grond wilde gebruiken voor het houden van kleinvee, dan mocht dat. Ik woonde daar heerlijk Ik hield paarden, kippen en honden." Ik krijg nu een schilderij te zien van dat boerenhuis bij Chicago. Het doet nai'ef aan. Is karakteristiek voor die streek daar. Boerenerf, omheining, groot boerenhuis, zéér gedetailleerd geschilderd. Ik vind het een fijn schil derij. Het doet me een beetje denken aan de sfeer van de illustraties van C. Jetzes bij dat buitenleven van Gijs, de schapen en Wim en Zus. Hij reageert wéér niet, als ik zeg dat ik het een goed schilderij vind. „Bij één of andere rechtzaak werd ik altijd geroepen daar. Vooral door een Hollands echtpaar Die moest ik vaak uit de knoei helpen. Hij was een Rotterdammer en getrouwd met een Zeeuwse vrouw, dochter van een mos selenvisser. Ze hadden een gezellige avond gegeven en voorgedragen. Ze waren de enige bezoekers bij de men sen bij wie ze op bezoek waren Ze deden een voordracht van de drie Jantjes Om die voordracht zo goed mogelijk te doen had één van die vrouwen een matrozenpakje aan gedaan Ze dronken veel en kregen ruzie Ze gingen buiten in de sneeuw vechten Het ging wild toe Toen werd ik gevraagd of ik ze wilde verdedigen Het proces verbaal luidde „Drie mannen hadden gevochten Er waren er maar twee, maar die agent had er drie gezien Het proces-verbaal deugde niet. Ze werden vrijgesproken Ze spanden me voor allerlei karweitjes en ik wist er altijd wel een oplossing voor In de 42ste straat had ik een flat gehuurd Mijn vrouw was er alleen thuis Ik werkte ergens anders. Mijn vrouw wou een hond De flateigenaar

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1973 | | pagina 9